Als de storm land en zee teistert. Beleening van effecten. WOENSDAG 18 SEPTEMBER 1935 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD - PAG. 9 Vooral de schepen hebben veel te lijden. Motorschoener vergaan op de Noordzee. - Een der op varenden verdronken. Gistermiddag gedurende den hevigen Zuidwesterstorm dreef de „Calba", een motorschoener, afkomstig uit Groningen, op de Noordzee voor de kust, ter hoogte van Westcapelle hopeloos rond. Kort nadat men het schip had opgemerkt, zag men een sloep dobberen op de golven met vijf personen er in. De sloep dobberde langs de heele kust, waarbij de golven over de bemanning heensloegen, tot aan den ijzeren vuurtoren, waar hij tegen het staketwerk strandde. Met behulp van mannen uit het publiek, dat getuige was van den zwaren strijd, die het bootje tegen de golven leverde, werden drie man uit de sloep gered. Een man was uit de sloep geslagen en dreef op zijn zwemvest den toren voorbij. Uit geput belandde hij een eind verder op de kust en werd eveneens van den wal af ge red. Een der inzittenden wordt vermist. Hij is waarschijnlijk verdronken. De vier geredden zijn liefderijk bij par ticulieren in Westcapelle opgenomen. Hun toestand is op het oogenblik goed. De verlaten schoener dreef op den zwa ren storm af in de richting van Domburg. Uit Vlissingen is een sleepboot opgeroe pen, om te trachten den schoener te bergen. Een der geredden verteld. Een der geredden van de „Calba" heeft aan een A.N.P.-correspondent van zijn er varingen verteld. Vanmorgen aldus deze zegsman vertrokken wij uit Londen; toen wij de Theems af waren stak de storm op. Wij pro beerden naar Ramsgate te varen, maar het was met de woeste branding onmogelijk de kust te naderen, zoodat wij wel zee moesten kiezen. Tegen den middag kregen wij Westcapelle in het zicht en wij besloten hier het schip voor anker te leggen. Wij la gen toen ongeveer anderhalf mijl uit de kust. De zee was echter zoo woest, dat wij het schip besloten te verlaten. Het zal om streeks half twee zijn geweest. Wij gingen in de sloep en hebben daarin een uur rond gezwalkt. Telkens kwam er water in de boot en na een uur, zoowat een mijl uit de kust sloegen wij om en lagen wij met z'n vijven in zee. Met z'n vieren zagen wij kans om op de kiel van de omgeslagen boot te klimmen, terwijl nummer vijf, die een zwemvest aan had, probeerde naar land te zwemmen. Op de omgeslagen boot dreven wij naar de kust en kwamen bij den vuurtoren in het staketwerk terecht. Juist op het oogen blik, dat wij gered zouden worden, sloeg de kapitein, H. Bakker, die ook eigenaar van de „Calba" was, in het water. Hij schoot onder de boot en verdronk. Wij drieën overblijvenden werden gered. De zwemmende man dreef voort tot voorbij den toren en kwam daar tusschen het sta ketwerk terecht, waar hij werd gered. De namen van de geredden, die allen on getrouwd zijn, zijn: stuurman Simon Bolt, de matrozen Kees Brandt en J. C. Bonnin- ga, en de kok Kees Boenders, die zijn neus been gebroken heeft. De toestand van de geredden, die in twee café's in Westkapelle onderdak hebben gevonden, is goed. Het is aan een samenloop van omstan digheden te danken, dat er bij deze schip breuk niet nog meer slachtoffers te betreu ren zijn. Aan boord yan de „Calba" be vonden zich namelijk oorspronkelijk be halve de bemanning, de echtgenoote van den kapitein en zijn zes-jarig dochtertje. In verband met een blindedarmontsteking is de vrouw van den kapitein met haar doch tertje in Southampton achtergebleven, ter wijl de „Calba" de reis naar Antwerpen voortzette. Naar een der matrozen verzekerde, zou de sloep, indien ook zij er in hadden moeten plaats nemen, overbelast