EEN WEEK HISTORIE. DE DIEF, DIE EEN DIEF VING SPORT ZATERDAG 6 JULI 1935 DE LEJDSCHE COURANT DERDE BLAD. - PAG. 9 DE OPKOMENDE VLOED GOLF VAN DE ABESSYNISCHE KWES TIE. ENGELAND ZOEKT HET GEVAAR TE BEZWEREN. ITA- Llë'S STANDPUNT. DE AFSCHAFFING DER HABSBURGWET- TEN. HET BEZOEK VAN BECK AAN BERLIJN. Deining. De aaneenschakeling van gebeurtenissen is in gestadige woeling en deining. De historie is als het golvenspel op de zee: golven zwellen aan, komen on heilspellend opzetten en zakken na hun hoogtepunt terug in de vergetelheid. Een golf als een berg komt thans aanrollen op de wereldzee en dat is de Abessynische kwestie. Men ziet het noodlot aankomen en staat machteloos. Mussolini weet van geen wij ken en wil met alle geweld Abessynië in z'n macht krijgen, Abessynië, dat welis waar niet is gelijk te stellen met de Euro- peesohe mogendheden, maar toch met hen lid van den Volkenbond is. Ieder lid van den Volkenbond heeft het recht om de hulp van den Bond in te roepen, als het wordt aangevallen. De Italiaansche troepen rukken Abessynië nog niet binnen, maar het zal waarschijnlijk wel niet lang meer duren. Hoe zal1 dan de houding van den Volkenbond zijn? In andere kwesties, zooals tusschen Ja pan en China, Bolivia en Paraguay, kan men zich er op beroepen, dat het tooneel van den strijd zoover weg lag en dat de strijdende partijen zioh buiten het machts gebied van den Bond bevonden. Maar met Italië is dat niet het geval. Wanneer de Volkenbond lijdelijk toeziet, dat Italië Abessynië inslikt, boet het prestige van den Bond zoozeer in, dat er voortaan geen land zal zijn, dat zich nog iets van het Conve nant zal aantrekken. Engeland heeft z'n best gedaan om het gevaar te bezweren, maar Engelands afge zant Eden is, zooals gemeld, verleden week met de kous op z'n kop uit Rome thuis ge komen. Engelands offer. Deze week heeft Eden aan het parlement verslag ge daan van de negatieve resultaten van zijn reis. Daaruit weten we nu, tot welk offer En geland bereid is geweest om den vrede in Afrika te bewaren. Engeland zou zonder tegenprestatie i zioh zelf, en slechts met behoud van weide- reohten van de onder Britsch bewind ge bleven bevolking van Soma li land, Abessy nië een uitweg naaf de zee aanbieden, met Zeila ais uitgangspunt. Op grond van dit offer zou Engeland dan van Abessynië ge daan zien te krijgen, dat dit Italië een uit gestrekt gebied aanbood in de streek van O gaden, den driehoek omvattende tusschen Britsch en Italiaansch Somaliland. Verder zou Engeland zijn best doen, dat Abessynië aan de Italianen een rechtstreeksche binding toestond tusschen hun beide bezit tingen in Oost-Afrika. Dit is heel wat an ders en meer dan de strook bij Oeal-Oeal, waarom Mussolini het conflict begonnen Toch heeft Mussolini dit aanbod niet wil len aanvaarden, waaruit blijkt, dat hij veel verdergaande aspiraties heeft. Er zal niets anders overschieten dan dat het mechanisme van den Volkenbond in werking wordt gezet. Engeland gevoelt daar wel iets voor, maar wensoht ook niet de verantwoordelijkheid alleen te dragen. De andere mogendheden moeten mee doen; op de eerste plaats Frankrijk. Maar Frankrijk, dat den laatstan tijd z'n betrekkingen met Italië geleidelijk beter heeft zien worden, is volstrekt niet van plan om Italië in de wielen te rijden. Mussolini zou in dat geval wel weer met Hitier kunnen gaan aanpappen en dat moet tot eiken prijs voorkomen worden. Maar als Frankrijk Italië z'n gang laat gaan be- teekent dat: oorlog in Afrika en een bedrei ging van den Volkenbond, derhalve van het collectieve veiligheidssysteem, volko men anarchie in de Europeesche betrekkin gen. Voor deze keuze moet Parijs, wat ove rigens zijn gevoelens zijn, terugschrikken. Het is in de Europeesche politiek al vaak voorgekomen, dat de soep niet zoo heet ge geten werd als zij werd op