MAANDAG 12 AUGUSTUS 1935
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD. - PAG.
ROELOFARENDSVEEN.
EERSTE PLECHTIGE H. MIS.
Van Pater Amandus van Berkel.
Na dagen van voorbereiding was dan ein
delijk de dag aangebroken, waarop de pa
rochie Roelofarendsveen zich weer op
mocht maken om een pas gewijden priester
een blijde incomste te bereiden. Het mag
met alle trots worden gezegd, dat zulk een
feest ook nu, niettegenstaande de bitter
slechte tijden, op de meest plechtige en im
posante wijze is gevierd.
Deze parochie heeft reeds vele zonen en
dochters voor den eere-dienst van God ge
schonken en de liefde en eerbied voor den
priester is bij de meeste Veenders nog on
gerept bewaard gebleven.
Feestelijke ontvangst.
Reeds Vrijdag was een ijverig comité in
de weer, om eere-poorten voor en nabij de
kerk op te slaan, groene slingers werden
gevlochten van vlag tot vlag met daar-
tusschen in keurig versierde bloembakken.
Zaterdag werd de laatste hand aan de ver
siering gelegd en vanuit de meeste huizen
wapperde de vaderlandsche driekleur met
pauselijken wimpel. Tegen 6 uur zagen wij
reeds een stoet van lelieblanke bruidjes zich
naar de Nieuwe-Wetering begeven; Gezel
len- en Patronaatsleden met hunne vaan
dels begaven zich eveneens daarheen en
ook het muziekgezelschap „Liefde voor
Harmonie" ging roffelend door het dorp,
ten teeken dat over enkele oogenblikken de
weleerw. Pater Amandus van Berkel, van
de Congregatie der H.H. Harten, aan de
grens van de parochie zou arriveeren.
Bij de Fransche brug aangekomen was
een talrijke menigte op de been. Het eere
comité, bestaande uit de Pastoor met de bei
de Kapelaans, het huldigingscomité met als
voorzitter de burgemeester mr. J. W. Peek,
en de familie waren uit de auto's gestapt en
allen "wachten vol spanning om den neomist
te begroeten. Gelukkig behoefde men niet
lang te wachten. In een auto van den heer
Oudshoorn kwam de neomist met zijn
ouders aan, waarbij zich nog had aangeslo
ten de zeereerw. Pater Simon Switzar,
eveneens van de Orde der H.H. Harten, die
bij de plechtige H. Mis den volgenden dag
de feestpredikatie zou houden. Na een kor
te begroeting namen de neomist met zijn
ouders en den pastoor van de parochie
plaats in de gereedstaande open landauer,
waarvoor twee vurige schimmels.
Welkomswoord van den
burgemeester.
De voorzitter van het huldigings-comité,
de edelachtb. heer mr. J. W. Peek, sprak
de neomist als volgt toe: Als voorzitter van
het huldigingscomité heet ik u namens al
len van harte welkom in uw geboorteplaats.
Na jaren van voorbereiding hebt gij thans
uw levensideaal bereikt. Gij zijt tot pries
ter van Gods Kerk verheven. Gij waart
echter niet tevreden met Priester alleen te
zijn in den gewonen zin van het woord,
maar gij wilt ook missionaris- worden, dat
is Priester zijn zooals de Apostelen dat zelf
geweest zijn en leven en werken zooals zij
dat gedaan hebben, het geloof brengen waar
het tot nog toe weinig of niet bekend is.
Alvorens echter die heerlijke taak te aan
vaarden zijt gij naar hier gekomen om te
midden van uw familie, vrienden en
dorpsgenooten uw eerste offer plechtig op
te dragen. Wij zijn thans aan de grens van
de Veen gekomen om u feestelijk te ge
leiden langs de wegen waar gij vroeger als
knaap gespeeld hebt, langs de ouderlijke
woning waar gij zijt opgevoed en uw roe
ping is gerijpt, naar de parochiekerk, waar
het ideaal van het priesterschap voor het
eerst voor u is opgegaan. En wij doen dat,
omdat wij trotsch zijn op u, trotsch, dat
een der onzen priester is gewijd en omdat
wij ons verheugen in het feit, dat door uw
uitverkiezing bewezen wordt, dat er in onze
parochie een bloeiend godsdienstig leven
bestaat. Moge het u gegeven zijn aan deze
opbloei met kracht mede te werken en
moge Gods zegen in ruime mate op uw ar
beid rusten. Moge het zaad, dat gij zult
uitstrooien, voorspoedig ontkiemen en op
groeien. Wij van onzen kant zeggen u gaar
ne de kracht van ons gebed toe; wij zullen
u met onze belangstelling volgen waarheen
gij ook moogte gezonden worden.
