ALS EEN STEDELING BOEREN GAAT DINSDAG 16 JULI 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. - PAG. 6 HET „LANDJAHR" IN HOOGMADE Ie BEDRIJF. (De wacht in Erythrea). De Duitsche Regeering heeft reeds me nige bepaling doorgedreven, die het Duit sche volk van morgen diep berouwen zal. Maar één denkbeeld is er van Berlijn uit gezonden, dat al is 't natuurlijk weer averrecht uitgevoerd in beginsel door alle partijen als om strijd is geprezen: het Landjahr. Iedere jongeman, die de school verlaat, is verplicht eenige maanden te arbeiden, het zij in den landbouw, hetzij in dein boscli- bouw, om op deze wijze het verbroken con tact van de stadsbevolking met „Blut und Boden", met het levens-eigene van het Duitsche volk te herstellen. Dat „Blut und Boden" verspreidt een zwaar kettersch luchtje. Een werkelijk verpestend geurtje! Doch afgezien van een verdwaasde, nationaal-socialistische uitleg is het denkbeeld gezond en trouwens nooit of te nimmer of door wie of wat ook te gengesproken. Het is voor ieder duidelijk, wanneer men de aard der verschillende naties bestudeert, dat het karakter van een volk grootendeels bepaald wordt door het land, waarin het leeft en het bloed, waaruit het is gesproten. Het zou geen kwaad kunnen, als ook bij ons een „Landjahr" werd voorgeschreven, al was 't alleen reeds om de stadsche jeugd meer respect voor boeren bij te brengen. Deze en dergelijke interessante gepein zen hadden wij allen tijd om uit te spin nen tijdens een uur „op de plaats rust", ge noten op het afdakje van een varkensstal van zekere boerderij te Hoogmade.... In de zwoele donkerte van de stal lag een massieve zeug, een levende „Jan in de zak", vergenoegd te knorren, terwijl in een an der compartiment een twintigtal met krul staarten gesierde vleesch-balloms rond snuffelden, die schurkend en snuivend de draak staken met het modieuse gepraat over de slanke lijn. Door het stal-dak steeg een geur op als van een moderne Duitsche ketterij, maar wie het „Landjahr" wil meemaken moet niet al te kieskeurig zijn. Het hooifeest zou dezen middag worden vortgezet, maar wij kwamen tijdens de siesta op de gastvrije boerderij aan het Noordeinde binnenvallen. Er heerschte op het erf een zoete rust, als in ieder Ita liaans ch klooster en in menige Hollandsche pastorie op hetzelfde oogenblik. Zelfs in deze kleine bijkomstigheid wordt hier te lande stipt de Latijnsche ritus gevolgd. Denk niet, dat de „baas" zijn plicht als gastheer had verzuimd. Maar na de begroe ting was hij spoorloos verdwenen. „Hij nam er nog een kwartiertje van". Al spoe dig kwam ik tot de ervaring, dat het ver maarde „boeren-kwartiertje" even rekbaar was, als het professorale op de minuut af. En intusschen peinsde de Verloren Zoon op zijn varkensstal, „als een musch", zoo als Koning David het zeide, „die eenzaam op het dak zit". De zachte zomerwind suizelde door de kruinen van de iepen...., een verwaan de haan, omstuwd door gansch zijn ha rem, krabbelde rond de hooiberg.... op de steenen vloer van een stal stampten paardenhoevenmaar overigens werd de loome rust door geen geluid verstoord. Een korte inspectie-tocht had reeds tot de bevinding gebracht, dat de geheele boerderij, mitsgaders al zijn bewoners, vier blozende jonge boertjes en de hond inbegrepen, in zwijm lag. Maar waar de baas zoo gauw gebleven was? Hij was verdwenen en bleef onvindbaar. Tot ik den Pallieter ontdekte boven in de hooi berg, in vredige bewusteloosheid, de dauw van den heeten zomerdag parelend op zijn voorhoofd. He BEDRIJF. (In de hitte van Addis Abeba). Langzamerhand raakte de boerderij weer tot haar volle zomerdrukte. De kippen be gonnen te kakelen, de kalveren klagelijk te