MAANDAG 12 AUGUSTUS 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. - PAG. ROELOFARENDSVEEN. EERSTE PLECHTIGE H. MIS. Van Pater Amandus van Berkel. Na dagen van voorbereiding was dan ein delijk de dag aangebroken, waarop de pa rochie Roelofarendsveen zich weer op mocht maken om een pas gewijden priester een blijde incomste te bereiden. Het mag met alle trots worden gezegd, dat zulk een feest ook nu, niettegenstaande de bitter slechte tijden, op de meest plechtige en im posante wijze is gevierd. Deze parochie heeft reeds vele zonen en dochters voor den eere-dienst van God ge schonken en de liefde en eerbied voor den priester is bij de meeste Veenders nog on gerept bewaard gebleven. Feestelijke ontvangst. Reeds Vrijdag was een ijverig comité in de weer, om eere-poorten voor en nabij de kerk op te slaan, groene slingers werden gevlochten van vlag tot vlag met daar- tusschen in keurig versierde bloembakken. Zaterdag werd de laatste hand aan de ver siering gelegd en vanuit de meeste huizen wapperde de vaderlandsche driekleur met pauselijken wimpel. Tegen 6 uur zagen wij reeds een stoet van lelieblanke bruidjes zich naar de Nieuwe-Wetering begeven; Gezel len- en Patronaatsleden met hunne vaan dels begaven zich eveneens daarheen en ook het muziekgezelschap „Liefde voor Harmonie" ging roffelend door het dorp, ten teeken dat over enkele oogenblikken de weleerw. Pater Amandus van Berkel, van de Congregatie der H.H. Harten, aan de grens van de parochie zou arriveeren. Bij de Fransche brug aangekomen was een talrijke menigte op de been. Het eere comité, bestaande uit de Pastoor met de bei de Kapelaans, het huldigingscomité met als voorzitter de burgemeester mr. J. W. Peek, en de familie waren uit de auto's gestapt en allen "wachten vol spanning om den neomist te begroeten. Gelukkig behoefde men niet lang te wachten. In een auto van den heer Oudshoorn kwam de neomist met zijn ouders aan, waarbij zich nog had aangeslo ten de zeereerw. Pater Simon Switzar, eveneens van de Orde der H.H. Harten, die bij de plechtige H. Mis den volgenden dag de feestpredikatie zou houden. Na een kor te begroeting namen de neomist met zijn ouders en den pastoor van de parochie plaats in de gereedstaande open landauer, waarvoor twee vurige schimmels. Welkomswoord van den burgemeester. De voorzitter van het huldigings-comité, de edelachtb. heer mr. J. W. Peek, sprak de neomist als volgt toe: Als voorzitter van het huldigingscomité heet ik u namens al len van harte welkom in uw geboorteplaats. Na jaren van voorbereiding hebt gij thans uw levensideaal bereikt. Gij zijt tot pries ter van Gods Kerk verheven. Gij waart echter niet tevreden met Priester alleen te zijn in den gewonen zin van het woord, maar gij wilt ook missionaris- worden, dat is Priester zijn zooals de Apostelen dat zelf geweest zijn en leven en werken zooals zij dat gedaan hebben, het geloof brengen waar het tot nog toe weinig of niet bekend is. Alvorens echter die heerlijke taak te aan vaarden zijt gij naar hier gekomen om te midden van uw familie, vrienden en dorpsgenooten uw eerste offer plechtig op te dragen. Wij zijn thans aan de grens van de Veen gekomen om u feestelijk te ge leiden langs de wegen waar gij vroeger als knaap gespeeld hebt, langs de ouderlijke woning waar gij zijt opgevoed en uw roe ping is gerijpt, naar de parochiekerk, waar het ideaal van het priesterschap voor het eerst voor u is opgegaan. En wij doen dat, omdat wij trotsch zijn op u, trotsch, dat een der onzen priester is gewijd en omdat wij ons verheugen in het feit, dat door uw uitverkiezing bewezen wordt, dat er in onze parochie een bloeiend godsdienstig leven bestaat. Moge het u gegeven zijn aan deze opbloei met kracht mede te werken en moge Gods zegen in ruime mate op uw ar beid rusten. Moge het zaad, dat gij zult uitstrooien, voorspoedig ontkiemen en op groeien. Wij van onzen kant zeggen u gaar ne de kracht van ons gebed toe; wij zullen u met onze belangstelling