Als de storm land en zee teistert.
Beleening
van effecten.
WOENSDAG 18 SEPTEMBER 1935
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD - PAG. 9
Vooral de schepen hebben veel te lijden.
Motorschoener vergaan op de
Noordzee. - Een der op
varenden verdronken.
Gistermiddag gedurende den hevigen
Zuidwesterstorm dreef de „Calba", een
motorschoener, afkomstig uit Groningen,
op de Noordzee voor de kust, ter hoogte
van Westcapelle hopeloos rond. Kort nadat
men het schip had opgemerkt, zag men
een sloep dobberen op de golven met vijf
personen er in.
De sloep dobberde langs de heele kust,
waarbij de golven over de bemanning
heensloegen, tot aan den ijzeren vuurtoren,
waar hij tegen het staketwerk strandde.
Met behulp van mannen uit het publiek,
dat getuige was van den zwaren strijd,
die het bootje tegen de golven leverde,
werden drie man uit de sloep gered. Een
man was uit de sloep geslagen en dreef
op zijn zwemvest den toren voorbij. Uit
geput belandde hij een eind verder op de
kust en werd eveneens van den wal af ge
red.
Een der inzittenden wordt vermist. Hij
is waarschijnlijk verdronken.
De vier geredden zijn liefderijk bij par
ticulieren in Westcapelle opgenomen. Hun
toestand is op het oogenblik goed.
De verlaten schoener dreef op den zwa
ren storm af in de richting van Domburg.
Uit Vlissingen is een sleepboot opgeroe
pen, om te trachten den schoener te bergen.
Een der geredden verteld.
Een der geredden van de „Calba" heeft
aan een A.N.P.-correspondent van zijn er
varingen verteld.
Vanmorgen aldus deze zegsman
vertrokken wij uit Londen; toen wij de
Theems af waren stak de storm op. Wij pro
beerden naar Ramsgate te varen, maar het
was met de woeste branding onmogelijk de
kust te naderen, zoodat wij wel zee moesten
kiezen. Tegen den middag kregen wij
Westcapelle in het zicht en wij besloten
hier het schip voor anker te leggen. Wij la
gen toen ongeveer anderhalf mijl uit de
kust. De zee was echter zoo woest, dat wij
het schip besloten te verlaten. Het zal om
streeks half twee zijn geweest. Wij gingen
in de sloep en hebben daarin een uur rond
gezwalkt. Telkens kwam er water in de
boot en na een uur, zoowat een mijl uit de
kust sloegen wij om en lagen wij met z'n
vijven in zee. Met z'n vieren zagen wij kans
om op de kiel van de omgeslagen boot te
klimmen, terwijl nummer vijf, die een
zwemvest aan had, probeerde naar land te
zwemmen.
Op de omgeslagen boot dreven wij naar
de kust en kwamen bij den vuurtoren in
het staketwerk terecht. Juist op het oogen
blik, dat wij gered zouden worden, sloeg
de kapitein, H. Bakker, die ook eigenaar
van de „Calba" was, in het water. Hij
schoot onder de boot en verdronk. Wij
drieën overblijvenden werden gered. De
zwemmende man dreef voort tot voorbij
den toren en kwam daar tusschen het sta
ketwerk terecht, waar hij werd gered.
De namen van de geredden, die allen on
getrouwd zijn, zijn: stuurman Simon Bolt,
de matrozen Kees Brandt en J. C. Bonnin-
ga, en de kok Kees Boenders, die zijn neus
been gebroken heeft. De toestand van de
geredden, die in twee café's in Westkapelle
onderdak hebben gevonden, is goed.
Het is aan een samenloop van omstan
digheden te danken, dat er bij deze schip
breuk niet nog meer slachtoffers te betreu
ren zijn. Aan boord yan de „Calba" be
vonden zich namelijk oorspronkelijk be
halve de bemanning, de echtgenoote van
den kapitein en zijn zes-jarig dochtertje. In
verband met een blindedarmontsteking is
de vrouw van den kapitein met haar doch
tertje in Southampton achtergebleven, ter
wijl de „Calba" de reis naar Antwerpen
voortzette.
Naar een der matrozen verzekerde, zou
de sloep, indien ook zij er in hadden moeten
plaats nemen, overbelast geworden zijn,
zoodat zij nog eerder zou zijn gezonken en
wellicht de vrouw en het meisje ook den
dood in de golven gevonden zouden heb
ben.
