Hoogtepunten der 3 October- feestviering. WOENSDAG 18 SEPTEMBER 1935 DE LE1DSCHE COURANT TWEEDE BUD - PAG. 7 DE OPTOCHT. RIJKSMETAALCOMMISSIE. Minister Gelissen zal ceu commissie installeeren. Naar wij vernemen zal als onderdeel van de plannen tot stelselmatige economisch technologische exploratie van Nederland Donderdag 19 September as. door prof. dr. ir. H. C. J. H. Gelissen, minister van Han del, Nijverheid en Scheepvaart, d. z. g. n. Rijksmetaalcommissie worden geïnstal leerd. De leden van deze commissie zullen zijn: prof. L. A. van Royen te Wassenaar, die tevens als voorzitter zal optreden; mr. R. A. H. M. Gielen te Maastricht, directeur van het economisch technologisch instituut in Limburg; ih. A. Groothoff te Amersfoort, lid van de commissie van advies voor de Crisisinvoerwet; prof. dr. ir. F. KL Th. van Iterson te Heerlen, directeur van de Staats mijnen in Limburg; ir. G. A. Kessler te IJmuiden, directeur van de N.V. Hoog ovens; C. J. P. Zaalberg te Den Haag, oud directeur-generaal van Arbeid en J. A. La- gas te Den Haag, verbonden aan het bu reau Nijverheid van het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart. Laatst genoemde zal tevens optreden als secreta ris. TEXTIELCONFLICT TE TILBURG. Stakers wijzen bemiddelingsvoorstel af en doen een tegenvoorstel. In een viertal vergaderingen der stakers is besloten het volgende antwoord te zen den aan den heer P. W. de Jong van den Heuvel, die een bemiddelingsvoorstel had gedaan: De stakers en het stakingscomité deelen in antwoord op uw schrijven mede, dat zij afwijzend op uw voorstel moeten beschik ken. Daar zij uw bemiddeling echter zeer waardeeren, willen zij u het volgende te genvoorstel formuleeren: le. de arbeid wordt onverwijld hervat op de voorwaarden van de oude loonrege ling met een garantietermijn van drie maanden, te rekenen van den dag der werkhervatting. 2e. de arbeidersorganisaties houden, zoodra de arbeid is hervat, vergaderingen met haar leden, zoowel de werkenden als degenen, die werkloos zijn. 3e. de fabrikanten verplichten zich tot uitbetaling van de 40 pet. van het loon over de dagen, op welke alsnog werk is ver richt en tot uitbetaling van de vacantieda- gen. Tevens moeten zij er van verzekerd zijn, dat geen rancunemaatregelen zullen worden genomen tegenover de stakers. DE RAMP VAN DE GAAL Het notitie-boekje van Jos van Langen. Het bestuur van den Kring Noord-Hol land van de „Nederlandsche Roomsch-Ka- tholieke Journalisten Vereeniging" heeft het notitieboekje van Jos van Langen, waarin deze, één der slachtoffers van de ramp, die de „Gaai" heeft getroffen, zijn ervaringen opteekende, afgestaan aan „Het Nederlandsche Persmuseum". Met erken telijkheid e n eerbied heeft het bestuur van laatstgenoemde stichting dit geschenk aanvaard. RECHTZAKEN AANRIJDING TE WASSENAAR. Voortgezet werd voor het Kantongerecht te 's-Gravenhage de behandeling van de zaak tegen den Haagschen bankier F. W. T. F., wonende te Wassenaar, tegen wien proces-verbaal is opgemaakt, omdat hij op 22 Mei, rijdende met zijn auto in de Groot Hoefijzerlaan, in de bocht een motor met zijspan van de Wassenaarsche ver- keersbrigade heeft gepasseerd, waardoor hij de veiligheid van het verkeer in gevaar heeft gebracht. Verdachte verklaarde ontstemd te zijn over het z.i. onbehoorlijke rijden van de politie, die hém over een afstand van 45 M., geen gelegenheid heeft gegeven om te passeeren, ondanks zijn aanhoudende signa len. De verbaliseerende agenten werden nu o.m. als getuigen gehoord en verklaarden, dat twee auto's in de Hoefijzerlaan rechts van den weg stonden geparkeerd. De af stand tusschen deze auto's bedroeg onge veer 45 M. De bestuurder van den motor was bezig over te schakelen om grootere snelheid te verkrijgen en zeide het een ge