loeien, de schapen te blaten. De knechts kwamen opdagen, gewapend met de „veurk", een roode zakdoek om het hoofd geknoopt, wat him een treffende gelijkenis bezorgde met Algerijnsche zeeroovers (On derbroeken behoorden blijkbaar niet tot de liturgie van den dag) Onder hen was ook Dirk een der hoofdpersonen uit het vorige verhaal en ik vermeld zij-n naam hier met opzet om een drukfout te verbete ren: Dirk is niet 12, doch „bijna" 16 jaar oud. Hij had onder deze publieke misken ning zwaar geleden en eischte eerherstel, wat hem bij deze van harte is verleend. De hooiberg rees reeds vervaarlijk hoog in de lucht, als het strijdbare donjon van een oud kasteel. Het duurde niet lang, of het hooi-gevecht brandde in volle felheid los. Mèt de baas en een nazaat van onzen groot en admiraal Maarten Harpertsz. was de verdediging van het donjon aan ons op gedragen. Het hooi werd door meerge melde zeeroovers op pieken opgeheven en moest onder de kap van de barg worden uitgespreid. Het wa- smoorheet onder de ijzeren kap van de hooiberg. Een echte Addis-Abeba-hitte! Nog heeter maar hoe is dat mogelijk! dan op de tribune van ,,'t Lodewijkie" op Zondagmorgen en nog donkerder dan in de Vischkapel vóór de ontgraving. Hoe lang het duurde eer alle leggers hooi onder de kap geborgen waren ik zou t niet kunnen zeggen. Er was geen tijd om aan tijd te denken. De eene vork hooi was nog niet overwonnen en „knock out" geslagen, of alle staatsmanswijsheid werd gevergd om niet onder de volgende bedolven te worden. De nazaat des grooten admiraals amuseerde zich buitenmate met de Wolken hooi midden in je gezicht te duwen, welk vermaak hem weldra een biertje kostte. Want het is een ongeschre ven wet, dat wie een anders hooivork weet mee te pikken, recht heeft op de Germaan- sche godendrank. Het ging er zeer gemoedelijk aan toe, en ieder excuus voor dergelijke misdrijven of voor een prik met de veurk zou even slecht op zijn plaats geweest-zijn als het „pardon" van het H. B. S.-jongetje in times long ago wanneer hij je bij het balspel op de teenen trapte. De hooiberg rees alsmaar hoogar en het strijdrumoer werd alsmaar heftiger. Wan neer je vanaf de trans van het kasteel om laag keek op de glinsterende pieken van de belegeraars, liep een koude siddering als een aangename verkoeling langs je ruggegraat. Als, ja als, je eens omlaag vielEen zekere dood wachtte je la Jan van Schaffelaar. Ik was reeds ijverig aan het repeteeren, wat volgens Tollens de kletsmeyer bij deze gelegenheid gereciteerd moest worden: „Daar hebt gij Jan van Schaffelaar" Weergalmt hij in zijn val „Verbrast en deelt hem met elkaar En lescht uw heeten gal." Enz. Enz. toen er uitblazen werd gecommandeerd en de dorst gelescht werd aan citroen-li monade, wat wel zoo verfrisschend smaak te als Jan zijn heete gal. In het heete hooi neergeploft, sloegen de vlammen aan alle kanten uit. Je kreeg een gevoel als soep in een mobilisatie-hooi- kist. U herinnert zich nog wel die practi- sche uitvinding, waar het eten warm in ging en bedorven uit kwam. Het einde van de hooipartij kwam met een dankbetuiging van den generaal. Ik had me ditmaal werkelijk verdienste lijk gemaakt; mijn loon bestond in een si gaar en een „bakkie" ine BEDRIJF. (De nederlaag bij Adoea). Had het zoontje van de baas in de onschuld van zijn jeugdig brein niet het rampzalige idee geopperd, „dat meneer nu ook koeien moest melken", dan zou de dag, na deze lofprijzing op mijn hooi-talenten, in een schitterende overwinning zijn ge ëindigd. Het Noodlot had echter anders be stierd. Gedegen levenswijsheid mag het heeten, om, wanneer 'n glorie-punt bereikt is, bedacht te zijn op tegenspoed. De dichters, met Poot