geworden zijn, zoodat zij nog eerder zou zijn gezonken en wellicht de vrouw en het meisje ook den dood in de golven gevonden zouden heb ben. HET STORMWEER BIJ DE HAVEN VAN IJMUIDEN. De hevige storm uit het Zuidwesten, welke gisternacht opstak, is in den loop van den dag maar weinig afgenomen. Te gen den avond woedde hij weer met onver minderde kracht. De storm kenmerkte zich door zeer sterke windvlagen tijdens de buien. Eenige schepen werden door den storm opgehouden en liggen thans voor de sluizen beter weer af te wachten. Het zijn het Engelsche s.s. Brittania, het Noorsche s.s. Basta at en de Amerikaansche torpedo jager Mac Dorough, waarbij zich later nog het Nederlandsche ss. Rijnstroom voegde. De eenige schepen, die de haven verlieten waren de stoomtrawlers „Alkmaar" en „Gloria". Laatstgenoemde keerde echter spoedig weer uit zee terug. In den loop van den dag zijn binnenge komen het Nederlandsche motorschip Thrianta, het Engelsche ss. Authority en het Zweedsche s.s. Flandria. Daar de stoomloodsboot haar dienst heeft moeten staken, moesten deze schepen zonder hulp van een loods binnenkomen. Het Zweedsch stoomschip Flandria kwam vlak voor de pieren dwars te liggen. Door handig ma noeuvreeren slaagde de kapitein er in zijn schip behouden binnen te brengen. Een kranig stukje zeemanschap leverde de schipper van den logger K.W. 56, die te ongeveer zes uur in den avond binnenliep. De logger moest eenige malen over stag gaan om in een goede positie voor den havenmond te komen. ENGELSCHE ZEILJACHT BIJ PETTEN GESTRAND. Uit Petten wordt gemeld: Het Engelsche zeiljacht „Emile Mary", aan boord waar van zich de kapitein-eigenaar Scott, kapi tein van het Engelsche leger te Moneruesse met nog een tweeden persoon van Deen- sche nationaliteit bevond, is gisteravond omstreeks half acht bij Paal 17 gestrand. Men had al een trip van drie weken op het water achter den rug, doch de laatste vijf dagen leverden niets anders dan storm. Toen de „Emile Mary" gisteren onder de Nederlandsche kust voer, werden van het 20 Britsche ton groote scheepje de zeilen weggeslagen, waardoor het aan de genade van wind en golven was overgeleverd. De opvarenden heschen toen de noodvlag, het geen in LJmuiden werd waargenomen. De motorreddingboot „Neeltje Jacoba" maakte zich gereed om ter assistentie uit te voren, toen het bericht binnenkwam, dat het scheepje de noodvlag had gestreken. De reddingboot bleef toen binnen. Wind en golven wierpen echter de „Emile Mary" hoog op het strand, waar jongens uit Pet ten, die het tafereel hadden gadegeslagen de opvarenden in veiligheid brachten. Deze werden ondergebracht in hotel Vrisman, waar zij zich weldra te ruste begaven. DE STORMSCHADE RONDOM NIJMEGEN. Schokker bij Weurt gezonken. De storm, welke boven Nederland heeft gewoed heeft rondom Nijmegen gelukkig niet die enorme schade aangericht, welke aanvankelijk werd gevreesd. Alleen is in de Waal bij Nijmegen de schokker van den visscher A. Bos uit Beuningen, die met zijn schip onder Weurt lag, gezonken. Het visch gerei ging verloren. Uit Maas en Waal, uit de Over-Betuwe en uit het Rijk van Nijmegen kwamen tal van berichten binnen over de schade, aan gericht in de boomgaarden, waar veel boo- men zijn omgewaaid of van hun kruin be roofd. Duizende kilo's fruit zijn onrijp af gewaaid, hetgeen voor de fruitkweekers een tamelijk hooge schade beteekent. ZEEDIJK OP AMELAND BESCHADIGD. De hevige Zuidwesterstorm heeft vrij ernstige schade aangericht aan den zee dijk op het eiland Ameland. Bij Nes zijn over een afstand van ongeveer 35 M. stuk ken afgeslagen van den dijk, die daar het waterschap Nes-Buren beschermt. Men is thans met man en macht