ZAL ER EEN KABINETSCRISIS KOMEN?
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
Beraadslagingen over Bezuinigingsontwerp geschorst
26ste Jaargang
WOENSDAG 7A JULI 1935
No. 8173
S)e £aictoelic0oii/fca/nt
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post S 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 t
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: 0.50
Een conflict tusschen Regeering en Kamer, zonder
dat er een stemming heeft plaats gehad
Er was geweldige belangstelling voor de
beraadslagingen van gisteren. De tribunes
van de Tweede Kamer waren overvol; en
buiten op het Binnenhof stond een groote
menigte te wachten en te turen om iets te
kunnen opvangen van hetgeen in 's lands
vergaderzaal werd besproken en zou wor
den besloten.
Degenen die verwacht hadden, dat de
leider der Katholieke fractie onmiddellijk
het woord zou nemen, kwamen bedrogen
uit. Eerst kregen we nog den heer Wes
terman (N. H.) te hooren, die trachtte
waar te maken, dat de opleving in Zweden
voor het grootste deel aan export ten bate
van de wapenindustrie was te danken. Hij
werd op dit punt met de cijfers in de hand
door den heer A1 b a r d a (STAT.) weer
legd. De socialistische leider hield daarna
een vrij uitvoerige beschouwing, waarin
hij afwees de bewering van dr. Colijn, als
zou de op hem gerichte critiek van per
soonlijken en denigreerenden aard zijn.
Het gaat tusschen de sociaal-democratische
fractie en de Regeerine louter en alleen
om een zakelijk meeningsverschil ten aan
zien van de te volgen politiek. De ervaring
in Zweden had bewezen, dat het stimulee-
ren der koopkracht tot zeer groote resul
taten had geleid; terwijl hier te lande de
inzinking steeds verder gaat en het met
den dag duidelijker wordt, dat de Regee
ring haar doel niet zal bereiken. Verande
ringen in de Regeeringspolitiek zijn niet
te verwachten; en, als straks de katholieke
fractie aan de regeering haar steun zou
geven zou zij voor deze politiek ten volle
medeverantwoordelijk zijn. Dan zal echter
de strijd pas begonnen zijn; want de so
ciaal-democraten zullen zich tot het volk
wenden en hun vertrouwen in de moge
lijkheid eener betere politiek niet verlie
zen.
Naar den heer Ver voorn (PLB.), die
daarna aan het woord kwam, luisterde
niemand.
Met meer spanning werd de rede van
den heer De Geer (C. H.) verwacht;
deze beperkte zich echter tot de behande
ling van twee hoofdpunten ten eerste: dat
er in het wetsontwerp zelf geen enkele
reden was te vinden om het te verwerpen,
aangezien een ieder bezuiniging wilde en
op de nog in het wetsontwerp overgeble
ven punten geen verzet van beteekenis
was gerezen; ten tweede de kwestie con
sequente deflatie of devaluatie. Ten aanzien
hiervan had spreker niets anders gezegd
dan dat hij, als hij moest kiezen tusschen
deze twee, hij aan devaluatie de voorkeur
zou geven. Hij hoopte echter niet voor die
keuze gesteld te worden. Vervolgens be
streed de heer de Geer nog uitvoerig de
verlaging der vaste lasten.
Nadat de heer Kersten (S. G.) zijn
gewone phillippica tegen het Kabinet had
gericht weike echter eindigde mei de ver
klaring, dat hij voor het wetsontwerp zou
stemmen, kwam eindelijk de heer A a 1-
berse (R. K.) aan het woord.
Onmiddellijk viel er doodsche stilte m
de Kamer; en alle gezichten spanden zich
in aandachtig luisteren. De heer Aalberse
begon met zich te verzetten tegen de wijze,
waarop de Minister-President in behoor
lijke vorm uitgeoefende critiek had afge
wezen. Het zoo voor te stellen alsof tegen
de Ministers zou zijn gezegd, dat zij geen
begrip van de zaak hadden, is volkomen
onjuist. Spreker erkent de bekwaamheid
en heeft alle respect voor de inzichten en
de ontzaglijke werkkracht van Dr. Colijn.
