EEN WEEK HISTORIE.
DE DIEF,
DIE EEN DIEF VING
SPORT
ZATERDAG 6 JULI 1935
DE LEJDSCHE COURANT
DERDE BLAD. - PAG. 9
DE OPKOMENDE VLOED GOLF VAN DE ABESSYNISCHE KWES
TIE. ENGELAND ZOEKT HET GEVAAR TE BEZWEREN. ITA-
Llë'S STANDPUNT. DE AFSCHAFFING DER HABSBURGWET-
TEN. HET BEZOEK VAN BECK AAN BERLIJN.
Deining. De aaneenschakeling van
gebeurtenissen is in gestadige woeling en
deining. De historie is als het golvenspel
op de zee: golven zwellen aan, komen on
heilspellend opzetten en zakken na hun
hoogtepunt terug in de vergetelheid. Een
golf als een berg komt thans aanrollen op
de wereldzee en dat is de Abessynische
kwestie.
Men ziet het noodlot aankomen en staat
machteloos. Mussolini weet van geen wij
ken en wil met alle geweld Abessynië in
z'n macht krijgen, Abessynië, dat welis
waar niet is gelijk te stellen met de Euro-
peesohe mogendheden, maar toch met hen
lid van den Volkenbond is. Ieder lid van
den Volkenbond heeft het recht om de
hulp van den Bond in te roepen, als het
wordt aangevallen. De Italiaansche troepen
rukken Abessynië nog niet binnen, maar
het zal waarschijnlijk wel niet lang meer
duren. Hoe zal1 dan de houding van den
Volkenbond zijn?
In andere kwesties, zooals tusschen Ja
pan en China, Bolivia en Paraguay, kan
men zich er op beroepen, dat het tooneel
van den strijd zoover weg lag en dat de
strijdende partijen zioh buiten het machts
gebied van den Bond bevonden. Maar met
Italië is dat niet het geval. Wanneer de
Volkenbond lijdelijk toeziet, dat Italië
Abessynië inslikt, boet het prestige van den
Bond zoozeer in, dat er voortaan geen land
zal zijn, dat zich nog iets van het Conve
nant zal aantrekken.
Engeland heeft z'n best gedaan om het
gevaar te bezweren, maar Engelands afge
zant Eden is, zooals gemeld, verleden week
met de kous op z'n kop uit Rome thuis ge
komen.
Engelands offer. Deze week
heeft Eden aan het parlement verslag ge
daan van de negatieve resultaten van zijn
reis.
Daaruit weten we nu, tot welk offer En
geland bereid is geweest om den vrede in
Afrika te bewaren.
Engeland zou zonder tegenprestatie i
zioh zelf, en slechts met behoud van weide-
reohten van de onder Britsch bewind ge
bleven bevolking van Soma li land, Abessy
nië een uitweg naaf de zee aanbieden, met
Zeila ais uitgangspunt. Op grond van dit
offer zou Engeland dan van Abessynië ge
daan zien te krijgen, dat dit Italië een uit
gestrekt gebied aanbood in de streek van
O gaden, den driehoek omvattende tusschen
Britsch en Italiaansch Somaliland. Verder
zou Engeland zijn best doen, dat Abessynië
aan de Italianen een rechtstreeksche
binding toestond tusschen hun beide bezit
tingen in Oost-Afrika. Dit is heel wat an
ders en meer dan de strook bij Oeal-Oeal,
waarom Mussolini het conflict begonnen
Toch heeft Mussolini dit aanbod niet wil
len aanvaarden, waaruit blijkt, dat hij veel
verdergaande aspiraties heeft.
Er zal niets anders overschieten dan dat
het mechanisme van den Volkenbond in
werking wordt gezet.
Engeland gevoelt daar wel iets voor, maar
wensoht ook niet de verantwoordelijkheid
alleen te dragen. De andere mogendheden
moeten mee doen; op de eerste plaats
Frankrijk. Maar Frankrijk, dat den laatstan
tijd z'n betrekkingen met Italië geleidelijk
beter heeft zien worden, is volstrekt niet
van plan om Italië in de wielen te rijden.
