UIN5DAG 20 AUGUSTUS 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. - PAG. 6 Het jeugdvraagstuk in de Ver. Staten N(ational) Y(outh) A(dministation). Wat Roosevelt wiL De jeugd m nood! Het is opmerkelijk hoeveel er in den loop der laatste maanden en jaren is ge schreven over de jeugd en hoe deze meer en meer bewust wordt van den ernst der sociale vraagstukken. En dit is dubbel waar voor de Vereen igde Staten. De economische inzinking, die als het einde was van een schoon sprookje, en de werkloosheid, die in de Vereenigde Staten nijpender is dan ergens anders ter wereld, hebben die ontwikkeling in de hand ge werkt. Er is een andere geest in de jeugd gevaren, niet enkel in de arbeidende jeugd, maar ook onder de studenten. De tijd dat de onbezorgde jeugd, die zich van de maat schappelijke vraagstukken weinig of niets aantrok, geheel in eigen kring en eigen belangen opging, is onherroepelijk voorbij. Sedert de laatste jaren is er in de Ame- rikaansche studentenwereld een veel rui mere belangstelling voor de sociale en eco nomische vraagstukken ontstaan. De cur sussen in deze vakken loopen telkens vol en in kleinere groepen worden de lessen druk besproken. En het bleef niet bij spreken en debatteeren alleen. Men denke slechts aan de vredes-stakingen, aan het boycott van de Hearst-pers, aan de deelname der studenten aan de werkloozen-betoogingen en de belangstelling voor de opkomende vakbeweging. De berichten over de arbeidende of werkzoekende jeugd daarentegen zijn af wisselend verschillend. Wat heeft men al niet aan de Amerikaansche jeugd toege schreven! Het is echter verkeerd den toe stand al te duister, al te pessimistisch te zien. De jonge merechen in de Vereenigde Staten zoeken naar een oplossing van hun moeilijkheden. Zeker de criminaliteit on der de jeugd in Amerika is sedert de crisis en, laat het ons ronduit zeggen, door de crisis toegenomen, doch, zoo merkt de „Christian Science Monitor" op, men moet eerder verbaasd staan dat de jeugd nog zoo degelijk is gebleven. Hoewel moedeloos heid zich wel eens van de jeugdige werk- loozen meester maakt, blijven de meesten toch zelden bij de pakken neerzitten. De jeugd heeft in Roosevelt een vriend gevonden, die om hare belangen zeer be zorgd is. Zonder dat hij daarover van tevo ren heeft uitgeweid, is hij plotseling met een uitgewerkt plan ten behoeve van de jeugd op de proppen gekomen. En hij houdt hierbij in de eerste plaats rekening met de wenschen van de jeugd, maar ook met de rechtmatige eischen van talrijke socio logen en jeugdleiders. Het nieuwe regeeringsplan is niet de eerste hulp die aan de jeugdige werkloo- zen van staatwege wordt geboden. Het zeer bekende, zoo niet beroemde „Civilian Con servation Corps" dat reeds maanden be staat, heeft weinig critiek uitgelokt. Het is bestemd voor' jonge mannen van 18 tot 25 jaar en staat gelijk met hetgeen wij in Europa arbeidskampen noemen. Het heeft in enkele maanden tijds heel wat jon- gemenschen, wier aantal nog tot 600.000 zal worden uitgebreid, aan een voor het land nuttige bezigheid geholpen en hen te gelijkertijd van de straat gehouden, waar ze op den duur wellicht verkeerd zouden zijn terecht gekomen. Dit „corps" wordt ook wel eens „Roose- velts Forest Army" genoemd, hoewel het niet uitsluitend in de bosschen werk zaam is. Men behoeft niet ver te reizen langs de groote verkeerswegen om een wgewijzer te zien staan naar een der arbeidskampen, waarvan er duizenden over het land ver spreid zijn. De jongens ontvangen er behalve een nuttige bezigheid ook herhalings-onderwijs en vakcursussenzij krijgen voeding en huisvesting en bovendien nog een klein bedrag in