volgen waarheen gij ook moogte gezonden worden. Hierna gaf de neomist aan allen zijn priesterlijken zegen, waarna hij den voor zitter dankte voor zijn hartelijke welkomst woorden, en beloofde bij de H. Mis het wel zijn van de parochie aan God te zullen aan bevelen. Naast God dankte hij vooral zijn dierbare ouders, die zich zoovele opoffe ringen hadden moeten getroosten, om hem zijn levensideaal te laten bereiken. Nadat door een drietal bruidjes bloe men en het feestprogramma aan den neo mist waren overhandigd zette de stoet zich onder de blijde tonen der muziek in bewe ging om zoo langs den dorpsweg naar de kerk te gaan. Langs de huizen stonden de menschen geschaard en velen wuifden den jongen priester toe. Het weer werkte in bizondere mate mede, om aan den langen stoet een nog stralender effect te geven. Bij het Hotel „de Vier Heemskinderen" ston den een 60-tal kleine bruidjes opgesteld. De Gezellen- en Patronaatsleden schaar- èen zich aan weerszijden van den weg, en voorafgegaan door meer dan 80 bruidjes ging de neomist met de geestelijkheid, co mitéleden en familie van hier uit te voet naar de kerk. De Gezellen- en Patronaats leden brachten den Romeinschen groet, de bruidjes wuifden met palmtakken en de torenklokken beierden ten teeken, dat de parochie weer een priesterzoon rijker was geworden. Een kort Lof. Hierna vond een kort plechtig Lof plaats waaronder Pastoor Onel een toespraak hield. Zijneerw. richtte allereerst een woord van welkom tot den neomist, daarbij erop wijzende dat 26 jaar geleden deze in deze kerk het H. Doopsel mocht ontvangen, waarbij hem de voornamen werden gege ven van Theodorus Petrus. Spr. vraagt zich af: Was de toevoeging van den naam van onzen eersten apostel Petrus een aanwij zing voor uw latere bestemming? Toen gij 9 jaar oud waart werd u het H. Vormsel toegediend, waarbij gij den naam Jacobus verlangde, wederom een naam van een apostel, een geloofsverkondiger, wijzende op uw toekomstige roeping als verbreider van het geloof. Nu zijt gij als priester de zelfde parochiekerk binnengetreden om morgen met ons te samen het H. Misoffer op te dragen en tot ons te zeggen ..Orate Fratres" d.i. bidt familieleden, vrienden en kennissen, en alle parochianen, opdat mijn en uw offer moge behagen aan God den Heer. Wij zullen morgen onze gebeden met de uwe vereenigen, en van God vragen, dat Hij u in staat zal stellen veel te mogen doen voor de uitbreiding van ons H. Geloof. Hiermede waren de plechtigheden voor dien dag beëindigd. De plechtige H. Mis. Zondagmorgen om 10.30 uur droeg de neomist zijn eerste plechtige H. Mis aan God op. Vanuit het Zustershuis werd de pasgewijde priester door de geestelijkheid en een stoet van bruidjes afgehaald en on der het zingen van het Veni Creator werd de feesteling naar het Hoofdaltaar geleid. 1 Bij deze H. Mis traden op als presb. as- sistens Pastoor Onel, als diaken Kap. Bak ker en als sub-diaken Kap. Buijs, terwijl op het priesterkoor nog plaats hadden ge nomen de weleerw. heeren H. van Kan en H. Hofstede. Het zangkoor voerde op devote wijze de kerkelijke gezangen uit. Na het Evangelie betrad Pater Switzar den kan sel tot het houden van een feestpredikatie. De gewijde redenaar had tot tekst van zijn j predikatie gekozen de woorden uit het j boek Leviticus van het Oude Verbond: „Toegewijd aan God, wees daarom heilig, omdat Ik heilig ben". Deze woorden, aldus spreker, mogen met meer recht van toe passing zijn op den Priester van het Nieu we Testament. De gewijde spreker bracht in herinnering de dag van de H. Priester wijding, waarop de neomist het hoogheilig ideaal na jaren van voorbereiding, van ge bed, strijd en offers werkelijkheid zag wor den. Vervolgens toonde hij aan, hoe door die sacramenteele wijding, de priester on herroepelijk van alle menschen is onder scheiden en geheel aan God toebehoort. Zijn gewijde handen zijn bestemd tot zege nen en heiligen, en moeten voortaan Jezus' levend vleesch en bloed aanraken en aan de