ALS EEN STEDELING BOEREN GAAT
DINSDAG 16 JULI 1935
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD. - PAG. 6
HET „LANDJAHR" IN HOOGMADE
Ie BEDRIJF.
(De wacht in Erythrea).
De Duitsche Regeering heeft reeds me
nige bepaling doorgedreven, die het Duit
sche volk van morgen diep berouwen zal.
Maar één denkbeeld is er van Berlijn uit
gezonden, dat al is 't natuurlijk weer
averrecht uitgevoerd in beginsel door
alle partijen als om strijd is geprezen: het
Landjahr.
Iedere jongeman, die de school verlaat, is
verplicht eenige maanden te arbeiden, het
zij in den landbouw, hetzij in dein boscli-
bouw, om op deze wijze het verbroken con
tact van de stadsbevolking met „Blut und
Boden", met het levens-eigene van het
Duitsche volk te herstellen.
Dat „Blut und Boden" verspreidt een
zwaar kettersch luchtje. Een werkelijk
verpestend geurtje! Doch afgezien van een
verdwaasde, nationaal-socialistische uitleg
is het denkbeeld gezond en trouwens nooit
of te nimmer of door wie of wat ook te
gengesproken. Het is voor ieder duidelijk,
wanneer men de aard der verschillende
naties bestudeert, dat het karakter van
een volk grootendeels bepaald wordt door
het land, waarin het leeft en het bloed,
waaruit het is gesproten.
Het zou geen kwaad kunnen, als ook bij
ons een „Landjahr" werd voorgeschreven,
al was 't alleen reeds om de stadsche jeugd
meer respect voor boeren bij te brengen.
Deze en dergelijke interessante gepein
zen hadden wij allen tijd om uit te spin
nen tijdens een uur „op de plaats rust", ge
noten op het afdakje van een varkensstal
van zekere boerderij te Hoogmade.... In
de zwoele donkerte van de stal lag een
massieve zeug, een levende „Jan in de zak",
vergenoegd te knorren, terwijl in een an
der compartiment een twintigtal met krul
staarten gesierde vleesch-balloms rond
snuffelden, die schurkend en snuivend de
draak staken met het modieuse gepraat
over de slanke lijn.
Door het stal-dak steeg een geur op als
van een moderne Duitsche ketterij, maar
wie het „Landjahr" wil meemaken moet
niet al te kieskeurig zijn.
Het hooifeest zou dezen middag worden
vortgezet, maar wij kwamen tijdens de
siesta op de gastvrije boerderij aan het
Noordeinde binnenvallen. Er heerschte op
het erf een zoete rust, als in ieder Ita
liaans ch klooster en in menige Hollandsche
pastorie op hetzelfde oogenblik. Zelfs in
deze kleine bijkomstigheid wordt hier te
lande stipt de Latijnsche ritus gevolgd.
Denk niet, dat de „baas" zijn plicht als
gastheer had verzuimd. Maar na de begroe
ting was hij spoorloos verdwenen. „Hij
nam er nog een kwartiertje van". Al spoe
dig kwam ik tot de ervaring, dat het ver
maarde „boeren-kwartiertje" even rekbaar
was, als het professorale op de minuut af.
En intusschen peinsde de Verloren Zoon
op zijn varkensstal, „als een musch", zoo
als Koning David het zeide, „die eenzaam
op het dak zit".
De zachte zomerwind suizelde door de
kruinen van de iepen...., een verwaan
de haan, omstuwd door gansch zijn ha
rem, krabbelde rond de hooiberg.... op
de steenen vloer van een stal stampten
paardenhoevenmaar overigens werd
de loome rust door geen geluid verstoord.
Een korte inspectie-tocht had reeds tot
de bevinding gebracht, dat de geheele
boerderij, mitsgaders al zijn bewoners,
vier blozende jonge boertjes en de hond
inbegrepen, in zwijm lag. Maar waar de
baas zoo gauw gebleven was? Hij was
verdwenen en bleef onvindbaar. Tot ik
den Pallieter ontdekte boven in de hooi
berg, in vredige bewusteloosheid, de dauw
van den heeten zomerdag parelend op zijn
voorhoofd.
