De „Goede Herder11 te Leiderdorp.
ZATERDAG 22 JUNI 193b
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
naar waaraeminjsem verricht ia den
morgen van 22 Juni 1935, medegedeeld
door het Kon. Ned. Met. Inst, te De Bilt.
Hoogste barometerst.: 770.1 te Karlstadt.
Laagste barometerst.: 740.3 te Reykjavik.
Verwachting tot den avond van 23 Juni:
Zwakke tot matige
wind uit Oostelijke
richtingen. Helder
tot licht bewolkt.
Droog warm weer,
behoudens geringe
kans op onweer.
De uitbreiding van den hoogen druk naar
het Noord-Oosten had een algeheele weers-
verbetering over het vasteland ten gevolge.
Bijna overal stijgt de temperatuur. De
lucht klaarde op en talrijke stations meld
den hedenochtend helderen hemel. Slechts
over Ierland en Schotland, IJsland en
plaatselijk in Noord-No or wegen is de lucht
nog betrokken en valt eenige regen. De
depressie op den Oceaan, welke echter aan
haar Oostzijde steeds meer in beteekenis
verliest, laat zich daar nog gelden. Ten on
zent is op het aanhouden van het mooie
weer te rekenen, al neemt de kans op on
weer tengevolge van de aanwezigheid van
een ondiepe secundaire over de Golf van
Biscaje wat toe.
LUCHTTBMFBRATU DR.
23.8 gr. C.
WATERTEMPERATUUR.
Zweminrichting „De Zijl" 20.5 gr. C.
Zweminrichting „Poelmeer" 21 gr. C.
LICHT OP TOOK FIETSERS e.a.
Van Zaterdagnamiddag 9.55 uur tot
Zondagmorgen 4.08 uur; van Zondagnamid
dag 9.56 uur tot Maandagmorgen 4.08 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk: op Zondag 23 Juni voorm.
8.14 en nam. 8.43 uur; op Maandag 24 Juni
voorm. 9.12 en nam. 9.45 uur.
De handen uit de mOnwen
Een groote plaats neemt de handarbeid
in; voor de meisjes het handwerken, voor
de jongens het knutselen van boekenrek
ken en wagentjes. En dan natuurlijk het
huishouden! Een huishoudklas behoort nog
steeds tot de vrome wenschen van de zus
ters en bij gebrek daaraan, dient de keu
ken als huishoudschool. Misschien wordt
die wensch nog eens werkelijkheid, als een
maal het halve huis veranderd zal zijn in
een heel huis en de behelperij van thans
tot het verleden behoort?
Een groot gedeelte van het huis is reeds
klaar en daarvan neemt de kapel een voor
name plaats in. Een bijzonder fraaie kapel
is het, die de zusters er hebben, sober en
af; een kapel, die den indruk maakt van
een klein formaat parochie-kerk. Het gods
dienstig leven in dit kleine wereldje apart
wordt beheerscht aldus verklaarde mij
rector Beune met voldoening door zeer
gezonde begrippen. Dank zij de zeer juist
aangevoelde opvatting van de zusters, die
rekening houden met het milieu, waaruit
de kinderen vaak zijn voortgekomen,
heerscht er een uitstekende sfeer, die de
ontwikkeling van het godsdienstig leven
ten goede komt. Over het peil van de
godsdienstkennis was rector Beune dan
ook best te spreken, het bevattingsvermo
gen der kinderen in aanmerking genomen.
De heele indruk, die een bezoek aan de
Lidwina-school met haar internaat achter
laat, is, dat hier een haast bovenmensche-
lijke arbeid wordt verricht met al het ge
duld en de vindingrijkheid, waarover ech
te opofferende liefde beschikt. Een inrich
ting voor buitengewoon lager onderwijs of
veel meer eein inrichting voor opvoeding
en ontwikkeling in elk opzicht, zooals men
er voor deze categorie van voogdijkinde
ren geen tweede in Nederland vindt.
Mr. H. F. A GEISE.
Den lezers, die imet belangstelling van
bovenstaand artikel hebben kennis geno
men, willen wij hier nog even op het vol
gende attent maken.
