De Burgemeester van Ter Aar neemt afscheid UIT DE RIJNSTREEK WOENSDAG 31 JULI 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. - PAG. 7 Groote waardeering voor zijn tact en toewijding Buitengewone Raadsvergadering. Hedenmorgen om elf uur kwam de ge meenteraad in openbare buitengewone zit ting bijeen ten gemeentehuize onder praesi- dium van den Burgemeester Jhr. K. W. L. de Muralt. Ook de Echtgenoote van de Bur gemeester en alle Ambtenaren waren bij deze zitting tegenwoordig. De voorz. opent de vergadering met ge bed; het voorlezen van de notulen wordt verdaagd tot de eerstvolgende bijeenkomst Bij de behandeling der Ingekomen stukken is slechts èèn stuk binnengekomen, waar van de Secr. op verzoek van den voorz. me- dedeeling doet. Het is het Koninklijk Be sluit, waarin aan Jhr. K. W. L. de Muralt eervol ontslag wordt verleend als Burge meester van Ter-Aar met dankzegging voor de vele bewezen diensten. Dan spreekt de voorzitter zijn afscheids woord tot de Raad en Ambtenaren: AFSCHEIDSWOORD VAN DEN BURGEMEESTER. Ik wil beginnen met U mijn dank te be tuigen voor het verzoek, dat mij enkele da gen geleden door den heer wethouder van der Hoorn namens de raadsleden werd ge daan om deze buitengewone vergadering te beleggen, die door mij kan worden voor gezeten. Ik ben U daarvoor dankbaar, omdat ik in de gelegenheid wordt gesteld een hartelijk oprecht gemeend afscheid te nemen van U mijne heeren, de ambtenaren en de bevol king der gemeente en uiting te geven aan mijne gevoelens van dankbaarheid ten op zichte van allen voor de steun, die ik bij de vervulling van mijn ambt gedurende zoo vele jaren mocht ondervinden. Gij hebt blijkbaar begrepen, dat door het beleggen van deze vergadering aan mijn heengaan het karakter wordt gegeven van een bijzondere gebeurtenis. Dat ik in dit uur weemoedig gestemd ben zal U allen wel duidelijk zijn, nu door mij afscheid wordt genomen van het ambt, dat ik zoozeer lief heb en van eene bevolking, die door zijn ernst, arbeidzaamheid, een voud, tevredenheid en ordelievendheid mij zoo innig aan zich heeft gebonden. De ruim 38 jaren, gedurende welke ik on der Gods' zegen mijn"ambt heb mogen ver vullen, vormden voor mij een groot en schoon tijdperk van mijn leven. Dit is nu ten einde, maar de herinnering aan al hep goede, dat ik hier mocht ondervinden, kan niet worden uitgewischt. Ik hoop, dat gij overtuigd zult zijn dat ik altijd mijn best heb gedaan te doen wat in het belang der gemeente was. Of ik daarin eenigszins geslaagd ben, staat aan U te be- oordeelen. Als burgemeester heb ik bij het besturen der gemeente de leiding gehad, maar hoe zou het mogelijk zijn geweest wat goeds tot stand te brengen zonder krachtige medewerking van de wethouders en de le den van den Raad, welke medewerking hier steeds was gebasseerd op onderlinge verdraagzaamheid en eerbiediging van el kanders beginsel, terwijl Uwe houding ten opzichte van mij steeds zoo buitengewoon sympathiek was. Zooals ik zeide was Uwe medewerking noodig en die heb ik in ruime mate ondervonden. Ik wend mij in de eerste plaats tot U, zeer geachte vriend van der Hoorn,aan wien ik zooveel dank verschul digd ben voor de wijze, waarop gij mij bij mijne arbeid steeds ter zijde hebt gestaan. Gij gaaft steeds blijk van een helder inzicht en onpartijdig handelen, hebbende steeds de waarachtige belangen der gemeente op het oog. Mocht ik wel eens afwezig zijn geweest en door U als loco-burgemeester worden vervangen, dan wist ik, dat de zaak in goe de harden was. Behalve dat gij onafgebro ken 34 jaren raadslid zijt geweest, hebt ge 18 jaren deel uitgemaakt van het college van Burgemeester en Wethouders, waarin vooral de laatste jaren