DE STRIJD OM DE
DUITSCHE JEUGD.
26e Jaargang
DONDERDAG 22 AUGUSTUS 1935
No. 8197
Ste Geid^ofve0oii^cmt
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: f 0.50
Deze week vergadert het Duitsche episco
paat te Fulda. Deze illustere vergadering
zal zich ongetwijfeld met groote bezorgd
heid bezig ho-uden met het vraagstuk van
de Katholieke Jeugd in Duitschland.
In verband daarmee is het interessant
kermis te nemen van eenige bisschoppelijke
bezwaarschriften tegen de houding van de
Hitier Jeugd.
Op 26 Mei richtte de Bisschop van Trier
Dr. Bornewasser aan Baldur von Schirach
een aanklacht waarin hij de excessen van
de Hitier Jeugd te Kreuznach uitvoerig
schilderde. Toen de Bisschop in vol ornaat
de Pastorie van Kreuznach verliet, om de
Kerkelijke processie bij te wonen, bulderde
de Hitler-Jeugd in spreekkoor hem toe:
,Jod en-Bisschop! Souteneur van het Bolsje
wisme! Weg met de Christenen! Katholie
ken zijn Deviezensmok'kelaars!"
Letterlijk schreef de Bisschop: „Zulk een
ruwe behandeling heb ik geheel mijn leven
ik ben bijna zeventig jaar van de
jeugd nog niet ondervonden. Van de zijde
van de ambtenaren wordt een ongehoorde
dwang op de katholieke leeraren en J.eera-
ressen uitgeoefend ten bate van de
Staatsjeugd in het Rijnland een dwang,
welke een cultuurstaat onwaardig is en
volkomen in strijd met de opvattingen van
U èn die van den Führer Adolf Hitler".
Over een dergelijk voorval bericht ons
ook de Aartsbisschop van Paderborn Mgr.
Dr. Kleyn.
De aanval op Mgr. Kleyn.
Voordat de Aartsbisschop te Hamm arri
veerde wij volgen hier het ambtelijk
bericht van het Bisschoppelijk Vicariaat
was een bespreking van de Hitler^eugd
voorafgegaan, waaraan de plaatselijke lei
ders en ook de opperleider Bierkamper uit
Dordtmund hadden deelgenomen. Bij deze
besprekingen was lang en breed overwo
gen, hoe men de Aartsbisschop tijdens zijn
bezoek zou bejegenen.
Door een geheim bevel werden de leden
van de H. J. gelast aan de ontvangst van
den Bisschop deel te nemen. Wat daarbij
gebeuren zou, zou eerst ter plaatse bekend
gemaakt worden.
Op Zondag 12 Mei kwam een bepaalde
groep van de H. J. overeenkomstig het
geheim bevel, op het groote plein te Hamm
bijeen. De aanvoerder Grote gaf de H. J.
bevel zich te begeven naar het station waar
zij zich niet onder het volk mochten men
gen. Zoo luid mogelijk moest over „Devie
zen-smokkelaars" en .zwarte mollen" ge
sproken worden. In de nabijheid van het
station wachtte de H. J. de komst van den
Bisschop af. Toen de Bisschop uit den trein
stapte en door kerkelijke en wereldlijke
autoriteiten verwelkomd werd, brulde de
H.J. en de B.D.M. .(Vrouwelijke Hitier
Jeugd) met luider stem: „Deviezen-smok
kelaars", of „Führer, Sieg Heil1!" Eenige Hit-
Ier jongens trachtten den Bischop te verhin
deren de gereedstaande auto te bereiken.
Zij moesten door het spoorwegpersoneel
met geweld opzij gedrongen worden. Daar
op stapte de Aartsbisschop in de auto. We
derom klonk van wijd en zijd een luid ge
schimp: „Weg met de Deviezen-smokke
laars", „Weg met de Zwarte benden", „Weg
met de Zwarte Vaderlandverraders!"
Toen de auto van den Bisschop zich in
beweging zette, liep een tiental Hitier-
jongens naast de auto en riepen voortdu
rend in het venster: „Schurken, Zwarte
Mollep". Een groep Hitier jongens, onder
wie zich ook de Opperleider Hammann be
vond, omsingelden de Bisschopelij'ke auto
en trachtte hem omver te werpen. Toen
de bevol'kings zulks verhinderen wilde, be
gon de H.J. een aanval op de omstaanders.
