NIEUWS WOENSDAG 31 JULI 1935 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 IETS WARMER. DE BILT SEINT: Zwake tot matige wind uit Noordelijke richtingen, gedeeltelijk bewolkt, weinig of geen regen, iets warmer. Hoogste barometerst.: 768.2 te Croydon. Laagste barometerst.: 749.3 te Helsingfors. De depressie in het Westen vult meer en meer op, waardoor het luchtdrukverval geleidelijk kleiner wordt en de storm be daard. Noord Duitschland en ons land zijn nog bedekt met een uitgebreid wolkendek, waaruit hier en daar een weinig regen valt. In Zwitserland en Frankrijk en in Enge land en Schotland is de lucht bewolkt, met zwakke winden en lage ocntendtempe- raturen. Ook langs de Noorsche kust begint het op te klaren. De hooge druk wordt aan de Westzijde aangetast door secundairen van het gebied van lagen luchtdruk, dat steeds langs den Poolcirkel stationnair blijft De vlakke depressie in de Golf van Genua blijft eveneens stationnair. Het is te ver wachten, dat het wolkendek over Centraal Europa spoedig zal breken en dat het weer zonniger zal worden met hooge temperatu ren overdag. LUCHTTEMPERATUUR. 15.4 gr. C. WATERTEMPERATUUR. Zweminrichting „De Zijl" 18 gr. C. Zweminrichting Poelmeer 18 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS cjl Van Woensdagnamiddag 9.25 uur tot Donderdagmorgen 4.49 uur. HOOG WATER. Te Katwijken: op Donderdag 1 Aug.: v.m. 4.45 uur en nam. 4.59 uur. R-K. Staatspartij en anderen niet de aan geboden portefeuille van Defensie heeft willen aanvaardent mag oi. worden afge leid, dat Colijn hem niet had voorgelegd een program van het nieuwe Ministerie, waarop de heer Geseling meende, de R.K. Staatspartij in mindere of meerdere mate te kunnen binden, wat door zijn toetreden feitelijk zou zijn geschied. Dit van den eenen kant. Van den anderen kant mag zeker ook nog niet met beslistheid worden beweerd, dat het nieuwe Ministerie niet het door prof. Aalberse in de Kamerzitting van ver leden week Dinsdag ontworpen program als nieuw richtsnoer voor zijn handelen wil nemen, zij 't dan ook gedeeltelijk; waar ge- wenscht, afwijkende van de tot nu toe ge volgde oeconomische politiek. Er zijn teekenen, die er op schijnen te wijzen, dat Colijn in die richting wil gaan. En nu zien wij niet op de eerste plaats een aanwijzing daarvoor in het feit, dat de premier het aantal Katholieke Ministers wil brengen van 3 (van de 10) op 4 (van de 11) en, naar is gebleken, daarvoor zoekt naar een politiek vooraanstaande en leiding gevende persoonlijkheid. In dit feit, hoewel zeker niet zonder belang, zien wij niet op de eerste plaats een aanwijzing voor een koerswending van Colijn naar de Katholie ken, naar het program der Tweede-Kamer fractie van de RIK. Staatspartij. Een meer zeggende aanwijzing ligt voor ons in het feit, dat er in het nieuwe Kabinet twee Katholieke Ministers van Economische Zaken zuilen zijn in plaats van één! Landboujv en Visscherij zijn weggeno men van den Katholieken Minister Galis sen en gebracht op een nieuw departement onder leiding van den (daarvoor door zijn antecedenten aangewezen) Katholieken Mi nister Deckers. Alles te zamen genomen: De houding der R.K. Staatspartij kan momenteel geen andere zijn, dan een afwachtende. Minister Deckers Minister Deckers, die sinds 1929 de por tefeuille van de fensie beheert, is op het ge bied van den landbouw, welke portefeuille opnieuw, geschapen wordt, een bekend fi guur. Zijn prcfefschrift aan de Leuvensche uni versiteit luidde: De landbouwers van den N. Rrab. Zandgrond. Bijdrage tot de ken nis der maatsch. en oec. ontwikkeling van den Ned. Boerenstand in de 19e en 20e eeuw. Hij is voorts hoofddirecteur geweest van de Coöp. Centrale Boerenleenbank te Eind hoven