Zooals het Lidrwinahuis er nu staat, is er
nog allerlei te kort: de zusters moeten de
haar geëigende slaapgelegenheid missen en
doen het nu met een zolder! De kinderen
slapen met te velen op één zaal! Het werk
kamertje van Moeder Overste is in gebruik
van den Rector! Er is geen sprake van een
behoorlijke recreatieeaal voor de kinde
ren! De badgelegenheid is heel gering!
Zooals het er nu staat, dit huis, komt men
er niet met de exploitatie. Deze is berekend
op groot 'honderd kindehen en nu zit men
daar al overvol met vijf en zestig.
Als het huis vol is, dan zal dit werk zich
zelf wel kunnen bedruipen, maar de pe
riode van minder en meer tot vol geeft wat
moeilijkheid.
Daarvoor wordt nu de liefdadige hulp
der Katholieken ingeroepen; geeft enkele
jaren een donatie en ge helpt dit schoone
werk voor heel de toekomst.
Geeft jaarlijks, halfjaarlijks of maande
lijks Uw gift en gij helpt mede kinder
leed te verzachten, kindervreugd te kwee
ken.
Er is een „tijdelijke commissie tot hulp"
gevormd, welke als volgt is samengesteld:
Pastoor Th. Beukers, rector L. Beune, de
heeren R. G. M. Huéber, J. Hermans, P. E.
Plouvier en de dames Mej. E. Bik, Mej. Th.
L. Elshof, Mevr. J. Gründemann-Hoffimann,
Mevr. A. Hermans-iBronklhorst, Mej. J. v.
Kamphout, Mej. C. Kerstens, Mevr. M.
Plouvier-Wijtenburg, Mej. M. Rosdorff,
Mevr. Th. Wilmer-Koelman, Mevr. A. Wij-
tenburg-Hofstee.
Het Giromnummer van Pastoor Th. M.
Beukers is: 78464; van Rector L. Beune:
69230.
Ook kleine bedragen b.v. 1.per jaar
zijn ten zeerste welkom.
Een debacle voor Leiden
In een verkiiezingsblad van de S.D.A.P.
wordt gewezen op het verschil tusschen
woorden en daden. Maar: niet bij de
S.D.A.P., doch bij de Katholieken en de
Antirev.!
In datzelfde blaadje treffen wij ook aan
een afbeelding van het nieuwe Raadhuis,
„waarin wij hopen" aldus lezen we daar
onder „dat een democratisch gemeente
bestuur zal komen te zetelen.
W ij hopen dat ook.
Maar: geen sociaal-democratisch
gemeentebestuur
Waarom niet?
Omdat wij dan een debacle vreezen in
dat nieuwe raadhuis!
Die vrees hebben niet wij alleen.
De leider der SD.A.P., de heer Albarda,
heeft die vrees al lang. Reeds in 1920 (20
April) schreef hij in het „Volk" aan het
adres der Leidsche S.D.A.P. het volgende:
„En als die n.l. de sociaal-demo
cratische wethouders daar (in het
college van B. en W. te Leiden) hun
injtrede gedaan hebben, Van Eek, dan
zullen zij moeten beantwoorden aan
de eischen, die gij, MET MISKEN
NING VAN DE WERKELIJKHEID EN
VAN DE MOGELIJKHEDEN, aan het
burgerlijke Burgemeester en Wethou
ders-college hebt gesteld. Uw sociaal
democratische wethouders zullen aan
dien eisch niet kunnen voldoen. HUN
ARBEID ZAL een teleurstelling zijn,
erger dan dat, TOT EEN DEBACLE
VOEREN".
Zegt het voort!
Koninklijk bezoek
aan Rotterdam
Het is alweer eenige jaren geleden, dat
H. M. de Koningin een bezoek gebracht
heeft aan Rotterdam. Hoe geheel anders
dan toen is het vandaag bij de ontvangst
van de Koningin. Er is in dien betrekke
lijk korten tijd veel veranderd voor de
Maasstad, veranderd in zeer ongunstigen
zin.
En juist daarom heeft het in Rotterdam
zoo'n buitengewoon prettigen indruk ge
maakt, dat H. M. de Koningin van Haar
belangstelling getuigenis heeft aangekon
digd, dat Zij een bezoek aan Rotterdam
brengt om zich persoonlijk op de hoogte
te stellen van de moeilijke omstandigheden
waarin de stad en de haven van Rotterdam
verkeeren.