zooveel arbeid van U werd gevorderd en gij hebt U met ernst van Uw taak gekweten. Ik ben U daar er kentelijk voor. En U vriend Hölscher, be tuig ik mede mijn dank voor al wat gij als wethouder hebt gedaan om mij mijn arbeid te vergemakkelijken, hebbende gij ook steeds de belangen der gemeente op lof waardige wijze behartigd. In de vergaderin gen gaaft gij steeds blijk van helder inzicht. Onze samenwerking was van de aange naamste. En nu Heeren Raadsleden, richt ik mij tot U. Zonder uitzondering hebt ge U op ern stige wijze gekweten van de taak tot de vervulling waarvan de bevolking U heeft geroepen. Ik weet zeker, dat U steeds naar uw beste weten en in overtuiging hebt ge handeld. De geest in de vergaderingen was altijd aangenaam met eerbiediging van el kanders meening en beginsel, de debatten namen nimmer een scherpen vorm aan. Gij hebt mij met dit alles het leiden der ver gaderingen tot een niet moeilijke taak ge maakt. Gij hebt allen myn volle sympathie verworven en met genoegen en dankbaar heid zal ik terugdenken aan de uren, waar in wij mochten samenwerken. En thans heb ik nog behoefte uiting te geven aan mijn gevoelens jegens de ambte naren. In de eerste plaats een woord van dank aan U, 'heer Gemeente-secretaris, van wien ik zoo bijzonder veel hulp heb onder vonden. Aan ruime wetskennis paart gij een groote ijver en nauwgezetheid. Uwe ad viezen hadden voor mij veel waarde. Uwe eerlijkheid en onpartijdigheid staan boven allen twijfel. Als secretaris in de vergade ring van den Raad en van B. en W. hebt gij altijd uitmuntend werk geleverd. Ook den heer gemeente-ontvanger, den heer van Zwieten, breng ik mijn dank voor de nauw gezetheid, waarmede hij zijn taak vervulde. Zijn administratie was altijd punctueel in orde en bij al het werk, dat in den tegen- woordigen tijd van den gemeente-ontvan ger wordt gevorderd, bleek ten volle, hoe zeer hij voor zijn taak is berekend. De heer Jonker, hoofd der Openbare school, verdient alle lof voor de wijze, waarop hij zijn moeilijke taak heeft ver vuld. De opvoeding der jeugd, voor zooveel dit van een onderwijzer kan worden ge vergd, is bij hem in goede handen. Ik ben hem dankbaar voor de voortreffelijke wijze, waarop hij in dienst der gemeente is werk zaam geweest, terwijl Mej. Baarspul als on derwijzeres een bijzonder woord van waar deering toekomt. De gemeente-opzichter, de heer C. Lok, heeft mijn erkentelijkheid ten volle ver diend. Nauwgezet en met veel ijver heeft hij zich aan de vervulling van zijn taak ge wijd. Vooral de laatste jaren werd veel werk van hem gevraagd. Bij het ontwerpen van de nieuwe bouwverordening waren zijn adviezen onmisbaar. Een bijzonder Woord van dank aan de veldwachters Brouwer en Snijders is zeker op zijn plaats. Op hen rust een belangrijke moeilijke taak. Vooral in deze dagen van ontwrichting der maat schappij is het politieman zijn geen sine cure. Van vele nieuwe wetten en voor schriften moeten zij studie maken, willen zij voor hun taak berekend zijn. Voor een burgemeester als hoofd der politie is een goed onderlegd en actief veldwachter van onschatbare waarde. Ook den in Ter Aar gestationneerde Rijksveldwachter Vlielan- der dank ik voor het door hem gepresteer de op politioneel gebied. Den administrateur van het electriciteits- bedrijf, den heer Van der Kroon en den be drijfsleider, den heer Bergsma, zoomede het overige bedrijfspersoneel, breng ik dank voor hun arbeid terwijl ik een woord van waardeering den ambtenaren ter secre tarie niet mag onthouden, van wie in deze veel bewogen tijden wel uitermate veel ar beid gevraagd wordt. Den heer Kelder in het bijzonder mijn dank voor de wijze, waarop hij gedurende langen tijd plichtsge