tATERDAG 25 MEI 1935
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD. - PAG. 7
GEMENGDE BERICHTEN
OVERREDEN EN GEDOOD.
Te Hooge Zwaluwe wilde gistermiddag
de 30-jarige mej. De Leeuw op haar fiets
de straat oversteken, toen een auto kwam
aangereden. Zij werd gegrepen en meege
sleurd en met een ernstige schedelbreuk
naar het R.K. Ziekenhuis te Breda ver
voerd, waar ze zonder tot kennis te zijn
gekomen, is overleden. Het bleek, dat de
remmen van den auto, bestuurd door den
heer S. uit Baerle Nassau, niet in orde wa-
Gisteravond is de 5-jarige J. Otten uit
de Hofstedestraat te Rotterdam op de Ma-
thenesserlaan bij het oversteken van den
weg gegrepen door een vrachtauto en
overreden. Met een zwaren schedelbreuk
is het knaapje naar het ziekenhuis aan den
Coolsingel overgebracht, waar het spoe
dig na aankomst is overleden.
ERNSTIG ONGELUK LN HARTOG'S
FABRIEKEN TE OSS.
Stelling met worst omgevallen.
Gistermiddag had in Hal-tog's Vleeschwa-
renfabrieken te Oss een ernstig ongeluk
plaats. Een ploeg arbeiders was in een der
magazijnen bezig met het verplaatsen van
worstdroogrekken, toen een dezer rékken
door tot nog toe onbekende oorzaak begon
over te hellen. Door het groote gewicht van
de worst, welke aan dit rek te drogen hing
ongeveer 3000 kilogram viel het met
een harden slag op den grond. Verscheidene
arbeiders konden zich nog tijdig uit de
voeten maken, maar de bedrijfsleider L., de
bouwkundige P. en de opzichter B. alsook
de arbeiders Van H., Z. W. en B. R., kwa
men onder het rek terecht.
Onmiddellijk schoot vain alle zijden hulp
toe, terwijl buiiten de fabriek weldra de
wildste geruchten omtrent het ongeluk de
ronde deden.
Met man en macht heeft men het rek op
zij getrokken en zoodoende de slachtoffers
bevrijd. Op inmiddels aangebrachte draag
baren en rustbedden werden de zes man
nen neergelegd. De doktoren Stolz en
Frank constateerden, dart de heer L. eeri
hersenschudding had bekomen, terwijl de
bouwkundige P. klaagde over erge pijnen
in den rug. Erger was er aan toe de op
zichter B., die een dubbele beenbreuk en
ernstige inwendige kneuzingen had opge-
loopen. De drie arbeiders hadden eveneens
verschillende blessuren aan armen en bee-
nen bekomen, doch minder ernstig. Per
auto en brancard zijn de slachtoffers naar
het St. Anna-ziekenhuis vervoerd, waar zij
ter verpleging zijn opgenomen.
Hoewel men aanvankelijk vreesde, dat
enkelen levensgevaarlijke wonden hadden
opgeloopen, kon gisteravond gelukkig wor
den vastgesteld, dat de toestand van geen
hunner zorg baart.
VERDRONKEN.
Gistermiddag is de 13-jarige jongen J.
Sluimer uit Zwartewaal bij de Tr^mbrug
in de Plantage te Brielle met het pedaal
van zijn rijwiel in aanraking gexomen met
de tramrails. De jongen verloor daardoor
het evenwicht en geraakte te water. Een
tweetal personen, die niet ver van de
plaats des onheils op een schuit aan het
baggeren waren"} hoorden hulpgeroep en
begaf zich naar de plek, waar de jeugdige
wielrijder in het water was verdwenen.
Eerst na geruimen tijd, toen meer assi
stentie aanwezig was, gelukte het echter,
den jongen op het droge te brengen. Het
was toen reeds te vreezen, dat de levens
geesten waren geweken. Eenige dokters
pasten nog kunstmatige ademhaling toe,
evenwel zonder eenig resultaat.
ELECTRISCHE TABAK- EN SIGARENFABRIEK „DE LANDMAN"
PORTORJCO ROOKTABAK 18 cent per V2 ons
Fa. Wed. C. J. UISTER - HAVEN 20
LEIDEN
KOLENDAMP-VERGIFTIGING.
Bejaard echtpaar bijtijtds gered.