vanzelfsprekend vóórop, weten het zoo mooi te zeggen en de Rey van Eubeeërs in Vondel's „Palame des" zingen het vol overtuiging: „Men leeght de koeyen uyers wacker", maar of schoon aan mijn wakkerheid ten deze niets ontbrak, is tot het leeghen van koeyen uyers, noch in deze noch in de Marchant- sche spelling, mogen komen. Het werd een nederlaag, schrikkelijker nog dan <ie Italiaansche bij Adoea. Ieder Nederlander wordt verondersteld, behalve de wet, ook een koe te kennen. Van een gedetailleerde beschrijving mogen wij ons dus ontslagen achten. Een koe is een dier met een gevlekte huid als een landkaart van nog niet ontdekte wereld- deelen en een gepluimde staart als van een leeuw, maar overigens met een zeer zacht zinnig gemoed. Dit laatste is een eigenschap, die een koe vooral in de onderhavige situatie tot eere strekte. Tieren, trekken, rukken, druk ken, het baatte alles niets. Zelfs vloe ken leverde geen succes op. Nu en dan sie pelde een wit straaltje in de van melk schuimende emmer, bij wijze van troost prijs, alsof de koe dacht: hij moet toch wat hebben voor zijn inspanning. Wanneer je een boer, in een blauwe su- perpli gestoken, in devote houding een koe ziet melken, zou allicht de meening post vatten, dat dit landelijk ambacht door ieder kan worden uitgeoefend. Wees gewaar schuwd! De knapste menschen lijden schip breuk en gedragen zich stommer dan de kalveren, die in dat vak meesters zijn. Wat de diverse koeien van deze vertoo ning gedacht hebben, blijft bij gissen. Hun sympathiek gelaat verried niet de minste belangstelling. Geboren diplomaten en hui chelaars! Als een koe eens lachen kon.... Na al onze krachten uitgeput te hebben een krachtsverspilling rijkelijk voldoende om tien sterke mannen te worgen zijn we van het melkblok afgestapt, met de droevige zekerheid, dat het behalen van melkers-diploma niet voor ons was weg gelegd. BUITENLAND DUITSCHLAND. NIEUWE GOLF VAN JODENHAAT. Groot aantal molestaties van Joden te Berlijn. Er manifesteert zich thans in Duitschland een nieuwe golf van anti-semitisme. Schier dagelijks doen zich incidenten voor tusschen leden van nationaal-socialistische organisa ties en joden, die gewoonlijk naar een con centratiekamp worden overgebracht „om hun veiligheid te verzekeren." In het Westen van Berlijn, waar veel jo den wonen, is gisteren een groot aantal mo lestaties van joden voorgevallen. Ruiten werden ingeworpen en verscheiden perso nen werden mishandeld. Te Breslau zijn 6 joden en 6 Arische vrouwen gearresteerd, die ervan beschul digd worden betrekkingen met elkaar te hebben onderhouden. Laatstgenoemd bericht wordt bevestigd door het D. N. B., dat meldt dat de ge heime staatspolitie 6 mannen en 7 „zoo genaamde" Duitsche vrouwen wegens „ras- senschade" in verband met rechtstreeks in gevaar brengen van openbare veiligheid en orde in „Schutzhaft" heeft genomen. Zij zien, zoo voegt het D. N. B. er aan toe, hun overbrenging naar een concentratie kamp tegemoet. ITALIË. GAAT MUSSOLINI NAAR AFRIKA? Het valt de Italianen niet mee. Er wordt hier op gerekend, dat Musso lini de volgende maand een bezoek zal brengen aan Lybië en Erythrea. De „Daily Telegraph" meldt uit Cairo, dat tusschen Maart en 1 Juli volgens de statistieken meer dan 80.000 Italiaansche soldaten het Suez-kanaal zijn gepasseerd, terwijl deze maand nog 15.000 zullen pas- seeren en dat in totaal in de maand Juli 27 transporten door het kanaal zullen gaan. Een groot gedeelte van deze troepen heeft Massawa in Eristhrea als bestemming, vermoedelijk een der heetste havens ter wereld, waar de temperatuur somtijds 122 graden Fahrenheit in de schaduw bedraagt. Er is zeer weinig water en de manschap pen krijgen 2 