DE ONTWIKKELINGS GESCHIEDENIS VAN HET SPOORWEZEN. ie zijn. Vele nieuwe constructies in loco motieven en wagons zijn ook van Engel- schen afkomstig. Ook Duits,chland heeft in den loop der jaren veel bijgedragen tot den bloei van het spoorwezen. Duitschland kwam ech ter feitelijk eerst na den oorlog met uit vindingen. Hoewel de locomotief in den loop der tijden zeer vervolmaakt is, kan men toch moeilijk ontkennen, dat zij in wezen nog dezelfde basis vertoont als de „eerstge borene" van Stephenson. Eigenlijk alleen snelheid en een grootere hygiëne, zij be vordert ook het vlotte starten en remmen der treinen. Doch ondanks de groote com fort, hetwelk den hedendaagschen mensch wordt geboden, is men nog niet tevreden en steeds weer opnieuw doet men po gingen het snelheidsrecord der treunen te breken, hetzij door toepassing van een speciaal hiervoor geconstrueerden motor, hetzij door vereenvoudiging en verlichting van den omvang en het gewicht. In het begin van 1931 maakte de direc tie der Krupp-fabrieken te Essen de nieu- De eerste locomotief van Stephenson. De ontwikkelingsgang van het spoor wezen is een der interessantste geschie denissen der techniek. Vooral in de laat ste tientallen jaren is zij met rassche schreden vooruit gegaan en steeds opnieuw worden pogingen aangewend om de trei nen hun eigen snelheidsrecord te doen breken. Om een duidelijk overzicht te krijgen diene men terug te gaan tot het begin der negentiende eeuw, in welk tijdperk de beroemde George Stephenson de ge- heele wereld in verbazing bracht door zijn uitvinding eener machine, die op eigen krachten kon voorrtgaan en zelfs nog in staat was andere wagens mede te trek ken. De eerste proef met de door Ste phenson geconstrueerde locomotief vond plaats in 1825 in Engeland. Dit gebeu- had men in ieder oord, hetwelk wij door reisde, maatregelen voor eventueele hulp genomen, die evenwel niet noodig bleek te zijn vóór wij te Birmingham aankwa men, alwaar die hulp benevens de wèl- verdiende hulde dan ook in ruime mate werd verleend Nederland zag haar eerste spoorlijn met de feestelijke opening van het traject AMSTERDAM—HAARLEM op 20 Sep tember 1839. De voorbereidingen, tot de openstelling dezer lijn bracht tal van moei lijkheden met zich mede. In hoofdzaak nl. de Kamers van Koophandel te AMSTER DAM en ROTTERDAM, die de plannen tot het bouwen van een Hollandsche spoor lijn tegenwerken. Men voerde als reden aan, dat de Nederlandsche handel tot het buitenland er door zou kunnen ijorden De rrietrwe Amertkaansche locomotief. Deze Jumbo heeft een capaciteit van 9000 P. K. en Is bestemd voor Union Pacific. ren trok talrijke vreemdelingen en gaf veel stof tot spreken. De uitvinding van Ste phenson werd door velen toegejuicht, want men beschouwde haar als een belangrijke stap in de ontwikkeling der techniek. Velen echter keurden Stephenson's uitvin ding af; men zag de rustige trekschuit en de romantische vigelante door de ijze ren banen verdrongen. Doch ondanks de felle critiek had de geniale uitvinder zulk een succes met zijn locomotief, dat hij spoedig opdrachten ontving van diverse Europeesche landen. Een ijzeren-spoorweg- fabriek werd te New Castle opgericht en was hierin de eerste. De fabriek werd door den uitvinder zelf geleid, later door zijn neef Richardson. Stephenson's wagen legde een gemiddelde snelheid af van 18 Engelsche mijlen per uur. De invoering van stoomrijtuigen op ge wone wegen heeft in de eerste jaren van haar bestaan vele hinderpalen moeten over- winnen: vooreerst moest de grond, waar op de