Door het lofwaardig ingrijpen van bu
ren is gisteren, naar het „U. D." meldt, een
bejaard echtpaar, wonende in de F.C. Don-
dersstraat te Utrecht, aan een ernstig onge
luk ontsnapt. De bovenburen hoorden
vroeg in den morgen een steunend geluid
uit de woning van het echtpaar. Zij ver
moedden onraad en waarschuwden de po
litie, die snel ter plaatse was en met be
hulp der bovenburen zich achter een toe
gang tot het huis verschafte.
Men trof er het echtpaar in bewusteloo-
zen toestand aan als gevolg van een in het
perceel hangende kolendamp, ontstaan door
een defect in de verwarming. Snel bracht
men de bejaarde echtelieden over naar het
Sint Anthoniusgasthuis, waar zij ter ob
servatie bleven opgenomen, nadat zij uit
hun bewusteloosheid waren bijgebracht.
Men mag verwachten, dat, wanneer zich
geen complicaties voordoen, zij met den
schrik vrij zullen komen, zoodat zij het
snelle optreden der bovenburen, een ern
stig ongeval is voorkomen.
BRAND IN EEN CLUBHUIS.
Gisteravond omstreeks half twaalf is
door onbekende oorzaak plotseling brand
uitgebroken in een houten clubhuis, dat
in gebruik is bij een padvindersvereeni-
ging, staande aan den Zuidelijken Wan
delweg bij de Boeren Wetering te Am
sterdam. De vlammen sloegen fel uit en
de vuurgloed was in geheel het Zuidelijk
stadsdeel te zien. Dit duurde echter maar
korten tijd en toen de brandweer met een
motorspuit ter plaatse verscheen was het
vuur vrij spoedig met enkele stralen ge-
bluscht. Het clubhuisje brandde geheel uit.
HEIDEBRAND.
Gisteravond is te Hoog Buurloo (gem.
Barneveld) 3 H.A. heidegrond, toebehoo-
rende aan mr. Cladder te Barneveld, door
brand verwoest. De oorzaak van den brand
is onbekend.
Duitsch smokkelaar neer
geschoten
Op Nederlandsch gebied
Gisternacht omstreeks een uur is een
22-jarige Duitscher, die nabij de „Hekkens"
onder de gemeente Ottersum een zak ta
bak over de Duitsche grens trachtte te
smokkelen op Nederlandsch gebied door
Duitsche douanebeambten aangeschoten
en levensgevaarlijk gewond. Het slacht
offer is naar het Canisius-Ziekenhuis te
Nijmegen vervoerd.
Omtrent de nadere toedracht van de
zaak kunnen wij nog het volgende mel
den. De smokkelaar was per rijwiel met
de zak tabak op zijn rug de Nederlandsch -
Duitsche grens genaderd. Bij een boerderij
stapte hij van zijn fiets en zette de zak
tevens neer, terwijl hij onbelast te voet
verder ging om te onderzoeken of de plek
veilig was. Inmiddels waren een paar
Duitsche douanebeambten de boerderij ge
naderd en vonden de fiets en de zak tabak.
Zij waren dus over de grens gekomen,
hetgeen, naar men ons hier vertelde, her
haaldelijk voorkomt. Toen de smokkelaar
naar de boerderij terugkeerde merkte hij
dat hij gesnapt was. Een der beambten
greep hem in de nek, waarna een vecht
partij ontstond. Tenslotte wist één der be
ambten zijn revolver te grijpen en twee
schotep te lossen welke in den rug en den
arm van het slachtoffer terecht kwamen.
Operatief ingrijpen is noodzakelijk ge
bleken. Men vreest voor het leven van het
slachtoffer.
Bij informatie is ons later gebleken, dat
de toestand van den gewonde, een zekere
H. H. uit Goch, naar omstandigheden re
delijk .is.
RECHTZAKEN
GEWEZEN HOOFDAGENT IN
HOOGER BEROEP.
De doodslag op commissaris Ellenberger.
Maandag 17 Juni a.s. zal het gerechtshof
te 's-Gravenhage in hooger beroep behan
delen de strafzaak tegen den gewezen
hoofdagent van politie te Schiedam, die
wegens doodslag op commissaris Ellenber
ger door de rechtbank te Rotterdam op
16 April j.l. werd veroordeeld tot twaalf
jaren gevangenisstraf. „Hbld."