He BEDRIJF.
(In de hitte van Addis Abeba).
Langzamerhand raakte de boerderij weer
tot haar volle zomerdrukte. De kippen be
gonnen te kakelen, de kalveren klagelijk te
loeien, de schapen te blaten. De knechts
kwamen opdagen, gewapend met de
„veurk", een roode zakdoek om het hoofd
geknoopt, wat him een treffende gelijkenis
bezorgde met Algerijnsche zeeroovers (On
derbroeken behoorden blijkbaar niet tot
de liturgie van den dag) Onder hen was
ook Dirk een der hoofdpersonen uit het
vorige verhaal en ik vermeld zij-n naam
hier met opzet om een drukfout te verbete
ren: Dirk is niet 12, doch „bijna" 16 jaar
oud. Hij had onder deze publieke misken
ning zwaar geleden en eischte eerherstel,
wat hem bij deze van harte is verleend.
De hooiberg rees reeds vervaarlijk hoog
in de lucht, als het strijdbare donjon van
een oud kasteel. Het duurde niet lang, of
het hooi-gevecht brandde in volle felheid
los.
Mèt de baas en een nazaat van onzen
groot en admiraal Maarten Harpertsz. was de
verdediging van het donjon aan ons op
gedragen. Het hooi werd door meerge
melde zeeroovers op pieken opgeheven en
moest onder de kap van de barg worden
uitgespreid. Het wa- smoorheet onder de
ijzeren kap van de hooiberg. Een echte
Addis-Abeba-hitte! Nog heeter maar
hoe is dat mogelijk! dan op de tribune
van ,,'t Lodewijkie" op Zondagmorgen en
nog donkerder dan in de Vischkapel vóór
de ontgraving.
Hoe lang het duurde eer alle leggers
hooi onder de kap geborgen waren ik zou
t niet kunnen zeggen. Er was geen tijd om
aan tijd te denken. De eene vork
hooi was nog niet overwonnen en „knock
out" geslagen, of alle staatsmanswijsheid
werd gevergd om niet onder de volgende
bedolven te worden. De nazaat des grooten
admiraals amuseerde zich buitenmate met
de Wolken hooi midden in je gezicht te
duwen, welk vermaak hem weldra een
biertje kostte. Want het is een ongeschre
ven wet, dat wie een anders hooivork weet
mee te pikken, recht heeft op de Germaan-
sche godendrank.
Het ging er zeer gemoedelijk aan toe,
en ieder excuus voor dergelijke misdrijven
of voor een prik met de veurk zou even
slecht op zijn plaats geweest-zijn als het
„pardon" van het H. B. S.-jongetje in
times long ago wanneer hij je bij het
balspel op de teenen trapte.
De hooiberg rees alsmaar hoogar en het
strijdrumoer werd alsmaar heftiger. Wan
neer je vanaf de trans van het kasteel om
laag keek op de glinsterende pieken van
de belegeraars, liep een koude siddering
als een aangename verkoeling langs je
ruggegraat. Als, ja als, je eens omlaag
vielEen zekere dood wachtte je la
Jan van Schaffelaar. Ik was reeds ijverig
aan het repeteeren, wat volgens Tollens
de kletsmeyer bij deze gelegenheid
gereciteerd moest worden:
„Daar hebt gij Jan van Schaffelaar"
Weergalmt hij in zijn val
„Verbrast en deelt hem met elkaar
En lescht uw heeten gal."
Enz.
Enz.
toen er uitblazen werd gecommandeerd
en de dorst gelescht werd aan citroen-li
monade, wat wel zoo verfrisschend smaak
te als Jan zijn heete gal.
