WOENSDAG 4 SEPTEMBER 1935 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD. - PAG. 13 DE HANZE IN HET AARTSBISDOM De voorzitter spreekt over „opbouw". In hotel Ter Stege aan de Groote Markt te Oldenzaal is vanochtend de Centrale Raadsvergadering van „De Hanze", Bond van R. K. Vereenigingen van den handel- drij venden en den industrieelen midden stand in het Aartsbisdom Utrecht, geopend. Na een welkomstwoord van den voorzit ter van de ontvangende afdeeling, den heer H. J. Kormelink, hield de Bondsvoorzitter, de heer H. G. J. van de Sand een begroe tingsrede, waarin hij de afdeeling Olden zaal van harte gelukwenschte met haar jubileum. Spr. bood den heer Kormelink een fraaie, met zilver beslagen voorzitters hamer aan. Vervolgens sprak de heer van de Sand de Bondsrede uit, getiteld „opbouw". Spr. zeide, dat de leiders van den middenstand, mede op ge zag van economen met een wereldreputatie, tot het inzicht zijn gekomen, dat afgezien van de vraag, of wat men algemeen als een crisis heeft beschouwd, in den eigenlijken zin van het woord wel een crisis is geweest, thans zeker niet meer van een crisistoestand kan en mag worden gesproken. De crisis, of misschien beter de evolutie is. behoudens nog te verwachten lichte golvingen in de conjunctuur, uitgewerkt, of, wil men dit liever, gestabiliseerd. De thans bestaande toestand draagt een permanent karakter en moet worden be schouwd als de basis, waarop het gebouw van de nieuwe maatschappelijke orde zal moeten worden opgebouwd. In dat gebouw van immense afmetingen, van een geheel moderne constructie, moet plaats worden gevonden voor alle groepen uit de samenleving, die een onmisbare taak in de nieuwe maatschappelijke orde heb ben te vervullen. Iedere groep zal zijn eigen afdeeling in dat gebouw hebben, doch zelf zorg moeten dragen voor den bouw en inrichting van dat onderdeel van het geheel. De zelfstandige middenstand zal ook zijn rechten kunnen doen gelden op een behoor lijke huisvesting in den nieuwbouw. Deze rechten zullen ongetwijfeld thans nog worden erkend, doch slechts dan gel dend kunnen worden gemaakt, indien de middenstand, energiek en tot het brengen van offers in staat, als één man medewerkt aan de „opbouw" van het „eigen huis". Grooter offervaardigheid en aanpassing is daarvoor noodig. Het bestek voor den opbouw is door de leiding van den Neder- landschen R. K. Middenstandsbond opge maakt. De richtlijnen daarvoor zijn ont leend aan de encycliek van Z. H. Paus Pius XI in Quadragesimo anno. Er zijn reeds enkele deelen van het ge bouw in bewerking. Spr. wees in dit ver band op het bindend en onverbindend ver klaren van ondernemings-overeenkomsten en de wet voor de vestigingsvergunningen. Vele andere wetsontwerpen zijn in ver ge vorderden staat van voorbereiding. Thans, middenstanders, riep spr. uit, is Uw dag gekomen. Er zal nog ontzaggelijk veel moeten worden gedaan, voordat het gebouw, waarin de zelfstandige midden stand huisvesting zal vinden, voltooid zal zijn. Intense medewerking is daarvoor noo dig. De middenstand, die wordt belaagd door coöperatie, groote winkelbedrijven, warenhuizen, e.a. staat thans op den twee sprong. Of zich te handhaven als maatschappe lijke groep, gezeteld in een sterke vesting, öf weggevaagd te worden als een onnut ap paraat uit die rijen van de maatschappelijke groepen. Zijn