en secretaris van den R. K. Ned. Boeren- en Tuindersbond. Hij was lector in de sociale wetgeving aan de R. K. Han- delshoogeschool te Tilburg, lid van de cen trale commissie voor de statistiek, lid van den Hoogen Raad van Arbeid en voorzitter van de centrale commissie voor ruilverka veling. Van 1928 tot 1929 (ruim een jaar) was de nieuwe Landbouw-minister voorzitter van den Dioc. Land- en- Tuinbouw- bond in het Bisdom Haarlem. Bij zijn benoeming tot Minister van De fensie werd Z.Exc. benoemd tot eere-lid van den Bond, in welke hoedanigheid hij verschillende malen de algemeene verga deringen bijwoonde en de leden toesprak. De benoeming van dr. Deckers tot Mi nister van Landbouw zal door boeren en tuinders met algemeene sympathie en met groot vertrouwen worden begroet. De wed er-instelling van een departement voor den Landbouw is de vervulling van een langgekoesterde en veel-geuite wensch. Dat als eerste Minister van het herstelde departement dr. Deckers optreedt, zal in de kringen van land- en tuinbouw de ge ruststellende zekerheid geven, dat bij de behartiging van hun belangen een man aan 't roer staat, die volkomen op de hoogte is van hetgeen er bij boeren en tuinders aan verwachtingen en.teleurstellingen leeft. Een man ook, die getoond heeft, doortas tend te kunnen optreden. De positie van een Minister van Landbouw is in dezen tijd een bijzonder moeilijke en bijzonder on dankbare. Eén „zachte heelmeester" kan en zal Minister Deckers niet zijn. Bij alle nog te nemen maatregelen, hoe pijnlijk deze de betrokken bedrijven ook zouden blijken, moge de persoon van dr. Deckers tot on derpand zijn, dat het belang van boeren en tuinders dergelijke ingrijpende maatregelen gebiedend eischt en dat deze crisis-regelin gen met vakkundig inzicht en begrip zul len worden ten uitvoer gebracht. Aan het hoofd van het nieuwe departement van Landbouw is de rechte jnan" geplaatst, een man van ongerepte eerlijkheid, groote be kwaamheid en warme belangstelling in de nooden en verlangens van den land- en tuinbouw. Minister Slingenberg Mr. M. Slingenberg, die zal optreden als minister van sociale zaken, werd 21 Octo ber 1881 te Beerta geboren. Hij bezocht het gymnasium te Winschoten en studeerde aan de universiteit te Groningen in de rechten; hij promoveerde daar op stellingen, toen hij 23 jaar oud was. Daarna wendde hij zich tot de studie van het notariaat en legde bin nen twee jaar daarvoor de examens af; hij verkreeg toen de bevoegdheid van candi- daat-notaris. Toen vestigde de heer Slingenberg zich te Haarlem, op het kantoor van mr. P. Tjeenk- Willink. Hij nam in Haarlem al spoedig deel aan het openbare leven. In Augustus 1910 werd hij gekozen tot lid der Provin ciale Staten van Noord-Holland. Hij was secretaris van het scheidsgerecht van de Algemeene Vereeniging voor bloem bollencultuur. Toen hij evenwél op 13 April 1916 be noemd werd tot lid van Ged. Staten van Noord-Holland, was hij verplicht af te tre den als raadslid van Haarlem en te bedan ken voor verscheidene functies. In 1919 werd de heer Slingenberg niet als lid van Ged. Staten van Noord-Holland her kozen. In dat jaar brachten de Haarlemsche kiezers hem weder in den raad. Nog in het zelfde jaar werd mr. Slingenberg als wet houder gekozen. Hij heeft eerst de porte feuille van openbare werken gehad en daar na, na het vertrek van mr. Bomans, heeft hij „financiën" beheerd. In 1920 werd hij tot lid van de Eerste Kamer gekozen voor Zuid-Holland. In 1931 werd hij door de groep Noord-Holland van den Vrij z.