vaarlijke manoeuvre te vinden tijdens het overschakelen een scherpe bocht naar rechts te nemen. Bovendien zou hij dan genoodzaakt zijn geweest om voor den tweeden auto te stoppen, hetgeen verdachte betwistte. Door gelijktijdig met de politie door de bocht te gaan, eerst links rijdende, doch na gepasseerd te zijn naar rechts uitwij kende, heeft verdachte den politiemotor klem gereden. De ambtenaar van het OM. achtte het in de dagvaarding ten laste gelegde bewe zen. Weliswaar was hij van meening, dat hier voor verdachte verzachtende omstan digheden aanwezig zijn in verband met de kwestie van inhalen. Hij eischte een boete van 10, subs. 4 da gen, conform welken eisch de kantonrech ter, mr. Perguson, verdachte veroordeelde. Bij verstek was de heer F. veroordeeld tot een boete van ƒ25. LEEST DE ADVERTENTIES IN UW DAGBLAD. Het kijkspel op straat- Tot t hoogtepunt der hoogtepunten kan men zonder eenig voorbehoud rekenen de 3 Octoberoptocht. Sinds 1896 tot 1934 orga niseerde de 3 Octobervereeniging 37 op tochten, waarvan er 22 gecostumeerd en een viertal water-optochten waren. Voor de rest waren t in die jaren, muziekfesti vals en optochten met banieren. Een respectabel aantal dus. Wij kennen een Leidenaar, een allerge zelligste kerel in 't dagelij ksch* leven, die beweert een afkeer te hebben van al die edellieden (hij zegt dit niet van de edel- vrouwen), die op den 3 Octoberdag, geze ten op een vurig ros, door Leid ens straten rijden. Hij motiveert zijn uitspraak door er op te wijzen, dat „al dit gedoe" uit den tijd is en als kijkspel weinig belangrijk meer is. Wij onderschrijven zijn meening niet. „Integendeel, wij houden ons over tuigd, dat dergelijke „kijkspelen op straat" in 't algemeen door het publiek in al zijn geledingen zeer gewaardeerd worden, zelfs critisch bekeken en besproken worden. „Het gebeuren op straat" heeft immers altijd een buitengewone bekoring op de menschen uitgeoefend. Of dit nu was de brandstapel, het schavot, het binnentrek ken van den Veldheer aan t hoofd van zijn troepen, kerkelijke processies, begra fenissen van vorsten, om nu maar enkele gebeurtenissen te noemen, het bracht de menschen op straat, vaak zelfs zoo dat „geen bestje bij het spinnewiel thuis bleef" aldus een oud-Hollandsch gezegde. Zoo'n schouwspel, van meestal anders gekleede menschen, paarden, olifanten, ka- meelen, praalwagens, muziek en wat al niet rukt de menschen eens voor een oogenblik uit him dagelijksche sleur. Het straatbeeld van alle dagen is nu eens an ders geworden, de nieuwsgierigheid wordt geprikkeld. Hoe 't toch wezen zal, hoe die of die er uit zal zien en dan vooral de muziek, die men maar zelden door de straten hoort marcheer en. Kortom 't straat beeld is door zoo'n gebeurtenis anders ge worden. Er valt wat te beleven. Hierin schuilt oi. de prikkel, die de menschen de straat op brengt, in t bijzonder op een 3 Octoberdag. Zoo is 't nu en zoo was 't reeds voor tientallen eeuwen geleden. Het waren toen vooral de intochten van Vorsten die met ongekende praal en weel de in scène werden gezet. Wie kent niet 't verhaal van de intocht van de Koningin van Saba binnen Jerusalem? De beschrijving van haar intocht is door een Israëliet, die de glorie van zijn volk wildé bewaren, in Oud-Hebreeuwsch schrift met schrijfnet en inkt op een gei- tevel opgeteekend. Deze Koningin van Saba, aldus het ver haal, maakte zich op om Koning Salomo een bezoek in zijn residentie te brengen. Zij komt Jerusalem binnen, zooals een Oostersch Vorstin dit placht te doen, met een heele karavaan van kameelen, paar den en muilezels, sierlijk opgetuigd en begeleid door oppassers, die schilderachtig zijn uitgedoscht De lastdieren zijn allen beladen met geschenken voor Koning Sa lomo. Goud, specerijen, sandelhout, wierook, edelsteenen