HET STORMWEER BIJ DE HAVEN VAN
IJMUIDEN.
De hevige storm uit het Zuidwesten,
welke gisternacht opstak, is in den loop
van den dag maar weinig afgenomen. Te
gen den avond woedde hij weer met onver
minderde kracht. De storm kenmerkte zich
door zeer sterke windvlagen tijdens de
buien. Eenige schepen werden door den
storm opgehouden en liggen thans voor de
sluizen beter weer af te wachten. Het zijn
het Engelsche s.s. Brittania, het Noorsche
s.s. Basta at en de Amerikaansche torpedo
jager Mac Dorough, waarbij zich later nog
het Nederlandsche ss. Rijnstroom voegde.
De eenige schepen, die de haven verlieten
waren de stoomtrawlers „Alkmaar" en
„Gloria". Laatstgenoemde keerde echter
spoedig weer uit zee terug.
In den loop van den dag zijn binnenge
komen het Nederlandsche motorschip
Thrianta, het Engelsche ss. Authority en
het Zweedsche s.s. Flandria. Daar de
stoomloodsboot haar dienst heeft moeten
staken, moesten deze schepen zonder hulp
van een loods binnenkomen. Het Zweedsch
stoomschip Flandria kwam vlak voor de
pieren dwars te liggen. Door handig ma
noeuvreeren slaagde de kapitein er in zijn
schip behouden binnen te brengen.
Een kranig stukje zeemanschap leverde
de schipper van den logger K.W. 56, die te
ongeveer zes uur in den avond binnenliep.
De logger moest eenige malen over stag
gaan om in een goede positie voor den
havenmond te komen.
ENGELSCHE ZEILJACHT BIJ PETTEN
GESTRAND.
Uit Petten wordt gemeld: Het Engelsche
zeiljacht „Emile Mary", aan boord waar
van zich de kapitein-eigenaar Scott, kapi
tein van het Engelsche leger te Moneruesse
met nog een tweeden persoon van Deen-
sche nationaliteit bevond, is gisteravond
omstreeks half acht bij Paal 17 gestrand.
Men had al een trip van drie weken op
het water achter den rug, doch de laatste
vijf dagen leverden niets anders dan storm.
Toen de „Emile Mary" gisteren onder de
Nederlandsche kust voer, werden van het
20 Britsche ton groote scheepje de zeilen
weggeslagen, waardoor het aan de genade
van wind en golven was overgeleverd. De
opvarenden heschen toen de noodvlag, het
geen in LJmuiden werd waargenomen. De
motorreddingboot „Neeltje Jacoba" maakte
zich gereed om ter assistentie uit te voren,
toen het bericht binnenkwam, dat het
scheepje de noodvlag had gestreken. De
reddingboot bleef toen binnen. Wind en
golven wierpen echter de „Emile Mary"
hoog op het strand, waar jongens uit Pet
ten, die het tafereel hadden gadegeslagen
de opvarenden in veiligheid brachten. Deze
werden ondergebracht in hotel Vrisman,
waar zij zich weldra te ruste begaven.
DE STORMSCHADE RONDOM
NIJMEGEN.
Schokker bij Weurt gezonken.
De storm, welke boven Nederland heeft
gewoed heeft rondom Nijmegen gelukkig
niet die enorme schade aangericht, welke
aanvankelijk werd gevreesd. Alleen is in
de Waal bij Nijmegen de schokker van den
visscher A. Bos uit Beuningen, die met zijn
schip onder Weurt lag, gezonken. Het
visch gerei ging verloren.
Uit Maas en Waal, uit de Over-Betuwe
en uit het Rijk van Nijmegen kwamen tal
van berichten binnen over de schade, aan
gericht in de boomgaarden, waar veel boo-
men zijn omgewaaid of van hun kruin be
roofd. Duizende kilo's fruit zijn onrijp af
gewaaid, hetgeen voor de fruitkweekers
een tamelijk hooge schade beteekent.
ZEEDIJK OP AMELAND BESCHADIGD.
De hevige Zuidwesterstorm heeft vrij
ernstige schade aangericht aan den zee
dijk op het eiland Ameland. Bij Nes zijn
over een afstand van ongeveer 35 M. stuk
ken afgeslagen van den dijk, die daar het
waterschap Nes-Buren beschermt. Men is
thans met man en macht bezig, de be
dreigde plaatsen te versterken met groote
zeilen en zandzakken. Men wilde daarmede
gereed zijn, vóór de vloed zijn hoogste punt
zou hebben bereikt.
