DE STRIJD OM DE DUITSCHE JEUGD. 26e Jaargang DONDERDAG 22 AUGUSTUS 1935 No. 8197 Ste Geid^ofve0oii^cmt DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: f 0.50 Deze week vergadert het Duitsche episco paat te Fulda. Deze illustere vergadering zal zich ongetwijfeld met groote bezorgd heid bezig ho-uden met het vraagstuk van de Katholieke Jeugd in Duitschland. In verband daarmee is het interessant kermis te nemen van eenige bisschoppelijke bezwaarschriften tegen de houding van de Hitier Jeugd. Op 26 Mei richtte de Bisschop van Trier Dr. Bornewasser aan Baldur von Schirach een aanklacht waarin hij de excessen van de Hitier Jeugd te Kreuznach uitvoerig schilderde. Toen de Bisschop in vol ornaat de Pastorie van Kreuznach verliet, om de Kerkelijke processie bij te wonen, bulderde de Hitler-Jeugd in spreekkoor hem toe: ,Jod en-Bisschop! Souteneur van het Bolsje wisme! Weg met de Christenen! Katholie ken zijn Deviezensmok'kelaars!" Letterlijk schreef de Bisschop: „Zulk een ruwe behandeling heb ik geheel mijn leven ik ben bijna zeventig jaar van de jeugd nog niet ondervonden. Van de zijde van de ambtenaren wordt een ongehoorde dwang op de katholieke leeraren en J.eera- ressen uitgeoefend ten bate van de Staatsjeugd in het Rijnland een dwang, welke een cultuurstaat onwaardig is en volkomen in strijd met de opvattingen van U èn die van den Führer Adolf Hitler". Over een dergelijk voorval bericht ons ook de Aartsbisschop van Paderborn Mgr. Dr. Kleyn. De aanval op Mgr. Kleyn. Voordat de Aartsbisschop te Hamm arri veerde wij volgen hier het ambtelijk bericht van het Bisschoppelijk Vicariaat was een bespreking van de Hitler^eugd voorafgegaan, waaraan de plaatselijke lei ders en ook de opperleider Bierkamper uit Dordtmund hadden deelgenomen. Bij deze besprekingen was lang en breed overwo gen, hoe men de Aartsbisschop tijdens zijn bezoek zou bejegenen. Door een geheim bevel werden de leden van de H. J. gelast aan de ontvangst van den Bisschop deel te nemen. Wat daarbij gebeuren zou, zou eerst ter plaatse bekend gemaakt worden. Op Zondag 12 Mei kwam een bepaalde groep van de H. J. overeenkomstig het geheim bevel, op het groote plein te Hamm bijeen. De aanvoerder Grote gaf de H. J. bevel zich te begeven naar het station waar zij zich niet onder het volk mochten men gen. Zoo luid mogelijk moest over „Devie zen-smokkelaars" en .zwarte mollen" ge sproken worden. In de nabijheid van het station wachtte de H. J. de komst van den Bisschop af. Toen de Bisschop uit den trein stapte en door kerkelijke en wereldlijke autoriteiten verwelkomd werd, brulde de H.J. en de B.D.M. .(Vrouwelijke Hitier Jeugd) met luider stem: „Deviezen-smok kelaars", of „Führer, Sieg Heil1!" Eenige Hit- Ier jongens trachtten den Bischop te verhin deren de gereedstaande auto te bereiken. Zij moesten door het spoorwegpersoneel met geweld opzij gedrongen worden. Daar op stapte de Aartsbisschop in de auto. We derom klonk van wijd en zijd een luid ge schimp: „Weg met de Deviezen-smokke laars", „Weg met de Zwarte benden", „Weg met de Zwarte Vaderlandverraders!" Toen de auto van den Bisschop zich in beweging zette, liep een tiental Hitier- jongens naast de auto en riepen voortdu rend in het venster: „Schurken, Zwarte Mollep". Een groep Hitier jongens, onder wie zich ook de Opperleider Hammann be vond, omsingelden de Bisschopelij'ke auto en trachtte hem omver te werpen. Toen de bevol'kings zulks verhinderen wilde, be gon de H.J. een aanval op de omstaanders. Een H. Jongen ging met getrokken dolk op eenige menschen