26e Jaargang
MAANDAG 16 SEPTEMBER 1935
No. S218
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
1
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
VOORNAAMSTE NIEUWS
Overdracht rectoraat der
Leidsche Universiteit.
S)e £cieL<^(Boii/fca/rit
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week S 2.50 per kwartaal
By onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin bd
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur ea
verhuur, koop en verkoop: 0J6 j
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER
BLADEN.
Wie niet werkt, zal niet eten I
In de „Maasbode"-rubriek „Uit het Rijk
der Vrouwen" van Zondagochtend wordt in
een, overigens voortreffelijke gedachten
voorhoudend artikel deze verzuchting ge
slaakt:
Wie niet werkt zal niet eten, heette
het vroeger als een levenswet, maar
ook dat hebben wij weten te verzach
ten. Wie niet werkt heeft slechts zijn
hand op te houden en vadertje staat
geeft het ons niet als een aalmoes,
maar als een recht. Wij behoeven zelve
niet meer te zaaien en te maaien, en
toch worden we gevoed als vogelen des
hemels. Er zijn er, die zich daar zeer
wel bij voelen en die hopen altijd zulke
zorgelooze vogels, zoo niet des Hemels
dan toch van rijk en gemeente te blij
ven.
Zulk een oppervlakkige voorstelling van
de werkelijkheid kan niet anders, dan voed
sel geven aan de meening van hen, die van
oordeel zijn, dat het maar 'os uit moest
zijn met al dat ge-steun van overheidswege,
want daardoor wordt geschapen een klasse
van personen, die de werkloosheid als een
soort beroep, als een bron van vaste in
komsten gaan beschouwen; die liever werk
loos zijn, dan arbeiden!
„Wie niet werk zal niet eten, heette het
vroeger". Ja, wie, hoewel in staat
om te werken, niet wilde werken! Oók
vroeger was het on-christelijk, om
een mensch, die werken wilde, maar niet
werken kon, aan zijn droevig lot over te
laten. Maar het was vroeger een zeldzame
uitzondering, dat een valiede arbeider niet
in de gelegenheid was, om zijn brood te
verdienen, als hij dat inderdaad wilde.
En nu, nu zijn er, helaas, duizenden en dui
zenden, die in den rampzaligen toestand
verkeeren, dat zij gezond zyn, willen
werken, maar niet kunnen werken.... En
zou dan voor dezen moeten gelden: „Wie
niet werkt zal niet eten"?!
Och neen, de schrijfster van het geciteer
de artikel bedoelt het, natuurlijk, niet zoo
slecht. Zij zegt 't alleen maar heel onge-
lukkig. Ook haar bewering: dat er zijn, die»
zich daarbij, bij den overheidssteun, zeer wel
voelen, is daarom ongelukkig, omdat zij
zoo gemakkelijk aanleiding geeft tot een
wij drukken ons niet te sterk uit: weer
zinwekkend genera liseeren.
Zeker, daar zijn er onder de werkloozen,
die liever lui zijn dan moe ook wel door
een geestelijke en zedelijke aftakeling ten
gevolge van een langdurig niets-doen,
waaraan zij zelf geen schuld hebben.
Zeker, daar zijn er onder de werkloozen,
die werk-gelegenheid, voor hen behoor
lijke werk-gelegenheid, ontvluchten. En de
zulken moeten uit de „steun" in geld wor
den geweerd; en dat gebeurt ook.
Maar de groote massa van de werk
loozen zou graag willen werken, graag uit
het geestelijk en óók stoffelijk (men ver-
gete toch ook dit laatste niet!) droevig lot
van niets-doen worden opgeheven.
En daarom is dat generaliseeren, waarop
wij boven doelden, en dat men nog soms
hoort, zoo: weerzinwekkend.
Wie schrijft over werkloozen en over
steun en daarbij wijzen wil op misstanden
die er inderdaad wel bestaan, al wordt
er in deze héél veel overdreven moet in
zijn manier-van-zeggen juist zijn en zich er
vooral voor hoeden, de vereischte voorzich
tigheid betrachtend, dat hij die tallooze be
klagenswaardige eerlijke en respectabele
medeburgers, die door den ramp der werk
loosheid zijn getroffen, niet kwetst
Die voorzichtigheid heeft de schrijfster
van het hier besproken artikel ditmaal niet
betracht. Wij meenden goed te doen, met
daarop te wijzen.