trouw de gemeente heeft gediend. Mijn er kentelijkheid spreek ik ook gaarne uit ten opzichte van het personeel van den vleesch- keuringsdienst, die hun voor de volksge zondheid zoo belangrijke taak zoo stipt ten uitvoer brachten. Ook de arbeid van de hee ren Gemeente-artsen had mijn volle waar deering. De heer van Dam, zoomede het brugpersoneel en de klokluider,wil ik in mijn waardeering, die hen toekomt, niet ten achter stellen. Al de door de ambtena ren verrichte arbeid, onverschillig of deze van hoogere of lagere orde is, is onmisbaar en daarom heb ik het op prijs gesteld, waar het personeel dezer gemeente uit den aard der zaak te overzien is, allen afzonderlijk te bedanken. Ten slotte wensch ik nog een woord van erkentelijk uit te spreken tot allen, die in den loop der jaren mij bij het besturen der gemeente hebben ter zijde gestaan, hetzij als lid van een bestuurscollege of als ge meente-ambtenaar, waarbij ik in het bij zonder op het oog heb den oud gemeente secretaris den heer Hogenboom, met wien ik gedurende 34 jaren op de aangenaamste wijze heb samengewerkt. Ook zij, die niet meer zijn, worden door mij in dankbaar heid herdacht. Ik zou niet gaarne mijn ambt neerleggen alvorens de hoop uit te spreken, dat voor de door de crisis zoo zwaar getroffen inge zetenen spoedig betere dagen zullen aan breken en ik eindig met de wensch, dat het U en de Uwen zowel als de geheele bevol king van Ter Aar wel moge gaan. Mijn taak is ten einde en ik overhandig U, mijnheer van der Hoorn, als waarnemend burge meester mijn ambtsketen. EEN DANKWOORD VAN WETHOUDER VAN DER HOORN. Hierop voerde het woord de heer D. van der Hoorn, oudste wethouder. Het was in de raadsvergadering van 29 April 1897, aldus spr., dat u als burgemees ter van Ter Aar werd geïnstalleerd en na een ambtsperiode van ruim 38 jaren is thans het oogenblik gekomen, dat u als zoodanig afscheid neemt. Het is mij een be hoefte u namens den geheelen raad te zeg gen, dat dit afscheid ongewoon zwaar valt. Uw besluit tot ontslag-aanvrage werd met leedwezen vernomen. Veel is er sinds uw komst in de gemeen te veranderd. Het aantal inwoners der ge meente verdubbelde. De taak, die op uw schouders werd gelegd, is verveelvoudigd, terwijl de financieel^ zorgen zich gewel dig uitbreidden. In 1897 bedroeg het totale begrootingscijfer slechts 8.500 en het ko hier van den hoofdelijken omslag gaf slechts een totaal bedrag van 1000 te zien. Als men daarnaast het huidige begrootings cijfer van bijna 116.000 stelt, dan is het duidelijk, dat u groote veranderingen hebt medegemaakt. In uw ambtsperiode hebt u zich regelmatig aan de groote wendingen moeten aanpassen. Het was een steeds weer rekening houden met nieuwe omstandighe den. En gedurende de laatste jaren is de zorg voor het welzijn der gemeente wel het grootst geweest. Veel is er onder uw bur gemeesterschap tot stand gekomen en dan denk ik aan de voorzieningen op het gebied van electriciteit, waterleiding, begraaf plaats, spoorweg, veilingwezen enz., ter wijl den laatsten tijd de vernieuwing der wegen uwe vollen belangsteling had. Voor alles wat u voor de gemeente gedaan hebt, dank ik u namens alle raadsleden van har te. Wat vooral in u moet worden gewaar deerd, is wel, dat u bij alles wat de ge meente ondernam de grootst mogelijke zui nigheid hebt willen betrachten. Hierdoor was het mogelijk de schuldenlast zoodanig te begrenzen, dat tot heden een sluitende begrooting kon worden verkregen, ondanks het feit, dat de gemeente op een buiten gewone wijze door de tijdsomstandigheden wordt getroffen. Doch ik gevoel my ook verplicht dank te zeggen voor de wijze, waarop u de ge meentelijke zaken hebt behandeld. Bij uw