af. Toen een heer een H.J. wilde tegenhouder, sloeg deze hem met een knuppel in het gelaat; een ander werd door een paar H.J. zoodanig afgeranseld, dat hij achterover tegen de auto viel en bijna onder de wielen raakte. Een paar meters verder sprong een H.J. op de tree plank van de auto en spuwde op den Bis schop. Hij trof echter een burger, die ver geefs zich tegen de gewapende H. jongens weerde. Toen de auto aan het St. Agnes plein kwam, riepen eenigen den Aartsbis schop toe: „Foei, foei gooi de zwarte ben-* de de trap af". De groepsleider Heide sloeg een meisje zoodanig, dat het bewusteloos van het plein moest weggedragen worden. Toen de pastoor op het kerkplein den Bis schop wilde begroeten, ontstond zulk een oorverdoovend lawaai, dat de Geestelijke zijn toespraak moest staken. Ook toen de Bisschop de kansel beklom, ging het lawaai onafgebroken voort en meerdere malen werd aan de kerkdeur gerammeld, zoodat de plechtigheid voortdurend gestoord werd. Hoe de H. J. de bisschoppen be handelt. - Niet te kwalificeeren methoden in het Derde Rijk. Hoe Mgr. Sproll werd gehoond! Nu de strijdmaand van de Hitler-Jeugd voorbij is, welke in Juli over geheel het land werd gehouden heeft Bisschop Dr. Sproll aan den Rijks-stadhouders Muer in Stuttgart een schrijven gericht, waaraan wij het volgende ontleenen: Het schrijven is gedateerd 16 Juli 1935 onder A. 6406 Bisschoppelijk Ordinariaat te Rottenburg. „Niet zonder zorg en droefenis hebben wij het verloop der vier aanvals-weken ge volgd met al de bitterheid, welke hij ons gebracht heeft, met al de onrechtvaardige aapklachten en verwijten, die men over ons heeft uitgestort, met al de droeve schade, welke aan de ware innerlijke volksverbon denheid, gedurende die weken, werd toege bracht. Na al hetgeen wij over deze strijd maand hebben vernomen, gelooven wij niet dat we een stap verder gekomen zijn op den weg der zoozeer verbeide innerlijke volks eenheid. Hetgeen in deze week ons ter oore is ge komen, was niet meer „arbeid aan de volks gemeenschap, doch diepe haat tegen de Katholieke Kerk en Haar Opperhoofd, wel ke ons met groote zorg over de toekomst vervult". Als bewijs haalt het Bisschoppelijk Schrijven een H.J.-lied aan, waarin o.m. het volgende te lezen is: „Wat heeft de zoon een-er Duitsche moe der met Paus en papen te maken" en „de tijd van het Kruis is voorbij". Dr. Sprolle herinnert er vervolgens aan, dat het beruchte „Lied op de Deviezen- smokkelaars" om. te Omünd op de scholen werd ingestudeerd, en door de jeugd met graagte gezongen werd. De Bisschop haalt daarvan nog eenige strophen aan. „En komen zij eens in den Hemel; dan j doet de Paus hen de deur open en zegt: j Komt binnen Deviezen-smokkelaars. Nu zij-t ge mij nog veel dierbaarder als voor- heen. Komt laat ons er eentje drinken". j Uit Geislingen wij citeeren letterlijk j de brief van Dr. Sproll wordt nog de volgende strophe aangehaald: „En toen het geval in de pers kvyam, ontstond er een groot gekrijt. De Bisschop las een Mis met j zijn groote snuit". Een vlugschrift uit Saulgan bevat de vol- gende tirade: „Ziet ge nu, wie de Roomsch clericale bloedzuigers zijn? Daarom Duit sche jeugd, houdt U afzijdig van hen en vormt een sterk front tegen deze interna tionale schurken: in het kort geheeten Wierook en knofloof Op een plakaat van de HJ. stond het volgende te lezen: „Wil Zijne Heiligheid Mijn heer den Paus misschien den Heiligen Geest van propel lers voorzien? Of wil zijn HoogEerw. een nieuw beroep kiezen en is hij daarbij onge lukkiger wijze in de luchtvaart