DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN Een daad van piëteit BERICHT DE JODENWET EN DE NEDER- LANDSCHE BURGELIJKESTAND. 26e Jaargang DONDERDAG 19 SEPTEMBER 1935 No. 8221 DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij Toornilbetaliog: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur ea verhuur, koop en verkoop: 1 i.50 Het onverwacht verscheiden van Haar lems Bisschop heeft onwillekeurig weder om de aandacht gevestigd op de finan- cieele nood van verschillende parochies in het Haarlemsche Diocees. De aangrijpende brief, dien de loorluchtige overledene in het begin van dit jaar daarover aan zijn diocesaan richtte, openbaard niet alleen de nood in zijn vollen omvang, maar ook de zorg en bekommernis, die de Bisschop daarover diep in zijn hart meedroeg. Wat was het een troost voor hem, dat zijn diocesanen hem zoo begrepen en met bewonderenswaardige edelmoedigheid op zijn oproep antwoordden! Het dankwoord, dat hij rondzond, liet daarover niet den minsten twijfel. Wel tragisch, dat hij de datum, door hem vastgesteld voor een tweede colecte, Zondag 22 September, niet meer beleven mocht! Dit zal echter voor de diocesanen van Haarlem een reden te meer zijn op zijn dringende bede voor de tweede maal met groote edelmoedigheid te antwoorden. „Meer dan vier millioen gulden aan on gedekte schuld moeten Wij helpen aflos sen", zoo luidde zijn dringend beroep! En als antwoord daarop kon worden gepubli ceerd, dat bij de ruim ƒ250.000 welke niet het minst door zijn edelmoedigheid in 1934 waren bijeengebracht, 75.000 gevoegd waren door de collecte op 13 Ja nuari. Deze collecte is de grondslag voor de aflossingsgelden in 1935: het in te zame len bedrag zal ook dit jaar de ƒ200.000 verre moeten overschrijden, wil het plan, dat de Bisschop zich voorstelde worden uitgevoerd. Want in den loop van dit jaar was nog een zeer groote som noodig om de kaspositie van verschillende hulpbehoe vende parochies gezond te maken. Zooals de toestand zich thans laat aan zien, is deze noodzakelijke voorwaarde voor een herstel van het gezochte even wicht thans vervuld: 'alles wat nu verza meld wordt behoeft enkel en alleen te die nen voor de aflossing der ongedekte schul den. Maar daarvoor is dan ook zeer en zeer veel noodig. In de laatste weken is op velerlei wijze gebleken welk een hoogachting en ver eering de diocesanen hun overleden her der toedroegen. Op die piëtiet durven wij een beroep, en een dringend beroep doen, opdat deze zich ook uite in een milde bij drage aan de collecte voor de Arme Parochies in het Bisdom Haarlem op aanstaanden Zondag en al dus een krachtige bijdrage worde gevormd tot verwezenlijking van het doel, dat de doorluchtige overledene zich stelde nJ. in zoo kort mogelijken tijd de ongedekte schuld geheel af te lossen. Tien duizenden crediteuren hebben hun welwillendheid getoond door zonder be zwaren te berusten in de dikwerf harde voorwaarden, welke voor een saneering der betrokken parochties noodzakelijk wa ren. Daardoor is het mogelijk geworden de bestaande schulden geleidelijk af te wik kelen: maar dat kunnen die parochies niet zonder hulp van anderen. Moge de „soli dariteit", vrucht van de naastenliefde, zich a_s. Zondag in zulk een mate toonen, dat zij een pieuze hulde vormt voor hem, die ze aan ons bij voorkeur in woord en in voorbeeld voorhield. TH. M. P. BEKKERS, Pr. Voorschoten, 15 Sept 1935. Zij die zich vanaf heden abon- neeren op „DE LEIDSCHE COURANT" ontvangen de nog verschijnende nummers voor 1 October gratis. De Administratie- Gebonden door het tractaat van 1902, Toen de Duitsche Rijksdag, welke Zon dagavond naar