De „Goede Herder11 te Leiderdorp. ZATERDAG 22 JUNI 193b DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 naar waaraeminjsem verricht ia den morgen van 22 Juni 1935, medegedeeld door het Kon. Ned. Met. Inst, te De Bilt. Hoogste barometerst.: 770.1 te Karlstadt. Laagste barometerst.: 740.3 te Reykjavik. Verwachting tot den avond van 23 Juni: Zwakke tot matige wind uit Oostelijke richtingen. Helder tot licht bewolkt. Droog warm weer, behoudens geringe kans op onweer. De uitbreiding van den hoogen druk naar het Noord-Oosten had een algeheele weers- verbetering over het vasteland ten gevolge. Bijna overal stijgt de temperatuur. De lucht klaarde op en talrijke stations meld den hedenochtend helderen hemel. Slechts over Ierland en Schotland, IJsland en plaatselijk in Noord-No or wegen is de lucht nog betrokken en valt eenige regen. De depressie op den Oceaan, welke echter aan haar Oostzijde steeds meer in beteekenis verliest, laat zich daar nog gelden. Ten on zent is op het aanhouden van het mooie weer te rekenen, al neemt de kans op on weer tengevolge van de aanwezigheid van een ondiepe secundaire over de Golf van Biscaje wat toe. LUCHTTBMFBRATU DR. 23.8 gr. C. WATERTEMPERATUUR. Zweminrichting „De Zijl" 20.5 gr. C. Zweminrichting „Poelmeer" 21 gr. C. LICHT OP TOOK FIETSERS e.a. Van Zaterdagnamiddag 9.55 uur tot Zondagmorgen 4.08 uur; van Zondagnamid dag 9.56 uur tot Maandagmorgen 4.08 uur. HOOG WATER. Te Katwijk: op Zondag 23 Juni voorm. 8.14 en nam. 8.43 uur; op Maandag 24 Juni voorm. 9.12 en nam. 9.45 uur. De handen uit de mOnwen Een groote plaats neemt de handarbeid in; voor de meisjes het handwerken, voor de jongens het knutselen van boekenrek ken en wagentjes. En dan natuurlijk het huishouden! Een huishoudklas behoort nog steeds tot de vrome wenschen van de zus ters en bij gebrek daaraan, dient de keu ken als huishoudschool. Misschien wordt die wensch nog eens werkelijkheid, als een maal het halve huis veranderd zal zijn in een heel huis en de behelperij van thans tot het verleden behoort? Een groot gedeelte van het huis is reeds klaar en daarvan neemt de kapel een voor name plaats in. Een bijzonder fraaie kapel is het, die de zusters er hebben, sober en af; een kapel, die den indruk maakt van een klein formaat parochie-kerk. Het gods dienstig leven in dit kleine wereldje apart wordt beheerscht aldus verklaarde mij rector Beune met voldoening door zeer gezonde begrippen. Dank zij de zeer juist aangevoelde opvatting van de zusters, die rekening houden met het milieu, waaruit de kinderen vaak zijn voortgekomen, heerscht er een uitstekende sfeer, die de ontwikkeling van het godsdienstig leven ten goede komt. Over het peil van de godsdienstkennis was rector Beune dan ook best te spreken, het bevattingsvermo gen der kinderen in aanmerking genomen. De heele indruk, die een bezoek aan de Lidwina-school met haar internaat achter laat, is, dat hier een haast bovenmensche- lijke arbeid wordt verricht met al het ge duld en de vindingrijkheid, waarover ech te opofferende liefde beschikt. Een inrich ting voor buitengewoon lager onderwijs of veel meer eein inrichting voor opvoeding en ontwikkeling in elk opzicht, zooals men er voor deze categorie van voogdijkinde ren geen tweede in Nederland vindt. Mr. H. F. A GEISE. Den lezers, die imet belangstelling van bovenstaand artikel hebben kennis geno men, willen wij hier nog even op het vol gende attent maken. Zooals het Lidrwinahuis er nu staat, is er nog allerlei te kort: de