"WOENSDAG 25 SEPTEMBER 1935
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD - PAG. 11
GENEZEN STAAR.
EEN „ONBESCHRIJFELIJKE
VERRUKKING".
Z. H. E. Mgr. A. P. F. van Velsen S.J.,
oud Apostolisch-Vicaris van Batavia
schrijft het volgende aan „De Tijd".
In „De Tijd" van Vrijdag 6 September,
avondblad, 2e pagina, geeft de welinge
lichte schrijver van mijn reilen en zeilen
ia Europa en in de tropen in zijn „Terug
In het Vaderland" blijk, dat ik mij hier
in Holland vrijwel aan zijn waakzaam oog
heb weten te onttrekken. De laatste zin
snede verraadt dit maar al te duidelijk.
Wordt in de voorlaatste gesproken van
„een steeds verergerende oogziekte", die
mij naar Nederland deed vertrekken, in
de laatste zinsnede heette het: „in het va
derland heeft Mgr. de gehoopte genezing
niet kunnen vinden." Daar tevoren alleen
gesproken werd over mijn oogkwaal, wordt
het vermoeden gewekt, als had ik hier in
Holland voor mijn staar aan beide oogen
geen baat gevonden. Dit vermoeden mag
ik geen ingang doen vinden, daar ik mij
daardoor ondankbaar zou toonen jegens
O. L. Heer, die mij door prof dr. H. Weve,
hoogleeraar in oogheelkunde in Utrecht,
de ontzettende weldaad sohonk, om weer
te kunnen zien, om met eigen oog, zij het
dan met behulp van een bril, te kunnen
lezen, wat de schrijver in „De Tijd" over
mij schreef en met eigen oog te kunnen
nagaan, wat ik naar aanleiding daarvan
bier nu schrijf om aan een welgemeend
verzoek te voldoen, waartoe tot nu mij de
geschikte gelegenheid ontbrak.
Nadat ik in Mei 1933 hier was terugge
keerd, heeft prof Weve mij in Juni, in het
St. Antonius-Ziekenhuis te Utrecht, met
assistentie van dr. Romunde, oogheelkun
dige aldaar, de staar uit het linkeroog
weggenomen. Ik kan vanaf dat oogenblik
het zonlicht en de schitterende kleuren in
Gods schoone natuur weer aanschouwen;
weer als een gewoon mensch zien. Wat
dat zeggen wil, wat 'n onbeschrijfelijke
verrukking het is, wat een overstrooming
van geluk het zonnelicht weer te aanschou
wen, waarvan men het bestaan' niet meer
kende, dat is, meen ik, alleen gegeven aan
hen, wier beide oogen door de staar ver
troebeld, deze door vaardige kunstenaars
hand zien weggenomen. In mijn uitbundige
vreugde meende en noemde ik 't 'n voor
smaak van 't aanschouwen van 't Eeuwig
Goddelijk Licht. Hoe kwam ik aan deze
boude vergelijking? Mag ik het U even
vertellen? Een paar dagen voor mijn ope
ratie was in hetzelfde Antonius-Ziekenhuis
in de 4e Afdeeling, een jonge man gestor
ven, waarvan mij het volgende verteld
was.
Hij leed aan vergevorderde longziekte.
De eerw. zuster, die hem verpleegde, had
hem zachtjes aan voorbereid om O. L. Heer
blijmoedig het offer van zijn leven te
brengen. Hij was voorzien van de H.H.
Sacramenten der Stervenden, had afscheid
genomen van vader en moeder, van%roer-
tjes en zusjes, en wachtte geduldig den op
roep van ons aller Vader, die in den he
mel is. Niet zoo spoedig als verwacht werd,
geschiedde dit en vandaar dat de eerw.
zuster den zieke voorstelde om vader en
moeder nog eens te laten komen. Hij luis
terde, een oogenblik dacht hij over het
voorstel na, fluisterde toen de zuster toe:
„Neen zuster! Ik heb immers afscheid ge
nomen. Ach, neen! Het zou mij maar af
trekken van O. L. Heer!" Vol verwonde
ring, berustte de zuster in dit korte, veel
zeggende antwoord. Het was, meen ik, de
eigen avond. De zuster waakte aan zijn
bed. Hij scheen te dommelen. Opeens opent
hij de oogen, in wonderlijke opgetogen
heid strekt hij zijn handen uit en roept
uit: „Zuster! Zuster! Zie! O, zie! Wat een
heerlijk licht! O, zuster! Wat een licht!"