of niet te zijn, er is geen an dere keus. Vast staat wel, en spr. durfde dit voor zijn verantwoording nemen, dat in de naas te toekomst, degenen, die niet beschikken over vakbekwaamheid en koopmanschap en die zich niet eigen heeft gemaakt de ele mentaire kennis van administratie, zich als middenstander geen bestaan meer zal kun nen verwerven. De middenstandsorganisaties zullen een belangrijke rol kunnen gaan spelen in de totstandkoming van de Nieuwe Maat schappij. Hieraan werken ook de Centrale Raden mee. De andere groepen in de maatschappij moeten leeren tegen ons op te zien, als een gelijkwaardige partij. De Middenstand moet respect afdwingen door zijn optreden, dat breed van stijl moet zijn, zoowel in het bedrijfsleven, als in de lichamen, waarin de Middenstand vertegen woordigd is. Geen individualisme meer, een kwaal, waarmede de middenstand erfelijk is be smet geweest. Er is beterschap te bespeuren, doch er loopen nog teveel middenstanders, die ge- infecteerd zijn. Maar het serum tegen deze ziekte is voor handen, n.l. ontwikkeling, solidariteit en gemeenschapszin! Het jaarverslag. De Bondssecretaris, de heer H. F. J. ten Kroode, bracht hierna het jaarverslag over 1934, aangevuld met eenige gegevens over 1935 uit. Hierin werd gewezen op de bewonderens waardige activiteit door de organisatie in het afgeloopen jaar ontplooid. Het resultaat is, dat er naar ons geluis terd wordt. Het ledental bedroeg op 1 Janu ari 1934 3925, op 1 Januari 1935 4393, op 1 Juli 1935, 4620. Nieuwe afdeelingen werden opgericht te Hellendoorn, Hoogland, Lobith, Vreeswijk, Workum, Driel en Twello. Naast de toon van tevredenheid over de werkzaamheden in de afgeloopen periode laat het verslag ook een pessimistische klank hooren over de ontzaggelijke moei lijkheden, waarmede de middenstand te kampen heeft, voornamelijk tengevolge van de omzetdalingen over bijna de geheele li nie van ons bedrijfsleven. Het verslag eindigt met een woord van dank tot den directeur, den heer de Bra bander, aan wiens voortdurende activiteit en werklust het succes over het afgeloopen jaar zeker voor een groot gedeelte te dan ken is. Vervolgens werd het finantieele jaarver slag uitgebracht, sluitende in ontvangsten en uitgaven met een totaal bedrag van J 21.361.07. Het kassaldo en uitgaven op 1 Januari 1935 2594.—, 'hetgeen een voor uitgang beteekent met een goede 800. tegen dat op 1 Januari 1934. De rapporten van den Bandsaccountant en van de Kascommissie werden goedge keurd. Na de benoeming van de Kascomimiesie voor het nieuwe boekjaar en de behande ling van de Bondsbegrooting 1936 werd de heer H. G. J. van de Sand als lid van den Middenstandsraad herkozen. Des middags hield Drs. H. J. Jansen, adjunct-directeur van het Nationaal Hanze- bureau te Den Haag een rede over: Voor of tegen devaluatie. Spreker begon met het geven van een uit eenzetting der begrippen devaluatie, los lating van het goud, inflatie en deflatie. De vraag of devaluatie moet worden toe gepast, is opgeworpen door den toestand waarin het economische leven hier te lande verkeert, mede in verband met de maat regelen, welke de andere landen, hetzij op het gebied van de handelspolitiek, hetzij op dat van het geldwezen, namen. Er zit niet anders op, dan het kostenniveau omlaag te brengen, een middel daartoe acht men devaluatie. Spr. belichtte het