Een H. Jongen ging met getrokken dolk
op eenige menschen af. Toen een heer een
H.J. wilde tegenhouder, sloeg deze hem met
een knuppel in het gelaat; een ander werd
door een paar H.J. zoodanig afgeranseld,
dat hij achterover tegen de auto viel en
bijna onder de wielen raakte. Een paar
meters verder sprong een H.J. op de tree
plank van de auto en spuwde op den Bis
schop. Hij trof echter een burger, die ver
geefs zich tegen de gewapende H. jongens
weerde. Toen de auto aan het St. Agnes
plein kwam, riepen eenigen den Aartsbis
schop toe: „Foei, foei gooi de zwarte ben-*
de de trap af". De groepsleider Heide sloeg
een meisje zoodanig, dat het bewusteloos
van het plein moest weggedragen worden.
Toen de pastoor op het kerkplein den Bis
schop wilde begroeten, ontstond zulk een
oorverdoovend lawaai, dat de Geestelijke
zijn toespraak moest staken. Ook toen de
Bisschop de kansel beklom, ging het lawaai
onafgebroken voort en meerdere malen
werd aan de kerkdeur gerammeld, zoodat
de plechtigheid voortdurend gestoord werd.
Hoe de H. J. de bisschoppen be
handelt. - Niet te kwalificeeren
methoden in het Derde Rijk.
Hoe Mgr. Sproll werd gehoond!
Nu de strijdmaand van de Hitler-Jeugd
voorbij is, welke in Juli over geheel het
land werd gehouden heeft Bisschop Dr.
Sproll aan den Rijks-stadhouders Muer in
Stuttgart een schrijven gericht, waaraan
wij het volgende ontleenen:
Het schrijven is gedateerd 16 Juli 1935
onder A. 6406 Bisschoppelijk Ordinariaat te
Rottenburg.
„Niet zonder zorg en droefenis hebben
wij het verloop der vier aanvals-weken ge
volgd met al de bitterheid, welke hij ons
gebracht heeft, met al de onrechtvaardige
aapklachten en verwijten, die men over ons
heeft uitgestort, met al de droeve schade,
welke aan de ware innerlijke volksverbon
denheid, gedurende die weken, werd toege
bracht. Na al hetgeen wij over deze strijd
maand hebben vernomen, gelooven wij niet
dat we een stap verder gekomen zijn op den
weg der zoozeer verbeide innerlijke volks
eenheid.
Hetgeen in deze week ons ter oore is ge
komen, was niet meer „arbeid aan de volks
gemeenschap, doch diepe haat tegen de
Katholieke Kerk en Haar Opperhoofd, wel
ke ons met groote zorg over de toekomst
vervult".
Als bewijs haalt het Bisschoppelijk
Schrijven een H.J.-lied aan, waarin o.m.
het volgende te lezen is:
„Wat heeft de zoon een-er Duitsche moe
der met Paus en papen te maken" en „de
tijd van het Kruis is voorbij".
Dr. Sprolle herinnert er vervolgens aan,
dat het beruchte „Lied op de Deviezen-
smokkelaars" om. te Omünd op de scholen
werd ingestudeerd, en door de jeugd met
graagte gezongen werd. De Bisschop haalt
daarvan nog eenige strophen aan.
„En komen zij eens in den Hemel; dan j
doet de Paus hen de deur open en zegt: j
Komt binnen Deviezen-smokkelaars. Nu
zij-t ge mij nog veel dierbaarder als voor-
heen. Komt laat ons er eentje drinken". j
Uit Geislingen wij citeeren letterlijk j
de brief van Dr. Sproll wordt nog de
volgende strophe aangehaald: „En toen het
geval in de pers kvyam, ontstond er een
groot gekrijt. De Bisschop las een Mis met j
zijn groote snuit".