geloovigen uitreiken. Zijn priesterhart moet branden van ijver voor God en van liefde voor de zielen, mag niet door onreine lief de worden aangetast, maar moet met zuive re liefde alle zielen omvatten, het moet gloeien van liefde tot God, tot Christus' Kerk en de onsterfelijke zielen, om zoo een nooit uitdoovend heilig haardvuur te zijn. Door zijn heilige wijding maakt de priester deel uit van het groote geestelijke corps, waarvan zoovele missionarissen, mar telaren, kerkvader, en zelfs de twaalf apos telen deel uitmaakten. Waar Christus Zich als 't ware vereenzelvigd heeft met den Priester, daar spreekt het vanzelf, dat de Priester heilig moet zijn als Christus. De bron van heiligheid voor den priester ont springt in de H. Mis. Daar wordt hij steeds meer één met de Hostia Christus. Daarom mag dat H. Offer niet alleen het offer van Jezus' geest zijn geest, Jezus' offerleven zijn offerleven. Zoo wordt zijn priester leven vruchtbaar en zal het tot zegen strekken voor zijn eigen ziel en voor de zielen die aan zijn zorgen worden toever trouwd. Om werkelijk tot die heiligheid, tot de innige vereen iging te komen moet de priester een priester van Maria zijn, goed het Moederschap van Maria begrijpen om zich dan door Maria aan Jezus te ge ven, zooals Jezus zich door Maria iederen dag aan het Altaar aan den priester schenkt. Als lichtende voorbeelden van hei lige priester wees de gewijde spreker ver volgens op eenige ordebroeders, een Pater Damiaan, de apostel der melaatschen, Pater Mateo, de apostel van het H. Hart, die uit liefde voor de zielen werkelijk alles voor allen zijn geworden. Na een hartelijke ge- lukwensch tot den neomist met de gave van het H. Priesterschap vroeg de spreker den jonge gewijden priester om vandaag j bizonder alle aanwezigen te gedenken in zijn H. Offer. Met aandrang vroeg hij een smeekgebed voor de lievelingen van Jezus, j de kleine kinderen, die in deze parochie zoo talrijk zijn. Tot slot vroeg spreker nog innige deelname met het H. Offer en een hartelijk gebed voor den neomist, om voor hem van Jezus af te smeeken, dat zijn priesterziel moge blijven een onverwelk- bare priesterbloem. Na het H. Misoffer werd door het zang koor de Priestercantate „Hulde aan het Priesterschap" gezongen van Haagh. Na een druk bezochte receptie had tot sluiting van de kerkelijke viering eep plechtig Lof plaats met Te Deum. Assistentie verleen den de zeereerw. Pater Switzar en Kape- laan Bakker. NOOTDORP. EERSTE PLECHTIGE H. MIS Van Pater M. Kennepohl. Een vreugde, welke men zelden beleeft, wordt des te meer gesmaakt en genoten. Nootdorp had reeds in zestien jaren niet meer het voorrecht gehad, dat een van zijn „zonen" tot het Priesterschap werd ver koren. De vreugde der Nootdorpsche pa rochianen kan men zich dus indenken, toen Zaterdag een van haar plaatsgenooten, de weleerw. pater M. Kennepohl, Priester van het H. Hart, als jong-gewijd priester zijn intrede in de parochie deed, om den dag daaropvolgende in de St. Bartholomeuskerk zijn eerste plechtige H. Mis op te dragen. Feestelijke ontvangst. Huis aan huis was de vaderlandsche drie kleur uitgehangen, met in top de pauselijke J wimpel. De geheele bevolking kwam op de j been, van grijsaard tot baby, om de stoet te zien, waarmede Zaterdagavond te 7 uur de neomist aan de Brasserkade, de grens der gemeente, zou worden ontvangen. In een vijftal auto's arriveerden Pater Kenne pohl, het eere-comité en de familie aan de gemeentegrens. De geüniformeerde Sport- vereenigingen defileerden in stramme hou ding langs den welkomen gast, die onge twijfeld dit défilé met groot pleizier heeft BIJ DE GRENS DER PAROCHIE BIEDEN EENIGE BRUIDJES DEN NEOMIST BLOEMEN AAN. Welkomstwoord van den burgemeester. De burgemeester, de edelachtbare heer H. C. A. M. Schölvinck heeft vervolgens een welkomstwoord gesproken. Als burgemeester der gemeente, is het mij vergund, aldus spr., hetgeen i'k als een groote gunst beschouw, U namens de ge heele parochie en