geld. Het laatste nieuwtje is een tooneelgezel- schap, dat uit werklooze tooneelspelers be staat, die tooneelvoorstellingen geven. Om dat het toezicht over de kampen door leger officieren geschiedt en heel de organisatie, vooral wat de voeding en de huisvesting betreft, door het ministerie van Oorlog ge leid wordt, is men in sommige kringen bang dat de staat een militairiseering van de jeugd op het oog heeft. Naar aanleiding van deze kritiek merkte Generaal Douglas Arthur op: „Alhoewel de kampen door militairen worden beheerd, blijft het „Civilian Conservation Corps" absoluut een burgerlijke organisatie'.'. Naast deze arbeidskampen tellen de Ver eenigde Staten ook nog zoogenaamde „Transients-camps" die vooral in het Wes ten gelegen zijn. Deze eigenaardige fede rale instellingen zijn ingericht ten behoeve van de jeugdige trekkers, die, in groepjes het land doortrekken. Deze kampen zijn te onderscheiden van de „vreemdelingen bu reaux" in de steden. De zwervers ontvan gen slechts voedsel en huisvesting indien ze daarvoor willen werken. Het zijn niet alleen landloopers, die in deze kampen worden ondergebracht, maar meestal jongens die van huis zijn wegge- loopen om aan hun zucht naar avonturen te kunnen voldoen. Het nieuwe programma van Roosevelt is buitengewoon veel omvattend. Op de eerste plaats tracht het al de re- geeringsmaatregelen ten voordeele van de jeugd te vereenigen ondr een departement: De National Youth Administration of N. Y. A. In den raad van beheer hebben zitting vertegenwoordigers van de arbeiders, mid denstanders, landbouwers, paedagogen en tenslotte ook jeugdleiders. Het plan beoogt hulp en werk te ver- BUITENLAND Het Abessijnsche conflict. NA HET FIASCO VAN PARUS Beraad te Londen De Britsche minister van buitenlandsche zaken, sir Samuel Hoare, die te Norfolk, waar hij eenige dagen vertoefde, in gere gelde telefonische verbinding stond met Baldwin en Mac Donald, is gisteravond te Londen aangekomen, waar hij onmiddel lijk een onderhoud had met Eden, die per vliegtuig naar Engeland terugkeerde en gisteravond omstreeks 9 uur op Croydon arriveerde. Hoare en Eden zullen hun collega's van den stand van zaken op de hoogte bren gen. Van den aard van dit rapport zal het afhangen, tegen welken datum het kabinet zal worden bijeen geroepen, waaromtrent Baldwin een beslissing zal hebben te nemen. De drie voornaamste kwesties, waar voor de beide ministers zich gesteld zien, zyn: het embargo op den uitvoer van wa pens naar Abessynië en Italië, de bescher ming van de Britsche legatie te Addis Abeba, en tenslotte de versterking der troepen, welke in de Britsche koloniën, die aan Abessynië grenzen, liggen. Bovendien moeten twee vragen van nog veel ernstiger strekking worden bestu deerd, en wel ten eerste de EngelschIta- liaansche betrekkingen, en ten tweede de politiek, die te Genève in de zitting van den volkenbondsraad moet worden ge volgd. Het Britsche wapen-embargo was slechts een middel om een gunstiger sfeer voor de onderhandelingen te scheppen. De diplomatieke correspondent van Reu ter acht het thans mogelijk dat de kwes tie van den wapen-uitvoer opnieuw zal worden bestudeerd. Reeds zijn voorloopige maatregelen ge nomen, om een speciale kabinetszitting bijeen te roepen, vermoedelijk over 10 dagen. De „Times" critiseert de weinig hoffe lijke behandeling, welke Mussolini Frank rijk en Engeland op de Parijsche confe rentie ten deel heeft laten vallen en zegt, „dat de ernst der Italiaansche beslissing niet kan worden overdreven. De eerzucht van Mussolini gaat ver uit boven alles, wat Abessynië zou kunnen aannemen of de volkenbond zou kunnen toestaan. Van de