Zonnebrand PUROL ZATERDAG 20 JULI 1935 DE LEIDSCHE COURANT DERDEBLAD. PAG. 11 GEMENGDE BERICHTEN JONGETJE OVERREDEN EN GEDOOD. Te Nieuwerkerk (Schouwen) is een 6- jarig jongetje door een vrachtauto aange reden en na korten tijd overleden. De auto werd bestuurd door een zuster van den chauffeur. WIELRIJDER DOOR AUTO AANGEREDEN. Gisteravond omstreeks zeven uur reed onder de gemeente Dubbeldam de melkwa gen van den heer K. van Vugt over den weg van Moerdijk naar Dordrecht, waarbij hij begeleid werd door zijn knecht B. van Wijk, die er op de fiets naast reed. Achter hen naderde een auto van de firma Anton de Jong uit Tilburg, bestuurd door den heer P. C. A. L. uit die gemeente. De be stuurder gaf signalen en hierdoor is de knecht waarschijnlijk zenuwachtig ge worden; hij maakte tenslotte een uithaal naar links, waardoor de automobilist niet kon verhoeden, dat hij hem van achteren aanreed, terwijl hij zelf de macht over het stuur verloor en aan de linkerzijde van den weg in een sloot reed. De knecht was er het ergst aan toe, hij had een vrij ernstige hoofdwonde opgeloo- pen en is naar het ziekenhuis in Dordrecht vervoerd. De inzittenden van de auto hadden slechts snij- en schaafwonden opgeloopen. Het waren, behalve de bestuurder nog de heer J. F. M. de J. uit Tilburg en drie kin deren. De wagen werd door een passeerenden vrachtwagen uit de sloot getrokken en kon na een korte reparatie, weer zijn weg ver volgen. Het bleek, dat alle bedieningsor ganen normaal functionneerden. MONTEUR DOOR STROOM GEDOOD. Gistermiddag omstreeks half een kwam de 38-jarige monteur C. Steketec, wonende aan de Kleine Visscherijstraat te Rotter dam, tijdens reparatie-werkzaamheden aan den spanningsdraad over de spoorbrug bij Dordrecht, met den stroom in aanraking. De man werd bewusteloos opgenomen en naar het gemeentelijk ziekenhuis ver voerd, waar men door middel van kunst matige ademhaling trachtte de levensgees ten op te wekken, hetgeen niet mocht ge lukken. Het slachtoffer was gehuwd en had drie kinderen. HET ONGELUK BIJ PARAFINE- SMELTEN TE GOUDA. Vrouw aan de gevolgen overleden. De 30-jarige echtgenoote van J. v. H. van de Rechterkade te Gouda, waar kleeren gistermorgen bij het in brand geraken van benzine en parafine vlam vatten en die met wonden overdekt naar het van Iter- sonziekenhuis moest worden vervoerd, is in den namiddag aldaar overleden. De toestand van den man kan redelyk worden genoemd. IN EEN VIJVER VERDRONKEN. Uit den vijver van het Kronenburger park te Nijmegen is het lijk opgehaald van de 66-jarige vrouw, M. Z. L., die pas hersteld uit het ziekenhuis was ontslagen. Het stoffelijk overschot is naar het St. Canisius-ziekenhuis overgebracht. DOOR HOLLEND PAARD GETRAPT. Zijn toestand zorgwekkend. Gistermiddag is te Dreumel een ongeluk gebeurd, waarbij de 35-jarige manufactu- renkoopman Van B. ernstige verwondingen heeft opgeloopen. Van B., die zich sedert kort een wagentje had aangeschaft om langs de huizen manufacturen te kunnen verkoopen, was voor zijn woning bezig het voertuig op te schilderen. Plotseling werd de man bij zijn schilder werk door een heftige regenbui overvallen en bevreesd dat zijn werk vergeefsch zou zijn geweest, haastte hij zich om bij zijn buurman een paard te leenen, waarmede hij den wagen naar een nabijgelegen schuur wilde rijden. Van B., die nooit met paarden had omgegaan, bond het dier met een paar touwen zeer onvakkundig aan den wagen vast. Hij zelf ging op het voertuig zitten. Op den weg kreeg het dier evenwél als gevolg van de onjuiste