3)e£ciebdve6ou/fcomt In de sluis te Gouda is door het losraken van een scheepsanker de drempel der sluis ontzet. Een duiker is thans bezig om met behulp van een pneumatischen hamer de ijzeren plaat weer vast te zetten Voor het nieuwe stadhuis van Leiden is Maandag de eerste paal geheid, welke nog door ongeveer 675 andere gevolgd zal worden Het transport van een der deelnemende Duitsche toestellen aan de internationale zweefvliegwedstrijden op de Jungtraujoch uit de grillig gevormde kloven van het met sneeuw en ijs bedekte geberote. waar dè zweefvliegers hun prestaties verrichten De duizend ton wegende brug, geconstrueerd voor de Dijksgracht te Amsterdam, is Maandag op haar plaats van bestemming aangekomen Oberstdorf in het teeken van den zesdaagschen-motorrit, waaraan vele inter nationaal bekende rijders deelnemen Een hartelijk weerzien bij de aankomst der geredde passagiers van het s.s. „Do ric" te Londen Officieren van den Abessynischen generalen staf verlaten het keizerlijk paleis te Addis Abeba na een conferentie met den Negus FEUILLETON- IN DE SCHADUW VAN „BIG BEN". Maar Mr. Meiklejohn zelf was vc zeer geschokt door de verschrikkelijke gebeur tenis, waarvan hij voor een deel oogge tuige was geweest, om de autoriteiten veel inlichtingen te kunnen geven. Verward en afwezig verklaarde hij, dat de vrouw in kwestie een volslagen vreem de voor hem was geweest. De mededee- lingen van den politie-agent, die het twee tal had gadegeslagen klopte weliswaar niet met deze verklaring, maar de afdee- ling van Scotland Yard, die de aangele genheid behandelde, moest noodgedwon gen een nader onderzoek naar dit punt la ten rusten tot Mr. Meiklejohn zijn geeste lijk evenwicht weer eenigszins zou heb ben teruggevonden. De rivierpolitie zocht over een afstand ▼an verscheidene mijlen de rivier af. Het tij viel en de nieuwe dag brak aan, maar de moeizame arbeid bleek tevergeefsch; geen spoor van het roeibootje of zijn mis dadige opvarenden, noch van het lichaam van Lord Tower werd ontdekt. Het was een geheimzinnig geval, op windend en huiveringwekkend van ge heimzinnigheid. En in het brandpunt van het raadsel stond he+ feit, dat Mr. Meik lejohn, afgevaardigde van North Loams- hire, een sleutel tot de oplosing scheen te bezitten en dat bezit met de meeste stel ligheid loochende. Zoodra hij er kans toe zag verschanste hij zich op zijn kamers in Victoria Street en een discrete bediende poeierde alle bezoekers af met de nadruk kelijke verzekering, dat Mr. Meiklejohn in bed lag en te ziek om iemand te ont vangen. m We maken kennis met Winiford. De couranten waren den volgenden dag letterlijk razend van opwinding. Het is daar ook warempel geen dagelijks voor komende gebeurtenis, dat een lid van het parlement met een lasso van het terras wordt getrokken, en hals over kop in de Theems plonst. Menschen, die allerminst tot de geregel de krantenlezers behoorden, waagden zich dien ochtend tegen hun gewoonte hun pen ny aan een nummer en verslonden alle bijzonderheden van het misdrijf. Een van de bladen, het meest sensationeel van een voor geen kleintje vervaarde sensatiepers, kondigde in een daverende „headline" over de breedte van de geheele frontpagina aan, dat zijn redactie over „zeer speciale in lichtingen" beschikte en dat de lezers „schokkende en opzienbarende onthullin gen" konden tegemoet zien. Een meisje dat Blackfriars Bridge pas seerde met den onderbroken stroom, die el- ken morgen van het Zuiden van Londen naar de City golft, om den dagelij kschen arbeid te gaan verrichten, kocht 'n beetje verlegen een exemplaar van het bedoelde blad en terwijl ze haar weg vervolgde over het Embankement, vertraagde zij haar stap. Het was een heel knap meisje, arme lijk maar netjes gekleed en haar heele per soonlijkheid maakte den indruk van niet- op-zjjn-plaats-zijn tusschen de andere meisjes, die zich op dit vroeger uur naar winkels, werkplaatsen en ateliers haast