voorgenomen diplomatie ke besprekingen mag men niet veel ver wachten. Een direct conflict tusschen Ita lië en den volkenbond schijnt onvermijde lijk". Een dreigend gevaar De mislukking der drie-mogendheden- conferentie te Parijs wordt door regeerings- kringen te Washington beschouwd als een buitengewoon belangrijk gevaar en als een dreigende gebeurtenis. Cordell Huil, de Amerikaansche minis ter van buitenlandsche zaken, heeft de be richten tegengesproken volgens welke de Britsche regeering door bemiddeling van Eden den Amerikaanschen zaakgelastigde te Parijs uitgenoodigd zou hebben deel te nemen aan de beraadslagingen te Genève over de mogelijkheid tot het vermijden van overleg tusschen Italië en Abessinië. Japanse he belangstelling In Japansche kringen te Addis Abeba verklaart men, dat Japan de onderhande lingen te Parijs zeer aandachtig heeft ge volgd. In gevol van een oorlog zou Japan zich waarschijnlijk niet tot een protest in Rome beperken. Men is, volgens deze verklaring, ook be reid Abbessynië een leening te verstrekken wanneer dit land er om zou vragen, het geen tot nu toe niet is geschied. De keizer houdt dag en nacht beraad slagingen, waaraan door de ministers zoo wel als door de buitenlandsche raadslieden en militairen wordt deelgenomen. MUSSOLINI MOEDIGT ZIJN TROEPEN AAN „Wij rusten niet voor wij een fascistisch imperium hebben voltooid Mussolini inspecteerde, zooals reeds in 't kort gemeld, de divisie „28 October", wel ke genoemd is naar den datum van den opmarsch naar Rome. In zijn toespraak tot de zwarthemden zeide hij o.a.: „Wij moe- schaffen aan al de jeugdige personen, zoo wel mannelijke als vrouwelijke, van 16 tot 25 jaar. Het plan dat tot in kleine bijzon derheden is uitgewerkt, omvat: vakoplei ding voor ongeveer 150.000 personen, pro ductieve arbeid eveneens voor 150.000 man, studiebeurzen aan 100.000 leerlingen van middelbare scholen en finantieele hulp voor 120.000 universiteitsstudenten. De arbeid wordt met 15 dollar per maand betaald en de studiebeurzen voor de stu denten bedragen ongeveer evenveel als aan de leerlingen van de middelbare scholen wordt uitgekeerd n.l. 6 dollar per maand. Om al deze plannen ten uitvoer te bren gen heeft Roosevelt om te beginnen uit het werkfonds van ongeveer 5 milliard dol lar, 50 millioen dollar beschikbaar gesteld. Dit plan wordt in de Vereenigde Staten niet onverdeeld gunstig ontvangen. We moeten toegeven, dat het werkloozen-vraag stuk voor de jeugd er slechts ten deele zal mede gebaat zijn. We kennen echter het uithoudingsvermogen van Roosevelt en we weten, dat hij vroeg of laat, de ontbrekende gedeelten zal bijwerken. De doortastend heid waarmede hij het vraagstuk heeft aan gepakt stemt hoopvol en vele landen <niilrn hem om dit plan benijden! O^SB&LM^N r =3 ten ophouden met spreken op dit plechtige en voor de natie beslissende uur. In uw naam ligt uw roeping: Gij zult marcheeren en gij zult alle hinderpalen tot het uiteinde uit den weg ruimen. Wilt ge dat?" Van alle lippen klonk hem toen een luid: „Si!" tegen, waarop de Duce voortging: „Het geheele Italiaansche volk neemt van harte deel aan dezen machtigen bevesti- gingsuitroep van jullie". In een rede, die hij tevoren te Isernia had gericht tot 12.000 zwarthemden, die Zondag en Maandag naar Oost-Afrika uit varen, had Mussolini gezegd: „Wij rusten niet, voor wij een fascistisch imperium hebben voltooid. Ik weet, d&t gij uw plicht zult doen met ijzeren disci pline en niet zult terugschrikken voor of fers zoolang wij ons doel niet hebben be reikt". De troepen waren in marschorde opge steld, uitgerust met tropenhelmen, lichte koloniale uniformen en hooge