-demoeratischen Bond candidaat gesteld voor de Prov. Staten van Noord- Holland en tot lid gekozen. In 1934 werd mr. Slingenberg voor de tweede maal geko zen in het college van Ged. Staten van Noord-HoHand; ditmaal in de vacature- Kooiman. Mr. GOSELING WIJST EEN PORTEFEUILLE AF. Het is bekend, dat de formateur gister ochtend een lang onderhoud had met mr. C. Goseling, ondervoorzitter der Katho lieke fractie van de Tweede Kamer. Naar wij vernamen, heeft dr. Colijn in dat on derhoud aan mr. Goseling de portefeuille van Defensie aangeboden. Er schijnt ook sprake te zijn geweest van de portefeuille van Justitie. Mr. Goseling, die reserve-kapitein van de artillerie is, heeft tijdens dit onderhoud de portefeuille van Defensie niet aan vaard. De portefeuille van Justitie is geen prac- tische aangelegenheid geweest, daar mr. Van Schaik niet bereid was, zooals geop perd schijnt te zijn, de portefeuille van So ciale Zaken over te nemen van prof. Slo- temaker de Bruine. In den namiddag heeft mr. Goseling we derom met dr. Colijn alsmede met de mi nisters Gelissen en Deckers geconfereerd. De formateur heeft aan mr. Goseling toen wederom de portefeuille van Defensie aan geboden. Mr. Goseling heeft daarop het bestuur der Katholieke Partij en eenige andere heeren bijeen geroepen. Unaniem was men van oordeel, dat het aanbod van een mi nister-portefeuille niet aanvaard kon wor den. Men achtte in de gegeven omstan digheden zulk een aanvaarding door den voorzitter van de Katholieke Partij niet mogelijk en was na lang beraad van oor deel, dat daarvoor geen voldoende grond slag van vertrouwen tusschen de Katholie ke fractie en het Kabinet bestond. Van een en ander is mededeeling ge daan aan den formateur. „Msbd." HOE IS NU HET VERDERE VERLOOP? Men vraagt zich af, hoe nu het verder verloop der zaken zijn, schrijft de „Msbd." en het blad antwoordt hierop: „Normaal is. dat een nieuw Kabinet zich voorstelt aan de Kamer, dat het dan een verklaring aflegt, dat de Kamer daarover met het Kabinet van gedachten wisselt en, zoo zij ddt noodig acht, per motie haar oor deel uitspreekt. Wij vernemen echter, dat het de bedoe ling van het nieuwe Kabinet zou zijn, zulk een ontmoeting voorloopig te vermijden. Weliswaar zal het dan ook de behandeling van het Bezuinigings-ontwerp tot Septem ber uitstellen, maar men schijnt te hopen dat intusschen de sfeer is opgeklaard. Of men hierbij ook aan het Vaste Lasten- ontwerp heeft gedacht, is ons niet bekend. Een nieuw departement kan de Kroon instellen en het schijnt dat het Kabinet meent, dit te kunnen opbouwen binnen het reeds door de Kamer toegestane budget. Het Kabinet schijnt er ook op te reke nen, dat, zoo de Kamer toch tusschentijds wordt bijeen geroepen hetgeen op ver zoek van tien leden kan geschieden een dan eventueel ingediende motie van wan trouwen öf door de meerderheid zal wor den afgestemd óf dat de stemming daar over zal worden verdaagd. De Kabinetsformateur schijnt er op te rekenen, dat zijn nieuwe ministerie, nog versterkt door een katholiek (Defensie is nog onbezet) alsmede door zijn practische daden, inmiddels het vertrouwen van de meerderheid der Kamer kan herwinnen. Dr. Colijn meent, dat hij door het vra gen van een leidend katholiek politicus reeds bij voorbaat getoond heeft, zoo ver mogelijk toenadering tot de Katholieke fractie te willen. Intusschen schijnt, zooals gezegd, de lei ding der R.K. Staatspartij van meening, dat het geschokte vertrouwen nog niet her steld is". HOE STAAT DE R. K. STAATSPARTIJ TEGENOVER HET NIEUWE MINISTERIE? De Maasbode schrijft: „Het bericht, dat dr. Colijn de opdracht, welke H. M. de Koningin hem heeft ge geven tot de vorming van een extra parle mentair kabinet van breede samenstelling heeft aanvaard, zal door velen in den lande met een gevoel van opluchting zijn ontvan gen. En dat is begrijpelijk. Want een kabinets crisis in tijden als deze, moet