De postboot, die gistermiddag te 12 uur
van Ameland naar Holwerd vertrok, is
eerst te zeven uur teruggekeerd en heeft
dus den afstand heen en terug afgelegd in
zeven uur, terwijl de normale tijd twee-
en-een-half uur bedraagt.
STORMSCHADE OP TEXEL.
Tijdens den hevigen storm is een wind
hoos over het eiland Texel gestreken.
Vooral in den polder „Het Noorden" werd
ernstige schade aangericht. Zoo moest spe
ciaal de boerderij „Nieuw Zeeland" het ont
gelden. Twee boomen, die bij de boerderij
stonden, werden ontworteld. Verderop
werden van een schuur de pannen gescho
ven en van een andere schuur het rieten
dak aan een zijde weggerukt. Een groot
aantal kippenhokken werd omver gewor
pen en in den aangrenzenden polder een
kapberg vernield.
SCHADE AAN HET GEMEENTELIJK
SPORTPARK TE HILVERSUM.
De tribune van het achterterrein van het
gemeentelijk sportpark te Hilversum is
gisteravond door den wind opgenomen en
vernield. De storm heeft behalve de tri
bune en een consumptietentje een groot ge
deelte van een betonnen schutting wegge
rukt, waardoor alles op het vóórterrein
werd neergesmakt.
De schade bedraagt ongeveer 1000.
STORMSCHADE ONDER SCHOORL.
Ten gevolge van den storm is gistermid
dag het bootenhuis met reddingsvlet, ge
legen aan den Hondsbosschen Zeedijk te
Schoorl geheel weggeslagen. Ook een sein
mast van de kustwacht op het Camperduin
is aan den storm ten offer gevallen.
^pREEKWOOjWtëWKj
BfcVA
i-GRAYENHAGE: Groote Marktstraat 58
LANDBOUWTENTOONSTELLINGEN
GETEISTERD.
De hevige storm heeft behalve te Lei
den ook op de land- en tuinbouwtentoon
stellingen, die op verschillende plaatsen in
ons land worden gehouden, zwaar huisge
houden.
De stad Groningen, ter gelegenheid der
tentoonstelling feestelijk versierd, heeft
veel van zijn tooi verloren. Niet alleen ech
ter versieringen, vlaggen en illuminaties
moesten het ontgelden, ook de op het stads
park gehouden landbouwtentoonstelling
bleef niet. vrij. Tegen den middag werd de
toestand dermate critiek geoordeeld, dat de
burgemeester in overleg met de brandweer
de tentoonstelling tijdelijk liet sluiten.
Vooral de groote ingangspoort, die danig
werd gehavend, leverde groot gevaar op,
terwijl ook van enkele der open stands het
mastieke dak werd afgerukt, zoodat de re
gen ruim kon toevloeien.
Toen de storm wat bedaard was en de
bedreigde punten waren gestut, werd de
tentoonstelling weer geopend. Ook de hoo
ge lichttoren op de Groote Markt leverde
gevaar op. Enkele reclamestukken kwamen
naar beneden, hetgeen de politie aanlei
ding gaf om het Marktterrein, dat in ver
band met den marktdag vol kramen
stond, te ontruimen en het verkeer om te
leiden.
In het Lunapark op de Ossenmarkt heeft
de storm een boom omvergeworpen, waar
door aan enkele tenten ernstige schade
werd toegebracht.
De tuinbouwtentoonstelling te Pa-
terswolde, die a.s. Vrijdag geop.nd zou
worden, kreeg dusdanige schade, dat het
te bezien staat, of de opening op dien dag
wel door zal kunnen gaan. De enkele da
gen geleden opgerichte tent waaide omver
terwijl aan de verschillende stands ver
nielingen werden toegebracht.
Gistermorgen is de tentoonstelling
voor land- en tuinbouw op het terrein na
bij de kerk te Teteringen door den storm
geteisterd, meldt het „DgbL van N.-Br."
Talrijke tenten zijn omver gewaaid. De
stand van de Jonge Boeren heeft het *t
hardst te verduren gehad. Het tentoon
stellingsterrein biedt een troosteloozen aan
blik.
De tent voor de collectieve inzendingen
van de afdeelingen van den Boerenbond
is geheel verwoest. Ook de tribune is to-
taald vernield. De consumptietent is be
houden gebleven, doch veel glaswerk is ge
broken.
