HET GROOTE AVONTUUR IN
ABESSINIË
Genevè benoemt een commissie van vijf
BUITENLAND
ZATERDAG 7 SEPTEMBER 1935
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 5
Een interessant interview
Met gewezen instructeur van het Abessijnsche leger
Wij zijn in staat sen interessant
onderhoud te publiceeren met
Hans Jannasch, ex-militair-instruc
teur van Abessinië. Jannasch, die
eerst den Boeren-oorlog had mee
gemaakt, vertoefde van 1902 tot
1926 als militair-instructeur in
Abessinië, waar hij ander Keizer
Menelik een groote rol heeft ge
speeld. Thans woont hij weer in
zijn geboortestad Berlijn. Hij geldt
als een der beste Europeesche ken
ners van Abessinië en is voor al
les deskundige op het gebied der
verdediging van dat land.
„Tk heb bewondering", aldus begon de
heer Jannasch het gesprek, „voor het Ita-
liaansche en Abessinische volk. Ik heb eer
bied voor Italië, dat onder Mussolini zoo
snel voorwaarts is gekomen. Maar mijn
respect voor Abessinië is niet minder groot
Bedenk eens, dit land wist duizenden jaren
stand te houden en zichzelf te blijven. En
ondanks zijn isolement kwam het toch
voorwaarts. Ik vind het tragisch, dat nu
blijkbaar de oorlog zal uitbreken, die,
daaraan valt niet te twijfelen, voor beide
landen veel ellende zal brengen."
Hoelang zal deze oorlog duren?
„Italië rekent op één jaar echten oor
log. Dan zal er nog een guerilla-oorlog ko
men, die drie jaar kan duren. Dit meen en
althans de verantwoordelijke Italianen".
Is U het daar niet mee eens?
Ik weet niet, op welke wijze Italië oorlog
wil voeren. Hoeveel man zal Italië naar
Afrika zenden? Enhoeveel geld heeft
Italië ter beschikking? Zeker, wanneer
Italië geld genoeg heeft, zal het in staat
zijn, het Abessinische leger op alle fronten
te verslaan. Maar daarmee heeft het heel
Abessinië nog lang niet veroverd. Heel
Abessinië te bezetten, lijkt mij haast een
ding der onmogelijkheden. Vooral in ver
band met de financieele kwestie. Want la
ten wij het niet vergeten, een kolo
niale oorlog is erg duu r."
Hoeveel troepen zouItalië noodig
hebben, om heel Abessinië in zijn macht
te krijgen?
„Op die vraag is geen positief antwoord
te geven. Met minder dein één millioen man
zal het echter niet gaan. En volgens mijn
informaties wil Italië voorloopig althans
niet meer dan 250.000 man sturen. Met
250.000 man kan het wel op enkele
fronten diep in het land binnen drin
gen en strategisch belangrijke punten be
zetten.
Over hoeveel man beschikt Abessinië?
„Nominaal over 350.000 man. Niet alle
soldaten zijn echter goed uitgerust en ge
ïnstrueerd. Abessinië heeft slechts 50.000
man regulaire troepen, die goed bewa
pend zijn. Verder kan Abessinië 100.000
man in het veld brengen, die wel een mo
dem geweer hebben, maar die toch niet
met de Italiaansche troepen te vergelijken
zijn. En dan heeft Abessinië nog 200.000
man reserve, met ouderwetse he achterla
ders bewapend."
Dus het Abessinische leger is zeer
primitief?
„Toch niet al te primitief. Men moet het
niet onderschatten. Er wonen in Abessinië
namelijk zeer moedige stammen. De Am-
hare bijv. leveren prima infanterie. De
Galla zijn uitstekende cavalerie. In het
algemeen is het Abessinische menschen-
materiaal voortreffelijk. En dan het uit
houdingsvermogen! Dit gaat alle beschrij
ving te boven. In bergstreken zal de Abes
sinische infanterie 50 tot 70 km. per dag
en zelfs per nacht kunnen afleggen. De
Italianen zullen vol bepakt op bergachtig
terrein nauwelijk 15 km. per dag halen.