Om tien minuten voor half twee heden
middag arriveerde de auto van H. ML de
Koningin aan de grens van de gemeente
RotterdamOverschie op den Schieweg,
waar zij door burgemeester Droogleever
Fortuyn werden begroet. Onmiddellijk
daarop reed de kleine stoet langs de Schie-
kade W.Z. naar den Coolsingel, waar voor
het Raadhuis werd stilgehouden Tegelij
kertijd arriveerde de auto van H. KL H.
Prinses Juliana, die afzonderlijk met klein
gevolg van 's-Gravenland was gekomen.
Overal langs den weg, waar de stoet pas
seerde, was de belangstelling groot, voor
al op den Coolsingel, waar de politie voor
een ruime afzetting had gezorgd, stonden
vele duizenden, die de vorstelijke personen
hartelijk toejuichten.
Nadat de Koningin, de Prinses en het
gevolg waren uitgestapt, betraden zij het
bordes van het stadhuis en begaven zich
vervolgens naar de Burgerzaal, waar de
wethouders en de gemeente-secretaris aan
Haar werden voorgesteld. De Koningin en
de Prinses begaven zich daarop naar de
kamer van den burgemeester, waar de
heeren W. A. Engelbrecht, voorzitter van
de Kamer van Koophandel, mr. K. P. van
der Mandele, directeur der Rotterdamsche
Bankvereeniging en W. H. de Monchy, di
recteur van de Holland-Amerika Lijn, in
audiëntie werden ontvangen. Door ge
noemde heeren liet H. M. de Koningin zich
voorlichten over den slechten toestand in
de Rotterdamsche haven, het bedrijfsleven
en de scheepvaart. Dit onderhoud, dat voor
de stad Rotterdam van zoo groot belang
is, duurde geruimen tijd.
Om vijf minuten voor half drie werd weer
in de auto's gestapt. De stoet reed vervol
gens langs den linkerkant van den Cool
singel, ging de Aert van Nesstraat in en
reed via Mauritsweg, Eendrachtsweg, Witte
de Withstraat naar den Schiedamschen Sin
gel. Ook op dit traject juichten duizenden
langs den weg geschaarde belangstellenden
de hooge bezoeksters toe.
De Koningin, de Prinses en het gevolg
stegen uit voor het schoolgebouw aan den
Schiedamschen Singel No. 39. In een aan
tal lokalen van deze school was een ten
toonstelling ingericht van werkstukken,
welke gemaakt zijn door deelnemèrs aan
de gemeentelijke vakcursussen voor werk
loozen- Met veel belangstelling bezichtigden
de vorstelijke personen verschillende werk
stukken, waarbij -zij zich over de organi
satie van deze vakcursussen voor werkloo-
zen lieten voorlichten. Het bezoek aan de
tentoonstelling duurde ongeveer een kwar
tier.
Het gezelschap reed daarna naar de Zee
vaartschool, aan de Piet er de Hoochweg.
De route ging langs den Schiedamschen
Singel, Witte de Withstraat, Westersingel,
Westzeedijk naar de Pieter de Hoochweg,
waar de stoet om vijf minuten over drieën
voor de Zeevaartschool aankwam. In de
school woonden de Koningin en Prinses
de plechtige overdracht bij van een buste
van wijlen Prins Hendrik, door het Co
mité tot Huldiging van de Nagëdachtenis
van den Prins aangeboden aan de gemeente
Rotterdam ter plaatsing in de Zeevaart
school.
De plechtigheid in de school werd door
den directeur van de Zeevaartschool, den
heer C. Westerhof met een korte speech
geopend. Daarna heeft de voorzitter van
het comité, de heer H. G. J. M. Drabbe een
redevoering gehouden.
Na den heer Drabbe hield de burgemees
ter een korte toespraak, waarin hij namens
het gemeentebestuur de buste van wijlen
Prins Hendrik gaarne van het Comité aan
vaardde.