installatie als burgemeester werd de wensch uitgesproken, dat de eendracht en liefde in het gemeentebestuur onder uwe leiding bestendigd zouden blijven en dit is onder uw burgemeesterschap gelukkig steeks het geval geweest. Ongetwijfeld heeft hiertoe zeer veel bijgedragen uw cor recte wijze van optreden in de vergaderin gen van het gemeentebestuur. Verschil van inzicht in zaken van gemeentebeleid is niet^ uitgebleven. Vele malen liepen de meeningen uiteen, doch het was steeds een voldoening waar te nemen, dat u achting had voor een standpunt, dat niet met het uwe strookte, overtuigd als u waart, dat ieder met zijn bedoeling het beste voor had, n.l. de belangen der gemeente. Van zelfsprekend is deze verhouding van gun- stigen invloed geweest op afwikkeling van de zaken, waartoe wij allen geroepen wer den Grooten tact hebt u aan den dag gelegd bij het leiden van de vergaderingen. Ver heugend was het, dat ondanks het verschil van beginsel ook de leden elkanders mee ning respecteerden. Deze waardeering en de daaruit voortvloeiende verdraagzaam heid zijn naar mijn meening voor een zeer belangrijk deel aan uwe voorname en tact volle leiding toe te schrijven. Als wethouder heb ik 18 jaren met u mogen samenwerken in het college van B. er. W. Naar mate de heer Hölscher en ik langer het college zitting hebben groeide onze waardeering. Wij verzekeren u, dat het ons een eer en een genoegen geweest is u in het college zitting hadden, groeide onze staan. Met voldoening zullen wij steeds op dezen tijd terugzien. Het vele, dat in gezamenlijk overleg tot stand kwam, zal in de toekomst voor den geheelen raad ter herinnering aan uwe sympathieke persoonlijkheid levendig hou den. Moge God u nog vele gelukkige jaren schenken met degenen, die u dierbaar zijn. De Raad heeft gemeende zijn erkente lijkheid niet alleen in woorden te moeten uitdrukken en ik verzoek u als stoffelijk blijk, van waardeering deze stoel te willen aanvaarden in het vertrouwen, dat zoowel de Raad als de gemeente Ter Aar een blij vende plaats in uw hart zullen innemen. VERGEET ONS NIET, WIJ ZULLEN U NIET VERGETEN. Het Raadslid, de heer P. Kroon, voerde het woord ook als vriend des huizes. Dikwijls, aldus spr., zijn door ons ge meentelijke zaken besproken en niet al tijd waren onze gedachten dienaangaande hetzelfde. Ook in de raadszittingen ver schilden meermalen de meeningen, wat niet belette, dat na afloop der vergade ring onze vriendschappelijke verhouding ongewijzigd bleek te zijn gebleven. Wanneer ik een enkel woord tot u mag spreken als burgemeester wil ik u dank brengen voor de wijze waarop u. met de bevolking der gemeente Ter Aar heeft meegeleefd. Geen groet, zelfs van het kleinste kind, of hij werd door u beant woord. Geen inwoner, of u had voor hem een gemoedelijk woord, en uw belangstel ling voor hun bedrijf of zaken. U is, en is steeds geweest één met uw ingezetenen. Zwaar zijn de laatste jaren, zoowel voor de gemeentenaren als voor u, die met ons meeleefde en mede voelde. Burgemeester, scheiden doet wee, voor u en voor ons. Het besluit, uw ontslag aan te vragen, viel reeds zwaar. Afscheid ne men van de gemeente Ter Aar doet u pijn. Vergeet ons niet; wij vergeten u niet. Al zijt ge ambten oos burger geworden, wij zullen u steeds blijven begroeten als „bur gemeester". De gemeente-secretaris, de heer Hogen boom zeide, dat ook de ambtenaren den burgemeester met leedwezen zien vertrek ken. Spr. bracht hartelijk darik voor hetgeen de burgemeester gedaant heeft in het be lang van de positie van den ambtenaar. Het standpunt, dat een behoorlijke bezol diging een eisch van algemeen belang is, heeft in hem steeds een warm verdediger gevonden. Inzonderheid