Een vlugschrift uit Saulgan bevat de vol-
gende tirade: „Ziet ge nu, wie de Roomsch
clericale bloedzuigers zijn? Daarom Duit
sche jeugd, houdt U afzijdig van hen en
vormt een sterk front tegen deze interna
tionale schurken: in het kort geheeten
Wierook en knofloof
Op een plakaat van de HJ. stond het
volgende te lezen:
„Wil Zijne Heiligheid Mijn heer den Paus
misschien den Heiligen Geest van propel
lers voorzien? Of wil zijn HoogEerw. een
nieuw beroep kiezen en is hij daarbij onge
lukkiger wijze in de luchtvaart terecht ge
komen?"
Dit laatste heeft betrekking op het be
zoek van den Franschen Luchtvaart-minis
ter bij Z.H. den Paus.
Daarna bericht de bisschop nog over aan
zijn persoonlijk adres gerichte schimpwoor
den. Op den avond van 16 Juli stopte voor
het Bisschoppelijk paleis te Rottenburg een
auto, waaruit den Bisschop luid werd toe
geroepen: „Kom zwarte Zigeuner speel ons
een liedje voor!"
Dan herinnert de Bisschop aan de verkla
ring van Baldur von Schirach op 3 April
1935, waarin zwart op wit te lezen staat,
dat de H.J. in het Derde Rijk een „vrij
willige organisatie is en de Jeugd tot hen
moet komen, geheel uit vrije beweging".
Hoe het met deze „vrijwilligheid" gesteld
is, daarover lezen wij in het document het
volgende:
„In een aantal Gymnasia en H.B.S. wer
den de leden der Katholieke Organisaties
bedreigd, dat zij hun positie (Freistelie)
zouden verliezen en deze dreigementen
werden ook ten deele uitgevoerd. In de Am
bachtsscholen te A. werden katholieke jon
gens onder luid gehoon van de H.J. op een
veewagen gewogen. Een leeraar verklaarde
uitdrukkelijk dat de leden der „pastoors-
jeugd" als menschen „van den tweeden
rang" beschouwd moesten worden.
Aan het slot van dit Bisschoppelijk schrij
ven lezen wij:
„Hetgeen wij hier aan den Rijksstadhou
der hebben uiteengezet omtrent de afge-
loopen strijdmaand van de H.J. is nog lang
niet alles. Doch deze enkele voorbeelden
mogen de tendenz en de methode illustree-
ren, hoe tegen Katholieke Duitsche vol'ks-
genooten, die hun Geloof en Kerk trouw
willen dienen, wordt opgetreden.
t Mgr. Sproll,
Zal Fulda redding brengen?
Al deze gebeurtenissen en wei-gedocu
menteerde bezwaarschriften hebben hoege
naamd niets gebaat, om de Katholieken van
Duitschland en hun Kerkelijke leiders tegen
dergelijke aanvallen en provocaties te vrij
waren.
In geen enkele der aangehaalde gevallen
werd den Kerkelijke Autoriteiten eenige
genoegdoening voor de aangedane smaad
verschaft.
Geen wonder, dat vele Katholieken van
de Bisschopsconferentie te Fulda ingrijpen
de beslissingen verhoopen ja sommigen
verwachten zelfs, dat de Katholieke Jeugd
in de toekomst zal verboden worden lid te
worden van de Hitler-Jeugd organisaties!
Met spanning wordt het resultaat van
Fulda a.s. Zaterdag tegemoet gezien!
De vervanging van de
warenwet.
Een interview met dr. F. H. v. d. Laan.
Een redacteur van het Algemeen Neder-
landsoh Persbureau in Den Haag heeft aan
den directeur van den Keuringsdienst van
waren voor het gebied 's-Gravenhage, dr.
F. H. v. d. Laan, verzocht, zijn meening
te willen uiteenzetten over het wetsont
werp Verlaging van de openbare uitgaven
door vervanging van de Warenwet door een
andere wet betreffende hoedanigheid en
aanduiding van waren.
Dr. v. d. Laan is zoo welwillend geweest,
aan dit verzoek te voldoen, en heeft het
volgende opgemerkt.