terecht ge komen?" Dit laatste heeft betrekking op het be zoek van den Franschen Luchtvaart-minis ter bij Z.H. den Paus. Daarna bericht de bisschop nog over aan zijn persoonlijk adres gerichte schimpwoor den. Op den avond van 16 Juli stopte voor het Bisschoppelijk paleis te Rottenburg een auto, waaruit den Bisschop luid werd toe geroepen: „Kom zwarte Zigeuner speel ons een liedje voor!" Dan herinnert de Bisschop aan de verkla ring van Baldur von Schirach op 3 April 1935, waarin zwart op wit te lezen staat, dat de H.J. in het Derde Rijk een „vrij willige organisatie is en de Jeugd tot hen moet komen, geheel uit vrije beweging". Hoe het met deze „vrijwilligheid" gesteld is, daarover lezen wij in het document het volgende: „In een aantal Gymnasia en H.B.S. wer den de leden der Katholieke Organisaties bedreigd, dat zij hun positie (Freistelie) zouden verliezen en deze dreigementen werden ook ten deele uitgevoerd. In de Am bachtsscholen te A. werden katholieke jon gens onder luid gehoon van de H.J. op een veewagen gewogen. Een leeraar verklaarde uitdrukkelijk dat de leden der „pastoors- jeugd" als menschen „van den tweeden rang" beschouwd moesten worden. Aan het slot van dit Bisschoppelijk schrij ven lezen wij: „Hetgeen wij hier aan den Rijksstadhou der hebben uiteengezet omtrent de afge- loopen strijdmaand van de H.J. is nog lang niet alles. Doch deze enkele voorbeelden mogen de tendenz en de methode illustree- ren, hoe tegen Katholieke Duitsche vol'ks- genooten, die hun Geloof en Kerk trouw willen dienen, wordt opgetreden. t Mgr. Sproll, Zal Fulda redding brengen? Al deze gebeurtenissen en wei-gedocu menteerde bezwaarschriften hebben hoege naamd niets gebaat, om de Katholieken van Duitschland en hun Kerkelijke leiders tegen dergelijke aanvallen en provocaties te vrij waren. In geen enkele der aangehaalde gevallen werd den Kerkelijke Autoriteiten eenige genoegdoening voor de aangedane smaad verschaft. Geen wonder, dat vele Katholieken van de Bisschopsconferentie te Fulda ingrijpen de beslissingen verhoopen ja sommigen verwachten zelfs, dat de Katholieke Jeugd in de toekomst zal verboden worden lid te worden van de Hitler-Jeugd organisaties! Met spanning wordt het resultaat van Fulda a.s. Zaterdag tegemoet gezien! De vervanging van de warenwet. Een interview met dr. F. H. v. d. Laan. Een redacteur van het Algemeen Neder- landsoh Persbureau in Den Haag heeft aan den directeur van den Keuringsdienst van waren voor het gebied 's-Gravenhage, dr. F. H. v. d. Laan, verzocht, zijn meening te willen uiteenzetten over het wetsont werp Verlaging van de openbare uitgaven door vervanging van de Warenwet door een andere wet betreffende hoedanigheid en aanduiding van waren. Dr. v. d. Laan is zoo welwillend geweest, aan dit verzoek te voldoen, en heeft het volgende opgemerkt. Het voorstel der Regeering komt hier op neer, dat de bestaande Warenwet wordt ingetrokken en hiervoor in de plaats komt een wet, welke alleen den wettelijken grondslag voor de beoórdeeling van waren in stand houdt. Het orgaan tot uitvoering van de eischen, aan waren te stellen, wordt echter weggenomen. In tegenstelling tot het eerste wetsontwerp, de algemeene bezuini- gingswet, wordt in het thans ingediende wetsontwerp wèl gesproken van openba re keuringsdiensten. De Regeering ver wacht, dat er gemeenten zullen zijn, welke deze openbare keuringsdiensten in stand zullen houden. Echter vrees ik, 'dat er een vrij chaotische toestand zal ontstaan ten opzichte van de tenuitvoerlegging van het toezicht. De Regeering