In het heete hooi neergeploft, sloegen
de vlammen aan alle kanten uit. Je kreeg
een gevoel als soep in een mobilisatie-hooi-
kist. U herinnert zich nog wel die practi-
sche uitvinding, waar het eten warm in
ging en bedorven uit kwam.
Het einde van de hooipartij kwam met
een dankbetuiging van den generaal. Ik
had me ditmaal werkelijk verdienste
lijk gemaakt; mijn loon bestond in een si
gaar en een „bakkie"
ine BEDRIJF.
(De nederlaag bij Adoea).
Had het zoontje van de baas in de
onschuld van zijn jeugdig brein niet het
rampzalige idee geopperd, „dat meneer nu
ook koeien moest melken", dan zou de dag,
na deze lofprijzing op mijn hooi-talenten,
in een schitterende overwinning zijn ge
ëindigd. Het Noodlot had echter anders be
stierd. Gedegen levenswijsheid mag het
heeten, om, wanneer 'n glorie-punt bereikt
is, bedacht te zijn op tegenspoed.
De dichters, met Poot vanzelfsprekend
vóórop, weten het zoo mooi te zeggen en
de Rey van Eubeeërs in Vondel's „Palame
des" zingen het vol overtuiging: „Men
leeght de koeyen uyers wacker", maar of
schoon aan mijn wakkerheid ten deze niets
ontbrak, is tot het leeghen van koeyen
uyers, noch in deze noch in de Marchant-
sche spelling, mogen komen.
Het werd een nederlaag, schrikkelijker
nog dan <ie Italiaansche bij Adoea.
Ieder Nederlander wordt verondersteld,
behalve de wet, ook een koe te kennen.
Van een gedetailleerde beschrijving mogen
wij ons dus ontslagen achten. Een koe is
een dier met een gevlekte huid als een
landkaart van nog niet ontdekte wereld-
deelen en een gepluimde staart als van een
leeuw, maar overigens met een zeer zacht
zinnig gemoed.
Dit laatste is een eigenschap, die een
koe vooral in de onderhavige situatie tot
eere strekte. Tieren, trekken, rukken, druk
ken, het baatte alles niets. Zelfs vloe
ken leverde geen succes op. Nu en dan sie
pelde een wit straaltje in de van melk
schuimende emmer, bij wijze van troost
prijs, alsof de koe dacht: hij moet toch
wat hebben voor zijn inspanning.
Wanneer je een boer, in een blauwe su-
perpli gestoken, in devote houding een koe
ziet melken, zou allicht de meening post
vatten, dat dit landelijk ambacht door ieder
kan worden uitgeoefend. Wees gewaar
schuwd! De knapste menschen lijden schip
breuk en gedragen zich stommer dan de
kalveren, die in dat vak meesters zijn.
Wat de diverse koeien van deze vertoo
ning gedacht hebben, blijft bij gissen. Hun
sympathiek gelaat verried niet de minste
belangstelling. Geboren diplomaten en hui
chelaars! Als een koe eens lachen kon....
Na al onze krachten uitgeput te hebben
een krachtsverspilling rijkelijk voldoende
om tien sterke mannen te worgen zijn
we van het melkblok afgestapt, met de
droevige zekerheid, dat het behalen van
melkers-diploma niet voor ons was weg
gelegd.
BUITENLAND
DUITSCHLAND.
NIEUWE GOLF VAN JODENHAAT.
Groot aantal molestaties van Joden
te Berlijn.
Er manifesteert zich thans in Duitschland
een nieuwe golf van anti-semitisme. Schier
dagelijks doen zich incidenten voor tusschen
leden van nationaal-socialistische organisa
ties en joden, die gewoonlijk naar een con
centratiekamp worden overgebracht „om
hun veiligheid te verzekeren."
In het Westen van Berlijn, waar veel jo
den wonen, is gisteren een groot aantal mo
lestaties van joden voorgevallen. Ruiten
werden ingeworpen en verscheiden perso
nen werden mishandeld.