laarzen. Mussolini werd hartelijk toegejuicht door de soldaten. DUITSGHLAND. NAZI-LEIDERS TE NEURENBERG. Waarom bleef Rudolf Hess afwezig? De „Daily Telegraph" meldt uit München, dat rijkskanselier Hitler in gezelschap van den rijksminister voor propaganda en volksvoorlichting, dr. Goebbels, te Neuren berg een onderzoek heeft ingesteld naar de vorderingen der voorbereiding voor het congres, dat de. nationaal-socialistische par tij op 10 September te Neurenberg zal be ginnen. Verschillende andere vooraanstaande le den der partij en ministers, o.m. Walter Darre, dr. Frank en Kerrl, zoomede Rosen berg zijn per extra vliegtuig uit Berlijn overgekomen om aan een bespreking, wel ke na afloop van de inspectie werd gehou den, deel te nemen. De afwezigheid van Rudolf Hess, den plaatsvervanger van den leider, heeft aan leiding gegeven tot eenige geruchten. Ver leden jaar heeft hij op het partijcongres een belangrijke rol gespeeld. Men weet, dat hij een der gematigde lei ders is en zijn afwezigheid wordt thans be schouwd als een teeken, dat hij niet sym pathiseert met de extremistische politiek van de nazi's. „VULGAIRE GRAPPEN" IN DUITSCHE SPOTBLADEN. Scherp protest van de „Osservatore". De „Osservatore Romano" bevat eeri scherp afkeurend artikel naar aanleiding van de publicatie van eenige „vulgaire grappen", in het Berlijnsche spotblad „Al lerlei" en in een uitgave: „Sie wer'n Lachen", waarin op ergerlijke wijze de spot wordt gedreven met kerk en geestelijkheid. Het Vaticaansohe blad schrijft, dat het kenschetsend is, dat de strenge censuur, die in het Derde Rijk op de pers wordt ge oefend, dergelijke onsmakelijkheden laat passeeren en duldt, terwijl door de Duit- sche autoriteiten de strengste maatregelen worden getroffen tegen de katholieke pers, alleen wegens het feit, dat deze haar mee ning verdedigt, zonder daarbij iemand kwetsen, of te beleedigen. ROEMENIE. BLOEDIGE RELIGIEUSE ONLUSTEN IN BESSARABIë. Zes dooden en twaalf gewonden. In het dorp Aldinesti in Bessarabië kwam het tot bloedige botsingen tusschen gen darmerie en een secte, die strijdt voor het behoud van den ouden orthodoxen kalen der. De gendarmes moesten den leider van de secte en zijn aanhangers arresteeren, doch de fanatici deden een aanval op de gendarmes en doodden er twee met revol verschoten. De gendarmes beantwoordden het vuur en doodden vier aanvallers, ter wijl twaalf gewond werden. Nadat de gen darmerie versterking had gekregen, kon de orde ia Ju A*? hersteld wonfr- BUITENLANDSCHE BERICHTEN Brand op radio-tentoon stelling. KORTSLUITING TE BERLIJN. Drie hallen m één uur totaal verwoest. Gisteravond tegen half negen is tenge volge van kortsluiting brand uitgebroken in de tentoonstellingsgebouwen aan den Kaiserdamm, waar op het oogenblik de 12e groote Duitsche raddo-expositie wordt gehouden. De brandweer begaf zich terstond met alle beschikbare wagens naar het gebouw. Binnen enkele minuten sloegen de vlam men naar de geheele tentoonstelling over. De hallen No. 3, 4 en 5 werden binnen een uur nagenoeg totaal verwoest. De brand is vermoedelijk ontstaan iin hal No. 4. De vlammen sloegen een 50 meter hoog en bereikten het restaurant op den radio- toren. Terwijl blijkbaar alle bezoekers der ten toonstelling in veiligheid konden worden gebracht, bevonden zich bij het uitbreken van den brand, voor zoover men thans kan nagaan, in het restaurant en op het plat form van den radiotoren bezoekers en kellners. Zij konden niet naar beneden, daar de vlammen reeds de lift hadden aan getast en eenige stangen van de liftkooi door de hitte verbogen werden. Alle Berlijnsche brandweren werden op geroepen, uit ontelbare