NED. OOST INDIE BINNENLAND DINSDAG 23 JULI 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. - PAG. 7 OP DE VLUCHT VOOR DE WRAAK DER RIVIER-GODEN. De ©verstroomingen in China. Door zes uitgestrekte dijkbreuken in West-Sjantoeng baant het water van de Geile Rivier zich een nieuwe weg tusschen Tsinan en Jentsjau. Vijf millioen Chineezen vluchten voor „de wraak der riviergoden". De tot nu toe door de overstroomingen van den Jangtse en de Gele Rivier in China aangerichte schade wordt op honderd mil lioen dollar geschat De Hoangho, die in Tibet ontspringt, stroomt eerst door Kansoe en Binnen- Mongolië naar het noorden, om vervolgens door Sjansi en Sjensi naar het zuiden af te buigen en ten zuiden van Poetsj au haar weg naar zee in oostelijke richting voort te zetten. Drie kwart van het water, dat de rivier op haar tocht van honderden kilome ters verzamelt, stort zich thans uit over de vruchtbare streek van West-S jantoeng en het is alsof de Gele Rivier weer haar oude bedding opzoekt, die vóór 1852 uitmondde in Kiangsoe, ten zuiden van de provincie Sjantoeng. Steeds meer steden en dorpen komen on der water te staan en de bewoners vluch ten in wanhoop met hun geringe have langs de smalle landweggetjes. Langzaam beweegt de trieste stoet zich over de we gen, als een verslagen leger, dat voor een onbarmhartigen vijand vlucht; hongersnood en epidemieën dreigen en de levensmidde len en medicijnen, die met honderden boo ten worden aangevoerd, kunnen den nood slechts weinig lenigen. Ook het Groote Kanaal naar het zuiden van China kan de enorme watermassa niet meer verstouwen; zijn dijken vertoonen op vele plaatsen reeds scheuren. Daarbij komt, dat het niveau in de meren van Sjantoeng en Kiangsoe eveneens begint te stijgen. Het noorden van laatstgenoemde provincie heeft dan ook reeds van hoog water te lijden. De bewoners van Tsinan, gesteund door soldaten, doen onmenschelijke pogingen om het dreigende gevaar te keeren en werken dag en nacht aan de versterking der dij ken. Hetzelfde gebeurt in Tsjuje, welke stad thans als een eiland te midden van de binnenzee ligt. De poorten en muren van de stad worden met zandzakken versterkt. Naar heit oordeel der autoriteiten is Mid- den-China nog nooit door een overstroo ming van een dergelijken omvang getrof fen. En nog steeds blijft het onafgebroken regenen, zoodat het einde en de omvang van de ramp nog niet overzien kunnen worden. De toestand in het stroomgebied van den Jangtse is iets gunstiger geworden, daar het water langzaam begint te dalen. Met vliegtuigen is een onderzoek ingesteld, waarbij is vastgesteld, dat de watersnood een even grooten omvang heeft aangeno men, als in 1931. In Hainkau zijn tot nu toe reeds 130.000 vluchtelingen aangekomen. De aangerichte materieele schade wordt in deze provincie op 200 millioen dollar ge schat DE WELFENSCHAT DOOR PRUISEN GEKOCHT? De correspondent van de „Daily Tele graph" verneemt uit betrouwbare bron, dat de beroemde Welfenschat, welke vroe ger eigendom van de hertogen van Bruns- wijk was, onlangs ten behoeve van den Pruisischen Staat is gekocht voor een be drag van omstreeks 225.000.000 gulden. Een consortium kunsthar.delaars zou hierbij zijn bemiddeling Jtebben verleend. Men denkt, dat generaal Gflfjring, die, zoo als be kend, groote beJ,'.n/y /telling voor kunst voorwerpen koest ft, dezen koop heeft be vorderd. De Welfenschat k een zeldzame verzame ling van reliquieën en Heilige Vaten, ver vaardigd van email, edelgesteenten en ivoor en dateert uit de 11de tot de 15de