m
m
NIEUWE RAMP BIJ DE K.L.M.
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
De „Kwikstaart'' in brand gevlogen na
mislukte noodlanding»
ZES PERSONEN OMGEKOMEN
26ste Jaargang
MAANDAG 15 JULI 1935
No. 8165
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week 2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post ..ou. f 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, by
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent pet regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: 0.50
Een verschrikkelijke slag heeft weder
om onze nationale luchtvaart getroffen.
De lijnmachine naar Malmö, de viermoto
rige Fokker 22, de „Kwikstaart", is gis
termorgen om kwart voor tien met twin
tig inzittenden verongelukt. Even nadat
het toestel Schiphol had verlaten, moest
het een noodlanding maken. Het raakte
van den dijk van den nieuwen weg Am
sterdamDen Haag, sloeg om en vloog in
brand. Veertien inzittenden wisten zich te
redden; vier leden der bemanning vielen
aan hun plicht ten offer. Twee Engelsche
passagiers kwamen eveneens om het leven.
De oorzaak van het ongeluk ligt waar
schijnlijk aan een hapering in den benzine
toevoer, waardoor de bestuurder Heinz
Silberstein, een zeer kundig KXJVl.-piloot,
onverhoeds een noodlanding moest maken.
De namen van de verongelukten zijn:
H. SILBERSTEIN, gezagvoerder; G. F.
NIEBOER, radio-telegrafist; G. BROM,
werktuigkundige; L. J. VAN DIJK, werk
tuigkundige; Mr. NEWMAN, passagier; Mr.
HODSON, passagier.
De officieele passagierslijst luidde als
volgt: Mr. W. F. Treschaw, Noorwegen,
licht gewond in het gelaat; Mr. Ove Peter
son, Denemarken, ongedeerd; Miss Karl-
stedt, Zweden, opgenomen in het Wilhel-
minagasthuis, met lichte hersenschudding,
toestand geruststellend, en haar verloofde
Mr. Heistram, Zweden, opgenomen in het
Wilhelminagasthuis, toestand bevredigend;
Mrs. L. Classen, Engeland, ongedeerd;
Miss K. Classen, Engeland, been geschroeid;
Mr. J. J. Faulkner, Engeland, opgenomen
in het Wilhelminagasthuis met kneuzing
van den rug, toestand gunstig; Mr. F. A.
Pitel, Engeland, ongedeerd; Mr. F. Fraser,
Engeland, ongedeerd; Mr. J. Joseph,
Duitschland, wonende te Amsterdam, on
gedeerd; Mr. A. W. R. Gauffin, Zweden,
ongedeerd; Mr. B. M. J. Combes, Frankrijk,
ongedeerd; mej. C. M. Apell, Schevenin-
gen, ongedeerd; Mr. Newman, Engeland,
gedood; Mr. Hodson, Engeland, gedood; J.
Haberer, hófmeester van het vliegtuig, on
gedeerd.
De toestand van de verpleegden is be
vredigend.
HET VERHAAL VAN EEN OOGGETUIGE
Enkele wielrijders, die op het moment
van den ramp op den weg naar Schiphol
reden, waren wel de eerste personen, die
bij het verongelukte vliegtuig aankwamen.
Wij spraken één van deze ooggetuigen,
die zooals te begrijpen viel, sterk onder
den indruk van den ramp, welke zich vrij
wel onder hun bereik afspeelde, waren.
Ik zag, zoo deelde één van hen mede,
dat het toestel koers zette in de richting
Sloten, het vloog tamelijk laag tusschen
den Spaarndammerdijk en Sloten en het
was duidelijk, dat er iets aan de hand was.
Het toestel vloog laag en de twee linker
motoren stonden voor zoover wij konden
nagaan, stil. Het toestel draaide en het
DE „KWIKSTAART".
ttw-ybj
<CHT\/HÖP
w
PILOOT H. SILBERSTEIN.
was duidelijk, dat de piloot trachtte om
Schiphol te bereiken of een noodlanding
te maken. Het toestel verloor snelheid en
zakte. Bij den draai kwam de linkervleu
gel tegen den dijk van den nieuwen weg
naar Sassenheim, vlak bij het viaduct. Het
toestel brandde toen nog niet. Met een
plof kwam het tegen den dijk terecht. Wij
renden er heen en de eerste, die er uit
stapte was een man in uniform. Verschil
lende passagiers volgden, wij trokken hen
naar buiten zoo vlug het maar kon. Alles
speelde zich in enkele seconden af. Bijna
direkt daarop hoorden wij een explosie en
de vlammen sloegen uit het toestel. Het
was een vreeselijk gezicht. De bemanning
zat in de cockpit en vloog tegen de wan
den. Wij konden weldra niet meer in de
nabijheid van het toestel komen, daar het
in lichter laaie stond.