(Het is dit jaar drie-kwart eeuw geleden,
dat te Leiderdorp „De Goede Her
der" werd gesticht. Dit jubileum zal niet
worden gevierd. Dom A. Beekman O.S.B.
heeft echter ter gelegenheid van dit jubi
leum in „De Tijd", in een tweetal artikelen,
de stichtingsgeschiedenis van „De Goede
Herder" verteld. Wij veroorloven ons deze
artikelen over te nemen, er niet aan twij
felend, of de lotgevallen van de edele
stichteres, een bekeerlinge van Leid-
schën huize en de gebeurtelijkheden
in de eerste dagen dat het Leiderdorp-
s c h e gesticht tot stand kwam, zullen de
belangstelling van velen trekken. Red.)
Zelfs de planken werden
opgebroken!
Op Donderdag 29 Maart 1860 kwamen
de eerste drie Zusters vanuit Angers in
den avond te Leiden aan om den volgen
den dag te Leiderdorp het huis betrekken,
dat door de zorg van Mgr. van Vree, bis
schop van Haarlem, ten behoeve van ge
vallen meisjes, die tot, een geregeld leven
wilden terugkeeren, was opgericht. Er was
moed noodig om het werk te ondernemen
en er was voorloopïg niets, wat haar be
moedigde. Bij den eersten tocht door het
groote ledige huis viel, als een zware last
op haar schouders de taak, het bewoonbaar
te maken. De werklui waren zelfs nog niet
vertrokken. Toen deze eindelijk het veld
hadden geruimd stond weer een andere be
proeving voor de deur. Mgr. wenschte, dat
het huis ter bezichtiging zou worden open
gesteld. Reeds had hij dit, daags na aan
komst der Zusters, in een circulaire aan de
geestelijkheid te kennen gegeven. Gedu
rende de maand April van 's morgens tien
tot 's avonds vijf uren zou ieder, die voor
zien was van een toegangsbewijs, door één
der pastoors van het bisdom afgegeven,
moeten worden toegelaten.
Deze maatregel verwonderde de Zusters
bovenmate, omdat zij volgens haar Regel
tot het houden van slot verplicht waren.
Toch was het uit voorzichtigheid, dat Mgr.
er toe was overgegaan. Zijn bedoeling was
aan alle praatjes en verdachtmakerijen den
kop in te druken. Het liep storm: van
den ochtend tot den avond moesten de ar
me nonnetjes de bezoekers rondleiden, die
zich soms in groepen van twintig tot der
tig aanmeldden. En wat was er te zien?
Enkele ledige lokalen en drie Zusters in
wit habijt met zwarten sluier.
Toch maakte zelfs de Officier van Jus
titie er een reis voor: met den burgemees
ter van Zoeterwoude en twee wethouders
verscheen hij aan de poort. Van den kel
der tot den zolder werd alles nauwkeurig
opgenomen en met zoo groote oplettendheid
dat hun de losse planken van de vloeren,
die nog moesten bijtrekken, opvielen: de
ijverige Officier vroeg ze op te lichten om
te kunnen constateeren, dat er zich geen
verborgen plaatsen onder bevonden, waar
onwillige penitenten zouden kunnen wor
den opgesloten! Bij het afscheid maakten
hij en de burgemeester den blunder goed
door te verzekeren er voor te zullen zor
gen, dat tegen elke baldadige stoornis van
buitenaf streng zou worden opgetreden.
Het teekent de mentaliteit dier dagen!
Nog even'keerde op het laatste oogenblik
de man der Wet zich tot de Overste: hij
kon er toch wel absoluut zekervan zijn,
dat aan de meisjes, die hier zouden komen,
haar vrijheid niet zou worden ontnomen?
Een verrassing-I
Tot in de maand Juni kwamen er nog
bezoekers, waaronder vele predikanten, die
allen Zeer verrast waren de Zusters Hol-
landsch te hoor en spreken. De overste,
Moeder Maria van de H. Theresia in de
wereld genaamd Van den Bergen, weduwe
van generaal Jacobi en bekeerlinge had
er schoon genoeg van en beklaagde zich bij
Mgr. Deze troostte haar vaderlijk: „De
groote belangstelling zal ten gevolge heb
ben", schreef hij haar, „dat u in de toe
komst voor menige indiscrete vraag zult
bewaard blijven en het bezoek der autori
teiten zal u tot bescherming strekken". Hij
verklaarde haar hoe de zelfverloochening
vooral noodig was te beoefenen in een land
waar een liefdewerk niet in stand kan
blijven, zoo het de sympathie van de meer
derheid niet heeft en dat die sympathie
Het bezoek der Koninklijke gasten aan
de Zeevaartschool had ongeveer 20 minu
ten geduurd. De vorstelijke personen ste
gen weer in de auto's.