STEEKPENNINGEN AAN AMBTENAREN
VAN DE GEMEENTE.
Bij levering van vleesch voor de
gem. kindervoeding.
Voor de Amsterdamsche rechtbank heb
ben zich te verantwoorden gehad wegens
het aannemen van steekpenningen twee ge
wezen ambtenaren van den dienst der ge
meentelijke kindervoeding, de 51-jarige J.
B en de 57-jarige A. P. Deze hadden in den
loop der jaren flinke bedragen aan steek
penningen ontvangen van een grossier in
vleesch, die in ruil daarvoor groote leve
ranties van worst aan de gemeente mocht
doen. Op 31 Januari werden de verdach
ten gearresteerd, doch spoedig weer vrij
gelaten, daar de grossier sinds eenigen tijd
geen leveranties meer doet aan de ge
meente en ook de beide ambtenaren niet
meer werkzaam waren, zoodat voor her
haling van het misdrijf geen vrees be
stond. De eene ambtenaar had vroeger een
leidende positie in de gemeentelijke kin
dervoeding. Hij werd echter reeds in het
voorjaar van 1934 om minder eerlijke han
delingen ontslagen; de andere had een lei
dende positie bij de centrale slagerij, doch
was toen wegens ziekte buiten dienst en
zou eerlang gepensionneerd worden.
Het eerst had de behandeling plaats van
de zaak tegen J. B., den vroegeren bedrijfs-
chef der gemeentelijke centrale slagerij.
Verdachte bekende het hem ten laste ge
legde.
Als eerste getuige werd gehoord de heer
J. C. Posthuma, die een onderzoek in de
boeken van den grossier had ingesteld,
waaruit o.a. bleek, dat in 1932 1300, in
1933 ƒ2300, tot Juni 1933 ƒ1100 aan steek
penningen was uitbetaald.
Vervolgens verklaarde de grossier, die 10
jaar leverancier der gemeente is geweest,
de steekpenningen te hebben betaald, om
dat hij vreesde, dat hem anders de leve-
rancies zouden ontgaan. Aanvankelijk had
getuige eigener beweging deze steekpen
ningen uitgekeerd, later had verdachte
hierop zelf aangedrongen; het bedrag was
verhoogd, omdat verdachte zeide, dat hij
meer geld noodig had in verband met zijn
huiselijke omstandigheden.
In Juni 1934 had B. den dienst verlaten,
zoodat toen de corruptie een einde nam.
Getuige had de steekpenningen betaald,
omdat hij voor concurrentie vreesde. Ver
dachte B. ontving ongeveer 100 per
maand, A. P. 175.
Verdachte deelde medé, dat hij wel
moest voortgaan met het aannemen van
steekpenningen van den- grosiser De G.,
omdat A. P., chef bij de gemeentelijke kin
dervoeding, niet van leverancier wilde ver
anderen. Het blijkt voorts, dat verdachte
brieven geschreven heeft aan P., waarin
hij mededeelde, dat hij in staat was goed-
koopere worst te leveren. Doch deze werd
steevast doo? P. afgekeurd! Immers het be
drijf stond al aan zooveel critiek bloot,
dat de worst van De G. gehandhaafd moest
blijven.
Dan is het woord aan het O. M., waar
genomen door mr. De Blècourt, die er op
wijst, dat met een zekere regelmaat knoeie
rijen bij de gemeente worden gepleegd.
Binnenkort zal weder een ambtenaar bij de
electriciteitswerken zich wegens knoeie
rijen te verantwoorden hebben.
Spr. eischt tegen verdachte een gevan-
UIT DE OMGEVING
NOORJJWIJK.
Comité van actie voor de a.s. Gemeente
raadsverkiezing. Gisteravond was in
Hotel „Royal" een groote vergadering be
legd van de R. K. Arbeidersbeweging ter
bespreking van de as. Gemeenteraadsver
kiezingen, waarbij door een 150 tal aan de
oproep was gevolg gegeven.
