3)e Êéictoelve Gou/tomfc In de residentie werd Dinsdag de Emma bloem -collecte gehouden Nie mand ontkwam aan het waakzaam oog der col lectrices Koninginnedag te Batavia. De gouverneur-generaal bij de parade op het Waterlooplein te Batavia. Rechts van hem de vlootvoogd, vice-admiraal Van Dulen De reünie der deelnemers, gereed voor den start van den zesdaag- schen motorrit te Oberstdorf In de Volkenbondstad. Eden verlaat zijn hotel te Geneve om een partijtje tennis te gaan spelen Goede maatjes op de groote fokvee-tentoonstelling, welke Dinsdag te Utrecht werd gehouden De drie Dragon-Rapide vliegtuigen, bestemd voor de karteering van N?euw Guinea door de K.N.I.L.M. lijn met hun bemanning onder leiding van kapitein C. A Koppen naar Indiê vertrokken. De expeditie leden. In het midden kapitein Koppen FEUILLETON. HAAR MOEDERS EVENBEELD Naar het Engelsch van LOUIS TRACY. (Nadruk vwooden). Zoodra de poütieboot met naar „aan hangsel" gepasseerd was, doofde de pu blieke belangsteling en ook het meisje spoedde zich voort. Ze sloeg een van de straten in, die naar het Whitefriars-dis- trict leiden, bereikte den achteringang van een somber en weinig aantrekkelijken ach- terbouw van een der groote warenhuizen en begon snel de steenen trappen te be klimmen. Ze was buiten adem van inspan ning, toen ze boven kwam, want de kost bare tien minuten van vrijheid waren al te gauw omgevlogen. Ze had een kleur, haar oogen glinsterden na de opwindende ervaringen van zoo even, en toen ze, de ruime pakzalen op de derde verdieping binnentrad een expeditie-afdeeling van het warenhuis, waar zij met een goede hon derd andere meisjes werkzaam was zag ze er bepaald aantrekkelijk uit. Er waren twee menschen, aan wie dat onmiddellijk opviel, maar htm waarne ming wekte zeer verschillende gevoelens bij hen op. „Je bent weer laat, Winifred", snauwde juffrouw Sugg, de vrouwelijke afdeelings- chef. „Ik zal er verder geen woord aan verspillen ik heb grooten lust om je op staanden voet gedaan te geven". Winifred Bartlett's kleur verdween bij dit onheilspellende dreigement. Het had moeite genoeg gekost om in dezen tijd, die zooveelen tot leegloopen dwong, werk te vinden; haar baantje kwijtraken beteeken- de op het oogenblik met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid ingelijfd te worden bij het groote leger der werkloo- zen. En zelfs de paar shilling die ze in de week verdiende, waren onmisbaar in haar nederig huis. „Neemt u mij niet kwalijk, juffrouw", stamelde ze. „Ik dacht juist, dat ik niet laat was; ik ben eerder de deur uitgegaan dan gewoonlijk." „Onzin", was het onvriendelijke be scheid. „Welk excuus kun je dan hebben om te laat te zijn, als je op tijd van huis bent gegaan. Het is prachtig weer!" „Zeker," verdedigde Winifred zich be deesd, „maar ik bleef staan kijken toen een politieboot voorbijkwam met het bootje op sleeptouw waaruit gisteravond den moord op het Lagerhuisterras is gepleegd." De stem van het meisje klonk wonderlijk zacht en beschaafd. Ook haar waorden keus was die van iemand, die in deze omgeving misplaatst bleek ,,'n Mooie boel", gromde de nijdige chef, „wanneer moorden moeten dienst doen als excuus voor te laat komen!" „Kom, kom, juffrouw Sugg," mengde zich Mr. Fowle sussend in de discussie, „deze jongedame is toch niet zóóveel over tijd, dat het de moeite waard is daar een dergelijk spektakel over te maken!" Mr. Fowle behoorde tot den directie-staf der onderneming en het toezicht op de ex peditie-afdeeling was een deel van zijn taak. Sinds Winifred was binnengekomen had hij met klemmende bewondering naar haar mooie gezichtje gestaard. „Jongedame!" grauwde Miss Sugg en er lag een wereld van honende