pinten per dag, om te drin ken en om zich te wasschen. Er is een installatie gemaakt voor het distilleeren van zeewater, doch deze kan nauwelijks in de vraag voorzien. Speciale transportschepen worden naar het 300 mijl verder gelegen Port Soedan gezonden, om water te koopen. De soldaten hebben ten zeerste van het klimaat te lijden. In de afgeloopen veer tien dagen passeerden meer dan 3000 man die als invaliden naar het moederland te rugkeerden het Suezkanaal. Zes soldaten die door zonnesteek getroffen waren, moes ten te Suez aan land worden gebracht, waar vijf hunner zijn overleden. Adoea moet gewroken worden! Naar men gelooft, verlangt Mussolini, dat minstens één veldslag zal geleverd wor den in Abessynië, welke naar hij hoopt, een schitterende overwinning zal brengen aan de Italiaansche wapenen, welke in geheel Italië gevierd zal worden. Getracht zal worden, dezen slag te leve ren op het oude slagveld van Adoea, ten einde de nederlaag, welke Italië hier heeft geleden, uit te wisschen. De Negus rekent op zes jaar oorlog. Prinses Rassari Heshla Tamanys, een nicht van den keizer van Abessynië, die te New-York muziek studeert, heeft ver klaard, dat de negus zich voorbereidt op een oorlog met Italië, welke zes jaar duren zal. In geheime bergplaatsen in de bergen zijn voorraden munitie opgeslagen. De troepen worden geoefend door buitenland- sche officieren, terwijl tunnels worden ge graven als schuilplaatsen voor luchtaan vallen.. ZEDENVERWILDERING AAN DE ITALIAANSCHE STRANDEN. Kardinaal Granito Pignatelli, de Bisschop van Ostia, heeft een herderlijk schrijven uitgevaardigd over de gevaren van het strandleven aan het Lido di Roma. „Onze blijdschap" schrijft de kerkvorst, „over de stichtende godsdienstigheid van de landslieden van het Lido is in droef heid verkeerd, nu wij ontwaren, dat de zedeloosheid en de ontucht aan onze schoo- ne stranden elk seizoen aan steeds bruta ler excessen te buiten gaan. Van alle zijden bereiken ons klachten, dat de voorschriften der autoriteiten betreffende de openbare zedelijkheid door talloozen worden over treden. Castel Fusano, waar de politie verleden jaar den toegang weigerde aan allen, die in badcostuum waren, is thans vrij toegan kelijk voor allen, die daar „zonnebaden" willen nemenWegens al deze erger lijke feiten is het strand een gevaarlijke gelegenheid van zonde geworden, waar geen priester mag komen noch om te baden noch om te wandelen. Vervolgens bepalen wij, dat tijdens het zoogenaamde seizoen in alle parochiekerken van het Lido iede- ren avond het Allerheiligste zal worden uitgesteld om de vrome zielen gelegenheid te geven God te smeeken zijn straffende hand af te houden van het strand, waar St. Augustinus en Ste. Monica hebben gebe den." „De Kerkelijke Autoriteiten" aldus de „Osservatore" in een laconiek onderschrift, hebben te dezer zake hun best gedaan „Ja, van de zijde der kerkelijke autoritei ten heeft het aan maatregelen niet ontbro ken...." JOEGO-SLAVIE. CONCORDAAT MET DE KERK. Het oud-Slavisch als liturgische taal. De Joego-Slavische minister van justitie Dr. Auer begeeft zich deze week naar Ro me, om daar het concordaat tusschen Joe goslavië en den H. Stoel te ónderteekenen; het concordaat is analoog aan de regeling met de Servische Orth. Kerk. Het thans te sluiten concordaat bepaalt de grenzen der bisdommen, regelt de be zetting der opengevallen bisschopsplaatsen en legt ook de formule vast van den eed van trouw, welke de bisschoppen aan ko ning en staat zullen hebben af te leggen. De hoogte der te betalen belasting alsmede van de staatstoelage worden tevens vastge legd. De toelage zal worden betaald uit de opbrengst van den toeslag op de gewone