Wat de Italianen door him betere bewape
ning voor hebben, dat wordt dus gecom
penseerd door het grootere uithoudings
vermogen, door den moed en vooral de
snellere bewegelijkheid der Abessiniërs.
Bovendien vechten zij in hum eigen land
en zij zullen een veel kleiner ziekte- en
sterfte-percentage door ziekte hebben dein
de Italianen".
Vertelt U iets van het klimaat in Abes
sinië en in de Italiaansche koloniën.
„Van de Italiaansche koloniën in Oost-
Afrika heeft alleen het bergachtig gedeel
te van Erythrea, dus het gebied in de om
geving van de hoofdstad Asmara, een goed
klimaat. In Zuid-Oost-Erythrea, waar de
havenstad Assab ligt, en in Italiaansch
Somaliland is het klimaat allerverschrik
kelijkst, zoodat een groot gedeelte der Ita
lianen, die vanuit deze gebieden zullen op-
marcheeren, ziek en lichamelijk verzwakt
in Abessinië zullen aankomen. Wat Abes
sinië betreft, het grootste gedeelte van dit
land is hooggebergte; het klimaat is daar
gunstig, althans voor hen, die eraan ge
wend zijn. Alle vreemdelingen kunnen dit
tropische bergklimaat evenwel niet verdra
gen. Oost-Abessinië, o. a. Ogaden, Egt veel
lager en is in de nabijheid van de grens
van Italiaansch Somaliland eveneens zeer
ongezond. Ook het gebied ten Zuid-Wes
ten van Assab en ten Westen van Fransch-
SomaEland heeft een slecht klimaat. Daar
mondt namelijk in het moeras de rivier
Hawasch uit, die evenmin als de rivier
Webbi Schebeli, die naar Italiaansch Soma-
Eland stroomt, de zee bereikt."
Hoeveel man heeft Italië thans reeds
naar Oost-Af rik a getransporteerd?
180.000 man. De helft hiervan zijn ech
ter genie, pioniers of werkEedenafdeelin-
gen. Wil het Italiaansche leger goed ope-
reeren, dan zullen er nog veel meer werk
Deze zal het vraagstuk onderzoeken
Ontspanning merkbaar.
lieden noodig zijn. Italië moet wegen aan
leggen, ook in zijn eigen koloniën. Vooral
autowegen zijn absoluut noodzakelijk. Ver
der telefoonleidingen, vlieghavens, Roode
Kruis-stations en wat dies meer zij. Wan
neer Italië werkelijk een modernen oorlog
wil voeren, dan is er een technische voor
bereiding noodig, zooals nog nooit bij een
kolonialen oorlog het geval is geweest.
Abessinië is zoo groot! Alleen de grens
tusschen Abessinië en de Italiaansche ko
loniën bedraagt 1800 km."
Wat denkt U van de operaties?
„Uit de verdeeling van de troepen blijkt,
dat de Italianen hun hoofd-operatie in het
Noorden zullen uitvoeren. De grens tus
schen het Asm ara-gebied en Abessinië
loopt daar door een bergland van 2000 tot
2400 meter. Ik zeide reeds, dat het klimaat
daar goed is. Echter zijn er de dagen zeer
warm, de nachten zeer koel. Temperatuur
verschillen van 30 graden Celsius zijn er
geen uitzondering. Een al te vlug o peree
ren der Italianen in dit gebied zal meni-
gen Italiaan een longontsteking kunnen
bezorgen".
Hoe is dit gebergte te forceer en?
„Op twee punten. De beste invalspoort
Egt in het uiterste Noord-Westen, dus bij
Om-Ager, waar de Takase stroomt. Vanuit
dit punt zouden de ItaEaansche troepen be
trekkelijk gemakkelijk in de hoogvlakte
kunnen doordringen en het Tanameer, dat
op 1700 m. hoogte Egt, kunnen bereiken.
Toch weet ik niet, of Italië van deze poort
gebruik zal maken."
Waarom niet?