bevestiging van de touwen de kar tegen de beenen. Het dier schrok en sloeg op hol. De manufacturen- koopman werd door den schok van zijn zitplaats geslingerd en hij kwam zoo on gelukkig terecht, dat hij door het paard eenige malen op de borst werd getrapt. Bewusteloos bleef de ongelukkige op den weg liggen. Omwonenden droegen Van B. een naburig huis binnen, waarna een geneesheer werd ontboden. Een eind- weegs verder kon het hollend paard met moeite tot staan worden gebracht. Het slachtoffer bleek zeer ernstige inwendige kneuzingen te hebben opgeloopen. Uren lang bleef hij buiten kennis. Men vreest voor zijn leven. CHOLERA-VERSCHIJNSELEN IN N.-O. OVERIJSSEL. Twee kinderen uit een gezin overleden. Men schrijft uit Lutten a. d. Dedems- vaart aan de „Standaard"; Op het kerkhof te Lutten zijn Hendrik je en Benjamin Benjamins naast elkaar be graven. Ze waren Vrijdag nog in school geweest 't meisje 12% jaar oud, werd in school al ziek, de jongen, bijna 10 jaar oud, werd later thuis ziek. Meer kinderen van de 7, die de ouders hadden, werden ziek. 't Was in eens een consternatie van be lang. Stukloopen van Huid en Voeten en Doorzitten bij Wielrijden verzacht en geneest Poo» K. Tube 80 ct. B< Apoth 6 Buren, dokter, wijkverpleegster, allen druk in de weer. De ouders waren als ver pletterd. Zaterdagmiddag stierf de oudste. Toen er al meer ziek werden, zijn er in haast twee gezonden gebracht naar de ouders van Benjamins en twee zieken naar Bethesda in Hoogeveen, waar des nachts Benjamin stierf. De dokter denkt dat het een soort cho lera is. Patiënten braken, krijgen diarrhee en met een paar uur worden ze bewuste loos en vervallen snel. De andere kinderen zyn herstellend. HONDERD KANARIES OMGEKOMEN Bij een zolderbrand. De werklooze kleermaker G. M. Kotten, die op de derde verdieping van perceel Spaarndammerstraat 118 te Amsterdam woont, had gisteravond in zijn werkplaats, die op den zolder boven de woning gele gen is, zijn pantalon opgeperst. Daarbij had hij gebruik gemaakt van een electri- sche strijkbout. Deze bout had hij vergeten buiten stroom te brengen, met het gevolg, dat hij gloeiend werd en de tafel, waarop hij stond, deed ontbranden. Al spoedig deelde het vuur zich aan de omgeving mede en toen de kleermaker zelf het-onheil ont dekte, was aan blusschen van de vlam men voor hem geen sprake meer. Toen de gealarmeerde brandweer arriveerde, had den de vlammen zich reeds medegedeeld aan den naastliggenden zolder en sloegen het dakraam aan de achterzijde uit. De brandweer rolde twee slangen uit; een werd door het trappenhuis naar den zolder geleid en een ander door het naast liggende perceel achterom, waar over een plat het dakvenster bereikt kon worden. Door het insluiten van het vuur op deze wijze, werd de brand gelocaliseerd tot de twee zoldertjes. Toen de brand was gebluscht, kwam de brandweer tot de ontdekking, dat deze be trekkelijk kleine brand aan ongeveer hon derd kanaries en een aantal visschen het leven had gekost. De kleermaker was een groot liefhebber van vogels en had op den zolder behalve zijn werkplaats ook een volière met honderd kanaries, benevens een aquarium. Alle vogels zijn den ver stikkingsdood gestorven en de visschen hebben ook het leven moeten laten. De tweede zolder die uitbrandde, bevatte al leen die zaken, welke men gewoonlijk op een zolder pleegt te bewaren. De heer Kotten was verzekerd. ERNSTIGE STEEKPARTIJ. Burentwist heeft gistermiddag geleid tot een zeer ernstige vechtpartij tusschen B. en M., die naast elkaar wonen in de