maar liefst zoo spoedig mogelijk zijn opgelost. Daarom ook heeft H. M. de Koningin zoowel bij prof. Aalberse als bij dr. Colijn aangedrongen op den grootst mogelijken spoed. Er staan te veel en te groote be langen op het spel bij een lang traineeren van een kabinetscrisis in de huidige om standigheden. Dit hebben ook de beide uitgenoodigde formateurs blijkens den spoed, dien zij ach ter het werk hebben gezet, volkomen be grepen. Bracht Prof. Aalberse binnen twee dagen nadat hem de opdracht was ver leend, rapport uit aan H.M., dr. Colijn heeft niet voor hem willen onderdoen en als men het aantal uren, dat zij beiden noodig heb ben gehad, gaat tellen, dan ontloopen zij elkaar niet veel. Zoojuist vernemen wij de samenstelling van het nieuwe kabinet. Hieruit blijkt, dat er in vergelijking met het vorige, althans wat de personen betreft, weinig verande ring is gekomen. Alleen de heer Slingenberg is er voor loopig als nieuw lid in opgenomen. Formeel is met dit nieuwe Kabinet de crisis opgelost, maar er bestaat toch ook altijd nog zooiets aLs een verklaring van prof. Aalberse namens de geheele Katho lieke fractie in de Tweede Kamer afgelegd, omtrent het algemeen regeeringsbeleid van de heeren, die nu weer met de grootst mo gelijke meerderheid het nieuwe Kabinet zullen vormen. Zal dit gereconstrueerde kabinet nu met een program komen, dat de katholieken kan bevredigen? Zal dat program er zoo veel anders uitzien dan dat van op een na dezelfde ministers der vorige regeering? Het is bekend, dat dr. Colijn besprekin gen heeft gevoerd met den voorzitter der Kath. Kamerfractie. Na deze conferentie hebben wij al zitten uitzien naar het oogen- •blik, dat prof. Aalberse zijn fractiegenooten zou bijeenroepen om met hen de voorstel len van den formateur te bespreken. Maar dat oogenblik is niet gekomen. Vond prof. Aalberse dan misschien in de gevoerde besprekingen met dr. Colijn geen voldoende grond om nader met zijn fractie te overleggen? Als dit inderdaad zoo is, dan vreezen wij, dat er van de zijde van dr. Co lijn weinig tegemoetkoming is betoond aan de bezwaren der Kath. Kamerfractie en dat het program der nieuwe regeering niet veel van het thans demissionnaire Kabinet zal verschillen. Hoe dat in de Kamer zal moeten gaan? Wij weten het niet. Intusschen wij geven het toe zijn dit alles slechts gissingen en veronderstellingen, gebaseerd op vage en wellicht ook nog onvolledige gegevens, Laten wij hopen, dat het program van het Kabinet er zoo zal uitzien, dat de Kath. fractie aan de uitvoering ervan haar mede werking zal kunnen verleenen". VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Hedenmiddag komt de Volkenbondsraad bijeen ter bespreking van het Abessynische conflict. (2e blad). Nieuwe bepaling tegen de confessioneele Jeugdorganisaties in het Saargebied. (2de •blad). Amerika wenscht buiten eiken oorlog te blijven. (2de blad). BINNENLAND. De Kabinetscrisis opgelost. Een gere construeerd Kabinet-Colijn (1ste blad). STADS UIT DEN LEIDSCHEN RAAD. Het schijnt met den Leidschen Raad evenzoo gesteld te zijn als met den Vol kenbondsraad: wanneer zij bijeenkomen staan vaak de belangrijkste punten, waar over gesproken wordt, niet op de agenda. Dit was bij de jongste zitting van Maan dag jl. ook het geval; het belangrijkste punt werd besproken in een geheime zit ting. Wij zagen dat de heer van Ginkel, ge meentelijk commissaris van de L. Duinwa ter Mij, de geheime zitting gedeeltelijk bij woonde. Het moet wel een zeer gewichtige aangelegenheid gegolden hebben, daar de deuren gesloten bleven van 's middags half 4 tot kwart voor 6 en 's avonds werd door gegaan van 8 uur tot over half 10. Zoodoende bleef er voor de openbare zitting niet zoo heel