Maar het is toch geen onduldbare aanma
tiging als wij, die ook 40 jaren economi
sche studie achter den rug hebben, met
hem van meening verschillen. Spreker
toont dan aan, dat Minister Colijn op ver
schillende punten, welke hij eerst krachtig
bestreed, de inzichten der katholieke frac
tie heeft overgenomen.
Alvorens op het tweede punt, waartegen
hij groote bezwaren had, neer te komen,
verzocht spreker nadere inlichtingen om
trent de vraag, of Minister Steenberghe
Het wetsontwerp tot verlaging van de vaste
lasten voldoende had geacht om het be
drijfsleven te helpen.
Wat aangaat de stemming over het be
zuinigingsontwerp en dat ten aanzien van
de vaste lasten, wilde spreker niet verder
aandringen op uitstel van de eerste stem
ming, ofschoon z.i. daarvoor zeer goede re
denen bestonden. Als deze twee wetsont
werpen geen verband hielden met elkaar,
waarom was dan oorspronkelijk het vaste
lastenontwerp in het bezuinigingsontwerp
opgenomen?
Komende tot zijn tweede groote bezwaar
zette Mr. Aalberse uiteen, dat de voorzit
ter van den Ministerraad op verschillende
punten het door spreker gezegde verkeerd
had weergegeven, en dan tegen deze ver
keerd weergegeven woorden had gepole
miseerd.
Het slot van de rede van den Minister-
President was merkwaardig geweest; het
was een slot van buitenlandsche allure.
Niet alleen aanvaarding van het bezuini
gingsontwerp was daarin geëischt; maar
ook een votum van vertrouwen. Spreker
betwijfelt of het goed is dit novum, waar
van in het buitenland veel misbruik wordt
gemaakt, hier in te voeren. Waarom was
overigens speciaal aan de katholieke frac
tie dit vertrouwen gevraagd? Waarom niet
aan de vrijzinnig-democratische, welke nog
pas het Regeeringsbeleid had afgekeurd
door tegen de begrooting van defensie te
stemmen? Waarom niet tot de christelijk-
historische, die nog pas had te kennen ge
geven niet voor het vastelasten-ontwerp te
zullen stemmen?
Nu zij daar echter op deze wijze was ge
sommeerd, zou het van de katholieke frac
tie een lafheid zijn een antwoord te willen
ontgaan.
Het eenstemmig antwoord der Katholieke
fractie, in enkele stellingen samengevat,
luidt als volgt:
1. Evenwicht in de Rijksbegrooting
kan alleen dan werkelijk worden be
reikt, wanneer voor het bedrijfsleven
door maatregelen van wetgeving en
bestuur de weg, zoover als maar mo
gelijk is, wordt vrijgemaakt, om op
rendabele basis aan het economisch
verkeer deel te nemen.
2. Alleen door aldus de mogelijkheid
te scheppen tot gezondmaking van het
bedrijfsleven kan ook de toenemende
werkloosheid worden gestuit, en werk-
behoud en werkverruiming wezenlijk
worden bevorderd, waarbij niet slechts
economische, maar vooral ook groote
zedelijke goederen van het volk op
het spel staan.
3. In een krachtdadig streven om
het aldus omschreven doel te bereiken,
zou doelmatig passen een complex van
sluitende maatregelen, waardoor over
de geheele lijn kosten en prijzen, zoo
ver en zoo spoedig als mogelijk is,
worden gebracht op een niveau, waar
op de mogelijkheid tot deelneming
aan het economisch verkeer nationaal
en internationaal, kan worden behou
den, en die deelneming daadwerkelijk
wordt gestimuleerd.
4. Het Kabinet heeft de tot standko-
ming van zulk een complex van maat
regelen tot dusver niet bevorderd,
wijst het ook thans af, en gaat voort
op den weg van reguleer end ingrijpen
in het aanpassingsproces, deels rem
mend, deels stimuleerend.
5. Door deze houding van het Kabi
net wordt eenerzijds de mogelijkheid
steeds kleiner om door middel van een
complex van sluitende maatregelen
verlichting te brengen voor staats- en
volkshuishouding, terwijl anderzijds
de drang steeds krachtiger zal worden
naar maatregelen op monetair gebied
als hulpmiddel in het noodzakelijke
aanpassingsproces.