vraagstuk van verschil lende zijden en gaf als zijn meening te ken nen, dat wil een devaluatie succes hebben, een der eerste voorwaarden handhaving van het bestaande prijspeil en daardoor van het loonpeil is. Dit nu is een belangrijk punt voor den handeldrijvenden middenstand, omdat het gevaar niet denkbeeldig is, dat deze de schok moet opvangen. Spr. verwees in dit verband naar België. Niet mag wor den vergeten, dat devaluatie niet beteekent een ontkomen aan aanpassing. De ervarin gen in andere landen met devaluatie opge daan, zijn niet van dien aard, dat men er enthousiast voor wordt. De gevaren en on zekerheden van devaluatie behoeven ech ter niet die onrust te wekken, welke men vaak aantreft. Ook thans is de toestand verre van rooskleurig. De ke*uze voor of tegen devaluatie wordt bepaald door den anderen weg. Devaluatie heeft zooveel onzekerheden en zooveel ge varen, dat zij op zichzelf allerminst begee- renswaardig is. Men mag gerust van een kwaad spreken. Als echter de eenige an dere uitweg de z.g. consequente deflatie is, dan is zij echter naar spr's meening de weg van het minste kwaad. Deze rede ontlokte een geanimeerd debat. Des middags om 5 uur werden het hoofd bestuur en de genoodigden officieel door het gemeentebestuur ten gemeentehuize ontvangen. De dag zal worden besloten met een groo- ten feestavond in de St. Plechelmusschool. UIT BEN LEIDSCHEN RAAD. Op den eersten Dinsdag in September treedt na zijn vierjarige zittingsperiode de oude raad af. Zoo wil het de Gemeente wet. Dientengevolge komt de nieuw gekozen raad op dienzelfden dag onverwijld bijeen, voornamelijk om wethouders te kiezen en de diverse commissies opnieuw samen te stellen. Over het heele land zijn gisteren kersch- versche colleges van B. en W. gecreëerd, in verschillende plaatsen van andere poli tieke kleur dan in de voorafgaande pe riode. Zoo ook in Leiden. Twee sociaal-democratische wethouders, de heeren v. Stralen en Verwey, zetten zich gisteren neer achter de groene tafel op de breede zetels van het college, naast de heeren Tepe en Splinter. Zooals ieder, die vanaf de publieke tri bune wel eens een kijkje in de raadszaal heeft genomen, weet, zitten de wethou ders met den burgemeester en den secre taris op een verhevenheid en zijn aller oogen op hen gericht. Zoo is het in den raad en figuurlijk is het zoo eveneens in de stad. Aller oogen zijn thans gericht op de twee nieuwe wethouders, wier komst door sommigen begroet wordt als het tee- ken, dat een nieuw tijdperk is aangebro ken, maar wier optreden door anderen en deze zijn vooralsnog in de meerderheid met bezorgdheid wordt gadegeslagen. De verkiezingen hebben nu eenmaal het aantal sociaal-democratische raadsleden gebracht op veertien, hetgeen tweemaal zooveel is als de daarop volgende sterkste raadsfractie, die der Katholieken. Wie zich op het standpunt stelt van de Evenredige Vertegenwoordiging, kan onder deze om standigheden moeilijk weigeren om een dergelijke sterke fractie tot het stadsbe stuur toe te laten. De rechtsche raadsfrac ties hebben dan ook hoewel zij numeriek nog net de meerderheid in den raad heb ben en zij dus het verkiezen van roode wethouders hadden kunnen beletten gemeend, zich niet langer te moeten ver zetten tegen den socialistischen eisch van twee wethouderszetels. Zij hebben daarbij hun voorwaarden ge steld, zooals