Namens het comité van oproep opende de
heer P. Smit deze bijeenkomst met allen een
hartelijk welkom toe te roepen en zijn
vreugde uit te spreken, dat een flink getal
op dezen avond tegenwooridg was. Het co
mité had deze oproep gedaan om in ge
zamenlijk overleg te voorkomen, dat bij de
a.s. Raadsverkiezingen den arbeiders in
Noordwijk een groot onrecht zou worden
aangedaan, want er dreigde geen denk
beeldig gevaar, dat als men zonder meer
ten stembus trekt de R. K. Arbeidersbewe
ging haar rechtmatige vertegenwoordiging
in den Raad niet verkrijgt. Spr. memoreerde
hoe de arbeiders de laatste 50 jaar hebben
moeten strijden, om h-un rechten te verkrij
gen en thans moet en zal er gestreden wor
den om deze rechten te handhaven. Met
trots kon spr. wijzen op de arbeidersver
tegenwoordigers, welke tot nog toe in de
Overheidslichamen zitting hebben gehad,
waar zij heben getoond allereerst de alge-
meene belangen en daarnaast de arbeiders
belangen te kunnen behartigen. In het kort
gaf spr. weer de voorbereidingen in de afd.
R. K. Staatspartij in Feburari ld. reeds op
gezet. In eerste instantie mislukte deze
actie, doch in tweede instantie is het gelukt
aan een commissie, bestaande uit vei'schil-
lende standen een advies aan de afd. der
R. K. Staatspartij voor te leggen. Hierbij
z(jn door de arbeiders offers gebracht; in
een algemeene vergadering is dit advies
met groote meerderheid aanvaard. Van de
zeven te 'behalen zetels zouden 4 door niet-
werkneniers en drie door werknemers be
zet werden. Ook in de arbeidersbeweging
had nadien nog een groote strubbeling
plaats, doch toen de strijd gestreden was
en de groslijst was' saamgesteld, hebben de
arbeiders als goede organisatie-menschen
zioh volkomen bij de uitspraak neergelegd
en dank bracht spr. aan diegenen, die zoo
loffelijk alle eigenbelang hebben opgeof
ferd. Als men echter had gedacht, dat de
strijd gestreden was. kwam men bedrogen
uit, want de nummering der groslijst was
bij de niet-werknemers niet meegevallen,
met het gevolg dat niet minder dan twee
vrije lijsten de organisch tot stand gekomen
lijst der R. K. Staatspartij afbreuk kwa
men doen, één van de R. K. Burgergroep en
één van R. K. Zelfstandigen. Het kon er bij
spr. niet in, dat deze vrije lijsten tot stand
waren gekomen met alleen tot doel „het al
gemeen belang", doch om zooveel moge
lijk stemmen op deze lijsten te verkrijgen
en hierdoor de belangen van de arbeiders
te beknotten. In dit streven, aldus spr., mo
gen en zullen de arbeiders niet berusten;
wij vragen niet méér dan ons deel, maar
staan er op dit te verkrijgen. De arbeiders
hebben er voor gepast om eveneens met
een vrije lijst te komen om reden zij niet
als dissident wilden gebrandmerkt worden
en tot in op 't laatste oogenblik had men
gehoopt dat er geen verbrokkeling in onze
R. K. Staatspartij zou komen door vrije
lijsten, doch de feiten hébben deze hoop
verijdeld.
Noodgedwongen zal nu uitgezien moeten
worden naar andere middelen en al komt
feitelijk het fiere arbeidershart hiertegen
in opstand, toch zal het comité moeten ad-
viseeren met voorkeur stemmen te gaan
werken, om te behouden een goede en
IS DE ZOMER GEKOMEN?
Nadat het weer gedurende dertien
dagen onafgebrokefi te koud is geweest is
eindelijk een betere weerstoestand tot ont
wikkeling gekomen, die voor het eerst se
dert de mooie dagen in het begin der
maand een mildere temperatuur heeft ge
bracht. Het merkwaardige is hierbij, dat het
eigenlijk de storm was, die de temperatuur
heeft doen stijgen.
Dat koude weer werd veroorzaakt óoor
een kouden luchtstroom, die uit het hooge
Noorden komende het grootste gedeelte van
Europa als het ware onder een vloed van
koude lucht zette. Eerst toen deze Noorde
lijke luchtstroom ophield kon het weer
warmer worden. De eerste belangrijke ver
andering in den algemeenen weerstoestand
begon reeds Dinsdag, toen over het Noorde
lijkste gedeelte van Europa een warmere
Westelijke luchtstroom doorkwam, die een
einde maakte aan de toestrooming van de
koude lucht uit het hooge Noorden. Daar
door kregen wij echter nog geen warmer
weer.