Hierna gaf de neomist aan allen zijn
priesterlijken zegen, waarna hij den voor
zitter dankte voor zijn hartelijke welkomst
woorden, en beloofde bij de H. Mis het wel
zijn van de parochie aan God te zullen aan
bevelen. Naast God dankte hij vooral zijn
dierbare ouders, die zich zoovele opoffe
ringen hadden moeten getroosten, om hem
zijn levensideaal te laten bereiken.
Nadat door een drietal bruidjes bloe
men en het feestprogramma aan den neo
mist waren overhandigd zette de stoet zich
onder de blijde tonen der muziek in bewe
ging om zoo langs den dorpsweg naar de
kerk te gaan. Langs de huizen stonden de
menschen geschaard en velen wuifden den
jongen priester toe. Het weer werkte in
bizondere mate mede, om aan den langen
stoet een nog stralender effect te geven. Bij
het Hotel „de Vier Heemskinderen" ston
den een 60-tal kleine bruidjes opgesteld.
De Gezellen- en Patronaatsleden schaar-
èen zich aan weerszijden van den weg, en
voorafgegaan door meer dan 80 bruidjes
ging de neomist met de geestelijkheid, co
mitéleden en familie van hier uit te voet
naar de kerk. De Gezellen- en Patronaats
leden brachten den Romeinschen groet, de
bruidjes wuifden met palmtakken en de
torenklokken beierden ten teeken, dat de
parochie weer een priesterzoon rijker was
geworden.
Een kort Lof.
Hierna vond een kort plechtig Lof plaats
waaronder Pastoor Onel een toespraak
hield. Zijneerw. richtte allereerst een woord
van welkom tot den neomist, daarbij erop
wijzende dat 26 jaar geleden deze in deze
kerk het H. Doopsel mocht ontvangen,
waarbij hem de voornamen werden gege
ven van Theodorus Petrus. Spr. vraagt zich
af: Was de toevoeging van den naam van
onzen eersten apostel Petrus een aanwij
zing voor uw latere bestemming? Toen gij
9 jaar oud waart werd u het H. Vormsel
toegediend, waarbij gij den naam Jacobus
verlangde, wederom een naam van een
apostel, een geloofsverkondiger, wijzende
op uw toekomstige roeping als verbreider
van het geloof. Nu zijt gij als priester de
zelfde parochiekerk binnengetreden om
morgen met ons te samen het H. Misoffer
op te dragen en tot ons te zeggen ..Orate
Fratres" d.i. bidt familieleden, vrienden en
kennissen, en alle parochianen, opdat mijn
en uw offer moge behagen aan God den
Heer.
Wij zullen morgen onze gebeden met de
uwe vereenigen, en van God vragen, dat
Hij u in staat zal stellen veel te mogen
doen voor de uitbreiding van ons H. Geloof.
Hiermede waren de plechtigheden voor
dien dag beëindigd.
De plechtige H. Mis.
Zondagmorgen om 10.30 uur droeg de
neomist zijn eerste plechtige H. Mis aan
God op. Vanuit het Zustershuis werd de
pasgewijde priester door de geestelijkheid
en een stoet van bruidjes afgehaald en on
der het zingen van het Veni Creator werd
de feesteling naar het Hoofdaltaar geleid. 1
Bij deze H. Mis traden op als presb. as-
sistens Pastoor Onel, als diaken Kap. Bak
ker en als sub-diaken Kap. Buijs, terwijl
op het priesterkoor nog plaats hadden ge
nomen de weleerw. heeren H. van Kan en
H. Hofstede. Het zangkoor voerde op devote
wijze de kerkelijke gezangen uit. Na het
Evangelie betrad Pater Switzar den kan
sel tot het houden van een feestpredikatie.
