tATERDAG 25 MEI 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. - PAG. 7 GEMENGDE BERICHTEN OVERREDEN EN GEDOOD. Te Hooge Zwaluwe wilde gistermiddag de 30-jarige mej. De Leeuw op haar fiets de straat oversteken, toen een auto kwam aangereden. Zij werd gegrepen en meege sleurd en met een ernstige schedelbreuk naar het R.K. Ziekenhuis te Breda ver voerd, waar ze zonder tot kennis te zijn gekomen, is overleden. Het bleek, dat de remmen van den auto, bestuurd door den heer S. uit Baerle Nassau, niet in orde wa- Gisteravond is de 5-jarige J. Otten uit de Hofstedestraat te Rotterdam op de Ma- thenesserlaan bij het oversteken van den weg gegrepen door een vrachtauto en overreden. Met een zwaren schedelbreuk is het knaapje naar het ziekenhuis aan den Coolsingel overgebracht, waar het spoe dig na aankomst is overleden. ERNSTIG ONGELUK LN HARTOG'S FABRIEKEN TE OSS. Stelling met worst omgevallen. Gistermiddag had in Hal-tog's Vleeschwa- renfabrieken te Oss een ernstig ongeluk plaats. Een ploeg arbeiders was in een der magazijnen bezig met het verplaatsen van worstdroogrekken, toen een dezer rékken door tot nog toe onbekende oorzaak begon over te hellen. Door het groote gewicht van de worst, welke aan dit rek te drogen hing ongeveer 3000 kilogram viel het met een harden slag op den grond. Verscheidene arbeiders konden zich nog tijdig uit de voeten maken, maar de bedrijfsleider L., de bouwkundige P. en de opzichter B. alsook de arbeiders Van H., Z. W. en B. R., kwa men onder het rek terecht. Onmiddellijk schoot vain alle zijden hulp toe, terwijl buiiten de fabriek weldra de wildste geruchten omtrent het ongeluk de ronde deden. Met man en macht heeft men het rek op zij getrokken en zoodoende de slachtoffers bevrijd. Op inmiddels aangebrachte draag baren en rustbedden werden de zes man nen neergelegd. De doktoren Stolz en Frank constateerden, dart de heer L. eeri hersenschudding had bekomen, terwijl de bouwkundige P. klaagde over erge pijnen in den rug. Erger was er aan toe de op zichter B., die een dubbele beenbreuk en ernstige inwendige kneuzingen had opge- loopen. De drie arbeiders hadden eveneens verschillende blessuren aan armen en bee- nen bekomen, doch minder ernstig. Per auto en brancard zijn de slachtoffers naar het St. Anna-ziekenhuis vervoerd, waar zij ter verpleging zijn opgenomen. Hoewel men aanvankelijk vreesde, dat enkelen levensgevaarlijke wonden hadden opgeloopen, kon gisteravond gelukkig wor den vastgesteld, dat de toestand van geen hunner zorg baart. VERDRONKEN. Gistermiddag is de 13-jarige jongen J. Sluimer uit Zwartewaal bij de Tr^mbrug in de Plantage te Brielle met het pedaal van zijn rijwiel in aanraking gexomen met de tramrails. De jongen verloor daardoor het evenwicht en geraakte te water. Een tweetal personen, die niet ver van de plaats des onheils op een schuit aan het baggeren waren"} hoorden hulpgeroep en begaf zich naar de plek, waar de jeugdige wielrijder in het water was verdwenen. Eerst na geruimen tijd, toen meer assi stentie aanwezig was, gelukte het echter, den jongen op het droge te brengen. Het was toen reeds te vreezen, dat de levens geesten waren geweken. Eenige dokters pasten nog kunstmatige ademhaling toe, evenwel zonder eenig resultaat. ELECTRISCHE TABAK- EN SIGARENFABRIEK „DE LANDMAN" PORTORJCO ROOKTABAK 18 cent per V2 ons Fa. Wed. C. J. UISTER - HAVEN 20 LEIDEN KOLENDAMP-VERGIFTIGING. Bejaard echtpaar bijtijtds gered. Door het lofwaardig ingrijpen van bu ren is gisteren, naar het „U. D." meldt, een bejaard echtpaar, wonende in de F.C. Don- dersstraat te Utrecht, aan een ernstig onge luk ontsnapt. De