gemeente een hartelijk welkom toe te roepen. Zestien jaren is het geleden, dat deze groote gebeurtenis voor het laatst in deze parochie heeft plaats gehad. Dat de eerste plechtige H. Mis, welke U hier komt opdra gen, als een bijzondere plechtigheid wordt beschouwd, blijkt wel, wanneer U hier zich omringd ziet van bijna al de parochianen, welke naar hier zijn gekomen, om U, neo mist, een plechtig welkom toe te roepen. Als leek, wensch ik U, namens allen har telijk geluk met het groote voorrecht, waar mede God. U heeft begunstigd, de gave der H. Priesterwijding. Na jaren van lange studie hebt gij nog het geluk, hetgeen wij allen ook zeer op prijs stellen, Uw oude Moeder nog in leven te hebben en naast haar gezeten, Uw in- 1 trede in deze parochie te kunnen doen. Lang heeft Uw Moeder, welke reeds lang de zeventig is gepasseerd, naar dezen groo- ten dag uitgezien. Nu is deze dag gekomen, en gij bevindt U nog aan hare zijde. Behalve deze schoone blauwe luchten, die dit feest overkoepelen, zijn er helaas jammerlijk Trog donkere schaduwen, welke een druk op Uwe harten legt. (Spr. doelde hier op een ernstige ongesteldheid van een broeder van den neomist, die nog bij zijn moeder inwoont, en bij deze plechtigheden niet aanwezig kon zijn. Corr.). Wij allen kennen deze donkere schaduw. Zooals God zijn rijke zegen heeft gegeven, op U, jonge priester, zoo ook moge op ons aller gebed op den grooten dag van morgen, deze don kere wolk eveneens in hemelblauw veran deren. Uw wijding als priester is schoon, maar groot zijn de zorgen, welke U in dezen cri sistijd wachten, in dezen tijd, waarin voor al de geestelijke belangen van het mensch- dom zoo in de verdrukking komen. Dat Gods rijkste zegen tijdens Uw priesterlijke loopbaan op Uw werk ruste, is ons aller gebed op deze voor U en ons schoone da gen. Ons aller wensch is, dat U zich nog lange jaren mag verheugen in een goeden wel stand, evenals Uw Moeder en broeder. Weleerw. Neomiist, besloot spr., wij allen zijn gekomen om U af te halen en voor te gaan naar ons kerkgebouw. Neem dan plaats naast Uwe Moeder en volg ons. De stoet, welke een groote lengte had, stelde zich in beweging en toog langs de Dwarskade over den Molenweg-Kerkweg en Veenweg naar het kerkgebouw. Voorop reden een twintigtal ruiters met de pauselijke vlag. Dan het muziekcorps „St. Cecilia", van Leidschendam, hetwelk gevolgd werd door de volgende vereenigin- gen en organisaties, alles met vertoon van wapperende vlaggen en vaandels: R. K. Land- en Tuinbouwbond, R. K. Midden standsbond, R. K. Volksbond, R. K. Land en Tuinbouiwarbeddersbond „St. Deus De- dit", R. K. Coöp. „De Eendracht", R. K. Boerenleenbank. Dan volgden de witte bruidjes, de Meisjes Gymnastiekvereeniging en de „Graal". Vervolgens de Jongens Gym nastiekvereeniging „Na Arbeid Sport" en de elftallen der R. K. Voetbalvereeniging „V.OG.E.L.". Hierachter sloten zich de auto's aan. In de eerste auto hadden plaats genomen de neomist met zijn moeder, pastoor A. G. Rhee en burgemeester Schölvindk, in de twee volgende auto's kapelaan Drost met Kerk- en Armbestuur, en in de laatste auto's de familie van den neomist. Het earegeleide werd wederom besloten met een twintigtal ruiters. In de kerk. Te ongeveer 7.46 uur naderde de kleurige stoet het kerkgebouw, alwaar een haag werd gevormd door bruidjes en de geüni formeerde vereenigingen, allen met versier de bogen, waaronder de neomist het kerk gebouw binnentrad, dat reeds tot in de uiterste hoeken was gevuld. Bij zijn intrede in de kerk werd door allen een feestlied gezongen met het plechtig re frein: „O, heilig, God, Uw Priester, voor U en voor Uw Kerk". De plechtige H. Mis. Na het feestelijk „inhalen" onder fanfare- gesohetter en gesteiger van paarden, is de eigenlijke feestdag, waarop een jonge pries ter zijn eerste plechtige H. Miis opdraagt, van een indrukwekkende eenvoud. Tegen het uur, dat de H. Mis een aan vang zou nemen, werd pater Kennepohl door den Burgemeester met het