De gewijde redenaar had tot tekst van zijn j
predikatie gekozen de woorden uit het j
boek Leviticus van het Oude Verbond:
„Toegewijd aan God, wees daarom heilig,
omdat Ik heilig ben". Deze woorden, aldus
spreker, mogen met meer recht van toe
passing zijn op den Priester van het Nieu
we Testament. De gewijde spreker bracht
in herinnering de dag van de H. Priester
wijding, waarop de neomist het hoogheilig
ideaal na jaren van voorbereiding, van ge
bed, strijd en offers werkelijkheid zag wor
den. Vervolgens toonde hij aan, hoe door
die sacramenteele wijding, de priester on
herroepelijk van alle menschen is onder
scheiden en geheel aan God toebehoort.
Zijn gewijde handen zijn bestemd tot zege
nen en heiligen, en moeten voortaan Jezus'
levend vleesch en bloed aanraken en aan de
geloovigen uitreiken. Zijn priesterhart moet
branden van ijver voor God en van liefde
voor de zielen, mag niet door onreine lief
de worden aangetast, maar moet met zuive
re liefde alle zielen omvatten, het moet
gloeien van liefde tot God, tot Christus'
Kerk en de onsterfelijke zielen, om zoo
een nooit uitdoovend heilig haardvuur te
zijn. Door zijn heilige wijding maakt de
priester deel uit van het groote geestelijke
corps, waarvan zoovele missionarissen, mar
telaren, kerkvader, en zelfs de twaalf apos
telen deel uitmaakten. Waar Christus Zich
als 't ware vereenzelvigd heeft met den
Priester, daar spreekt het vanzelf, dat de
Priester heilig moet zijn als Christus. De
bron van heiligheid voor den priester ont
springt in de H. Mis. Daar wordt hij steeds
meer één met de Hostia Christus. Daarom
mag dat H. Offer niet alleen het offer van
Jezus' geest zijn geest, Jezus' offerleven
zijn offerleven. Zoo wordt zijn priester
leven vruchtbaar en zal het tot zegen
strekken voor zijn eigen ziel en voor de
zielen die aan zijn zorgen worden toever
trouwd. Om werkelijk tot die heiligheid,
tot de innige vereen iging te komen moet
de priester een priester van Maria zijn,
goed het Moederschap van Maria begrijpen
om zich dan door Maria aan Jezus te ge
ven, zooals Jezus zich door Maria iederen
dag aan het Altaar aan den priester
schenkt. Als lichtende voorbeelden van hei
lige priester wees de gewijde spreker ver
volgens op eenige ordebroeders, een Pater
Damiaan, de apostel der melaatschen, Pater
Mateo, de apostel van het H. Hart, die uit
liefde voor de zielen werkelijk alles voor
allen zijn geworden. Na een hartelijke ge-
lukwensch tot den neomist met de gave
van het H. Priesterschap vroeg de spreker
den jonge gewijden priester om vandaag j
bizonder alle aanwezigen te gedenken in
zijn H. Offer. Met aandrang vroeg hij een
smeekgebed voor de lievelingen van Jezus, j
de kleine kinderen, die in deze parochie zoo
talrijk zijn. Tot slot vroeg spreker nog
innige deelname met het H. Offer en een
hartelijk gebed voor den neomist, om voor
hem van Jezus af te smeeken, dat zijn
priesterziel moge blijven een onverwelk-
bare priesterbloem.
Na het H. Misoffer werd door het zang
koor de Priestercantate „Hulde aan het
Priesterschap" gezongen van Haagh. Na een
druk bezochte receptie had tot sluiting van
de kerkelijke viering eep plechtig Lof
plaats met Te Deum. Assistentie verleen
den de zeereerw. Pater Switzar en Kape-
laan Bakker.
NOOTDORP.