men heeft kunnen lezen in de gepubliceerde voorafgaande correspon dentie, en deze voorwaarden, gevoegd bij het feit, dat de beide roode wethouders voor specifiek socialistische stokpaardjes niet over een meerderheid beschikken, ge ven waarborg genoeg, dat er voorshands niet zoo heel veel zal veranderen in de practijk van de stadsregeering. De heeren zullen trouwens zelf wel ervaren, dat er tusschen theorie en practijk, tusschen het WETHOUDERS VERKIEZINGEN ALKEMADE. Tot wethouders dezer gemeente zijn ge kozen de heeren P. de Jong en J. J. de Koning, beiden R.-K. ALPHEN AAN DEN RIJN. Tot wethouders dezer gemeente zijn her kozen de heeren W. Sprey (Chr.-Hist.) en G. Herngreen (A.-R.)„ BODEGRAVEN. Tot wethouders dezer gemeente zijn her kozen de heeren Baan Batelaan (A.-R.) en H. J. van de Poll (R.-K.), beide met 7 van de 11 uitgebrachte stemmen. BOSKOOP. Tot wethouders dezer gemeente zijn ge kozen de heeren: J. N. van Gelderen (Lib.) (herkozen), E. Guldeijiond (A.-R.) (her kozen). HILLEGOM. Tot wethouders dezer gemeente zijn her kozen de heeren P. Klaver (R.-K.) en J. O. Vermeer (A.-R.), met 10 en 15 uitgebrach te stemmen. KATWUK. Tot wethouders dezer gemeente zijn ge kozen de heeren J. Dubbeldam Christ.- Hist.) en Veltkamp (A.-R.). KOUDEKERK. Tet wethouders dezer gemeente zijn her kozen de heeren Slegtenhorst (A.-R.) en van Egmond (C.-H.). LISSE. Tot wethouders dezer gemeente zijn her kozen de heeren G. Tromp (Staatk. Geref.) en P. Warmerdam (R.-K.). NIEUWKOOP. Tot wethouders dezer gemeente zijn ge kozen de heeren A. J. den Hartog (her kozen), (R.-K.), C. Breedijk (C.-H., vac.- Augustinus). OEGSTGEEST. Tot wethouders dezer gemeente werden herkozen de heeren N. Zandbergen (C.H.) en T. van Egmond (A.R.). wenschelijke en het mogelijke een breede klove ligt. Hun wacht een zeer zware taak, daar zij aan de eene zijde-gewekte verwachtingen zullen moeten bevredigen, en aan de andere zijde min of meer ge rechtvaardigd wantrouwen zullen moeten overwinnen. Het college heeft ieders afdee ling nog niet vastgesteld, doch het ligt voor de hand, dat de heer v. Stralen vrij wel de taak van den heer Goslinga, de heer Verwey die van den heer Romijn zal over nemen. De heeren de Vries (Nat. Herstel) en v. Weizen (communist) hebben aan het wan trouwen, waarover wij schreven, reeds di rect uitihg gegeven. De eerste bestreed de roode candidaturen omdat de S. D. A. P. zich te weinig achter de regeering stelt, de ander omdat de sociaal-democraten Co- lijnsknechten zouden zijn. Zoo ziet men, hoe diametraal tegenover gestelde standpunten tot eenzelfde conclu sie kunnen voeren. De uitersten ontmoetten elkaar. Zij kunnen zich als eenlingen ech ter veel permitteeren. In de practische werkzaamheid van de commissies zullen zij elkander evenwel niet vinden, want noch de een noch de ander is ook maar in één raadscommissie gekozen. Wat deze raadscommissie betreft, ook hierin wilde de S. D. A. P. een sterkere vertegenwoordiging. Dit is hun gelukt in de commissie voor de Lakenhal waarin de S. D. A. P. geen zitting had) en het Geor ganiseerd Overleg, doch in de belangrijke commissie voor de Lakenhal (waarin de mijn gekozen in plaats van den heer Jon- geleen, den tweeden candidaat der S. D. A. P. De technische werk-groepeering van den nieuwen raad-is nu geschied; wij wachten op de resultaten. Naar