<F0£NSDAG 15 «H 1935
DE LE1DSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
BAROMETER.
TELEGRAFISCH WEERBERICB.
naar waarnemingen verricht 1® den
morgen van 15 Mei, 1935, medegedeeld
door het Kon. Ivfed. Met. Inst. te De Bilt.
Hoogste barometerst.: 776.6 te Akureyri.
Laagste barometerst.: 753.5 te Rost.
Verwachting tot den avond van 16 Mei:
Aanvankelijk zwak-
ke veranderlijke, la
ter matige tot krach
tige Westelijke tot
Noordelijke wind,
zwaar bewolkt tot
betrokken, waar
schijnlijk regen, later
iets kouder.
De beide depressiekerntjes, welke gister
morgen over Denemarken en ons land ge
legen waren hebben zich Zuid- en Zuid
oostwaarts verplaatst en zich aangesloten
bij de Middellandsche Zeedepressie in het
Zuid-Oosten van het waarnemingsgebied.
De hooge druk in het Westen en Noord-
Westen handhaafde zich, doch een sterke
barometerdaling bewoog zich van de Pool-
zee Zuidwaarts. Voor de Noorsche kust be
vindt zich een depressie, welke een v-vor-
mige uitlooper tot nabij Schotland vertoont.
Over de Britsche Eilanden blijft de baro
meter dalen, zoodat ten onzent de wind af
zal gaan nemen en krimpen, om later weer
krachtiger te worden en van West naar
Noord te ruimen. Rond de depressie over
de Noorsche kust waait het krachtig, aan
de Noorsche kust uit Zuidwest, over de
Far oer en Jan may en uit Noord. Verder
meldde den Helder hedenmorgen nog
krachtige wind, overigens is het vrij rustig
weer. Beide boven genoemde depressies
brengen zware bewolking en regen. Na
een korte opklaring neemt bij ons ook de
regen-kans weer toe. De temperatuur, wel
ke thans eenige neiging tot stijgen vertoont,
zal morgen weer gaan dalen. Het werd
sinds gisteren iets minder koud over Groot
Brittannië en Ierland, Noord-Nederland.
Duitschland en geheel Scandinavië.
LUCHTTEMPERATUUR.
8.5 gr. C.
LICHT OF VOOR FIETSERS CA.
Van Woensdagnamiddag 9.17 uur tot
Donderdagmorgen 4.35 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk: op Donderdag 16 Mei voorm.
2.15 uur en nam. 2.32 uur.
WATERTEMPERATUUR.
Zweminrichting De Zijl: 14 gr. C.
Zweminrichting Poelmeer 12 gr. C.
Tweede Kamer.
Reeks kleine wetsontwerpen.
Ofschoon de agenda voor de vergadering
van gisteren niet minder dan een 19-tal
punten bevatte, zou deze ongetwijfeld reeds
zeer vroegtijdig afgeloopen zijn geweest,
ware het niet, dat we heeren Schalker en
Wijnkoop zich geroepen hadden geacht
twee interpellaties te houden over onder
werpen, welke thans in handen zijn van
rij ksbemiddelaars.
Onder de wetsontwerpen en conclusies
waren er, behalve het laatste, dat na de
interpellaties in behandeling kwam, slechts
enkele, waarover beraadslagingen plaats
hadden.
Tegen het voorstel om het z.g. gedele
geerden-college uit de Indische Volksraad
van 20 leden terug te brengen tot 15 leden
rezen bezwaren bij de heeren E f f e n d i
(C.P.) en Cramer (S-D.A.P.) Al zei hij
het niet met zoovele woorden, toch kon
men uit zijne rede afleiden, dat de heer
Effendi deze vermindering in ledenaantal
van een lichaam, dat men een soort van
permanente commissie van voorbereiding
zou kunnen noemen, niet veel minder acht
te dan een aanslag op de medezegging
schap van het „Indonesische volk". Zoo
hoog vatte de heer Cramer het niet op;
deze betoogde alleen, dat het met 15 gede
legeerden in het college niet mogelijk zou
wezen een getrouwe afspiegeling te geven
van de samenstelling van de Volksraad.
Lang is er over de zaak niet gedebatteerd
en het wetsontwerp werd ten slotte zelfs
z.h.s. aangenomen, omdat de Minister van
Koloniën toezegde, dat de voorgestelde
maatregel zou worden ingetrokken indien
gemis aan onderlinge samenwerking het
gevolg zou zijn. De bedoeling is, dat het
gedelegeerden-college een getrouwe af
spiegeling van de volksraad zal blijven.