rails zouden worden gelegd, ver hard en opgehoogd worden. Ook vrees de men, dat de paarden bij Het zien der stoomwagens verschrikken zouden en op hol slaan. Talrijk waren dan ook de klachten-bij-voorbaat, die door koetsiers en voerlieden bij de Engelsche regeering binnenstroomden. Doch" al deze bedenkin gen ontmoedigden geenszins den geest van uitvinding. De verbinding van een lange wagonrij achter de locomotief bracht ten laatste nog bezwaar, daar deze bij de korte bochten in de rails wel eens be denkelijk overhelden en menigeen in angst en vreeze deed zitten. Doch allengs ver beterde men het spoorwezen en Stephen son, die in 1848 overleed, had tot aan zijn dood een groot vertrouwen in zijn uitvinding. Typisch is de reisbeschouwing, welke door een Engelsch tourist in de eerste bestaansjaren der locomotief aan zijn vriend werd geschreven en waarvan wij het volgend stukje ontleenen: „De werk tuigkunde heeft 'n nieuwe zege behaald! Ik ben zelf getuige, daar ik in een stoom- rijtuig over den heuvelachtigen straatweg van Oxford naar Birmingham ben ge stoomd. Ik zal een korte beschrijving geven van het wonderlijk werktuig. Des- zelfs snelheid is 12 Engelsche mijlen per uur. Reeds bij het vertrek leverde de reis een heerlijk schouwspel op. De straten waren gevuld met de gansch'e bevolking der stad, benevens duizenden nieuwsgie rigen uit de omliggende dorpen, terwijl de zware machine, evenals de praalwa gen van den afgod, zijne bewonderaars scheen te willen verpletteren. Men droeg zorg den menschen het gevaar voor oogen te stellen en de doortocht werd behoor lijk-vrijgehouden, waardoor de snelle ma chine statig en snel door de schoone stad sneed. Daar de voorgenomen reis reeds eenige dagen tevoren was aangekondigd, hetgeen de maatschappij natuurlijk in zware lasten deed zitten, temeer, daar vele burgers zich in een dergelijk vervoermid del niet durfden wagen. De wagens der eerste Nederlandsche treinen waren, gelijk ook thans nog, in drie klassen ingedeeld. Alleen de eerste klasse bood evenwel eenige geriefelijkheid, daar deze aan beide zijden gesloten werd door gespannen zeil doek, doch de 2e en 3e klaswagons ble ven gedurende de reis eenvoudig aan alle kanten open, hetgeen natuurlijk verre van j hygiënisch was voor de passagiers, die bij het verlaten der treinen kuchend en hoestend, bevuild en bestofd de comparti menten verlieten. Enkele jaren daarna werd dit euvel weggenomen doordat de direc tie, na herhaald verzoek der burgers, be sloot ook aan de twee laagste klassen afdoende stoffeering te doen aanbrengen. Doordat men zich in de eerste tiental jaren vaak moest behelpen gedurende een treinreis, werd er in de wintermaanden weinig gebruik gemaakt van de treinen. Verwarming was er in het geheel niet. Zoo de passagiers er om vroegen, werd hen een warmwaterkruik gebracht, doch dit voorecht gold ook slechts alleen de le.klasse.passagiers. In Nederland werd de officiëele ope ning van de spoorlijn AitisterdamHaar lem gevolgd door die van HaarlemVee- nenburg (2 Juni 1842); Veenenbuurg—Lei. den (11 Aug. 1842): Leiden—Voorschoten (1 Mei 1843); VoorschotenDen Haag (6 Dec. 1843); Den HaagRotterdam (3 Juni 1847); Den HelderAlkmaar (20 Dec. 1865); Alkmaar—Uitgeest (1 Mei 1867), enz. enz. Mét de jaren werd het spoorwegverkeer zeer uitgebreid en ver beterd. Gebruikte men bij de eerste spoorlijnen nog vaak primitief materiaal, zooals hooge dunne wagonwielen, zeildoek bij wijze van wanden, houten banken, vun zige onfrissche veewagens, langzaamaan moesten deze euvelen plaats maken