Het voorstel der Regeering komt hier
op neer, dat de bestaande Warenwet wordt
ingetrokken en hiervoor in de plaats komt
een wet, welke alleen den wettelijken
grondslag voor de beoórdeeling van waren
in stand houdt. Het orgaan tot uitvoering
van de eischen, aan waren te stellen, wordt
echter weggenomen. In tegenstelling tot het
eerste wetsontwerp, de algemeene bezuini-
gingswet, wordt in het thans ingediende
wetsontwerp wèl gesproken van openba
re keuringsdiensten. De Regeering ver
wacht, dat er gemeenten zullen zijn, welke
deze openbare keuringsdiensten in stand
zullen houden. Echter vrees ik, 'dat er een
vrij chaotische toestand zal ontstaan ten
opzichte van de tenuitvoerlegging van het
toezicht. De Regeering wil een voortbestaan
van dit toezicht overlaten aan het vrije in
zicht van de gemeenten. Maar hebben de
gemeenten hiervoor de financieele midde
len? Als de Regeering haar steun, d.i. de
helft der kosten van de diensten, terug
trekt, moeten de kosten der gemeenten
stijgen.
Beteekent dit een verdubbeling van
uitgaven voor de gemeenten? vroeg de re
dacteur.
Het beteekent een verdubbeling alleen
in het gunstigste geval, n.l. wanneer alle
gemeenten zich vrijwillig bij de bestaande
diensten aansluiten, was dr. van der Laan's
antwoord. Geschiedt dit niet, dan kan het
beteekenen, dat de gemeenten, welke dien
sten in stand houden, hiervoor vele malen
haar tegenwoordige kosten zullen moeten
gaan betalen. En een algemeene aanslui
ting is zeker niet te verwachten. Vele klei
ne gemeenten zullen zich afzijdig houden.
Hier en daar zullen gemeenten het toe
zicht doen uitoefenen door een plaatselij
ken apotheker of door een bureau van on
derzoek, dat elders gevestigd is. En hieraan
kleeft het bezwaar van misschien onvol
doende onafhankelijkheid en onvoldoende
deskundigheid van wie dan dit toezicht zul
len uitoefenen. Vooral waar de centrale ge
meente van een tegen woordigen keurings
dienst klein is, zullen bij handhaving de
kosten zeer aanzienlijk stijgen. Voorbeelden
hiervan zijn gemeenten als Alkmaar, Zut-
fen en Goes. Het is te verwachten, dat ver
schillende gemeenten medewerking aan
keuringsdiensten, in zulke plaatsen geves-
tigd, zullen achterwege laten. In dit opzicht
staat een stad als Den Haag, waarin twee
derden van de inwoners, onder den keu
ringsdienst vallende, gevestigd zijn, er min
der ongunstig voor.
Een belangrijke vraag is, of de Regeering
zal toelaten, dat de gemeenten voor keu
ringsdiensten meer geld dan tot dusverre
zullen gaan uitgeven, terwijl het Rijk, dat
vele gemeenten financieel steunt zich van
deze diensten terugtrekt. In dit verband
wil ik de aandacht vestigen op de moge
lijkheid, dat provinciale besturen het be
lang der bevolking van kleine gemeenten
en van het platteland gaan behartigen. De
provincie Friesland bekostigt nu reeds on
verplicht een vierde der uitgaven, zoodat
de gemeenten in deze provincie niet de
helft, maar een vierde hierin bijdragen.
Onder de gegeven omstandigheden moet
een uitbreiding van de provinciale taak
stellig wenschelijk worden geacht.
Verwacht u een verzwakking van de
controle? vroeg de redacteur.
Als de gemeenten niet meer dan tot
nu toe kunnen uitgeven, moeten de keu
ringsdiensten met minder rondkomen en
dit zou grootendeels op afbraak neerkomen,
antwoordde dr. v. d. Laan. Vergeet niet,
dat reeds sedert 1933 een bezuiniging van
niet minder dan ongeveer vier ton is ver
kregen, door afschaffing van personeel en
salarisverlaging. De sterkte der diensten
is al tot een minimum gereduceerd. Men
kan nu het aantal monsters nog meer ver
minderen en de inspecties nog meer ver
zwakken, maar dan daalt het nuttige effect
in dezelfde verhouding. In evenredigheid
tot het groote aantal verkoopers en berei-
ders is het aantal monsters en inspecties
reeds gering. Van het grootste gewicht is,
dat de Regeering zich uitspreke over de
vraag, of zij den gemeenten ten aanzien
van de financiën voor de uitvoering van de
wet volledige vrijheid zal geven.