eeuw. DERTIEN PERSONEN GEDOOD. Door modderbandjir. Aneta seint uit Buitenzorg: Alle perso nen, die vermist werden na den modder bandjir in de kampong Simoeeng in de buurt van Taroema, kunnen als omgeko men worden beschouwd, zoodat in totaal dertien personen door den modderbandjir zijn gedood. PRAUWONGELUK BIJ BALL Aneta seint uit Den Pass ar: Op de reede, onder den wal van Bali, is een prauw, be mand met 24 personen, omgeslagen. Drie mannen, drie vrouwen en drie kinderen zijn verdronken. Hé, zeg, wat teuten jullie daar? Ben je soms 'n gond- visschie kwüt? (Passing Show), EEN ADRES AAN DEN MINISTER VAN DE SPEK-EXPORTEÜRS Tegen de drie Centrale Landbouw organisaties Door de Vereeniging van Ned. Expor teurs van Vleesch- en Vleeschproducten en de Ned. Vereeniging van uitsluitend exporteurs van spek is aan den Minister van Economische Zaken te 's-Gravenhage het volgende adres gezonden: In verband met het dd. 26 Juni j.L door de drie Centrale Landbouworganisatie^ tot Uwe Excellentie gerichte request, be vattende een voorstel tot beperking van de Spekproductie, doen wij Uwe Excellen tie met het oog op den inhoud van bedoeld request beleefd opmerken dat het ons in ziens thans ten hoogste tijd is geworden om te voorkomen dat terzake onbevoegden op het gebied van den Spekexport in vloed uitoefenen op het nemen van be sluiten waaromtrent zy geen grondige kennis bezitten, dan wel de draagwijdte en het belang van de te nemen besluiten of te geven adviezen niet beseffen omdat het hun terrein niet is. In het onderhavige geval meen en wij 't dan ook met misleiding, bewust of onbe wust gelijk te moeten stellen, wanneer in bovenbedoeld request de Export van Spek naar Duitschland op maximaal 3.000.000 K.G. per jaar wordt aangenomen, waarbij nog twijfel wordt gewekt bovendien of die hoeveelheid wel zal kunnen worden uit gevoerd met het oog op de betalingsmoei lijkheden met Duitschland, terwijl.... in werkelijkheid gedurende het eerste half jaar van 1935 reeds 4.072.000 K.G. spek naar Duitschland werden uitgevoerd en betaald met 1.896.000 of wel met een doorsneeprijs van 46 V* ct. per K.G. Voor deze betaling zijn de Exporteurs overigens garant voorzoover zij instaan voor de li quiditeit hunner Duitsche afnemers. Of de Spekproductie overigens in het al gemeen te groot is ten opzichte van de te genwoordige afzetmogelijkheden is ons in ziens een kwestie welke niet kan worden opgelost door het verkeerd voorstellen van de feiten. Dat de Spekproductie zoo veel mogelijk dient te worden aangepast aan de behoeften voor Export en binnen- landsch gebruik, is een standpunt waar mede wy ons als Exporteurs van Spek ten volle kunnen vereenigen. Hoe echter een dergelijke beperking op de meest economische en gezonde wijze kan worden bereikt is een kwestie waar mede wij ons niet ongevraagd wenschen in te laten doch in verband met de ken nis welke wij ons in den loop der jaren hebben verworven van de bijzonderheden .van den Spekexport, zoowel als van het geen door het Buitenland ten aanzien van kwaliteit wordt verlangd, veroorlooven wij ons Uwe Excellentie beleefd mede te deelen, dat jarenlange ervaring ons heeft geleerd dat, vooral Duitschland onze grootste afnemer, steeds bijzonder prijs heeft gesteld op le kwaliteit vast, dik en dus zwaar spek waarvoor men steeds be reid was een goeden prijs te betalen. In hoofdzaak met dit artikel heeft de Nederlandsche Spekexport zich een groot en belangrijk afzetgebied weten te ver werven in West-Duitschland in concurren tie met landen als Amerika, Spanje, Hon