Het waren zijn laatste woorden.
Toen ik nu plots het zonnelicht leerde
kennen, flitste mij het heerlijke licht voor
den geest, dat de jongeling in zijn stervens
uur zoo in verrukking had gebracht, en
vond ik voor mijn zonnelicht en zijn heer
lijk licht op dat oogenblik geen ander
beeld dan het gloren van het eeuwig, God
delijk Licht. Vergeef mij mijn boudheid.
Moge mijn vermetelde waardeering U al
thans dit doen begrijpen, dat hoe dan ook,
voor wie aan beide oogen de staar heeft,
de operatie een onvergelijkelijke weldaad
is.
Ik was geopereerd. Als de dokter zelf
en de eerw. zusters, geloofwaardige men
sch en, na afloop niet verteld hadden, wat
er zoo al gebeurd was, zou het mij vol
komen geheim gebleven zijn. Het eenige
wat ik er van weet, is, dat mijn oog vóór
de operatie eenigen tijd, om de tien mi
nuten, is ingedruppeld, dat de dokter
daarna een poosje met mijn oog is bezig
geweest, dat ik te voet gekomen, op een
wagentje op mijn kamer wederkeerde. Wat
er eigenlijk allemaal gebeurd was, wist ik
niet. Blijkbaar was alles plaatselijk ver
doofd geweest, want pijn heb ik geen
oogenblik gevoeld. Het ergste, dat hierna
(kwam, was: een paar dagen poesstil met
een verband voor het geopereerde oog te
bed te liggen. Maar wat beteekende dat?
Na een kleine veertien dagen ging het ver
band er af, ik kreeg een leesbril en een
bril, om in de verte te zien, en ik was
klaar. Inderdaad u zijt dan klaar. Maar!
Ja maar! Vergeet niet, u hebt geen nieuw
oog gekregen, u hebt brillen gekregen,
waaraan u gewend moet worden, en zie!
Dat wenneri kan wel eens wat lang duren;
komen doet het echter. Door het wegne
men van de vertroebelde lens uit het oog,
raakt men het vermogen om afstanden te
meten, kwijt. Daar immers de lens van
het oog vervangen wordt door de lens, die
in de bril is geslepen, en waarmee men
slechts op een bepaalden afstand scherp
VAN ONZE ADVERTEERDERS.
MODESHOW IN HET HAAGSCHE
MODEHUIS.
Renaissance Herfst Fluweel.
De gistermiddag gehouden show van het
Haagse he Modehuis is een gebeurtenis ge
worden. Er was een volmaakte organisatie
en een knappe regie, die alleen verstoord
werd, doordat de Haagsche dames een half
uur op zich lieten wachten, zoodat deze
groot e weelde in een wat al te snel tempo
moest worden voorbijgedragen.
Van de zijde van het Haagsche Modehuis
was alles perfect. Een thé complet
van Hotel „de Witte Brug", muziek van
Zunky Joska eneen dertiental manne
quins onder de felle schijn wei-pers. Voorts
een filmoperateur en een belanstellend
publiek.
Het Haagsche Modehuis vroeg haar cliën-
tèle en derzelver kennissen te gast en de
gastvrouwe heeft niets verzuimd om het
ieder naar den zin te maken.
Maar daardoor moest deze show dan
ook nog driemaal herhaald worden. Gis
teravond, hedenmiddag en hedenavond.
De groote verkoopzaal, smaakvol inge
richt, waarin ongeveer vijfhonderd dames
een plaats vonden, had aan den rechterwand
een podium in zilver-aluminiumkleur en
wijnroode gordijnen. Op het podium een
gezellig Queen-Anne interieur.
Men kan de komende mode in enkele
woorden karakteriseeren, n.l. Renaissance
Herfst Fluweel.
Renaissance zijn de lijnen en dit betreft
dan ook hoofdzakelijk de avondkleeding,
daar de middag japonnen van subliemen
eenvoud zijn.
De tinten vertoonen de zilverroode kleu
ren van de herfst in weerschiinkleurige
schakeeringen van paars, geel en rood.
De stoffen, welke gebruikt worden, wor
den gedragen door het zachte fluweel, dat
overheerscht, hoewel ook de tafzijde nog
zeer en vogue is.