Neurenberg in Beieren was ontboden, de befaamde Jodenwet aannam, welke o.a. huwelijken tusschen Joden en onderdanen van Duitsch of aanverwant bloed verbiedt, zullen weinigen aan de mo gelijkheid gedacht hebben, dat ook Neder land zou moeten meehelpen om deze door het meerendeel onzer landgenooten als dwaas en onrechtvaardig beoordeelde wet uit te voeren. Wij zijn een gastvrij volk al van ouds en als een vreemdeling onder den druk van een onbillijke vervolging over onze grenzen komt, kan hij er verzekerd van zijn, dat hij in 't algemeen dezelfde rechten als mensch kan uitoefenen als iedere Ne derlander, zoolang hij zich ordentelijk ge draagt. Wij mogen zekere burgerrechten, zooals het kiesrecht en de benoembaarheid in staatsbetrekkingen, voor onszelf reservee ren; wij mogen zelfs gedrongen door den nood der tijden ons slinkend restje arbeids gelegenheid trachten beschutten tegen een te groote toevloed uit den vreemde maar overigens denken wij er niet aan om een vreemdeling als minderwaardig te beschou wen en hem te verbieden rustig te leven zooals ieder ander mensch. Met name huldigen wij geen theorie vol gens welke wij een of ander ras zuiver moeten houden, zoodat wij huwelijken tus schen personen van verschillend ras moeten verhinderen. Desondanks zijn wij daartoe gedwongen en wel op bevel van Hitier! Hoe is het mogelijk, dat de stem van den Führer zelfs onze aloude Hollandsche vrij heidsgeest kan temmen? Dat is mogelijk via een verdrag dat wij in 1902 met verschillende andere landen hebben gesloten ten einde wetsconflicten te regelen met betrekking tot de geldig heid van het huwelijk. Tot die landen be hoort ook Duitschland. In dat tractaat is men overeengekomen, dat de bevoegdheid om een huwelijk aan te gaan zal worden beheerscht door de natio nale wet van ieder der aanstaande echtge- nooten. Met andere woorden: de verdragslui tende landen verplichten zich bij het slui ten van huwelijken, waarbij een der par tijen een vreemdeling is, rekening te hou den met eikaars huwelijks-wetgeving. De ambtenaar van den Burgerlijken Stand mag dus geen huwelijk voltrekken, wanneer een der partijen bijv. een Duitscher is, die volgens de Duitsche wet in Duitschland niet zou mogen trouwen. Nu bepaalt sinds Maandag ji. opeens, zonder eenigen overgangsmaatregel, par. I van de eerst Zondagavond bekend gemaak te „Wet tot bescherming van het Duitsche bloed en van de Duitsche eer", dat huwelij ken verboden zijn tusschen Joden en on derdanen van Duitsch of aanverwant bloed. Wanneer derhalve hier in Nederland een Jood (ook Nederlandse he Jood) wil trou wen met een Duitsch meisje van Arische afstamming, dan wordt niet alleen zulk een huwelijk niet als geldig door Duitschland erkend, maar is de voltrekking van dat hu welijk den Hollandschen ambtenaar van den Burgerlijken Stand zelfs verboden. Eveneens is dit het geval met een Duit sche n Ariër, die een Joodsch meisje (van welke nationaliteit ook) wil trouwen. Een dergelijk geval zou zich te Amster dam reeds hebben voorgedaan. Woensdag zou daar nJ. een paar trouwen, op wie, naar men meende, de bedoelde bepaling van de nieuwste Duitsche huwelijkswet van Het paar zou onverwachts de reeds ge heel geregelde bruiloft verstoord gezien hebben en verontwaardiging over een der gelijke gang van zaken deed het Tweede Kamerlid mr. Boon naar de pen grij pen om schriftelijk vragen over dit geval te richten tot de ministers van buitenland- sche zaken en van justitie. Volgens de laat ste berichten uit Amsterdam betrof het hier echter een Duitschen Jood, die trouwen wilde met een Hollandsch meisje, welk ge val niet door de Duitsche