De andere tenten moesten in haast wor
den ontruimd.
Niets is tegen stormschade verzekerd.
Het risico is voor de eigenaars der tenten
en de inzenders.
TENTENKAMP NEERGESLAGEN.
In de residentie heeft de stormwind gis
termiddag te half één danig huisgehouden
in het werkkamp van de N. S. B. aan den
Leyweg, waar op 5 October a.s. de Land
dag dezer Beweging zal korden gehouden
en waar een ploeg van 80 man sedert vier
weken met den opbouw van de voor dien
landdag noodige tent van 20.000 M.2 doen
de is.
Het houten geraamte voor deze tent, is
door den storm neergeslagen, hoewel de
palen twee meter in den grond waren ge
heid. De zeilen waren nog niet aange
bracht, doch wel zijn enkele kleine werk-
j keeten door den storm opgenomen en
verscheiden meters verder neergesmakt.
I Onmiddellijk werd met het demontee-
i ren een aanvang gemaakt, opdat spoedig
de inmiddels reeds bestelde nieuwe palen
kunnen worden opgericht.
AUTO DOOR EEN TAK GETROFFEN.
Op den rijksweg TilburgBreda is Dins
dagmiddag een zware tak van een der
boomen afgewaaid en op een auto uit Arn
hem neergestort. De chauffeur verloor
dientengevolge de macht over het stuur en
de auto reed tegen een hek, sloeg om en
kwam in een sloot terecht. De vier inzit
tenden, twee dames en twee heeren uit
Arnhem, moesten zwaar gewond naar het
St. Ignatius-ziekenhuis te Breda worden
overgebracht.
ARBEIDER GEDOOD.
Bij de Werkverschaffing van den Dienst
der Plantsoenen aan de Marlotlaan te Den
Haag is Dinsdagmiddag een doodelijk on
geluk gebeurd.
De 44-jarige werklooze stucadoor N. J.
C., was daar bezig met het omhakken van
een boom. Hierbij moest een boomtop
worden uitgehakt. Hij kwam naar bene
den. N. J. C. zag het aankomen en liep
weg, maar struikelde, zoodat hij den
boomtop op het lichaam kreeg, met het
noodlottige gevolg, dat hij werd gedood.
De Gemeentelijke Geneeskundige Dienst
heeft zijn lijk naar het ziekenhuis aan den
Zuidwal vervoerd, waar het zal worden
geschouwd.
DE WINDKRACHT.
De instrumenten rond het Meteorolo
gisch Instituut te de Bilt kregen gister
middag, wat men zou kunnen noemen „de
handen vol". Er was storm, regen, hagel en
onweer en deze geheel cacophonde raasde
zóó in fortissimo's, dat het noodweer werd
als men maar zelden beleeft.
Omtrent één uur registreerde een der
instrumenten een windstoot van 24 meter
per seconde, terwijl er in den korten re-
genduur van den morgen 8.6 mm. regen
viel. De windkracht kreeg de kwalificatie
„storm". Aan de kust was deze nog veel he
viger. De observatiekosten van Noord-
Hinderd en Terschilling meldden zelfs tot
windkracht 12.
HET ONGELUK TE MAASTRICHT.
Schipper had scheepsdek niet verhuurd.
In verband met het instorten van het
scheepsdek niet verhuurd had en zelfs her-
tie een onderzoek ingesteld, waarbij is
komen vast te staan, dat de schipper het
scheepsdek niet verhurd had, en zelfs her
haaldelijk gepoogd heeft, de menschen van
het schip te doen verwijderen.
De verwondingen, die de slachtoffers op
liepen, zijn achteraf van ernstiger aard ge
bleken, dan aanvankelijk w^rd veronder
steld.
De Geneeskundige Dienst, welke onmid
dellijk hulp verleende, behandelde in to
taal twaalf gewonden. Daarbij werd in
drie gevallen een zeer ernstig gecompli
ceerde beenbreuk geconstateerd en een
bekkenfractuur, terwijl een man een paar
ribben gebroken had en een kind een lich
te schedelfractuur opliep. Een der gewon
de vrouwen kreeg een bekkenfractuur en
een bovenbeenbreuk.
OVERVAL TE ROTTERDAM.
Vrouw ernstig mishandeld.
Maandagavond is de 62-jarige mejuf
frouw J. P. Koldenhof in haar woning aan
de Kruiskade, te Rotterdam, door een on
bekenden man en vrouw, wien zij nacht
verblijf verleend had, met een kolenschop
ernstig mishandeld. De onverlaten namen
een bedrag van 140 mede.