bovenburen hoorden vroeg in den morgen een steunend geluid uit de woning van het echtpaar. Zij ver moedden onraad en waarschuwden de po litie, die snel ter plaatse was en met be hulp der bovenburen zich achter een toe gang tot het huis verschafte. Men trof er het echtpaar in bewusteloo- zen toestand aan als gevolg van een in het perceel hangende kolendamp, ontstaan door een defect in de verwarming. Snel bracht men de bejaarde echtelieden over naar het Sint Anthoniusgasthuis, waar zij ter ob servatie bleven opgenomen, nadat zij uit hun bewusteloosheid waren bijgebracht. Men mag verwachten, dat, wanneer zich geen complicaties voordoen, zij met den schrik vrij zullen komen, zoodat zij het snelle optreden der bovenburen, een ern stig ongeval is voorkomen. BRAND IN EEN CLUBHUIS. Gisteravond omstreeks half twaalf is door onbekende oorzaak plotseling brand uitgebroken in een houten clubhuis, dat in gebruik is bij een padvindersvereeni- ging, staande aan den Zuidelijken Wan delweg bij de Boeren Wetering te Am sterdam. De vlammen sloegen fel uit en de vuurgloed was in geheel het Zuidelijk stadsdeel te zien. Dit duurde echter maar korten tijd en toen de brandweer met een motorspuit ter plaatse verscheen was het vuur vrij spoedig met enkele stralen ge- bluscht. Het clubhuisje brandde geheel uit. HEIDEBRAND. Gisteravond is te Hoog Buurloo (gem. Barneveld) 3 H.A. heidegrond, toebehoo- rende aan mr. Cladder te Barneveld, door brand verwoest. De oorzaak van den brand is onbekend. Duitsch smokkelaar neer geschoten Op Nederlandsch gebied Gisternacht omstreeks een uur is een 22-jarige Duitscher, die nabij de „Hekkens" onder de gemeente Ottersum een zak ta bak over de Duitsche grens trachtte te smokkelen op Nederlandsch gebied door Duitsche douanebeambten aangeschoten en levensgevaarlijk gewond. Het slacht offer is naar het Canisius-Ziekenhuis te Nijmegen vervoerd. Omtrent de nadere toedracht van de zaak kunnen wij nog het volgende mel den. De smokkelaar was per rijwiel met de zak tabak op zijn rug de Nederlandsch - Duitsche grens genaderd. Bij een boerderij stapte hij van zijn fiets en zette de zak tevens neer, terwijl hij onbelast te voet verder ging om te onderzoeken of de plek veilig was. Inmiddels waren een paar Duitsche douanebeambten de boerderij ge naderd en vonden de fiets en de zak tabak. Zij waren dus over de grens gekomen, hetgeen, naar men ons hier vertelde, her haaldelijk voorkomt. Toen de smokkelaar naar de boerderij terugkeerde merkte hij dat hij gesnapt was. Een der beambten greep hem in de nek, waarna een vecht partij ontstond. Tenslotte wist één der be ambten zijn revolver te grijpen en twee schotep te lossen welke in den rug en den arm van het slachtoffer terecht kwamen. Operatief ingrijpen is noodzakelijk ge bleken. Men vreest voor het leven van het slachtoffer. Bij informatie is ons later gebleken, dat de toestand van den gewonde, een zekere H. H. uit Goch, naar omstandigheden re delijk .is. RECHTZAKEN GEWEZEN HOOFDAGENT IN HOOGER BEROEP. De doodslag op commissaris Ellenberger. Maandag 17 Juni a.s. zal het gerechtshof te 's-Gravenhage in hooger beroep behan delen de strafzaak tegen den gewezen hoofdagent van politie te Schiedam, die wegens doodslag op commissaris Ellenber ger door de rechtbank te Rotterdam op 16 April j.l. werd veroordeeld tot twaalf jaren gevangenisstraf. „Hbld." STEEKPENNINGEN AAN AMBTENAREN VAN DE GEMEENTE. Bij levering van vleesch voor de gem. kindervoeding. Voor de Amsterdamsche rechtbank heb ben zich te verantwoorden gehad wegens het aannemen van steekpenningen twee ge wezen ambtenaren van den dienst der ge