wil een voortbestaan van dit toezicht overlaten aan het vrije in zicht van de gemeenten. Maar hebben de gemeenten hiervoor de financieele midde len? Als de Regeering haar steun, d.i. de helft der kosten van de diensten, terug trekt, moeten de kosten der gemeenten stijgen. Beteekent dit een verdubbeling van uitgaven voor de gemeenten? vroeg de re dacteur. Het beteekent een verdubbeling alleen in het gunstigste geval, n.l. wanneer alle gemeenten zich vrijwillig bij de bestaande diensten aansluiten, was dr. van der Laan's antwoord. Geschiedt dit niet, dan kan het beteekenen, dat de gemeenten, welke dien sten in stand houden, hiervoor vele malen haar tegenwoordige kosten zullen moeten gaan betalen. En een algemeene aanslui ting is zeker niet te verwachten. Vele klei ne gemeenten zullen zich afzijdig houden. Hier en daar zullen gemeenten het toe zicht doen uitoefenen door een plaatselij ken apotheker of door een bureau van on derzoek, dat elders gevestigd is. En hieraan kleeft het bezwaar van misschien onvol doende onafhankelijkheid en onvoldoende deskundigheid van wie dan dit toezicht zul len uitoefenen. Vooral waar de centrale ge meente van een tegen woordigen keurings dienst klein is, zullen bij handhaving de kosten zeer aanzienlijk stijgen. Voorbeelden hiervan zijn gemeenten als Alkmaar, Zut- fen en Goes. Het is te verwachten, dat ver schillende gemeenten medewerking aan keuringsdiensten, in zulke plaatsen geves- tigd, zullen achterwege laten. In dit opzicht staat een stad als Den Haag, waarin twee derden van de inwoners, onder den keu ringsdienst vallende, gevestigd zijn, er min der ongunstig voor. Een belangrijke vraag is, of de Regeering zal toelaten, dat de gemeenten voor keu ringsdiensten meer geld dan tot dusverre zullen gaan uitgeven, terwijl het Rijk, dat vele gemeenten financieel steunt zich van deze diensten terugtrekt. In dit verband wil ik de aandacht vestigen op de moge lijkheid, dat provinciale besturen het be lang der bevolking van kleine gemeenten en van het platteland gaan behartigen. De provincie Friesland bekostigt nu reeds on verplicht een vierde der uitgaven, zoodat de gemeenten in deze provincie niet de helft, maar een vierde hierin bijdragen. Onder de gegeven omstandigheden moet een uitbreiding van de provinciale taak stellig wenschelijk worden geacht. Verwacht u een verzwakking van de controle? vroeg de redacteur. Als de gemeenten niet meer dan tot nu toe kunnen uitgeven, moeten de keu ringsdiensten met minder rondkomen en dit zou grootendeels op afbraak neerkomen, antwoordde dr. v. d. Laan. Vergeet niet, dat reeds sedert 1933 een bezuiniging van niet minder dan ongeveer vier ton is ver kregen, door afschaffing van personeel en salarisverlaging. De sterkte der diensten is al tot een minimum gereduceerd. Men kan nu het aantal monsters nog meer ver minderen en de inspecties nog meer ver zwakken, maar dan daalt het nuttige effect in dezelfde verhouding. In evenredigheid tot het groote aantal verkoopers en berei- ders is het aantal monsters en inspecties reeds gering. Van het grootste gewicht is, dat de Regeering zich uitspreke over de vraag, of zij den gemeenten ten aanzien van de financiën voor de uitvoering van de wet volledige vrijheid zal geven. Een ander punt, vervolgde dr. v. d. Laan, is, dat de Regeering hoopt op medewerking van het bedrijfsleven voor de uitvoering van het toezicht op de waren. De gelegen heid hiertoe ziet zij in het bestaande arti kel 14, dat het mogelijk maakt, om voor waren, onder bijzonder toezicht bereid, een