Deldener- straat te Hengelo. M. bracht B. met een schoenmakersmes een zware wonde in den rug toe, ter hoogte van zijn schouderbladen. Het mes werd met zulk een kracht gestooten, dat het afknapte en het in het lichaam van B. gedrongen stuk later langs operatieven weg verwijderd moest worden in het Al gemeen Ziekenhuis, waarheen het slacht offer in ernstigen toestand werd vervoerd. Directe aanleiding tot de ruzie moet zijn geweest het feit, dat M. de drooglijn van B. had stukgeknipt. B. zou toen met een bijl gedreigd hebben, waarbij hij toen werd vastgegrepen door iemand, die toevallig bij B. aanwezig was. M. heeft toen zelf de vechtpartij met B. voortgezet, met het ge melde gevolg. Volgens andere verklarin gen evenwel zou M„ zonder dat er met een bijl gedreigd was, met B. slaags geraakt zijn. RECHTZAKEN KANTONGERECHT TE ALPHEN. Vee in bezit zonder vergunning. Ter strafzitting van het kantongerecht kwam allereerst in behandeling de uitge stelde zaak tegen den landbouwer W. J. R. uit Nieuwveen, bij wien een contro leur van de Crisislandbouw-Centrale vee had aangetroffen, wat deze niet had mogen hebben, daar hij wegens een veroordeeling van de Crisistuchtuitspraak als lid der or ganisatie was geschrapt. Ter vorige zit ting had verdachte zich er op beroepen, dat hij wel was geschorst en niet ge schrapt, waarop de zaak was aangehouden tot het instellen van een nader onderzoek. Het resultaat van dit onderzoek was ge weest, dat verdachte wel in overtreding was geweest. De ambtenaar die in zijn re quisitoir overwoog en in aanmerking nam dat de regeling wel lastig en moeilijk was vorderde 2 geldboeten van 10 subs 2 maal 5 dagen. Veroordeeling conform. Zonder licht gereden. D. K. had gereden zonder licht en was deswege door den agent van politie A. K. te A 1 p h e n verbaliseerd Verdachte had ontkend en ontkende ook nu nog, beweren de in Rotterdam te zijn geweest op het tijd stip, dat hij volgens de ten laste legging deze overtreding had begaan. Genoemde verbalisant als getuige gehoord verklaarde pertinent verdachte te hebben zien rijden en zelfs zeer goed daar hij werd besche nen door het licht van een achter hem aankomende auto en hem uit tegenovedge- stelde richting naderende motorrijder. Niet tegenstaande deze verklaringen bleef ver dachte positief ontkennen. De ambtenaar van het O. M. achtte echter de overtre ding door de verklaring van verbalisant bewezen en vorderde een geldboete van 4 subs. 2 dagen. Veroordeeling 3.50 subs. 2 dagen. In raamkozijnen geleund. Verdachten K. en A. hadden in strijd met de poiitie-verordening der gemeente A1 p h e n geleund en gezeten in de raam kozijnen van het kantoor van de Alphen- sche Bank. Verdachte K. bekende, doch v. A. ontkende. De verbalisant de agent van politie de heer v. G. bevestigde echter het proces-verbaal en verklaarde dat beide verdachten in het raamkozijn hadden ge leund. Verbalisant die in het politiebureau was had van hieruit gezien dat verdach ten met nog meer jongens steeds naar het politiebureau keken alsof zij te kennen wil de geven: „zien jullie wel wij durven wel", bovendien waren beiden herhaaldelijk ge waarschuwd. Eisch en veroordeeling van ieder ƒ1.subs. 1 dag. Geen vervoervergunning. De schipper en expediteur F. M. C. was ten laste gelegd een lading mais met zijn motorschip „Rijnland 5" te hebben ver voerd naar L i s s e zonder vergunning van de bevrachtingscommissie. Verdachte be niep zich er op dat hij wel een vergunning had, waarin dit traject was opgenomen. Als getuige-deskundige werd gehoord de