Duidelijk bleek, dat de Parijsche mode
dit jaar bepaald wordt door de te Parijs
gehouden tentoonstelling van Italiaansche
Renaissancekunst, welker schoone kleuren
en edele lijnen de mode-ontwerpers heeft
geïnspireerd. De gratie en de zwier der Re
naissance vormen een dankbaar object
voor de Parijsche couturiers. Sommige mo
dellen, o.a. van Piquet, zijn zuiver copieën
van da Vinei, Bottecelli en andere mees
ters der Renaissance.
De lange rok in majestueuze plooien ge
accentueerd door een gordel van veelkleu
rig gesteente of van goudleer, de wijde, den
grond bijna rakende mouwen zijn hiervan
voorbeelden.
Verschillende modellen van Piquet, Mo-
lineux, Martial et Armand, Rochas en
andere Parijsche huizen zijn onder den in
vloed der Italiaansche kunsttentoonstelling
ontworpen.
Elk nieuw seizoen, elke nieuwe show,
laat nieuwe lijnen, nieuwe combinaties cn
nieuwe stoffen zien. Men ondergaat deze
denovatie op elke show, steeds in een ge
leidelijk tempo en zonder schokken. Toch
zijn deze evoluties elk seizoen grooter en
het tempo is sneller dan men zich bewust
is. Om de bezoekster van deze toch nog
snelle ontwikkeling te overtuigen opende
deze show met de mode van de jaren 1895
tot en met 1925.
Eerst verwekte een bruidje uit het ja3r
1895 groote hilariteit. Daarna een avondtoi
let uit 1900 en zoovoorts tot een toilet-1925.
De dames zagen in een spiegel de bijna
wanstaltige en affreuze korte-rokken
manie, die zij toen toch o zoo mooi want,
o zoo modern vonden. Zouden zij zich
geschaamd hebben? Maar ach, in 1945 zal
het weer zoo zijn en zal men lachen om
wat nu haute chique is. En toch ziet men
immer weer, dat er niets nieuws is onder
de zon. Of we den Biedermeyer- of Renais-
sance-tijd terugkrijgen, 't blijft toch altijd
plagiaat. De eeuwige wisselwerking.
De mannequins vertoonden zich vawol-
gens in vele fraaie middagtoiletten, bont
en regenjassen, Selecta, bontcapes enz.
Wij zagen japonnen van velours transpa
rant en taffet changeant, mantels met en
zonder bont, o.a. een met een blauwvos
kraag en een zwarte velours de laine man
tel met een petit-gris Stuartkraag. De kleu
ren der robes zijn meerendeels olijfgroen,
Titiaan, blauw-grijs, zeewier en reebruin.
Hierna werd er gepauzeerd, in welken
tijd een origineele reclame werd gemaakt
voor de Selecta-regenmantel van het
Haagsche Modehuis. Iedere bezoekster
kreeg een selecta-folder welke bons inhiel
den tot een waarde tot 7.50 of 10 pet. kor
ting.
Na de pauze werd een met applaus ont
vangen wintersportgroep getoond, een aan
tal ski-meisjes in alleraardigste winter-
sportcostuums.
De rest van de show was gewijd aan de
vertooning van een eclatante collectie mid
dagjaponnen en groote toiletten. In de mid
dag-toiletten kwamen de Italiaansche re-
naissance-motieven meer dan eens tot
uiting, o.a. in het prachtige olive-kleurige
Bellini-model, dat tot over de voeten reik
te, een gordel had van goudleer, lange wij
de mouVen, met omslagen van goud-lainé,
terwijl het hoofd gedekt was door een Ve-
netiaansch kapje van gouddraad. De meeste
belangstelling hadden wel de fluweelen
robes, zooals een prachtige paarse met
roode zij gevoerd en een wijde val over de
rug.
In 't algemeen kan men zeggen, dat de
middagjaponnen alle hoog gesloten zijn.
Vele hebben daarbij uitgesproken Russi
sche motieven en doen denken aan kozak
ken- en boeren kleed ing.
Wat dwaas-grappig was het avondmodel
Abessyniëpaars fluweel op den rand
afgezet met lainé en aan den kant uitloo
pend in een wijde sleep, die als sluier over
het hoofd kan worden gedragen.
De prachtig geslaagde show sloot met een
toegejuichte jachtstoet.
Rest ons nog te vermelden, dat de prijzen
reeds van af ongeveer 9, voor zeer smaak
volle modellen een openbaring waren.
vermag te zien, tast men in den aanvang
aanhoudend mis, duwt men glazen en an
dere voorwerpen omveren breekt ze.