Bij het door jongere werkloozen aange
legde Museum werd stilgehouden. Een tijd
geleden reeds had H. M. de Koningin, toen
Zij op een harer reizen het Museumpark
passeerde, hier jonge werkloozen aan het
werk gezien en toen de wensch te kennen
gegeven him werk eens te bezichtigen.
Met groote belangstelling bezichtigden de
Koningin en de Prinses dit park, dat nu
vrijwel gereed is gekomen en vervolgens
begaven zij zich naar het nabij gelegen
openlucht-theater, een werk, dat nog in
aanleg is en dat eveneens een object is van
het Centraal Comité voor Jongere Werk
loozen.
Met een onderbreking van vier maanden
is hieraan sedert verleden jaar Maart ge
werkt. Er zal plaats komen voor 1100 per
sonen en de outillage zal uistekend zijn.
Over een maand of vijf is het werk gereed.
Vier honderd jongere werkloozen hebben
er aan gewerkt.
Om kwart over vieren werd in de auto's
gestapt.
Met den trein van 4.32 uur vertrokken
de hooge bezoeksters van het Maasstation
rechtstreeks naar het Loo.
naastenliefde.
door kennismaking alleen kon worden ge
wonnen.
Eerst in September kwam Mgr. van Vree
om de kapel in te zegenen en het slot te
bevestigen. Vanaf dat oogenblik zou zonder
zijn uitdrukkelijke toestemming niemand
meer kunnen worden toegelaten, behou
dens enkele bepaalde gevallen van ziekten,
reparaties e.d. Een reglement had Mgr. den
27sten Juli al doen toekomen aan het huis.
Spoedig kwamen nu ook de penitenten,
die den Zusters veel moeite bezorgden. Er
was nog geen klas van gevormde meisjes,
die een goeden geest onderhielden, en een
goede geest werkt betooverend op een nieu
welinge. Geduld en liefde behaalden echter
spoedig de overwinning.
We zullen de verdere lotgevallen van het
klooster hier niet behandelen. Wie er zich
voor interesseert kan deze opgeteekend
vinden in het geïllustreerde werk: „De
Goede Herder in Nederland", te verkrij
gen aan de St. Paulus-abdij te Oosterhout.
Liever willen wij in verband met het ju
bileum wijzen op een belangrijke figuur,
die in ons land al te weinig wordt gekend:
Maria de Combé, geboren van Zijs.
De stichteres een Leidsch
bekeerlinge.
Maria Magdalena van Zijs werd in 1656
te Leiden uit Protestantsche ouders gebo
ren. Haar grootvader van vaders zijde
had met zoovele andere edelen de partij
gekozen der opstandelingen tegen het ge
zag van den Spaanschen Koning Philips
II en was ook tot de nieuwe religie over
gegaan, waarbij hij zijn aanzienlijk ver
mogen grootend eels had verloren. Nog in
haar prille jeugd had Maria een katholiek
priester ontmoet, die zich in het geheim te
Leiden ophield om daar den Katholieken
van dienst te zijn. Zij volgde zijn onder
richtingen, die zij nimmer meer vergeten
zou.
Haar bezoeken bleven evenwel niet ver
borgen voor haar ouders, die haar verbo
den, ooit meer alleen uit te gaan of met
iemand te spreken, die van roomsch ge
zindheid verdacht werd. Ten slotte meen
den zij geen beteren maatregel te kunnen
treffen, dan hun dochter uit te huwelijken
aan een vermogend edelman, Adriaan de
Combé, wiens haat tegen al wat Katholiek
was, maar al te zeer bekend was en die
menschel ijker wijs gesproken, nooit zou dul
den, dat zijn vrouw zich zou aansluiten bij
de Roomschen.