Mussolini zou in dat geval wel weer met
Hitier kunnen gaan aanpappen en dat moet
tot eiken prijs voorkomen worden. Maar
als Frankrijk Italië z'n gang laat gaan be-
teekent dat: oorlog in Afrika en een bedrei
ging van den Volkenbond, derhalve van
het collectieve veiligheidssysteem, volko
men anarchie in de Europeesche betrekkin
gen. Voor deze keuze moet Parijs, wat ove
rigens zijn gevoelens zijn, terugschrikken.
Het is in de Europeesche politiek al vaak
voorgekomen, dat de soep niet zoo heet ge
geten werd als zij werd op gedaan. Dat
kan in deze dreigende kwestie ook wel het
geval worden. Wellicht wordt een conces
sie gevonden, welke Mussolini bevredigt.
Italië's standpunt. Het Italiaan
sche standpunt in deze gekke historie
wordt duidelijk weergegeven in een arti
kel van Gayda in de „Giornale d'Italia":
Italië eischt (aldus Gayda) voor zioh het
recht op, dat andere landen, Engeland in
de eerste plaats, zioh zelf reeds lang heb
ben toegekend, het recht n.1. om zich zelf
in staat te stellen door koloniale expansie
tot grootere economische en politieke ont
wikkeling te geraken.
Italië heeft getracht om door middel van
verdragen te geraken tot een economischen
invloed in Abessynië, doch Abessynië heeft
deze verdragen nooit ten uitvoer gelegd en
integendeel, trots alle vriendschapspacten,
voortdurend de grenzen bedreigd der Ita
liaansche bezittingen in Oost-Afrika.
„Daarom verkeert Italië in de noodzake
lijkheid eerst zichzelf vrede te verschaffen
in Oost-Afrika en daarna zich die mogelijk
heden tot vruchtbaren arbeid in Abessynië
met geweld te verwerven, die de Abessy-
niërs, trots alle verdragen, ons nooit heb
ben willen verschaffen.
De Britsohe voorstellen nu houden met
de Italiaansche positie in het geheel geen
rekening en zouden allerminst het effect
hebben wat Eden beweert, dat Engeland
ervan verwachtte, n.1. dat van een construc
tieve oplossing te bieden voor het geschil
tussahen Italië en Abessynië. Integendeel:
door deze voorstellen te aanvaarden zou
men het conflict alleen verdagen en het
niet onmogelijk maken; en bovendien zou
het uitstel alleen voordeelig zijn voor Abes
synië.
Dat land toch zou op geen enkele wijze
gestraft worden voor zijn herhaalde belee-
digingem, Italië aangedaan. Neen, het zou
daarvoor worden beloond door het krijgen
van een zeehaven en door verheven te wor
den tot den rang van een staat die met het
groote Engeland mag samenwerken. Voorts
zou de zeehaven Abessynië de mogelijkheid
schenken om ongestoord wapenen in te
voeren, en het zou zelfs zoover kunnen ko
men, dat Abessynië zich tot een zeemogend
heid zou ontpoppen. Die haven zou boven
dien van economisch voordeel zijn voor En
FEUILLETON.
Naar het Engelsch van
WYNDHAM MARTYN.
(Nadruk verboden).
54)
„En al dien tijd", zei Trent, „beefden we
van hoop om Garland's zware schreden te
hooren naderen. Ik vreesde voor de vei
ligheid van dien ouden missionaris, als het
tot een gevecht zou komen. Dus professor
Wright heeft ook de tweede ronde gewon
nen."
„Maar nu de laatste ronde", meende
Wadham, „daar mogen we wel eens over
denken. Een aanwijzing hebben we niet
meer. Dat verhaal over het Boolakmuseum
was enkel om ons om den tuin te leiden.
Vermoedelijk zal hij wel in Engeland blij
ven, hij zal dat veiliger vinden, dan het
Kanaal over te steken."