eere-co mité en een groepje lieve bruidjes van zijn woning afgehaald. Te voet, terwijl de klok ken feestelijk galmden in dezen heerlijken Augustusmorgen, begaf de kleine stoet zich naar de kerk, de jonge Priester ge armd met zijn Moeder. Zoo 'bestegen zij de trappen van het por taal: de grijze Moeder, steunend op de arm van haar priester-zoon, de toekomstige mis sionaris geleid aan de arm van zijn Moeder. Ofschoon een eerste plechtige H. Mis in niets verschilt van een hoogmis op an dere feestdagen, gaat er steeds een bijzon dere wijding van uit. Al heeft men hon derd Eerste H. Missen bijgewoond, toch zal steeds opnieuw van zulk een plechtigheid een eigenaardiige bekoring uitgaan. De be koring van een blijden lentemorgen. De schoone, rozenroode dageraad van een nieuw priesterleven. Het „Glorie aan God" klinkt uit den mond van een jongen pries ter even vreugdevol als in de Paaschmis, het „Credo" voelt men mede als de krach tige en vaste geloofsbelijdenis van den nieuwen Apostel der heidenen, de Conse cratie beleeft men in de volle geheimzin nige spanning van dit geheimvolle oog en- blik, het uitreiken der H. Communie ziet men opnieuw voor zich als een gebeurtenis uit het Laatste Avondmaal en aan het ein de komt 's priesters zegen neerdalen over de menigte als een verfrisschende en vruchtbare dauw. Zulk een blijden morgen hebben de Nootdorpsche parochianen gisteren mogen medemaken. De kerk was „stamp"-vol, het altaar mooi versierd, het zangkoor zong op werkelijk zeer te prijzen wijze een stem ming van een hoogtij-dag. Bij het opdragen van het H. Offer werd deneomist geassisteerd door den zeereerw. heeren, Hillenaar uit A'dam, neef van den neomist, als presbyter assistens, H. Paal vast, neef van neomiste Priester van het H. Hart, als diaken Marrewijk, van dezelfde i Congregatie en studiegenoot van den neo- j mist, als sub-diaken. Na het Evangelie heeft de weleerw. heer J. A. van Bttingen, kapelaan te Heem stede, een neef van den neo mist, de feestpreek gehouden. De predikant noemde deze H. Mis een blijde gebeurtenis, een jubelfeest, waaraan geheel de parochie deelneemt. Die inniige belangstelling van de parochianen voor dit feest is niet an ders te verklaren, dan uit een oprecht ge loof, dat in den priester „een anderen Chris tus" ziet. Als wij beschouwen de grootse he dingen, die de Almachtige God aan dezen jongen priester voltrok, kunnen wij slechts armzalige woorden stamelen. De grootste heiligen vermochten niet de grondelooze diepte van de priesterlijke waardigheid te peilen. En de Pastoor van Ars verklaarde: als de priester zijn eigen waardigheid ten volle besefte zou hij sterven. Op de roeping tot het H. Priesterschap wilde de predikant de tekst van St. Pau- lus toepassen: „Wij zijn een schouwspel ge worden voor de wereld, voor de engelen en voor de menschen". De Priester is echter op de eerste pilaats een schouwpsel voor God zelve. God heeft in dezen jongen priester weer een nieuw we rik voltooid, een meesterwerk, waaraan Hij zelve jarenlang gearbeid heeft, jaren lang, dag en nacht. Thans is het werk der genade voltooid: een mensch een anderen Christus. Een priester heeft de beschikking gekregen over de goddelijke genadegaven. Hij is door God zelfs gesteld boven de engelen. De priester is een schouwspel geworden voor de engelen, die opnieuw juichen als in den Kerstnacht, omdat in dezen priester Christus weer opnieuw tot ons is gekomen, omdat in dezen priester Christus Zijn ver lossingswerk gaat voortzetten. De priester is een schouwspel geworden voor de menschen. Hij moge voor hen een heerlijk voorbeeld zijn, een sterke steun en troost voor de zondaren, een barmhartige Samaritaan en geneesheer der zielen. Een schouwspel is deze priester gewor den heel in 't bijzonder voor ons, voor zijn Moeder, die met eerbied opziet naar haar eigen kind, voor zijn Moeder, die zoovele jaren heeft geploeterd en aan wien hij, naast God, alles verschuldigd is. - Met eerbied zien ook naar hem op