bezig, de be dreigde plaatsen te versterken met groote zeilen en zandzakken. Men wilde daarmede gereed zijn, vóór de vloed zijn hoogste punt zou hebben bereikt. De postboot, die gistermiddag te 12 uur van Ameland naar Holwerd vertrok, is eerst te zeven uur teruggekeerd en heeft dus den afstand heen en terug afgelegd in zeven uur, terwijl de normale tijd twee- en-een-half uur bedraagt. STORMSCHADE OP TEXEL. Tijdens den hevigen storm is een wind hoos over het eiland Texel gestreken. Vooral in den polder „Het Noorden" werd ernstige schade aangericht. Zoo moest spe ciaal de boerderij „Nieuw Zeeland" het ont gelden. Twee boomen, die bij de boerderij stonden, werden ontworteld. Verderop werden van een schuur de pannen gescho ven en van een andere schuur het rieten dak aan een zijde weggerukt. Een groot aantal kippenhokken werd omver gewor pen en in den aangrenzenden polder een kapberg vernield. SCHADE AAN HET GEMEENTELIJK SPORTPARK TE HILVERSUM. De tribune van het achterterrein van het gemeentelijk sportpark te Hilversum is gisteravond door den wind opgenomen en vernield. De storm heeft behalve de tri bune en een consumptietentje een groot ge deelte van een betonnen schutting wegge rukt, waardoor alles op het vóórterrein werd neergesmakt. De schade bedraagt ongeveer 1000. STORMSCHADE ONDER SCHOORL. Ten gevolge van den storm is gistermid dag het bootenhuis met reddingsvlet, ge legen aan den Hondsbosschen Zeedijk te Schoorl geheel weggeslagen. Ook een sein mast van de kustwacht op het Camperduin is aan den storm ten offer gevallen. ^pREEKWOOjWtëWKj BfcVA i-GRAYENHAGE: Groote Marktstraat 58 LANDBOUWTENTOONSTELLINGEN GETEISTERD. De hevige storm heeft behalve te Lei den ook op de land- en tuinbouwtentoon stellingen, die op verschillende plaatsen in ons land worden gehouden, zwaar huisge houden. De stad Groningen, ter gelegenheid der tentoonstelling feestelijk versierd, heeft veel van zijn tooi verloren. Niet alleen ech ter versieringen, vlaggen en illuminaties moesten het ontgelden, ook de op het stads park gehouden landbouwtentoonstelling bleef niet. vrij. Tegen den middag werd de toestand dermate critiek geoordeeld, dat de burgemeester in overleg met de brandweer de tentoonstelling tijdelijk liet sluiten. Vooral de groote ingangspoort, die danig werd gehavend, leverde groot gevaar op, terwijl ook van enkele der open stands het mastieke dak werd afgerukt, zoodat de re gen ruim kon toevloeien. Toen de storm wat bedaard was en de bedreigde punten waren gestut, werd de tentoonstelling weer geopend. Ook de hoo ge lichttoren op de Groote Markt leverde gevaar op. Enkele reclamestukken kwamen naar beneden, hetgeen de politie aanlei ding gaf om het Marktterrein, dat in ver band met den marktdag vol kramen stond, te ontruimen en het verkeer om te leiden. In het Lunapark op de Ossenmarkt heeft de storm een boom omvergeworpen, waar door aan enkele tenten ernstige schade werd toegebracht. De tuinbouwtentoonstelling te Pa- terswolde, die a.s. Vrijdag geop.nd zou worden, kreeg dusdanige schade, dat het te bezien staat, of de opening op dien dag wel door zal kunnen gaan. De enkele da gen geleden opgerichte tent waaide omver terwijl aan de verschillende stands ver nielingen werden toegebracht. Gistermorgen is de tentoonstelling voor land- en tuinbouw op het terrein na bij de kerk te Teteringen door den storm geteisterd, meldt het „DgbL van N.