Ongeveer terzelfder tijd ontwikkelde'zich
over de Middellandsohe Zee een depressie,
diie in verband met het voortbestaan- van
een gebied van hoogen druk over de Brit-
sche Eilanden een zoo sterk verval in lucht
druk van N.W. naar Z.O. in het leven riep,
dat een stormachtige Noordoosten wind
ontstond, die uit het Oosten warme lucht
naar en langs ons land voerde. Hieraan is
voor het grootste deel de stijging vain de
temperatuur tot boven het normale niveau
te danken, terwijl waarschijnlijk Föhn
werking in de vrije atmosfeer, een hier dik
wijls voorkomend verschijnsel, ook eenig
aandeel in de sterke stijging van den ther
mometer heeft gehad.
Deze oorzaak van de temperatuurstijging
had intussohen een onaangename zijde, n.L
dat de wind drie dagen lang zeer krachtig
is geweest, langer dan gewoonlijk bij de
ontwikkeling van een gelijksoortigen
weerstoestand het geval is. Gelukkig neemt
de beteekenis van de bovengenoemde de-
I pressie nu snel af en daar overigens nog
geen kans is, dat een nieuwe doorbraak van
polaire lucht naar het Zuiden tot stand
komt, kunnen we nu over het algemeen
zachter weer verwachten dan het den laat-
sten tijd geweest is.
genisstraf van 3 maanden wegens overtre
ding van art. 362 W. v. S., aangezien ver
dachte, ambtenaar in dienst der gemeeen-
te, giften heeft aangenomen, wetende dat
zij hem gedaan werden, ten einde hem te
bewegen om, zonder daardoor in strijd
met zijn plicht te handelen, in zijn bedie
ning iets te doen of na te laten.
Ook tegen den tweeden verdachte eisch-
te het O. M. drie maanden.
rechtmatige vertegenwoordiging van ar
beidersafgevaardigden in den a.s. Gemeen
teraad, want zou men eenparig stemmen
op No. 1 van de officieele lijst der R. K.
Staatspartij, dan zou men de opzet der dis
sidenten verstevigen en kost wat kost moet
dit voorkomen worden tot behoud van onze
drie arbeiders-candidaten.
Het comité heeft bij napluizing der Kie
zerslijst weten vast te stellen, dat de R. K.
Arbeidersgroep 997 stemmen kan uitbren
gen en zou thans het volgende willen advi-
seeren: op no. 1 zullen worden uitgebracht
150 stemmen, op no. 3: 300, op no. 5: 300
en op no. 6: 247 stemmen. Als dit advies
door de aanwezigen wordt aanvaard, zal
iedere kiezer individueel een briefje thuis
krijgen met aanwijzing op wien gestemd
moet worden terwijl dan wordt verwacht,
dat allen zonder aan ziens des persoons, het
geadviseerde zullen opvolgen.
Na een korte pauze werd aan de hand van
de Kieswet nog uiteen gezet, hoe en op
welke wijze een zetel bij stemming wordt
toegekend en hoe de verdeeling plaats heeft
van eventueele oversohot-zetels. Een en
ander werd ter kennis gebracht, opdat allen
precies zouden weten wat er te gebeuren
staat. Nog werd er op gewezen, dat als
de R. K. Arbeiders nu ongeorganiseerd op
treden, zij dit doen uit zelfbehoud, ter
wijl tevens zal worden bewerkstelligd, dat
zooveel mogelijk stemmen op de lijst der
R. K. Staatspartij zullen worden uitge
bracht.
De voorzitter wees in laatste instantie er
nog op, dat het de arbeiders lang niet on
verschillig mag zijn of hun vertegenwoor
digers in den Raad. komen. Spr. vertrouw
de dat allen éénparig het te geven advies
trouw zullen opvolgen.
FEUILLETON.
DE DIEF,
DIE EEN DIEF VING
Naar het Engelsch van
WYNDHAM MARTYN.
(Nadruk verboden).
22)
Op den avond, van den moord vroeg hij
Richard Penfold om de deur te sluiten.
„Doe de deur op de grendel en sluit het
gespuis buiten", beval hij. „Die stormwind
zal me vanavond wel in slaap wiegen."