directeur der bevrachtingscommissie Lei den de heer P., die omtrent een en ander een toelichting gaf en mededeelde, dat voorheen de motorbooten van beneden de 20 ton waren vrijgesteld, zoodat C. niet in overtreding was geweest. De ambtenaar vroeg derhalve vrijspraak, waarmede de kantonrechter meeging. Overtreding arbeidswet. J. G. S. uit Den Haag had zich als op zichter en uitvoerder van de Haagsche Be ton Mij. te verantwoorden wegens over treding der arbeidswet. Bedoelde opzichter had als verantwoordelijk persoon hiervoor aan een werkondernemer te Ter Aar ge durende 5 weken 9 menschen te lang laten arbeiden. Verdachte gaf dit toe, maar deelde mede, dat dit pnactisch, gelet op den aard van de werkzaamheden uitvoering aan wegwerken niet anders mogelijk was gelet op de werking der machines etc. De ambtenaar kwalificeerde deze overtreding als zeer schandelijk en had 270 keer een geldboete kunnen vorderen, wat hij nu nog niet wenschte te doen, doch hij waar schuwde voor herhaling, daar dan de di recteur der betrokken Mij. zou worden ge dagvaard en hechtenis zou worden gevor derd. Verd achtte zette nogmaals technisch uiteen, dat het onmógelijk was anders te werken en dat de menschen niet werden afgebeuld en bovendien voor de meerdere werkzaamheden waren betaald. Edsch 9 maal 10.subs. 9 maal 5 dagen. De ver dachte was hiermede tevreden en deelde mede, dat hij voor dit bedrag de machines niet stop had kunnen zetten. Veroordee ling conform. Overtredingen Crisis- zuivelwet. Hierna kwamen een serie overtredingen aan de orde van de Crisis - zuivel wet, we gens het niet bijhouden van de voorge schreven registers en het meer in voor raad hebben van boter als bedoelde regis ters aangeven of het geheel niet bijhouden van een register. Allereerst had zich te verantwoorden de landbouwer Th. V. uit Hazerswoude. Deze had wel een re gister gehad, doch hier nimmer iets in ge schreven er zich op beroepende geen bo ter te fabriceeren. De ambtenaar merkte echter op, dat hij ook een schrijven had ontvangen waarin hem was medegedeeld, dat hij toch de melk moest verantwoorden of hij al of niet boter produceerde. Dit gaf verdachte toe, hij achtte echter de zaak de sop de kool niet waard volgens zijn me- dedeeling. De bedoeling was geenszins ge weest om te knoeien, hieraan toevoegende: „wij zijn zoo eerlijk als goud". (Gelach). Een controleur verklaarde dat verdach te dan niet thuis was, het register dan niet te vinden was en het eigenaardig was dat verdachte vroeger toen hij geen vergun ning had wel clandestien boter vervaardig de en nu hij vergunning heeft heelemaal niet. Verdachte mopperde: „toe maar.... maak het nog maar erger!" De ambtenaar vond de overtreding ernstig mede gelet op zijn houding t.o.v. de controleurs en ont vangen waarschuwing vorderde hij een geldboete van ƒ50 subs. 20 d. hechtenis. Veroordeeling ƒ35 subs. 7 d. In de volgende zaak tegen een zuster van verdachte, lag hiervoor genoemde ver dachte een vedklaring over, dat zijn zus ter niet ter zitting kon komen wegens on gesteldheid. Deze zaak was volgens ver dachte nog veel onbenulliger. Ambtenaar en kantonrechter waren een andere mee ning toegedaan en al was dit feit niet zoo ernstig, werd ook de zuster veroordeeld tot 15.subs. 5 dg. E. v. d. H. die groenten en aardappelen had vervoerd zonder in het bezit te zijn van een erkenningskaart van de Groente en Fruitcentrale werd veroordeeld tot ƒ4 subs. 2 d. N. P. K. uit Koudekerk had even eens een overtreding begaan i.z. de Crisis- zuivelwet door meer boter in voorraad