EERSTE PLECHTIGE H. MIS
Van Pater M. Kennepohl.
Een vreugde, welke men zelden beleeft,
wordt des te meer gesmaakt en genoten.
Nootdorp had reeds in zestien jaren niet
meer het voorrecht gehad, dat een van
zijn „zonen" tot het Priesterschap werd ver
koren. De vreugde der Nootdorpsche pa
rochianen kan men zich dus indenken, toen
Zaterdag een van haar plaatsgenooten, de
weleerw. pater M. Kennepohl, Priester van
het H. Hart, als jong-gewijd priester zijn
intrede in de parochie deed, om den dag
daaropvolgende in de St. Bartholomeuskerk
zijn eerste plechtige H. Mis op te dragen.
Feestelijke ontvangst.
Huis aan huis was de vaderlandsche drie
kleur uitgehangen, met in top de pauselijke J
wimpel. De geheele bevolking kwam op de j
been, van grijsaard tot baby, om de stoet te
zien, waarmede Zaterdagavond te 7 uur
de neomist aan de Brasserkade, de grens
der gemeente, zou worden ontvangen. In
een vijftal auto's arriveerden Pater Kenne
pohl, het eere-comité en de familie aan de
gemeentegrens. De geüniformeerde Sport-
vereenigingen defileerden in stramme hou
ding langs den welkomen gast, die onge
twijfeld dit défilé met groot pleizier heeft
BIJ DE GRENS DER PAROCHIE BIEDEN EENIGE BRUIDJES DEN NEOMIST
BLOEMEN AAN.
Welkomstwoord van den
burgemeester.
De burgemeester, de edelachtbare heer
H. C. A. M. Schölvinck heeft vervolgens
een welkomstwoord gesproken.
Als burgemeester der gemeente, is het
mij vergund, aldus spr., hetgeen i'k als een
groote gunst beschouw, U namens de ge
heele parochie en gemeente een hartelijk
welkom toe te roepen.
Zestien jaren is het geleden, dat deze
groote gebeurtenis voor het laatst in deze
parochie heeft plaats gehad. Dat de eerste
plechtige H. Mis, welke U hier komt opdra
gen, als een bijzondere plechtigheid wordt
beschouwd, blijkt wel, wanneer U hier zich
omringd ziet van bijna al de parochianen,
welke naar hier zijn gekomen, om U, neo
mist, een plechtig welkom toe te roepen.
Als leek, wensch ik U, namens allen har
telijk geluk met het groote voorrecht, waar
mede God. U heeft begunstigd, de gave der
H. Priesterwijding.
Na jaren van lange studie hebt gij nog
het geluk, hetgeen wij allen ook zeer op
prijs stellen, Uw oude Moeder nog in leven
te hebben en naast haar gezeten, Uw in- 1
trede in deze parochie te kunnen doen.
Lang heeft Uw Moeder, welke reeds lang
de zeventig is gepasseerd, naar dezen groo-
ten dag uitgezien. Nu is deze dag gekomen,
en gij bevindt U nog aan hare zijde.
Behalve deze schoone blauwe luchten,
die dit feest overkoepelen, zijn er helaas
jammerlijk Trog donkere schaduwen, welke
een druk op Uwe harten legt. (Spr. doelde
hier op een ernstige ongesteldheid van een
broeder van den neomist, die nog bij zijn
moeder inwoont, en bij deze plechtigheden
niet aanwezig kon zijn. Corr.). Wij allen
kennen deze donkere schaduw. Zooals God
zijn rijke zegen heeft gegeven, op U, jonge
priester, zoo ook moge op ons aller gebed
op den grooten dag van morgen, deze don
kere wolk eveneens in hemelblauw veran
deren.
Uw wijding als priester is schoon, maar
groot zijn de zorgen, welke U in dezen cri
sistijd wachten, in dezen tijd, waarin voor
al de geestelijke belangen van het mensch-
dom zoo in de verdrukking komen. Dat
Gods rijkste zegen tijdens Uw priesterlijke
loopbaan op Uw werk ruste, is ons aller
gebed op deze voor U en ons schoone da
gen.