zusters moeten de haar geëigende slaapgelegenheid missen en doen het nu met een zolder! De kinderen slapen met te velen op één zaal! Het werk kamertje van Moeder Overste is in gebruik van den Rector! Er is geen sprake van een behoorlijke recreatieeaal voor de kinde ren! De badgelegenheid is heel gering! Zooals het er nu staat, dit huis, komt men er niet met de exploitatie. Deze is berekend op groot 'honderd kindehen en nu zit men daar al overvol met vijf en zestig. Als het huis vol is, dan zal dit werk zich zelf wel kunnen bedruipen, maar de pe riode van minder en meer tot vol geeft wat moeilijkheid. Daarvoor wordt nu de liefdadige hulp der Katholieken ingeroepen; geeft enkele jaren een donatie en ge helpt dit schoone werk voor heel de toekomst. Geeft jaarlijks, halfjaarlijks of maande lijks Uw gift en gij helpt mede kinder leed te verzachten, kindervreugd te kwee ken. Er is een „tijdelijke commissie tot hulp" gevormd, welke als volgt is samengesteld: Pastoor Th. Beukers, rector L. Beune, de heeren R. G. M. Huéber, J. Hermans, P. E. Plouvier en de dames Mej. E. Bik, Mej. Th. L. Elshof, Mevr. J. Gründemann-Hoffimann, Mevr. A. Hermans-iBronklhorst, Mej. J. v. Kamphout, Mej. C. Kerstens, Mevr. M. Plouvier-Wijtenburg, Mej. M. Rosdorff, Mevr. Th. Wilmer-Koelman, Mevr. A. Wij- tenburg-Hofstee. Het Giromnummer van Pastoor Th. M. Beukers is: 78464; van Rector L. Beune: 69230. Ook kleine bedragen b.v. 1.per jaar zijn ten zeerste welkom. Een debacle voor Leiden In een verkiiezingsblad van de S.D.A.P. wordt gewezen op het verschil tusschen woorden en daden. Maar: niet bij de S.D.A.P., doch bij de Katholieken en de Antirev.! In datzelfde blaadje treffen wij ook aan een afbeelding van het nieuwe Raadhuis, „waarin wij hopen" aldus lezen we daar onder „dat een democratisch gemeente bestuur zal komen te zetelen. W ij hopen dat ook. Maar: geen sociaal-democratisch gemeentebestuur Waarom niet? Omdat wij dan een debacle vreezen in dat nieuwe raadhuis! Die vrees hebben niet wij alleen. De leider der SD.A.P., de heer Albarda, heeft die vrees al lang. Reeds in 1920 (20 April) schreef hij in het „Volk" aan het adres der Leidsche S.D.A.P. het volgende: „En als die n.l. de sociaal-demo cratische wethouders daar (in het college van B. en W. te Leiden) hun injtrede gedaan hebben, Van Eek, dan zullen zij moeten beantwoorden aan de eischen, die gij, MET MISKEN NING VAN DE WERKELIJKHEID EN VAN DE MOGELIJKHEDEN, aan het burgerlijke Burgemeester en Wethou ders-college hebt gesteld. Uw sociaal democratische wethouders zullen aan dien eisch niet kunnen voldoen. HUN ARBEID ZAL een teleurstelling zijn, erger dan dat, TOT EEN DEBACLE VOEREN". Zegt het voort! Koninklijk bezoek aan Rotterdam Het is alweer eenige jaren geleden, dat H. M. de Koningin een bezoek gebracht heeft aan Rotterdam. Hoe geheel anders dan toen is het vandaag bij de ontvangst van de Koningin. Er is in dien betrekke lijk korten tijd veel veranderd voor de Maasstad, veranderd in zeer ongunstigen zin. En juist daarom heeft het in Rotterdam zoo'n buitengewoon prettigen indruk ge maakt, dat H. M. de Koningin van Haar belangstelling getuigenis heeft aangekon digd, dat Zij een bezoek aan Rotterdam brengt om zich persoonlijk op de hoogte te stellen van de moeilijke omstandigheden waarin de stad en de haven van Rotterdam verkeeren. Om tien minuten voor half twee heden middag arriveerde de auto van H. ML de Koningin aan de grens van de gemeente RotterdamOverschie op den Schieweg, waar zij door