-Br." Talrijke tenten zijn omver gewaaid. De stand van de Jonge Boeren heeft het *t hardst te verduren gehad. Het tentoon stellingsterrein biedt een troosteloozen aan blik. De tent voor de collectieve inzendingen van de afdeelingen van den Boerenbond is geheel verwoest. Ook de tribune is to- taald vernield. De consumptietent is be houden gebleven, doch veel glaswerk is ge broken. De andere tenten moesten in haast wor den ontruimd. Niets is tegen stormschade verzekerd. Het risico is voor de eigenaars der tenten en de inzenders. TENTENKAMP NEERGESLAGEN. In de residentie heeft de stormwind gis termiddag te half één danig huisgehouden in het werkkamp van de N. S. B. aan den Leyweg, waar op 5 October a.s. de Land dag dezer Beweging zal korden gehouden en waar een ploeg van 80 man sedert vier weken met den opbouw van de voor dien landdag noodige tent van 20.000 M.2 doen de is. Het houten geraamte voor deze tent, is door den storm neergeslagen, hoewel de palen twee meter in den grond waren ge heid. De zeilen waren nog niet aange bracht, doch wel zijn enkele kleine werk- j keeten door den storm opgenomen en verscheiden meters verder neergesmakt. I Onmiddellijk werd met het demontee- i ren een aanvang gemaakt, opdat spoedig de inmiddels reeds bestelde nieuwe palen kunnen worden opgericht. AUTO DOOR EEN TAK GETROFFEN. Op den rijksweg TilburgBreda is Dins dagmiddag een zware tak van een der boomen afgewaaid en op een auto uit Arn hem neergestort. De chauffeur verloor dientengevolge de macht over het stuur en de auto reed tegen een hek, sloeg om en kwam in een sloot terecht. De vier inzit tenden, twee dames en twee heeren uit Arnhem, moesten zwaar gewond naar het St. Ignatius-ziekenhuis te Breda worden overgebracht. ARBEIDER GEDOOD. Bij de Werkverschaffing van den Dienst der Plantsoenen aan de Marlotlaan te Den Haag is Dinsdagmiddag een doodelijk on geluk gebeurd. De 44-jarige werklooze stucadoor N. J. C., was daar bezig met het omhakken van een boom. Hierbij moest een boomtop worden uitgehakt. Hij kwam naar bene den. N. J. C. zag het aankomen en liep weg, maar struikelde, zoodat hij den boomtop op het lichaam kreeg, met het noodlottige gevolg, dat hij werd gedood. De Gemeentelijke Geneeskundige Dienst heeft zijn lijk naar het ziekenhuis aan den Zuidwal vervoerd, waar het zal worden geschouwd. DE WINDKRACHT. De instrumenten rond het Meteorolo gisch Instituut te de Bilt kregen gister middag, wat men zou kunnen noemen „de handen vol". Er was storm, regen, hagel en onweer en deze geheel cacophonde raasde zóó in fortissimo's, dat het noodweer werd als men maar zelden beleeft. Omtrent één uur registreerde een der instrumenten een windstoot van 24 meter per seconde, terwijl er in den korten re- genduur van den morgen 8.6 mm. regen viel. De windkracht kreeg de kwalificatie „storm". Aan de kust was deze nog veel he viger. De observatiekosten van Noord- Hinderd en Terschilling meldden zelfs tot windkracht 12. HET ONGELUK TE MAASTRICHT. Schipper had scheepsdek niet verhuurd. In verband met het instorten van het scheepsdek niet verhuurd had en zelfs her- tie een onderzoek ingesteld, waarbij is komen vast te staan, dat de schipper het scheepsdek niet verhurd had, en zelfs her haaldelijk gepoogd heeft, de menschen van het schip te doen verwijderen. De verwondingen, die de slachtoffers op liepen, zijn achteraf van ernstiger aard ge bleken, dan aanvankelijk w^rd veronder steld. De Geneeskundige Dienst, welke onmid dellijk hulp verleende, behandelde in to taal twaalf gewonden. Daarbij werd in drie gevallen een zeer ernstig gecompli ceerde beenbreuk geconstateerd en een bekkenfractuur, terwijl een man een paar ribben gebroken had en een kind een lich te schedelfractuur opliep. Een der gewon de vrouwen kreeg een bekkenfractuur en een bovenbeenbreuk. OVERVAL TE ROTTERDAM. Vrouw ernstig mishandeld. Maandagavond is de 62-jarige mejuf frouw J. P. Koldenhof in haar woning aan de