Te veel Ingenieurs
Vandaag heeft aan de Universiteiten en
Hoogescholen de overdracht plaats van het
rectoraat, waarbij de aftredende rector-
magnificus een redevoering pleegt te hou
den. De een beperkt zich daarbij tot het
vermelden van feiten, althans in hoofd
zaak, de ander behandelt een of ander we
tenschappelijk onderwerp uit zijn vak, een
derde houdt er van, opmerkingen te maken
van actueele beteeken is.
Ter gelegenheid van de rectoraatsover
dracht aan de Technische Hoogeschool te
Delft heeft de huidige rector-magnificus
prof. dr. W. Reinders gewezen op het te
veel aan ingenieurs.
Jaarlijks komen er ongeveer 200 inge
nieurs bij.
Voor de zeer goede onder hen is het niet
moeilijk een plaats te verkrijgen, maar
aldus prof. Reinders werkelijk zeer goede
die zoowel door hun capaciteiten als door
him persoonlijkheid en karakter uitblin
ken, zijn onder de ingenieurs, evenals on
der iedere andere categorie van personen,
zeer schaars.
Een breede schare van goede en in som
mige opzichten zelfs voortreffelijke inge
nieurs kan geen met zijn leiding strooken-
den werkkring vinden. Dit is een teleurstel
ling voor hen zelf, voor hun ouders, die
groote financieele offers hebben gebracht;
dit beteekent ook een verlies van kapitaal
voor den Staat. De Staat legt aan de op
leiding van een ingenieur, bij een gemid
delden studietijd van 6 jaar, een bedrag
uit, dat op 6000 gld. kan worden geschat.
Prof. Reinders verklaarde met belangstel
ling het rapport der commisie ter bestu
deering van het vraagstuk der overbevol
king van de Universiteiten en Hoogescho
len tegemoet té zien.
Moet het aantal Studenten
worden beperkt?
De aftredende rector-magnificus der
Utrechtsche Universiteit, prof. dr. H. Boe-
kestein, constateerde in zijn rede, dat voor
het eerst sinds vele jaren, het aantal stu
denten afnemende is.
In ruimen kring, aldus spr., zal deze
mededeeling met voldoening worden ver
nomen. Zonder voorbehoud kon spr. daar
in niet deelen. Vooreerst, wanneer men
het verschijnsel eens niet uitsluitend van
universitair gezichtspunt beschouwt, maar
zijn sociaal begrip laat meespreken, vraagt
men zich met beklemming af, waar de hon
derden, die zich onder normale omstandig
heden ook zouden hebben laten inschrij
ven, een uitweg voor hun werkkracht ge
vonden hebben in een maatschappij, die
in nagenoeg alle takken van het bedrijfs
leven verlamd is. Maar bovendien, de ook
reeds vóór de crisis gekoesterde bezorgd
heid voor een duurzame toeneming van
het aantal studenten berust op de mee
ning, dat het aantal betrekkingen,
waarvoor academisch geschoolden noo-
dig zijn, als het ware van nature vastge
steld is en geen uitbreiding buiten de nor
male bevolkingstoeneming toelaat. Daar
tegenover mag de vraag gesteld worden of
het niet mogelijk en wenschelijk is althans
tot een deel van de maatschappelijke
werkzaamheden, die tot heden geacht wor
den te liggen béneden het peil of de waar
digheid van de universitair opgeleiden, toe
gang te zoeken voor onze afgestudeerden.
Voor deze taak, het maken var. propagan
da voor de indienstneming van academici,
is b.v. in Oxford een afzonderlijke oom
missie ingesteld, uit vertegenwoordigers
uit alle geledingen van de maatschappij
samengesteld. Zulk een streven zou moei
lijk zijn en misschien niet aanstonds tot
tastbare resultaten leiden; maar hoeveel
aantrekkelijker is het, dan het zoeken naar
kunstmatige middelen om het aantal stu
denten te verminderen, middelen, waar
onder het vaststellen van een numerus
clausus wel het stofnpzinnigste is.