Is dus in den beginne bij alles, ik herhaal:
bij alles voorzichtigheid geboden, het vor
dert niet minder geduld! Dat u meer met
uw hoofd moet draaien, omdat de lens in
het glas, zich niet met het oog kan wen
den, zult u zelf wel merken en aanleeren.
Hiermede heb ik u mijn geheele onder
vinding meegedeeld. Daar elke staar zijn
eigen eigenaardigheden heeft, houd ik me
bij dat, wat ik zelf ondervond. Toen ik
eohter uit het ziekenhuis ontslagen werd
en afscheid nam van den zoo kundigen
hoogleeraar, van den eenvoudigen, min-
zamen persoon van dr. Weve, deed hij mij
het volgende verzoek, waartoe ik aan
stonds bereid was, doch waarvan de uit
voering om meerdere redenen tot nu zeer
beperkt bleef.
„Monseigneur", zoo sprak Zijn Hoogge
leerde, „U weet nu, wat een weldaad het
is: aan beide oogen staar te hebben ge
had, en, met weinig moeite Uwerzijds, in
staat te zijn gesteld om weer te zien. Dui
zenden in den lande lijden aan hetzelfde
euvel, maar weten niet met hoe geringe
offers hunnerzijds zij het gezicht weer te
rug kunnen erlangen. Maak het toch be
kend! Vertel hoe het U ging. Zeg hun, dat
er overal kundige oogartsen gereed staan
om hen te helpen, dat de kosten berekend
worden naar ieders vermogen, dat er voor
de armsten hulp te vinden is".
Het is mij een vreugde, dat een schulde-
looze onwetendheid van den schrijver in
„De Tijd" mij thans, bij gelegenheid van
mijn 40-jarig priesterjubilé, onverhoopt de
gelegenheid biedt aan het verzoek gevolg
te geven, en het in breeden kring bekend
te maken.
Bracht indertijd het bericht van de door
mij ondergane operatie er een meer dan
zeventigjarigen pastoor toe mijn voorbeeld
te volgen, zoo hoop ik, dat dit gemoedelijk
babbeltje, dat ik hier met den natuurlijken
eenvoud van een missie-kerkvoogd. (Zie:
Maasbode van Zaterdag 7 September
Ochtendblad, 3e blad) met u voerde, er
vele staarlijders toe moge brengen, om
ten spoedigste een oogarts te raadplegen,
opdat zoo mogelijk ook zij het verrukkelijk
wonderlijk gebeuren mogen beleven, dat
het zien van het zonnelicht verwekt, het
geluk te mogen smaken weer te zien.
Amsterdam, 18 September 1935.
A. P. F. VAN VELSEN, S.J.
Oud-Aposfolisch Vicaris van Batavia.
Titulair Bisschop van Arzani."
BINNENLAND
BET P. T. T.-BEDRUF RAAMT WINST
OP 5 1/2 MILLIOEN.
Postzegelautomaten in de postkantoren.
De ontwerp P. T. T.-begrooting voor 1936
wijst een winstsaldo aan van 5.549.000.
Dit is 956.750 minder dan het in de be
grooting voor 1935 geraamde winstsaldo.
De lasten zijn in totaal 2.778.550 lager
geraamd dan voor 1935 geschiedde, het
geen zijn grond vindt in doorgevoerde be
zuinigingsmaatregelen. De oorzaak van het
lager winstsaldo is een gevolg van de nood
zaak, m verband met de ongunstige ont
wikkeling der baten in de tweede helft van
1934 en in het bijzonder in de eerste maan
den van 1935, bij de raming der baten
groote voorzichtigheid te betrachten.
In totaal worden de baten voor 1936
3.733.300 lager gesteld dan voor 1935 ge
schiedde, welke vermindering voorname
lijk haar grond vindt in een lagere raming
wegens teruggang van het verkeer, van de
frankeeropbrengsten en van de opbrengsten
uit het binnen- en buitenlandsche tele
graaf- en telefoonverkeer. Ofschoon het
bedrijf den invloed van den ongunstigen
economischen toestand ondervindt, kan
toch in menig opzicht van een bevredigen
de ontwikkeling gesproken worden.
In zake de exploitatie van de posterijen
wordt medegedeeld, dat de proefnemingen
met de postzegelautomaten thans in een
zoodanig stadium zijn gekomen, dat in
1936 in verschillende plaatsen dergelijke
apparaten zullen worden opgesteld, Van
daar dat ƒ200.000 voor aanschaffing op de
begrooting is uitgetrokken.