burgemeester Droogleever Fortuyn werden begroet. Onmiddellijk daarop reed de kleine stoet langs de Schie- kade W.Z. naar den Coolsingel, waar voor het Raadhuis werd stilgehouden Tegelij kertijd arriveerde de auto van H. KL H. Prinses Juliana, die afzonderlijk met klein gevolg van 's-Gravenland was gekomen. Overal langs den weg, waar de stoet pas seerde, was de belangstelling groot, voor al op den Coolsingel, waar de politie voor een ruime afzetting had gezorgd, stonden vele duizenden, die de vorstelijke personen hartelijk toejuichten. Nadat de Koningin, de Prinses en het gevolg waren uitgestapt, betraden zij het bordes van het stadhuis en begaven zich vervolgens naar de Burgerzaal, waar de wethouders en de gemeente-secretaris aan Haar werden voorgesteld. De Koningin en de Prinses begaven zich daarop naar de kamer van den burgemeester, waar de heeren W. A. Engelbrecht, voorzitter van de Kamer van Koophandel, mr. K. P. van der Mandele, directeur der Rotterdamsche Bankvereeniging en W. H. de Monchy, di recteur van de Holland-Amerika Lijn, in audiëntie werden ontvangen. Door ge noemde heeren liet H. M. de Koningin zich voorlichten over den slechten toestand in de Rotterdamsche haven, het bedrijfsleven en de scheepvaart. Dit onderhoud, dat voor de stad Rotterdam van zoo groot belang is, duurde geruimen tijd. Om vijf minuten voor half drie werd weer in de auto's gestapt. De stoet reed vervol gens langs den linkerkant van den Cool singel, ging de Aert van Nesstraat in en reed via Mauritsweg, Eendrachtsweg, Witte de Withstraat naar den Schiedamschen Sin gel. Ook op dit traject juichten duizenden langs den weg geschaarde belangstellenden de hooge bezoeksters toe. De Koningin, de Prinses en het gevolg stegen uit voor het schoolgebouw aan den Schiedamschen Singel No. 39. In een aan tal lokalen van deze school was een ten toonstelling ingericht van werkstukken, welke gemaakt zijn door deelnemèrs aan de gemeentelijke vakcursussen voor werk loozen- Met veel belangstelling bezichtigden de vorstelijke personen verschillende werk stukken, waarbij -zij zich over de organi satie van deze vakcursussen voor werkloo- zen lieten voorlichten. Het bezoek aan de tentoonstelling duurde ongeveer een kwar tier. Het gezelschap reed daarna naar de Zee vaartschool, aan de Piet er de Hoochweg. De route ging langs den Schiedamschen Singel, Witte de Withstraat, Westersingel, Westzeedijk naar de Pieter de Hoochweg, waar de stoet om vijf minuten over drieën voor de Zeevaartschool aankwam. In de school woonden de Koningin en Prinses de plechtige overdracht bij van een buste van wijlen Prins Hendrik, door het Co mité tot Huldiging van de Nagëdachtenis van den Prins aangeboden aan de gemeente Rotterdam ter plaatsing in de Zeevaart school. De plechtigheid in de school werd door den directeur van de Zeevaartschool, den heer C. Westerhof met een korte speech geopend. Daarna heeft de voorzitter van het comité, de heer H. G. J. M. Drabbe een redevoering gehouden. Na den heer Drabbe hield de burgemees ter een korte toespraak, waarin hij namens het gemeentebestuur de buste van wijlen Prins Hendrik gaarne van het Comité aan vaardde. (Het is dit jaar drie-kwart eeuw geleden, dat te Leiderdorp „De Goede Her der" werd gesticht. Dit jubileum zal niet worden gevierd. Dom A. Beekman O.S.B. heeft echter ter gelegenheid van dit jubi leum in „De Tijd", in een tweetal artikelen, de stichtingsgeschiedenis van „De Goede Herder" verteld. Wij veroorloven ons deze artikelen over