gedaan. Dat kan in deze dreigende kwestie ook wel het geval worden. Wellicht wordt een conces sie gevonden, welke Mussolini bevredigt. Italië's standpunt. Het Italiaan sche standpunt in deze gekke historie wordt duidelijk weergegeven in een arti kel van Gayda in de „Giornale d'Italia": Italië eischt (aldus Gayda) voor zioh het recht op, dat andere landen, Engeland in de eerste plaats, zioh zelf reeds lang heb ben toegekend, het recht n.1. om zich zelf in staat te stellen door koloniale expansie tot grootere economische en politieke ont wikkeling te geraken. Italië heeft getracht om door middel van verdragen te geraken tot een economischen invloed in Abessynië, doch Abessynië heeft deze verdragen nooit ten uitvoer gelegd en integendeel, trots alle vriendschapspacten, voortdurend de grenzen bedreigd der Ita liaansche bezittingen in Oost-Afrika. „Daarom verkeert Italië in de noodzake lijkheid eerst zichzelf vrede te verschaffen in Oost-Afrika en daarna zich die mogelijk heden tot vruchtbaren arbeid in Abessynië met geweld te verwerven, die de Abessy- niërs, trots alle verdragen, ons nooit heb ben willen verschaffen. De Britsohe voorstellen nu houden met de Italiaansche positie in het geheel geen rekening en zouden allerminst het effect hebben wat Eden beweert, dat Engeland ervan verwachtte, n.1. dat van een construc tieve oplossing te bieden voor het geschil tussahen Italië en Abessynië. Integendeel: door deze voorstellen te aanvaarden zou men het conflict alleen verdagen en het niet onmogelijk maken; en bovendien zou het uitstel alleen voordeelig zijn voor Abes synië. Dat land toch zou op geen enkele wijze gestraft worden voor zijn herhaalde belee- digingem, Italië aangedaan. Neen, het zou daarvoor worden beloond door het krijgen van een zeehaven en door verheven te wor den tot den rang van een staat die met het groote Engeland mag samenwerken. Voorts zou de zeehaven Abessynië de mogelijkheid schenken om ongestoord wapenen in te voeren, en het zou zelfs zoover kunnen ko men, dat Abessynië zich tot een zeemogend heid zou ontpoppen. Die haven zou boven dien van economisch voordeel zijn voor En FEUILLETON. Naar het Engelsch van WYNDHAM MARTYN. (Nadruk verboden). 54) „En al dien tijd", zei Trent, „beefden we van hoop om Garland's zware schreden te hooren naderen. Ik vreesde voor de vei ligheid van dien ouden missionaris, als het tot een gevecht zou komen. Dus professor Wright heeft ook de tweede ronde gewon nen." „Maar nu de laatste ronde", meende Wadham, „daar mogen we wel eens over denken. Een aanwijzing hebben we niet meer. Dat verhaal over het Boolakmuseum was enkel om ons om den tuin te leiden. Vermoedelijk zal hij wel in Engeland blij ven, hij zal dat veiliger vinden, dan het Kanaal over te steken." „Dat denk ik niet. Hij verkeert in de meening, dat wij er de politie in zullen mengen. In dat geval is hij in dit land niet langer veilig', daartoe is het te klein en de politie te goed. Lora Craig zegt, dat hij alle talen spreekt, waarom zou hij dus niet het buitenland gaan? Ik weet zeker, dat hij verwacht, dat we alles wat we weten aan de politie zullen vertellen. Hij denkt, dat we ons gewonnen zullen geven, weet je" Wadham zei ietwat aarzelend: „En doen we dat dan niet?" „Weineen. We hebben een heel goed stel nieuwe aanwijzingen om op voort te bor duren." „Bijvoorbeeld?" „Later", glimlachte Trent, „ik ben nog niet in staat om mijn nieuwe theorieën on der woorden te brengen. Laat me eerst een week van je heidegeur genieten." „Dat klinkt als een uitvlucht", antwoord de Wadham. Het was ook een uitvlucht. Eigenlijk had Trent geen enkel plan voor de vervolging van Charles Garland. Hij had Wadham's uitnoodiging hoofdzakelijk aangenomen omdat hij wist dat, als hij in Londen bleef, hij meteen de achtervolging weer zou op nemen, en daartoe was hij