„Dat denk ik niet. Hij verkeert in de
meening, dat wij er de politie in zullen
mengen. In dat geval is hij in dit land niet
langer veilig', daartoe is het te klein en de
politie te goed. Lora Craig zegt, dat hij alle
talen spreekt, waarom zou hij dus niet
het buitenland gaan? Ik weet zeker, dat
hij verwacht, dat we alles wat we weten
aan de politie zullen vertellen. Hij denkt,
dat we ons gewonnen zullen geven, weet
je"
Wadham zei ietwat aarzelend: „En doen
we dat dan niet?"
„Weineen. We hebben een heel goed stel
nieuwe aanwijzingen om op voort te bor
duren."
„Bijvoorbeeld?"
„Later", glimlachte Trent, „ik ben nog
niet in staat om mijn nieuwe theorieën on
der woorden te brengen. Laat me eerst een
week van je heidegeur genieten."
„Dat klinkt als een uitvlucht", antwoord
de Wadham.
Het was ook een uitvlucht. Eigenlijk had
Trent geen enkel plan voor de vervolging
van Charles Garland. Hij had Wadham's
uitnoodiging hoofdzakelijk aangenomen
omdat hij wist dat, als hij in Londen bleef,
hij meteen de achtervolging weer zou op
nemen, en daartoe was hij lichamelijk niet
in staat. Hij was nog steeds vermoeid en
zwak en liep gevaar om weer in te storten.
En om Garland redivivus te ontmoeten
moesten elke spier en zenuw fit zijn. Een
paar weken in de heuvels en dalen, wat
galoppeeren over de door de schapen kaal
gevreten heidevelden, en dan ging hij naar
Londen terug en hervatte de achtervolging.
Hij had een vaste overtuiging, die hem voor
wanhoop behoedde: eens zouden Garland
en hij elkaar ontmoeten, met niemand om
tusschenbeide te komen. Het was niet ge
noeg om zelfs Wadham te overtuigen,
maar het hield Anthony Trent staande.
Voordat de trein het station binnenreed,
vanwaar ze met de auto zouden worden af
gehaald, stelde Wadham een ultimatum:
„Vrijdag reis ik naar Londen terug en
over twee weken kom ik weer. Als je te
gen dien tijd geen nieuwe bewijzen hebt,
moet ik het Scotland Yard vertellen. Mijn
reputatie staat op het spel en ik durf het
risico niet langer dragen."
„Mooi gezegd", lachte Trent. „In orde.
Geef me nog veertien dagen."
Eerst toen ze Edenfell Hall naderden-
vernam Trent, dat de broer van zijn vriend
een baronet was. Sir John, die eenige jaren
was dan zijn broer, ging gaarne door voor
geland, van nadeed voor Italië, wijl de Ne
gus, wanneer hij een eigen haven heeft in
Engelsch Somaliland, zeker nooit gebruik
zal maken van de haven van Assab, die Ita
lië hem als vrijhaven aanbood in 1928. Het
gebied van Ogaden, dat Engeland aan
Abessynië zou afstaan, en dit land dan
weer aan Italië, is een streek zonder eenige
economische waarde, niet veel anders dan
een woestijn. En woestijnen heeft Italië in
Afrika reeds meer dan genoeg.
Om deze redenen kon Mussolini niet in
gaan op een voorstel dat de beleediging,
de Italiaansche vlag aangedaan, ongewro
ken zou laten, en aan Italië geen dier kolo
niale voordeelen zoü brengen, die het land
dringend behoeft".
Tot zoover Gayda.
De Habs burg wetten. Oosten
rijk gaat thans ook langzamerhand over tot
de liquidatie van de oorlogserfenis.
Deze week heeft nl. de regeering bij het
parlement een wetsontwerp aanhangig ge
maakt om de z.g. Habsburgwetten weder
op te heffen.
De Habsburgwetten, die in 1919 zijn aan
genomen, bepalen, dat de leden der keizer
lijke familie uit Oostenrijk worden verban
nen en dat hun goederen in beslag worden
genomen en tot staatseigendom verklaard.