Weinig Katholieke
Studenten
Aan de R.-K. Handelshoogeschool te Til
burg heeft de afgetreden rector-magnifi
cus, mgr. prof dr. Th. Goossens (die zijn
ambt heeft overgedragen aan prof. dr. A.
Weve O.P.) o.m. het volgende opgemerkt:
Misschien zou iemand aldus vervolg
de spreker de vraag willen stellen, of
het niet beter is, de studiemogelijkheden te
beperken. Immers in het cursusjaar 1918
1919 bedroeg in het geheele land het ge
tal afgestudeerden 540, in 1932'33 al
1485! Nu staat het statistisch wel vast, dat
er te veel afgestudeerden zijn. Maar niet
de statistiek op zichzelf heeft waarde, maar
hare interpretatie en zoo blijkt, dat in
1930 van de bevolking der Nederlandsche
Hoogescholen en Universiteiten 14 pet. Ka
tholiek was, terwijl 33 pet. der Nederland
sche bevolking Katholiek is! Hier is dus
een disproportie, die moet worden wegge
nomen door de studiemogelijkheden voor
grootere groepen Katholieken uit te brei
den, opdat ook de Katholieken de beschik
king krijgen over een zoo groote keuze van
geschikte personen als aan gene zijde! Met
een citaat uit de rectorale overdrachtsrede
van Nijmegen in 1934 lichtte de spreker
dat nog toe. Uit dit algemeen oogpunt be
zien, is het dus eerder verblijdend te noe
men, dat het aantal der Katholieke stu
denten gestadig toeneemt, aldus prof.
Goossens.
In het spelling-moeras
Dat minister Mar chant in dezen tijd heit
spelling-vraagstuk aan de orde heeft ge
steld, blijven wij nog altijd betreuren.
Maar nog meer te betreuren is de chaoti
sche. verwarde en verwarrende toestand
op spelling-gebied, die door de invoering
van de spelling-Marchant wel niet is ont
staan (er was al verwarring) maar toch
zeker is verergerd.
Op de scholen is zoo langzamerhand het
onderwijs in de spelling-Marchant alge
meen doorgevoerd, maar in het maatschap
pelijk leven nog niet. Dit kan voor dege
nen, die op school de spelling-Marchant
hebben geleerd, moeilijkheden geven bij
sollicitatie naar een betrekking op kan
toor of bureau.
Op verzoek van den Haagschen wethou
der van Onderwijs heeft nu dr. F. C. Do
minions een handleiding samengesteld „om
de spelling De Vries en Te Winkel te lee-
ren voor hen, die de spelling-Marchant ken
nen".
Het is een beknopt werkje, dat in een
vijftiental bladzijden de voornaamste re
gels van de spelling-De Vries en Te Winkel
geeft, voor zoover deze van de Marchant-
sche spelling afwijkt en zelfs nog iets meer.
Intusschen krijgt de jongere generatie,
in plaats dat haar de studie van de Neder
landsche taal wordt vergemakkelijkt, nu
twee spellingen aan te leeren.
De „Maasbode" stelt naar aanleiding
hiervan de vraag, of het geen tijd wordt,
dat eindelijk de knoop eens wordt doorge
hakt en één spelling als de officieele wordt
aangewezen.
Ja dat schijnt wel gewenscht, indien
daaraan geen nóg grootere bezwaren ver-
i bonden zijn. Wij denken aan de uitgevers
van schoolboeken, enz.
Wij zitten in een spelling-moeras.
VERLAGING KOSTEN NOODZAKELIJK
LEVENSONDERHOUD.
REGEERING HEEFT COMMISSIE VAN
ONDERZOEK INGESTELD.
Naar wij vernemen heeft de regeering
besloten, op korten termijn een onderzoek
in te stellen naar de mogelijkheid om tot
verlaging van de kosten voor het noodza
kelijk levensonderhoud te komen.
Ter voorbereiding van een en ander is
een commissie gevormd, waarvan het voor
zitterschap wordt bekleed door den minis
ter van Sociale Zaken, mr. M. Slingenberg.