belasting, welke van de lidmaten der Kerk zal worden geheven. Het stuk geeft voorts de definitieve toestemming tot het gebruik van de oud-slavische taal bij de kerkelijke plechtigheden, regelt verder het R. K. godsdienstonderwijs op de scholen, de stu die der godgeleerdheid, en van het huwe lijksrecht, enz. De toelage der R. K. Kerk wordt jaarlijks op 35.5 millioen dinar ge raamd. De subsidie bedraagt voor de Or thodoxe kerk 46, voor de Mohammedaan- sche 13 millioen. „Hbld." AMERIKA. ROOSEVELT GEHANDICAPT. Gerechtelijke uitspraak tegen onteigening van bouwterreinen. Er hebben zich bij de uitvoering van Roosevelt's woningbouwprogram een onderdeel van zijn program ter bestrijding van de werkloosheid ernstige moeilijk heden voorgedaan, welke vermoedelijk zul len leiden tot een beperking van den bouw van woningen met lagen huurprijs. De regeering had nl. te Louisville in Ken tucky getracht door onteigening den bouw grond in handen te krijgen voor een blok huizen, dat plaats zou biedep aan 460 ge zinnen en ongeveer 1.6 millioen dollars zou kosten. Het hof van appèl te Cincinnati heeft thans echter beslist, dat de aan de re geering verleende volmachten haar niet het recht geven het grondbezit van een Amerikaanschen staatsburger te onteige nen, ook niet als het gaat om een vermin dering van de werkloosheid, gelijk in het onderhavige geval. BUITENLANDSCHE BERICHTEN MIJNONTPLOFFING TE DORDTMUND. 10 dooden, 27 gewonden. Maandag om 11.50 is er in de mijn Adolf von Hansemann" te Dortmund-Mengede op 740 m. diepte door tot nu toe onbekende oorzaak een ontploffing geschied. Door de ontploffing ontstond een mijnbrand. Daar bij werden 10 mijnwerkers gedood en 27 gewond. DE GEVAREN DER BERGEN. Uit verschillende streken in Duitschland worden ernstige ongelukken van bergbe klimmers gemeld. Bij den Hochkalter werden de beide se dert 2 Juli vermiste toeristen Oswald Schmidt en Friedrich Goldammer uit Dres den dood aangetroffen. Uit Innsbruch wordt gemeld, dat de 22- jarige student, Hermann Eibs, Zondagmid dag in het gebied van Bettelwurf omlaag gestort is en verongelukt. Twee Duitsche toeristen, Anna Behrens uit Berlijn en Peter Platen uit Krefeld zijn bij de bestijging van den Or tier verdwaald. Door middel van lichtsignalen slaagden zij er in, de aandacht der berggidsen te trek ken, die onmiddellijk naar boven klommen en de beide toeristen in veiligheid brachten. Uit Oberstdorf wórdt gemeld, dat de 23- jarige Eduard Ellenrièder uit Ravensburg, die alleen den Noordelijken wand van den Widderstein wilde beklimmen, bp zijn po ging doodelijk is neergestort. DE OVERSTROOMINGEN IN CHINA. Cholera uitgebroken. Te Sjoetsjau-foe (in Noord-Kiangsoe) is cholera uitgebroken, waardoor de ellende van de overstroomingen, die zich blijven uitbreiden, vergroot wordt. Officieel wordt bekend gemaakt, dat al leen al in het Noorden van Hoenan vier duizend personen tengevolge van de over stroomingen verdronken zijn, terwijl 400.000 dakloos zijn. DE WOND DIE MAAR NIET GENAS. Zelfverminking. Voor de rechtbank te Dusseldorp heeft een thans 35-jarige man terechtgestaan wegens een eigenaardige oplichting van de ziektekas zijner vakvereeniging. De be klaagde had tien jaar geleden een geduchte snij wond aan een zijner boenen opgeloo- pen en deze wond wilde maar niet genezen. Tijdens den duur van de ziekte had de vakbond hem 9000 Mark uitbetaald. Eindelijk werd operatief ingegrepen en toen kwamen vijf stukken koperdraad te voorschijn, die de beklaagde zelf in de wond had gestopt om genezing te voorko men. Hij is nu, na tien jaar, tot \y2 jaar ge vangenisstraf veroordeeld. TWEE NEGERS GELYNCHT. Wegens poging zich te vergrijpen aan blanke vrouwen. Te Columbus in den staat Mississippi zijn Maandag twee jonge negers, die gepoogd zouden hebben zich aan twee blanke vrou wen te vergrijpen, gelyncht. De negers, die gearresteerd waren en wegens de opwin ding van de blanke bevolking in het geheim naar de gevangenis van Aberdeen zouden worden overgebracht, werden door een ge weldige volksmenigte aan de politie ont rukt en achter een kerk aan een boom op gehangen. KERKNIEUWS TOEDIENING VAN DE TONSUUR. Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft op 16 Juli in de kapel van het Phi'losophi- cum te Warmond de Tonsuur toegediend aan de volgende Heeren: J. W. Bruin, A. J. H. Drost, J. Th. J. Drost, C. J. M. Eeken, J. P. A. M. van den Engh, W. Q. Grimber gen, J. A. Groenendijk, G. J. M. Groot, A. J. Hartog, P. W. A. Hillebrand, J. C. A. Huibers, W. G. H. Kamerbeek, J. L. van Kesteren, J. G. van der Kley, M. C. Klijn, J. M. de Koning, H. F. A. Konijn, C. C. Kroon, G. A. van Leeuwen, J. C. Loerak ker, C. H. M. Nolet, M. M. Out, P. L. M. Plouvier, P. J. N. M. Riep, M. M. Roze- straten, A. H. Schrama, H. A. C. Snelders, J. P. J. Solleveld, H. M. J. Stoelinga, P. J. van Stralen, C. J. van Teylingen, P. A. Tweehuysen, J. L. H. van Vliet, A. A. van der Voort, Ch. H. Vriesekoop, J. H. War merdam. Allen studenten van het Philosophicum. H.H. WIJDINGEN TE MILL HULL. Zondag, 14 Juli, heeft Z. H. Exc. Mgr. A. Hinsley, Aartsbisschop van Westminster, in de kapel van het St. Josephs College te Mill Hill de volgende H.H. Wijdingen toege diend: Het H. Priesterschap aan 23 leden der St. Josephs Congregatie voor Vreemde Mis siën waaronder de volgende Nederlandei's: A. Aarts (Dongen); J. Ardts (Beugen); N. Beerendonk (Fijnaart); W. Boon (Den Haag); J. de Bree (Houten); M. v. Encke- vort (Sevenum)J. Hanrath (H i 11 e g o m) P. Kooter (Wognum); A. Mulders (Til burg); W. Nelissen (Venlo); L. v. Son (Waspik). Het Subdiaconaat aan 24 leden derzelfde Congregatie, waaronder de volgende Ne derlanders: N. v. Bilderbeek (A'dam); J. Boerkamp (Duistervoorde)M. Boonman (Oud^Vossemeer)J. Broekmans (Waspik); C. Broers (Tilburg); H. v. Erp (Oss); H. Francois Zevenibergschen Hoek); A. Geer- des (Schiedam); A. Jacobs (Gilze); M. Kaanders (Hees); H. Noordman (Hilver sum); P. Peeters (Weert); E. v. Rassel (R'dam); H. Verhoef (Leiden). BENOEMINGEN. Na de HjH. Wijdingen maakte de Hoog- eerw. Generaal Overste Fr. S. J. O'Callag- han, de volgende benoemingen van Neder- Inaders bekend: Voor de Huizen in Europa: Mill Hill: H. Knüwer Geest. Dir. (thans te Roosendaal); Brun Hall: H. Linthorst (thans te Fresh- field); Tilburg: A. v. d. Burg (thans te Haelen) en P. Kooter; Hoorn: L. v. Son; Haelen: P .de Ruyter (thans-te Tilburg); F. Hulsbosch (thans te Tilburg); N. Beeren donk; M. v. Enckvort; V r ij 1 a n d: T h. L e- feber, voor Procure (thans te Hoorn); Rome: J. Thoonen voor Missiologde (thans te Mill HUI). Voor de Missiën: Boven Nijl: J. v. Liempt (thans te Hoorn) en J. Reiné (thans te Hae len); Britsch Kameroen: W. Nelissen; Sa rawak: W. Wagenaar (thans te Tilburg) en W. Boon; Noord Borneo: A. Mulders; Phi- lippijnen: A. Aarts; Congo: J. Hanrath en Broeder Canisius (thans te Haelen). Mis sie nog niet bepaald: J. de Bree en J. Ardts. Benoemingen op Java. De Apostolisch Vicaris te Batavia be noemde de zeereerw. heeren J. W. M. Wub- be tot Pastoor te Semarang, L. Th. Schlatt- mann tot waarnemend Pastoor te Batavia, L. A. C. Wegers tot Pastoor te Batavia, G. M. Minderop tot onder-Pastoor te Sama- rang en A. M. J. Busch tot Pastoor te Djocja. Pastoor Schlattmann zal voor de Th ere - siakerk te Batavia vervangen worden door Pastoor F. Boune.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 6