te hebben als het z.g. productieboek aangaf. Verdachte deeltje mede, dat hij werkzaam was bij zijn vader, van wien het bedrijf was, doch dat hij de zaken voor zijn va der behartigde. De vader was dus de aan- LUCHTVAART DE ONGELUKKEN VAN DE K. L. M. Het „Vaderland" schrijft: In deze droeve dagen voor de Nederland- sche aviatiek komt vaak Bredero's verma ning in de gedachten, dat het verkeeren kan. Tot voor enkele dagen heeft ons blad vrijwel alleen gestaan met zijn pessimisme. De critiek, die wij ons veroorloofden, werd ons kwalijk genomen; en nu: nu valt het niet te ontkennen, dat een goed deel, zelfs van het weldenkende publiek, een anderen kijk op de zaken gekregen heeft en niet meer blindelings vertrouwen heeft in de faits et gestes van de K.L.M. Ook de pers gaat zich roeren en men stelt de vraag, of de veiligheid niet opgeofferd is aan de snel heid; een blad uit de provincie eischt zelfs al: doe de Douglassen weg van de Indische lijn De eenige aanleiding tot deze veranderde houding van het belangstellende publiek is ongetwijfeld de gang van zaken der laatste maanden: Na het, opgeschroefde, succes van de „Uiver" is de ramp van de „Uiver" ge komen, gevolgd door een onregelmatigen dubbelen Douglasdienst op Indië, gevolgd door de ramp van de „Kwikstaart", gevolgd door het ongeluk van de „Maraboe", ge volgd door tijdelijke overgeving van een nachtpostdienst op Keulen aan de Duit- schers, idem van den dienst op Praag aan de Tsjechen, door intrekking van het zie kelijke lijntje op Huil en door terugneming van twee F XXII toestellen en een F XXXVI in de werkplaats voor herziening van het voedingssysteem de rmotoren. Bij de groote overeenkomst tusschen on ze houding, sinds alweer verscheiden jaren, en de nieuwe houding van het publiek is er een groot verschil in de motiveering daar van. Onze critiek is op een commercieel inzicht gebaseerd, de sceptische houding van het publiek vrijwel uitsluitend op de ongelukken en dan vooral op de groote fre quentie daarvan binnen een kort tijdsbe stek. Niet overdrijven. Hoewel ons blad meent, dat er wel dege lijk verband tusschen de commercieele lei ding en de ongelukken bestaat, willen wij onze lezers toch waarschuwen, zich te hoe den voor overdrijving. Gaan wij de onge lukken stuk voor stuk na. De „Uiver" was mis, dat valt niet te ont kennen. Nog steeds is de vraag niet beant woord, op welke wijze toch die Douglas aan een bewijs van luchtwaardigheid gekomen is, terwijl dr. ir. v. d. Maas, de Rijksdes- kundige, bezwaren had tegen haar vlieg- eigensohappen. Maar de „Leeuwerik" is ten ondergegaan door ijsafzetting op de vleugels. Dat euvel is nog niet overwonnen en dus kan men er niemand een verwijt van maken. Vijf jaar geleden zou het vliegtuig bij deze weersom standigheden vermoedelijk niet vertrokken zijn, maar bij de uitbreiding van het net wordt het halen van verbindingen nu een maal belangrijker, dan wanneer men een loshangend lijntje heeft. Dat verschijnsel is internationaal en niet specifiek Neder- landsch. Dan de Fokker F, „Kwikstaart", veronge lukt bij den start op Schiphol. Officieel is alleen geconstateerd, dat de oorzaak te wij ten was aan den benzinetoevoer. Meer niet. Maar er is meer. Men zal zich herinneren, dat wij ons verbaasd hebben, le dat zoo'n geval zich in 1935 nog voordeed, omdat het euvel van gasbelvorming in de benzine leiding overwonnen is, 2e dat men de an dere toestellen in dienst hield. Thans zijn de beide F XXII-toestellen en de F XXXVI uit de vaart genomen, voor wijzigingen in den