te nemen, er niet aan twij felend, of de lotgevallen van de edele stichteres, een bekeerlinge van Leid- schën huize en de gebeurtelijkheden in de eerste dagen dat het Leiderdorp- s c h e gesticht tot stand kwam, zullen de belangstelling van velen trekken. Red.) Zelfs de planken werden opgebroken! Op Donderdag 29 Maart 1860 kwamen de eerste drie Zusters vanuit Angers in den avond te Leiden aan om den volgen den dag te Leiderdorp het huis betrekken, dat door de zorg van Mgr. van Vree, bis schop van Haarlem, ten behoeve van ge vallen meisjes, die tot, een geregeld leven wilden terugkeeren, was opgericht. Er was moed noodig om het werk te ondernemen en er was voorloopïg niets, wat haar be moedigde. Bij den eersten tocht door het groote ledige huis viel, als een zware last op haar schouders de taak, het bewoonbaar te maken. De werklui waren zelfs nog niet vertrokken. Toen deze eindelijk het veld hadden geruimd stond weer een andere be proeving voor de deur. Mgr. wenschte, dat het huis ter bezichtiging zou worden open gesteld. Reeds had hij dit, daags na aan komst der Zusters, in een circulaire aan de geestelijkheid te kennen gegeven. Gedu rende de maand April van 's morgens tien tot 's avonds vijf uren zou ieder, die voor zien was van een toegangsbewijs, door één der pastoors van het bisdom afgegeven, moeten worden toegelaten. Deze maatregel verwonderde de Zusters bovenmate, omdat zij volgens haar Regel tot het houden van slot verplicht waren. Toch was het uit voorzichtigheid, dat Mgr. er toe was overgegaan. Zijn bedoeling was aan alle praatjes en verdachtmakerijen den kop in te druken. Het liep storm: van den ochtend tot den avond moesten de ar me nonnetjes de bezoekers rondleiden, die zich soms in groepen van twintig tot der tig aanmeldden. En wat was er te zien? Enkele ledige lokalen en drie Zusters in wit habijt met zwarten sluier. Toch maakte zelfs de Officier van Jus titie er een reis voor: met den burgemees ter van Zoeterwoude en twee wethouders verscheen hij aan de poort. Van den kel der tot den zolder werd alles nauwkeurig opgenomen en met zoo groote oplettendheid dat hun de losse planken van de vloeren, die nog moesten bijtrekken, opvielen: de ijverige Officier vroeg ze op te lichten om te kunnen constateeren, dat er zich geen verborgen plaatsen onder bevonden, waar onwillige penitenten zouden kunnen wor den opgesloten! Bij het afscheid maakten hij en de burgemeester den blunder goed door te verzekeren er voor te zullen zor gen, dat tegen elke baldadige stoornis van buitenaf streng zou worden opgetreden. Het teekent de mentaliteit dier dagen! Nog even'keerde op het laatste oogenblik de man der Wet zich tot de Overste: hij kon er toch wel absoluut zekervan zijn, dat aan de meisjes, die hier zouden komen, haar vrijheid niet zou worden ontnomen? Een verrassing-I Tot in de maand Juni kwamen er nog bezoekers, waaronder vele predikanten, die allen Zeer verrast waren de Zusters Hol- landsch te hoor en spreken. De overste, Moeder Maria van de H. Theresia in de wereld genaamd Van den Bergen, weduwe van generaal Jacobi en bekeerlinge had er schoon genoeg van en beklaagde zich bij Mgr. Deze troostte haar vaderlijk: „De groote belangstelling zal ten gevolge heb ben", schreef hij haar, „dat u in de toe komst voor menige indiscrete vraag zult bewaard blijven en het bezoek der autori teiten zal u tot bescherming strekken". Hij verklaarde haar hoe de zelfverloochening vooral noodig was te beoefenen in een land waar een liefdewerk