De draad van het verhaal moest'hier door
een zekere Sarah Olver, de huishoudster
van den dominee van de naburige parochie,
worden opgenomen. Hij was een bekend
antiquair, ofschoon hij het grootste deel
van zijn leven als scheepsdominee had
doorgebracht. Toen hij hier beroepen was,
had hij gemerkt, dat de pastorie vochtig
en ongezond was. Het huis lag, zooals de
meeste huizen in Cornwall, in een laagte
om het tegen de zeewind, die dwars over
het smalle land woei, te beschutten. Hij
liet het aan zijn lot over en kocht een oude,
steenen boerderij, waar hij een gezellige
woning van maakte. De dominee hoorde den
wind om het huis gieren. Dan dacht hij
weer aan de jaren op zee terug. Op dezen
gedenkwaardigen avond sliep hij vast, on
danks de orkaan.
De oude Sarah Olver betreurde het, dat
zij den bediende, Tamsin Callaway, voor
den nacht naar huis had laten gaan. Zij
was zenuwachtig en kroop heel diep onder
de dekens. Alle furiën schenen losgelaten.
Zelfs onder de dekens kon'zij den grooten
waakhond nog hooren blaffen. Hij was een
half-broer van juffrouw Penfold's Prins. De
oude vrouw die wist, dat er 's nachts bijna
niemand langs den weg kwam, hoopte, dat
het de voetstappen waren van Tamsin,
waartegen hij blafte. Toen het geblaf plot
seling ophield, was ze er bijna zeker van.
Zij ging voorzichtig naar het raam en keek
naar buiten. Haar gegil bracht den domi
nee voor haar deur, hij hoorde haar duide
lijk schreeuwen: „De zwarte ruiter, de
zwarte ruiter". Toen viel ze in zwijm.
Toen ze weer bij bewustzijn was, ver
telde ze hem, wat ze gezien had. Op den
weg langs het huis had iets vreeselijks ge
reden. Zwart als de nacht was hij en het
paard, dat hij bereed, spuwde vuur. De rui
ter had omhoog gekeken en de oude vrouw
aangestaard, en het is algemeen bekend,
dat men dan binnen het jaar sterft.
„Is dit de twintigste eeuw of zijn we
weer in de middeleeuwen?" vroeg de do
minee. geërgerd. „Dat is heidensche on
zin."
„Die dingen blijven voor u verborgen",
jammerde Sarah Olver. „U bent maar een
vreemdeling uit Kent."
„De hemel zij gedankt", riep de dominee.
„Zelfs de stomme dieren zijn nog slim
mer dan u", hield ze vol. „De hond hield op
met blaffen, toen hij hem zag en hoogst
waarschijnlijk ligt hij op het oogenblik
dood, zoo veel macht heeft de zwarte rui
ter."
„Ga slapen", beval de dominee, „en denk
er aan, dat je geen heiden bent, maar een
Christin."
Toen men den dominee over het gebeur
de ondervroeg, gaf hij toe, dat Sarah Ol
ver zoo ontzettend bang was geweest, dat
hij voor haar verstand gevreesd had
Maar Sarah kreeg den volgenden mór
gen gelijk. De groote waakhond werd dood
gevonden. En de oude vrouw las in zijn
oogen een angst, die volgens haar door
geen sterfelijk wezen kon zijn teweegge
bracht.
De dominee, arme man, die er niets van
wilde gelooven, zond het lichaam naar een
analyst in Truro. Hier verklaarden ze, voor
vijfentwintig pop, dat de hond aan strych-
ninen gestorven was. „Tante" Saral} Olver
snoof alleen maar, toen men het haar ver
telde. Zij wist, dat ze binnen het jaar moest
sterven.
Onder het verder lezen merkte Anthony
Trent, dat er wel eenige reden voor de
angst van de oude vrouw bestond. Er was
werkelijk een zwarte ruiter langs geko
men in dien vreeselijken nacht en liij had
naar boven gekeken in de verschrikte
oogen van de huishoudster van den do
minee. Dat bleek aldus:
Bij John Carkeek, boer en veehandelaar,
werd dien nacht het beste rijpaard uit de
stal gehaald. Carkeek was een forsche,
zware man. Alleen een hoog dier met goe
de schouders kon zijn gewicht van de vee
markt naar zijn ver afgelegen huis dra
gen. Dit paard, dat Sarah Olver gezien
had, was heel hoog van bouw. Het was
donkerbruin en kon bij avond best voor
zwart worden aangezien.