In deze commissie hebben verder zitting als
vice-voorzitter de heer dr. ir. A. H. W.
Hacke, directeur-generaal van den Arbeid
en de heeren mr. A. M. Engels, chef van
de afd. Arbeid van het depart, v. Soc. Za
ken; A. v. Geelen Wzn. directeur-generaal
der Werkverschaffing en Steunverleening;
dr. W. L. Groeneveld Meyer, administrateur
bij he departement van Handel, Nijverheid
en Scheepv.; ir. A. Roebroeck, directeur-
generaal voor den Landbouw, terwijl de
heer Meyer de Vries, hoofdinspecteur voor
de Werkverschaffing als secretaris op
treedt. Het ligt in de bedoeling van de re
geering deze fcommissie binnenkort nog met
vertegenwoordigers van verschillende or
ganisaties uit te breiden. Intusschen is zij
reeds met haar werkzaamheden begonnen.
BUITENLAND.
Italië overweegt uittreding uit den Vol
kenbond. Alle landen keeren zich tegen
Italië. Engeland vast besloten zich te blij
ven verzetten. (2de blad).
De Rijksdag te Neurenberg neemt drie
wetten aan. Een nieuwe trap tegen de
Joden. (2de blad).
BINNENLAND.
De staking in de wollenstoffen-industrie
te Tilburg duurt onverminderd voort. (2de
blad).
Bij een brand in een carosseriefabriek te
Rotterdam verbrandden twaalf auto's.
(lste blad).
Mislukte moordaanslag te Den Bosch.
(Gem. Ber., 3de blad).
Heden geschiedde de officieele openstel
ling van het Juliana-kanaal. (4de blad).
LEID£IV.
De districtsdag der EL J. C. (lste blad).
Overdracht van het rectoraat der Leid
sche Universiteit, (lste blad).
Dispensatie vasten- en onthondingswet.
(lste blad).
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
ZEILEN: Na zes wedstrijden om het na
tionaal 12 Voetsjollenkampioenschap nog
geen beslissing. (2de blad).
ZWEMMEN: Nieuwe wereld- en Ned. re
cords. (2de blad).
CRICKET: Zuid-Afrika verslaat de Hol
land sche cricketploeg. (2de blad).
VOETBAL: De competitie van den K. N.
V. B. begonnen: U. V. S. en Alphen win
nen, Lugdunum speelt gelijk (2de blad).
ATHLETIEK: Donar wint de Estafette
„Dwars door Leiden". (2de blad).
Prof. dr. W. van der Woude over
de lotgevallen der Academie.
Hedenmiddag heeft in het Groot-Audi
torium der Leidsche Universiteit de over
dracht der rectorale waardigheid plaats ge
had.
De rector-magnificus, prof. dr. W. van
der Woude, heeft daarbij een overzicht ge
geven van de lotgevallen der Universiteit
in het afgeloopen studiejaar.
Wij ontleenen hieraan het volgende:
Aan den Senaat ontvielen in dit cursus
jaar 2 leden door den dood: dr. W. de Sit
ter, vanaf 1908 als hoogleeraar aan de Uni-
veristeit verbonden, vanaf 1919 directeur
der Sterrewacht en dr. F. A. F. C. Went.
Op 71-jarigen leeftijd overleed voorts te
Haarlem dr. G. C. van Walsem en, 76 jaar
oud dr. P. A. A. Boeser, oud-lector in de
Egyptologie, oud-onderdirecteur van het
Rijksmuseum van Oudheden, een grond
legger van de studie der Egyptologie in ons
land.
Nog een man, ver buiten Leiden bekend,
ontviel op 1 Maart aan de dienst der Uni
versiteit: dr. M. Jansen, wiens positie bij
de faculteit der medicijnen door „privaat
docent in de orthopaedie" onvoldoende
werd weergegeven.
Verder wordt gememoreerd bet overlij
den van J. A. Dikkeschey, custos achter
eenvolgens in het vroeger voor colleges in
gebruik zijnde gebouw in de Kloksteeg en
later in de Zeevaartschool en de studen
ten Wilhelmina Hilkina Vogelaar en Jan
Gerard Bruins.