niet in stand kan blijven, zoo het de sympathie van de meer derheid niet heeft en dat die sympathie Het bezoek der Koninklijke gasten aan de Zeevaartschool had ongeveer 20 minu ten geduurd. De vorstelijke personen ste gen weer in de auto's. Bij het door jongere werkloozen aange legde Museum werd stilgehouden. Een tijd geleden reeds had H. M. de Koningin, toen Zij op een harer reizen het Museumpark passeerde, hier jonge werkloozen aan het werk gezien en toen de wensch te kennen gegeven him werk eens te bezichtigen. Met groote belangstelling bezichtigden de Koningin en de Prinses dit park, dat nu vrijwel gereed is gekomen en vervolgens begaven zij zich naar het nabij gelegen openlucht-theater, een werk, dat nog in aanleg is en dat eveneens een object is van het Centraal Comité voor Jongere Werk loozen. Met een onderbreking van vier maanden is hieraan sedert verleden jaar Maart ge werkt. Er zal plaats komen voor 1100 per sonen en de outillage zal uistekend zijn. Over een maand of vijf is het werk gereed. Vier honderd jongere werkloozen hebben er aan gewerkt. Om kwart over vieren werd in de auto's gestapt. Met den trein van 4.32 uur vertrokken de hooge bezoeksters van het Maasstation rechtstreeks naar het Loo. naastenliefde. door kennismaking alleen kon worden ge wonnen. Eerst in September kwam Mgr. van Vree om de kapel in te zegenen en het slot te bevestigen. Vanaf dat oogenblik zou zonder zijn uitdrukkelijke toestemming niemand meer kunnen worden toegelaten, behou dens enkele bepaalde gevallen van ziekten, reparaties e.d. Een reglement had Mgr. den 27sten Juli al doen toekomen aan het huis. Spoedig kwamen nu ook de penitenten, die den Zusters veel moeite bezorgden. Er was nog geen klas van gevormde meisjes, die een goeden geest onderhielden, en een goede geest werkt betooverend op een nieu welinge. Geduld en liefde behaalden echter spoedig de overwinning. We zullen de verdere lotgevallen van het klooster hier niet behandelen. Wie er zich voor interesseert kan deze opgeteekend vinden in het geïllustreerde werk: „De Goede Herder in Nederland", te verkrij gen aan de St. Paulus-abdij te Oosterhout. Liever willen wij in verband met het ju bileum wijzen op een belangrijke figuur, die in ons land al te weinig wordt gekend: Maria de Combé, geboren van Zijs. De stichteres een Leidsch bekeerlinge. Maria Magdalena van Zijs werd in 1656 te Leiden uit Protestantsche ouders gebo ren. Haar grootvader van vaders zijde had met zoovele andere edelen de partij gekozen der opstandelingen tegen het ge zag van den Spaanschen Koning Philips II en was ook tot de nieuwe religie over gegaan, waarbij hij zijn aanzienlijk ver mogen grootend eels had verloren. Nog in haar prille jeugd had Maria een katholiek priester ontmoet, die zich in het geheim te Leiden ophield om daar den Katholieken van dienst te zijn. Zij volgde zijn onder richtingen, die zij nimmer meer vergeten zou. Haar bezoeken bleven evenwel niet ver borgen voor haar ouders, die haar verbo den, ooit meer alleen uit te gaan of met iemand te spreken, die van roomsch ge zindheid verdacht werd. Ten slotte meen den zij geen beteren maatregel te kunnen treffen, dan hun dochter uit te huwelijken aan een vermogend edelman, Adriaan de Combé, wiens haat tegen al wat Katholiek was, maar al te zeer bekend was en die menschel ijker wijs gesproken, nooit zou dul den, dat zijn vrouw zich zou aansluiten bij de Roomschen. Uit kinderlijke gehoorzaamheid schonk de 19-jarige Maria haar hand aan den