ONZE GOEDKOOPE PATRONEN.
Onze lezeressen kunnen aan onderstaand
adres de in deze rubriek genummerde mo
dellen van damesjaponnen en -mantels
tegen tegen den prijs van 58 ct. besteden.
De modellen worden geleverd in de meest
gangbare maten. (42 tot 50). De bestelling
kan geschieden per brief (met bijgesloten
postzegels), per postwissel of per giro. Men
zende de aanvrage aan de Redactrice Da
mesrubriek, Nieuwe Havenstraat 58. Den
Haag. De gevraagde modellen worden U
binnen enkele dagen geleverd.
Wat
.Herfstkeur V
EEN FRAAIE PREMIE VOOR
LEZERESSEN.
Kosteloos verkrijgbaar.
Een welkome verrassing voor onze le
zeressen biedt onze moderedactrice door 't
fraaie najaarsmodeblad „Herfstkeur" ver
krijgbaar te stellen voor alle dames, die
gaarne goed entoch goedkoop gekleed
willen gaan.
„Herfstkeur" biedt niet alleen een zeer
ruime keuze van herfstmodellen en prac-
tische wenken op het gebied van naj aars-
kleeding, het geeft ook een schat van lec
tuur, waarvan onze lezeressen héél wat
profijt kunnen trekken, door het vele geld,
dat ze er door kunnen uitsparen.
„Herfstkeur" is in alle opzichten iets bij
zonders. Het is een prachtige aanvulling
van hetgeen wij in deze rubriek geven,
waarin uiteraard slechts een beknopt over
zicht kan worden gegeven van alles wat
er op modegebied plaats vindt.
Indien wij u vertellen, dat „Herfstkeur"
het mooiste en meest practische modelblad
is, dat wij hier in ons land kennen, zeggen
wij niet te veel. Overtuigt u echter zelf,
door nog vandaag twaalf cent over te ma
ken aan het adres van de moderedactrice,
Nieuwe Havenstraat 58, Den Haag. U ont
vangt het dan overmorgen reeds en kunt
dan door dit schitterend blad een echt ge-
zelligen avond hebben.
Wij hopen, dat wij u door het verkrijg
baar stellen van deze fraaie premie een
dienst hebben bewezen.
Gaarne zal onze moderedactrice bij ge
legenheid eens van u vernemen of u der
gelijke attracties op prijs stelt!
Vergeet vooral niet uw aanvrage nog he
den te posten. Het blad ontvangt u dan
omgaand!
JUMPERS IN VROOLIJKE,
BONTE KLEUREN.
De jumpers blijven nog steeds zegevieren,
men kan zich bijna niet" meer indenken, het
zonder hen te moeten stellen en met
recht, want de korte modellen kleeden zeer
vlot!
Men ziet een groote verscheidenheid in de
modellen, maar één ding hebben zij ge
meen, dat zij keurig en kleurig zijn.
Effen onderstukken, die juist de taillelijn
raken, hebben pofmouwtjes en bovenpas
van gestreept of- gemoesd 'tricot, vaak met
gedrapeerde shawl.
Blouses ziet men eveneens Veel dragen,
a jour bewerkt of met kleine nervures, die
zoowel in den rok als er boven gedragen
worden; ook het vestmodel heeft nog niet
afgedaan.
Zelf gebreide en gehaakte jumpers in één
tint of in sterk afstekende kleuren en met
vaak zeer onsymetrische ga me erin g doen
de vlijtige werkster een welverdiende roem
oogsten.
Met welk een fantasie worden zij dik
wijls samengesteld! Hier ziet men smalle
revers in afstekende kleuren, terwijl an
dere met schuine streepen, vierkanten of
open werk gemaakt zijn, niet te vergeten
de gehaakte blouse, die den indruk maken
van Iersche kant.
De hals wordt met patentsluiting afge
werkt, of met metalen knoopen, zoodat de
jumper naar verkiezing open en gesloten
gedragen kan worden. Verder ziet men ze
metof zonder kraag; hoofdzaak is, dat vóór
alles op een mooie kleurencombinatie gelet
wordt.
De gehaakte of gebreide shawls met bij-
behoorende muts en mof staan bijzonder
apart. Zoo zagen wij een dergelijk garni
tuur van zwart met smalle witte strepen.
Het kleine platte mofje, dat een gehaakt
bovendeel had, was gevoerd met satinet en
had een tusschenvoering van watten, ter
wijl voor den grondvorm een rechthoekige
lap gehaakt was, heel eenvoudig en prac-
tisch.