6. Daarom kunnen noch het streven
van het kabinet om door op zichzelf on
ontbeerlijke verlaging van de openbare
uitgaven evenwicht in de Rijsbegroo-
ting te bereiken, noch de voornemens
ten aanzien van verder doorgevoerde
industrialisatie, hoe noodzakelijk deze
op zichzelf ook zij, gedragen worden
door een geloof en vertrouwen, als
thans door het Kabinet van ons ge
vraagd.
De practische conclusie hieruit is
deze: dat wanneer de door de Regee
ring gevraagde motie van vertrouwen
m het algemeen regeerbeleid waar
van dat op sociaal en economisch ge
bied thans 't voornaamste onderdeel is
wordt voorgesteld en in stemming
gebracht, wij daaraan onze stem niet
zullen kunnen geven.
Na deze zeer duidelijke verklaring had
den de redevoeringen van de overige spre
kers nog maar weinig belangstelling. In
het begin was er zelfs zulk een beweging,
dat de heer B i e r e m a (V. B.) zich niet
verstaanbaar kon maken. Ook naar de hee-
ren S n e e v Ti e t (R. S.) en Van Hou
ten (C. D.) werd nauwelijks geluisterd.
De aandacht vlamde nog even op toen de
heer Joekes (V. D.) trachtte te betoo-
gen, dat een beslissing over het economisch
beleid der Regeering niet nu doch bij de
behandeling van het vaste lastenontwerp
diende te vallen en toen de heer Schou
ten (A. R.) met een beroep op de geeste
lijke waarden een breuk tusschen de
rechterzijde trachtte te voorkomen. Aan de
Ministerstafel en in de zaal werd druk ge
confereerd; het scheen zelfs, dat de anti
revolutionaire en christelijk-historische
fracties in spoedvergadering bijeenkwamen.
Nadat de heer D e V i s s e r (C. P.) nog een
lachsuccesje had geoogst verdaagde de
Voorzitter de vergadering tot 's avonds
9 uur.
TWEEDE KAMER UITEENGEGAAN NA
VERKLARING VAN DR. COLIJN.
Advies van de Kroon over den politieken
toestand.
BERAADSLAGING OVER DE
BEZUINIGING GESCHORST.
Gisteravond, onmiddellijk na de herope
ning van de zitting der Tweede Kamer,
kreeg de minister-president, dr. H. Colijn,
heit woord tot het voorlezen van de volgen
de verklaring:
De afgevaardigde Aalberse heeft heden
middag aan het slot van zijn rede namens
de geheele R. K. Kamerfractie de verkla
ring afgelegd, dat, indien een motie van
vertrouwen in het algemeene regeeringsbe
leid, waarvan dat op sociaal en economisch
gebied thans het voornaamste onderdeel is,
wordt voorgesteld en in stemming gebracht,
de geheele katholieke fractie daaraan haar
stem zou onthouden.
Hoewel zulk een motie niet ingediend is
en daarover dus ook geen stemming moge
lijk is, beteekent deze verklaring der
Roomsch-Katholieken een ondubbelzinnige
veroordeeling van het algemeene regee
ringsbeleid en met name van het beleid op
sociaal en economisch gebied.
Een soortgelijke verklaring is afgelegd
geworden door de sociaal-democratische en
communistische Kamerfractie (beweging),
eveneens door een paar op zichzelf staan
de leden der Kamer.
Waar aldus de meerderheid der
Kamer blijk heeft gegeven van afkeu
ring van het algemeen beleid der re
geering, van welk beleid het in be
handeling zijnde ontwerp slechts een
onderdeel uitmaakt, is het kabinet tot
het besluit gekomen, dat het thans
gewenscht is, schorsing van behandeling
van het wetsontwerp tot verlaging der
openbare uitgaven te verzoeken, opdat
het zich kan heraden over den nieuw
ingetreden toestand, teneinde de Kroon
hieromtrent van advies te kunnen
dienen.
Op voorstel van den voorzitter werd be
sloten aan het verzoek om schorsing der
beraadslagingen te voldoen.
De wetsontwerpen, die voor de vergade
ring van heden op de agenda waren ge
plaatst, werden afgevoerd.
Daarna ging de Kamer tot nadere bij
eenroeping uiteen.