lichamelijk niet in staat. Hij was nog steeds vermoeid en zwak en liep gevaar om weer in te storten. En om Garland redivivus te ontmoeten moesten elke spier en zenuw fit zijn. Een paar weken in de heuvels en dalen, wat galoppeeren over de door de schapen kaal gevreten heidevelden, en dan ging hij naar Londen terug en hervatte de achtervolging. Hij had een vaste overtuiging, die hem voor wanhoop behoedde: eens zouden Garland en hij elkaar ontmoeten, met niemand om tusschenbeide te komen. Het was niet ge noeg om zelfs Wadham te overtuigen, maar het hield Anthony Trent staande. Voordat de trein het station binnenreed, vanwaar ze met de auto zouden worden af gehaald, stelde Wadham een ultimatum: „Vrijdag reis ik naar Londen terug en over twee weken kom ik weer. Als je te gen dien tijd geen nieuwe bewijzen hebt, moet ik het Scotland Yard vertellen. Mijn reputatie staat op het spel en ik durf het risico niet langer dragen." „Mooi gezegd", lachte Trent. „In orde. Geef me nog veertien dagen." Eerst toen ze Edenfell Hall naderden- vernam Trent, dat de broer van zijn vriend een baronet was. Sir John, die eenige jaren was dan zijn broer, ging gaarne door voor geland, van nadeed voor Italië, wijl de Ne gus, wanneer hij een eigen haven heeft in Engelsch Somaliland, zeker nooit gebruik zal maken van de haven van Assab, die Ita lië hem als vrijhaven aanbood in 1928. Het gebied van Ogaden, dat Engeland aan Abessynië zou afstaan, en dit land dan weer aan Italië, is een streek zonder eenige economische waarde, niet veel anders dan een woestijn. En woestijnen heeft Italië in Afrika reeds meer dan genoeg. Om deze redenen kon Mussolini niet in gaan op een voorstel dat de beleediging, de Italiaansche vlag aangedaan, ongewro ken zou laten, en aan Italië geen dier kolo niale voordeelen zoü brengen, die het land dringend behoeft". Tot zoover Gayda. De Habs burg wetten. Oosten rijk gaat thans ook langzamerhand over tot de liquidatie van de oorlogserfenis. Deze week heeft nl. de regeering bij het parlement een wetsontwerp aanhangig ge maakt om de z.g. Habsburgwetten weder op te heffen. De Habsburgwetten, die in 1919 zijn aan genomen, bepalen, dat de leden der keizer lijke familie uit Oostenrijk worden verban nen en dat hun goederen in beslag worden genomen en tot staatseigendom verklaard. Bondskanselier Doilfuss was de eerste, die een poging deed deze wet te verzachten. In de nieuwe grondwet van 1934 worden de Habsburgwetten niet uitdrukkelijk gehand haafd, zoodat er in de practijk feitelijk geen rekening meer mee werd gehouden. Naar men weet maakte aartshertog Eugen, een neef van keizer Franz Josef, van dezen fei telijken toestand gebruik door in Mei van het vorig jaar naar Oostenrijk terug te kee- ren, waar hij geestdriftig werd verwel komd en gehuldigd. Thans worden de wetten definitief afge schaft en worden tevens de financieele kwesties geregeld. Wat van algemeen be lang is, zooals de familie-bibliotheek van het huis Habsburg, blijft aan den staat, de kunstwerken worden teruggegeven, echter onder voorwaarde, dat zij onbeperkt ter be schikking van den staat moeten staan. Ook het groote natuurhistorische museum wordt teruggegeven, evenals vele landgoederen als de kasteelen Luxemburg, Orth en Eckartsau, Gross-Enzensdorf, Rutzendorf, Pöggstail, Mattiishbfen, Klein-Krampen, 2 paleizen en 5 huizen te Weenen, alsmede de particuliere sieraden. Een eventueele terugkeer der Habsbur- gers naar Oostenrijk zou nog geen herstel der monarchie be teekenen. Het is bekend, dat de Kleine-Ententestaten zioh daarte gen nog steeds sterk verzetten, en dat zij nog niet lang geléden hebben verklaard bij een poging daartoe terstond hun gezanten te zullen terugroepen en een restauratie te beschouwen als eén casus belli. Hoe de stemming in Oostenrijk overigens is blijikt het best uit