„Omdat dit Noord-Westelijke gedeelte
van Abessinië tot het Engelsche interesse
gebied behoort. Het is de vraag, of Enge
land dit zou dulden. Maar gesteld, dat
Italië inderdaad deze operatie uitvoert, dan
moet het er mee rekenen, dat de Abessi
niërs in dit gebied zeer sterke
strijdkrachten onder het op
per b e vel van den uitste
kenden strateeg Ras Kassa
hebben geconcentreerd. Er zou zich daar
een slag in grooten stijl kunnen ontwik
kelen."
En de tweede invalspoort aan de
Noordgrens?
„Die Egt ten Noorden van Adua. Het
is dezelfde deur, waar Italië in 1896 van
gebruik maakte. Die deur werd toen even
wel zoo krachtig dichtgesmeten, dat de
heele wereld erover verbaasd stond. U
herinnert zich, dat Keizer Menelik het
ItaEaansche leger in 1896 bij Adua ver
nietigde. Psychologisch Ejkt het mij nu
zeer verklaarbaar, dat de Italianen voor de
nederlaag van Adua van 1896 revanche
zouden willen nemen en hun hoofdkrach
ten op Adua zullen ooncentreeren, ook in
verband met het feit, d<at de Italianen van
uit de hoofdstad Asmara naar het Adua-
gebied over de zooeven genoemde wegen
beschikken, die inderdaad in uitstekenden
staat zijn. Van Addis Abeba naar Adua
loopen in tusschen ook twee wegen, die of
ficieel den naam van karavaanwegen dra
gen, maar natuurlijk den laats ten tijd zeer
zijn verbeterd. Abessinië weet, welke ge
varen het hier bedreigen en het staat vast,
dat het met zijn verdedigingsplannen
klaar is."
Dus ge verwacht, dat de ItaEanen da
delijk terug zullen worden geworpen?
„Ik ben de laatste, om een dergelijke
verwachting uit te spreken. De Abessiniërs
verraden hun strategie nooit. Aan nie
mand! Het is ook mogelijk, dat zy er de
voorkeur aan geven, de ItaEanen eerst in
him land een aardig eind in te laten drin
gen. Ik weet aUeen, dat Abessinië met de
mogeEjkheid van een forceering van de
grens tan Noorden van Adua rekening
houdt."
En nu de andere grenzen?
„De 10.000 ItaEanen, die in Assab geland
zijn, zullen hoogstens schijnbewegingen
trachten uit te voeren. Wat kunnen zij be
ginnen? Niets! In Assab regent het nooit.
Het is er een heL Er is geen water. ItaEë
zou eerst tot aan de Hawasch-rivier moe
ten doordringen. Het zou dan kunnen trach
ten, den spoorweg Dj iboeti-Addis Abeba,
den eenigen spoorweg, die er in Abessinië
is, te bereiken. Deze manoeuvre lijkt mij
echter uitgesloten. ItaEë zou er een te hoo-
gen tol aan het kEmaat bij moeten beta
len".
En vanuit Mogadischo?
„De daar ontscheepte Italianen moeten,
alvorens de grens te bereiken, 400 K.M.
afleggen. Dan moeten zy nog eens 500
K.M. marcheeren, voor zij bij het Abessy-
nische gebergte zijn. Ik reken nu enkel
met den afstand onder hemelsbreedte. In
werkeEjkheid is de afstand nog veel groo-
ter. In het lager gedeelte van Ogaden is
het ontzettend heet. Het is er koortsach
tig. Er zijn tenslotte slechts twee rivie
ren, waarlangs men kan oprukken. En
wanneer de ItaEaansche troepen dan ein
delijk half verlamd bij het gebergte aan
komen, dan worden zij daar opgewacht
door de Abessyniërs, die buitengewoon
sterke posities innemen".
U vindt dus de moeilijkheden voor
de ItaEanen enorm?
„Inderdaad. En nu wil ik herinneren
aan den Boeren-oorlog. 300.000 Engelsche
soldaten moesten hieraan te pas komen.
Het duurde twee en een half jaar. De kos
ten bedroegen 5 miUiard mark. Zal ItaEë
goedkooper uitkomen? Of zal het veelvoud
van dit bedrag noodig zijn? De ItaEaan
sche soldaat mag eenvoudiger in zijn le
venswijze zijn dan de Engelsche, maar
wjj moeten niet vergeten, dat Italië een
DE ITALIANEN VERLATEN WEER DE
ZITTING.