Kruiskade, te Rotterdam, door een on bekenden man en vrouw, wien zij nacht verblijf verleend had, met een kolenschop ernstig mishandeld. De onverlaten namen een bedrag van 140 mede. Van de daders ontbreekt elk spoor. VALSCHE MUNTERS GEARRESTEERD. De centrale recherche te Rotterdam heeft twee Rotterdammers aangehouden die een zeer groot aantal prachtig gave guldens en rijksdaalders hebben vervaar digd. Bij een huiszoeking zijn niet alleen een aantal dezer munten, maar tevens een groote partij gereedschap en matrijzen in beslag genomen. De twee geldmakers zitten op het hoofdbureau in arrest. FEUILLETON. HAAR MOEDERS EVENBEELD Naar het Engelsch van LOUIS TRACY. (Nadruk verboden). 11) Zooals dat zoo dikwijls 'gebeurt bij el kaar geheel vreemde menschen, ontstond er tusschen hen van 't eerste oogenblik, dat hun oogen elkaar ontmoeten een in- tuïve sympathie, alsof een electrische vonk van de een naar de ander oversprong. Wi nifred keek den knappen onbekende die zoo plotseling uit de lucht was komen val len, als door hoogere machten gezonden om haar te helpen aan, zonder ook maar een seconde den blik neer te slaan. „Ik vind het heel vriendelijk van u", be dankte ze hem, „maar ik denk, dat Mr. Fowle wel zal inzien, dat ik zijn gezelschap niet op prijs stel en zich daarom niet ver der zal opdringen." „Zoo beleefd zult u toch wel zijn, hè Mr. Fowle?" hernam Sir Reginald en hij zag den teleurgestelden minnaar zoo door dringend aan, dat deze laatste zijn woede niet de baas kon blijven. De agent was nog sleeds in de buurt en dat sterkte zijn moed. ,,'n Mooie boel!" viel hij kwaadaardig uit. „Ik ben anders niet van plan me door die grande-dame allures van je van de wijs te laten brengen, juffrouw Winifred Bartlett. Je denkt zeker, dat je daardoor indruk maakt op dezen opschepper hier, hè?" Toen rees het plaveisel eensklaps om hoog en gaf hem "een geweldigen tik tegen zijn achterhoofd. Tenminste, dat verbeeld de hij zich. Nadat hij weer overeind gekrabbeld was en probeerde z'n hoed, die in de verdruk king was geraakt, weer in zijn fatsoen te brengen, had hij een gewaarwording alsof z'n neus als een vakkundig-platgesla- gen biefstuk tusschen zijn wangen lag en hij hoorde Sir Reginald zeggen: ,,'t Spijt me, dat u hiervan getuige hebt moeten zijn, maar ik kon die vent u niet straffeloos laten beleedigen." De zeer beschadigde Fowle dorstte in z'n wanhoop naar wraak en wilde Carshaw te lijf. Maar toen achtte de agent, die uit de verte het tooneel had gadegeslagen den tijd gekomen om in te grijpen. „Hé, he. Wat moet dat hier?" infor meerde hij barsch. „O, niets. We kunnen het alleen wel af', deelde Carshaw hem vriendelijk mede. „Wel bedankt voor uw goede bedoelingen." ,,'t Is al in orde. agent", voegde Fowle ei' kleintjes bij. Hij voorzag, dat wanneer een opheldering noodzakelijk werd, deze wel eens gevaar voor zijn betrekking zou kunnen opleveren. De directie was er al lerminst van gediend, dat de chefs zich op deze wijze met lager personeel of zooals in dit geval met ex-lager personeel inlieten. „Overigens", vervolgde hij, een venijnigen blik op Winifred richtend, ,,'t zal je misschien genoegen doen, jonge dame, te weten, dat je het aan mij te dan ken hebt, dat je ontslagen bent. En ik ben nog niet met je klaar, dat wil ik je wel vertellen." Sir Reginald Carshaw deed met gebal de vuisten een stap naar voren. Maar de politie-agent kwam oogenblikkelijk tus- schenbeide. „Vooruit, gromde hij. „Nu is 't uit met die grappenmakerij. U hebt hem voor van daag zijn portie gegeven. Zijn neus is wa rempel plat. Ik weet eigenlijk niet, of ik er wel goed aan doe, deze geschiedenis te laten loopen. Maar als 't slachtoffer 