zijn broers en zusters, van wie twee het feest van verre meevieren, doch die, meer inge wijd in het geestelijk leven, nog beter de grootheid van dit feest zullen begrijpen. Met eerbied zien ook naar hem op alle parochianen, die zoo van harte medeleven en deelen in zijn priestervreugde. De predikant hoopt, dat de neomist zulk een heerlijk schouwspel zal blijven voor de mensch. Ofschoon hoog verheven, gevoelt hij zichzelf klein geworden, nu de huive ringwekkende verantwoordelijkheid van het Priesterschap op zijn schouders is ge legd. De predikant verzocht alle parochianen voor den jongen priester te bidden, opdat hij het heilig priester-ideaal zooveel moge lijk moge benaderen. Moge, besloot de pre dikant, uw priesterschap rijk gezegend zijn. Van 2 tot 3 uur werd de receptie gehou den in het rijk versierde Vereenigingsge- •bouw, waarvan door zeer velen werd ge bruik gemaakt, om den jongen priester en zijn familie geluk te wenschen. Opening der tentoonstelling. Na deze druk bezochte receptie trokken de neomist en farpilie, gevolgd door een groot aantal Eerw. Heeren Geestelijken o.a. de Weleerw. Heer Jos. Blankers, van Wasse naar, oud-kapelaan van Nootdorp, naar de St. Jozefschool, om de tentoonstelling te openen, georganiseerd door de Missiën aai- kring „St. Franciscus Xaverius", bij gele genheid van deze eerste plechtige H. Mis. De opening had plaats door den weleerw. heer B. v. Drost, kapelaan alhier, met eeni ge mooie en enthousiaste woorden. Spr. stelde het vooral op prijs kapelaan Blan kere aanwezig te zien, wélke de groote op richter en werker is geweest van het Ka tholieke vereenigingsleven in Nootdorp. Na deze opening werd een meerstemmige gemengde priester-cantate gezongen, ge volgd door eenige andere zeer mooie zang nummers. Kapelaan van Drost dankte voor de mooie zangnummers en stelde de gelegen heid open voor bezichtiging der tentoon gestelde priesterkleeren e.a. Door zeer velen werd van deze gelegen heid gebruik gemaakt. Woorden van lof en waardeerkig mogen wij bij dezen weer uitspreken, voor de keu rige en fraaie werken v. d. Missienaaikring. Op de buitenplaats van den tentoonstel ling waren verschillende attracties aange bracht, o.a. schiettent, trekt ent, ballentent, Amenikaansche hoeplatent, tot zelfs een glijbaan, waarvan vooral de jeugd profi teerde. In andere afdeelingen trof men weer een jonge dame met verkoop van loten voor prachtvoorwerpen en een raadselprobleem werd ook niet vergeten. Menig jong paartje maakte in „Het Raad huis" gébruik van een proefje voor den trouwdag, welke eveneens als extra attrac tie was aangebracht. Het plechtig sluiting-slof. Te 6.30 uur werd de tentoonstelling on derbroken voor het plechtig Lof met het Te Deum, met assistentie, door den neo mist, waarna met een feestlied de kerke lijke plechtigheden werden beëindigd. Hierna werd de tentoonstelling wederom geopend. De zalen waren onmiddellijk weer met belangstellenden gevuld. De muziek van Tabernol en Visser brachten een vroo- lijke stemming tot het einde van dezen dag kwam, met eenige rijdansen, zang en voor drachten. Vermelden wij nog, dat door omstandig heden de mooiste sluitingsstukken achter wege moest blijven, welke den tweeden en derden avond worden gegeven. Deze tentoonstelling duurt voort tot Dins dagavond; geeft allen nog eens extra uw steun voor dit groote werk. TER AAR. Geboren: Hugo Johan Joseph, z. v. Q. G. van Wieringen-Oomen. Bernardus Johannes Leonardus, z. v. L. J. Hoogen- boom-OuwerkerkJohanna Adrtana, d. v. C. Meeuwis-Froolijk. Overleden: A. Baas, 76 jaar. Gehuwd: J. A. van Engelen 26 jaar en C. A. M. Speet 23 jaar. Adxianus Dol, 25 jaar en N. Morgenrood, 26 jaar. J. Verzaal, 24 jaar en J. van Vliet, 23 jaar. Ingekomen: M. J. Bosman, van Am sterdam. Vertrokken: C. A. M. Speet, naax Alphen aan den Rijn; J. v. Vliet, naar Al phen aan den Rijn; N. Morgenrood, naar Haarlemmermeer; E. Bezemer, naar Alphen aan den Rijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 8