Ons aller wensch is, dat U zich nog lange
jaren mag verheugen in een goeden wel
stand, evenals Uw Moeder en broeder.
Weleerw. Neomiist, besloot spr., wij allen
zijn gekomen om U af te halen en voor te
gaan naar ons kerkgebouw. Neem dan
plaats naast Uwe Moeder en volg ons.
De stoet, welke een groote lengte had,
stelde zich in beweging en toog langs de
Dwarskade over den Molenweg-Kerkweg
en Veenweg naar het kerkgebouw.
Voorop reden een twintigtal ruiters met
de pauselijke vlag. Dan het muziekcorps
„St. Cecilia", van Leidschendam, hetwelk
gevolgd werd door de volgende vereenigin-
gen en organisaties, alles met vertoon van
wapperende vlaggen en vaandels: R. K.
Land- en Tuinbouwbond, R. K. Midden
standsbond, R. K. Volksbond, R. K. Land
en Tuinbouiwarbeddersbond „St. Deus De-
dit", R. K. Coöp. „De Eendracht", R. K.
Boerenleenbank. Dan volgden de witte
bruidjes, de Meisjes Gymnastiekvereeniging
en de „Graal". Vervolgens de Jongens Gym
nastiekvereeniging „Na Arbeid Sport" en de
elftallen der R. K. Voetbalvereeniging
„V.OG.E.L.".
Hierachter sloten zich de auto's aan. In
de eerste auto hadden plaats genomen de
neomist met zijn moeder, pastoor A. G.
Rhee en burgemeester Schölvindk, in de
twee volgende auto's kapelaan Drost met
Kerk- en Armbestuur, en in de laatste
auto's de familie van den neomist. Het
earegeleide werd wederom besloten met een
twintigtal ruiters.
In de kerk.
Te ongeveer 7.46 uur naderde de kleurige
stoet het kerkgebouw, alwaar een haag
werd gevormd door bruidjes en de geüni
formeerde vereenigingen, allen met versier
de bogen, waaronder de neomist het kerk
gebouw binnentrad, dat reeds tot in de
uiterste hoeken was gevuld.
Bij zijn intrede in de kerk werd door allen
een feestlied gezongen met het plechtig re
frein: „O, heilig, God, Uw Priester, voor U
en voor Uw Kerk".
De plechtige H. Mis.
Na het feestelijk „inhalen" onder fanfare-
gesohetter en gesteiger van paarden, is de
eigenlijke feestdag, waarop een jonge pries
ter zijn eerste plechtige H. Miis opdraagt,
van een indrukwekkende eenvoud.
Tegen het uur, dat de H. Mis een aan
vang zou nemen, werd pater Kennepohl
door den Burgemeester met het eere-co
mité en een groepje lieve bruidjes van zijn
woning afgehaald. Te voet, terwijl de klok
ken feestelijk galmden in dezen heerlijken
Augustusmorgen, begaf de kleine stoet
zich naar de kerk, de jonge Priester ge
armd met zijn Moeder.
Zoo 'bestegen zij de trappen van het por
taal: de grijze Moeder, steunend op de arm
van haar priester-zoon, de toekomstige mis
sionaris geleid aan de arm van zijn Moeder.
Ofschoon een eerste plechtige H. Mis
in niets verschilt van een hoogmis op an
dere feestdagen, gaat er steeds een bijzon
dere wijding van uit. Al heeft men hon
derd Eerste H. Missen bijgewoond, toch zal
steeds opnieuw van zulk een plechtigheid
een eigenaardiige bekoring uitgaan. De be
koring van een blijden lentemorgen. De
schoone, rozenroode dageraad van een
nieuw priesterleven. Het „Glorie aan God"
klinkt uit den mond van een jongen pries
ter even vreugdevol als in de Paaschmis,
het „Credo" voelt men mede als de krach
tige en vaste geloofsbelijdenis van den
nieuwen Apostel der heidenen, de Conse
cratie beleeft men in de volle geheimzin
nige spanning van dit geheimvolle oog en-
blik, het uitreiken der H. Communie ziet
men opnieuw voor zich als een gebeurtenis
uit het Laatste Avondmaal en aan het ein
de komt 's priesters zegen neerdalen over
de menigte als een verfrisschende en
vruchtbare dauw.