DIRECTIE POSTCHEQUE- EN GIRO
DIENST.
Eervol ontslag J. Lazonder.
De heer J. Lazonder, directeur van den
Postchèque en Girodienst, zal met ingang
van 1 November a.s. zijn functie als zoo
danig neerleggen.
Jurjen Lazonder werd geboren te Schoon
hoven op 25 October 1870; binnenkort zal
hij dus zijn 65sten verjaardag herdenken.
Van 18891891 werkte hij op de Poste
rijen te Schoonhoven en Harderwijk en
werd daarna commies bij het Hoofdbestuur
der P. T. T.; als zoodanig bleef hij tot 1910
werkzaam, toen hij werd benoemd tot chef
van verscheidene afdeelingen aan het
Haagsche Postkantoor.
Achtereenvolgens was de heer Lazonder
directeur van het Postkantoor te Waspik
(1911'13), directeur id. te Zevenbergen
(1913'16), hoofdcommies id. te Utrecht
(1916'18), directeur id. te Leersum (1918
'20), inspecteur in algemeenen dienst bij
het hoofdbestuur der P. T. T. (1920'21),
directeur Postkantoor te Rotterdam (1921)
en sedert 1934 is de heer Lazonder direc
teur van den Postchèque- en Girodienst
O.m. was de aftredende directeur: voor
zitter van de postale commissie van beroep
en gedurende de jaren 19191924 lid of
voorzitter van verschillende examen- en
rerorganisatie-commissies, en van de com
missie van overleg bij het Staatsbedrijf der
P. T. T., waarvan sedert 1929 voorzitter.
S. J. H. Wesselink benoemd tot
Dir. Postchèque- en Giro-dienst
Tot opvolger van den op 1 November af
tredenden directeur van den Postchèque-
en Girodienst is benoemd de heer S. J. H.
Wesselink, in het vakverenigingsleven
een bekende persoonlijkheid.
De heer Wesselink werd geboren te
Joure; hij is 56 jaar oud. Op 19-jarigen
leeftijd kwam hij bij den P. T. T. in dienst
als klerk en klom al spoedig tot hoogere
rangen op. In 1906 werd hij benoemd tot
commies. Achtereenvolgens was hij direc
teur van de post- en telegraafkantoren te
Balk, Geertruidenberg en Boskoop.
Lange 'jaren was de heer Wesselink lid
en voorzitter van het bestuur der Vereeni-
ging van Hoogere Ambtenaren. Voorts had
hij zitting in verschillende commissies bij
het P. T. T.-bedrijf.
In 1924, het jaar, waarin de heer Lazon
der tot directeur van den postchèque- en
girodienst werd benoemd, werd de heer
Wesselink aangesteld tot onder-directeur.
In die afgeloopen elf jaren hebben de hee-
ren Lazonder en Wesselink geen moeite te
veel gevonden om den dienst der poste
rijen en giro in goede banen te leiden.
DE DAGBOEKBLADEN VAN
JOS. VAN LANGEN.
Overgedragen aan het Persmuseum.
Vele journalisten waren gistermiddag
In het Persmuseum te Amsterdam bijeen
gekomen om getuige te zijn van den over
dracht van de aanteekeningen, die hun
collega Jos. van Langen gemaakt had op
den noodlottigen laatsten reis van de
,Gaai" op 20 Juli j.l.
De voorzitter van den Kring Noord-
Holland van de R.-K. Journalisten Ver
eeniging, de heer H. Baron van Lamsweer-
de, zeide, dat deze luttele blaadjes uit het
zakboekje van Van Langen een mensche-
lijk, historisch en journalistiek document
"nen. Een menschelijk document, om-
cat zij een menschelijk actieven geest ver
raden en een historisch document, omdat
zij de eenige en onweerlegbare bewijsstuk
ken vormen voor de rehabilitatie van den
piloot van de „Gaai". De Zwitsersche
autoriteiten immers waren van meening,
dat hij te laag had gevlogen en de route
onvoldoende kende.
Uit deze aanteekeningen echter blijkt,
dat de piloot zeer spoedig na zijn start tot
4000 meter gestegen is en toen door de
weersomstandigheden is gedwongen om te
dalen.