slangen werd wa ter gegeven om te voorkomen, dat de brand naar de andere hallen zou overslaan. Op verzoek van le leiding der brandweer werden terstond speciale afdeelingen van de Schutzpolizei, den Arbeidsdienst, de S. A. de S.S. en de Rijksweer opgeroepen, speciaal met het doel de merischenmenigte, die ten getale van tienduizenden rondom het terrein samentrok, op een afstand te houden. Tengevolge van de voorbeeldige houding van tentoonstellingsbezoekers en hulpper soneel kon kostbaar materiaal werden ge red. Men slaagde er o.a. in de toestellen der zg. Fernsehstrasse in veiligheid te brengen. Reeds na een uur was de brandweer het vuur grootend eels meester. De twee auto- hallen en de hallen No. 1 en 2 waren toen buiten gevaar. Op den brandenden radiotoren bevonden zich toen nog aoht burgers, die in gevaar verkeerden en nog niet konden worden ge red. Minister Göbbels kwam kort na het uit breken van den brand op het tentoonstel lingsterrein aam. Alle mensehen gered. Nader meldt het D. N. B., dat men er in geslaagd is de personen, die zich op den radiotoren bevonden, in veiligheid te bren gen. Door het moedige optreden van twee brandweerlieden gelukte het een slang van den grond af tot aan het zich op ca. 50 me ter hoogte bevindende restaurant in den radiotoren te brengen, waarheen een tien tal personen waren gevlucht. De brand weerlieden klommen langs de ijzeren mas ten van den toren omhoog en brachten al dus de slangen tot vlak bij de brandende deelen van het restaurant. Op die wijze slaagde men er in de bezoekers, die na het uitbreken van den brand meermalen in spreekkoor hadden geroepen „redt ons!" buiten gevaar en in veiligheid te brengen. Met vrij groote zekerheid is geconsta teerd, dat de brand in hal 4 waarschijn lijk bij de firma Siemens is uitgebroken. NOODLOTTIGE AANVARING IN DE IERSCHE ZEE Negen matrozen gedood In de Iersche zee is Zondagochtend de vrachtboot „Napier Star" in aanvaring ge komen met de „Laurentic". Drie matrozen van de „Napier Star" en zes van de „Laurentic" zijn daarbij om het leven gekomen en ettelijken gewond. Bei de booten zijn te Liverpool door sleepboo- ten binnengebracht met zware averij. De „Laurentic" had 620 passagiers aan boord voor Stockholm, Gotenburg en Ko penhagen. De botsing had plaats in de Iersche Zee nabij Skerries op 60 mijl uit de kust. KIND DOOR ZES DUITSCHE DOGGEN GEDOOD Een kindje van drie jaar is door zes Duitsche doggen te Stoke-on-Trent aange vallen en gedood. Het was met zijn zusje van twee jaar op straat gaan spelen, doch werd korten tijd later door de ouders ge mist. Men verkeerde evenwel in de mee ning, dat het meisje naar het huis van een tante zou zjjn gegaan. In werkelijkheid was er iets ergers gebeurd. Een vijftienjarige jongen hoorde, toen hij in de Union Street liep, het angstge- schrei van een kind. Hij liep naar den tuin, vanwaar hij het geschreeuw had hoo- ren komen, en zag hoe zes Duitsche dog gen een kind, dat op den grond lag, van alle kanten aanvielen. De dieren schenen dol geworden te zijn en door ze met stee- nen te bekogelen wist hij ze weg te jagen. Deerlijk verminkt werd het kind naar het ziekenhuis gebracht, waar het bij aan komst reeds bleek te zijn overleden. DE KERKROOF TE PAMPELUNA Inzake den brutalen kerkroof in Pampe- luna in Spanje, heeft men thans een be langrijk spoor gevonden. Ten huize van den horlogemaker Jose Arias zijn n.l. een aantal der gestolen ju weel en gevonden. De horlogemaker was n.l. in het bankge bouw te Pampeluna verschenen, waar hij eenige goudstukken kwam inwisselen. De kassier verwonderde zich echter over het feit, dat deze goudstukken er ongewoon uitzagen en