Bondskanselier Doilfuss was de eerste, die
een poging deed deze wet te verzachten. In
de nieuwe grondwet van 1934 worden de
Habsburgwetten niet uitdrukkelijk gehand
haafd, zoodat er in de practijk feitelijk geen
rekening meer mee werd gehouden. Naar
men weet maakte aartshertog Eugen, een
neef van keizer Franz Josef, van dezen fei
telijken toestand gebruik door in Mei van
het vorig jaar naar Oostenrijk terug te kee-
ren, waar hij geestdriftig werd verwel
komd en gehuldigd.
Thans worden de wetten definitief afge
schaft en worden tevens de financieele
kwesties geregeld. Wat van algemeen be
lang is, zooals de familie-bibliotheek van
het huis Habsburg, blijft aan den staat, de
kunstwerken worden teruggegeven, echter
onder voorwaarde, dat zij onbeperkt ter be
schikking van den staat moeten staan. Ook
het groote natuurhistorische museum wordt
teruggegeven, evenals vele landgoederen
als de kasteelen Luxemburg, Orth en
Eckartsau, Gross-Enzensdorf, Rutzendorf,
Pöggstail, Mattiishbfen, Klein-Krampen, 2
paleizen en 5 huizen te Weenen, alsmede de
particuliere sieraden.
Een eventueele terugkeer der Habsbur-
gers naar Oostenrijk zou nog geen herstel
der monarchie be teekenen. Het is bekend,
dat de Kleine-Ententestaten zioh daarte
gen nog steeds sterk verzetten, en dat zij
nog niet lang geléden hebben verklaard bij
een poging daartoe terstond hun gezanten
te zullen terugroepen en een restauratie te
beschouwen als eén casus belli.
Hoe de stemming in Oostenrijk overigens
is blijikt het best uit het feit, dat aartsher
tog Otto reeds door meer dan 500 gemeen
ten tot eereburger is uitgeroepen, dat Eugen
indertijd is gedoodverfd als toekomstig
„Reichsverweser", en dat het land meer dan
40 monarchistische organisaties telt.
Bezoek van Beek. Tenslotte is
deze week nog een feit van belang geweest
het bezoek van den Poolschen minister van
buitenlandsohe zaken Beek aan Berlijn.
Het is de eerste maal, dat een Poolsch
minister te Berlijn op bezoek komt en dit
feit is in Duitschland met gejubel begroet.
een ruwe en goedhartige landeigenaar,
maar in vroeger jaren was hij gezant-
schapsattachée in Rome geweest en was
een ontwikkeld man, die verstand van mu
ziek en kunst had. Anthony Trent, die geen
tehuis bezat, waardeerde de betoonde gast
vrijheid des te meer.
„Je broer en zijn vrouw zijn me buiten
gewoon sympathiek. Ik voel me hier echt
thuis. Die versterkende lucht maakt me
al een ander mensch", zei hij toen hij na
een paar dagen in Cumberland Wadham
naar den trein bracht.
„Die is onovertroffen", gaf Wadham ten
antwoord. „Pas goed op jezelf. Ik schrok
me dood, weet je, toen je met den strijd
kreet van „Tête d'ivoire" onder de wielen
van die taxi dook. Beklim de bergen van
de streek alsjeblieft niet zonder gids. Ber
gen beklimmen eischt een koel hoofd en
ik weet niet, of die sport tot je vele vaar
digheden behoort."
„Ik heb in Kroatië geklommen", ant
woordde Trent ernstig en vroeg zich af,
wat Wadham gedacht zou hebben van die
klimpartijen tegen de muren van het oude
slot. „Ik zal voorzichtig zijn."
Hij was al drie weken in het Noorden en
had bijna het besluit genomen om zijn be
zoek wat te verlengen, toen een aankondi
ging in de Times hem naar Londen deed
terugkeeren.
Al in den aanvang van zijn onderzoek
was het Trent opgevallen, dat Garland, die
nam wat hij wilde, geen enkel exemplaar
had gestolen van den beroemdsten der
vroege Vlaamsehe meesters. Met uitzonde
ring van een schilderij in het bezit van
den hertog van Devonshire bevond geen
enkele Memling zich in particuliere han
den. En de groote~musea en kerken zou
den him werken nimmer verkoopen.