brengt spr. dank voor de wijze, waarop de burgemeester met de ambtenaren heeft samengewerkt. Het was voor allen ter uitoefening van him functie een voldoening met hem in contact te mo gen treden, omdat hij altijd getoond hebt een chef te zijn, die menschlievend optrad. Van een ambtenaar moet steeds ver wacht worden, dat hij zijn plicht doet. De aangename verhouding, die de burgemees ter tot stand bracht, stimuleerde de plichts vervulling wel in bijzondere mate. In dit verband wel spr. dan ook wel bezien de goede verstandhouding en eensgezindheid, die gedurende de geheele ambtsperiode van burgemeester de Muralt in het ambte narencorps hebben geheerscht. Niet alleen konden de werkzaamheden daardoor onder prettige omstandigheden worden verricht, maar het was ook van groote beteekenis voor een goede loop der zaken. In den bur gemeester moet de persoon gezien worden, die deze eensgezindheid op een zoo voor treffelijke wijze wist te bevorderen. Spr. wenschte den burgemeester nog vele ge lukkige jaren toe en bood hem namens de ambtenaren een stoffelijk huldeblijk aan, waaraan toegevoegd een oorkonde. GEMEENTERAAD VAN VOORSCHOTEN .Voorzitter: J. A. Mens, Loco-Burgemees ter. Aanwezig alle leden. Na opening der zitting worden de notu len der vorige vergadering door dien waar- nemenden secretaris voorgelezen en onver anderd vastgesteld. Vervolgens wordt de zitting geschorst om de commissie bestaan de uit de heeren W. G. Duijnisveld, J. Brag- gaar en A. Verboon, in de gelegenheid te stellen de geloofsbrieven van de nieuw be noemde lieedn van den raad te onderzoeken. Na 20 minuten wordt de zitting heropend en brengt de heer W. G. Duynisveld rap port uit van het onderzoek. Alle stukken zijn in orde bevonden. De voorzitter stelt voor de nieuwbenoem de raadsleden toe te laten. Aldus besloten. Voor kennisgeving worden aangenomen enkele missiven van Ged. Staten, waarbij goedgekeurd worden teruggezonden eenige genomen raadsbesluiten en een jaarverslag van den Keuringdienst van Vee en Vleesch over 1934. In handen van B. en W. worden gesteld om hierop nader te adviseeren: een verzoek van het bestuur van het R.K. Lyceum te 's-Gravenhage om eene bijdrage in het te kort tot een bedrag van ƒ18.38; een mis-. sive van het bestuur van het Rijnlandsch Borgstellingsfonds, waarin verzocht wordt om een kapitaalsbijdrage, hetzij als gift in eens of rentelooze leening van minstens ƒ0.10 per inwoner; een missive van Ged. Staten betreffende de jaarwedden van Bur gemeester .Secretaris, Ontvanger en Wet houders. Door de bevolkingsuitbreiding wordt deze Gemeente in een hoogere klasse geplaatst en wordt gevraagd het gevoelen van den Raad, en antwoord binnen 6 we ken. Evenzoo een missive van Ged. Staten inzake salarieering Gemeentepersoneel. Vervolgens komt punt 3 aan de orde: „Aan bieding van de rekeningen der Gemeente en der bedrijven over 1934". De voorzitter deelt mede, dat naar aan leiding dezer aangeboden rekeningen blijkt, dat de rekening dienst 1934 sluit met een batig slot gewone dienst van 26.045.22. Het batig slot kapitaaldienst bedraagt 21.038.68. De winst der bedrijven zijn me de in deze cijfers begrepen. Uit deze rekening blijkt, dat de Gemeen tebedrijven steeds in groei toenemen. De winst van het electrisch bedrijf bedraagt 19.406.33, van het gasbedrijf 5757.10, van het waterbedrijf 6237.86. Het verlies van het Gemeentelijk bad- huisbedrijf bedraagt 1438.15. Hieruit blijkt du£, dat het badhuisbedrijf zich ook be weegt in de goede richting, daar dit bedrijf voorheen een verliescijfer gaf van 2500, aldus de voorzitter. Alvorens tot de benoeming van de leden voor de oommissie wordt overgegaan, vraagt de heer Braggaar of er nog bezwa