meentelijke kindervoeding, de 51-jarige J. B en de 57-jarige A. P. Deze hadden in den loop der jaren flinke bedragen aan steek penningen ontvangen van een grossier in vleesch, die in ruil daarvoor groote leve ranties van worst aan de gemeente mocht doen. Op 31 Januari werden de verdach ten gearresteerd, doch spoedig weer vrij gelaten, daar de grossier sinds eenigen tijd geen leveranties meer doet aan de ge meente en ook de beide ambtenaren niet meer werkzaam waren, zoodat voor her haling van het misdrijf geen vrees be stond. De eene ambtenaar had vroeger een leidende positie in de gemeentelijke kin dervoeding. Hij werd echter reeds in het voorjaar van 1934 om minder eerlijke han delingen ontslagen; de andere had een lei dende positie bij de centrale slagerij, doch was toen wegens ziekte buiten dienst en zou eerlang gepensionneerd worden. Het eerst had de behandeling plaats van de zaak tegen J. B., den vroegeren bedrijfs- chef der gemeentelijke centrale slagerij. Verdachte bekende het hem ten laste ge legde. Als eerste getuige werd gehoord de heer J. C. Posthuma, die een onderzoek in de boeken van den grossier had ingesteld, waaruit o.a. bleek, dat in 1932 1300, in 1933 ƒ2300, tot Juni 1933 ƒ1100 aan steek penningen was uitbetaald. Vervolgens verklaarde de grossier, die 10 jaar leverancier der gemeente is geweest, de steekpenningen te hebben betaald, om dat hij vreesde, dat hem anders de leve- rancies zouden ontgaan. Aanvankelijk had getuige eigener beweging deze steekpen ningen uitgekeerd, later had verdachte hierop zelf aangedrongen; het bedrag was verhoogd, omdat verdachte zeide, dat hij meer geld noodig had in verband met zijn huiselijke omstandigheden. In Juni 1934 had B. den dienst verlaten, zoodat toen de corruptie een einde nam. Getuige had de steekpenningen betaald, omdat hij voor concurrentie vreesde. Ver dachte B. ontving ongeveer 100 per maand, A. P. 175. Verdachte deelde medé, dat hij wel moest voortgaan met het aannemen van steekpenningen van den- grosiser De G., omdat A. P., chef bij de gemeentelijke kin dervoeding, niet van leverancier wilde ver anderen. Het blijkt voorts, dat verdachte brieven geschreven heeft aan P., waarin hij mededeelde, dat hij in staat was goed- koopere worst te leveren. Doch deze werd steevast doo? P. afgekeurd! Immers het be drijf stond al aan zooveel critiek bloot, dat de worst van De G. gehandhaafd moest blijven. Dan is het woord aan het O. M., waar genomen door mr. De Blècourt, die er op wijst, dat met een zekere regelmaat knoeie rijen bij de gemeente worden gepleegd. Binnenkort zal weder een ambtenaar bij de electriciteitswerken zich wegens knoeie rijen te verantwoorden hebben. Spr. eischt tegen verdachte een gevan- UIT DE OMGEVING NOORJJWIJK. Comité van actie voor de a.s. Gemeente raadsverkiezing. Gisteravond was in Hotel „Royal" een groote vergadering be legd van de R. K. Arbeidersbeweging ter bespreking van de as. Gemeenteraadsver kiezingen, waarbij door een 150 tal aan de oproep was gevolg gegeven. Namens het comité van oproep opende de heer P. Smit deze bijeenkomst met allen een hartelijk welkom toe te roepen en zijn vreugde uit te spreken, dat een flink getal op dezen avond tegenwooridg was. Het co mité had deze oproep gedaan om in ge zamenlijk overleg te voorkomen, dat bij de a.s. Raadsverkiezingen den arbeiders in Noordwijk een groot onrecht zou worden aangedaan, want er dreigde geen denk beeldig gevaar, dat als men zonder meer ten stembus trekt de R. K. Arbeidersbewe ging haar rechtmatige vertegenwoordiging in den Raad niet verkrijgt. Spr. memoreerde hoe de arbeiders de laatste 50 