We noemen hier ook nog even de drie
kante en smalle lange veelkeurige doeken
en shawls in eenvoudig breiwerk van heen
en weergaande rechte toeren, die zulke uit
stekende dienst bewijzen bij de mantels
zonder bontgarneering.
Aardige driehoekige tricot doeken ziet
men op donkere japonnetjes dragen; de uit
einden worden door een sierspeld gehaald,
zoodat zij als het ware zichzelf drapeer en;
ook hier is veelheid van kleuren vereischt!
Fluweelen hoeden.
Wat te doen als zij verregend zijn?
Hoe vaak gebeurt het niet, dat wij door
een regenbui overvallen worden en wij
thuis gekomen tot de onaangename ontdek
king komen, dat onze fluweelen hoed hier
door deerlijk geleden heeft. De toepassing
van de volgende behandeling zal in den
regel het kwaad weer herstellen.
We beginnen met den hoed zachtjes heen
en weer te schudden, daarna op een hoe-
denstandaard of hooge vaas op eenigen af
stand van een warme kachel te laten dro
gen. Is de hoed geheel droog, dan wordt
hij nogmaals geschud, doch nu flink en
daarna luchtig bestrooid met warme zeme
len, die met een zacht doekje over het flu
weel worden gewreven. De hoed wordt nu
voor een open venster gezet, liefst in den
wind en met een zachte borstel nagewreven.
20289. Donkere kindermantel van warme
willen stof voor meisjes van 1012 jaar.
Smalle biezen van afstekend materiaal wor
den langs de uitgeschulpte kraag en voorzij
de gestikt, terwijl zij eveneens de mouw-
garneering uitmaken. Een aardige combi
natie geeft donkerblauw met donker rood,
tevens practisch, aangezien lichte biezen
te spoedig vernieuwing vragen.
20290. Jongensjas voor den leeftijd van
810 jaar. Blauw ratiné kleedt zeer goed en
is warm. De mouwen in rechte lijn onder
en achterpanden aangebracht.
Kraag met revers; dubbele rij knoopen en
zakken met overslagen.
De geheele omtrek van revers, kraag en
voorstukken is evenals de overslagen van
de zakken en mouwen ongeveer Y c.M.
van den kant af doorgestikt.
20291. Mantel voor kleine meisjes van
24 jaar, welke bijzonder vlot kleedt door
de aardige gladde strooken, welke de bo
venarm grootendeels bedekken. Hoog aan
sluitende kraag, mouwopslagen en sluiting
met drie knoopen, geheel of gedeeltelijk
voeren.
20292. Stoffen mantel met een garnee
ring van fluweel of imitatie bont. Kan ook
met effen stof gegarneerd worden en in
dit geval wordt langs den omtrek hiervan
een stiksel aangebracht.
De rug bestaat uit drie panden en ook de
voorkant laat smalle banen zien. Op de
garneering worden bijpassende knoopen
gezet, terwijl de rechte kraag eindigt in een
breede reep, welke op de mantel geknoopt
wordt.
Patronen voor meisjes van 810 jaar.
20293. Kraaglooze mantel, waaronder een
aardig gekleurde shawl wordt gedragen
voor meisjes van 68 jaar. De versiering
van deze mantels bestaat uit verschillen
de rijen stikken van dikke maohinezijde.
De mouwen zijn in schuine lijn ingezet.
Sluiting met twee knoopen; ceintuur met
eenvoudige gesp of grooter formaat knoop.
20294. Meisjesmantel voor den leeftijd
van 1012 jaar, kan als lagen doch ook als
meer dan driekwart lange mantel gedra
gen worden. De voor- en rugpanden wor
den met een aardige lijn op de mouwen
gestikt, waardoor aan het geheel iets
aparts wordt verleend. Smalle opstaande
kraag, waaronder een shawl wordt gedra
gen. Opgestikte zakken en knoopgarnee-
ring.
De emancipatie der vrouwen in 1845.
Rookende dames en snoepende heeren!
lien tijd waren, die zioh het
.ooken van pijp en sigaar aan-
- enden. Talrijk zijn de spotpren-
.en, welke schilders en teeke-
ïaars, die een eeuw vóór ons
.eefde, ons hebben nagelaten.
Het waren vooral de Duitsche
.eekenaars, die zich op het ver
vaardigen van dergelijke cari-
:aturen toelegden. Zoo teeken-
de de bekende Hamburgsche
;childer Professor Christian Suhr
een geheele serie van deze
prenten, welke thans nog in het
stadsmuseum aldaar worden be
waard.
Deze serie wordt „Der altham
burger Ausruf" genoemd; zij
werd in het jaar 1808 voltooid.