wij vernemen, had de voorzitter aan het einde van de vergadering woorden van afscheid en waardeering willen richten tot de scheidende wethoud'ers Goslinga en Romijn. De raad was evenwel reeds aan het verloopen, en ook de heer Goslinga had de vergadering reeds verlaten, zoodat dit afscheidswoordje gereserveerd blijft voor de volgende vergadering. Tot slot eenige levensbijzonderheden van de nieuwe wethouders, ontleend aan de „Vooruit". De heer v. Stralèn werd op 10 Maart 1884 te Leiden geboren, waar hij op de christe lijke school aan de Pieterskerkgracht la ger onderwijs genoot. Reeds op veertien jarigen leeftijd kwam hij in het typogra- fenvak en werkte achtereenvolgens bij de firma's Groen, Brill en Batteljee en Terp stra. In 1906 werd te Leiden de afdeeling van den Typografenbond opgericht, waarbij hij zich dadelijk aansloot, om in 1910 in het bestuur der afdeeling te worden gekozen, waarin hij achtereenvolgens de functies van commissaris, secretaris en voorzitter vervulde. Nadat de afdeeling typografen zich had aangesloten bij de Bestuurdersbond. werd hij kort daarop in het bestuur van de Be stuurdersbond gekozen. Dit was in het jaar 1913. In 1917 werd hij benoemd tot secretaris van de Leidsche Bestuurdersbond, aanvan- NIEUWVEEN. Tot wethouders dezer gemeente zijn ge kozen de heeren Ran (R.-K.) en Joha (Prot.). NOORDYVIJK. Tot wethouders dezer gemeente zijn ge kozen de heeren A. C. Meyer (R.-K.) met 8 van de 15 uitgebrachte stemmen, en E. L. de Witt (C.-H.) met 9 van de 15 stem men. NOORDWIJKERHOUT. Tot wethouders dezer gemeente zijn her kozen de heeren E. Oostdam Hzn. en P. J. Warmerdam. NOOTDORP. Tot wethouders dezer gemeente zijn ge kozen de heeren A. C. van der Helm (R.-K.) eJ. A. Post (Lib.). RIJNSATERWOUDE. ,Tot wethouders dezer gemeente zijn be noemd de heeren S. J. Visser (R.K.) en A. van der Knijff (Prot.). SASSENHEIM. Tot wethouders dezer gemeente zijn met alg. stemmen herkozen de heeren H. Ba der (R.-K.) en W. Warnaar (A.-R.). TER AAR. Tot wethouders dezer gemeente zijn ge kozen de heeren D. v. d. Hoorn (R.-K.) en J. van Vliet (A.-R.). VEUR. Tot wethouders dezer gemeente zijn ge kozen de heeren L. C. de Koning (R.-K.) (herkozen) en Schrader (R.-K.) (vac.- Weerdenburg). VOORSCHOTEN. Tot wethouders dezer gemeente zijn her kozen de heeren C. Egging (A.-R.) en J. A. Mens (R.-K.). WOUBRUGGE. Tot wethouders dezer gemeente zijn ge kozen de heeren C. W. Lieverse (R.-K.) en Chr. v. d. Nagel. WOERDEN. Tot Wethouders dezer gemeente zijn ge kozen de heeren Sonneveld (C.-H.) en De Wit (A.-R.). ZOETERWOUDE. Tot wethouders dezer gemeente zijn her kozen de heeren De Graaf (Chr.-Hist.) en Onderwater (R.-K.). kelijk in halfbezoldigde functie, In 1918 volgde zijn definitieve benoeming, waarbij hij tevens het Bureau voor Arbeidsrecht te beheeren kreeg. Bij de raadsverkiezingen in 1919 werd hij gekozen tot lid van den gemeenteraad. Met een fractie van 9 man traden de soc.