Blauwbaard, die haar zoo gewetenloos werd opgedrongen. Het werd natuurlijk een on gelukkig huwelijk. De man behandelde zijn jonge vrouw zoo onmenschelijk wreed, dat zij om haar leven te redden, rich ge dwongen zag, scheiding aan te vragen. Nauwelijks anderhalf jaar waren ze ge huwd. Mogelijk dat een verborgen kwaal, haar echtgenoot zoo ongenietbaar maakte; een half jaar toch na de scheiding werd hij ten grave gedragen. Maria de Combé was weduwe op 21-jarigen leeftijd. Meerdere malen aangezocht voor een tweede huwe lijk, wees zij dit van de hand, zoozeer was ze met schrik geslagen. Uitgenoodigd door haar zuster en zwager voor een reis naar Parijs, nam ze dit gre tig aan, meenend daardoor gelegenheid te zullen krijgen, met den Katholieken gods dienst meer van nabij kennis te kunnen maken. Inderdaad gelukte het haar enkele godsdienstplechtigheden bij te wonen, wat haar in het vaderland niet mogelijk was geweest. Haar bekeering. Op zekeren nacht, zoo verhaalt kanunnik Jean Jasques Boileau, die in 1700 te Parijs la Vie de Mme de Combé in het licht gaf, werd zij eensklaps uit den slaap opge schrikt. Zij meende een stem te hooren die sprak: „sta op en begeef u aan het venster; daar zult ge vernemen, wat u te doen staat". Ze voldeed aan dat verzoek en zag een priester met het Allerheiligste, dat hij naar een zieke bracht, voorbijgaan. Spontaan werpt ze zich in aanbidding op de knieën en doet de gelofte het Protestantisme te zullen afzweren en het Katholiek geloof te zullen omhelzen. In het jaar 1680 legde rij eindelijk op plechtige wijze de Room- AGENDA LEIDIN. De Zondagsdienst der huisartsen te Leiden wordt waargenomen door de dok toren: De Bruijne P. van Es, Niemer en Starck. De Zondagsdienst der doktoren te Oegstgeest wordt waargenomen door ór. Bertel, tel. 3302. De avond-, nacht- en Zondagdienst der apotheken wordt van Maandag 17 tot en met Zondag 23 Junj a.s. waargeno men door de apotheken: M. Boekwijt, Visch markt 4, tel. 552 en C. van Zijp, Wilhelmi- napark 8, Oegstgeest, teL 274. sche geloofsbelijdenis af in de handen van den vromen priester Traullé. Haar zwager en zuster lieten haar onmiddellijk in deni steek en van dat oogenblik af werd zij uit de familie venstöoten. Van iedereen ver laten en in het uiterste broodsgebrek zocht en vond ze een steun, bij den ijverigen priester de la Barmondière, pastoor varu Saint-Sulpice. Door zijn bemiddeling vond rij een onderkomen in een religieus huis en kreeg zij uit de Benedictijner abdij van Saint-Genmain des Prés een onderstand van 200 lires. Haar geschokte gezondheid kwam in de weldadige omgeving weer tot rust. Geheel hersteld betrok zij een schamele woning in de rue du Pot-de-fer, waar zij al spoedig een schoon apostolaat wist uit te oefenen. De huisvrouw lag op haar stervenssponde en ze had een allertreurigst leven achter den rug. Maria rit bij haar neer en spreekt 'haar bemoedigend toe en smaakt de vol doening, dat ze geheel met God verzoend, blijmoedig de eeuwigheid ingaat. Het was haar eerste bekeerlinge, meerderen zouden volgen. Op zekeren dag ontmoette mevrouw de Comibé in de straten van Parijs een oude vrouw die haar oplettend aankeek en dan eensklaps uitriep: „Ja, gij zijt het: onder mij ij gebed zag ik laatst den Verlosser der wereld omringd van een aantal vrouwen, die, aan Zijn voeten neergeknield, Hem om vergiffenis van haar zonden smeekten en gij mevrouw, waart het, die ze Hem aan bood: ik zou durven zweren, dat gij - het waart!" Niet lang nadat mevrouw Combé