Op één der platen ziet men een
Hamburger sigarenhandelaar,
Toen de eerste sigaren rond
1810 in de West-Europeesche lan
den hun intrede deden, waren er,
ook in ons land, vele stadsbestu
ren, die het rooken van die enor
me sigaren verboden, zulks uit.
veiligheidsoogpunt. In Duitsch-
land bijv. diende men een spe
ciale vergunning te verkrijgen,
wanneer men als herbergier zijn
gasten op een sigaar wilde trac-
teeren en hen het rooken wilde
toestaan. Aan de jongelingen
werd het rooken van sigaren
eenvoudig verboden. Het ge
meentebestuur van Hamburg liet
op de drukste punten van de
boulevards een papier ophangen,
waarop te lezen stond „Jonge-
heeren mogen zioh in het open
baar niet vertoonen met een
brandende sigaar of pijp. Het
rooken van sigaren vooral is een
dwaze en gevaarlijke mode, die
de gezondheid van ons volk be
nadeelt."
Zonderling was het evenwel,
dat het nog meer de dames in
een straatventer, die onder een lantaarn
staat, een klein kastje, waarin sigaren en
tabak, naast hem. „Feine zigarren!" roept de
.man uit en oogt oolijk naar een voorbij-
wandelend paartje; „hij" snoepend aan een
reep chocolade, „zij" een sierlijk pijpje
rockend!
De rookende dames uit dien tijd, die men
„geëmancipeerde" vrouwen placht te noe
men, vormden dikwijls een clubje. Inplaats
van „praten gn breien" luidde hun advies
„praten en rooken". De mannen uit dien
tijd schenen zioh bij de zonderlinge rook
gewoonten van hun echtgenooten neer te
leggen; men vindt tenminste nergens een
prent, waarop de heer des huizes zijn echt-
genoote de pijp uit den mond neemt!
Op bijgaande plaatjes, geteekend om
streeks 1845, ziet men enkele dapper smo
kende dames. Het eene prentje toont de
vrouw des huizes thuis. De echtgenoot is
zijn vrouw behulpzaam bij het opwinden
van een kluwen wol. De dame heeft 'n fijn
pijpje aangestoken en de man snuift ver
langend de geurige rook van de zware ta
bak op
Het andere prentje toont U een chique
heer, op wandeling met echtgenoote en
dochter. De beide dames rooken er lustig
op los. Een voorbij wandelende dame kan
niet nalaten even om te zien naar de beide
modieus gekleede vrouwen. Ook zij heeft
een pittig sigaartje in den mond!
KNIPPEN EN BIJWERKEN.
Hebt u de juiste maat?
Alvorens we tot het knippen van een pa
troon overgaan verdient het aanbeveling,
het eerst op een goed passende japon uit
te leggen, om te zien of inderdaad de juiste
maat is aangevraagd en of niet alleen de
breedte, maar eveneens de lengte met de
gestelde eisohen overeenkomen. Patronen
zijn altijd zonder naden, zoodat hiermede
rekening moet worden gehouden bij het
knippen.
We kunnen rekenen, dat 8 a 10 c.M. aan
den onderkant van een rechte rok aange
knipt moet worden, terwijl wij aan den
onderkant van een blouse kunnen volstaan
met 5 a 6 c.M.; hierin komt een smalle zoom
als afwerking, terwijl genoeg ruimte oven-
blijft om haar een weinig ruim boven den
rok te laten zitten.
Bij het opstikken van blouse of rokdee-
len of indien de rafelkant ingeslagen wordt
om op kantstof, zijde of fluweel gewenkt te
worden is Y cM. inslag voldoende, indien
de stof ten minste niet te rafelig is.
2 c.M. wordt aan alle naden, als o.a.
schouder-, zij- en mouwnaden aangeknipt,
alsmede aan de naden van rokken, terwijl
bij onderkleediing ruim 1 c.M. voldoende
is b.v. voor de afwerking met Engelsche of
platte naden.
Ongevoerde mantels vragen een inslag
van onderen van 5 c.M.
Aan alle stoffen, die spoedig rafelen,
wordt Y cJVI. extra aangeknipt en tevens
verdient het bij deze weefsels aanbeveling,
om dadelijk na het knippen de schuine
armsgaten en halsuitsnijding met een zij
den draadje over te naaien.
Nadat de naden van stoffen japonnen
zijn gestikt, worden zij uitgestreken en de
rafel overgenaaid met kleine steken; bij
laken en fluweel beperkt men zich veelal
tot het uittanden der naden. Een nette bin
nenafwerking verhoogt het aanzien van
een japon, want hoe mooi het uiterlijk van
een of ander kleedingstuk moge zijn, het
verliest zijn waarde, indien men aan den
binnenkant een slordig onafgewerkt geheel
ziet.