garije, Yugo-Slavië enz., hetgeen moge blijken uit de groote vlucht welke de spek-export in de achter ons liggende ja ren heeft genomen, volgens onderstaande cijfers van het Centraal Bureau voor de statitiek: Export van Gezouten Spek naar Duitschland in 1000 K.G.: In 1928 2.841; 1229 2.882: 1930 4.989; 1931 12.053; 1932 18.154; 1933 11.137. (In het jaar 1933 be gonnen de betalingsmoeilijkheden in Duitschland van ernstigen invloed op den Export te worden). Het is vooral dit punt, n.L de positie welke de Nederlandsche Spexexport zich in den loop der jaren op eigen kracht heeft weten te veroveren, waarvoor wij de be langstelling van Uwe Excellentie vragen; waarmede wij beoogen Uwe Excellentie te overtuigen van het groote belang dat er ook voor onze nationale landbouw en vee teelt in gelegen is om te trachten met in spanning van .alle krachten het eenmaal verworven afzetgebied in Duitschland te behouden. Temeer moet daarnaar getracht worden, omdat deze export voor Nederland loo- nend is, aangezien momenteel door Duitsch land voor eerste soort zwaar spek 50 ets. per K.G. wordt betaald, zoodat ons in ziens de zwaarmesterij op grond van de zen spekprys loonend moet zyn indien aanpassing van de spekproductie plaats vindt op een wijze, welke niet van on- gunstigen invloed is op de behoeften voor export. Teneinde ons afzetgebied te behouden zal het echter dringend noodig zijn: 1. Om de spekexport in de gelegenheid te stellen om binnen de grenzen van onze Clearingovereenkomst met Duitschland, zooveel mogelijk naar dat land te expor teeren; in ieder geval althans voor dien export zyn relatief aandeel in den totalen export naar Duitschland, op grond van zijn omvang in vroegere jaren neerko mend op c.a. 3.2 pet. der waarde daarvan, te verzekeren. 2. dat bevorderd worde dat aan de ex porteurs van spek steeds de vereischte kwaliteiten ter beschikking worden gesteld aangezien toch deze eisch ook voor andere producten steeds als een vanzelfsprekend heid wordt aanvaard. In dit verband terugkomend op het in den aanhef van dit schrijven bedoelde re quest doen wij Uwe Excellentie tegenover het daarin- aangevoerde beleefd opmer ken: a. dat spek van gemeste zeugen niet als eerste kwaliteit kan worden aangemerkt; b. dat spek van beeren niet voor men- schelijk voedsel geschikt en hoogstens voor technische doeleinden bruikbaar is. Met het oog op het hierboven aangevoer de, voelen wij als exporteurs van spek thans meer dan ooit behoefte, om Uwe Exellentie te verzoeken om toe te staan, dat door de exporteurs van spek ter voor legging aan Uwe Excellentie een aanbeve ling worde opgemaakt tot vorming van eene Commissie, welke ten aanzien van kwesties den export van spek betreffen de de bevoegde instantis van advies zou kunnen dienen, dan wel om daarbij van hunne inzichten en opvattingen te doen blijken. Tot ons groot leedwezen werd zulks ons tot heden ondanks herhaald aan dringen nog steeds niet toegestaan en daardoor zijn wij als belanghebbenden nog immer verstoken van ieder middel om onze inzichten en opvattingen op een re gelmatige en geschikte wijze kenbaar te maken. Het komt toch herhaaldelijk voor, dat belangrijke beslissingen genomen wor den die den spekexport ten nauwste ra ken zooals b.v. ten aanzien van de ver deeling van het beschikbare betalingscon tingent en het daarvan aan het artikel spek toe te wijzen gedeelte, waaromtrent de betrokken exporteurs niet in de gele genheid zijn om hunne zienswijze in het midden te brengen en hun zelfs alle in lichtingen daaromtrent