jaar hebben moeten strijden, om h-un rechten te verkrij gen en thans moet en zal er gestreden wor den om deze rechten te handhaven. Met trots kon spr. wijzen op de arbeidersver tegenwoordigers, welke tot nog toe in de Overheidslichamen zitting hebben gehad, waar zij heben getoond allereerst de alge- meene belangen en daarnaast de arbeiders belangen te kunnen behartigen. In het kort gaf spr. weer de voorbereidingen in de afd. R. K. Staatspartij in Feburari ld. reeds op gezet. In eerste instantie mislukte deze actie, doch in tweede instantie is het gelukt aan een commissie, bestaande uit vei'schil- lende standen een advies aan de afd. der R. K. Staatspartij voor te leggen. Hierbij z(jn door de arbeiders offers gebracht; in een algemeene vergadering is dit advies met groote meerderheid aanvaard. Van de zeven te 'behalen zetels zouden 4 door niet- werkneniers en drie door werknemers be zet werden. Ook in de arbeidersbeweging had nadien nog een groote strubbeling plaats, doch toen de strijd gestreden was en de groslijst was' saamgesteld, hebben de arbeiders als goede organisatie-menschen zioh volkomen bij de uitspraak neergelegd en dank bracht spr. aan diegenen, die zoo loffelijk alle eigenbelang hebben opgeof ferd. Als men echter had gedacht, dat de strijd gestreden was. kwam men bedrogen uit, want de nummering der groslijst was bij de niet-werknemers niet meegevallen, met het gevolg dat niet minder dan twee vrije lijsten de organisch tot stand gekomen lijst der R. K. Staatspartij afbreuk kwa men doen, één van de R. K. Burgergroep en één van R. K. Zelfstandigen. Het kon er bij spr. niet in, dat deze vrije lijsten tot stand waren gekomen met alleen tot doel „het al gemeen belang", doch om zooveel moge lijk stemmen op deze lijsten te verkrijgen en hierdoor de belangen van de arbeiders te beknotten. In dit streven, aldus spr., mo gen en zullen de arbeiders niet berusten; wij vragen niet méér dan ons deel, maar staan er op dit te verkrijgen. De arbeiders hebben er voor gepast om eveneens met een vrije lijst te komen om reden zij niet als dissident wilden gebrandmerkt worden en tot in op 't laatste oogenblik had men gehoopt dat er geen verbrokkeling in onze R. K. Staatspartij zou komen door vrije lijsten, doch de feiten hébben deze hoop verijdeld. Noodgedwongen zal nu uitgezien moeten worden naar andere middelen en al komt feitelijk het fiere arbeidershart hiertegen in opstand, toch zal het comité moeten ad- viseeren met voorkeur stemmen te gaan werken, om te behouden een goede en IS DE ZOMER GEKOMEN? Nadat het weer gedurende dertien dagen onafgebrokefi te koud is geweest is eindelijk een betere weerstoestand tot ont wikkeling gekomen, die voor het eerst se dert de mooie dagen in het begin der maand een mildere temperatuur heeft ge bracht. Het merkwaardige is hierbij, dat het eigenlijk de storm was, die de temperatuur heeft doen stijgen. Dat koude weer werd veroorzaakt óoor een kouden luchtstroom, die uit het hooge Noorden komende het grootste gedeelte van Europa als het ware onder een vloed van koude lucht zette. Eerst toen deze Noorde lijke luchtstroom ophield kon het weer warmer worden. De eerste belangrijke ver andering in den algemeenen weerstoestand begon reeds Dinsdag, toen over het Noorde lijkste gedeelte van Europa een warmere Westelijke luchtstroom doorkwam, die een einde maakte aan de toestrooming van de koude lucht uit het hooge Noorden. Daar door kregen wij echter nog geen warmer weer. Ongeveer terzelfder tijd ontwikkelde'zich over de Middellandsohe Zee een depressie, diie in verband met het voortbestaan- van een gebied van hoogen