voor meer comfort en zin voor hygiëne. Engeland is het land, dat ons in de ontwikkeling van het spoorwezen is voor gegaan. De nieuwste toepassingen en de grootste snelheid werden hier beproefd. Engeland was ook het land, waar het benadeeld, doch onderlinge naijver tus- j spoorwezen zich al dadelijk krachtig kon schen deze beide steden was het rechte j motief. De Amsterdammers vreesden, dat de schepen hun haven zouden verlaten en naar Rotterdam gaan, terwijl de Rotter dammers beducht waren, dat Amsterdam langs den goedkoopen spoorweg het leeu. wenaandeel van de goederen tot zich zou trekken! De maatschappij tot oprichting van den ijzeren spoorweg, welke instel ling onder leiding stond van den bekwa men waterstaats-ingenieur F. W. Conrad, had ook met vele technische moeilijkheden te kampen. Nog tijdens den bouw van den spoorweg verzakte deze halverwege in den drasschen grond en moest worden versterkt door het aanbrengen van be schoeiingen. Bij den lastigen ovèrgang te HALFWEG was men genoodzaakt, zulks ook weer door tegenwerking der stads besturen, ditmaal zoowel van HAARLEM als van de hoofdstad, een houten schut ting over een lengte van 200 meter en een hoogte van 5 meter te plaatsen, zulks om het „ijzige van de passagie" voor menschen en paarden De eerste locomitief in Nederland kocht men van Engeland en werd „de Snelheid" genoemd. Deze locomitief werd gevolgd door „de Arend", „de Hoop" en „de Leeuw". Deze locomotieven, een idee van Stephenson, waren natuurlijk nog primi tief, doch bezaten reeds een redelijke snel heid. Zij werden aanvankelijk met zuivere cokes gestookt, hoewel de gewone steen kool veel voordeeliger was. De Neder- lndsche regeering weigerde evenwel steen kolen te gebruiken, zulks in navolging van Engeland, die ook met cokes stookte. Men zeide, dat de gewone steenkolen de wa gons zoowel als de goederen zouden be vuilen, terwijl het brandgevaar voor de huizen, gelegen langs de spoorlijnen, veel grooter zou zijn, vooral „ingeval de wind naar die zijde mocht waaien". De eerste Nederlandsche trein bereik te een snelheid van pl.m. 38 K.M. per uur. De locomotief gebruikte niet minder dan ruim 15 K-G. cokes per kilometer, De motortrein verdringt de locomotief. Op de lijn New YorkChicago, wordt momenteel een inotortrein gebruikt, welke door zijn groote snelheid economischer is dan de gewone locomotief. Het oude en het nieuwe model. in de laatste jaren is dit aanmerkelijk ver- anderd, het „stroomlijn-type" wordt tegen woordig gaarne toegepast- In Amerika en Rusland ving men de laatste jaren aan met het gebruik van vloeibare brandstof. Deze brandstof blijkt goede resulaten op te leveren, doch schijnt zeer kostbaar te zijn. Electrificatie geniet in den moder nen tijd de voorkeur in binnen- en bui tenland. Electriciteit kan worden toege past zoowel bij sneltreinen op lange af standen als bij kabelspoorwegen in de ber gen. Zwitserland ging het buitenland in de toepassing van electrificatie voor. De walm der spoortreinen was jarenlang een groot bezwaar, temeer, daar men in Zwit- uitgroeien, daar vele genieën der techniek en wetenschap op Engelschen bodem het levenslicht aanschouwden. Toen men in Holland nog slechts enkele spoorlijnen kenden, had dit land reeds tientallen tra- jecten, dank zij de vooruitstrevendheid der zakenlieden en burgers, die het als een eer rekenden hunne naburen hierin voor seriand Honderden meters lange tunnels moet passeeren en de dikke rookwolken, die gedurende de tunnelreis nauwelijks kunnen ontsnappen, vaak door de kieren en