eenvoudig worden geweigerd. Waar wij toch meenen te weten dat ten aanzien van den export van andere arti kelen bij regeeringsbesluit commissie van Advies zijn ingesteld, veroorloven wij ons bij dezen Uwe Excellentie dringend te verzoeken, wel te willen bevorderen, dat ons ter behartiging onzer belangen een middel worde verschaft waardoor wij ten minste onze stem Welke thans veelal tot zwijgen gedoemd is of niet wordt ge hoord kunnen verschaffen. Met belangstelling zien wij een ant woord van Uwe Excellentie tegemoet en vertrouwen dat door Uwe Excellentie de noodige maatregelen zullen worden be vorderd, waaronder de instelling van de door ons bedoelde commissie een voor name plaats inneemt, welke dienstig kun nen zijn aan het behoud van onzen met veel moeite en kosten opgebouwen export van spel naar Duitschland dien wij boven dien niet aarzelen als een belangrijk na tionaal landbouwbelang aan te merken. Ons wordt in aansluiting hierop nog het volgende medegedeeld: Het zware varken waarvan het spek ge schikt is voor export wordt hoofdzakelijk gemest in Zuid-Holland en in Noord-Hol land. De spekproductie is momenteel nog plus minus 180.000 K.G. per week of plus minus 9.000.000 K.G. per jaar. Het verdragscontingent met Duitschland is plus minus 12.000.000 K.G. zoodat feite lijk de productie al kleiner is dan de ex portkwantiteit, bedongen voor 1935 naar Duitschland. Door strubbeling der clearing zal de export dit jaar 1935 waarschijnlijk bedra gen plus minus 8.000.000 K.G. De prijs die Duitschland betaald is voor le soort zwaar spek 49 a 50 cent per K.G. Door deze prijs zou voor het zware var ken een veel hoogere prijs te bedingen zijn door de boer, zoo de Nederlandsche Vee houderij centrale den inkoopprijs van het spek waarvoor zij zelf bruto plus minus 49 ct. krijgt, ook b.v. met 45 ct. betaalde, doch de Nederlandsche Veehouderijcen trale betaalt gemiddeld (a, b, c-klasse) 40 cent, heft 6 cent, dus betaald practisch inkoop 34 a 35 cent per K.G. Dit daar door bedoelde centrale nog verliezen van vroe ger zijn weg te werken. Waar deze export bijna de eenige loo- nende export is die Nederland nog heeft en voor de zwaarmesterij in Zuid-Holland nog plus minus 3 a 3H millioen gulden in het laadje brengt, zoo is het toch waanzin nig om ook dezen export zelf onnoodig ka pot te maken. Wij laten tenslotte om deze kwestie zoo volledig mogelijk te kunnen beoordeelen nog eens volgen het bedoeld adres der drie Centrale Landbouworganisaties: HET ADRES DER LANDBOUW ORGANISATIES. Het is een bekend feit, dat de z.g. spek productie in ons land zeer ongunstig is en nog steeds slechter wordt. De afzetmoge lijkheid van Nederlandsch spek is zeer ge slonken, zoodat practisch alleen Duitsch land als afnemer optreedt en wel tot een hoeveelheid van pl.m. 3 millioen Kg. per jaar. in verband met de betalingsmoeilijk heden met Duitschland, is het thans on zeker of zelfs dit naar verhouding kleine kwantum spek nog naar Duitschland zal kunnen worden geëxpoiiteerd. Door de Ne derlandsche Veehouderij-Centrale (N. V. C.) is echter tot dusverre veel meer spek uit de markt genomen, dan door haar met voordeel kon worden afgezet. De toestand is derhalve zoodanig, dat de varkenshou derij in Nederland doorgaat met het pro- duceeren van spek, dat door de N.V.C. slechts met groot verlies kan worden ge plaatst. Het spreekt van zelf, dat hier mede, in verband met den toestand van het Landbouwcrisisfonds, niet kan worden voortgegaan. De spekproductie, welke voornamelijk in de z.g. „zwaarmestersbe- drijven" wordt