DINSDAG 6 AUGUSTUS 1935 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN EEN ONDERHOUD MET ANTHONY FOKKER VOORNAAMSTE NIEUWS 26ste Jaargang No. 8184 DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop en verkoop: 0.50 V Misverstand. „Katholieke, constructieve welvaarts- politiek (dus keuze tussehen consequente- deflatie of devaluatie)aldus lezen we in een artikel in het „Handelsblad" van gis teravond. Dat is een beslist onjuiste formuleering van het standpunt der Katholieke Tweede- Kamerfractie, zooals dat is uiteengezet door den voorzitter, prof. Aalberse, bij het jong ste Kamerdebat. Een misvatting, die verklaarbaar is, en daarom gemakkelijk ingang vindt. Prof. Aalberse heeft niet verklaard, dat de Katholieke Tweede-Kamerfractie wenscht öf consequente deflatie óf devalua tie; een van beide. Neen, prof. Aalberse heeft betoogd, dat consequente deflatie ge wenscht en noodza kelijk is. En dat, als er geen consequente deflatie komt, de spanning in het oecono- misch leven zoo groot wordt, dat devalua tie niet meer kan worden ontweken. Daar om, aldus prof. Aalberse, staat de regeering voor het dilemma: consequente deflatie of devaluatie. De regeering staat voor het dilemma. Niet de Katholieke Tweede-Kamerfractie. Deze wil: consequente deflatie. Wij beweren niet, dat er onder de Ka tholieken in de Tweede Kamer niet meer dere naar men zegt: een groeiend aan tal voorstanders zijn voor devaluatie. Ook de voorzitter prof. Aalberse, .sprekend namens de fractie, heeft zich niet ver klaard voor devaluatie, heeft alleen een pleidooi gevoerd voor consequente deflatie. Zóó is de juiste weergave Van de feiten. DE KONINGIN EN DE PRINSES NAAR SCHOTLAND. H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana hebben hedenochtend Den Haag verlaten om zich via Vlissingen naar Schot land te 'begeven, waar zij eenigen tijd zul len doorbrengen. Beide vorstelijke personen arriveerden omstreeks kwart voor 11 aan het Holland - sche Spoorstation, waar zij ontvangen wer den door den Gouverneur der Residentie, luitenant-generaal jhr. Röell en den bur gemeester, mr. de Monchy. Na eenige oogenblikken in de Konink lijke wachtkamer te hebben vertoefd, ver schenen de Koningin en de Prinses op het (perron, waar een salonrijtuig gereed stond. Er was veel belangstelling, zoowel bin nen als buiten het station. De politie, on der leiding van den waarnemend hoofd commissaris, den heer Kramer, had een gedeelte van het perron afgezet. Bij het verschijnen der vorstelijke personen steeg er een hartelijk gejuich uit het publiek op en werd het Wilhelmus gezongen. De Ko ningin en de Prinses werden tot aan den trein uitgeleide gedaan door de vorstin von ErbaCh en haar dochter, de prinses von Erbach. Toen de vorstelijke personen in. den sa lonwagen hadden plaats genomen, werd deze door een speciale locomotief naar een ander spoor gereden, waar gewacht werd op de aankomst van den boottrein naar Vlissingen. Toen deze geariveerd was, werd oe Koninklijke wagon aan dezen trein ge haakt en onder gejuich der aanwezigen, aanvaardden de Koningin en de Prinses Haar vacantiereis. De „Daily Telegraph" wijdt een wel komstwoord aan H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana, die een vacantie dn Schotland zullen doorbrengen. Het blad schrijft: Vandaag begroet ons land buiten gewoon welkome gasten. De Koningin der Nederlanden zal voor een vacantie aan onze kust landen en wij vertrouwen dat deze Haar nieuwe krachten zal geven na het jaar van ingespannen arbeid, dat Haar zoowel /buitengewone zware verantwoordelijk heden heeft gebracht als groote persoon lijke smart. H. M. de Koningin die in ge zelschap is van Prinses Juliana, die verle den jaar te Londen ter gelegenheid van het Koninklijke huwelijk werd verwelkomd, zal in een van de mooiste streken, in Schot land, vertoeven in eenvoud die aangenaam zal zijn voor alle vacantie gangers en dub bel aangenaam voor hen die in paleizen wonen. Het is geen staatsbezoek en het bezoek wordt ook iniet gebracht met eenigerlei po litieke doeleinden, doch wij kunnen niet nalaten er onze vreugde