eigenlijk al verouderd waren. Hij waarschuwde derhalve de politie, die den horlogemaker onmiddellijk in arrest stelde. De kerk-autoriteiten herkenden in de ter inwisseling aangeboden goudstuk ken, munten, die deel hadden uitgemaakt van de schat, die in de kathedraal be waard was. Er werd een huiszoeking inge steld bij Jose Arias, waar men o.m. terug vond het gestolen Lignum Crucis, een gul den vlies en andere juweelen, terwijl men vele brokstukken vond van reeds stukge slagen sieraden en eenige klompen goud, afkomstig van omgesmolten kleinodiën. Tot dusverre heeft men echter nog niet het beroemde Arabische kistje gevonden, waarvan de waarde geschat wordt op vier millioen peses. KERKNIEUWS BENOEMINGEN PATERS MINDERBROEDERS. Op voordracht van den Hoogeerw. Pater Provinciaal der Minderbroeders heeft Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem benoemd, tot assistent te Le i d e n H. Leonardus Pa ter G. J. A. van Eijsden, tot assistent te Gouda H. Sacrament Pater A. J. Dolle, tot kapelaan te 's Gravenhage H.H. Antonius en Lodewijk Pater G. J. van der Schoot, tot kapelaan te Rotterdam H. Rosalia Pater A. J. Vergeer, en tot kapelaan te Delft H. Joseph Pater C. J. M. Buschman, die kape laan was te Nijmegen H. Franciscus. Door Z. H. Exc. den Bisschop van 's-Her- togenbosch werd benoemd tot kapelaan te Nijmegen H. Franciscus Pater J. A. Linders, uit het klooster te Nieuwe-Niedorp. MISSIONARISSEN VAN HET H. HART. Door den Hoogeerw. Pater Provinciaal der Missionarissen van het H. Hart zijn be noemd: Voor het Vicariaat van NederL Nieuw- Guinea de Paters M. de Brouwer uit Til burg, J. Jacobs uit Venlo, J. Akkermans uit Oosterhout en A. van Lith uit Erp; voor de Java-missie de Paters Th. Tan- gelder uit Arnhem, Th. Kouw uit Mij drecht en M. Neyens uit Breda; voor de Missie van Surigao en Agusan in de Philippijnen de twee Philippijnsche Paters V. Celeste en V. Viola, die in Ne derland hun hoogere studies hebben vol tooid; verder de Paters C. van de Loo uit Oostelbeers, H. Witte uit Harlingen, C. van Roessel uit Tilburg en L. Boeren uit Den Bosch; voor de Missie van Brazilië de Paters J. van Hest uit Eindhoven, J. Rijnja uit Am sterdam en A. Nieuwenhuis uit Amster dam en Broeder W. van Maast uit Qister- wijk. In October zullen de nieuw-bertoemde Missionarissen naar hun respectievelijke Missiegebieden vertrekken. MISSIONARISSEN NAAR TIMOR. De op de Kleine Soenda-eilanden werk zame missionarissen verkregen de bijzon dere toelating, bedoeld bij art. 177 van de Wet op de Staatsinrichting van Ned.-In- dië, voor Timor en Onder ho or i gheden Art. 177 luidt: De Christen-leeraars, priesters en zendelingen moeten voorzien zijn van eene door of namens den Gouver neur-Generaal te verleenen bijzondere toe lating, om hun dienstwerk in eenig be paald gedeelte van Nederlandsch-Indië te mogen verrichten. MGR. HOPMANS 70 JAAR. Z. H. Exc. Mgr. P. Hopmans, Bisschop van Breda, hoopt op Donderdag 22 dezer zijn zeventigsten verjaardag te vieren. FAILLISSEMENTEN Uitgesproken: J. Belt, winkelier, A1 p h e n a. d. R ij n. Hortensiastraat 21. Cur.: mr. M. B. Vos te Leiden. Mej. H. Hogervorst, huisvrouw L. Klink hamer, Leiden, Hooge Rijndijk 41. Cur.: mr. C. Kruysse, Leiden. Opgeheven: W. Boogaard, Ter Aar. A. G. van Santen, Leiden. i =a WILT U IETS WETEN? V r a a g B. P. te R. inzake arbeid in ban ketbakkerij. Antwoord: U gelieve uw vraag nader te preciseeren. Welken arbeid verricht u en wat bedoelt u met werkzaamheden „bui ten alles om". Vraag inzake het repareeren van inge- hagelde ruiten. Antwoord: Reparatie is voor reke ning van den huurder.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 6