druk over de Brit- sche Eilanden een zoo sterk verval in lucht druk van N.W. naar Z.O. in het leven riep, dat een stormachtige Noordoosten wind ontstond, die uit het Oosten warme lucht naar en langs ons land voerde. Hieraan is voor het grootste deel de stijging vain de temperatuur tot boven het normale niveau te danken, terwijl waarschijnlijk Föhn werking in de vrije atmosfeer, een hier dik wijls voorkomend verschijnsel, ook eenig aandeel in de sterke stijging van den ther mometer heeft gehad. Deze oorzaak van de temperatuurstijging had intussohen een onaangename zijde, n.L dat de wind drie dagen lang zeer krachtig is geweest, langer dan gewoonlijk bij de ontwikkeling van een gelijksoortigen weerstoestand het geval is. Gelukkig neemt de beteekenis van de bovengenoemde de- I pressie nu snel af en daar overigens nog geen kans is, dat een nieuwe doorbraak van polaire lucht naar het Zuiden tot stand komt, kunnen we nu over het algemeen zachter weer verwachten dan het den laat- sten tijd geweest is. genisstraf van 3 maanden wegens overtre ding van art. 362 W. v. S., aangezien ver dachte, ambtenaar in dienst der gemeeen- te, giften heeft aangenomen, wetende dat zij hem gedaan werden, ten einde hem te bewegen om, zonder daardoor in strijd met zijn plicht te handelen, in zijn bedie ning iets te doen of na te laten. Ook tegen den tweeden verdachte eisch- te het O. M. drie maanden. rechtmatige vertegenwoordiging van ar beidersafgevaardigden in den a.s. Gemeen teraad, want zou men eenparig stemmen op No. 1 van de officieele lijst der R. K. Staatspartij, dan zou men de opzet der dis sidenten verstevigen en kost wat kost moet dit voorkomen worden tot behoud van onze drie arbeiders-candidaten. Het comité heeft bij napluizing der Kie zerslijst weten vast te stellen, dat de R. K. Arbeidersgroep 997 stemmen kan uitbren gen en zou thans het volgende willen advi- seeren: op no. 1 zullen worden uitgebracht 150 stemmen, op no. 3: 300, op no. 5: 300 en op no. 6: 247 stemmen. Als dit advies door de aanwezigen wordt aanvaard, zal iedere kiezer individueel een briefje thuis krijgen met aanwijzing op wien gestemd moet worden terwijl dan wordt verwacht, dat allen zonder aan ziens des persoons, het geadviseerde zullen opvolgen. Na een korte pauze werd aan de hand van de Kieswet nog uiteen gezet, hoe en op welke wijze een zetel bij stemming wordt toegekend en hoe de verdeeling plaats heeft van eventueele oversohot-zetels. Een en ander werd ter kennis gebracht, opdat allen precies zouden weten wat er te gebeuren staat. Nog werd er op gewezen, dat als de R. K. Arbeiders nu ongeorganiseerd op treden, zij dit doen uit zelfbehoud, ter wijl tevens zal worden bewerkstelligd, dat zooveel mogelijk stemmen op de lijst der R. K. Staatspartij zullen worden uitge bracht. De voorzitter wees in laatste instantie er nog op, dat het de arbeiders lang niet on verschillig mag zijn of hun vertegenwoor digers in den Raad. komen. Spr. vertrouw de dat allen éénparig het te geven advies trouw zullen opvolgen. FEUILLETON. DE DIEF, DIE EEN DIEF VING Naar het Engelsch van WYNDHAM MARTYN. (Nadruk verboden). 