Carkeek was in den schemer van Da-
vidstowe naar huis gereden en had de stal
deur zelf gesloten. Den volgenden morgen
denzelfden, waarop het lijk van den
hond werd gevonden vond hij zijn paard
buiten de staldeur, gezadeld en wel, half
dood van vermoeienis. Carkeek verklaar
de luid, dat dit het werk vair den duivel
zelf was. Hij zei, dat de duivel het paard
in slaap getooverd had een geliefkoosde
list, zooals alle verstandige lieden weten
en het paard had meegenomen, terwijl het
sliep.
„Onzin", zei de dominee verontwaardigd.
„Carkeek drinkt meer jenever, dan iemand
anders in Cornwall. Zijn „in slaap toove-
ren" kwam van een duivel in de flesch."
Het was duidelijk, dat John Bennett Ri
chard Penfold expres had gevraagd de
deur te grendelen, opdat Richard dat zou
kunnen getuigen. Toen hij dat den jongen
boer verzocht, was hij reeds van plan de
boerderij een paar uur later te verlaten.
John Bennett was uit zijn venster op het
lager gelegen dak van de melkerij gegle
den. Er waren nergens voetsporen gevon
den. Eigenlijk was er één enkel spoor, dat
naar John Bennett voerde. Een draad wol
uit een paar dikke sokken, die in de win
kel van Nelan in Camelford gekocht waren,
was aan de vensterbank blijven hangen.
De sok, waar de draad aan ontbrak, was
achtergelaten en de scheur sprak voor zich
zelf. Bennett had de zware sokken over
zijn laarzen getrokken, zoodat zijn voet
stappen op het dak en later in de stille
gangen van het kasteel gedempt werden.
Hij had het zware en makke paard van
Carkeek genomen c-i den hond van den
dominee een vergiftigd stuk lever toege
gooid. Het onderzoek bracht dit aan het
licht. Waarom had hij die moeite gedaan?
In den loop van het proces bleek, dat een
man, die de heide niet héél goed kende, al
leen langs dien weg het kasteel kon berei
ken, wanneer men geen omweg van een
twintig kilometer wou maken. Zelfs boe
ren uit de streek zouden bij zulk weer
's nachts niet graag het eenzame pad over
de heide nemen. Bennett wist dus, dat hij
den waakhond moest passeeren, waarvan
hij al genoeg gehoord had. Hij besloot zoo
min mogelijk te riskeeren.
Hij was het kasteel gemakkelijk genoeg
binnengedrongen, door een openslaand
raam, dat op het terras uitkwam. Het paard
had hij in een schuurtje verderop vastge
bonden. Zijn voetsporen, die vreemd on-
menschelijk leken, waren gemakkelijk ge
noeg te volgen, maar ze gaven op het
oogenblik van ontdekking niet dadelijk een
aanknoopingspunt. Het was interessant om
na te gaan, dat hij geen enkele onnoodige
stad had gedaan. Hij had van de drie trap
pen, die naar boven voerden, direct die
gene genomen, die hem naar de toren en
de slaapkamer van den Markies bracht.
Buiten de deur van deze kamer had hij
stilgestaan. Dat bleek uit de voetafdruk
ken. Toen alles stil bleef, was hij verder
gegaan tot de torenkamer aan het eind van
de gang.
Deze torenkamer was het eenig over
blijfsel uit de veertiende eeuw. Het ver
trek was achthoekig, rondom liep een ga
lerij; aan den oostkant leidde een zwart
eikenhouten trap naar de tuinen.
Juffrouw Penfold herinnerde zich met
tranen in de oogen, hoe vaak.ze John Ben
nett van deze kamer en de schatten, die
er bewaard werden, verteld had. Hij had
vol nieuwsgierigheid gevraagd, waarom de
Markies er zooveel tijd doorbracht.
Zij hadden den ouden Markies op een
Bokhara tapijt gevonden. Zijn schedel was
rrtét 'eeh" zWaar wapen, waar geen spoor van
gevonden werd, ingeslagen. Hij was al ver
scheidene uren dood. Eerst meende men,
dat er niets van de schatten om hem heen
gestolen was. De bediende van den Lord
ontdekte, dat de achthonderd pond, die hij
den Markies gegeven had, ontbraken. Na
een week werd er pas ontdekt, dat de moor
denaar ook het kostbare „Meisje met de
waterkruik" had gestolen.
(Wordt vervolgd).