benzinetoevoer. Vast staat dus, dat er een fout ontdekt is. Welke? Dat wordt niet meegedeeld, maar naar wij vernamen is gewezen en aansprakelijke persoon. De ambtenaar ried verdachte derhalve aan, dat zijn vader de vergunning of erken ning als boter producent liet intrekken en verdachte een erkenning aanvraagt. Verdachte werd derhalve van rechtsver volging ontslagen, maar hiermede is de zaak niet afgeloopen, want nu zal de va der zich hebben te verantwoorden. Ver dachte vond dit goed, daar hij nog niets was te spreken over de 9 pond boter die men zoo maar mede had genomen, terwijl z.i. de zaak in orde was, terwijl ook een hoofdcontroleur later de voorraad had op genomen die dit eveneens in orde had be vonden. H. L. den H. had eveneens meer boter in voorraad gehad als zijn boeken aanga ven, bovendien had hij deze niet altijd even serieus bijgehouden. Wat het le feit betreft moest echter vrijspraak worden gevorderd, daar verdachte melkhandelaar was en de boter van derden had betrok ken en niet zelf had geproduceerd wat de verbalisant-controleur bevestigde. Wat het 2e feit betreft kon verdachte zich niet best begrijpen daar hij veertien dagen daarvoor 2 pond tekort had gehad volgens een ande re controleur en nu 11/4 K.G. teveel. Hij meende dan ook absoluut te goeder trouw te zijn en kon zich zulks nog niet begrij pen. De controleur bleef er bij, dat er te veel was geweest, doch gaf toe dat er mis schien wel een vergissing kon zijn en het verschil kon zijn gelegen in het feit, dat hiervoor tekort was, maar hij had gemeend verbaal te moeten maken volgens zijn in structies. Van knoeierrij of fraude meende hij dat hier niet gesproken kon worden al was verdachte wel wat slof met het bij houden van zijn register. Eisch 15 subs. 5 dagen wat verdachte veel vond en derhal ve om clementie pleitte, waaraan de kan tonrechter gehoor gaf door hem te veroor- deelen tot 10 subs. 5 d. met verbeurdver klaring der in beslag genomen boter. het deze: zooals gemeld is elke motor uit gerust met een eigen pompje. Bovendien is bij de onderhavige typen acher elk kop pel mooren een handpomp gezet, in deze gevallen echter niet als reservepomp, zoo- als in alle andere toestellen, maar als aan- vullingspomp, want men wist, dat de motor pompjes, die de fabriek bij deze Waspen levert, niet sterk genoeg zijn om voldoen de benzine aan te voeren in den start, ze ker niet bij gasbelvorming. Bij eiken start moest met de handpomp worden bij ge pompt. De Kwikstaart was in den start en ver moedelijk zullen er ook wel gasbellen in de leiding gezeten hebben. Toen Zondag dan ook de handpomp brak, was er zoo deelde men ons mede geen reserve in de Kwikstaart. Toen wij informeerden naar het waarom van deze werkwijze, kon men ons alleen wijzen op het feit, dat de fabriek de kleine pompen levert bij den motor en dat sterkere pompen bijgekocht moeten worden. Wanneer deze inlichtingen juist zijn (waarom krijgen wij toch geen officieele inlichtingen?), dan zou de ramp van de Kwikstaart te wijten zijn aan misplaatste zuinigheid. Tenslotte: de Maraboe. Van dat ongeluk weten wij vrijwel niets. De Douglassen hebben niet ieders vertrouwen. De vlieg- eigenschappen zijn nog steeds niet wat wij in Nederland gewend waren. Dat leidt in remous tot concessies aan de snelheid en de regelmaat van den dienst. Net als in Amerika gaan de vliegers gauwer aan den grond voor slecht weer. De motoren leve ren moeilijkheden op. De kleppen ver branden. Daarom is al een voorschrift ge geven om eiken motor met 200 toeren minder te laten