luiken in de passagiers-compartimenten wisten door te dringen, hetgeen het rei zen niet veraangenaamde. De electrifica tie beoogt evenwel niet alleen een groote D-TREIN VAN ALUMINIUM. Een model van den electrlschen trein, zooals deze wordt gebouwd voor de Union-Pacific In Amerika. we Krupp-turbine bekend, welke turbine een enorme kracht bezit en een snelheid kan veroorzaken van 110 kilometer per uur. Proeven met deze turbine leverden goede resultaten, doch dit record werd spoedig weer gebroken door een uitvin ding in Engeland, welke het mogelijk maakte electrische treinen met 'n vaart van 130 kilometer te doen loopen. Thans was het weer Duitschland, die dit record trachtte te verbreken en onmiddellijk togen een heel leger van geniale ingenieurs en technici aan het werk om de wereld in .verbazing te brengen met de bekende „Fliegende Hamburger", de snelste trein ter wereld. De Duitsche Spoorwegmij. bouwde in alle stilte dezen nieuwen elec- trischen „Schnelltrielwagen", waarin ruim 100 passagiers kunnen worden vervoerd men een snelheid van 160 K-M.! Deze „bliksemtrein" rijdt zonder locomotief en werd in Maart van het vorig jaar in het normaal spoorwegverkeer op de lijn Ber lijn—Hamburg opgenomen. Des och. tens vertrekt de „Fliegende Hamburger" uit Hamburg, waarna hij op het einde van den namiddag de terugreis uit Ber lijn aanvaardt. De reistijd, welke deze treinen voor dit traject noodig hebben, bedraagt pl.m. 2 uur en 20 minuten. Het geheim van de snelheid van het nieuwe spoorwegwonder ligt hierin, dat men er in is geslaagd, den weerstand van de lucht tot een minimum te beperken. Teneinde den doelmatigsten vorm vast te stellen, heeft men met voor dit doel geconstrueerede modellen proeven geno men in het windkanaal van den „Zeppe lin Luftschiffbau". Deze proeven leidden ertoe, dat de uiteinden van den trein sterk werden afgerond, dat de zolderingen aan de beide uiteinden met laaghangende pla. ten is bekleed. Met 't principe der stroom lijnen werd natuurlijk terdege rekening ge houden. Niets mocht uit het rijtuig uit steken, met uitzondering van een buffer tusschen de beide schijnwerpers en de korte stoompijp. Om den luchtweerstand te verminderen moest ook de trein zelf zoo licht mogelijk worden gemaakt. Daar om plaatste men de motoren dan ook niet in den romp van den trein, doch' in het onderstel. Daar deze trein, welke ettelijke tientallen meters lang is, zeer zelfstan dig moest worden gebouwd om aan het doel van „recordbreker" te kunnen be antwoorden, is het niet mogelijk andere treinen of wagons eraan te koppelen. Zeer groote snelheden maakte ook de z.g. electrische kogeltrein bij zijn proefritten in November j.l. De uitvinding daarvan is van een jong Russisch ingenieur, Jar- molschuk genaamd, die in korten tijd naam maakte over geheel de wereld. De trein liep eenige dagen lang in de omgeviing van Moskou, waar hij als een slang door het landschap kronkende. En als laatste nieuwigheid rijdt er sedert enkele weken op de spoorlijn New-York Chicago een motortrein, welke door zijn groote snelheid econo mischer is dan de gewone locomotief of electrischen trein Het spoorwegmateriaal der laatste tij den werd steeds kolossaler en vernufti ger, allerlei verbeteringen werden toege past en tenslotteis men nóg niet te vreden, zelfs niet met de grootste snel heid, die iederen dag door een nóg hoo- gere snelheid dreigt verdrongen te wor den! Doch altijd sneller zal wel immer de wensch' van uitvinder en publiek blij ven

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 16