over uit te spre ken, dat het de banden, welke Groot-Brit- •tannië en Nederland vereenigen, op infor- meele wijze zal verstevigen. De beide lan den waren onder een gemeenschappelijken souverein in een crisis voor het lot van bei den en het gevoel van verwantschap, dat toen werd gevestigd, is nog versterkt door de rol welke beide volken speelde bij de ontwikkeling van Zuid-Afrika. Over de jongste rampen van de K.L.M. - Het publiek heeft een groote schuld op zich geladen. - Funeste Invloed van de Melbourne-race. - Gebruik van Dou- glastoestellen verantwoord, mits aan bepaalde voor waarden is voldaan. - Reputatie is in de aviatiek een précair bezit. Naar aanleiding van de jongste vlieg tuigrampen, welke de Koninklijke Lucht vaart Maatschappij hebben getroffen, heeft een verslaggever van het Algemeen Neder - landsch Persbureau een onderhoud gehad met den beroemden vliegtuigbouwer Antho ny Fokker, die, vóór zijn vertrek naar Amerika, korten tijd in Nederland vertoeft. In dit onderhoud, waarin ook de onder gang van de „Uiver" en de „Leeuwerik" ter sprake zijn gebraoht, gaf de heer Fokker in de eerste plaats als zijn overtuiging te •kennen, dat wat de oorzaak van deze en andere rampen betreft, het publiek een groote schuld op zich geladen heeft. Op de vraag van den verslaggever, zich hierover nader te willen uitspreken, zeide de heer Fokker, dat vooral het reizend pu bliek te vlug klaar staat met critiek als niet, door bijzondere omstandigheden, de vlieg- diensten functionneeren met de regelmaat van het spoorwegverkeer. Het gevolg is, dat de maatschappijen in onderlinge concurren tie de regelmatigheid van hun diensten tot •het uiterste trachten op te voeren en daar bij noodzakelijkerwijze grooter risico's moe ten aanvaarden. Deze mentaliteit heeft zeer zeker invloed op de mate van voorzichtig heid bij de uitoefening van het luchtvaart bedrijf. De eerzucht der piloten, van wie velen tengevolge van de recordvluchten ge- looven, hun reputatie te moeten ophouden, alsmede hun wil om er, ondanks alles, „door te komen", zijn oorzaak, dat ook de jongere piloten tegenover hun directies niet •voor hun oudere collega's onder willen doen, om niet het odium van onbekwaam heid op zich te laden. Daarnaast heeft zoo vervolgde de heer Fokker de publieke opinie den laatsten 'tijd vooral tengevolge van het resultaat van de Melbourne-race een funesten invloed uitgeoefend op de beoordeeling van de ri sico's, met name by het opvoeren van de snelheid. De ramp van de „Uiver" is daar van een direct uitvloeisel geweest. Het gold •hier een versnelde postvlucht, die een re cordvlucht zou moeten worden en door het nemen van een te groot risico bij ongunstige weersomstandigheden mislukt is. Van eenig mysterie bij deze ramp is geen sprake ge weest. Mag hieruit geconcludeerd worden, dat volgens Uw opinie de Melbourne-race geen waarde voor de luchtvaart in het algemeen heeft gehad? aldus de vraag van den verslaggever. Ik blijf bij mijn standpunt, antwoord de de heer Fokker, dat niettegenstaande de Melbourne-race een enorme propagandis tische waarde voor de luchtvaart heeft ge had, zij een zeer gevaarvolle onderneming is geweest, welke evenzoo goed op een fias co voor de luchtvaart had kunnen uitloopen. zooals deelnemers en insiders onomwonden moeten toegeven. Dit is dan ook de reden geweest dat ik de deelname van de F 36 aan dien wedstrijd heb verhinderd. Het succes van de Melbounne-race heeft in lei dende Nederlandsche luchtvaartkringen een mentaliteit teweeggebracht, welke niet in overeenstemming is met de verantwoorde lijkheid, die voorop dient te staan, willen wij onze vooraanstaande positie in het we- xeidluchtverkeer handhaven. Natuurlijk zijn, by een zoo snelle expan sie met nieuw materieel en personeel, tevens fouten gemaakt, zooals deze bij elke snelle ontwikkeling van een bedrijf allicht voorkomen. Hoe luidt Uw oordeel over de Douglas- toestellen in het algemeen? vroeg de verslaggever. Ik kan op deze vraag antwoorden, al dus de heer Fokker, dat de Douglas- vliegtuigen tot het beste materieel behoo- ren, dat thans voor