't zelf niet noodig vindt er werk van te maken, gaat het mij verder niet aan." Ofschoon dit alles zich afspeelde in een vrij stille straat, duurde het toch niet lang of er had zich een heele kring menschen om de hoofdpersonen van het drama ge vormd; daarvoor was 't Londen. Alle voor bijgangers bleven staan, in afwachting van de dingen, die komen zouden. Winifred keek haar redder even dankbaar aan en zag toen kans in het donker van den vroegen avond vrijwel onopgemerkt weg te slui pen. De volle aandacht van 't publiek was bij de twee heeren en den agent. Maar de agent had haar niet uit het oog verloren. Hij zag, dat ze verdween in de deur van No. 7. Dat gaf hem te denken! ,,'t Is een eigenaardige geschiedenis", mompelde hij. „En zich tot Fowle wen dend: „Hoe y/as uw naam ook weer?" „Mijn naam was heelemaal niets", beet de aangesprokene hem toe. „Geen brutaliteiten alsjeblieft", was het scherpe antwoord. „En hier kan ik u niet verder ondervragen. Ik arresteer u bei ben; u gaat in een taxi met me mee naar 't bureau in Southwark." Fowle was overbluft maar Sir Reginald merkte geamuseerd op: „Maar man, je bent niet wijs, welke reden heb je om ons te arresteeren?" „Dat zullen ze u op het bureau wel ver tellen. Ik heb orders om iedereen aan te houden die hier op No. 7 binnengaat of aanleiding geeft tot de veronderstelling, dat hij er iets mee kan hebben uit te staan. Die jongedame, waarover voor zoover ik kon zien, de strijd liep, is daar binnenge gaan, dus is het mijn plicht u voor den in specteur te geleiden. Ik zou u aanraden u niet te verzetten daar kunt u alleen maar last van krijgen." En zoo ontstond de connectie tusschen Sir Reginald Carshaw, baronet, eigenaar van een groote fabriek en een van de meest geziene en begeerde Vrijgezellen uit de Londensche groote wereld en de misdaad, in de wandeling aangediend als „de moord op 't terras." Uit een der bovenramen van het verder ganschelijk verlaten huis zag Winifred hoe dé agent, zoowel Fowle als haar bevrijder meenam naar een taxi, die op den hoek van de straat stond. Op hetzelfde moment verscheen in Henrystreet een krantenjon gen met avondbladen en schreeuwde: „Laatste nieuws over den moord op Lord Ronald Tower. Vrouw in Southwark ge arresteerd." Een gevoel van onuitsprekelijke verla tenheid kwam over Winifred. Ze wierp zich op haar bed en schreide alsof haar hart zou breken. VHL Broeder Ralph. Ondertusschen waren de kranten, die zich zoo tuk betoonden op de sensatie van deze moordgeschiedenis, niet voorbereid op de teleurstellende stagnatie die al spoedig in den stroom van opzienbarend nieuws in trad. Mr. Mieklejohn, die 's morgens door een inspecteur van Scotland Yard werd onder vraagd, gaf toe, dat hij den vorigen avond, voordat hij het Huis was binnengegaan, op Parliament Square met een vrouw gespro ken had. Maar hij ontkende pertinent iets te weten van een afspraak op het terras. „Hoe krijgt u het in uw hoofd", riep hij geprikkeld, „dat iemand van mijn positie zich zou inlaten met twee schooiers in een boot!" ,.U hebt aan verscheidene van uw vrien den verteld, dat u om negen uur een af spraak had en om dien tijd ging u naar 't terras." „Ja, ik volgde Lord Ronald daarheen, want ik wilde hem zeggen, dat ik vandaag onmogelijk bij zijn vrouw kon komen lun chen zooals afgesproken was." „Maar mr. Meiklejohn", hield de detec tive aan, „toen de politie u vertelde, dat Lord Ronald in de rivier getrokken was, hebt u zelf geroepen: „Ik ben ook op 't kantje af den dans ontsprongen. Ze heb ben hem voor mij aangezien." Of tenmin ste woorden, die deze strekking hadden." weer binnen kwam. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 9