22) Op den avond, van den moord vroeg hij Richard Penfold om de deur te sluiten. „Doe de deur op de grendel en sluit het gespuis buiten", beval hij. „Die stormwind zal me vanavond wel in slaap wiegen." De draad van het verhaal moest'hier door een zekere Sarah Olver, de huishoudster van den dominee van de naburige parochie, worden opgenomen. Hij was een bekend antiquair, ofschoon hij het grootste deel van zijn leven als scheepsdominee had doorgebracht. Toen hij hier beroepen was, had hij gemerkt, dat de pastorie vochtig en ongezond was. Het huis lag, zooals de meeste huizen in Cornwall, in een laagte om het tegen de zeewind, die dwars over het smalle land woei, te beschutten. Hij liet het aan zijn lot over en kocht een oude, steenen boerderij, waar hij een gezellige woning van maakte. De dominee hoorde den wind om het huis gieren. Dan dacht hij weer aan de jaren op zee terug. Op dezen gedenkwaardigen avond sliep hij vast, on danks de orkaan. De oude Sarah Olver betreurde het, dat zij den bediende, Tamsin Callaway, voor den nacht naar huis had laten gaan. Zij was zenuwachtig en kroop heel diep onder de dekens. Alle furiën schenen losgelaten. Zelfs onder de dekens kon'zij den grooten waakhond nog hooren blaffen. Hij was een half-broer van juffrouw Penfold's Prins. De oude vrouw die wist, dat er 's nachts bijna niemand langs den weg kwam, hoopte, dat het de voetstappen waren van Tamsin, waartegen hij blafte. Toen het geblaf plot seling ophield, was ze er bijna zeker van. Zij ging voorzichtig naar het raam en keek naar buiten. Haar gegil bracht den domi nee voor haar deur, hij hoorde haar duide lijk schreeuwen: „De zwarte ruiter, de zwarte ruiter". Toen viel ze in zwijm. Toen ze weer bij bewustzijn was, ver telde ze hem, wat ze gezien had. Op den weg langs het huis had iets vreeselijks ge reden. Zwart als de nacht was hij en het paard, dat hij bereed, spuwde vuur. De rui ter had omhoog gekeken en de oude vrouw aangestaard, en het is algemeen bekend, dat men dan binnen het jaar sterft. „Is dit de twintigste eeuw of zijn we weer in de middeleeuwen?" vroeg de do minee. geërgerd. „Dat is heidensche on zin." „Die dingen blijven voor u verborgen", jammerde Sarah Olver. „U bent maar een vreemdeling uit Kent." „De hemel zij gedankt", riep de dominee. „Zelfs de stomme dieren zijn nog slim mer dan u", hield ze vol. „De hond hield op met blaffen, toen hij hem zag en hoogst waarschijnlijk ligt hij op het oogenblik dood, zoo veel macht heeft de zwarte rui ter." „Ga slapen", beval de dominee, „en denk er aan, dat je geen heiden bent, maar een Christin." Toen men den dominee over het gebeur de ondervroeg, gaf hij toe, dat Sarah Ol ver zoo ontzettend bang was geweest, dat hij voor haar verstand gevreesd had Maar Sarah kreeg den volgenden mór gen gelijk. De groote waakhond werd dood gevonden. En de oude vrouw las in zijn oogen een angst, die volgens haar door geen sterfelijk wezen kon zijn teweegge bracht. De dominee, arme man, die er niets van wilde gelooven, zond het lichaam naar een analyst in Truro. Hier verklaarden ze, voor vijfentwintig pop, dat de hond aan strych- ninen gestorven was. „Tante" Saral} Olver snoof alleen maar, toen men het haar ver telde. Zij wist, dat ze binnen het jaar moest sterven. Onder het verder lezen merkte Anthony Trent, dat er wel eenige reden voor de angst van de oude vrouw bestond. Er was werkelijk een zwarte ruiter langs geko men in dien vreeselijken nacht en liij had naar boven gekeken in de verschrikte oogen van de huishoudster van den do minee. Dat bleek aldus: Bij John Carkeek, boer en veehandelaar, werd dien nacht het beste rijpaard uit de stal gehaald. Carkeek was een forsche, zware man. Alleen een hoog dier met goe de schouders kon zijn gewicht van de vee markt naar zijn ver afgelegen huis dra gen. Dit paard, dat Sarah Olver gezien had, was heel hoog van bouw. Het was donkerbruin en kon bij avond best voor zwart worden aangezien. Carkeek was in den schemer van Da- vidstowe naar huis gereden en had de stal deur zelf gesloten. Den volgenden morgen denzelfden, waarop het lijk van den hond werd gevonden