Zulk een blijden morgen hebben de
Nootdorpsche parochianen gisteren mogen
medemaken. De kerk was „stamp"-vol, het
altaar mooi versierd, het zangkoor zong op
werkelijk zeer te prijzen wijze een stem
ming van een hoogtij-dag.
Bij het opdragen van het H. Offer werd
deneomist geassisteerd door den zeereerw.
heeren, Hillenaar uit A'dam, neef van den
neomist, als presbyter assistens, H. Paal
vast, neef van neomiste Priester van het H.
Hart, als diaken Marrewijk, van dezelfde i
Congregatie en studiegenoot van den neo- j
mist, als sub-diaken.
Na het Evangelie heeft de weleerw. heer
J. A. van Bttingen, kapelaan te Heem
stede, een neef van den neo
mist, de feestpreek gehouden. De predikant
noemde deze H. Mis een blijde gebeurtenis,
een jubelfeest, waaraan geheel de parochie
deelneemt. Die inniige belangstelling van
de parochianen voor dit feest is niet an
ders te verklaren, dan uit een oprecht ge
loof, dat in den priester „een anderen Chris
tus" ziet. Als wij beschouwen de grootse he
dingen, die de Almachtige God aan dezen
jongen priester voltrok, kunnen wij slechts
armzalige woorden stamelen. De grootste
heiligen vermochten niet de grondelooze
diepte van de priesterlijke waardigheid te
peilen. En de Pastoor van Ars verklaarde:
als de priester zijn eigen waardigheid ten
volle besefte zou hij sterven.
Op de roeping tot het H. Priesterschap
wilde de predikant de tekst van St. Pau-
lus toepassen: „Wij zijn een schouwspel ge
worden voor de wereld, voor de engelen en
voor de menschen".
De Priester is echter op de eerste pilaats
een schouwpsel voor God zelve. God heeft
in dezen jongen priester weer een nieuw
we rik voltooid, een meesterwerk, waaraan
Hij zelve jarenlang gearbeid heeft, jaren
lang, dag en nacht.
Thans is het werk der genade voltooid:
een mensch een anderen Christus. Een
priester heeft de beschikking gekregen
over de goddelijke genadegaven. Hij is door
God zelfs gesteld boven de engelen.
De priester is een schouwspel geworden
voor de engelen, die opnieuw juichen als
in den Kerstnacht, omdat in dezen priester
Christus weer opnieuw tot ons is gekomen,
omdat in dezen priester Christus Zijn ver
lossingswerk gaat voortzetten.
De priester is een schouwspel geworden
voor de menschen. Hij moge voor hen een
heerlijk voorbeeld zijn, een sterke steun en
troost voor de zondaren, een barmhartige
Samaritaan en geneesheer der zielen.
Een schouwspel is deze priester gewor
den heel in 't bijzonder voor ons, voor zijn
Moeder, die met eerbied opziet naar haar
eigen kind, voor zijn Moeder, die zoovele
jaren heeft geploeterd en aan wien hij,
naast God, alles verschuldigd is. -
Met eerbied zien ook naar hem op zijn
broers en zusters, van wie twee het feest
van verre meevieren, doch die, meer inge
wijd in het geestelijk leven, nog beter de
grootheid van dit feest zullen begrijpen.
Met eerbied zien ook naar hem op alle
parochianen, die zoo van harte medeleven
en deelen in zijn priestervreugde.
De predikant hoopt, dat de neomist zulk
een heerlijk schouwspel zal blijven voor de
mensch. Ofschoon hoog verheven, gevoelt
hij zichzelf klein geworden, nu de huive
ringwekkende verantwoordelijkheid van
het Priesterschap op zijn schouders is ge
legd.
De predikant verzocht alle parochianen
voor den jongen priester te bidden, opdat
hij het heilig priester-ideaal zooveel moge
lijk moge benaderen. Moge, besloot de pre
dikant, uw priesterschap rijk gezegend zijn.