De aanteekeningen getuigen van een
echt journalistieken geest; hij maakte een
vacantiereis, doch ook in die dagen bleef
hij voor alles journalist. Niet slechts als
een doode machine registreerde hij de ge
beurtenissen van dien tragischen reis, de
luttele aanteekeningen getuigen dat hier
een mensch met een hart schreef.
Als voorzitter van den Kring Noord-Hol
land van de R.-K. Journalisten Vereeniging
is het mij een voorrecht, zoo zeide spr., in
termediair te zijn tusschen de familie van
Langen en de hoofdredactie van de Ver-
eenigde Katholieke Pers en het Persmu
seum. Deze overdracht is een bewijs van
goede samenwerking tusschen de R.-K. en
de niet-R.-K. journalisten. Spr. hoopt, dat
deze samenwerking breeder in het land tot
uiting moge komen.
Spr. bood hierop de fraai ingelijste dag
boekblaadjes aan den voorzitter van het
Persmuseum aan, benevens een album met
een levensbeschrijving van Van Langen
en verslagen van de ramp
Namens het bestuur van de stichting het
Persmuseum dankte de voorzitter, de heer
voorzitter, de heer J H. Rogge, voor dit
geschenk Deze enkele blaadjes vormen een
journaal, zooals er zeker in de luchtvaart
geen tweede bestaat en wij zijn er dank
baar voor, dat deze in het Persmuseum
bewaard kunnen blijven.
De plechtigheid werd bijgewoond door
eenige familieleden van wijlen Jos. van
Langen.
DE UITVOER-QUOTA NAAR
DUITSCHLAND.
In beginsel overeenstemming bereikt.
In de gemengde Nederlandsche-Duitsche
commissie, welke op het oogenblik te Ber
lijn bijeen is, is, volgens het Handelsblad,
in principe overeenstemming bereikt over
de vaststelling van de uitvoerquota van Ne-
derlandsche producten naar Duitsdhland
voor het laatste kwartaal van dit jaar
In verband met het beschikbare aantal de
viezen in Duitschla'hd zal hier rekening
moeten worden gehouden met een vermin
dering der quota in vergelijking met die van
het vorig kwartaal Over den omvang der
vermindering konden nog geen inlichtingen
worden verstrekt
Steunvergoeding voor erwten.
Van officieele zijde wordt medegedeeld,
dat de steunvergoeding voor groene erwten
en schokikererwten, gedenatureerd in het
tijdvak van 8 tot en met 14 September, voor
de kwaliteitsklassen A, B, C en D respectie
velijk 4.3.50, 3.en 2.50 per 100
K.G. zal bedragen, terwijl de steunvergoe
ding voor in datzelfde tijdvak gedorschte
gele erwten, voldoende aan de standaard
monsters C. en D. respectievelijk 3.en
2.50 per 100 KG. zal bedragen.
TREINENLOOP MET WENTERDEENST.
Opheffing lijnen loeidenHoofddorp en
Uithoorn.
In „Spoor- en Tramwegen" treffen wij
een reeks wijzigingen aan ki de treinver
bindingen ingaande 6 October (Winter-
dienst);
Ingaande 6 October 1935 wordt de reizi-
gersdienst gestaakt op het baanvak Uit
hoornAalsmeer en ingaande 1 Januari
1936 op de baanvakken Leiden Heerensin
gelHoofddorp, AJphen a. d. RijnUit
hoorn en Nieuwveenter Aar.
In verband daarmede worden in plaats
van enkele treinen van en naar Uithooaa,
enkele motortremen van en naar Gouda
via Alphen a. d. Rijn naar en van Leiden
gevoerd.
Het baanvak HaarlemZandvoort Bad
wordt geëlectrificeerd.
Van 8.00 tot 24.00 uur wordt op dit baan
vak een regelmatige uurdienst gereden. Da
treinen, vertrekken van Amsterdam C.S.
20 minuten en van Zandvoort Bad 12 mi
nuten over het geheele uur.
Het traject wordt afgelegd in pijn. 26
Ten behoeve van het verkeer in de spits
uren wordt op die uren het aantal treinen
uitgebreid en wordt practisch een halfuur-
dienst gereden.
Behoudens enkele uitzonderingen loopen
de treinen van Zandvoort Bad naar Amster
dam C.S. en terug.
Te Voorschoten zullen gaan stoppen de
treinen 3811 Z.F. (Leiden V. 9.30), 3820 Z.