Bede heeft met Hitier Langdurige bespre
kingen gehad, waarvan den inhoud welis
waar niet is weergegeven, maar die toch
de belangstelling hebben getrokken van de
diverse landen.
De Fransche bladen vooral hechten aan
deze besprekingen veel belang. Zoowel het
officieele slotcommuniqué als de verklarin
gen, die Beek tegenover de pers heeft af
gelegd, worden door de Fransche bladen in
het algemeen te onduidelijk en te opzette
lijk vaag geacht dan dat de bladen een
scherp omlijnd oordeel zouden durven vel
len.
Volgens de „Petit Parisien" schijnt
slechts één ding duidelijk te zijn, nl. de
verzekering van Beek, dat hij er naar zal
streven de vriendschappelijke Duitsch-
Poolsohe betrekkingen die zijn werk zijn,
volledig te handhaven. Het blad gelooft,
dat het antwoord, dat Berlijn binnenkort
aan de Fransche regeering zal doen toeko
men naar aanleiding van de kwestie van
het Oostelijk pact, vermoedelijk den sluier
der geheimzinnigheid ,die over de Duitseh-
Poolscbe besprekingen hangt, eenigermate
zal oplichten.
De Berlijnsche correspondent van de „Pe
tit Journal" meent, dat Duitschland en Po
len in de belangrijkste Europeesche kwes
ties waarschijnlijk een gemeenschappelijke
politiek zullen voeren. Dit zal volgens het
blad vooral blijken bij het voorstel betref
fende een algemeen Oostelijk non-agressie
pact, waarin bovendien de clausule van
geen hulp aan den aanvaller vervat is.
In ieder geval blijkt uit het bezoek van
Beek, dat de goede betrekkingen tusschen
Duitschland en Polen, die onlangs een ver
koeling hadden ondergaan, thans opnieuw
zijn opgewarmd.
LAWNTENNIS
KAMPIOENSCHAPPEN VAN
WIMBLEDON.
Perry slaat Von Cramm in drie sets.
Onder reusachtige spanning heeft te
Wimbledon de eindstrijd plaats gehad in het
heerenenkelspel tusschen den Engelschen
speler Perry en den Duitscher von Cramm.
Perry slaagde erin de zege te behalen in
drie sets met de cijfers 62, 64, 64.
Evenals te Parijs had Von Cramm ook
"ditmaal last -van nerveüsiteit, waardoor hij
vaak de gemakkelijkste ballen miste. In
moeilijker situaties daarentegen was hij
doorgaans voor zijn taak berekend. De
strijd was zeer fel, doch Perry bleef steeds
meester van het terrein. De ontmoeting
werd door 18.000 toeschouwers bijgewoond.
In de demi-finale van het damesdubbel
spel wonnen de dames MathieuSperling
(FrankrijkDenemarken) van de dames
MeulemeesterHoward (BelgiëEnge
land) met 64, 86.
In het gemend dubbelspel wonnen in de
demi-finale Hilde Sperling en von Cramm
van Mrs. en Mr. Hopman met 64, 64.
De verdere resultaten zijn:
Damesdubbelspel: Miss Stammers en
Miss James (Engeland) si. Mrs. Hay lock
en Mrs. Kirk 63, 60.
Gemengd dubbelspel: Jedrzejowska (Po
len) en Quist (Australië) verliezen van
Miss Martigan en Mac Grath (Australië)
2—6, 6—3, 6—1.
Heerendubbelspel: Allison en Van Rijn
(Amerika) sl. Hugkus en Tuckey (Enge
land) 46, 64, 6—2, 62; Crawford en
Quist (Austr.) sl. Budge en Mako (Ame
rika) 62, 1311, 63. De finale gaat nu
tusschen AllisonVan Ryn en Crawford
Quist.
De Times deed een interessant verhaal.
Een dier oeroude geslachten, wier fontuin
in den wereldoorlog zwaar geleden had,
zag zich genoodzaakt een huis te verkoo
pen, dat nog dagteekende uit den oorlog
der Rozen.