De korte zitting, die zoowel in het Ka
mergebouw als op het Binnenhof groote
belangstelling had getrokken, heeft slechts
ongeveer drie minuten geduurd.
Bij het verlaten van het Kamergebouw
was de minister-president het voorwerp
van verschillende demonstratisEr werd
„Leve Colijn" geroepen. De heer Colijn-
wuifde de wachtende menigte toe, alvorens
in- zijn auto te stappen.
KABINET IS NIET DEMISSIONNAIR.
Eerst moet het beraad tot een beslissing
geleid hebben.
PARAAT VOOR DE GULDEN.
De regeeringspersdienst deelt het volgen
de mede:
Naar aanleiding van de verklaring,
door minister Colijn gisteravond na
mens het kabinet in de Tweede Kamer
afgelegd, wordt er, ter voorkoming van
alle misverstand, de aandacht op geves
tigd, dat het kabinet niet als demis-
sionnair beschouwd mag worden.
Het kabinet kan pas demissionnadr ge
noemd worden, wanneer het beraad, tot het
houden waarvan het op grond van de poli
tieke situatie aanleiding vindt, ertoe leidt,
dat het kiezende tusschen aftreden en Ka
merontbinding, aan de Koningin zijn ont
slag aanbiedt.
Het kabinet blijft in functie en er ver
andert, zoolang het zijn verantwoordelijk
heid draagt, niets aan het regeeringsbeleid.
Dit betreft ook het regeeringsbeleid ten
aanzien van onze munt. Ook te dezen aan
zien blijft het kabinet-Colijn op zijn post
en met betrekking tot het vraagstuk der
devaluatie huldigt het onveranderd het af
wijzend standpunt, door den voorzitter van
de ministerraad en den minister van Finan
ciën Vrijdag j.l. uiteengezet.
Hieruit kan tevens worden afgeleid, dat
het kabinet zoo noodig zonder verwijl de
krachtigste maatregelen zal nemen om de
gulden tegen directe of indirecte aanvallen,
in welke vorm dan ook, te beschermen.
Ned.
Bank verhoogt
disconto.
Met 2% over de heele linie.
De Nederl. Bank verhoogt met ingang
van 25 Juli haar tarieven over de geheele
linie met 2 pet. Het wisseldisconto zal der
halve 5 pet. bedragen.
Deze maatregel wordt, zooals bekend,
door de Ned. Bank genomen om de gul
den op peil te houden.
Verhooging van het disconto heeft n.l.
tot gevolg, dat de beleeningen worden in
gekrompen en de geldcirculatie derhalve
minder ruim wordt. Hetgeen weer tot
gevolg heeft, dat het geld duur wordt.
Verder is daarvan het gevolg, dat minder
goud naar het buitenland afvloeit, en dis
conto-verhooging dus mede dient om de
goudvoorraad op peil te houden. Uit de
zen maatregel blijkt dus, dat de gulden
tot het laatst toe op z'n huidige goudpeil
gehandhaafd zal worden.
MINISTERRAAD.
Omtrent den hedenochtend gehouden Mi
nisterraad vernemen wij nader, dat deze
gewijd was aan een bespreking van de po
litieke situatie.
Voorts vernemen wij, dat de Minister-
President een onderhoud met H. M. de
Koningin heeft aangevraagd voor heden
middag.
Nader meldt men ons:
Htdenochtend is de Ministerraad in bui
tengewone zitting bijeengekomen om over
eenkomstig de gisterenavond door Minister
Colijn in de Tweede Kamer afgelegde ver
klaring, zich te beraden over de politieke
situatie.
Een definitieve beslissing over het aan
de Kroon uit te brengen advies wordt m
een morgenochtend te houden vergadering
van den Ministerraad genomen.
Ten aanzien van de zitting van den Mi
nisterraad van hedenochtend kan alleen
nog worde medegedeeld, dat daarin het Ka
binet opnieuw zijn wil heeft bevestigd om
zoo noodig met de krachtigste middelen op
te treden tot handhaving van den gaven
gulden.
VOORGESTELDE BEZUINIGINGEN
VOORLOOPIG TERUGGENOMEN.