Uit kinderlijke gehoorzaamheid schonk
de 19-jarige Maria haar hand aan den
Blauwbaard, die haar zoo gewetenloos werd
opgedrongen. Het werd natuurlijk een on
gelukkig huwelijk. De man behandelde
zijn jonge vrouw zoo onmenschelijk wreed,
dat zij om haar leven te redden, rich ge
dwongen zag, scheiding aan te vragen.
Nauwelijks anderhalf jaar waren ze ge
huwd.
Mogelijk dat een verborgen kwaal, haar
echtgenoot zoo ongenietbaar maakte; een
half jaar toch na de scheiding werd hij
ten grave gedragen. Maria de Combé was
weduwe op 21-jarigen leeftijd. Meerdere
malen aangezocht voor een tweede huwe
lijk, wees zij dit van de hand, zoozeer was
ze met schrik geslagen.
Uitgenoodigd door haar zuster en zwager
voor een reis naar Parijs, nam ze dit gre
tig aan, meenend daardoor gelegenheid te
zullen krijgen, met den Katholieken gods
dienst meer van nabij kennis te kunnen
maken. Inderdaad gelukte het haar enkele
godsdienstplechtigheden bij te wonen, wat
haar in het vaderland niet mogelijk was
geweest.
Haar bekeering.
Op zekeren nacht, zoo verhaalt kanunnik
Jean Jasques Boileau, die in 1700 te Parijs
la Vie de Mme de Combé in het licht gaf,
werd zij eensklaps uit den slaap opge
schrikt. Zij meende een stem te hooren die
sprak: „sta op en begeef u aan het venster;
daar zult ge vernemen, wat u te doen staat".
Ze voldeed aan dat verzoek en zag een
priester met het Allerheiligste, dat hij naar
een zieke bracht, voorbijgaan. Spontaan
werpt ze zich in aanbidding op de knieën
en doet de gelofte het Protestantisme te
zullen afzweren en het Katholiek geloof
te zullen omhelzen. In het jaar 1680 legde
rij eindelijk op plechtige wijze de Room-
AGENDA
LEIDIN.
De Zondagsdienst der huisartsen te
Leiden wordt waargenomen door de dok
toren: De Bruijne P. van Es, Niemer en
Starck.
De Zondagsdienst der doktoren te
Oegstgeest wordt waargenomen door ór.
Bertel, tel. 3302.
De avond-, nacht- en Zondagdienst der
apotheken wordt van Maandag 17 tot
en met Zondag 23 Junj a.s. waargeno
men door de apotheken: M. Boekwijt, Visch
markt 4, tel. 552 en C. van Zijp, Wilhelmi-
napark 8, Oegstgeest, teL 274.
sche geloofsbelijdenis af in de handen van
den vromen priester Traullé. Haar zwager
en zuster lieten haar onmiddellijk in deni
steek en van dat oogenblik af werd zij uit
de familie venstöoten. Van iedereen ver
laten en in het uiterste broodsgebrek zocht
en vond ze een steun, bij den ijverigen
priester de la Barmondière, pastoor varu
Saint-Sulpice. Door zijn bemiddeling vond
rij een onderkomen in een religieus huis en
kreeg zij uit de Benedictijner abdij van
Saint-Genmain des Prés een onderstand
van 200 lires.
Haar geschokte gezondheid kwam in de
weldadige omgeving weer tot rust. Geheel
hersteld betrok zij een schamele woning in
de rue du Pot-de-fer, waar zij al spoedig
een schoon apostolaat wist uit te oefenen.
De huisvrouw lag op haar stervenssponde
en ze had een allertreurigst leven achter
den rug. Maria rit bij haar neer en spreekt
'haar bemoedigend toe en smaakt de vol
doening, dat ze geheel met God verzoend,
blijmoedig de eeuwigheid ingaat. Het was
haar eerste bekeerlinge, meerderen zouden
volgen.
Op zekeren dag ontmoette mevrouw de
Comibé in de straten van Parijs een oude
vrouw die haar oplettend aankeek en dan
eensklaps uitriep: „Ja, gij zijt het: onder
mij ij gebed zag ik laatst den Verlosser der
wereld omringd van een aantal vrouwen,
die, aan Zijn voeten neergeknield, Hem om
vergiffenis van haar zonden smeekten en
gij mevrouw, waart het, die ze Hem aan
bood: ik zou durven zweren, dat gij - het
waart!"