Toen de nieuwe eigenaar centrale ver
warming liet aanleggen, werd een gehei
me kamer ontdekt, acht voet bij vijf, in
gebouwd in een nis van de zoldering van
een der slaapvertrekken, en in de kamer
daarboven was in de houten wandbetim-
mering een koker verborgen waardoor
voedsel kon worden toegevoerd als de ge
wone ingang niet gebruikt kon worden. In
deze geheime kamer vond men een rozen
krans, een beker en een aarden schotel. En
op de rand was in het Latijn geschreven:
Ik ben al vele uren zonder eten of drin
ken. Ik vrees, dat hen, die mij verzorgen,
iets overkomen is.
Welke tragedie degenen, die het geheim
kenden, verhinderd had om den armen
geestelijke te hulp te komen, zou wel altijd
een geheim blijven, schreef de Times. Zijn
beenderen getuigden van zijn droevig ein
de en in een hoek lag een schilderij, waar
van de experts zeiden, dat het het werk
van Hans Memling was. Het was bekend,
dat de stamvader van de familie voor de
Nederlanden had gestreden in den oorlog
tegen Spanje en aanwezig was geweest bij
het teekenen van de vrede van Gent in
1576. Misschien had die toen dat schilde
rij gekocht. Griffth Wadham, juist op weg
naar Madrid, verklaarde, dat het een Mem
ling was. Het stuk zou bijna onmiddellijk
te Londen worden geveild en de groote
verzamelaars of him agenten waren reeds
ter plaatse.
Anthony Trent besefte, dat hier voor het
eerst een Memling geveild werd en dit was
een goede kans voor Garland indien dez*
ATHLETIEK
LEIDSCHE KAMPIOENSCHAPPEN.
Gisteravond werd op het A.S.C.-terrein
te Oegstgeest door de Leidsche Athletiek
Commissie een aanvang gemaakt met de
verwerking der Leidsche Athletiek Kam
pioenschappen.
Het weer, dat in den namiddag van har
den wind in regen veranderde, was tijdens
de wedstrijden heel goed, zoodat de afwer
king der nummers ongehinderd kon plaats
hebben, terwijl de resultaten niet slecht te
noemen zijn.
Zij luiden als volgt:
60 M. hardloopen meisjes, finale:
1. Suusje v. Esch (Brunh.) in 8.8 sec., 2.
Jenny Drugt (Brunh.) in 8.9 sec., 3. Dinie
Ridderikhof (Nieuw Brunh.) in 9J2 sec.
Verspringen junioren: 1. H. v.
Bovenen (UVS) 4.67 M., 2. G. v. Bovenen
(UVS) 4.51 M.
Kogelstooten dames (4K.G.-kogel)
1. Peet Dieben (Brunh.) 8.56 M., 2. Geer
Hoongedoorn (Nieuw Brunh.) 8.10 M., 3.
Annie Bremmer (Nieuw Brunh.) 7.83 M.,
4. Greet Ort (Nieuw Brunh.) 7.19 M.
Kogelstooten juniores (3 K.G.-
kogel): 1. J. Couturier (UVS) 13.90 M., 2. H.
v. Bovenen (UVS) 12.55 M., 3. G. Cancrinus
(UVS) 10.48 M.
400 M. hardloopen: 1. J. Schüss
(Donar) in 55.2 sec.; 2. J. J. Jasper (Hol
land) in 57.8 sec., 3. J. Annokkee (UVS) in
58.8 sec.
Discuswerpen heeren: 1. C. v.
Velzen (Holland) 24.63 M., 2. F. Veen
(Donar) 24.54 M.
1500 M. hardloopen: 1. A. J. van
Brakel (Holland) in 4 min. 23.8 sec., 2. A.
Visser (Holland) in 4 min. 34.8 sec., 3. <A.
v. Egmond (Holland) in 4 min. 38.6 sec.
Verspringen meisjes: 1. Jenny
Dragt (Brunh.) 4.08 M., 2. Dinie Ridderik-
hoflf (Nieuw Brunh.) 4.05 M., 3. Suus van
Es (Brunh.) 3.99 M.