en wat niet al Zoo trekt zij, gezeten in haar door ka meelen gedragen schommelende draag stoel, te midden van haar hoogwaardig- heidsbekleeders en haar lijfwacht door Je- rusalems stra+en ap naar het paleis van Koning Salomo. (Zie hiervoor het 10e hoofdstuk van het Eerste Boek der Koningen). Wie de opera Aida van Verdi wel eens gehoord en gezien heeft, kan zich eenigs- zins een voorstelling maken, hoe zoo'n hofstoet uit dien tijd was samengesteld. Wij halen deze geschiedenis slechts aan, om aan te toonen, dat een vertooning van een optocht reeds toen tot een bijzondere aantrekkelijkheid behoorde. Doch door alle eeuwen heen, heeft men zich dan ook voor het vertoonen van op tochten straat vertooningengeinter es- seerd en vaak tot een hoogte opgevoerd, waarvan wij de omvang in onze dagen niet meer kunnen overzien. Het waren vooral de Italianen, die tijdens de bloei tijd der Renaissance meesters waren op het gebied van het ontwerpen van allegori sche optochten. Een rondgang in de ste delijke Muséa te Bologna, Pisa, Siëna en Florence laat u op talrijke schilderijen zien de prachtvolle optochten, die in die dagen door deze steden rondtrokken. De beroemdste kunstenaars uit die tij den, als Benvenuto Cellini, maar vooral een Leonardo da Vinei hebben bij het ontwer pen van deze optochten aan de scheppende kracht hunner fantasie de volle maat kun nen geven. Vooral in Florence tijdens 't be wind van Lorenzo de Medici, den Renais- se-vorst „par excellence", of zooals de Italianen hem gaarne noemen „H Magni- fico", werden straatvertooningen en op tochten gehouden, waaraan de bekwaamste kunstenaar uit die dagen medewerkten en een groote vermaardheid kregen. Zoo was o.m. de oogsttijd een gereede aanleiding voor het houden van oogstfees ten en optochten. In 't bijzonder gaf de wijnoogst een gereede aanleiding hiertoe. Vooral Hongarije was hiervoor het land by uitnemendheid, terwijl ook in Frankrijk het binnenhalen der wijnoogst nog steeds gepaard gaat met het houden van schil derachtige optochten. Vooral in Baune, (Bourgondië) hebben deze een groote vermaardheid gekregen. Zooals bekend waren 't vooral ook de Bourgondische vorsten, die er slag van hadden om prachtige allegorische optoch ten te organiseeren. Zeer bekend zijn o.m. de enorme fees ten en optochten, die door Karei de Stoute ter gelegenheid van zijn huwelijk met Mar- garetha van Engeland in 1468 te Brugge zijn gehouden. In de schetsboeken van Albrecht Dürer (deze bevinden zich in 't Albertina Mu seum te Weenen) kan men nog talrijke schetsen en ontwerpen van praalwagens vinden, die hij toenmaals voor de be roemde allegorische ommegangen in Neu renberg ontwierp. (14711528). Ook in de Zuidelijke Nederlanden, doch vooral in Brussel en Antwerpen, heeft men zich ten allen tijde bezig gehouden met het orga niseeren van allerlei optochten, op zijn Vlaamsch geheeten „ommêgangen". Voor al in het groteske en karikaturale (narren en reuzen), door Nizza thans nagevolgd, heeft dit soort optochten nog steeds zijn groote aantrekkelijkheid voor het Belgi sche volk behouden. Een bijzondere optocht, die in de Vlaam- sche geschiedenis een groote vermaardheid heeft gekregen, is die welke gehouden werd bij gelegenheid van den intocht van Fer dinand van Oostenrijk binnen Antwerpen in 't jaar 1635. De plannen hiervoor, alsmede teekenin- gen en details werden door niemand min der dan door Rubens ontworpen. In 't museum te Antwerpen kan men nog vele teekeningen, afkomstig van zijn hand, hiervan vinden. Vermelden wij ten slotte nog de enorme groote optocht, die ter gelegenheid van het zilveren huwelijksfeest van het Oos- tenrijksche Keizerpaar te Weenen in 1878 gehouden werd en ontworpen werd door den beroemden Weenschen schilder Hans Makart. Hieraan