speciale aanduiding of merk van Rijkswege te verleenen. Deze gelegenheid bestaat sinds 1919, maar er is in slechts twee ge vallen gebruik van gemaakt. In het alge meen is dit gebruik steeds afgestuit op de groote kosten van het preventieve toezicht, dat op deze manier noodig is. Het eerste geval, waarin deze gelegen heid wordt gebruikt, betreft het bijzonder vetbesluit. Dit geldt vet, hier ingevoerd als ongeschikt voor menschelijk voedsel en hier zuiver geraffineerd. In dit geval werd het bedrijfsleven tot instelling van zoodanig toezicht verplicht door maatregelen van het buitenland, dat het geraffineerde vet an ders niet wemschte. Dit toezicht was dus niet vrijwillig in den eigenlijken zin van het woord. Het tweede geval is het eenige geval van eigenlijk vrijwillige controle. Dit betreft het Nederlandsche honingcontrole-station van de Vereeniging van Nederlandsche bijen houders. Op grond van het toezicht van dit station wordt een speciaal merk verstrekt, dat certificeert, dat de honing zuiver in- landsch is. Maar slechts vijf percent der Nederlandsche ymkers is hierbij aangeslo ten. En de hoeveelheid buitenlandsche ho ning is stellig viermaal zoo groot als die der binnenlandsche. Gij begrijpt dus wel, dat zeer veel honing niet onder deze con trole valt en dat deze controle niet veel beteekent. Vooral nu de meeste bedrijven niet of nauwelijks rendeeren, ging dr. v. d. Laan voort, mag niet worden verwacht, dat zij de hooge kosten van een preventief toezicht kunnen betalen. Bovendien zal de Regeering harerzijds toch altijd toezicht moeten houden op de verleening van merken bij het vrijwillige toezicht. Immers, gecontroleerd zal moe ten worden, of dit toezicht overeenkomt met art. 14 van de Warenwet. Welk Rijks orgaan zal deze Rijkscontrole moeten uit oefenen? En dit Rijksorgaan zal toch ook geld moeten kosten? In de pers heeft een beschouwing ge staan over medewerking, welke misschien de boter- en kaascontrole ter aanvulling van de keuringsdiensten zou kunnen ver leenen. Intusschen zou ook dit een vrijwil lig toezicht zijn. De boter- en kaascontrole betreft de bereiding en de echtheid van het product en geeft een certificaat in het be lang van den expert. Zij controleert thans niet, wat de handel met de artikelen doet. Wanneer de handel kaas van 20 plus ver koopt als volvette kaas, is dit thans niet een zaak van de kaascontrole, maar van de keuringsdiensten. De merken van de boter- en kaascontrole voor het buitenland zijn voorts thans onvoldoende voor de bin nenlandsche consumptie. Dit blijkt uit het feit, dat er krachtens de Warenwet een kaasbesluit is uitgevaardigd, dat met be trekking tot het binnenlandsche verbruik zekere merken, bijvoorbeeld 40 plus en V.V., heeft ingesteld. Hoe de boter- en kaas controle de praktijken van den groothandel zou kunnen controleeren, is men niet dui delijk, verklaarde dr. v. d. Laan. Boven dien controleeren de boter- en kaascon- trolestations slechts de aangeslotenen en juist wie niet aangesloten zijn, hebben toe zicht het meeste noodig. Overigens zou ook zoodanige controle preventief, en dus veel kostbaarder dan het repressieve toezicht van de keuringsdiensten zijn. Kimt u een andere regeling dan de door de Regeering voorgestelde aanbeve len? vroeg de redacteur. Wanneer, antwoordde dr. v. d. Laan, de bestaande regeling niet kan worden ge handhaafd, zou misschien de volgende re geling de aannemelijkste zijn: Het Rijk blijve een bijdrage betalen voor DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. De drie dames uit Leiden Jeanne, Annie en Betsie die van Zaterdag 12 Aug. op Zondag 13 Aug. j.I. in gezel schap van resp. moeder, tante en neefje, waarbij in Kampen nog 2 kennissen of fa milieleden kwamen, per boot van ZWOLLE NAAR AMSTERDAM zijn gereisd en verder per fiets naar Leiden, wordt drin gend aan eerstgenoemde verzocht haar adres aan Wim op te geven onder No. 4700 bureau van dit blad. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. De buitenlandsche commissie van het Britsche kabinet heeft geadviseerd tot het nemen van sancties tegen Italië in laatste instantie. (2de blad). De Kulturkampf in Duitschland. (2de blad). Waarschijnlijk 20 dooden bij de instor ting van de Berlijnsche ondergrondsche. (Buitenl. Ber. 2de blad). BINNENLAND. De regeering is van plan geen tol te heffen op de bruggen over de groote rivie ren, doch de benzineprijs met een y2 cent te verhoogen. (2de blad). Doodelijke verkeersongelukken te Heem stede en Schayk. (1ste blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN. De Zijl won gisteren den laatsten degra datie-polowedstrijd en blijft behouden voor de tweede klasse. (3de blad). De revanche der wereld-wielerkam pioenschappen te Amsterdam. (3de blad). de keuringsdiensten tot een bedrag, dat het toch zal moeten uitgeven, voor wacht gelden van de op te heffen keuringsdien sten en voor rente van kapitaal, in gebou wen van keuringsdiensten gestoken. Jaren lang zal het Rijk deze kosten, welke een vrij belangrijk bedrag vormen, moeten op brengen, zonder dat men er iets produc tiefs voor terugkrijgt. Ook van het standpunt van het Rijk zelf is er een belangrijk argument voor een zoodanige Rijksbijdrage. Bij niet-handha- ving van keuringsdiensten n.l. zal zonder eenigen twijfel de opbrengst van den sui keraccijns en van den alooholaccijns terug- loopen. Wat den suikeraccijns aangaat, be denke men, dat de suiker in vele gevallen zal worden vervangen door de niet belaste aardappelstroop, glucose of saccharine. Neemt het suikerverbruik slechts met één percent af, dan scheelt dit een half mil- lioen gulden aan accijns voor het Rijk. En ten tweede: laat de gemeenten het zelfde als nu blijven betalen en laat de bedrijven verplicht worden, dan bij te pas sen wat er, als het Rijk ook een bijdrage blijft geven, nog zal ontbreken. Het be drijfsleven heeft getoond te beseffen, dat het van zijn kant groot belang heeft bij een onverzwakt voortbestaan van de Wa renwet. Het kam. dus tot een heffing wor den verplicht. Deze last zal waarlijk niet te zwaar zijn. De heffing behoeft slechts enkele guldens per bedrijf per jaar te bedragen. Zeker honderdduizend bedrijven in ons land zijn er bij betrokken. Geeft elk bedrijf vijf gul den, dan heeft men al vijf ton. Voor de schatkist beteekent dit een geenszins on belangrijke tegemoetkoming. Het zou een soortgelijke heffing zijn als voor ventver gunningen, waarvoor nu vele gemeenten één a twee gulden per jaar vrager;, Dan is vijf gulden voor een bedrijf toch niet te hoog. Men kan het bedrag der heffing la ten varieeren naar gelang van de grootte van het bedrijf, wanneer het gemiddelde dan maar vijf gulden is. Men bedenke, besloot dr. v. d. Laan, dat bij de keuring van waren ten eerste een gewichtig algemeen belang betrokken is en dat het ten tweede een belang van den handel is, dat bedrog geweerd wordt, maar dat deze beide belangen uit den aard der zaak dooreenloopem. Wordt een regeling als ik in overweging geef, ingevoerd, dan blijft het toezicht op de waren behoorlijk in stand.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1