ren bestaan bij de benoeming. De voorzit ter meent, dat er geen bezwaren bestaan, daar voor het einde van Augustus nog een zitting wordt gehouden van den ouden raad. Tot leden van de commissie tot nazien der Gemeenterekening en der bedrijven wor den benoemd de heeren: W. G. Duynisveld, W. A. A. J. Baron Schimmelpenninök van der Oye en D. Limburg. Alle heeren nemen hunne benoeming aan. Het kohier hondenbelasting 1935 wördt vastgesteld tot een bedrag van 744. Een besluit comptabiliteit wordt z. h. stemming genomen, waarna het volgende punt: ontheffing schoolgeld, wordt uitge steld tot de besloten zitting. Inenting tegen diphteritis. Besloten wordt aan de afdeeling Voor schoten van de Z.-H. Vereeniging „Het Groene Kruis" van 19 Augustus tot 12 September as. op Maandag en Donderdag gratis het gymnastieklokaal ter beschikking te stellen voor het houden van een Moeder cursus. Het volgende punt wordt aan de agenda toegevoegd. De voorzitter heeft bezoek ge had van dr. A» In *t Veld, schoolarts en dr. M. v. d. Stoel, die kwamen spreken over het heerschen van Diphteritis. Reeds is vóór de vacantie de R.K. Bewaarschool gesloten en genoemde doktoren verzochten toestemming om in de gelegenheid gesteld te worden tot inenting over te gaan, hoofd zakelijk kinderen tot 6 jaar. Er zijn voor de Gemeente betrekkelijk weinig kosten aan verbonden. De inenting zal gratis geschie den, de entstof kan het Gemeentebestuur aanvragen bij den inspecteur van de Volks gezondheid. De inenting zal geschieden op een nader te bepalen datum. De voorzitter zegt, dat B. en W. deze zaak hebben be sproken en adviseeren tot volledige mede werking, daar voorkomen beter is dan ge nezen. De inenting is vrijwillig. De heer J. Braggaar uit zijne tevredenheid over het voorstel van B. en W. en juicht de.bereid-' willigheid van de doktoren ten volste toe. Besloten wordt de gelegenheid open te stellen voor de ouders om hunne kinderen te laten inenten. Bij de rondvraag informeert de heer J. Braggaar naar het adres van den heer Nas- veld, inzake een sloot. De voorzitter zegt hierop geen definitief antwoord te kunnen geven, daar deze zaak samenhangt met de verbreeding van den Leidscheweg. Hierna gaat de raad in een besloten zitting. StiloicuCi/i b&dyöd&rj ALPHEN AAN DEN RIJN. Aanbesteding. Door den bouwkundige A. Rietveld werd gisteren aanbesteed de bouw van een woonhuis met kantoor voor rekening van de fa. F. de Vries en Zn. De inschrijvingen luid als volgt: Gebr. Ransdorp, iLsse 6896. M. v. Dig gelen, Koudekerk 6780. A. Bergshoef, Al phen 6480. L. Westmaas, Alphen 6432. L. v. Beusekom, Alphen 6400. Snél en Henry, Alphen 6295. W. v. Beieren, Al phen 6269. J. Vonk, Alphen 6269. J. v. Bijsterveld, Oudewater 6197. J. Kramer Bauer, Alphen 6175. F. Donker, Al phen 6049. W. v. Egdom, Alphen 5999. C. Slingerland, Alphen 5835. P. Both en J. Smit, Waddinxveen 5695. De gunning werd aangehouden. Athletiek. Door de A.V.V. „Alphen" worden Donderdagavond onderlinge athle- tiek-wedstrijden gehouden. WOERDEN. Te vroeg afgestapt. De 14jarige M., al hier, die gistermiddag met een trawler vanuit Bodegraven naar Woerden was mee gereden, wilde bij aankomst hier uitstap pen, toen de wagen nog in beweging was. Hij raakte hierbij onder een wiel, dat over zijn knie heenging. Hij moest onmiddellijk onder dokters behandeling, waarbij werd geconstateerd, dat de knie geheel ont wricht was. De chauffeur trof geen schuld. Bedevaart naar Kevelaer. De Woer- densche bedevaart naar Kevelaer vertrekt op Zaterdag 17 Augustus des morgens plun. 8 uur en zal op Maandag 19 Aug. weder om terugkeeren. Kaartjes kunnen op de pastorie bekomen worden. ZOETERWOUDE. Burgerwacht. Gisteravond hield de