wet getroffen wordt. De aanvankelijke stagnatie zou dan ook haar oorzaak gevonden hebben in het ontbreken van enkele papieren, welk be zwaar inmiddels schijnt te zijn opgeheven, want het paar is getrouwd, zonder vertra ging. Maar al is bet Amsterdamsche geval dan ten onrechte aanleiding geweest tot veel en heftig commentaar, vandaag of morgen komt zich een paar aanmelden, waarop de I Duitsche wetgeving wel van. toepassing is en dan wordt de vraag acuut: is er geen weg te vinden, om aan dien toestand, die door ons volk in z'n geheel als een dwaze toestand wordt beschouwd, te ontkomen? Want dit staat vast, dat wij op een der gelijke toekomstige bepaling in de Duit sche huwelijks-wetgeving niet hebben kun nen rekenen bij de onderteekening van het tractaat van 1902, en dat wij onze maatre gelen zouden hebben genomen, als wij daar ook maar eenigszins op verdacht wa ren geweest. Want er is wel gedacht aan een andere mogelijkheid, n.L dat een der verdragslui tende landen een huwelijksverbod zou uit vaardigen uitsluitend gegrond op beweeg redenen van godsdienstigen aard (motifs d'ordre religieux). In dat geval kan de wet geldende ter plaatse der huwelijksvoltrek king een dergelijk huwelijk toch toestaan. Zou bijv. een der aangesloten staten het in zijn hoofd krijgen om een huwelijk te verbieden met een Katholiek, dan zou een Nederlandsche wet een huwelijksvoltrek king tusschen een onderdaan van dien staat met een Katholiek hier te lande toch kun nen toestaan. Mr. Boon heeft hieraan ook gedacht, toen hij bij zijn schriftelijke vragen den minis ters de suggestie aan de hand deed, om het Duitsche motief van rassenzuiverin g te be schouwen als een motief van „godsdiensti gen" aard. Een tamelijk verwrongen interpretatie! Zelfs al neemt men aan, dat de Neder landsche gedelegeerden bij de opstelling van het tractaat zeker geen genoegen zou den hebben genomen met het enge begrip van „godsdienstige" motieven, als zij eenig vermoeden hadden gehad van deze Duitsche „bloed- en eer-motieven". Het is moeilijk aan te nemen, dat onze regeering dit kronkelpaadje zal willen volgen., dat bovendien nog tot de eigenaar dige consequentie zou leiden, dat een der gelijk paar in Nederland wel getrouwd zou zijn maar in Duitschland niet. Op het oogen- blik overweegt onze regeering nog wat ge daan kan worden. Wellicht kan zij opzeg ging van het tractaat aankondigen en in middels met de Duitsche regeering tot een modus vivendi komen? Mr. H. F. A. GEISE. Respect! 't Is voor de Nederlandsdhe bodem-pro ducenten zoo moeilijk, een gezond optimis me te bewaren aldus vanmorgen bij de opening van de groote Vee- en Zuivel ten toonstelling te Leiden het Tweede Kamer lid v. d. Weijden. Inderdaad, om gezond optimist te blijven, als men hard werkt en zwoegt, zuinig en sober leeft, en dan tódh niet voldoende ver dient, om behoorlijk te kunnen leven, zelfs nog verliest en veel verliest ja dat is héél moeilijk! Respect, eerbied daarom voor hen, die, ondanks all pk, voldoende optimisme heb ben bewaard, om deel te nemen aan ge noemde Vee- en Zuivel ten toons telling! En daarnaast ook een oprecht woord van waardeering voor de organisatoren van deze tentoonstelling dn dézen tijd, onder de huidige moeilijkheden. Wij stemmen zoo geheel en al in met wat Leiden's Burgemeester vanmorgen in zijn openingsrede opmerkte, nl. dat Leiden, door in zooveel jaren niets van dezen aard te ondernemen, zich aan nalatigheid heeft schuldig gemaakt. Leiden moet èlles doen, wat tot de taak behoort van een actieve centrum-gemeente in een gebied als het Rijnland. En daartoe behoort onge twijfeld ook het nu en dan organiseeren van dergelijke ten toonstellingen als de vanmorgen geopende. Deze tentoonstelling wordt gehouden, zooals men weet, naar aanleiding van de ingebruikneming van het nieuwe markt terrein in Leiden. Een marktterrein, dat een zéér groote verbetering brengt in den tot nu toe bestaarden toestand een ver betering, die gewensaht en noodzakelijk was. Dat bij gelegenheid van de groote Vee- Eerste Kamer NAT.