Na een besloten bijeenkomst van den
Volkenlbondsraad is te ruim 5 uur gister
middag de Raad in openbare zitting bij
een gekomen. Zoodra de voorzitter den
Abessijnschen vertegenwoordiger verzocht,
plaats te nemen, stond Baron Aloisi van
zyn zetel op en verliet wederom, verge
zeld van de overige leden der Italiaansche
delgatie, de zittingzaal.
Na het vertrek der Italianen besloot de
Raad tot instelling van een Commissie van
Vijf, die het géheele conflict moet onder
zoeken en naar een vreedzame oplossing
moet streven. In de commissie werden ge
kozen de vertegenwoordigers van Enge
land, Frankrijk, Polen, Spanje en Turkije,
overeenkomstig het voorstel van den Raads
voorzitter. Er werd niet gediscussieerd. Wel
deelde de President mede, dat de Italiaan
sche vertegenwoordiger hem had verklaard,
zich van stemming te willen onthouden.
Reeds eergisteren had ItaEë n.L den wensch
te kennen gegeven, in de commissie ver
tegenwoordigd te willen zijn indien ook
Frankrijk en Engeland er deel van zouden
uitmaken.
De vertegenwoordiger van Mexico vroeg
voor de sluiting der zitting nog het woord
om te herinneren aan de verklaring der
Latijnsch-Amerikaansche staten van 3
Augustus 1932 over het niet-erkennen van
gewelddadig verkregen grondbezit.
Voor de kleinere kwesties, die de Raad
nog behandelde in verband met de overige
punten op de agenda bestond zoo goed als
geen belangstelling.
Eerste bijeenkomst van nieuwe Commissie
van Vijf.
Na de verdaging van de zitting van den
Volkenbondsraad kwamen de leden van de
nieuw-ingestelde Commissie van Vijf, bij
een, n.l. Laval, Eden, de Spaansche verte
genwoordiger De Maderiaga, de Poolsche
minister van buitenlandsche zaken Beek
en de Turksche minister van Buitenland
sche zaken Dr. Tawfik Arras. De Maderia
ga werd tot voorzitter gekozen der commis
sie, die heden met haar eigenlijke werk
zaamheden zou aanvangen.
ONTSPANNING TE GENèVE.
Naar Havas meldt, heeft men aan het ein
de van den derden dag der zitting van den
Volkenbondsraad den indruk, dat een dui
delijke ontpanning is ingetreden, daar de
procedure, volgens welke men een vrede-
Eevende oplossing in het Italiaansch-Abes-
sinisch conflict zal trachten te bereiken,
thans vaststaat.
De commissie van vijf zal het dossier be-
studeeren en een compromisoplossing ont
werpen. Zoodoende zal de verantwoorde-
Ejkheid voor de gebeurtenissen, die uit het
vonnis van Genève zuUen voortkomen, niet
langer uitsluitend bij Frankrijk en Groot-
Brittannië berusten, doch door den gehee-
len Volkenbond worden gedeeld. Mocht dit
vonnis door een der geïntersseerde landen
van de hand worden gewezen, dan zou zulk
een land in open opstand zijn tegen de ge
meenschap der naties.
Tijdens de heden te houden byeenkomst
der commissie zullen de Fransche en Brit-
sche regeering haar medecommissieleden
op de hoogte brengen van de voorstellen,
welke te Parijs aan ItaEë zijn gedaan, doch
door Rome onvoldoende worden geacht.
In Britsche kringen te Genève gaf men
gisteren toe, dat deze voorsteUen slechts
als basis van de besprekingen waren be
doeld. Het gaat er nu om, een oplossing te
vinden, dde voor ItaEë meer aanvaardbaar
is, zonder daarentegen de souvereiniteit van
Abessinië aan te tasten.