Nu het bezuinigingsontwerp voor het
oogenblik niet verder behandeld wordt en
een spoedige hervatting van de behande
ling daarvan ook niet waarschijnlijk is,
zullen de begrootingen moeten worden in
gediend zonder rekening te houden met
het bezuinigingsontwerp, hetgeen betee
kent, dat de in verband daarmede in die
begrootingen reeds verwerkte bezuinigings
maatregelen zullen worden teruggenomen.
•.•Wat zal er nu gebeuren?
Een zeer merkwaardig conflict tusschen
Kamer en Kabinet is ontstaan.
De behandeling van het Bezuinigings
ontwerp, waaraan de geheele Katholieke
Tweede-Kamerfractie haar stem zou heb
ben gegeven, is op verzoek van Minister
Colijn geschorst, vanwege een bij de be
handeling van dit ontwerp door den voor
zitter dier fractie afgelegde verklaring.
Die verklaring was voor het Kabinet niet
aangenaam. Dat zal iedereen erkennen.
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER
BLADEN.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
De Volkenbondsraad zal worden bijeen
geroepen ter behandeling van het Abessy-
nische conflict. (2de blad).
Verschillende Katholieke organisaties in
Duitschland ontbonden. (2de blad).
BINNENLAND.
Tweede Kamer uiteengegaan op voorstel
van minister Colijn; deze zal aan de Kroon
advies uitbrengen over den politieken toe
stand. (1ste blad).
Publicatie van het resultaat van het on
derzoek naar de gestie van de NederL Var
kenscentrale. (2de blad).
Antwoord van minister Van Lidth de
Jeude op vragen inzake de veiligheid van
de luchtvaart; er komt een Raad voor de
Luchtvaart (2de blad).
Vergadering Prov. Staten van Zuid-Hol
land. (1ste blad).
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
De laatste dag der Kaagweek. De win
naars der hoofdprijzen. (3de blad).
De eerste dag der Vierdaagsche Afstands-
marschen. (3de blad).
Men kan óók van meening zijn, dat die ver
klaring in een anderen vorm had kunnen
gegoten zijn, waarbij zou zijn vermeden
een zoo positief en direct opzeggen van het
vertrouwen. Maar men moet toch, van den
anderen kant, indien men de loop van za
ken eerlijk wil bezien, toegeven, dat de heer
Colijn een dictatoriale houding had aange
nomen tegenover de Katholieke fractie, die
hij met de revolver op haar borst op de
knieën wilde dwingen, om zijn beleid goed
te keuren, en dat hij ads 't ware den voor
zitter dier fractie tot een dergelijke verkla
ring gedreven heeft.
En daarom getuigt het zeker van een
zijdigheid, en is het een symptoom van de
ophitsing tegen de Katholieke fractie, zoo
als men deze de laatste dagen in de liberale
pers aantreft, als het liberale „Vaderland"
schrijft:
Het is een onbetwistbaar feit, dat
alleen de houding van de Roomsch
Katholieke fractie tot dit conflict heeft
geleid.
In tusschen wij zijn het eens, volkomen
eens met hen, die van oordeel zijn, dat er
in feite een zeer moeilijke èn zeer onge-
wenschte politieke toestand is ingetreden.
Want: Wat moet er gebeuren?
Mogelijk is het, dat de Minister-President
aan H. M. de Koningin in overweging geeft,
tot Kamerontbinding over te gaan. Onder
de huidige omstandigheden moet echter
dit behoeft geen betoog! de kans op Ka
merontbinding zéér gering worden geacht.
De Minister-President kan aan H. M. de
Koningin het ontslag van de Ministers ver
zoeken en de Koningin kan deze ontslag
aanvrage aanvaarden. Maar zal er dan een
Kabinetsformateur- gevonden worden, die
in staat is, een regeering te vormen? Wij
zullen op deze vraag nu niet nader ingaan;
maar eenieder zal onmiddellijk inzien, dat
de formatie van een eensgezind en kracht
dadig Ministerie zeer en buitengewoon
moeilijk zal zijn.
H. M. kan ook weigeren, het gevraagde
ontslag te aanvaarden en den ministers ver
zoeken, aan het bewind te blijven. Wie
voorspelt, dat de gang van zaken aldus zal
zijn, zou wel 'ns in het gelijk gesteld kun
nen worden!
Met belangstelling zien wij tegemoet, wat
er de eerstvolgende dagen gebeuren zaL