uitgeoefend, zal moeten worden ingekrompen. Zij moet slechts worden gehandhaafd op een zoodanig peil, als met de afzetmogelijkheden zoowel voor export als voor het binnenland overeen komt. Daar bet niet in het systeem past der landbouwcrisiswetgeving, de regeling van de productie der zware varkens tot stand te brengen, door middel van de prijs-zetting van het spek, dient deze op andere wijze te geschieden. Een stelsel van directen dwang met zijn nasleep van bedrijfscon- trole, tuchtrechterlijke verklaringen enz. dient zoo eenigszins mogelijk te worden vermeden. De regeling van de productie der zware varkens zal moeten worden toegepast door langs indirecten weg de prijzen der varkens te beinvloeden, mid dels een systeem van heffingen. Zoo zou b.v. de heffing op geslachte var kens, welke thans 6 cent per Kg. bedraagt, voor varkens met een levend gewicht b.v. hooger dan 250 pond, zoo hoog moeten worden gesteld, dat het onrendabel wordt het dier zwaarder te laten worden. Een dergelijk voorschrift zal echter niet van den eenen dag op den anderen kunnen worden gemachtigd, door het tegen den tijd van b.v. 3 maanden moeten worden gesteld, waardoor de mesters in de gele genheid zullen zijn hun bedrijf aan den nieuwen gang van zaken aan te passen. Gedurende deze 3 maanden zullen dan echter zware en lichte varkens aan de imarkt komen, waardoor het aanbod over matig zal zijn vergroot, hetgeen een zwa- ren druk op de prijzen zal beteekenen. Daarom zal voor die periode de Neder landsche Veehouderij-Centrale moeten worden gemachtigd door het tegen den geldenden marktprijs extra uit de markt nemen van varkens hieraan tegemoet te komen. Wat ten slotte de afzetmogelijkheid van spek aangaat, staan onze organisaties op het standpunt, dat hierin zou kunnen wor den voorzien door de gemeste zeugen en oude beeren daarvoor te bestemmen, welke van de hoogere heffing zou moeten, wor den vrijgesteld. De drie Centrale Landbouworganisaties voornoemd verzoeken Uwe Excellentie be leefd doch dringend, aan bovenstaand voorstel, dat nog nader behoort te wor den uitgewerkt, wel haar aandacht te schenken. DE VENTVERGUNNINGEN De Minister van Binncnlandsche Zaken komt bonafide-venters te hulp Naar de Tijd verneemt, heeft de Minis ter van Binnenlandsche Zaken den vol genden brief tot de Colleges van Gedepu teerde Staten gericht: „Ik heb de eer Uw college mede te deelen, dat de bepalin gen, in plaatselijke algemeene politiever ordeningen opgenomen met betrekking tot het verleenen van vergunningen tot venten, in den laatsten tijd mijne bijzon dere aandacht hebben getrokken. Het is mij gebleken, dat sommige gemeenten de vastbestelde voorschriften, welke voorna melijk bedoeld als maatregel van po litie ter wering van vermomde bedelarij, aanwenden om, veelal op aandrang van den plaatselijken winkeliersstand, bona fide venters, die elders wonen, uit de ge meente te houden. Aldus worden bedoelde voorschriften aangewend in het belang van plaatselijke protectie, waartegen bij de regeering over wegend bezwaar bestaat. Behalve het middel van de algemeene politieverorde ning, wordt ook de heffing van leges voor ventvergunningen aangegrepen om het venten door personen, die dit als normaal beroep uitoefenen, tegen te gaan door het vorderen van hooge legesbedragen. Wan neer gemeenten slechts ventvergunningen uitreiken met een geldigheidsduur van niet langer dan een dag, wordt de leges heffing voor de bona fide venters, die doorgaans onbemiddeld zyn ik denk hier b.v. aan de venters met visch een