Van de daders ontbreekt elk spoor.
VALSCHE MUNTERS
GEARRESTEERD.
De centrale recherche te Rotterdam
heeft twee Rotterdammers aangehouden
die een zeer groot aantal prachtig gave
guldens en rijksdaalders hebben vervaar
digd. Bij een huiszoeking zijn niet alleen
een aantal dezer munten, maar tevens
een groote partij gereedschap en matrijzen
in beslag genomen. De twee geldmakers
zitten op het hoofdbureau in arrest.
FEUILLETON.
HAAR MOEDERS
EVENBEELD
Naar het Engelsch van
LOUIS TRACY.
(Nadruk verboden).
11)
Zooals dat zoo dikwijls 'gebeurt bij el
kaar geheel vreemde menschen, ontstond
er tusschen hen van 't eerste oogenblik,
dat hun oogen elkaar ontmoeten een in-
tuïve sympathie, alsof een electrische vonk
van de een naar de ander oversprong. Wi
nifred keek den knappen onbekende die
zoo plotseling uit de lucht was komen val
len, als door hoogere machten gezonden
om haar te helpen aan, zonder ook maar
een seconde den blik neer te slaan.
„Ik vind het heel vriendelijk van u", be
dankte ze hem, „maar ik denk, dat Mr.
Fowle wel zal inzien, dat ik zijn gezelschap
niet op prijs stel en zich daarom niet ver
der zal opdringen."
„Zoo beleefd zult u toch wel zijn, hè Mr.
Fowle?" hernam Sir Reginald en hij zag
den teleurgestelden minnaar zoo door
dringend aan, dat deze laatste zijn woede
niet de baas kon blijven. De agent was nog
sleeds in de buurt en dat sterkte zijn moed.
,,'n Mooie boel!" viel hij kwaadaardig uit.
„Ik ben anders niet van plan me door die
grande-dame allures van je van de wijs te
laten brengen, juffrouw Winifred Bartlett.
Je denkt zeker, dat je daardoor indruk
maakt op dezen opschepper hier, hè?"
Toen rees het plaveisel eensklaps om
hoog en gaf hem "een geweldigen tik tegen
zijn achterhoofd. Tenminste, dat verbeeld
de hij zich.
Nadat hij weer overeind gekrabbeld was
en probeerde z'n hoed, die in de verdruk
king was geraakt, weer in zijn fatsoen
te brengen, had hij een gewaarwording
alsof z'n neus als een vakkundig-platgesla-
gen biefstuk tusschen zijn wangen lag en
hij hoorde Sir Reginald zeggen:
,,'t Spijt me, dat u hiervan getuige hebt
moeten zijn, maar ik kon die vent u niet
straffeloos laten beleedigen."
De zeer beschadigde Fowle dorstte in z'n
wanhoop naar wraak en wilde Carshaw te
lijf. Maar toen achtte de agent, die uit de
verte het tooneel had gadegeslagen den tijd
gekomen om in te grijpen.
„Hé, he. Wat moet dat hier?" infor
meerde hij barsch.
„O, niets. We kunnen het alleen wel af',
deelde Carshaw hem vriendelijk mede.
„Wel bedankt voor uw goede bedoelingen."
,,'t Is al in orde. agent", voegde Fowle
ei' kleintjes bij. Hij voorzag, dat wanneer
een opheldering noodzakelijk werd, deze
wel eens gevaar voor zijn betrekking zou
kunnen opleveren. De directie was er al
lerminst van gediend, dat de chefs zich
op deze wijze met lager personeel of
zooals in dit geval met ex-lager personeel
inlieten. „Overigens", vervolgde hij,
een venijnigen blik op Winifred richtend,
,,'t zal je misschien genoegen doen, jonge
dame, te weten, dat je het aan mij te dan
ken hebt, dat je ontslagen bent. En ik ben
nog niet met je klaar, dat wil ik je wel
vertellen."
Sir Reginald Carshaw deed met gebal
de vuisten een stap naar voren. Maar de
politie-agent kwam oogenblikkelijk tus-
schenbeide.
„Vooruit, gromde hij. „Nu is 't uit met
die grappenmakerij. U hebt hem voor van
daag zijn portie gegeven. Zijn neus is wa
rempel plat. Ik weet eigenlijk niet, of ik
er wel goed aan doe, deze geschiedenis te
laten loopen. Maar als 't slachtoffer 't zelf
niet noodig vindt er werk van te maken,
gaat het mij verder niet aan."