Te Breslau zijn 6 joden en 6 Arische
vrouwen gearresteerd, die ervan beschul
digd worden betrekkingen met elkaar te
hebben onderhouden.
Laatstgenoemd bericht wordt bevestigd
door het D. N. B., dat meldt dat de ge
heime staatspolitie 6 mannen en 7 „zoo
genaamde" Duitsche vrouwen wegens „ras-
senschade" in verband met rechtstreeks
in gevaar brengen van openbare veiligheid
en orde in „Schutzhaft" heeft genomen.
Zij zien, zoo voegt het D. N. B. er aan toe,
hun overbrenging naar een concentratie
kamp tegemoet.
ITALIË.
GAAT MUSSOLINI NAAR AFRIKA?
Het valt de Italianen niet mee.
Er wordt hier op gerekend, dat Musso
lini de volgende maand een bezoek zal
brengen aan Lybië en Erythrea.
De „Daily Telegraph" meldt uit Cairo,
dat tusschen Maart en 1 Juli volgens de
statistieken meer dan 80.000 Italiaansche
soldaten het Suez-kanaal zijn gepasseerd,
terwijl deze maand nog 15.000 zullen pas-
seeren en dat in totaal in de maand Juli 27
transporten door het kanaal zullen gaan.
Een groot gedeelte van deze troepen
heeft Massawa in Eristhrea als bestemming,
vermoedelijk een der heetste havens ter
wereld, waar de temperatuur somtijds 122
graden Fahrenheit in de schaduw bedraagt.
Er is zeer weinig water en de manschap
pen krijgen 2 pinten per dag, om te drin
ken en om zich te wasschen.
Er is een installatie gemaakt voor het
distilleeren van zeewater, doch deze kan
nauwelijks in de vraag voorzien. Speciale
transportschepen worden naar het 300 mijl
verder gelegen Port Soedan gezonden, om
water te koopen.
De soldaten hebben ten zeerste van het
klimaat te lijden. In de afgeloopen veer
tien dagen passeerden meer dan 3000 man
die als invaliden naar het moederland te
rugkeerden het Suezkanaal. Zes soldaten
die door zonnesteek getroffen waren, moes
ten te Suez aan land worden gebracht,
waar vijf hunner zijn overleden.
Adoea moet gewroken worden!
Naar men gelooft, verlangt Mussolini,
dat minstens één veldslag zal geleverd wor
den in Abessynië, welke naar hij hoopt, een
schitterende overwinning zal brengen aan
de Italiaansche wapenen, welke in geheel
Italië gevierd zal worden.
Getracht zal worden, dezen slag te leve
ren op het oude slagveld van Adoea, ten
einde de nederlaag, welke Italië hier heeft
geleden, uit te wisschen.
De Negus rekent op zes jaar oorlog.
Prinses Rassari Heshla Tamanys, een
nicht van den keizer van Abessynië, die te
New-York muziek studeert, heeft ver
klaard, dat de negus zich voorbereidt op
een oorlog met Italië, welke zes jaar duren
zal. In geheime bergplaatsen in de bergen
zijn voorraden munitie opgeslagen. De
troepen worden geoefend door buitenland-
sche officieren, terwijl tunnels worden ge
graven als schuilplaatsen voor luchtaan
vallen..
ZEDENVERWILDERING AAN DE
ITALIAANSCHE STRANDEN.
Kardinaal Granito Pignatelli, de Bisschop
van Ostia, heeft een herderlijk schrijven
uitgevaardigd over de gevaren van het
strandleven aan het Lido di Roma.
„Onze blijdschap" schrijft de kerkvorst,
„over de stichtende godsdienstigheid van
de landslieden van het Lido is in droef
heid verkeerd, nu wij ontwaren, dat de
zedeloosheid en de ontucht aan onze schoo-
ne stranden elk seizoen aan steeds bruta
ler excessen te buiten gaan. Van alle zijden
bereiken ons klachten, dat de voorschriften
der autoriteiten betreffende de openbare
zedelijkheid door talloozen worden over
treden.