HET RELAAS VAN EEN ZWEEDSCHEN
PASSAGIER.
In totaal zaten twintig personen in het
toestel, n.l. vijf leden der bemanning en
15 passagiers. Van de bemanning heeft al
leen de hofmeester Haberer er het leven
afgebracht, terwijl twee Engelsche passa
giers zijn gedood.
Wij spraken een der geredde passagiers,
de heer Treschaw uit Zweden. Hij was,
zooals te begrijpen is, zeer onder den in
druk van het gebeurde.
Ik zat, zoo vertelde hij, in de nabij
heid van de buitendeur, dus achter in het
toestel. Wij waren normaal opgestegen,
doch even na den start moest er iets niet
in orde zijn. Het toestel verloor hoogte en
de piloot draaide. Nog hadden wij geen
oogenblik de gedachte, dat er zoo snel een
ramp zou gebeuren. Plotseling voelde ik
een zwaren schok, ik greep mij vast aan de
leuning van de stoel en op hetzelfde oogen
blik zag ik, dat de cabinedeur open zwaai
de en de steward naar buiten sprong. Ik
volgde hem en wist gelukkig buiten te
komen. Wat er precies verder gebeurde
kan ik niet zeggen. Onder de passagiers
was een paniek ontstaan. Ieder poogde zich
in veiligheid te stellen. Wat ik hier vertel
speelde zich in luttele seconden af. Een
explosie volgde en een steekvlam sloeg
naar buiten. De passagiers lagen voor het
grootste gedeelte buiten het toestel op den
grond.
EEN VREESELIJKE AANBLIK.
Het terrein van den ramp bood een vree-
se lij ken aanblik. Het geheel uitgebrande
toestel lag met de staart en de achterjoe-
ren tegen den dijk op. De motoren waren
niet meer dan een ruine van uitgebrand
staal en ijzer. De propellers waren verbo
gen en staken voor een deel in den grond.
Van het houtwerk was niets meer over.
Alles is .volledig door het vuur vernield. De
lijken van de bemanning die zich nog in de
cockpit bevonden, waren niet te herken
nen. Het was een afschuwelijke aanblik.
Ook van de bagage is zoo goed als niets
over. Hier en daar lag nog een stuk te
smeulen tegen verbogen stangen en ver
koolde resten van het eens zoo trotsche
/liegtuig. De cabine is geheel verdwenen.
Van het instrumentenbord was weinig of
niets over. Ook de vleugels waren vrijwel
geheel verdwenen.
Toen men op Schiphol zag welk een
ramp er gebeurde, werd onmiddellijk de
brandweer, de politie en de eigen reddings
dienst gemobiliseerd.
Weldra was behalve de militaire politie,
die voor de afzetting van den weg zorg
droeg, ook de Amsterdamsche politie on-
der leiding van inspecteur Gemmeke aan-
I wezig, evenals de Rijkspolitie. Ook de
j Amsterdamsche Brandweer was weldra ter
plaatse onder leiding van commandant
Gordijn en den hoofdbrandmeester Schui-
j temaker. Met een straal werd water gege
ven, het toestel was toen reeds voor het
overgroote deel uitgebrand. De G.G. en G.D.
was met 5 wagens aanwezig en onmiddel
lijk werd begonnen met het transport van
de gewonden, die naar wij ongeveer twee
uur na den ramp konden vernemen, niet
in ernstigen toestand verkeerden. Op het
terrein waren voorts aanwezig de burge
meester van Amsterdam dr. de Vlugt, de
waarnemend hoofdcommissaris Haarman,
de burgemeester van Haarlemmermeer
Slob, wethouder Rustige, de advocaat-ge
neraal bij het Gerechtshof te Amsterdam
mr. D. Reilingh en vele andere autoriteiten.
De heer A. Plesman, directeur van de
K. L. M. vertoefde gistermorgen nog te
Groningen in verband met de gisteren
plaats gehad hebende opening van het
nieuwe stationsgebouw te Eelde. Hij werd
te Groningen van den vreeselijken ramp
op de hoogte gesteld, waarna de heer
Plesman zich onmiddellijk per vliegtuig
van Eelde naar Schiphol begaf.