veel tijd meer over. Vóór het begin van onze gedwongen journalistieke pauze gingen de meeste agenda-punten onbesproken onder de ha mer door. Bij het voorstel tot verlaging van de salarissen van het onderwijzend personeel bij de openbare bewaarscholen kwam evenwel een dergelijke oppositie aan alle kanten uit den raad los, dat wethou der Tepe het raadzaam oordeelde om zijn voorstel terug te nemen. Wanneer men hoort, dat re verlagingen van niet minder dan 26% bij waren, is het ook niet te ver wonderen, dat er oppositie kwam. Van sociaal-democratische zijnde kantte men zich vooral tegen het incidenteele van deze nieuwe verlaging, men zag de salarisrege ling van dit onderwijzend personeel liever behandeld in grooter verband tegelijk met de ambtenaren-salarissen. Hoe het zij, het voorstel werd teruggetrokken. Gelukkiger waren B. en W. met de ver dediging van hun afwijzend praeadvies op een verzoek van de Leidsche afd. van den R.K. Volksbond om verlaging van den abonnementsprijs van de radio-distributie. Voor het argument dat het bedrijf een ver laging niet kan dragen zonder mét verlies te gaan werken, terwijl een betrekkelijk royale reserveering juist noodig is om de vrij snelle ontwikkeling van de radio techniek bij te houden voor dit argu ment moest alles wijken. En men kan des te gereeder met het afwijzend praead vies meegaan, nu blijkt, dat consideratie wordt gebruikt met werkloozen, die moei lijkheden hebben met de betaling. Boven dien werd een verlaging der aansluitkosten in uitzicht gesteld. Dit vleugje van succes voor B. en W. was overigens het laatste, want op het punt van de voorgestelde ver laging der electriciteitstarieven leed het college weer de nederlaag. Zooals men zich herinneren zal, had de Raad in April j.l. reeds een voorstelde Reede aangenomen om over te gaan tot een tariefsverlaging tot een bedrag van onge veer 100.000, te vinden uit een vermin derde storting in het vernieuwingsfonds. De wijze van verlaging was in het midden gelaten; slechts was er een voorstelScho neveld, v. Rosmalen en Lombert, om deze verlaging toe te passen in den vorm van een terugbrenging van het enkeltarief van 20 ct. tot 18 ct. per K. W. U. De commis sarissen van de Lichtfabrieken waren op dit punt verdeeld. Een minderheid was het met dit voorstelSchoneveld es. eens de meerderheid echter gaf de voorkeur aan een verlaging van het z.g. vastrecht tarief. Dezelfde scheidingslijn trof men men in den Raad ook aan, maar met dit groote verschil, dat de meerderheid van den Raad vóór verlaging van het enkelta rief was, en een minderheid voor vast rechtverlaging. Vooral de heer Eikerbout, die in den nieuwen raad niet meer zal te- rugkeeren en die dus z'n zwanenzang hield (tenzij hij dit alsnog gelieft te doen in de laatste zitting in Augustus), gaf zich veel moeite om een verlaging van het vast recht er door te krijgen. Hij had vele cij fers naarstig verzameld en propageerde met veel gloed van overtuiging de voor- deelen van het woonhuistarief. De C.H. heer Wilbrink noemde hem echter een „slecht rekenaar" en hij had in zooverre gelijk, dat de heer Eikerbout slechts even de neuzen had behoeven te tellen van de genen, die zich voorstanders van het voor stelSchoneveld hadden verklaard, om na te rekenen, dat zijn moeite vruchteloos was. Het voorstelSchoneveld kwam er met vlag en wimpel, ondanks alle vertoogen van wethouder Goslinga, dat men de be langen der Lichtfabrieken ook niet uit het oog mocht verliezen. Bij verlaging van het vastrecht-tarief speculeerde men er n.l. op, dat daardoor het verbruik gestimuleerd zou worden. De meerderheid van den Raad evenwel meende de oorspronkelijke bedoe ling van het raadsbesluit van April j.l. niet AGENDA