Een ander punt, vervolgde dr. v. d. Laan,
is, dat de Regeering hoopt op medewerking
van het bedrijfsleven voor de uitvoering
van het toezicht op de waren. De gelegen
heid hiertoe ziet zij in het bestaande arti
kel 14, dat het mogelijk maakt, om voor
waren, onder bijzonder toezicht bereid, een
speciale aanduiding of merk van Rijkswege
te verleenen. Deze gelegenheid bestaat
sinds 1919, maar er is in slechts twee ge
vallen gebruik van gemaakt. In het alge
meen is dit gebruik steeds afgestuit op de
groote kosten van het preventieve toezicht,
dat op deze manier noodig is.
Het eerste geval, waarin deze gelegen
heid wordt gebruikt, betreft het bijzonder
vetbesluit. Dit geldt vet, hier ingevoerd als
ongeschikt voor menschelijk voedsel en hier
zuiver geraffineerd. In dit geval werd het
bedrijfsleven tot instelling van zoodanig
toezicht verplicht door maatregelen van het
buitenland, dat het geraffineerde vet an
ders niet wemschte. Dit toezicht was dus
niet vrijwillig in den eigenlijken zin van
het woord.
Het tweede geval is het eenige geval van
eigenlijk vrijwillige controle. Dit betreft het
Nederlandsche honingcontrole-station van
de Vereeniging van Nederlandsche bijen
houders. Op grond van het toezicht van dit
station wordt een speciaal merk verstrekt,
dat certificeert, dat de honing zuiver in-
landsch is. Maar slechts vijf percent der
Nederlandsche ymkers is hierbij aangeslo
ten. En de hoeveelheid buitenlandsche ho
ning is stellig viermaal zoo groot als die
der binnenlandsche. Gij begrijpt dus wel,
dat zeer veel honing niet onder deze con
trole valt en dat deze controle niet veel
beteekent.
Vooral nu de meeste bedrijven niet of
nauwelijks rendeeren, ging dr. v. d. Laan
voort, mag niet worden verwacht, dat zij
de hooge kosten van een preventief toezicht
kunnen betalen.
Bovendien zal de Regeering harerzijds
toch altijd toezicht moeten houden op de
verleening van merken bij het vrijwillige
toezicht. Immers, gecontroleerd zal moe
ten worden, of dit toezicht overeenkomt
met art. 14 van de Warenwet. Welk Rijks
orgaan zal deze Rijkscontrole moeten uit
oefenen? En dit Rijksorgaan zal toch ook
geld moeten kosten?
In de pers heeft een beschouwing ge
staan over medewerking, welke misschien
de boter- en kaascontrole ter aanvulling
van de keuringsdiensten zou kunnen ver
leenen. Intusschen zou ook dit een vrijwil
lig toezicht zijn. De boter- en kaascontrole
betreft de bereiding en de echtheid van het
product en geeft een certificaat in het be
lang van den expert. Zij controleert thans
niet, wat de handel met de artikelen doet.
Wanneer de handel kaas van 20 plus ver
koopt als volvette kaas, is dit thans niet
een zaak van de kaascontrole, maar van
de keuringsdiensten. De merken van de
boter- en kaascontrole voor het buitenland
zijn voorts thans onvoldoende voor de bin
nenlandsche consumptie. Dit blijkt uit het
feit, dat er krachtens de Warenwet een
kaasbesluit is uitgevaardigd, dat met be
trekking tot het binnenlandsche verbruik
zekere merken, bijvoorbeeld 40 plus en
V.V., heeft ingesteld. Hoe de boter- en kaas
controle de praktijken van den groothandel
zou kunnen controleeren, is men niet dui
delijk, verklaarde dr. v. d. Laan. Boven
dien controleeren de boter- en kaascon-
trolestations slechts de aangeslotenen en
juist wie niet aangesloten zijn, hebben toe
zicht het meeste noodig. Overigens zou ook
zoodanige controle preventief, en dus veel
kostbaarder dan het repressieve toezicht
van de keuringsdiensten zijn.
Kimt u een andere regeling dan de
door de Regeering voorgestelde aanbeve
len? vroeg de redacteur.
Wanneer, antwoordde dr. v. d. Laan,
de bestaande regeling niet kan worden ge
handhaafd, zou misschien de volgende re
geling de aannemelijkste zijn:
Het Rijk blijve een bijdrage betalen voor
DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE
BLADEN.