het Luchtverkeer be schikbaar is. Dit is wel bewezen door de er varing, dat men in Amerika met de Douglas heeft opgedaan. In Amerika zijn met on geveer 70 Douglasmachines reeds meer dan tien millioen KJVT. aflegd; dagelijks worden er 80.000 KJVT. mee gevlogen. Bij dit alles heeft zich bij mist slechts één onge val van ernstigen aard voorgedaan en dit was louter te wijten aan foutieve directie ven aan den piloot door de grondorganisa- tie. De grootere snelheid en de economie van de Douglastoestellen zijn bereikt door aërodynamische verbeteringen, door toepas sing van twee motoren in plaats van drie, alsmede door hoogere belasting en opvoe ring van de motorprestaties. Hierbij kon echter niet vermeden worden, dat zekere concessies zijn gedaan aan de veiligheid. Ik stel voorop, zoo verklaarde de heer Fokker verder, dat het gebruik van Dou- glasvliegtuigen volkomen verantwoord is, wanneer de in deze toestellen in te bouwen motoren een voldoenden graad van be trouwbaarheid hebben, de piloten zich door voldoende training aan de bijzondere eigen schappen hebben aangepast en deze vlieg tuigen over trajecten vliegen, waarbij in geval van het uitvallen van een der moto ren niet al te lang op de kracht van den overblijvenden motor gevlogen moet wor den. Wat de rampen rrjet de „Léeuwerik" en de „Gaai" overigensbetreft, staat het voor mij vast, dat deze in geen geval aan de kwa liteit van deze vliegtuigen te wijten zijn ge weest, terwijl het ongeval met de „Mara- boe" een gevolg is geweest van een mis lukten start tengevolge van ongeschikt ter rein. Op de vraag, zijn oordeel te willen for muleeren inzake de ramp met de F 22 „Kwikstaart", zeide de heer Fokker, dat deze ramp óf aan een technische storing öf aan een bediertingsfout toe te schrijven is. Het onderzoek zal dit moeten uitwijzen. Het benzine-systeem en de installatie zijn geheel volgens de aanwijzing en onder toe zicht van den technisch en dienst der K.L.M. uitgevoerd. Deze installatie heeft gedurende de proef- en overnameviuchten zonder storing gefunctionneerd. Na het ongeluk zijn met een zustertoestel zulks ter controle nogmaals proeven genomen, welke ofschoon zij op zichzelf •bevredigend uitvielen tot het resultaat hebben geleid dat, behalve het installeeren van pompen van grootere capaciteit, zooals deze door de Fokkerfabriek bij de aan de Zweedsche lijn geleverde F 22 werden in gebouwd, het systeem zoodanig wordt ge wijzigd, dat bij het gebruik van de hand pomp (welke als reserve dient) niet over geschakeld behoeft te worden en zóó mede de mogelijkheid van een bedieningsfout voor de toekomstig wordt uitgeschakeld. De luchtvaart zoo eindigde de heer Fokker het onderhoud kan alleen ge diend worden door een systematische, wel overwogen, geleidelijke ontwikkeling, zoo wel van materieel als personeel. De laatste zes maanden hebben helaas maar al te éclatant bewezen, gelijk ik reeds vroeger heb verklaard, dat reputatie in de aviatiek een te précair bezit is om haar in gevaar te brengen door topprestaties te willen be reiken, waarbij de marge tussehen cata strofe en succes zeer gering is. De steun aan de Ned. Visscherij Het laatste jaar is het noodzakelijk ge bleken, de crisissteunmaatregelen ook tot de Nederlandsche visscherij uit te strekken. Gedeeltelijk is dit gedaan met behulp van een gegarandeerden minimum prijs, waar tegenover de haringreeders zich moesten verplichten niet meer dan een zekere hoe veelheid aan de markt te bïengen, terwijl in andere gevallen, garnalen, mosselen, enz. de afnemers zich moesten verplichten een zeker minimum te betalen. Ook hierbij blijkt weer de contingentee- ringspolitiek van andere landen de markt geheel te hebben bedorven. Zoo is het mo gelijk voor de garnalen, die naar Frank rijk worden uitgevoerd, een uitvoerpremie te betalen, omdat de garnalenprijs in Frankrijk veel en veel hooger ligt dan de prijzen, die hier door de Visscherij-Centra le zijn vastgesteld. Met deze uitvoerheffing van 10 ct. per K.G. maken de handelaars nog flinke winsten bij verkoop van gar nalen naar Frankrijk. Maar, er kunnen slechts