Wegens het bereiken van den zeventig
jarigen leeftijd trad dr. A. Verwey, hoog
leeraar in de Nederlandsche letterkunde
en haar geschiedenis, benevens in de aes
thetische kritiek af.
De privaat-docent dr. Ph. H. Kuenen in
de geologie vertrok als lector naar Gronin
gen. Ook dr. Z. Kamerling, die sinds 1923
als privaat-docent in de faculteit der
Wis- en Natuurkunde voor indologische
studenten een gewaardeerd college over
tropische landbouw gaf, verliet de Univer
siteit.
Aan de Universiteit traden op:
Dr. H. A. Kramers, opvolger van prof. P.
Ehrenfest. Dr. G. O. E. Lignac, opvolger
van prof. N. Ph. Tendeloo. Dr. A. E. van
Arkel, opvolger van prof. F. A. H. Schrei-
nemakers. Dr. W. A. Goddijn, opvolger van
prof. L. E. Goester. Dr. C. J. van der
Klaauw, opvolger van prof. H. Boschma.
Mr. J. J. Schrieke, evenals mr. F. D. Holle-
man opvolger van prof. C. v. Vollenhoven.
Dr. J. P. W. de Josselin de Jong, opvolger
van prof. A. O. Nieuwenhuis en dr. S. E.
de Jongh, de lang ontbeerde opvolger van
prof. W. Storm van Leeuwen.
Drie faculteiten werden versterkt door
toelating en intrede van privaat-decenten;
de juridische door mr. M. M. van Praag,
de litteraire door dr. J. Tielrooy, die der
wis- en natuurkunde door dr. J. Haantjes,
achtereenvolgens met de opdracht college
te geven in hoofdstukken uit het admini-
tratief recht met betrekking tot de stede-
bouw, de moderne Fransche letterkunde
en de differentiaalmeetkunde. In de medi
sche faculteit trad dr. W. C. Meis gedu
rende de ziekte van dr. Jansen als tijdelijk
PROF. DR. W. VAN DER WOUDE.
privaat-docent in de orthopaedie op.
De plaats, zoowel in de faculteit der
Wis- en Natuurkunde als in het bestuur der
Sterrewacht door het overlijden van De
Sitter ledig gelaten, werd op 28 Mei op
nieuw bezet. Tot zijn opvolger, gewoon
hoogleeraar en tevens directeur der Sterre
wacht werd benoemd dr. E. Hertzsprung.
tot dusver buitengewoon hoogleeraar en
adjunct-directeur; in beide functies werd
hij weer door de lector-conservator dr. J.
H. Oort opgevolgd. In de functies van dr.
Oort werd tot dusver niet weer voorzien.
Als opvolger van Verwey werd dr. P. N.
Vein Eyck tot hoogleeraar benoemd. In de
plaats van de privaat-docent Kuenen
kwam dr. L. U. de Sitter; dr. N. Tinbergen
en dr. A. C. F. Buschkiel, werden toegela
ten als privaat-docenten in de algemeene
zoölogie en in de hydrobiologie.
De beteekenis van wat men veelal „de
strijd om" of „de jacht naar het nulpunt"
noemt, kon beter in het licht gesteld wor
den door van „het onderzoek der materie
bij lage steeds lagere temperaturen" te
spreken. Maar ongetwijfeld is het berei
ken van een voorloopig extreem, het
„nieuws", dat de meeste indruk maakt. De
Haas bracht het tot 0.003 gr.; of misschien
later het aantal nullen nog vermeerderd is,
is mij, aldus spr., op dit oogenblik onbe
kend. De Royal Society London, kende hem
de slechts zelden uitgereikte en daarom
hooggewaardeerde Rumford-medaille toe.
De ordening der archieven van Senaat
en faculteiten werd op het algemeen rijks
archief voltooid tot 1877. Het is wel eigen
aardig, dat bij deze ordening uit het ar
chief der curatoren stukken voor den Hqg
kwamen, die tot dat van de Senaat be
hoorden en betrekking hadden op de aca
demische vierschaar. De Senaat heeft deze
ter bewaring afgestaan aan het algeneen
rijksarchief.