de merkwaardige ontmoeting had gehad, het was in 1886 te Parijs, kwam een diepgeval len meisje, getroffen door een predikatie over de deugd van zuiverheid, den pries ter vragen haar te redden uit den afgrond van bederf, waarin ze zich bevond. Deze zond haar naar den pastoor van Saint- Sulpice, die zich bovenstaand verhaal der ontmoeting herinnerde en haar daarom aan mevrouw de Combé aanbeval. Deze aarzel de geen oogenblik het ongelukkige kind op te nemen en met haar te bidden en boete te doen. De eerste „Goede Herder". Andere slachtoffers der zonde volgden, zoodat MariA in korten tijd aan het hoofd stond van een kleine schare gevallen meis jes-boetelingen. Ze bleek een bijzonder talent te hebben, deze op het rechte pad terug te voeren. Met een edelmoedig élan ging rij uit om de arme kinderen op te zoe ken, hoewel ze eigenlijk niet genoeg mid delen bezat om haar onderhoud te bekos tigen. Maar de Voorzienigheid zond haar de hulp van een dame, die de noodige gelden verschafte om een ruime woning te huren in de rue Oherche-IMidi: Maria gaf er den naam aan van de goede Herder. Daar arbeidde zij rusteloos dag en nacht om het noodige levensonderhoud voor de haren te winnen. Dikwijlswas er gebrek, soms steeg de nood op het hoogst. Het ge beurde, dat ze, geen uitkomst meer wetend, zich naar de kerk van Saint-Sulpice begaf, om daar den bijstand des Hemels af te smeekein; toen zij opstond naderde haar een onbekende, die haar een beurs met 50 gouden kronen overreikt. Een anderen keer, in 1688, toen ze de huishuur niet bij elkaar had, bracht een bode van het Koninklijk Hof haar een bezoek met de boodschap, dat Zijne Majesteit haar een woning aanbood, die door een yoortvluchtigen Calvinist was verlaten, met een subsidie van 1500 gulden voor onderhoud. Er werd een kapel ge bouwd, waar op Pinksterdag voor het eerst de H. Mis werd opgedragen. Vain nu af raakte het gesticht van den goeden Herder overal in Parijs bekend en tal van liefdadige personen volgden het voorbeeld van Lodewijk XIV. Zoodoende kon aan een nieuwe uitbreiding worden ge dacht, wat wel noodig was, want het getal der boetelingen was tot 70 geklommen en zou weldra de 200 bereiken. Zoo voorspoedig ging de inrichting, dat na verloop van enkele jaren ook in andere steden huizen konden worden geopend; te Orleans, Angers, Troyes, Amiens, Nantes, Toulouse, waar overal de regel, door Me vrouw de Comibé ingevoerd, werd nageleefd. In weinig jaren had Maria de Combé veel goeds gedaan. Den 16den Juni 1692 stierf rij op nauwelijks 38-jarigen leeftijd in serene vreugde. Haar lichaam werd volgens haar wensch op het armen-kerkhof van Saint-Sulpice begraven. Na haar dood werden drie Zusterhuizen te Parijs opgericht, maar de storm der Fransche revolutie heeft deze gestichten der Nederlandsohe bekeerlinge met zoovele an dere van Frankrij'ks bodem weggevaagd. Toen later in 1829 de Zalige Moeder Maria van de H. Euphrasia te Angers opnieuw een huis opende, gaf zij in herinnering aan Mevrouw de Comibé daaraan den naam van: Communauteit van onze lieve Vrouw van Liefde des Goeden Herders van Angers en ten huidigen dage noemt men de reli gieuzen te Leiderdorp, Bloemendaal, Velp, Tilburg en Weltevreden in het kort de Zusters van den Goeden Herder, welke titel derhalve herinnert aan de Hollandsche dame, die als verstootelinge in Parijs het edele werk der verpleging van arme ge vallenen ter hand had genomen. 75 jaren arbeid van christelijke

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 2