- dem. voor het eerst den raad binnen. Van de toenmalige fractie hebben alleen Groe- neveld en hij thans nog zitting. In de eerste jaren behandelde hij in den raad de belangen van het Overheidsper soneel en de werkloozenzorg. Bij een latere verdeeling der Werkzaam heden in de fractie werd hem meer in het bijzonder de behandeling der sociale zaken opgedragen. M. G. Verwey werd op 7 Februari 1897 te Culemborg geboren. Op driejarige leef tijd verhuisde hij met zijn ouders naar Schiedam, waar hij de lagere school be zocht. Tot zijn achttiende jaar werd hij hier verder in een apotheek opgeleid, waar op hij het diploma van apothekers-assis tent verwierf. Vijf maanden was hij als zoodanig nog werkzaam te Rotterdam, waarna op 1 Februari 1916 zijn benoeming volgde tot amanuensis bij het Pharmaceu- tisch Laboratorium te Leiden. In 1920 wist hij, geheel door zelfstudie, te slagen voor het examen voor analyst. Als zoodanig is de heer Verwey hier nog steeds werkzaam. In de vakbeweging maakt de heer Ver wey van zijn vestiging hier ter stede af deel uit van het bestuur van de C. N. A. B., aanvankelijk als voorzitter, thans als tweede voorzitter, terwijl hij van de groep rijkspersoneel steeds voorzitter is geweest. Hij was korten tijd bestuurder van de L.B.B. en is van de oprichting af bestuur der van het Volksgebouw. In 1923 werd Verwey tot lid van den gemeenteraad ge kozen Hij kreeg voor de sociaal-democra tische fractie- aanvankelijk Onderwijszaken vervolgens Personeelszaken en den laatsten tijd Financiën en Belastingzaken te behan delen. SPORT UIT DE RIJNSTREEK BOSKOOP. LOONBIJSLAG BOOMKWEEKERIJ- BEDRIJVEN. Van het Ministerie van Sociale Zaken is een schrijven bij het gemeentebestuur bin nengekomen, dat de navolgende regeling, inzake het opnemen van arbeidskrachten in boomkweekerij bedrijven voor deze ge meente is vastgesteld: le. De bijslag van de overheid wordt gegeven in het loonbedrag, dat in een boo mkweek-er ij bedrijf wordt uitbetaald bo ven een bepaald minimum-loonbedrag. Dit minimumloonbedrag wordt voor uwe ge meente bepaald voor de periode van 1 Sep tember tot en met 31 December 1935 op 500.per H.A. voor patroon en arbeider. Als loon wordt aangehouden het ter plaat se algemeen geldende loon. (Loon uitbe taald voor administratief werk mag niet berekend worden). 2e. De bijslag van de overheid bedraagt 50 pet. van het meerdere loon, dat voor werkzaamheden in het bedrijf in de periode van 1 September t/m 31 December 1935 is uitgekeerd boven het minimumloonbedrag, dat overeenkomstig het bepaalde onder lo. is uitbetaald. Het loon voor alle werkzaam heden in het bedrijf kan in de berekening van het uit te keeren loon worden opgeno men. Uitgezonderd is echter het loon, uit gekeerd voor administratief werk en aan dienstboden en/of vrouwen die huiselijke werkzaamheden verrichten en loon b.v. uit betaald aan smeden, bouwvakarbeiders, enz. In geval van twijfel beslist, na o*»rie>g met uw college en gehoord de commissie bedoeld in punt 9, de Rijksinspectie voor de Werkverschaffing te Noordwijk. 3e. De 50 pet. bijslag van de overheid, die dus gegeven wordt in het loon, dat wordt uitbetaald boven het verplichte mi nimumloonbedrag genoemd onder le., komt, overeenkomstig de regelen van het werk- loosheidssubsidiefonds, voor gemeenschap pelijke rekening van dat fonds en uwe ge meente. 4e. De bijslagregeling d.w.z. de regeling voor hetgeen is uitbetaald boven de mini ma, aangegeven onder 1 van dezen brief geldt uitsluitend voor arbeiders, die zoo zij niet in het bedrijf waren opgenomen, voor hulp ingevolge de regelen voor werkver schaffing en/of steun verleen ing in aan merking zouden komen. De Inspecteur voor de Werkverschaffing te Noordwijk stelt aan de hand van de door u in te zenden be kende aanvraagformulieren vast, of het loon van den desbetreffenden arbeider in de loonbijslagregeling mag worden opge nomen. 