Niet lang nadat mevrouw Combé de
merkwaardige ontmoeting had gehad, het
was in 1886 te Parijs, kwam een diepgeval
len meisje, getroffen door een predikatie
over de deugd van zuiverheid, den pries
ter vragen haar te redden uit den afgrond
van bederf, waarin ze zich bevond. Deze
zond haar naar den pastoor van Saint-
Sulpice, die zich bovenstaand verhaal der
ontmoeting herinnerde en haar daarom aan
mevrouw de Combé aanbeval. Deze aarzel
de geen oogenblik het ongelukkige kind op
te nemen en met haar te bidden en boete
te doen.
De eerste „Goede Herder".
Andere slachtoffers der zonde volgden,
zoodat MariA in korten tijd aan het hoofd
stond van een kleine schare gevallen meis
jes-boetelingen. Ze bleek een bijzonder
talent te hebben, deze op het rechte pad
terug te voeren. Met een edelmoedig élan
ging rij uit om de arme kinderen op te zoe
ken, hoewel ze eigenlijk niet genoeg mid
delen bezat om haar onderhoud te bekos
tigen. Maar de Voorzienigheid zond haar de
hulp van een dame, die de noodige gelden
verschafte om een ruime woning te huren
in de rue Oherche-IMidi: Maria gaf er den
naam aan van de goede Herder.
Daar arbeidde zij rusteloos dag en nacht
om het noodige levensonderhoud voor de
haren te winnen. Dikwijlswas er gebrek,
soms steeg de nood op het hoogst. Het ge
beurde, dat ze, geen uitkomst meer wetend,
zich naar de kerk van Saint-Sulpice begaf,
om daar den bijstand des Hemels af te
smeekein; toen zij opstond naderde haar
een onbekende, die haar een beurs met 50
gouden kronen overreikt. Een anderen keer,
in 1688, toen ze de huishuur niet bij elkaar
had, bracht een bode van het Koninklijk
Hof haar een bezoek met de boodschap, dat
Zijne Majesteit haar een woning aanbood,
die door een yoortvluchtigen Calvinist was
verlaten, met een subsidie van 1500 gulden
voor onderhoud. Er werd een kapel ge
bouwd, waar op Pinksterdag voor het eerst
de H. Mis werd opgedragen.
Vain nu af raakte het gesticht van den
goeden Herder overal in Parijs bekend en
tal van liefdadige personen volgden het
voorbeeld van Lodewijk XIV. Zoodoende
kon aan een nieuwe uitbreiding worden ge
dacht, wat wel noodig was, want het getal
der boetelingen was tot 70 geklommen en
zou weldra de 200 bereiken.
Zoo voorspoedig ging de inrichting, dat
na verloop van enkele jaren ook in andere
steden huizen konden worden geopend; te
Orleans, Angers, Troyes, Amiens, Nantes,
Toulouse, waar overal de regel, door Me
vrouw de Comibé ingevoerd, werd nageleefd.
In weinig jaren had Maria de Combé veel
goeds gedaan. Den 16den Juni 1692 stierf
rij op nauwelijks 38-jarigen leeftijd in
serene vreugde. Haar lichaam werd volgens
haar wensch op het armen-kerkhof van
Saint-Sulpice begraven.
Na haar dood werden drie Zusterhuizen
te Parijs opgericht, maar de storm der
Fransche revolutie heeft deze gestichten der
Nederlandsohe bekeerlinge met zoovele an
dere van Frankrij'ks bodem weggevaagd.
Toen later in 1829 de Zalige Moeder Maria
van de H. Euphrasia te Angers opnieuw
een huis opende, gaf zij in herinnering aan
Mevrouw de Comibé daaraan den naam
van: Communauteit van onze lieve Vrouw
van Liefde des Goeden Herders van Angers
en ten huidigen dage noemt men de reli
gieuzen te Leiderdorp, Bloemendaal, Velp,
Tilburg en Weltevreden in het kort de
Zusters van den Goeden Herder, welke titel
derhalve herinnert aan de Hollandsche
dame, die als verstootelinge in Parijs het
edele werk der verpleging van arme ge
vallenen ter hand had genomen.
75 jaren arbeid van christelijke