vond hij zijn paard buiten de staldeur, gezadeld en wel, half dood van vermoeienis. Carkeek verklaar de luid, dat dit het werk vair den duivel zelf was. Hij zei, dat de duivel het paard in slaap getooverd had een geliefkoosde list, zooals alle verstandige lieden weten en het paard had meegenomen, terwijl het sliep. „Onzin", zei de dominee verontwaardigd. „Carkeek drinkt meer jenever, dan iemand anders in Cornwall. Zijn „in slaap toove- ren" kwam van een duivel in de flesch." Het was duidelijk, dat John Bennett Ri chard Penfold expres had gevraagd de deur te grendelen, opdat Richard dat zou kunnen getuigen. Toen hij dat den jongen boer verzocht, was hij reeds van plan de boerderij een paar uur later te verlaten. John Bennett was uit zijn venster op het lager gelegen dak van de melkerij gegle den. Er waren nergens voetsporen gevon den. Eigenlijk was er één enkel spoor, dat naar John Bennett voerde. Een draad wol uit een paar dikke sokken, die in de win kel van Nelan in Camelford gekocht waren, was aan de vensterbank blijven hangen. De sok, waar de draad aan ontbrak, was achtergelaten en de scheur sprak voor zich zelf. Bennett had de zware sokken over zijn laarzen getrokken, zoodat zijn voet stappen op het dak en later in de stille gangen van het kasteel gedempt werden. Hij had het zware en makke paard van Carkeek genomen c-i den hond van den dominee een vergiftigd stuk lever toege gooid. Het onderzoek bracht dit aan het licht. Waarom had hij die moeite gedaan? In den loop van het proces bleek, dat een man, die de heide niet héél goed kende, al leen langs dien weg het kasteel kon berei ken, wanneer men geen omweg van een twintig kilometer wou maken. Zelfs boe ren uit de streek zouden bij zulk weer 's nachts niet graag het eenzame pad over de heide nemen. Bennett wist dus, dat hij den waakhond moest passeeren, waarvan hij al genoeg gehoord had. Hij besloot zoo min mogelijk te riskeeren. Hij was het kasteel gemakkelijk genoeg binnengedrongen, door een openslaand raam, dat op het terras uitkwam. Het paard had hij in een schuurtje verderop vastge bonden. Zijn voetsporen, die vreemd on- menschelijk leken, waren gemakkelijk ge noeg te volgen, maar ze gaven op het oogenblik van ontdekking niet dadelijk een aanknoopingspunt. Het was interessant om na te gaan, dat hij geen enkele onnoodige stad had gedaan. Hij had van de drie trap pen, die naar boven voerden, direct die gene genomen, die hem naar de toren en de slaapkamer van den Markies bracht. Buiten de deur van deze kamer had hij stilgestaan. Dat bleek uit de voetafdruk ken. Toen alles stil bleef, was hij verder gegaan tot de torenkamer aan het eind van de gang. Deze torenkamer was het eenig over blijfsel uit de veertiende eeuw. Het ver trek was achthoekig, rondom liep een ga lerij; aan den oostkant leidde een zwart eikenhouten trap naar de tuinen. Juffrouw Penfold herinnerde zich met tranen in de oogen, hoe vaak.ze John Ben nett van deze kamer en de schatten, die er bewaard werden, verteld had. Hij had vol nieuwsgierigheid gevraagd, waarom de Markies er zooveel tijd doorbracht. Zij hadden den ouden Markies op een Bokhara tapijt gevonden. Zijn schedel was rrtét 'eeh" zWaar wapen, waar geen spoor van gevonden werd, ingeslagen. Hij was al ver scheidene uren dood. Eerst meende men, dat er niets van de schatten om hem heen gestolen was. De bediende van den Lord ontdekte, dat de achthonderd pond, die hij den Markies gegeven had, ontbraken. Na een week werd er pas ontdekt, dat de moor denaar ook het kostbare „Meisje met de waterkruik" had gestolen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 7