5e. De bedrijfsleider mag het loon dat aan de onder 4o. bedoelde arbeiders wordt uitbetaald, eerst voor den bijslag in aan merking brengen, indien door den inspec teur het desbetreffend aanvraagformulier is goedgekeurd. 6e. De bedrijfsleider die voor bijslag in aanmerking wenscht te komen, dient aan uw College een aanvrage daartoe, met op gave van verschillende gegevens te doen toekomen. 7e. Indien voor een bepaald bedrijf de bijslagregeling van kracht is verklaard, moet de bedrijfsleider wekelijks aan het gemeentebestuur een nominatieven loon- staat inzenden, welken de betrokken arbei ders voor ontvangst dienen te hebben ge- teekend. De desbetreffende formulieren, waarvan de redactie u door de inspectie te Noordwijk kan worden medegedeeld ge lieve u kosteloos ter beschikking te stellen. 8e. De afrekening met hen die tot de regeling zijn toegetreden heeft plaats na afloop van het tijdvak waarvoor de rege ling geldt. 9o. Voor uwe gemeente wordt door uw College, voorzoover zulks nog niet mocht zijn geschied, een plaatselijke commissie in het leven geroepen, bestaande uit één vertegenwoordiger van het gemeentebe stuur, één van de werknemers- en één van de werkgevers-organisaties ter plaatse. De ze commissie werkt met het gemeentebe stuur en de Inspectie samen voor het uit oefenen van controle en verder tot het ver richten van alle werkzaamheden welke noodig zijn om een behoorlijken gang van zaken te verzekeren. Indien uw College bereid is tot boven staande regeling toe te treden, gelieve u daarvan onverwijld, zoowel aan. mij als aan de Inspectie voor de Werkverschaffing te Noordwijk, mededeeling te doen. LEEST DE ADVERTENTIES IN UW DAGBLAD. AUTOMOBILISME HET WERELDRECORD OVER DEN MIJL. De snelheid van Campbell toch boven de 300 mijl per uur. Bij nadere berekening heeft Sir Mal colm Campbell toch het snelheidswereld record over den afstand van één mijl op een gemiddelde van meer dan 300 mijl per uur gebracht In Noord-oostelijke richting noteerde Campbell een tijd van 11,83 seconden, d.w.z. met een gemiddelde uursnelheid van 304,311 mijl of 489,741 K.M. In Zuid-westelijke richting, dus met tegenwind .legde hij den gemeten mijl af in 12,08 sec., d.w.z. met een gemiddelde uursnelheid van 298,013 mijl of 479,605 K.M. De gemiddelde tijd was dus 11,955 sec. en het snelheidswereldrecord werd dus 484,621 K.M. gemiddeld per uur. 469e STAATSLOTERIJ (Niet officieel) 4de klasse, 3de lijst Trekking van Woensdag 4 September 1935 Hooge Prijzen f 1000.— 15107 f 10010727 Fryzen van 65. 25 106 357 376 673 951 953 16S3 1986 1991 2450 2456 2735 3079 3106 34S3 3752 4005 4216 4815 5383 5485 5850 5965 6070 6208 6332 6343 7123 7319 7550 7590 7864 8404 8710 9245 9393 9339 9664 9918 9985 10154 10545 10589 10691 10914 11103 12264 12555 12637 13064 13662 13771 13911 14192 14310 14583 14652 14718 14840 14922 14371 14975 15012 15075 15110 15175 15244 15247 15353 15384 15410 15809 15839 16239 16275 16552 16564 16575 16617 16893 17151 17172 17447 18224 1S315 18421 18720 19034 19442 19536 19576 19781 19370 20074 20418 20459 20493 Verbeteringen 4e klasse, 2e lijst: 1529 m. z. 1539; 15476 m. z. 15470; 18279 m. z. 18276.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5