ten. Ongetelde duizenden van jonge vrou wen komen tusschen zeven en negen uur over Blackfriars Bridge de City binnen, maar de meesten zijn opgewekt, levendig, uitbundig en herrie-achtig zelfs.... reso lute types, die je duidelijk laten merken, dat ze drommels goed op zichzelf kunnen passen. Maar dit meisje was anders. Noodzaak dwong haar eigen brood te verdienen, maar zelfs de harde leerschool van Lon den, „de stiefmoeder met het steenen hart" scheen in staat geweest haar zelf vertrouwen bij te brengen. Een kerkklok sloegkwart over ach ten. Het meisje glimlachte met een kinder lijke vreugde, die iets aandoelijks had. „Wat bof ik vanochtend", peinsde ze in een piezierige stemming, „ruim tien minu ten vóór mijn tijd en rijk genoeg om een krant te koopen! En dan zoo'n balige mor gen Het was inderdaad een stralende, klare herfstochtend, alsof de zon een glorieus afscheid van Londen wilde nemen voor de stad gehuld werd in de grauwe nevelen van den winter.. Onder de boomen aan den waterkant bleef ze staan en vouwde haar krant open. Die gaf het relaas van Lord Tower's rampzalig lot, zooals het zich had toegedra gen; alleen was Mr. Mieklejohn's zonder linge connectie met het gebeurde verzwe gen. Maar een „goed-geinformeerde" ver slaggever scheen toch iets opgevangen te hebben omtrent feiten, die de officieele instanties zorgvuldig achterhielden. „Er loopen duistere geruchten in het Huis", wist de journalist mede te deelen, „dat nog andere dan de beide desperado's in de boot, in deze mysterieuze tragedie betrokken zouden zijn. Er wordt gefluisterd dat een algemeen bekend en geacht par lementslid, als hij wilde, eenig licht zou kunnen verspreiden over hetgeen tot op dit oogenblik een onverklaarbaar misdrijf is, een misdrijf, dat ongelooflijk zou moeten heeten, als er zekerheid bestond, dat het inderdaad gepleegd is." Het bericht bepaalde zich tot deze vage aanduidingen; het vertelde nog niet, wat de schrijver vermoedelijk ook reeds be kend was, dat de autoriteiten er bij Mr. Meiklejohn, afgevaardigde van North Loamshire weldra ernstig op zouden aan dringen hen in te lichten over zijn doen en laten in de uren voorafgaande aan het gebeurde op het parlementsterras. Terwijl het meisje met groote, verbaas de oogen het verbijsterende nieuws in zich opnam, in zalige onbewustheid van den in vloed, die de misdaad op haar eigen on middellijke toekomst zou oefenen, ontstond er onverwacht opschudding onder de men- schenstroom op het Embankement. Voorbijgangers bleven met een ruk staan en holden naar de steenen borstwering en keken uit over de rivier. Taxi's stopten en de chauffeurs wendden zich met een korte mededeeling naar de verbaasde passagiers. Zelfs een bus minderde vaart; de men schen bovenop rekte him halzen uit om te zien, wat er gaande was, terwijl sommige op avontuur beluste inzittenden haastig uit den wagen sprongen om zich bij de steeds aangroeiende menigte aan den wa terkant te voegen. „Ze hebben de boot", schreeuwde een arbeider naar een kameraad midden op den weg. Het meisje hoorde het en begreep, dat ze het over het schuitje hadden, dat zoo'n voorname hol had gespeeld in de gebeur tenissen van den vorigen avond. En inderdaad, een dienst vaartuig van de politie kliefde snel de wateren van de Theems, met een klein roeibootje op sleep touw. Het was ontdekt door den waker op een tijdelijk niet gebruikten steiger in de na bijheid van Waterloo Bridge. Het feit, dat de boot in kwestie daar niet thuishoorde en er voor zoover hij wist den vorigen avond en 's nachts niet was geweest, ge voegd bij de aanwezigheid van een lange, druipnatte, doorweekte lijn met een loo penden knoop aan het einde, wekte zijn argwaan. Hij stelde een surveilleerenden agent in kennis van zijn vondst waarop de rivierpo litie het vaartuigje was komen ophalen en het nu naar het hoofdbureau tieiïpïa (Wordt rerröIgÉQ.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5