Het verdrag, dat Groot-Brittannië en
Irak bindt, zou in dit opzicht als voorbeeld
kunnen dienen. Dit verdrag houdt de erken
ning van den koning van Irak in, die als vrij
en onafhankelijk souverein Ed is van den
Volkenbond. Irak erkende het essentieele
bellang van Engeland, de vrijheid der ver
bindingswegen te verzekeren en het recht
van Groot-Brittannië, op het grondgebied
van Irak marine- en luchtvaartbases te ves
tigen en de poEtie te controleeren.
Naar het schijnt, zal de commissie langs
veel uitgestrekter terrein moet veroveren
en troepen tegenover zich vindt, die nu
meriek veel sterker dan de Boeren zijn".
Vergeet U niet het vEegwapen?
„De beteekenis hiervan moet u niet
overschatten. Het land is zoo dim be
volkt".
Maar men beweert, dat de Abessy
niërs het onder elkaar niet eens zyn.
„Wanneer dit gerucht inderdaad juist
is, beteekent het ook nog niet veel. Im
mers, aUe Abessyniërs beschouwen ItaEë
als een indringer. De ItaEanen zullen een
werkeEjk eendrachtig volk tegenover zich
zien. Wanneer dan morgen de vijand is
verslagen, kunnen de Abessyniërs even
tueel weer onder elkaar gaan ruziën".
„Ik vindt het verschrikkelijk", aldus
besloot de heer Jannasch het onderhoud,
„dat een te dicht bevolkt land als ItaEë,
een Europeesche grootmacht, die onge
twijfeld te weinig ruimte heeft, ter ver
werving van nieuw land naar het zwaard
meent te moeten grijpen. En dat tegen een
land,' dat tientallen van eeuwen onafhan
kelijk bleef en zijn typisch eigen volks
karakter wist te handhaven".
dezen weg een voorstel kunnen opstellen,
dat aan de Italiaansche aspiraties beant
woordt.
Niettemin is het zeker, dat de werkzaam
heden der commissie omvangrijk en van
vrij langen duur zullen zyn.
Een officieele verklaring van de
Abessijnsche regeering.
De Abessijnsche regeering heeft gister
morgen een uitvoerige officieele verklaring
gepubliceerd over de uitspraak inzake het
incident van Oeal-Oeal, waarin zij consta
teert, dat dit incident, de aanleiding tot het
huidige Italiaansch Abessijnsche conflict
en de militaire voorbereidingen van Italië,
thans uit de wereld is. Niettemin blijft het
Italiaansch-Abessijnsche probleem bestaan
omdat ItaEë weigert, de verdragen toe te
passen.
Het is thans de taak van den Volken
bondsraad, het tweede gedeelte van zijn re
solutie van 4 Augustus 1935, op grond waar
van de Raad zich met het geheele conflict
tusschen beide landen moet bezighouden,
uit te voeren.
Abessinië als lid van den Volkenbond
verzoekt den Volkenbondsraad, zich uit te
spreken over de geschillen, die beide lan
den scheiden. Politieke kwesties mogen het
juridische probleem niet op den achtergrond
dringen en doelmatigheidsoverwegingen tot
het behoud van den vrede mogen de waar
digheid van het internationale recht niet
schenden. De handhaving van den vrede
mag niet bereikt wordt door middelen, die
een schending van de belangrijkste grond
slagen der internationale samenleving zou
den beteekenen, n.1. de souvereine onaf
hankelijkheid en de territoriale onschend
baarheid der leden van den Volkenbond.
ItaEë tegen een collectief mandaat
over Abessynië
In een hoofdartikel bespreekt het offi
cieuze „Giornale d'Italia" het door de
„Temps" geopperde voorstel om de ItaEaan
sche expansie-behoefte te bevredigen door
een Italiaansch-Fransch-Engelsch collectief
mandaat over Abessynië op alle gebieden
van het openbare leven en goedgekeurd
door den Volkenbond. Het ItaEaansche
blad noemt dit voorstel een magere schotel
linzen en schrijft, dat Italië het slechts dui
delijk nogmaals zonder discussie kan ver
werpen. Het is onvoldoende voor de rech
ten en behoeften van ItaEë en zelfs tegenge
steld daaraan. Tal van reeds bekende rede
nen veroorloven niet, een dergelijke op
lossing zelfs maar in overweging te nemen.