LEIDEN. Donderdag. R. K. Reclasseeringsveree na ging. Zitting in het gebouw der St. Vincen/tius-Vereeniging, Hoogland- sche Kerkgracht 32, 89 uur. Vrijdag. Ledenvergadering „St. Raphaël", Bondsgebouw, 8 uur. De avond, nacht- en Zondagsdienst der apotheken wordt van Maandag 29 Juli tot en met Zondag 4 Aug. waargeno men door apotheek M. Boekwijt, Visch- markt 4, Tel. 552. Voor Oegstgeest neemt waar: C. van Zijp, Wilhelminapark 8, TeL 274. uit het oog te moeten verliezen en dat was ongetwijfeld, om de lasten van de minst- draagkrachtigen te helpen verlichten. En bij deze doelstelling is er geen plaats voor een speculatie op verbruikstoeneming; hier denkt men er slechts aan, hoe tegemoet te komen aan hen, die tot eiken prijs bezui nigen moeten. Bovendien bereikt men het enkel-tarief verlaging tweemaal zooveel aangeslotenen als met vastrecht-verlaging; waaronder de laagste verbruikers. De aanneming van het voorstelSchone veld lijkt ons danook consequent na het raadsbesluit van April,' al moet worden toe gegeven, dat het voorstel van B. en W. meer in het belang der Lichtfabrieken was en ook vele verbruikers ten goede zou zijn ge komen, omdat het een sterke stimulans zou zijn geweest om zich aan te sluiten bij het woonhuis-tarief. Mr. H. G. P. A. VAN AGGELEN. Zilveren jubileum als gemeente-ambtenaar Morgen viert een zeer verdienstelijk ambtenaar onzer gemeente, de heer v. Aggelen, directeur van de Gemeentelijke Hulpbank, zijn zilveren jubileum als ge meente- amib tenaar. De heer Van Aggelen kwam in 1910 als klerk aan de Bank van Leen ing, werd op 1 Augustus 1920 benoemd als boekhouder en op 21 Februari 1927 als Directeur der Ge meentelijke Hulpbank (Gemeentelijke Bank van Leening en Geldsohietbank). Hoofdzakelijk onder zijn leiding werd het werk der Bank geheel gereorganiseerd. De pandenbeleening verminderde sterk, terwijl daarentegen de af deeling Geldlee- ningen en voorschotten op pensioenen sterk toenam. Een meer moderne en betere wijze van credietvoorziening in het volkscrediet- wezen trad gedeeltelijk voor de pandenbe leening in de plaats. In de „Leidsche Cou rant" van 1 Maart j.L hebben wij dat reeds uitvoerig uiteengezet De heer Van Aggelen had of heeft ver der zitting in tal van plaatselijke of lande lijke vereenigingen op sociaal terrein, waarvan wij de voornaamste hier laten volgen: Lid van de Commissie van Advies en Bij stand (Par. 5 der Geldschieterswet), Op- richter-secretaris van de Stichting Leddsch Borgstellingsfonds, welk fonds in vele plaatsen navolging vindt. Mede-oprichter van het dezer dagen tot stand gekomen Rijnlandsch Borgstellingsfonds voor den kleinen middenstand. 2e Secretaris van de afdeeling Leiden van het Nationaal Crisis comité. Bestuurslid van den Leidschen Ar menraad en van verschillende vereenigin gen op kerkelijk gebied. Mede-oprichter secretaris van de Nederlandsche Vereeni ging voor Volkscredietwezen en Woekerbe strijding. Medewerker van het tijdschrift voor Armwezen. Maatschappelijk Hulp en Kinderbescherming. Schrijver van tal van artikelen op het gebied van de woekerbe strijding en diaconale armenzorg, terwijl van zijn hand verschenen het in 1929 door den Armenraad uitgegeven rapport „De woeker in het volkscredietwezen" en de door de Ned. Ver voor volkscredietwezen en woekerbestrijding uitgegeven brochure „Positieve Woekerbestrijding in Neder land". De heer Van Aggelen hield verder in ons land tal van lezingen betreffende het volks credietwezen en de woekerbestrijding (ook voor de radio), terwijl het door hem in het leven geroepen Leidsch Borgstellingsfonds en Rijnlandsch Borgstellingsfonds, allerwe- ge den aandacht trekken en worden nage volgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 2