PAS OP, ER GEBEURT EEN ONGELUK.
Wy hadden in het hotel op Schiphol een
onderhoud met een der geredde passagiers
den heer Petersen, ingenieur te Kopenha
gen. De heer Petersen vertelde ons, dat
hij gistermorgen met het toestel uit Lon
den aangekomen was, en dat hij via Schip
hol doorvloog naar Malmö. Ik zat, zoo zei-
de de heer Petersen, die nog zeer onder
de indruk van den ramp was in het twee
de compartiment van achteren gerekend.
Nauwelijks waren wij op Schiphol opge
stegen of ik merkte, dat er iets niet in orde
was. Ik vlieg zeer veel en dan krijg je kijk
op dergelijke dingen. Wij waren pas en
kele minuten in de lucht toen ik merkte,
dat het toestel snelheid verloor, en geen
hoogte hield. De piloot poogde te keeren.
Hierbij verloor het toestel nog meer hoog
te en ik merkte, dat hij van plan was te
landen. Het toestel gleed op een gegeven
moment af en ik riep naar de passagiers,
die voor mij in de cabine zaten, pas op er
gebeurt een ongeluk. Ik heb mij stevig
vastgehouden en daaraan heb ik het te dan
ken, dat ik er afgekomen ben met een
schaafwondje op mijn rechterbeen. Een be
trekkelijk lichte schok volgde. Het toestel
was tegen den dijk geslagen. De deur
zwaaide open en wij gingen zoo gauw mo
gelijk naar buiten. Een paar dames wa
ren op den grond gevallen en in half be-
wusteloozen toestand waren zij naar bui
ten getrokken. Het was een vreeselijk
oogenblik toen de machine vlam vatte. Van
de bemanning heb ik niets gezien. Een
steekvlam sloeg door de cabine. Wie er
nog binnen was, was reddeloos verloren.
Alles wat ik u nu vertel, speelde zich in en
kele oogenblikken af. Direct nadat het
overgroote deel van de passagiers op den
grond stond, stond het toestel in lichte
laaie. De oorzaak van den ramp kan ik
natuurlijk niet beoordeelen. Maar ik heb
den indruk, dat de piloot alles gedaan heeft
wat hij kon. Op dat oogenblik beelde de
telefoon, de heer Petersen had een gesprek
aangevraagd met Londen, vanwaar hij
gistermirgen vertrokken was, nog niet be
seffend welk een ramp hem zou bedreigen.
Onder de passagiers bevond zich ook dr.
Axel Gauffin, directeur van het Natio
naal Museum te Stockholm, die gisteren
het 50-jarig jubileum van het Rijksmu
seum had bijgewoond en gistermorgen met
de „Kwikstaart" naar zijn land had willen
terugkeeren.
Voorts bevond zich onder de passagiers
een Nederlandsche dame, mej. C. M. Apell
uit Den Haag. Deze passagiere is er ge
lukkig zonder verwondingen afgekomen.
JUSTITIONEEL ONDERZOEK.
In den loop van den middag is de officier
van Justitie van de Rechtbank te Haarlem,
Mr. Andringa, op het terrein van den ramp
aangekomen tot het instellen van een justi
tioneel onderzoek. Ook werd daar verwacht
dokter Hulst uit Leiden, om een onderzoek
in te stellen naar de lijken. Wanneer daar
na de technische Rijksdienst en die van de
K.LJM. zich de noodige gegevens helbben
verschaft, mogen de slachtoffers van den
ramp vervoerd worden.
DE OMGEKOMEN BEMANNING.
De piloot H. Silberstein is twee jaar in
dienst geweest van de K.L.M. Daarvoor
was hij vier jaar bij de Deutsche Luft Han
sa werkzaam geweest. Het was een zeer be
kwaam piloot, hij had vier tochten naar
Nederlandsch-Inddë achter den rug.
De radio-telegrafist G. F. Niéboer, is in
1905 te Veendam geboren. Hij was elf jaar
in dienst bij de Maatschappij Radio-Hol
land en kwam in 1934 bij de K.L.M.
De werktuigkundige G. Brom was in 1905
géboren. Brom was gehuwd, doch had geen
kinderen.
De leerling-werktuigkundige L. J. van
Dijk, was in 1897 geboren. Gehuwd zijnde
was hij vader van twee kinderen.
EEN PASSAGIER, DIE HAAST HAD.