Nadien van ongevoerde mantels worden
omgebiesd met satinet of zijde in bijpas
sende tint.
VIER KOOKPROCESSEN.
Voor- en nadeelen.
Vele huisvrouwen koken z.g. op „gevoel".
Hoewel dit voor de beproefde en ervaren
huisvrouw nu heel goed en gemakkelijk kan
zijn, voor jonge vrouwen is dit ten eenen
male onmogelijk. Het gevolg hiervan zou
zijn, dat op weinig economische wijze werd
gekookt door niet zooveel mogelijk alle voe
dingswaarden te benutten.
Hieronder geven wij een klein overzicht
van de verschillende kookprocessen, waar
van wij hopen, dat dit tot een nuttig effect
kan leiden.
Koken met vochtige hitte.
Hieronder verstaan wij het koken met
water. Voor het trekken van bouillon zetten
wij het vleesch met koud water op, bren
gen het zachtjes aan de kook en laten het
op deze wijze trekken. We krijgen op deze
wijze een geurige bouillon, daar de extrac
tief stoffen uit het vleescn hierin opgeno
men worden. Bouillon is niet voedzaam,
doch werkt opwekkend; door de toevoeging
van voedende bestanddeelen wordt de voe
dingswaarde verhoogd (groenten, rijst, ver
micelli).
Het is een zeer verkeerde meening, die
velen toegedaan zijn, dat het „uitgetrokken"
soepvleesch geen nut meer heeft, daar
slechts zeer weinig eiwitstoffen, vet, lijm,
zouten en verdere stoffen in de bouillon
zijn gekomen en de rest in het vleesch is
gebleven.
Een feit is, dat het minder smakelijk is
geworden, doch hieraan kan worden tege
moet gekomen door de resten te verwerken
met toevoeging van gefruite uien, peterse
lie, mosterd enz.
Is het de bedoeling, dat het vleesch geu
rig blijft, zooals bijv. voor ragout noodig
is, dan wordt het met kokend water opge
zet, hoofdzaak is hier het vleesch, bijzaak
de bouillon (voor de saus).
Peulvruchten en gedroogde vruchten, zoo
als gedroogde appeltjes, abrikozen, pruii-
men enz. worden 24 uur van te voren in
de week gezet, nadat zij gewasschen zijn
er opgezet met het koude weekwater, waar
door de smaak aanmerkelijk verhoogd en
het aroma behouden wordt. Overgebleven
kookwater van peulvruchten wordt nooit
weggeworpen, maar verwerkt tot soep, daar
het uit de erwten of boonen gekookte zet
meel hierin achterblijft.
Koken met stoom.
Gestoomde aardappelen zijn bloemiger
dan gekookte en eiwitten, mineralen e.a.
nuttige voedingsstoffen worden niet met
net water weggegooid, doch de aardappel
oehoudt zijn volle voedingswaarde. Een an
der voordeel aan stoomen verbonden is, dat
de aardappelen zelfs indien op laatkomers
gewacht moet worden, volkomen goed van
smaak blijven en niet aanbranden.
Alle gerechten eigenen zich echter niet
om gestoomd te worden, n.l. die, welke echt
gaar „gekookt" moeten worden.
Koken met boter of vet.
Verschillende groenten kunnen met boter
en wat zout opgezet en daarna ia eigen
vocht gaarkoken (worteltjes, peultjes, enz.).
Rauw gebakken aardappelen worden in
ruim vet (frituur) veel spoediger gaar, dan
.bijv. gekookte aardappelen. Olie of vet zijn
tot een grootere hitte op te voeren dan
water. Komt er bijv. van een pan olie een
blauwe damp, dan kan men rekenen dat
de temperatuur op 200 gr. is gebracht.
De meerdere kosten aan het bakiken met
olie verbonden, zijn hier evenwel de scha
duwzijde van, evenals de minder gemak
kelijke verteeribaarheid.
Koken met droge hitte.
Hieronder verstaan we het koken, braden
en steriliseeren met heete lucht (moderne
gasovens). Het groote voordeel hieraan
verbonden is, dat alle voedende bestanddee
len in vleesch, visch enz. blijven; nadeel is
wellicht, dat men geen of slechts zeer wei
nig jus bij deze wijze van braden van
vleesch of bakken van visch heeft, daar de
sappen ndet wegvloeien zooals dit bij ge
woon braden op het vuur plaats vindt.
Zeer smakelijk is bijv visch die in een per
kamenten zak in een braadslee in de oven
gelegd en „droog gekookt" wordt