ondragelijke last, vooral in het geval, dat zij meer dan een gemeente per dag bezoe ken. In verband hiermede komt het mij noodzakelijk voor, dat aan de bestaande mi. niet onredelijke bezwaren wordt te gemoet gekomen. Gaarne zou de minister vernemen op welke wijze, naar het oordeel van de Col leges, die bezwaren zouden kunnen wor den ondervangen. Daarbij ware er van uit te gaan, dat plaatselijke protectie niet is toe te laten. Aan personen, die het venten als normaal beroep uitoefenen is een vent vergunning te verleenen met een zoo min mogelijk beperkten geldigheidsduur en de voor die vergunningen te heffen leges die nen te worden gesteld op een bedrag, het welk de kosten aan de uitreiking van die vergunning verbonden, niet zal over treffen. S.D.AJ». NA DE VERKIEZINGEN. Zij wil wethouderszetels bezetten. Te Amsterdam heeft de vereeniging van sociaal-democratische raads- en staten leden een vergadering gehouden ter be spreking van den uitslag der jongste raads verkiezingen en de naar aanleiding daar van te volgen gedragslijn. De vergadering werd geleid door den partij-voorzitter, den heer K. Vorrink, die zeide, dat de S.D.A.P. steeds wethouders- zetels heeft willen bezetten. Waar het mogelijk is, zullen wij, aldus spr., wethoudersposten voor ons opeischen en bezetten. De heer Ed. Polak constateerde, dat de wethouderskwestie geen invloed gehad heeft op den uitslag der verkiezingen; zoo wel in de gemeenten, waar de sociaal-de mocraten aan het dagelijksch bestuur deel namen als daar, waar zij niet in het college vertegenwoordigd waren, werd winst be haald. Terstond na de verkiezingen kon men hooren, dat geen party met de S. D. A. P. zou willen samenwerken, maar daar komt men nu blijkbaar van terug. Ondanks de heerschende moeilijkheden bestaat er bij de S. D. A. P. niet de minste aarzeling om wethouderszetels in te ne men, aldus de volgende spreker, de heer W. Drees. Het zou, zoo zeide deze zelfde spreker, een groot voordeel zijn als de S. D A. P. ook in 's lands regeering geroepen werd, want zy is bereid tot opbouwend werk. Samenwerking met communisten en fas cisten wordt met groote beslistheid van de hand gewezen. Of er tusschen de partijen, waarmede de DE LUCHTVAART-RAMPEN. In' „De Groene" van deze week komt een belangwekkend en waardeerend artikel voor over den heer Plesman. Wij lezen echter in dat artikel zinnen als deze: „Een dergelijke organisatie (als de KJL. M.) vereischt een zeer krachtig leider, een man, die weet wat hij wil en die zich door niets en niemand laat tegenhoudenEn zoo iemand duldt geen tegenspraak, geen: ja maarHij regeert met sterke, straffe hand, hy eischt alles van zijn menschen, zooals hij alles van zich zelf eischEr wordt gevlogen onder alle weersomstan digheden. Hij is een DictatorToen het er op begon te lijken, alsof de KJL.M., zijn K.L.M„ zou worden overvleugeld door bui- tenlandsche maatschappijen, toen zette hij de tanden op elkaar, liet een dienstregeling ontwerpen, die alle voorgaande dienstrege lingen met stukken sloegPlesman drijft zijn menschen, zweept ze óp. Wanneer wij deze waardeerend bedoelde korte karakteristiek lezen, dan zien wy er toch elementen in, die ons voor den leider van een luchtvaart-maatschappij, waarbij elke, ook de kleinste fout ontzettende ge volgen kan hebben, niet in alle opzichten aan be velens waariig voorkomen, aldus de j .Avondpost". Hoe dit alles nu zy, na de reeks zware rampen van den laatsten tijd heeft ons volk er recht op, dat ernstig wordt onderzocht of hier inderdaad, niet anders dan