De drie dames uit Leiden
Jeanne, Annie en Betsie die van Zaterdag
12 Aug. op Zondag 13 Aug. j.I. in gezel
schap van resp. moeder, tante en neefje,
waarbij in Kampen nog 2 kennissen of fa
milieleden kwamen, per boot van ZWOLLE
NAAR AMSTERDAM zijn gereisd en
verder per fiets naar Leiden, wordt drin
gend aan eerstgenoemde verzocht haar
adres aan Wim op te geven onder No. 4700
bureau van dit blad.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
De buitenlandsche commissie van het
Britsche kabinet heeft geadviseerd tot het
nemen van sancties tegen Italië in laatste
instantie. (2de blad).
De Kulturkampf in Duitschland. (2de
blad).
Waarschijnlijk 20 dooden bij de instor
ting van de Berlijnsche ondergrondsche.
(Buitenl. Ber. 2de blad).
BINNENLAND.
De regeering is van plan geen tol te
heffen op de bruggen over de groote rivie
ren, doch de benzineprijs met een y2 cent
te verhoogen. (2de blad).
Doodelijke verkeersongelukken te Heem
stede en Schayk. (1ste blad).
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
De Zijl won gisteren den laatsten degra
datie-polowedstrijd en blijft behouden voor
de tweede klasse. (3de blad).
De revanche der wereld-wielerkam
pioenschappen te Amsterdam. (3de blad).
de keuringsdiensten tot een bedrag, dat
het toch zal moeten uitgeven, voor wacht
gelden van de op te heffen keuringsdien
sten en voor rente van kapitaal, in gebou
wen van keuringsdiensten gestoken. Jaren
lang zal het Rijk deze kosten, welke een
vrij belangrijk bedrag vormen, moeten op
brengen, zonder dat men er iets produc
tiefs voor terugkrijgt.
Ook van het standpunt van het Rijk zelf
is er een belangrijk argument voor een
zoodanige Rijksbijdrage. Bij niet-handha-
ving van keuringsdiensten n.l. zal zonder
eenigen twijfel de opbrengst van den sui
keraccijns en van den alooholaccijns terug-
loopen. Wat den suikeraccijns aangaat, be
denke men, dat de suiker in vele gevallen
zal worden vervangen door de niet belaste
aardappelstroop, glucose of saccharine.
Neemt het suikerverbruik slechts met één
percent af, dan scheelt dit een half mil-
lioen gulden aan accijns voor het Rijk.
En ten tweede: laat de gemeenten het
zelfde als nu blijven betalen en laat de
bedrijven verplicht worden, dan bij te pas
sen wat er, als het Rijk ook een bijdrage
blijft geven, nog zal ontbreken. Het be
drijfsleven heeft getoond te beseffen, dat
het van zijn kant groot belang heeft bij
een onverzwakt voortbestaan van de Wa
renwet. Het kam. dus tot een heffing wor
den verplicht.
Deze last zal waarlijk niet te zwaar zijn.
De heffing behoeft slechts enkele guldens
per bedrijf per jaar te bedragen. Zeker
honderdduizend bedrijven in ons land zijn
er bij betrokken. Geeft elk bedrijf vijf gul
den, dan heeft men al vijf ton. Voor de
schatkist beteekent dit een geenszins on
belangrijke tegemoetkoming. Het zou een
soortgelijke heffing zijn als voor ventver
gunningen, waarvoor nu vele gemeenten
één a twee gulden per jaar vrager;, Dan is
vijf gulden voor een bedrijf toch niet te
hoog. Men kan het bedrag der heffing la
ten varieeren naar gelang van de grootte
van het bedrijf, wanneer het gemiddelde
dan maar vijf gulden is.
Men bedenke, besloot dr. v. d. Laan, dat
bij de keuring van waren ten eerste een
gewichtig algemeen belang betrokken is en
dat het ten tweede een belang van den
handel is, dat bedrog geweerd wordt, maar
dat deze beide belangen uit den aard der
zaak dooreenloopem. Wordt een regeling
als ik in overweging geef, ingevoerd, dan
blijft het toezicht op de waren behoorlijk
in stand.