Betreffende de passagiers kunnen wij nog
mededeelen, dat de heer M. M. J. Combes
uit Parijs gistermiddag te half- vijf met de
„Lappland" F. 22 van de Zweedsche maat
schappij, een zustermachine dus van het
verongelukte toestel, van Schiphol is ver
trokken om zijn zoo ongelukkig onderbro
ken reis voort te zetten naar Malmö.
De heer Fraser uit Londen zal morgen
per K-L-M.-machine naar Londen terug-
j keeren, evenals de heer Pitél uit Londen.
bij doen uitkomen, dat de voortschrijding
der techniek slachtoffers eischt, maar dat
desondanks de blik vast op de toekomst
dient te blijven gericht.
Zoo is het ook met dezen jongsten ramp.
Met een eere-saluut aan hen, die gevallen
zijn in de uitoefening van hun plicht, zal
de K.L.M., draagster van een grooten naam,
geschraagd door een onwankelbaar ver
trouwen van honderdduizenden in den lan
de, onversaagd op den eenmaal gekozen weg
blijven voortgaan.
Op zee en in de lucht zal Neêrland's roem
onvergankelijk zijn.
DE BLIK OP DE TOEKOMST!
Nauwelijks zijn de wonden, geslagen door
den ramp van de Leeuwerik, geheeld, of
een nieuwe catastrophe heeft onze Konink
lijke Luchtvaart Maatschappij en daarmee
geheel Nederland, in rouw gedompeld. De
snelle Kwikstaart is vlak bij het nest in
vlammen, die dood en verderf om zach heen
hebben gespreid, opgegaan.
Gisteren, bij de feestelijke opening van
het stationsgebouw op het vliegveld Eelde
belangrijke schakel in het binnenlandsch
luchtverkeer is er een oogenblik van
stil herdenken geweest, toen het monu
ment, gewijd aan de nagedachtenis van den
voor enkele jaren bij een vliegongeluk om
het leven gekomen Hajo Hendriks, den pio
nier der luchtvaart in 't Noorden des lands,
werd onthuld. Een der sprekers heeft daar
Mr. P. W. A Cort van
der Linden t
In den ouderdom van 89 jaar is heden
ochtend. half 5 te 's Gravenhage overleden
de Minister van Staat mr. P. W. A. Cort
van der Linden.
Door dit verscheiden heeft ons land een
zijner kundigste Staatslieden verloren,
wiens naam in de geschiedenis van het
Vaderland met eere zal blijven genoemd,
al ware 't alleen reeds om de wijze, waar
op de thans ontslapene gedurende den mo
bilisatietijd met zijn vele moeilijkheden en
zorgen, tijdens den grooten wereldkrijg, als
Minister-President, het bewind met groo-
te standvastigheid heeft gevoerd. En niet
tegenstaande die abnormale tijdsomstandig
heden in die dagen van 1914 tot 1918 bracht
het kabinet-Cort van der Linden toch nog
de bekende Grondwetsherziening van 1917,
voor instelling van het algemeen kiesrecht
en voor gelijkstelling van het openbaar en
bijzonder onderwijs, waardoor een einde
kwam aan den schoolstrijd.
Geen wonder dan ook, dat de groote ver
diensten van mr. Cort van der Linden op
waardige wijze in den loop der jaren wer
den erkend, zoo door hem in 1915 te benoe
men tot Minister van Staat, als door hem
de hoogste anderscheidingen te verleenen,
ni. het Grootkruis in de Orde van den Ne-
derlandschen Leeuw en het Grootkruis in
de Huisorde van Oranje.
De heer Cort van der Linden werd den
14en Mei 1846 te 's Gravenhage geboren,
alwaar hij zich na volbrachte studiën in
1870 als advocaat vestigde.
De rechtsgeleerde practijk oefende hij
evenwel niet lang uit, want reeds na korten
tijd werd hij benoemd tot commies-griffier
van de Tweede Kamer. Vervolgens zag mr.
Cort van der Linden zich geroepen tot het
hoogleeraarsambt in de faculteit der rechts
geleerdheid, eerst te Amsterdam, later aan
de Rijksuniversiteit te Groningen. Daarna
was hij als raad-adviseur werkzaam bij het
Departement van Justitie, aan het hoofd
van welk Departement hij zich als Minister
gesteld zag in het kabinet-Pierson, dat van
1897 tot 1901 aan het bewind is geweest.
Onder zijn bestuur van het Departement
van Justitie werden o.a. de grondslagen ge
legd voor de Kinderwetten, hetgeen on
langs bij de herinnering aan de 25-jarige
Mr. CORT V. D. LINDEN