werkten 10.000 menschen mede. In een volgend opstel zullen wij nu het een en ander vertellen over de Oostersche optocht, die opgeluisterd door Ooster sche muziek als een kleurig en boeiend sprookje op 3 October door Leiden's stra ten zal trekken. Wij hebben in dit opstel getracht met en kele penstreken (juister geformuleerd met enkele type-regels) u een overzicht te ge ven, van de wijze waarop men zich door alle eeuwen heen onledig heeft gehou den met het ontwerpen von optochten en ommegangen, die in de meeste gevallen een boeiend schouwspel voor 't volk zijn ge bleken. Mocht in enkele gevallen de strekking of de opvoedkundige waarde van zoo'n schouwspel twijfelachtig zijn geweest, dan vergete men niet, dat „brood en spelen", of zooals de Romeinen zeiden: „Circe et panis", of zooals 't spreekwoord zegt „van de boog, die niet altijd gespannen kan zijn", noodzakelijk zijn om 't evenwicht in den strijd om het bestaan te doen bewa ren. Wij kermen in ons land slechts twee plaatsen, die in staat zijn jaarlijks een wel verzorgde optocht of ommegang te kunnen organiseeren. Dit is 's-Hertogenbosch met zijn prachtvolle en bijzonder artistiek ver zorgde processie van Onze Lieve Zoete Vrouwe van den Bosch en de 3 October-op- tochten in Leiden. Wij ontveinzen ons niet, op te merken, dat 't steeds moeilijk blijft om het peil, waarop in de laatste tien jaar deze vertoo- 'ningen in Leiden zijn gebracht vol te hou den of juister gezegd, inzinking te voor koen. Het te kiezen onderwerp voor zoo'n optocht speelt inderdaad dan ook hier een zeer groote rol. Voor dit jaar is, zooals men weet de keus gevallen op een Arabisch onder werp, getiteld: Haroen al Raschid, de Ka lief van Bagdad, waaraan toegevoegd is een der meest bekende Duizend en één Nacht verhalen en weli van Aladdin en de Wonderlamp. Wat de hoofdpersoon van deze optocht, Haroen al Raschid, betreft, is ons bekend, dat deze vorst een tijdgenoot was van Karei de Groote. Haroen al Raschid wil zeggen: Haroen de Rechtsge leerde. Volgens de overlevering was hij al om bemind vanwege zijn groote recht vaardigheid als Opperste Rechter in zijn groot rijk. Deze verhalen van de Duizend en één Nacht zijn ontstaan in de 8ste tot 10e eeuw. De eerste bundel verscheen om streeks het jaar 850 te Bagdad, en zijn zeer verschillend van karakter. Geestverschij ningen, bovennatuurlijke krachten, vaak ethisch, soms ook vol schelmstreken, an dere weer van meer ènecdotische aard, worden in groote getale in deze bundel ten tooneel gebracht. Ten slotte is 't wel interessant te weten, dat de titel van deze bundels van de Dui zend en één Nacht-vertellingen zijn oor sprong moet vinden in het Arabisch bij geloof n.l. in de vrees voor even getallen, daarvoor koos men het getal 1001. INGEZONDEN STUKKEN Leiden, 15 September 1935. Geachte Redactie. Beleefd verzoek ik u nog eenimaal eenige ruimte te willen afstaan om te kunnen ant woorden op den vloed interrupties, waar mede u mijn critiek op uw politieke voor lichting hebt verluchtigd. 't Zal in deze kwestie mijn laatste woord zijn en, gezien de loyale houding, die u steeds tegenover mij hebt aangenomen, twijfel ik niet, of u zult aan mijn verzoek voldoen. Dat u in uw eerste noot minder goed te spreken was over de door mij geleverde cri tiek, kan ik mij levendig indenken en dat u toch die critiek aan uw lezers voorlegde, bewijst mij, dat u voldoende democratische "beginselen in u omdraagt, maar die u niet bij uw politieke voorlichting genoegzaam tot uiting brengt. De tweede noot moet den indruk geven, dat zonder eenige overweging of aandrang de „Opmarsch" is geciteerd. Elk onbevoor oordeeld lezer aanvaardt die mededeeling niet, te méér niet, waar u naar noot 4 ver wijst, waar u zegt: ook niet in te stemmen met de houding der