Ofschoon dit alles zich afspeelde in een
vrij stille straat, duurde het toch niet lang
of er had zich een heele kring menschen
om de hoofdpersonen van het drama ge
vormd; daarvoor was 't Londen. Alle voor
bijgangers bleven staan, in afwachting van
de dingen, die komen zouden. Winifred
keek haar redder even dankbaar aan en zag
toen kans in het donker van den vroegen
avond vrijwel onopgemerkt weg te slui
pen. De volle aandacht van 't publiek was
bij de twee heeren en den agent.
Maar de agent had haar niet uit het oog
verloren. Hij zag, dat ze verdween in de
deur van No. 7. Dat gaf hem te denken!
,,'t Is een eigenaardige geschiedenis",
mompelde hij. „En zich tot Fowle wen
dend: „Hoe y/as uw naam ook weer?"
„Mijn naam was heelemaal niets", beet
de aangesprokene hem toe.
„Geen brutaliteiten alsjeblieft", was het
scherpe antwoord. „En hier kan ik u niet
verder ondervragen. Ik arresteer u bei
ben; u gaat in een taxi met me mee naar
't bureau in Southwark."
Fowle was overbluft maar Sir Reginald
merkte geamuseerd op: „Maar man, je bent
niet wijs, welke reden heb je om ons te
arresteeren?"
„Dat zullen ze u op het bureau wel ver
tellen. Ik heb orders om iedereen aan te
houden die hier op No. 7 binnengaat of
aanleiding geeft tot de veronderstelling,
dat hij er iets mee kan hebben uit te staan.
Die jongedame, waarover voor zoover ik
kon zien, de strijd liep, is daar binnenge
gaan, dus is het mijn plicht u voor den in
specteur te geleiden. Ik zou u aanraden u
niet te verzetten daar kunt u alleen
maar last van krijgen."
En zoo ontstond de connectie tusschen Sir
Reginald Carshaw, baronet, eigenaar van
een groote fabriek en een van de meest
geziene en begeerde Vrijgezellen uit de
Londensche groote wereld en de misdaad,
in de wandeling aangediend als „de moord
op 't terras."
Uit een der bovenramen van het verder
ganschelijk verlaten huis zag Winifred hoe
dé agent, zoowel Fowle als haar bevrijder
meenam naar een taxi, die op den hoek
van de straat stond. Op hetzelfde moment
verscheen in Henrystreet een krantenjon
gen met avondbladen en schreeuwde:
„Laatste nieuws over den moord op Lord
Ronald Tower. Vrouw in Southwark ge
arresteerd."
Een gevoel van onuitsprekelijke verla
tenheid kwam over Winifred. Ze wierp zich
op haar bed en schreide alsof haar hart zou
breken.
VHL
Broeder Ralph.
Ondertusschen waren de kranten, die zich
zoo tuk betoonden op de sensatie van deze
moordgeschiedenis, niet voorbereid op de
teleurstellende stagnatie die al spoedig in
den stroom van opzienbarend nieuws in
trad.
Mr. Mieklejohn, die 's morgens door een
inspecteur van Scotland Yard werd onder
vraagd, gaf toe, dat hij den vorigen avond,
voordat hij het Huis was binnengegaan, op
Parliament Square met een vrouw gespro
ken had. Maar hij ontkende pertinent iets
te weten van een afspraak op het terras.
„Hoe krijgt u het in uw hoofd", riep hij
geprikkeld, „dat iemand van mijn positie
zich zou inlaten met twee schooiers in een
boot!"
,.U hebt aan verscheidene van uw vrien
den verteld, dat u om negen uur een af
spraak had en om dien tijd ging u naar 't
terras."
„Ja, ik volgde Lord Ronald daarheen,
want ik wilde hem zeggen, dat ik vandaag
onmogelijk bij zijn vrouw kon komen lun
chen zooals afgesproken was."
„Maar mr. Meiklejohn", hield de detec
tive aan, „toen de politie u vertelde, dat
Lord Ronald in de rivier getrokken was,
hebt u zelf geroepen: „Ik ben ook op 't
kantje af den dans ontsprongen. Ze heb
ben hem voor mij aangezien." Of tenmin
ste woorden, die deze strekking hadden."
weer binnen kwam.
(Wordt vervolgd).