loopen. Maar aangaande het ongeluk van de Maraboe is toch met dit alles nog geen conclusie te trekken. Hoe ernstig bovenstaande feiten ook zijn, zij geven geen aanleiding om de K. L. M. zonder vorm van proces te veroordeelen en maar boudweg te insinueeren, dat zij de veiligheid aan de snelheid heeft opge offerd. Zoo ligt de zaak ten eenenmale niet en het is ons, die ten opzichte van de K.L.M. nu niet direct verdacht kunnen worden van oogendienarij, een genoegen, het dit maal weer voor de K.L.M. te kunnen op nemen, wat dit eene punt betreft. In de zaak van de Douglassen behouden wij ons een oordeel voor, totdat nadere inlichtingen uit Boesjir komen. De ongelukken van de beide Fokkers hebben niets met vliegsnelheid te maken, zooals boven aangetoond. Het ongeluk der Uiver hield er indirect verband mee. Over de Maraboe kan men niets zeggen. Recht vaardigen deze feiten nu al een oordeel, dat de veiligheid aan de snelheid is opge offerd? O.i. geenszins. Bovendien, het publiek zal zich aan meer snelheid moeten gewennen (en de consequenties daarvan) of niet vliegen. Meer snelheid brengt ongetwijfeld meer gevaren mee. De gevolgen van een botsing b.v. worden er wiskundig zeker grooter door. Dit inzicht is een der motieven, waar om wy bij ons pleidooi voor meer snelheid in den postdienst op Indië als eisch gesteld hebben: scheiding van post en passagiers. Maar dit onderwerp zullen wij laten rus ten. Om kort te gaan: wie billijk wil zijn, moet met zijn oordeel wachten tot naderè gegevens komen. De Regeering bewijst, naar onze meening, de Nederlandsche Luchtvaart een dienst, door zoo spoedig mogelijk algeheele publiciteit te gelasten. Ongelukken en commercieele leiding. Ten slotte deze opmerking: zooals ge zegd houden wij de mogelijkheid voor oogen, dat er verband kan bestaan tus schen de ongelukken en de commercieele leiding van de K.L.M. Wij zien dat zoo: De K.L.M. heeft verzuimd een eigen Ne derlandsche luchtvaartpolitiek te ontwik kelen. Haar handelingen zijn opportuun. Nu is zij zooals eind vorig jaar uitvoe rig in ons blad aangetoond op de Indi sche lijn verrast door de Engelsche con currentie, die den dienst ging verdubbelen. Daardoor viel haar plan met de F XXXVI in duigen. Wilden wij blijven concurreeren met de Engelschen, dan was er geen tijd om eigen toestellen te ontwikkelen. Van dat moment af is alles wat de K.L.M. gedaan heeft geforceerd geworden. Nauwelijks vloog de eerste Douglas in Amerika, of men kocht er een. Toen dr. ir. v. d. Maas bezwaren maakte, werd een be wijs van luchtvaardigheid geforceerd. De dubbele weekdienst werd Indië opgedron gen. De K.L.M. zelf nam er een financieel risico mee, als zij te voren nog nimmqr had gedaan. Van dat moment af ziet men dan ook de K.L.M. omzien naar middelen om haar onkosten te verminderen, want dat is haar belang bij centralisatie van alle technische diensten in een eenheids- fabriek. Was deze krampachtige financier kunst in wezen mede de aanleiding tot de verkeerde zuinigheid bij de F. XXII, waar van wij vernamen? Herhaaldelijk heeft ons blad gewaar schuwd, dat de Nederlandsche luchtvaart er minder glorieus voorstond dan men propageerde. Stellen de droeve resultaten ons in het gelijk? Als het nu al zoo gaat, wat moet het dan worden, als in 1937 de Engelschen eerst recht komen opzetten? Omkeeren, terug naar den tweesprong en den anderen weg, den eigen weg in slaan, zou dat niet het beste middel zijn om tegen 1937 weer een bloeiende lucht vaart te krijgen?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 11