Van 2 tot 3 uur werd de receptie gehou
den in het rijk versierde Vereenigingsge-
•bouw, waarvan door zeer velen werd ge
bruik gemaakt, om den jongen priester en
zijn familie geluk te wenschen.
Opening der tentoonstelling.
Na deze druk bezochte receptie trokken de
neomist en farpilie, gevolgd door een groot
aantal Eerw. Heeren Geestelijken o.a. de
Weleerw. Heer Jos. Blankers, van Wasse
naar, oud-kapelaan van Nootdorp, naar de
St. Jozefschool, om de tentoonstelling te
openen, georganiseerd door de Missiën aai-
kring „St. Franciscus Xaverius", bij gele
genheid van deze eerste plechtige H. Mis.
De opening had plaats door den weleerw.
heer B. v. Drost, kapelaan alhier, met eeni
ge mooie en enthousiaste woorden. Spr.
stelde het vooral op prijs kapelaan Blan
kere aanwezig te zien, wélke de groote op
richter en werker is geweest van het Ka
tholieke vereenigingsleven in Nootdorp.
Na deze opening werd een meerstemmige
gemengde priester-cantate gezongen, ge
volgd door eenige andere zeer mooie zang
nummers.
Kapelaan van Drost dankte voor de
mooie zangnummers en stelde de gelegen
heid open voor bezichtiging der tentoon
gestelde priesterkleeren e.a.
Door zeer velen werd van deze gelegen
heid gebruik gemaakt.
Woorden van lof en waardeerkig mogen
wij bij dezen weer uitspreken, voor de keu
rige en fraaie werken v. d. Missienaaikring.
Op de buitenplaats van den tentoonstel
ling waren verschillende attracties aange
bracht, o.a. schiettent, trekt ent, ballentent,
Amenikaansche hoeplatent, tot zelfs een
glijbaan, waarvan vooral de jeugd profi
teerde.
In andere afdeelingen trof men weer een
jonge dame met verkoop van loten voor
prachtvoorwerpen en een raadselprobleem
werd ook niet vergeten.
Menig jong paartje maakte in „Het Raad
huis" gébruik van een proefje voor den
trouwdag, welke eveneens als extra attrac
tie was aangebracht.
Het plechtig sluiting-slof.
Te 6.30 uur werd de tentoonstelling on
derbroken voor het plechtig Lof met het
Te Deum, met assistentie, door den neo
mist, waarna met een feestlied de kerke
lijke plechtigheden werden beëindigd.
Hierna werd de tentoonstelling wederom
geopend. De zalen waren onmiddellijk weer
met belangstellenden gevuld. De muziek
van Tabernol en Visser brachten een vroo-
lijke stemming tot het einde van dezen dag
kwam, met eenige rijdansen, zang en voor
drachten.
Vermelden wij nog, dat door omstandig
heden de mooiste sluitingsstukken achter
wege moest blijven, welke den tweeden en
derden avond worden gegeven.
Deze tentoonstelling duurt voort tot Dins
dagavond; geeft allen nog eens extra uw
steun voor dit groote werk.
TER AAR.
Geboren: Hugo Johan Joseph, z. v. Q.
G. van Wieringen-Oomen. Bernardus
Johannes Leonardus, z. v. L. J. Hoogen-
boom-OuwerkerkJohanna Adrtana, d.
v. C. Meeuwis-Froolijk.
Overleden: A. Baas, 76 jaar.
Gehuwd: J. A. van Engelen 26 jaar en
C. A. M. Speet 23 jaar. Adxianus Dol,
25 jaar en N. Morgenrood, 26 jaar. J.
Verzaal, 24 jaar en J. van Vliet, 23 jaar.
Ingekomen: M. J. Bosman, van Am
sterdam.
Vertrokken: C. A. M. Speet, naax
Alphen aan den Rijn; J. v. Vliet, naar Al
phen aan den Rijn; N. Morgenrood, naar
Haarlemmermeer; E. Bezemer, naar Alphen
aan den Rijn.