Castel Fusano, waar de politie verleden
jaar den toegang weigerde aan allen, die
in badcostuum waren, is thans vrij toegan
kelijk voor allen, die daar „zonnebaden"
willen nemenWegens al deze erger
lijke feiten is het strand een gevaarlijke
gelegenheid van zonde geworden, waar
geen priester mag komen noch om te baden
noch om te wandelen. Vervolgens bepalen
wij, dat tijdens het zoogenaamde seizoen
in alle parochiekerken van het Lido iede-
ren avond het Allerheiligste zal worden
uitgesteld om de vrome zielen gelegenheid
te geven God te smeeken zijn straffende
hand af te houden van het strand, waar St.
Augustinus en Ste. Monica hebben gebe
den."
„De Kerkelijke Autoriteiten" aldus de
„Osservatore" in een laconiek onderschrift,
hebben te dezer zake hun best gedaan
„Ja, van de zijde der kerkelijke autoritei
ten heeft het aan maatregelen niet ontbro
ken...."
JOEGO-SLAVIE.
CONCORDAAT MET DE KERK.
Het oud-Slavisch als liturgische taal.
De Joego-Slavische minister van justitie
Dr. Auer begeeft zich deze week naar Ro
me, om daar het concordaat tusschen Joe
goslavië en den H. Stoel te ónderteekenen;
het concordaat is analoog aan de regeling
met de Servische Orth. Kerk.
Het thans te sluiten concordaat bepaalt
de grenzen der bisdommen, regelt de be
zetting der opengevallen bisschopsplaatsen
en legt ook de formule vast van den eed
van trouw, welke de bisschoppen aan ko
ning en staat zullen hebben af te leggen.
De hoogte der te betalen belasting alsmede
van de staatstoelage worden tevens vastge
legd. De toelage zal worden betaald uit de
opbrengst van den toeslag op de gewone
belasting, welke van de lidmaten der Kerk
zal worden geheven. Het stuk geeft voorts
de definitieve toestemming tot het gebruik
van de oud-slavische taal bij de kerkelijke
plechtigheden, regelt verder het R. K.
godsdienstonderwijs op de scholen, de stu
die der godgeleerdheid, en van het huwe
lijksrecht, enz. De toelage der R. K. Kerk
wordt jaarlijks op 35.5 millioen dinar ge
raamd. De subsidie bedraagt voor de Or
thodoxe kerk 46, voor de Mohammedaan-
sche 13 millioen. „Hbld."
AMERIKA.
ROOSEVELT GEHANDICAPT.
Gerechtelijke uitspraak tegen onteigening
van bouwterreinen.
Er hebben zich bij de uitvoering van
Roosevelt's woningbouwprogram een
onderdeel van zijn program ter bestrijding
van de werkloosheid ernstige moeilijk
heden voorgedaan, welke vermoedelijk zul
len leiden tot een beperking van den bouw
van woningen met lagen huurprijs.
De regeering had nl. te Louisville in Ken
tucky getracht door onteigening den bouw
grond in handen te krijgen voor een blok
huizen, dat plaats zou biedep aan 460 ge
zinnen en ongeveer 1.6 millioen dollars zou
kosten. Het hof van appèl te Cincinnati
heeft thans echter beslist, dat de aan de re
geering verleende volmachten haar niet
het recht geven het grondbezit van een
Amerikaanschen staatsburger te onteige
nen, ook niet als het gaat om een vermin
dering van de werkloosheid, gelijk in het
onderhavige geval.
BUITENLANDSCHE BERICHTEN
MIJNONTPLOFFING TE DORDTMUND.
10 dooden, 27 gewonden.
Maandag om 11.50 is er in de mijn Adolf
von Hansemann" te Dortmund-Mengede op
740 m. diepte door tot nu toe onbekende
oorzaak een ontploffing geschied. Door de
ontploffing ontstond een mijnbrand. Daar
bij werden 10 mijnwerkers gedood en 27
gewond.