Het zou beteekenen, dat men dezen wilden
staat, die Abessynië is, zou verheffen tot
hetzelfde niveau als dat van de drie ge
noemde groote mogendheden. Een nieuw
Verdrag van Vier zou geen einde maken
aan de verdragsschendingen en overvallen
van Abessynië en zou bovendien nieuwe
rechten geven aan Frankrijk en Engeland,
die reeds een overvloed aan koloniale ge
bieden bezitten, en dat wel uitsluitend ten
koste van ItaEë. Bovendien zou de aanwe
zigheid van drie groote mogendheden in
Abessynië aanleiding geven tot een ver
sterkte nieuwe concurrentie en tot conflic
ten en wrijvingen, waarvan slechts Abessy
nië voordeel zou kunnen hebben. ItaEë wil
zich vestigen op dezelfde duidelijke en de
finitieve voorwaarden, die ook voor
Frankrijk en Engeland in hun koloniën
gelden.
De stemming te Addis Abeba
De berichten over de Volkenbondsraads
zitting te Genève komen slechts spaarzaam
te Addis Abeba binnen. De Negus verklaar
de gistermorgen tegenover eenige persver
tegenwoordigers, dat de beslissing over
oorlog of vrede thans in handen van den
Volkenbond lag. De regeering heeft gisteren
geen besluiten meer genomen, aangezien
nadere berichten uit Genève worden afge
wacht. De drie buitenlandsche adviseurs
van den Negus zijn uit Addis Abeba ver
trokken om het week-end in de omgeving
van de hoofdstad door te brengen.
Inmiddels zijn de Indische troepen tot
bescherming van het Britsche gezantschap
aangekomen. De berichten, dat in Harrar
onlusten zouden zijn uitgebroken, worden
officieel tegengesproken. De Europeanen,
die in Harrar gevestigd zijn, vertrekken
bijna allen naar het aan de grens van
Fransch SomaEland gelegen Diredaoea.
Op bevel van de regeering worden bij de
douane-stations bomvrije kelders gebouwd.
Algemeene mobilisatie in Abessynië?
Volgens den „Evening Standard" zou
den uit Addis Abeba berichten zyn ont
vangen, dat de Negus de algemeene mobiE-
satie voor geheel Abessynië heeft gelast.
Een officieele bevestiging van dit bericht
ontbreekt echter nog.
Italië heeft weldra circa één millioen
soldaten
Naar verluidt zullen binnenkort nog
50.000 man van de lichting 1912, die wegens
familie-omstandigheden niet of slechts drie
maanden hebben gediend, onder de wape
nen worden geroepen.
Het geheele gemobiliseerde ItaEaansche
leger zal dan ongeveer 1.000.000 man sterk
zyn.
BELGIL
DEVALUATIE-GEVOLGEN.
„De wandaden der devaluatie" aldus het
opschrift van het „Journal des Débats" bo
ven het bericht, dat de salarissen der Bel
gische ambtenaren met vijf procent worden
verhoogd.
Het Paxijsche blad teekent daarbij aan,
dat deze verhooging een gevolg is van de
stijging der kosten van levensonderhoud in
België. In een land, welks valuta niet de
prijzen der wereldmarkt bepaalt, is prijs
stijging een onvermijdelijk gevolg. Dat is
de eerste les uit het Belgische experiment.
De tweede les is: de salarisverhooging volgt
de stijging der prijzen niet in gelijke mate.
Er bestaat geen twijfel over, dat in Bel
gië de kosten van levensonderhoud met
meer dan vijf procent is gestegen; 15 tot 20
procent is dichter bij de waarheid.
De derde les is: devaluatie is niet vol
doende om het evenwicht der staatsfinan
ciën te hersteUen. Van Zeeland heeft het
trouwens direct na de aanvaarding van
zijn ambt verklaard. Ondanks de gedwon
gen conversie der staatsobEgaties blijft er
in België een tekort, dat door de salaris
verhooging met nog tien millioen francs
zal stijgen. Vroeg of laat zal men dus in
Brussel financieele maatregelen moeten
nemen, zooals ook Londen in 1931 na den
val van het pand sterling heeft moeten ne
men.