weinig garnalen daarheen worden geëxporteerd, want de invoer in Frankrijk is geoon tingen teerd en slechts een klein deel van wat wij vroeger daarheen expor teerden kan nu op de Fransche markt wor den afgezet. Bij den landbouw heeft de regeering vooropgesteld, dat de steun hoog genoeg moet zijn om de massa der landbouwers een minimum bestaan te verzekeren. Wij weten niet, of dezelfde normen zijn aan gelegd voor het visscherijbedrijf. Volgens de belanghebbenden is dit niet het geval, en bedragen de inkomsten bij uitoefening van het bedrijf vaak minder dan de steun, die men bij werkloosheid ontvangt. Toch is de algemeene toestand, wat de visscherij betreft, anders dan in den land bouw. Van veeteelt- en tuinbouwproduc ten hebben wij een dergelijk overschot in ons land, dat deze niet of ten minste niet zonder diep ingrijpende maatregelen, op de binnenlandsche markt een afzet kunnen vinden, wanneer de uitvoer nog sterker zou terugloopen jdan thans reeds het ge val is. Voor onze visscherij producten kan een dergelijke stelling niet met dezelfde zeker heid worden uitgesproken. Op het oogen blik is de productie stellig grooter dan het verbruik in ons land. Maar dit ver bruik kan ongetwijfeld krachtig gestimu leerd worden, daar visch nog lang geen algemeen volksvoedsel ten onzent is. In de oorlogsjaren heeft de regeering, met het oog op een tekort aan andere voedingsmid delen, krachtige propaganda gevoerd voor het gebruik van visch. Thans kan zij dat niet doen, omdat een toegenomen visch- verbruik allicht ten koste zou gaan van het verbruik van vleesch en eieren, alsmede van andere producten, waarvoor ook afzet- moeilijkheden bestaan. De regeering laat daarom de propagan da voor het vischverbruik aan de betrok kenen over, en hout zich zelf neutraal. Dit neemt niet weg, dat een dergelijke propa ganda, mits goed gevoerd, belangrijke perspectieven voor afzetverruiming opent. Op het oogenblik is de toestand zoo, dat visch in vele streken van ons land als „rij- kelui's voedsel" wordt beschouwd. De hoo- ge distributiekosten, de noodzakelijke koe ling, enz. maken, dat de prijs ook dikwijls boven het bereik van de groote massa ligt. Wanneer het zou gelukken deze kosten te verlagen en de prijs binnen het bereik van grootere volksgroepen te brengen, dan zou een zeer belangrijke vermeerdering van den afzet mogelijk- zijn. Naar deskun digen verklaren wordt die hooge prijs niet zoozeer veroorzaakt door de kosten van den kleinhandel, maar meer door de win sten van bepaalde groepen groothandelaren, die dezen handel nagenoeg geheel in han den hebben. Het zou misschien overweging verdienen om na te gaan, of de conserveering van visch vooral in gerookte vorm geen mogelijkheden opent van distributie tegen lagere pry zen, daar de gerookte visch na tuurlijk veel langer en goedkooper be waard kan worden. Hier is een ruim veld open voor initia tief uit het bedrijfsleven zelf, in samenwer king met de regeeringsorganen. Er dient te worden nagegaan, welke afzetverruiming mogelijk is in het binnenland, zonder dat daardoor al te groote schade aan andere producten der Nederlandsche voedselin dustrie wordt berokkend. Men kan tegelij kertijd berekenen, welke verlaging van alle handels- en distributiekosten bereikt kan worden, wanneer de binnenlandsche afzet vermeerdert. En ten slotte zou een derge lijke vergrooting der rentabiliteit in het binnenland weer de mogelijkheid openen om naar het buitenland tegen concurree renden prijzen te leveren, hetgeen ten minste eenigenmaite de exportpositie zou kunnen verbeteren. Het is te hopen, dat op deze wijze een bevredigende oplossing voor het nationale vraagstuk van onze zee- visscherij kan worden gevonden. De Katholieke kerk in China De roode terreur handicapt onze missionarissen. Het Chineesche volk met zijn half mil liard zielen biedt op het oogenblik niet een gunstigen bodem voor het zaad des Geloofs. De roode vloed overstroomt nog steeds menige landstreek in het Zuiden der acht en twintig provincies, en rooversbenden, hoe ongeloofelijk het voor ons, beschaafde Westerlingen, ook moge