minachting in haar uitroep. Het scherpste scheldwoord zou haar verontwaardiging en ergernis niet zoo afdoend hebben vertolkt. „Ja zeker.... ze is toch niet oud!" pa reerde Mr. Fowle. „Het is in orde juffrouw Bartlett. U kunt aan uw werk gaan." Hij gaf haar nog een brutaal-streelenden blik en Winifred liep naar haar plaats aan een der lange paktafels. Ze had een be verig, duizelig gevoelwas volkomen van haar stuk gebracht. Ze was minder bang voor de onbarmhartige juffrouw Sugg dan voor den honing-zoeten overvriende- lijke „mijnheer-van-het-kantoor-beneden", die veel vaker hier in de expeditie-ruim ten rondzwierf, dan voor het werk noodig scheen. Er was iets in zijn manier van doen, iets dat ze niet definieeren kon, dat haar onuitsprekelijk verontrustte. „Ik hoop, dat hij verder maar niets tegen me zegt", dacht ze. Haar wensch was even wel niet bestemd om in vervulling te gaan. Vóór toen minuten verloopen waren had Mr. Fowle een voorwendsel gevonden om haar nabijheid op te zoeken. Ze voelde, meer dan ze zag, dat hij haar aanstaarde en een vuurroode blos trok over haar ge zicht toen hij het woord tot haar richtte. IV. Bezoek m het Warenhuis. „Heb ik goed verstaan, Miss Bartlett", begon hij, „dat u bij uw binnenkomen aan Miss Sugg vertelde, dat de politie de boot, die bij die Lagerhuis-tragedie werd ge bruikt, gevonden heeft?" „Dat heb ik hooren vertellen", antwoord de ze koel, met haar heele aandacht schijn baar bij haar werk. Ze zou Mr. Fowle niet de minste aanleiding geven om de conver satie te rekken, nam ze zich voor. Haar antwoord scheen hem niet aan te staan. Bovendien, het was een ongewone gewaarwording voor hem, dat zijn atten ties zoo onverholen afgewezen werden. „Van wien hebt u dat gehoord, als ik vragen mag?" Zijn stem klonk een tikje scherp. „Dat kan ik vl heusch niet zeggen", Wi nifred hield haar oogen strak gevestigd op het stapeltje boeken, dat ze bezig was in te pakken. „Ik zag een oploop op het Em bankment en ik hoorde een man zijn ka meraad toeroepen, dat de boot gevonden was." Deze uiteenzetting voldeed Mr. Fowle beter dan Winifred's eerste antwoord. Hij was geneigd geweest ar uit af te leiden, dat dit aardige meiske hetgeen waarlijk niet te verwonderen zou zijn een vasten vriend had, die haar eiken ochtend naar haar werk en eiken middag naar huis bracht en dat ze het nieuws van dezen be geleider had. En deze veronderstelde com- phcatie strookte weinig met Mr. Foyle's nobele bedoelingen. HU wist niet dat alk jongelui van de kantonren en de verkoop- afdeelingen achtereenvolgens htm goed* diensten voor het bovengenoemde doel hadden aangeboden en op zoo'n ontmoe digende manier de kous op den kop gekre gen, dat het pleizier hun was vergaan on de eerste acht dagen een meosje aan te kij ken! ,,'t Spijt me, det ik ook niet op het Em bankment was", hernam hij, „speciaal op zoo'n prachtigen ochtend. Wandelt u elkea dag langs de rivier, juffrouw Bartlett?" „Neen." Haar blos werd dieper bij ziju aanhouden. „Ik ga haast altijd rechtstreeks van huis hierheen." „En gaat u 's middags altijd direct naai huis terug?" „Altijd." „En is er nooit een uitzondering op dien regel?" Ze keek hem recht in het gezicht; haai verontwaardiging gaf haar moed. „Het is voorschrift hier op de afdee- ling, Mr. Fowle", zei ze, „dat de meisjes tij dens de werkuren niet mogen praten, be halve als het voor het werk absoluut noo dig is." „Wat heeft dat te maken met mijn vraag?" „Wel, ik ben overtuigd, dat u niet wilt, dat ik moeilijkheden krijg, maar die zou den niet uitblijven, als u mij or brengt, op deze manier de voorschriften te over treden." (Wordt verrolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5