DE GEVAREN DER BERGEN.
Uit verschillende streken in Duitschland
worden ernstige ongelukken van bergbe
klimmers gemeld.
Bij den Hochkalter werden de beide se
dert 2 Juli vermiste toeristen Oswald
Schmidt en Friedrich Goldammer uit Dres
den dood aangetroffen.
Uit Innsbruch wordt gemeld, dat de 22-
jarige student, Hermann Eibs, Zondagmid
dag in het gebied van Bettelwurf omlaag
gestort is en verongelukt.
Twee Duitsche toeristen, Anna Behrens
uit Berlijn en Peter Platen uit Krefeld zijn
bij de bestijging van den Or tier verdwaald.
Door middel van lichtsignalen slaagden zij
er in, de aandacht der berggidsen te trek
ken, die onmiddellijk naar boven klommen
en de beide toeristen in veiligheid brachten.
Uit Oberstdorf wórdt gemeld, dat de 23-
jarige Eduard Ellenrièder uit Ravensburg,
die alleen den Noordelijken wand van den
Widderstein wilde beklimmen, bp zijn po
ging doodelijk is neergestort.
DE OVERSTROOMINGEN IN CHINA.
Cholera uitgebroken.
Te Sjoetsjau-foe (in Noord-Kiangsoe) is
cholera uitgebroken, waardoor de ellende
van de overstroomingen, die zich blijven
uitbreiden, vergroot wordt.
Officieel wordt bekend gemaakt, dat al
leen al in het Noorden van Hoenan vier
duizend personen tengevolge van de over
stroomingen verdronken zijn, terwijl
400.000 dakloos zijn.
DE WOND DIE MAAR NIET GENAS.
Zelfverminking.
Voor de rechtbank te Dusseldorp heeft
een thans 35-jarige man terechtgestaan
wegens een eigenaardige oplichting van de
ziektekas zijner vakvereeniging. De be
klaagde had tien jaar geleden een geduchte
snij wond aan een zijner boenen opgeloo-
pen en deze wond wilde maar niet genezen.
Tijdens den duur van de ziekte had de
vakbond hem 9000 Mark uitbetaald.
Eindelijk werd operatief ingegrepen en
toen kwamen vijf stukken koperdraad te
voorschijn, die de beklaagde zelf in de
wond had gestopt om genezing te voorko
men.
Hij is nu, na tien jaar, tot \y2 jaar ge
vangenisstraf veroordeeld.
TWEE NEGERS GELYNCHT.
Wegens poging zich te vergrijpen aan
blanke vrouwen.
Te Columbus in den staat Mississippi zijn
Maandag twee jonge negers, die gepoogd
zouden hebben zich aan twee blanke vrou
wen te vergrijpen, gelyncht. De negers, die
gearresteerd waren en wegens de opwin
ding van de blanke bevolking in het geheim
naar de gevangenis van Aberdeen zouden
worden overgebracht, werden door een ge
weldige volksmenigte aan de politie ont
rukt en achter een kerk aan een boom op
gehangen.
KERKNIEUWS
TOEDIENING VAN DE TONSUUR.
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft
op 16 Juli in de kapel van het Phi'losophi-
cum te Warmond de Tonsuur toegediend
aan de volgende Heeren: J. W. Bruin, A.
J. H. Drost, J. Th. J. Drost, C. J. M. Eeken,
J. P. A. M. van den Engh, W. Q. Grimber
gen, J. A. Groenendijk, G. J. M. Groot, A.
J. Hartog, P. W. A. Hillebrand, J. C. A.
Huibers, W. G. H. Kamerbeek, J. L. van
Kesteren, J. G. van der Kley, M. C. Klijn,
J. M. de Koning, H. F. A. Konijn, C. C.
Kroon, G. A. van Leeuwen, J. C. Loerak
ker, C. H. M. Nolet, M. M. Out, P. L. M.