klinken, vormen niet zelden de sterkte van een geheel leger en oefenen hun dwingelandij uit in de pro vincies van het centrum des lands. In het Westen van China voelt men zich niet veilig voor de Mohammedaansche hor den, die in hun grooten geloofsijver de Ka tholieken, Protestanten en andersdenken den, een grooten haat toedragen en hen in alles dwars zitten, en in het uiterste Noor den van het Chineesche Rijk rukt de erf vijand Japan het land binnen over de tot DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN WAARONDER HET VACANTIE-NUMMER. BUITENLAND. De Abessynische kwestie na den Volken bondsraad. Te Rome doet men het voor komen alsof Italië te Genève niets heeft toegegeven. (2de blad). De aanvallen op de Kerk in Duitschland. (2de blad). Opstand op het Griekscbe eiland Kreta. (2de blad). Communistische onlusten in Palestina. (2de blad). BINNENLAND. Koningin en Prinses naar Schotland. (lste blad). Minister Colijn antwoord op vragen in zake het bezoek van ir. Mussert aan Ned. Oost-Indië. (2de blad). OMGEVING. De burgemeester van Voorschoten, de heer Vernède, viert heden zijn 40-jarig ambtsjubileum. (2de blad). puin vervallen afweermuur uit den tijd, toen er nog met zwaard en boog werd ge vochten en toen de armen- en onaanzien- lijken als slaven en dwangarbeiders moes ten dienenEn daartussehen door dwaalt grijnzend het hongerspook van d§ eene streek naar de andere en vernielt duizen den menschenlevens, In een land, dat aan zoo talrijke wonden doodbloedt, nog de banier des Kruises te willen planten, vordert een meer dan men- schelijken moed. Daarbij worden de mis sionarissen, zooals wij boven reeds zeiden, ten zeerste gehandicapt door de roode ter roristen, die hen vaak op een onmensche- lijke wijze behandelen. Hoe dikwijls leest men in de Westersche dagbladen niet van arrestaties, welke op priesters en zusters in het Verre Oosten werden verricht. En wat gebeurt er met deze menschen? Meestal worden zij overgeleverd aan een troep ge loofshaters, die de „schuldigen1" naar de strafkoloniën zenden, de Chineesche straf koloniën, die veel weg hebben van die in het gevreesde Siberië. Tóch zullen de Katholieken van Europa den moed niet opgeven. Het woord Gods „Gaat en onderwijst alle volkeren", is hun te diep in het hart gegrifd, dan dat zij zich door een bende geloofshaters en communis tische elementen zouden laten intimideeren. Neen, de Katholieke Kerk zal ook eenmaal in China haar triomfen mogen vieren, al lijkt den dag, waarop dit zal geschieden, voor ons, Katholieken, nog verre. De hoop der missie in het Chineesche Rijk zijn de inlandsche seminaries. China zelf met zijn 90 klein- en 30 groot-seminaries met 700 studenten der philosophie en theo logie en 49040 leerlingen op de klein-semi- naries en de voorbereidende klassen be looft een sterken inheemschen clerus, al kunnen er gemiddeld per jaar slechts 100 priesters gewijd worden. In 1932 ontstonden nog een nieuw regio naal seminarie voor de missiegebieden van Milaan in Haifeng, Honane, en een voor de districten der Chineesche wereldgeestelij ken te Soeanhwafoe in de buurt van Pe king. Over de verzorging der weezen mogen de missionarissen tevreden zijn. Duizenden kinderen, die niet in die huizen kunnen worden opgenomen, worden liefderijk ver zorgd door de christelijke gezinnen, die ouderlooze kinderen en onverzorgde klein tjes hebben opgenomen. In een land als China, waar zooveel ar moede en hongersnood wordt geleden, zijn de hospitalen gelukkig vrij groot in aantal. Ook blinden- en melaatsch en gestichten zijn in China vrij talrijk. Bijzondere waarde hecht de Katholieke missie in den laatsten tijd aan het onder wijs der Chineesche jeugd. Ondanks de be perking van overheidswege, met name van de zijde der Djangboe (Sovjets), is de ka tholieke school niet ten gronde gegaan, maar in stand gebleven en zal, naar men hoopt, in de toekomst steeds verder mogen uitgroeien. Een belangrijk onderdeel van de Katho lieke geloofsverkondiging in China is ook de pers, die in de nieuwere missiegeschie-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1