Burgerwacht een vergadering in het café van den heer Roeleven. De heer G. P. v. Leeuwen opende de vergadering met een woord van welkom aan de vele opgekomen leden. De secretaris, de heer J. v. d. Ruit, las de notulen, die na lezing werden vast gesteld. De voorzitter stelde daarna de uitreiking van de prijzen aan de orde, waarmee Com mandant van Remmen werd belast. Als een inleiding op deze prijsuitreiking hield de Commandant een beschouwing over het verloop der wedstrijden. Daar heeft aan de wedstrijden nogal wat gemankeerd. Daar mankeert aan de Burgerwacht nog zooveel, dat deze kleine gemaakte fouten er nog wel bij kunnen. De Burgerwacht is een nieuw begrip, waartoe de burgerwachters ge vormd moeten worden. Om menschen te vormen in een bepaalde richting is een ge neratie noodig, want om iets goed te doen moet men vader met liefde over de zaak hooren spreken. Wij hopen dan ook, dat uwe kinderen goede burger wachters zullen worden. Hierna werden de prijzen, bestaande uit kunstvoorwerpen uitgereikt. De volgorde is naar het hoogste aantal behaalde punten. 1. A. v. Remmen, 2. A. J. van Vliet, 3. A. v .d. Hoeven Jacz., 4. P. C. W. Molen kamp, 5. Th. van Gent, 6. Th. v. Es, 7. C. R. van Velzen, 8. A. Slingerland, 9. H. J. Varhmeyer, 10. C. Berg Pz., 11. Jac. Schuur, 12. L. A. Zandbergen, 13. N. van Rijt, 14. J. Q. Onderwater, 15. K. v. d. Vliet, 16. J. F. M. Varhmeyer, 17. G. Zwanenburg, 18. H. Oostdam, 19. P. Brouwer, 20. W. Zwet sloot, 21. C. J. v. Leeuwen, 22. Ant. Noord man, 23. F. Varhmeyer. De maximumprijs, een medaille, werd toegekend aan K. v. d. Vliet 2 x 50 (C. R. v. Velzen mehaalde 1 x 50). Aan het einde van de prijsuitreiking dankte de voorzitter den Commandant en de wedstrijd-commissie. Vervolgens kwam aan de orde: de groote burgerwachtsdag op 10 September in den Haag. Het bestuur heeft vastgesteld, dat er minstens een afvaardiging van 25 ledey moet zijn om met onze afdeeling deel te nemen. De kosten zijn 1.waarin de reiskosten en toegangsbiljetten zijn inbe grepen. Nadat het bestuur met gesloten deuren had vergaderd, was de gulden gedaald tot 50 ets, en liep de inschrijving reeds over de 25. Er bestaat nog tot hedenavond gele genheid tot inschrijving. Het spreekt vanzelf, dat velerlei bezwa ren overwonnen moesten worden. Het grootste bezwaar: hoe komen wij aan een plaatsvervanger-melker werd ondervangen met de dienstorder, luidende: ingeval de Burgerwachters tot daadwerkelijke dienst worden opgeroepen zullen de dames-leden de economische diensten vervullen. Dus: op 10 September rekent de Burger wacht op de dames-leden voor de taak van hulp-melkster. De commandant stelde voorts als strenge eisch, dat alle deelnemers aan de demon stratie de oefeningen en exercitiën zullen volgen die daartoe nog zullen voorafgaan. Bij de rondvraag werden de huishoudelij ke en dienstbelangen behandeld. De com mandant gaf een uitgebreid overzicht over de te houden sohietvaardigheidsproeven. Bij de beoordeeling van degenen, die daar toe kans van slagen hebben, noemde de commandant degenen die daartoe wel kans hebben. Hierbij ontstond een groot mee- ningeverschil, maar de commandant hield voet bij stuk, dat de dienstorders en de voorschriften vooral bij de behandeling van de vuurwapens streng moeten nagekomen worden. Hierbij wees de commandant op de gevaren, de verantwoordelijkheid en bo venal op de waarde van de daardoor ver kregen eigenschappen tot goede gevechts positie. Na verschillende mededeelingen omtrent de kader-cursus en algemeene dienstbelan gen sloot de voorzitter de vergadering met een dankwoord voor de goede opkomst en prettige wijze van vergaderen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 7