Plouvier, P. J. N. M. Riep, M. M. Roze-
straten, A. H. Schrama, H. A. C. Snelders,
J. P. J. Solleveld, H. M. J. Stoelinga, P. J.
van Stralen, C. J. van Teylingen, P. A.
Tweehuysen, J. L. H. van Vliet, A. A. van
der Voort, Ch. H. Vriesekoop, J. H. War
merdam.
Allen studenten van het Philosophicum.
H.H. WIJDINGEN TE MILL HULL.
Zondag, 14 Juli, heeft Z. H. Exc. Mgr. A.
Hinsley, Aartsbisschop van Westminster, in
de kapel van het St. Josephs College te Mill
Hill de volgende H.H. Wijdingen toege
diend:
Het H. Priesterschap aan 23 leden der St.
Josephs Congregatie voor Vreemde Mis
siën waaronder de volgende Nederlandei's:
A. Aarts (Dongen); J. Ardts (Beugen); N.
Beerendonk (Fijnaart); W. Boon (Den
Haag); J. de Bree (Houten); M. v. Encke-
vort (Sevenum)J. Hanrath (H i 11 e g o m)
P. Kooter (Wognum); A. Mulders (Til
burg); W. Nelissen (Venlo); L. v. Son
(Waspik).
Het Subdiaconaat aan 24 leden derzelfde
Congregatie, waaronder de volgende Ne
derlanders: N. v. Bilderbeek (A'dam); J.
Boerkamp (Duistervoorde)M. Boonman
(Oud^Vossemeer)J. Broekmans (Waspik);
C. Broers (Tilburg); H. v. Erp (Oss); H.
Francois Zevenibergschen Hoek); A. Geer-
des (Schiedam); A. Jacobs (Gilze); M.
Kaanders (Hees); H. Noordman (Hilver
sum); P. Peeters (Weert); E. v. Rassel
(R'dam); H. Verhoef (Leiden).
BENOEMINGEN.
Na de HjH. Wijdingen maakte de Hoog-
eerw. Generaal Overste Fr. S. J. O'Callag-
han, de volgende benoemingen van Neder-
Inaders bekend:
Voor de Huizen in Europa: Mill Hill: H.
Knüwer Geest. Dir. (thans te Roosendaal);
Brun Hall: H. Linthorst (thans te Fresh-
field); Tilburg: A. v. d. Burg (thans te
Haelen) en P. Kooter; Hoorn: L. v. Son;
Haelen: P .de Ruyter (thans-te Tilburg);
F. Hulsbosch (thans te Tilburg); N. Beeren
donk; M. v. Enckvort; V r ij 1 a n d: T h. L e-
feber, voor Procure (thans te Hoorn);
Rome: J. Thoonen voor Missiologde (thans
te Mill HUI).
Voor de Missiën: Boven Nijl: J. v. Liempt
(thans te Hoorn) en J. Reiné (thans te Hae
len); Britsch Kameroen: W. Nelissen; Sa
rawak: W. Wagenaar (thans te Tilburg) en
W. Boon; Noord Borneo: A. Mulders; Phi-
lippijnen: A. Aarts; Congo: J. Hanrath en
Broeder Canisius (thans te Haelen). Mis
sie nog niet bepaald: J. de Bree en J. Ardts.
Benoemingen op Java.
De Apostolisch Vicaris te Batavia be
noemde de zeereerw. heeren J. W. M. Wub-
be tot Pastoor te Semarang, L. Th. Schlatt-
mann tot waarnemend Pastoor te Batavia,
L. A. C. Wegers tot Pastoor te Batavia, G.
M. Minderop tot onder-Pastoor te Sama-
rang en A. M. J. Busch tot Pastoor te
Djocja.
Pastoor Schlattmann zal voor de Th ere -
siakerk te Batavia vervangen worden door
Pastoor F. Boune.