drie RX. Ministers, wat mij trouwens in uw politieke voorlich ting in uw blad nooit is gebleken, tenmin ste het is nooit tot uiting gekomen. De derde noot spreekt van: er kan erger nis worden gegeven, en ook, dat er erger nis kan worden genomen. Die noot is in af wijking met de overige zeer weinig positief en daarom had u die opmerking wel weg kunnen laten. Ik had mij geërgerd aan uw verkeerde voorlichting. U had moeten weer leggen, dat zulks niet noodig was; daarin bleef u in gebreke. In noot 4 zegt u, dat het stukje van de „Opmarsch" bedoelde te zijn: het verklaren van de staatsrechtelijke positie der Minis ters,, maar hierbij moet ik u toch opmer ken, dat die verklaring is gegeven door den voorzitter van de R.K.S.P. als ver we. er tegen velerlei critische pers bes c h o-u w i n g e n over de door de R.K. Ministers aangenomen houding, als leden van de R.K.S.P., in het kabinet-Colijn. Zulk een verklaring is een verdediging en kan ook niet anders zijn. Dat u zulks ontgaan zou zijn en u daarom maar „zonder meer" de „Opmarsch" citeerde, neem ik niet aan. In noot 5 geeft u blijk zonderlinge opvat tingen te hebben over de grenzen, waaraan de meeningsverschillen in een organisatie zouden zijn gebonden, om de eenheid niet te breken. Ook hier is u te algemeen en door die algemeenheid onttrekt u zich aan een positief oordeel of het meeningsversch.il van de drie Ministers tegenover de R.K. S.P. de door u bedoelde grenzen al of niet heeft overschreden. Noot 6 spreekt twijfel uit over mijn per soonlijke waarachtigheid en geeft u een „fantasietje" van: 't scheepje van gezond verstand, dat bij stormweer niet in veiligen haven kan komen, dus maar rustig moet blijven dobberen (ook al is er geen pro viand meer aan boord), totdat de storm is bedaard en het weer rustig op de baren wordt. Dit lijkt wel iets' op wat dr. Colijn door de radio vertelde aan de Ned. kiezers, „kalm blijven, rustig afwachten", maar ook dr. Colijn vergat te denken aan pro viand, dat er bij honderdduizenden kiezers niet meer aanwezig is. Bij noot 7 wil ik opmerken, even goed als u de onwaarachtigheid af te keuren van hen, die om de politieke gevolgen de Kerk den rug toakeeren. Maar, geachte Redactie, zou u den kijk missen op de massa, wier on derscheidingsvermogen een gebrekkige is, welk vermogen tevens de reden is, dat zij, die zich aan de door u (niet door mij, ik had het over de onwaarachtigheid van de pers in 't algemeen) bedoelde onwaarach tigheid schuldig maken, jammer genoeg, de fijnvoelende gedachte missen, dat de Kerk Haar geloovigen als een Moeder lief heeft. Het is de verwarring, welke door de „een heidstheorie" wordt veroorzaakt, en daar om staan de verwarringstichters mede schuldig, dat hun broeders de Kerk den rug toekeeren. Als een Priester naar mijn overtuiging door de „eenheidstheorie" schuldig staat aan die verwarring, dan ben ik niet de aangewezen persoon om hem met mijn verwijten te treffen. Een Priester is voor mij iets anders dan een object van critiek en ik ken iederen Priester het abso lute recht toe, zijn eigen oordeel te hebben over de politiek en dat oordeel naar buiten uit te dragen, mits op de juiste plaats. Noot 8 geeft evenals noot 5 een zonder linge opvatting weer van het begrip prin- cipieel-organisatorisoh. Ook hier toont u een breede opvatting te hebben, binnen welks grenzen een politieke daad kan wor den gesteld. Eenzelfde breedheid van op vatting in de „eenheidstheorie", bij uw voorlichting van uw lezers toegepast, zou veel onheil voor de Kerk helpen voorko men. Wij hebben het echter over breede opvattingen van grenzen, waarbinnen iets mag gebeuren en of dat gebeuren al of niet principieel-organisatorisch is. Daar nu juist ligt het zwaartepunt. De engheid eenerzijds, de breedheid anderzijds. Dat