het feit, dat aartsher tog Otto reeds door meer dan 500 gemeen ten tot eereburger is uitgeroepen, dat Eugen indertijd is gedoodverfd als toekomstig „Reichsverweser", en dat het land meer dan 40 monarchistische organisaties telt. Bezoek van Beek. Tenslotte is deze week nog een feit van belang geweest het bezoek van den Poolschen minister van buitenlandsohe zaken Beek aan Berlijn. Het is de eerste maal, dat een Poolsch minister te Berlijn op bezoek komt en dit feit is in Duitschland met gejubel begroet. een ruwe en goedhartige landeigenaar, maar in vroeger jaren was hij gezant- schapsattachée in Rome geweest en was een ontwikkeld man, die verstand van mu ziek en kunst had. Anthony Trent, die geen tehuis bezat, waardeerde de betoonde gast vrijheid des te meer. „Je broer en zijn vrouw zijn me buiten gewoon sympathiek. Ik voel me hier echt thuis. Die versterkende lucht maakt me al een ander mensch", zei hij toen hij na een paar dagen in Cumberland Wadham naar den trein bracht. „Die is onovertroffen", gaf Wadham ten antwoord. „Pas goed op jezelf. Ik schrok me dood, weet je, toen je met den strijd kreet van „Tête d'ivoire" onder de wielen van die taxi dook. Beklim de bergen van de streek alsjeblieft niet zonder gids. Ber gen beklimmen eischt een koel hoofd en ik weet niet, of die sport tot je vele vaar digheden behoort." „Ik heb in Kroatië geklommen", ant woordde Trent ernstig en vroeg zich af, wat Wadham gedacht zou hebben van die klimpartijen tegen de muren van het oude slot. „Ik zal voorzichtig zijn." Hij was al drie weken in het Noorden en had bijna het besluit genomen om zijn be zoek wat te verlengen, toen een aankondi ging in de Times hem naar Londen deed terugkeeren. Al in den aanvang van zijn onderzoek was het Trent opgevallen, dat Garland, die nam wat hij wilde, geen enkel exemplaar had gestolen van den beroemdsten der vroege Vlaamsehe meesters. Met uitzonde ring van een schilderij in het bezit van den hertog van Devonshire bevond geen enkele Memling zich in particuliere han den. En de groote~musea en kerken zou den him werken nimmer verkoopen. Bede heeft met Hitier Langdurige bespre kingen gehad, waarvan den inhoud welis waar niet is weergegeven, maar die toch de belangstelling hebben getrokken van de diverse landen. De Fransche bladen vooral hechten aan deze besprekingen veel belang. Zoowel het officieele slotcommuniqué als de verklarin gen, die Beek tegenover de pers heeft af gelegd, worden door de Fransche bladen in het algemeen te onduidelijk en te opzette lijk vaag geacht dan dat de bladen een scherp omlijnd oordeel zouden durven vel len. Volgens de „Petit Parisien" schijnt slechts één ding duidelijk te zijn, nl. de verzekering van Beek, dat hij er naar zal streven de vriendschappelijke Duitsch- Poolsohe betrekkingen die zijn werk zijn, volledig te handhaven. Het blad gelooft, dat het antwoord, dat Berlijn binnenkort aan de Fransche regeering zal doen toeko men naar aanleiding van de kwestie van het Oostelijk pact, vermoedelijk den sluier der geheimzinnigheid ,die over de Duitseh- Poolscbe besprekingen hangt, eenigermate zal oplichten. De Berlijnsche correspondent van de „Pe tit Journal" meent, dat Duitschland en Po len in de belangrijkste Europeesche kwes ties waarschijnlijk een gemeenschappelijke politiek zullen voeren. Dit zal volgens het blad vooral blijken bij het voorstel betref fende een algemeen Oostelijk non-agressie pact, waarin bovendien de clausule van geen hulp aan den aanvaller vervat is. In ieder geval blijkt uit het bezoek van Beek, dat de goede betrekkingen tusschen Duitschland en Polen, die onlangs een ver koeling hadden ondergaan, thans opnieuw zijn opgewarmd. LAWNTENNIS KAMPIOENSCHAPPEN VAN WIMBLEDON. Perry slaat Von Cramm in drie sets. Onder reusachtige spanning heeft te Wimbledon de eindstrijd plaats