100 M. hardloopen dames: 1. Rie
Briejer (Brunh.) in 13.2 sec., 2. Ans Kel-
lenaers (Brunh.) in 13.8 sec., 3. Annie de
Bruin (Nieuw Brunh.) in 14 sec.
Verspringen heeren: 1. O. Kronig
(Holland) 6.12 M., 2. D. Roozendaal (Do
nar) 5.83 M., 3. H. Bonte (Donar) 5.75 M.
Hoogspringen dames: 1. Peet Die
ben (Brunhilde) 1.40 M., 2. Us Bakker
(Nieuw Brunh.) 1.35 M., 3. Annie de Bruin
(Nieuw Brunh.) 1.25 M.
Hedenmiddag te 4 uur worden de wed
strijden voortgezet.
WEDSTRIJDEN TE KOPENHAGEN.
De Bruyn wint het discuswerpen.
Bij de Vrijdagavond onder groote be
langstelling er waren ongeveer 5000 toe
schouwers te Kopenhagen gehouden
athletiek-wedstrijden werd door onzen land
genoot De Bruyn van Olympia uit Den
Haag, die momenteel voor training aldaar
vertroeft, het nummer discuswerpen ge
wonnen met een worp van 43.50 M.
Bij de 110 M .hordenloop vestigde de
Deen Lundgren met een tijd van 15,1 sec.
een nieuw Deensch record.
ROEIEN
DE HENLEY REGATTA.
Te Henley werden gisteren de halve be
slissingen van de Grand geroeid. Twee
spannende wedstrijden, waarin de favoriet
acht geslagen werd.
In de eerste won Pembroke (Cambridge)
van Jesus College (Cambridge) met 3/4
ibootlengte in 7 min. 13 sec.
In de tweede Leander van Thames met
eenzelfde verschil in 7 min. 17 sec.
Voor de Diamond Sculls won Zavrel met
1 3/4 lengte van Winstone in 8 min. 41 sec.
Rufli sloeg Studach, tijd 8 min. 49 sec.
Voor de Stewards Cup bleef London
2 1/2 lengte voor Pembroke, 7 min. 57, ter
wijl Zurich in 8 min. gemakkelijk van
Thames won.
De weersomstandigheden waren ideaal.
„Hbld."
zooals Trent vast geloofde, een werk van
dezen meester begeerde. Hij had veel meer
kansen dan anders ooit geboden werden.
Hij zou het kunnen stelen op weg naar
Londen, tijdens de veiling, als het werd
tentoongesteld en als de nieuwe eigenaar
het in bezit had genomen. Trent kon wel
vijftig manieren verzinnen, waarop een
vermetel man zich er van meester kon ma
ken. Hij wist zeker, dat Garland er mag
netisch door zou worden aangetrokken. En
Trent geloofde niet, dat Garland er eenig
vemoeden van had, dat zijn diefstallen
zoo zorgvuldig geregistreerd waren. Het
succes had hem vermetel gemaakt en ten
slotte liet hij alle voorzichtigheid varen.
En bovenal onderschatte hij zijn tegen
standers. Trent vroeg zich dikwijls af,
wat Garland zou doen, als hij achter
Trents verleden kon komen.
Toen Trent in Londen aankwam, vernam
hij, dat de echtheid van het schilderij in
twijfel getrokken werd. Een Antwerpsch
criticus, die het Wadham nooit vergeven
had, dat deze in zijn boek den spot met hem
had gedreven, beweerde, dat het een ver
miste Van der Goes was. Deze twijfel aan
de echtheid weerhield Shappard uit Chi
cago er van, te bieden. Hij was al zoo vaak
bedrogen.
Anthony Trent ging het schilderij zien.
Dat deed ook Alfred Anthony; en dat de
den ook andere incarnaties van denzelf
den rusteloozen Trent. Maar nimmer zag
hij een glimp van Garland of eenig per
soon, die op hem of dr. Hyde leek. Als
Wadham niet in het Prado geweest was,
had hij onschatbare diensten kunnen bewij
zen door het aanwijzen van mogelijke bie
ders en opgeven, wien ze vertegenwoordig
den.
Wordt vervolgd).