is een gevolg van het feit, dat de RJC.SP. niet op compas vaart. Zij heeft haar steun toe gezegd aan een kabinet, waarvan men niet wist wat men verwachten kon op politiek terrein. Het was immers een extra-parle mentair kabinet! De Staatspartij meent op een gegeven oogenblik het kabinet een h a 11 te moeten toeroepen, zoodanig is dat meeningsverschil gestegen, dat het de gren zen van toelaatbaarheid, volgens de op vatting van de Staatspartij, heeft over schreden, want, om een meeningsverschil zonder meer, verwekt men toch geen re- geeringscrisis. Hier was dus wel degelijk een kwestie van principieel-organ isatori- schen aard. In de tweede alinea van noot 8 erkent u de vrijheid van meening verkondigen en volgen; uw breedheid van opvatting! De overige katholieken, ook al kan de Staats partij hen niet onder haar vleugelen ver zamelen (om haar verkeerde politieke da den), bindt u op het geweten, de candidaten van de Staatspartij te kiezen, omdat anders de Kerk gevaar loopt; uw engheid van op vatting! of, zooals ik het oorspronkelijk zeide: de onwaarachtigheid van uw voor lichting. Het laatste nootje is een traditioneele uiting van u geworden, zoo gauw iemand den moed heeft de R.K.S.P. openlijk verwij ten te maken. Maar u weet heel goed, dat ik my niet bepaal tot critiek in afbrek en den zin. U was zelf meermalen aanwezig in de vergaderingen van de Staatspartij, waar ik mij positief heb uitgesproken, wel ke richting men te volgen heeft Ik herin ner u aan de pogingen, die ik gedaan heb, reeds 4 jaar geleden, dat men dat extra parlementair gedoe moest loslaten en ko men met een program-ministerie, het vor men van het rood-zwart bloc. Daarin alleen ligt? heil voor het Nederlandsche volk en geen nadeel voor de Kerk, integendeel, dan was voorkomen een uittreden uit de Kerk, om het politiek gescharrel. Ik dank u. A. J. DE GRAAF. Dezer dagen plaatste iemand in de pers de opmerking, dat een journalist nooit wil erkennen, zich te hebben vergist Wij wil len deze bewering hier loochenstraffen. Wij erkennen ons vergist te hébben bij de plaatsing van het eerste ingezonden stuk van den geachten inzender. Wij hébben ni. niet voorzien, dat die eerste plaatsing zou ten gevolge hébben de inzending van een tweede stuk, waarin alles nog weer 'ns opnieuw wordt herhaald! Weer dezelfde beweringen, dezelfde beschuldigingen, de zelfde verwarring en bovendien een ver keerde weergave van wat wij schreven. Wij kunnen op dat alles niet opnieuw ingaan. Als inzender zulks beschouwt als een zwak heid onzerzijds, dan misgunnen wij hem dat pleizier niet. Alleen dit: Vrijheid, zoo groot als maar eenigszins mogelijk is, binnen de ééne politieke par tij, binnen de R.K. Staatspartij, is goed en gezond. Ook al zouden wij in een bepaald geval het gébruik van die vrijheid betreu ren en afkeuren, wij willen daarom die vrij heid zelve niet ontnemen, wij veroordeelen daarom het gebruik van die vrijheid niet als ki strijd met de éénheid der partij! Geheel iets anders is het gebruik van de vrijheid binnen de ééne politieke partij, geheel iets anders, dan het verscheuren van de éénheid in één politieke partij tot een verdeeldheid in verschillende politieke partijen. In dat laatste zien wij een gevaar en een zeer groot gevaar voor de hoogste be langen van Staat en Kerk. Zoo zien wij het in onze engheid en onze onwaarach tigheid! (Door omstandigheden is plaatsing van bovenstaand stuk vertraagd). 469e STAATSLOTERIJ (Niet officieel) 5de klasse, 3de lijst 'Trekking van Woensdag: 18 September 1935 Hoogc Prijzen f 1000— 482 1396 7851 f 200.— 54 6997 11971 f 100.