gehad in het heerenenkelspel tusschen den Engelschen speler Perry en den Duitscher von Cramm. Perry slaagde erin de zege te behalen in drie sets met de cijfers 62, 64, 64. Evenals te Parijs had Von Cramm ook "ditmaal last -van nerveüsiteit, waardoor hij vaak de gemakkelijkste ballen miste. In moeilijker situaties daarentegen was hij doorgaans voor zijn taak berekend. De strijd was zeer fel, doch Perry bleef steeds meester van het terrein. De ontmoeting werd door 18.000 toeschouwers bijgewoond. In de demi-finale van het damesdubbel spel wonnen de dames MathieuSperling (FrankrijkDenemarken) van de dames MeulemeesterHoward (BelgiëEnge land) met 64, 86. In het gemend dubbelspel wonnen in de demi-finale Hilde Sperling en von Cramm van Mrs. en Mr. Hopman met 64, 64. De verdere resultaten zijn: Damesdubbelspel: Miss Stammers en Miss James (Engeland) si. Mrs. Hay lock en Mrs. Kirk 63, 60. Gemengd dubbelspel: Jedrzejowska (Po len) en Quist (Australië) verliezen van Miss Martigan en Mac Grath (Australië) 2—6, 6—3, 6—1. Heerendubbelspel: Allison en Van Rijn (Amerika) sl. Hugkus en Tuckey (Enge land) 46, 64, 6—2, 62; Crawford en Quist (Austr.) sl. Budge en Mako (Ame rika) 62, 1311, 63. De finale gaat nu tusschen AllisonVan Ryn en Crawford Quist. De Times deed een interessant verhaal. Een dier oeroude geslachten, wier fontuin in den wereldoorlog zwaar geleden had, zag zich genoodzaakt een huis te verkoo pen, dat nog dagteekende uit den oorlog der Rozen. Toen de nieuwe eigenaar centrale ver warming liet aanleggen, werd een gehei me kamer ontdekt, acht voet bij vijf, in gebouwd in een nis van de zoldering van een der slaapvertrekken, en in de kamer daarboven was in de houten wandbetim- mering een koker verborgen waardoor voedsel kon worden toegevoerd als de ge wone ingang niet gebruikt kon worden. In deze geheime kamer vond men een rozen krans, een beker en een aarden schotel. En op de rand was in het Latijn geschreven: Ik ben al vele uren zonder eten of drin ken. Ik vrees, dat hen, die mij verzorgen, iets overkomen is. Welke tragedie degenen, die het geheim kenden, verhinderd had om den armen geestelijke te hulp te komen, zou wel altijd een geheim blijven, schreef de Times. Zijn beenderen getuigden van zijn droevig ein de en in een hoek lag een schilderij, waar van de experts zeiden, dat het het werk van Hans Memling was. Het was bekend, dat de stamvader van de familie voor de Nederlanden had gestreden in den oorlog tegen Spanje en aanwezig was geweest bij het teekenen van de vrede van Gent in 1576. Misschien had die toen dat schilde rij gekocht. Griffth Wadham, juist op weg naar Madrid, verklaarde, dat het een Mem ling was. Het stuk zou bijna onmiddellijk te Londen worden geveild en de groote verzamelaars of him agenten waren reeds ter plaatse. Anthony Trent besefte, dat hier voor het eerst een Memling geveild werd en dit was een goede kans voor Garland indien dez* ATHLETIEK LEIDSCHE KAMPIOENSCHAPPEN. Gisteravond werd op het A.S.C.-terrein te Oegstgeest door de Leidsche Athletiek Commissie een aanvang gemaakt met de verwerking der Leidsche Athletiek Kam pioenschappen. Het weer, dat in den namiddag van har den wind in regen veranderde, was tijdens de wedstrijden heel goed, zoodat de afwer king der nummers ongehinderd kon plaats hebben, terwijl de resultaten niet slecht te noemen zijn. Zij luiden als volgt: 60 M. hardloopen meisjes, finale: 1. Suusje v. Esch (Brunh.) in 8.8 sec., 2. Jenny Drugt (Brunh.) in 8.9 sec., 3. Dinie Ridderikhof (Nieuw Brunh.) in 9J2 sec. Verspringen junioren: 1. H. v. Bovenen (UVS) 4.67 M., 2. G. v. Bovenen (UVS) 4.51 M. Kogelstooten dames (4K.G.-kogel) 1. Peet Dieben (Brunh.) 8.56 M., 2. Geer Hoongedoorn (Nieuw Brunh.) 8.10 M., 3. Annie Bremmer (Nieuw Brunh.) 7.83 M., 4. Greet Ort (Nieuw Brunh.) 7.19 M. Kogelstooten juniores (3 K.G.