-SOC. KAMERLID NOG NIET TOEGELATEN. Is graaf de Marchant et d'Ansembourg wel Nederlander? Mr. van Vessem verlaat de zaal. Aan de orde was gisteravond het uit brengen van verslag door de commissiën tot onderzoek der geloofsbrieven. De heer Men dels stelt namens de commissie, uit welker naam hij rappor teert, voor, tot der Kamer toe te laten de heeren De la Bella, Van den Bergh, Van Enubden, Ter Haar, Kropman, Polak, Pol- lema, mevrouw Pothuis-Smit, de heeren Serrarens, van Vessem, De Vlugt en Vor- rink. De Kamer keurt dit voorstel goed. De heer Briët stelt namens de andere commissie voor, tot de Kamer toe te laten de heeren Blomjous, De Bruyn, Fleskens, Janssen, Janssen de Limpens, De Jong, Van Lanssöhot, Michiels van Kessenich, Molt- maker, Van Sasse van Usselt, De Savornin Lobman en Van Asch van Wijck. De Ka mer keurt dit voorstel goed. Het Nederlanderschap van graaf de Marchant et d'Ansembourg. De heer Briët rapporteert vervolgens omtrent graaf de Marchant et d'Ansem bourg omtrent wien blijkens een verslag eener vergadering der Prov. Staten van Limburg twijfel is gerezen aangaande de vraag, of hij Nederlander is. De commissie heeft onderzocht, of hij zijn Nederlander schap verloren heeft door zijn zelfstandige naturalisatie in Pruisen in 1912 gedurende zijn minderjarigheid. Zij meent, dat een minderjarige niet door zelfstandige natu ralisatie zijn Nederlanderschap verliest, maar alleen door een naturalisatie van zijn vader of moeder. Daargelaten, dat aan vaarding van een andere nationaliteit op een bedenkelijk gebrek aan vaderlands liefde wijst, moet de commissie conckidee- ren, dat een minderjarige door zelfstandi ge naturalisatie het Nederlanderschap niet ver Eest. Minderjarige Nederlanders vol gen den status van hun vader of moeder. Bovendien moet worden aangenomen, dat iemand zijn Nederlanderschap niet verliest, tenzij dit onwijfelbaar vaststaat. Graaf de Marchant et d'Ansem- bourg is in 1914 in Pruisischen krijgs dienst getreden. Maar zijn indiensttreding was niet vrijwiKig, want als Duitsche on derdaan was hij ertoe verplicht. Men ver- Eest zijn Nederlanderschap door zich in vreemden krijgsdienst te begeven, en dit woord drukt iets vrijwilligs uit. Toen hij zich in Pruisischen krijgsdienst begaf, had hij zoowel de Duitsche als de Nederland sche nationaEteit. In 1920 heeft hij herna turalisatie aangevraagd, maaT volgens mi nister Heemskerk was hij Nederlander. De commissie concludeert, dat graaf de Marchant et d'Ansembourg tot de Kamer behoort te worden toegelaten, maar stelt voor, haar verslag naar de afdeelmgen te verzenden, omdat het hier een belang rijke rechtsvraag betreft, waarvan de bij zonderheden moeten worden bestudeerd. Graaf de Marchant et d'Ansembourg kan dan desgewenscht nog nadere gegevens verstrekken. De Kamer besluit in dezen geest. De toegelaten Kamerleden, tot wie graaf de Marchant et d'Ansembourg vooralsnog niet behoort, leggen vervolgens in handen van den voorzitter de vereischte eeden en verklaringen af. Tijdens de eedsafleggingen en voordat hijzelf beëedigd is, verlaat de heer Van Vessem het ander lid van de N.S3. dat niet was toegelaten) uit protest de - zaal. Adres van antwoord troonrede. De voorzitter