— 1530 2123 4511 6376 7925 9707 11769 11949 13206 Prijzen van 70 27 53 146 197 225 290 354 393 573 812 928 1030 1094 1205 1291 1394 1467 1626 1708 1716 2035 2097 2197 2198 2246 2271 2370 2476 2487 2563 2708 2741 2775 2788 2873 2883 2941 3493 3817 3881 3960 4030 4155 4188 4413 4448 4477 4744 4836 4887 5073 5247 5356 5519 5551 5651 5813 5842 6083 6106 6302 7072 7091 7416 7517 7944 7960 8133 8161 8453 8544 8604 8618 8626 8803 8815 8828 8865 8932 9007 9123 9216 9574 9645 10098 10175 10420 10485 10576 10754 10832 11028 11211 11303 11329 11374 11440 11466 11579 11831 12113 12281 12540 13137 13139 13185 13458 13511 13575 13605 13615 13748 13822 13849 13987 13998 14047 14129 14596 14913 14914 15077 15090 15152 15228 15468 15484 15580 15593 15664 15738 15935 16034 16036 16582 16831 16968 17009 17102 17481 17752 17784 17872 17884 17919 17958 18200 18555 18628 18799 18974 19222 19553 19679 19759 19954 19995 20021 20285 20645 20648 20660 20828 20978 Nieten 23 103 115 147 157 188 189 226 335 520 521 671 630 647 661 720 1011 1029 1109 1161 1275 1391 1402 1437 1443 1460 1516 1519 1528 1658 1672 1675 1770 1874 1877 1892 1939 1940 1973 2001 2063 2137 2319 2338 2484 2533 2596 2603 2645 2669 2701 2744 2746 2783 2837 2841 2849 2861 2870 2904 2935 2963 2983 2990 3004 3006 3105 3116 3142 3233 3260 S289 3407 3410 3425 3477 3554 3574 3587 3588 3596 3705 3709 3801 3866 3915 3961 4022 4040 4043 4100 4108 4128 4145 4242 4313 4338 4346 4412 4419 4445 4454 4473 4547 4632 4646 4647 4691 4695 4701 4779 4788 4806 4838 4898 4955 4987 5001 5070 5095 5137 5156 5177 5206 5257 5335 5434 5449 5591 5614 5670 5734 5753 5761 5764 5810 5886 5952 5954 5990 6005 6016 6039 6049 6068 6135 6283 6339 6366 6373 6380 6410 6435 6461 6485 6504 6530 6647 6614 6633 6658 6664 6666 6697 6701 6736 6751 6791 6794 6905 6925 6957 6971 7023 7026 7178 7185 7229 7260 7273 7290 7360 7365 7376 7449 7462 7490 7546 7552 7740 7883 7915 8075 8086 8192 8198 8202 8207 8239 8340 8390 8532 8670 8718 8720 8769 8775 8802 8833 8858 8869 8889 8934 8964 8979 8985 8996 9045 9112 9210 9234 9264 9309 9335 9350 9352 9379 9413 9422 9511 9577 9605 9609 9637 9680 9746 9766 9731 9823 9849 9868 9981 9992 10034 10040 10053 10106 10128 10148 10160 10173 10302 10305 10339 10378 10454 10466 10529 10585 10586 10601 10604 10735 10736 10740 10743 10764 10800 10810 10925 10945 10946 11141 11190 11194 11296 11320 11338 11350 11357 11386 11414 11451 11523 11530 11632 11634 11734 11810 11853 11871 12047 12064 12067 12092 12104 12120 12127 12140 12466 12531 12534 12544 12612 12635 12678 12684 12745 12749 12769 12792 12830 12863 12924 12959 13033 13133 13141 13164 13336 13426 13437 13512 13513 13520 13581 13608 13633 13658 13671 13710 13726 13809 13842 13900 13959 14074 14123 14132 14137 14277 14349 14371 14379 14410 14422 14424 14435 14474 14479 14492 14578 14605 14606 14635 14640 14687 14705 14711 14730 14794 14830 14873 14890 14909 14996 15028 15069 15098 15137 15160 15165 15266 15277 15302 15351 15391 15405 15447 15480 15546 15561 15682 15720 15812 15816 15850 15892 15907 15979 15994 16042 16104 16107 16130' 16171 16185 16241 16352 16356 16368 16381 16389 16406 16428 16693 16694 16697 16702 16741 16766 16913 16958 16985 17014 17063 17211 17259 17265 17271 17283 17298 17443 17549 17607 17616 17662 17663 17689 17703 17802 17804 17806 17807 17861 17898 17909 17915 17918 17946 17998 18045 18104 18119 18145 18180 18210 18252 18265 18274 18303 18343 18361 18363 18370 18382 18391 18410 18436 18529 18605 18635 18641 18642 18675 18725 18761 18770 18915 18967 18980 18986 19020 10032 19056 19058 19125 19165 19168 19190 19200 19207 19226 19283 19374 19375 19398 19443 1S465 19542 19594 19669 19705 19742 19743 19752 19318 19843 19897 19922 19981 19994 19998 20104 20211 20222 20225 20242 20260 20338 20420 20470 20500 20602 20644 20785 20796 20807 20853 20951 Verbetering: 5e klasse, 2e lijst: 19660 m. z. 19620.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 7