DUITSCHLAKD.
GHETTO-WETGEVING OP KOMST.
Eerste aankondiging wordt te Neurenberg
verwacht.
De in de nat.-soc. pers in den laatsten
tijd gesignaleerde gevaUen van rustversto
ring enz. tengevolge van het optreden van
Joden en de in verband daarmede getrof
fen plaatselijke maatregelen, werden veel
al beschouwd als voorbereiding voor de
invoering van een speciale Ghetto-wetge-
ving in het Derde Rijk.
Naar de Berlijnsche correspondent van
de „Times" thans meldt, zou op het a.s.
congres van de nat.-soc. partij te Neuren
berg de eerste aankondiging daaromtrent
worden gedaan, ten einde tegemoet te ko
men aan de eischen van de radicale ele
menten in de partij, die aandringen op
nakoming ter zake gedane beloften.
Tevens maakt de correspondent mel
ding van een vonnis van de rechtbank te
Breslau, waaruit blijkt welk begrip de
rechter aan „onteering van het reis" hecht.
Een vrouw van een S. A.-man was be
schuldigd van intiemen omgang met een
Jood, doch kwam tegen deze beschuldi
ging in verzet, en diende een klacht in. De
rechtbank wilde echter van geen nadere
bewijzen weten en was van oordeel, dat
„onteering van het ras" overal van toe
passing was waar het bestaan van vriend
schappelijke betrekkingen met een persoon
van een ander ras, speciaal het Joodsche,
kan worden vastgesteld. In de toelichting
van het vonnis werd verklaard, dat niet
aHeen een intieme verhouding „onteering
van het ras" was, doch ook „elke vriend
schappelijke betrekking, welke de gren
zen overschrijdt van zuivere zakenverhou-
ding". De rechtbank refereerde zich aan
een voorschrift van 1933 van den toenma-
ligen Pruis is chen minister van justitie
Kerll, volgens hetwelk beschouwd moest
worden als rasonteering en derhalve straf
baar was.
Dergelijke vonnissen zijn van belang nu
volgens de geruchten een Ghettowetgeving
op komst is. Daarbij zullen, naar vermoed
wordt, aldus meldt de correspondent ten
slotte, huwelijken tusschen Arische en
niet-Arische personen onwettig worden
verklaard. Andere bepalingen zuUen waar
schijnlijk de economische, sociale en cultu-
reele afscheiding der Joden van de andere
bevolking versterken.
PROPAGANDA HITLER JEUGD.
Voorschrift voor het onderwijzend
personeel.
Naar we in de „Frankf. Z." lezen, heeft
de „Regierungsprasident" van Dusseldorf
aan het onderwijzend personeel een cir
culaire gezonden, waarin hij het voor
schrift geeft, dat aUen hun beste krachten
in dienst moeten stellen van de propagan
da voor de „Hitierjeugd", wat betreft de
kinderen boven de 10 jaar. Dit beteekent,
aldus wordt verklaard, dat geen onderwij
zer of onderwijzeres direct of indirect mag
ijveren voor andere jeugdorganisaties of
deze financieel mag steunen. Het perso
neel is verder verplicht het goede voor
beeld te geven en de eigen kinderen bij
de Hitlerjeugd in te deelen.
In elke school en elke klasse moeten
reclameplakkaten voor de H. J. worden
aangebracht, welke de nationale noodzaak
van eenheid der Duitsche jeugd in beeld
brengen.
De schoolhoofden moeten den geestelij
ken voorgangers meedeelen, dat zij bij het
godsdienstonderricht zich hebben te schik
ken naar de schoolvoorschriften en zich
bij dat onderwijs moeten onthouden van
eenige directe of indirecte propaganda voor
andere organisaties dan de Hitlerjeugd.
Personeel, wien het mocht blijken te
ontbreken aan den noodigen ijver in het
propageeren van deze eenheid van de
jeugd, moeten disciplinaih gestraft wor
den.