- kogel): 1. J. Couturier (UVS) 13.90 M., 2. H. v. Bovenen (UVS) 12.55 M., 3. G. Cancrinus (UVS) 10.48 M. 400 M. hardloopen: 1. J. Schüss (Donar) in 55.2 sec.; 2. J. J. Jasper (Hol land) in 57.8 sec., 3. J. Annokkee (UVS) in 58.8 sec. Discuswerpen heeren: 1. C. v. Velzen (Holland) 24.63 M., 2. F. Veen (Donar) 24.54 M. 1500 M. hardloopen: 1. A. J. van Brakel (Holland) in 4 min. 23.8 sec., 2. A. Visser (Holland) in 4 min. 34.8 sec., 3. <A. v. Egmond (Holland) in 4 min. 38.6 sec. Verspringen meisjes: 1. Jenny Dragt (Brunh.) 4.08 M., 2. Dinie Ridderik- hoflf (Nieuw Brunh.) 4.05 M., 3. Suus van Es (Brunh.) 3.99 M. 100 M. hardloopen dames: 1. Rie Briejer (Brunh.) in 13.2 sec., 2. Ans Kel- lenaers (Brunh.) in 13.8 sec., 3. Annie de Bruin (Nieuw Brunh.) in 14 sec. Verspringen heeren: 1. O. Kronig (Holland) 6.12 M., 2. D. Roozendaal (Do nar) 5.83 M., 3. H. Bonte (Donar) 5.75 M. Hoogspringen dames: 1. Peet Die ben (Brunhilde) 1.40 M., 2. Us Bakker (Nieuw Brunh.) 1.35 M., 3. Annie de Bruin (Nieuw Brunh.) 1.25 M. Hedenmiddag te 4 uur worden de wed strijden voortgezet. WEDSTRIJDEN TE KOPENHAGEN. De Bruyn wint het discuswerpen. Bij de Vrijdagavond onder groote be langstelling er waren ongeveer 5000 toe schouwers te Kopenhagen gehouden athletiek-wedstrijden werd door onzen land genoot De Bruyn van Olympia uit Den Haag, die momenteel voor training aldaar vertroeft, het nummer discuswerpen ge wonnen met een worp van 43.50 M. Bij de 110 M .hordenloop vestigde de Deen Lundgren met een tijd van 15,1 sec. een nieuw Deensch record. ROEIEN DE HENLEY REGATTA. Te Henley werden gisteren de halve be slissingen van de Grand geroeid. Twee spannende wedstrijden, waarin de favoriet acht geslagen werd. In de eerste won Pembroke (Cambridge) van Jesus College (Cambridge) met 3/4 ibootlengte in 7 min. 13 sec. In de tweede Leander van Thames met eenzelfde verschil in 7 min. 17 sec. Voor de Diamond Sculls won Zavrel met 1 3/4 lengte van Winstone in 8 min. 41 sec. Rufli sloeg Studach, tijd 8 min. 49 sec. Voor de Stewards Cup bleef London 2 1/2 lengte voor Pembroke, 7 min. 57, ter wijl Zurich in 8 min. gemakkelijk van Thames won. De weersomstandigheden waren ideaal. „Hbld." zooals Trent vast geloofde, een werk van dezen meester begeerde. Hij had veel meer kansen dan anders ooit geboden werden. Hij zou het kunnen stelen op weg naar Londen, tijdens de veiling, als het werd tentoongesteld en als de nieuwe eigenaar het in bezit had genomen. Trent kon wel vijftig manieren verzinnen, waarop een vermetel man zich er van meester kon ma ken. Hij wist zeker, dat Garland er mag netisch door zou worden aangetrokken. En Trent geloofde niet, dat Garland er eenig vemoeden van had, dat zijn diefstallen zoo zorgvuldig geregistreerd waren. Het succes had hem vermetel gemaakt en ten slotte liet hij alle voorzichtigheid varen. En bovenal onderschatte hij zijn tegen standers. Trent vroeg zich dikwijls af, wat Garland zou doen, als hij achter Trents verleden kon komen. Toen Trent in Londen aankwam, vernam hij, dat de echtheid van het schilderij in twijfel getrokken werd. Een Antwerpsch criticus, die het Wadham nooit vergeven had, dat deze in zijn boek den spot met hem had gedreven, beweerde, dat het een ver miste Van der Goes was. Deze twijfel aan de echtheid weerhield Shappard uit Chi cago er van, te bieden. Hij was al zoo vaak bedrogen. Anthony Trent ging het schilderij zien. Dat deed ook Alfred Anthony; en dat de den ook andere incarnaties van denzelf den rusteloozen Trent. Maar nimmer zag hij een glimp van Garland of eenig per soon, die op hem of dr. Hyde leek. Als Wadham niet in het Prado geweest was, had hij onschatbare diensten kunnen bewij zen door het aanwijzen van mogelijke bie ders en opgeven, wien ze vertegenwoordig den. Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 9