stelt voor om de troon rede met een adres van antwoord te be antwoorden. De Kamer keurt dit voorstel goed. De afdeelingen worden getrokken. De vergadering wordt geschorst. Na hervatting van de vergadering deelt de voorzitter mede, dat zijn benoemd tot voorzitters der afdeeEngen de heeren Van DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITEHLAH. Italië en Abessynië overwegen hun hou ding tegenover de voorstellen van Genève. (4de blad). De Osservatore Romano over de *.g. ,.po- litiseerende" KathoEeken van Duitschland (4de blad). De ontvoerde journalist Jacob naar Zwit serland teruggeleid. (4de blad). en Zuivel tentoonstelling de handeldrijven de middenstand een winkelweek heeft georganiseerd, getuigt ook van energie een energie, die haar welverdiende beloo ning moge erlangen, ten bate van de ver- koopers zoowel als van de koopers, welke laatste categorie het best haar belangen kan behartigen door in Leiden de vele adres sen op te zoeken, waar men goed en goed koop kan bekomen alles, wat men wiL BINNEHLAHD. Het Nat. Soc. Kamerlid graaf de Mar chant et d'Ansembourg nog niet als lid der Eerste Kamer toegelaten. (1ste blad). De valsche munt er ij te Rotterdam. (Gein. Ber., 3de blad). Nieuwe bekentenis te Oss. (Gem. Berich ten, 3de blad). Doodelijk ongeluk op onbewaakten over weg. (1ste blad). LEIDER. De Vee- en Zuiveltentoonstelling ge opend; bezoek van H. M. de Koningin. (2de blad). Het 150-jarig bestaan van M. S. G. inge zet met de opening eener historische ten toonstelling. (2de blad). der Hoeven. De Jong, Van Lanschot, Vein Sasse van LJsselt en De Savornin Lobman en tot ondervoorzitters de heeren Blomjous Van Embden, Moltmaker, De Gijselaar en De Vlugt. Tot leden der commissie van redactie voor het adres van antwoord op de troon rede worden benoemd de heeren Van den Bergh, Van Embden, Moltmaker, Van Sas se van Usselt en Knottenbelt. De vergadering wordt te 2.35 uur ver daagd tot Donderdagmiddag 2 uur. WELDRA OORLOG MET LITAUEN? Hitler had den oorlog reeds willen aankondigen. PARUS 19 September. (A.NP.) De Ber- lijnsche correspondent van het financieele dagblad „lTnformation" meldt, dat de büi- tenlandsche diplomaten in de Duitsche hoofdstad ernstig verontrust zijn door een reeks betrouwbare onthullingen over Duit sche voorbereidingen voor een oorlog te gen Litauen. De minister van oorlog, aldus deze correspondent, heeft een vertrouwelijk schrijven gericht aan alle groote wapenfir- ma's, waarin hij binnen 8 dagen inlichtin gen vraagt over het aantal arbeiders, dat onontbeerlijk wordt geacht voor een goed functioneeren der bedrijven in geval van oorlog. Rij kskanseEer Hitier, aldus voegt de correspondent hieraan toe, was voorne mens het verbreken der diplomatieke be trekkingen tusschen Duitschland en Li tauen in zijn rede van jJ. Zondag te Neu renberg aan te kondigen. Er verluidt ech ter, dat hij deze aankondiging heeft uitge steld op dringend verzoek van het depar tement van buitenlandsche zaken. In bui ten landsche diplomatieke kringen te Ber lijn helt men er echter toe over, een breuk tusschen deze beide landen onvermijdelijk te achten. OP DEN ONBEWAAKTEN OVERWEG. Melkrijder gedood bij Cuijck. Op de spoorlijn NijmegenVenlo nabij Cuijck heeft hedenmiddag een ernstig on geval plaats gehad. Op den onbewaakten overweg is de melkrijder H. A., die daar met zijn met een paard bespannen melk wagen passeerde, door den trein gegrepen. De melkrijder werd gedood, het paard bleef ongedeerd. De wagen werd ongeveer 1 km. meegesleurd. Door de aanrijding zijn de lan tarens van den trein beschadigd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1