F. (Den Haag H.S. V. 10.09), 3321 Zat.
(Leiden V. 13.08). trein 3834 (Den Haag
H.S. V. 14.39), trein 3835 (Leiden V. 16.11)
en trein 1190 (Den Haag H.S. V. 23.54).
Te Zaltbommel gaan op enkele uitzon
deringen na alle treinen doorrijden. Het
verkeer van en naar Zaltbommel zal wor
den bediend door een autobusdienst van de
Algemeene Transport onderneming (A.T.
O.) van Geldermalsen en Den Bosch uit.
De officieele reisgidsen (groote en kleine
uitgave) van de gewijzigde dienstregeling
ingaande 6 October 1935, zullen van Maan
dag 30 September af aan de stations en van
Dinsdag 1 October as. af alom verkrijg
baar worden gesteld.
KEURINGSDIENSTEN TEGEN
BEZUENIGINGS-ONTWERP.
Adres aan de Tweede Kamer.
Het college van Directeuren van Keu
ringsdiensten heeft een adres gericht aan
de leden der Tweede Kamer betreffende
de Warenwet, waarin adressanten verzoe
ken het wetsontwerp niet aan te nemen,
doch de bestaande Warenwet zoodanig te
wijzigen, dat de rijksbijdrage vervalt of
verminderd wordt; dat de keuringsdiens
ten het recht krijgen van ondernemingen
in hun gebied gevestigd, die waren behan
delen of afleveren, een kleine jaarlijksche
retributie te heffen; dat de wijzigingen in
het wetsontwerp tot wijziging van de Wa
renwet in de bestaande wet worden opge
nomen.
BACON-INVOER IN ENGELAND.
Quota met 12 1/2 pet. verlaagd.
In verband met een bericht in de „Fin-
News" van gisteren, dat de Engelsche ba-
con-invoerquota voor de laatste drie maan
den van dit jaar met 12 1/2 pet. verlaagd
zullen moeten worden, seint men ons nader
uit Londen, dat dit bericht thans officieel
wordt bevestigd
Over het JuLi-September kwartaal be
droeg het Nederlandsc'he percentage van
den toegestanen invoer vah bacon in En
geland 9.5 pet. De 'beperking van den in
voer voor het laatste kwartaal van 1935
zal, naar wij verder vernemen, propor
tioneel over de verschillende landen wor
den verdeeld.
DE STAKING TE TILBURG.
Stakers nemen bemiddelingsvoorstel
aan.
Een voorstel van burgemeester mr. Vonk
de Both van Tilburg is in een viertal sta
kersvergaderingen met overgroote meerder-
heid aangenomen.
Het comité kon niet met alle stakers te
gelijk beraadslagen, waarom achtereenvol
gens vier vergaderingen met een gedeelte
van hen werden belegd.
Van de drie duizend stakers verklaarden
zich slechts ongeveer honderd tegen.
Heden zullen de fabrikanten bijeenko
men. Wanneer deze het voorstel aannemen,
zal het werk Donderdag hervat worden.
Hst voorstel van den bemiddelaar.
De tekst van het voorstel dat de bemid
delaar in het stakingsconflict aan het sta
kingscomité heeft voorgelegd en aan de
Vereeniging van Fabrikanten welke heden
in vergadering bijeenkomen zal voorleg
gen, luidt als volgt:
a. de arbeiders aanvaarden het werk
met de 'bepaling, dat de nieuwe loonen zul
len ingaan op een datum in overleg met de
vereenigingen St. Lambeitus, de Eendracht
en Unitas nader vast te stellen, welke da
tum niet eerder wordt gesteld dan 14 dagen
na de aanvaarding van het werk, en niet
later dan een maand. Een en ander ge
schiedt teneinde de leden van de organi
saties gelegenheid te geven met hun bestu
ren over deze aangelegenheid van gedach
ten te wisselen.
b. de werkgevers betalen 40 pet. van het
ingehouden loon en van hetgeen door de
werknemers is verdiend voor alsnog ge-
presteerden arbeid en dat van de drie ker
misdagen.
c. partijen verbinden zich geen rancune
maatregelen van welken aard ook tegen
elkaar te zullen nemen.
Dit voorstel is aan het stakingscomilé
voorgelegd. Hedenavond vergadert het co
mité met de stakers over het al of niet aan
vaarden daarvan. Morgenochtend zullen
de fabrikanten bijeenkomen om over het
voorstel te beraadslagen.