een sa menloop van de omstandigheden in het spel is, of dat de organisatie en exploitatie van het bedrijf zekere risico's bevat, die ver meden moeten en kunnen worden. Het zou hoogst bedenkelijk zijn, wanneer wij zonder meer overgingen tot de orde van den dag. S. D. A. P. dan wel geneigd is samen te werken, een program moet komen, wordt niet vooropgesteld. Dat moet, aldus de heer Drees, plaatselyk worden bekeken. KRANKZINNIGENVERZORGING IN DE PROVINCIE ZUID-HOLLAND Een commissie ingesteld. Naar wy vernemen, hebben Ged. Staten van Zuid-Holland een commissie inge steld om te onderzoeken, welke maatre gelen dienen te worden genomen ter ver krijging van een meer doeltreffende orga nisatie in die provincie van de voor- en nazorg voor krankzinnigen. In de commissie zijn benoemd: tot lid en voorzitter: mr. E. J. M. H. Bolsius, lid van Ged. Staten van Zuid- Holland; tot lid en plaatsvervangend voorzitter: H. J. Borghols, voorzitter van de 'sGra- venhaagsche Vereeniging Dr. Schroeder v. d. Kolk; tot lid mr. J. W. Belinfante, administra teur bij het Provinciale Bestuur van Zuid- Holland; dr. J. Fh. Elias, voorzitter van de Zuid-Holl. Vereeniging Het Groene Kruis, mr. H. W. J. Mulder, administra teur bij het provinciaal bestuur van Zuid- Holland; J. H. Pameijer, inspecteur van het Staatstoezicht op krankzinnigen en krankzinnigengestichten; dr. P. v. d. Spek, geneesheer-directeur van de psychiatrische inrichting Maasoord te Poortugaal; dr. C. E. Versélewel de Witt Hamer, geneesheer- directeur van Huize Sancta Maria te Noord- wijk; en tot secretaris: J. Verduyn, adjunct commies bij het provinciaal bestuur van Zuid-Holland. VERVROEGDE STEUN AAN DEN TUINBOUW Zal binnenkort plaats hebben De minister van oeconomische zaken heeft thans bericht gezonden aan de vei lingen te Broek op Langendyk, Noord- scharwoude, Warmenhuizen en Obdam, waarbij wordt medegedeeld, dat het in 't voornemen van den minister ligt zeer bin nenkort een vervroegde uitkeering van den steun aan den tuinbouw te doen plaats hebben op enkele producten, waarvan de opbrengsten laag zyn geweest. In tuinbouwkringen is dit officieele be richt met vreugde ontvangen daar er vele kweekers zijn, die het aan de noodige middelen ontbreekt om hun bedrijf in stand te houden. STEUN VOOR DEN TUINBOUW De minister van Economische Zaken heeft bepaald, dat uit het Landbouwcrisis fonds steun verleend zal worden aan de telers van gewassen van den tuinbouw, die hun na te noemen producten over de erkende veilingen hebben geveild, tot een totaal bedrag van ten hoogste 160.000. Deze steun zal worden verleend over de hoeveelheden van de hierna vermelde producten, welke in het achter elk pro duct vermelde tijdvak van 1935 zijn ver handled en zal bedragen: gele kool 1 Jan. 17 Febr. 45 ct. per 100 kg., 18 Febr. 28 April 60 ct. per 100 kg., Deensche wit te kool 1 Jan.17 Febr. 35 ct. per 100 k.g., 18 Febr.—31 Maart 50 ct. per 100 kg., 1 April28 April 45 ct., per 100 kg. Adres van het centraal bureau aan de regeering Het Centraal Bureau voor de Veilingen in Nederland heeft een adres gezonden aan den ministerraad, den minister-presi dent en den minister van oeconomische zaken, waarin erop wordt aangedrongen om het op de begrooting van het Land bouwcrisis-fonds 1935 uitgetrokken bedrag voor steun aan den landbouw, ten bedrage van 7.500.000 belangrijk te verhoogen in verband met het feit, dat het uitgetrok ken bedrag onvoldoende geacht moet wor den om in den ergsten nood te voorzien.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 7