Even werd ook nog beraadslaagd over een
wetsvoorstel, eveneens op Indië betrekking
hebbende, waarbij de motorvoertuigenbe
lasting aldaar wordt gewijzigd en de ben-
zine-accijns verhoogd. De heer van Kem
pen vond in deze voorstelling aanleiding
te betoogen, dat daardoor de coördinatie
van het verkeer nog dringender nood
zaak was geworden. Minister Col ij n
kon dit nauw verband met de coördinatie
van het verkeer niet inzien, maar ver
klaarde dat zijne aandacht toch voortdu
rend daarop gevestigd bleef. Ook dit wets
ontwerp werd z.h.s. aangenomen. Hetzelf
de was het geval met een drietal wetsont
werpen van handelspolitieken aard. Hier
bij hield echter de heer Groen (R.-K.)
een goed doorwrocht betoogje tegen de na-
deelen, welke het Poolsche Handelsver
drag aan de Nederlandse he tuinbouw had
toegebracht. De heer Groen kon het niet
eens zijn met de meening van den minis
ter uitgedrukt in de stukken als zou dit
handelsverdrag tot een verbetering voor
Nederland hebben geleid. Weliswaar nam
de Nederlandsche uitvoer naar Polen in
1934 ietwat toe, wanneer men althans al
leen rekening houdt met het geldbedrag,
en nam de Poolsche uitvoer naar Neder
land af; wanneer men echter let op de
uitgevoerde hoeveelheden dan is het om
gekeerde het geval. In ieder geval was
onze handelsbalans met Polen ook over
1934 nog met 43 pet. passief; en de Pool
sche tarieven, hoewel de helft verlaagd
maken de uitvoer van tuinbouwproducten
naar dit land totaal onmogelijk. Spreker
hoopte, dat bij de aanstaande onderhan
delingen met Italië beter rekening zal wor
den gehouden met de belangen van de Ne-
derlandsche tuinbouw.
Minister Steenberghe toonde
daarna aan dat ook over het eerste kwar
taal van het loopende jaar weer een niet
onbelangrijke vermeerdering van de Ne
derlands che export naar Polen had plaats
gevonden; terwijl vroeger slechts 57 pet
van de Poolsche import in Nederland door
onze eigen export werd goedgemaakt, was
dit in het eerste kwartaal 1935 niet minder
dan 81 pet. Spreker zou. zich zelve geluk-
wenschen als het met alle handelsverdra
gen zoo ging. De Minister antwoordde
echter niet op het bezwaar van den heer
Groen, dat bij de onderhandelingen met
Polen de Nederlandsche tuinbouw stief
moederlijk was behandeld. Wel zegde hij
toe, dat bij de nieuwe onderhandelingen
met Italië op de tuinbouw zeer zeker zal
worden gelet.
Het heeft niet veel zin uitvoerig uiteen
te zetten wat de heer Schalker (C.P.) be
toogde bij het houden zijner interpellatie
over den nood-toestand in de Drentsche
veenstreken. Voor den heer Schalker heeft
het optreden der Rijksbemiddelaars nood
wendig de beteekenis van steun aan de vij
anden der arbeiders. Hij noemde het regee-
ringsvertegenwoordigers. Hij wenschte van
de Regeering maatregelen om alle oude
collectieve arbeidscontracten te doen voort
zetten; om de werkverschaffingen in Dren
te het geheele jaar open te stellen voor
meerdere personen uit één gezin en zon
der aftrek van gezinsinkomsten. Het uur
loon van 26 ets. moet minimum-loon wor
den; er moeten nieuwe wegen worden aan
gelegd, bestaande wegen verbeterd, wonin
gen gebouwd en waterleiding en riolee-
ring worden aangelegd, De huurcontracten
tusschen kleine verveenders en eigenaren
van veengronden moeten ontbonden wor
den en met ten minste 75 pet. verminderd.
Bovendien moeten deze kleine verveenders
ƒ6.toeslag krijgen per stobbe. Het be
hoeft wel weinig betoog, dat al deze eischen
door Minister Slotemaker de
Bruine werden afgewezen. Een motie
van den heer Schalker werd onvol
doende gesteund en kwam dus niet in be
handeling. Hetzelfde geldt een motie voor
gesteld door den heer W ij n k o o p (C.P.)
aan het slot zijner interpellatie over de al-
gemeene beteekenis van het optreden der
Regeering bij het conflict in de particulie
re mijnen. Het behoeft eigenlijk wel niet
gezegd te worden, wat het betoog van den
heer Wijnkoop was; het kwam hierop neer:
de arbeiders wilden staken en strijden
maar de Christelijke, Katholieke en Socia
listische Bondsbestuurders wilden dit niet,
en de Regeering wilde het ook niet. En
deze allen spanden nu samen, om de strijd
der arbeiders te beletten. De arbeiders
zouden niets krijgen, dat bleek wel uit de
voorwaarden in bladen medegedeeld, waar
onder de Regeering 800.000 wilde toe
kennen aan het Algemeen Mijnwerkers-
fonds. De Minister van Water
staat stelt hiertegenover, dat dank zij
het optreden van de Rijksbemiddelaars en
van de Regeering een conflict in het mijn
bedrijf, dat juist door de arbeiders niet
wordt gewild, tot nu toe kon worden voor
komen. Zoolang de Rijksbemiddelaar de
zaak in handen heeft zal spreker niet in
de onderhandelingen ingrijpen, wel echter
sprak hij tegen, dat de voorwaarden, wel
ke de heer Wijnkoop noemde voor steun
aan het A. M. F. door de Regeering waren
gesteld. De heer Drop (S.D.A.P.) achtte
het nog de moeite waard even in het debat
in te grijpen, maar geen enkel ander lid
der Kamer wenschte mede te werken aan
de poging der communisten om uit deze
aangelegenheid reclame-materiaal te slaan.
Ten slotte werd nog behandeld het wets
ontwerp ten aanzien van een nieuwe rege
ling voor de Scheepvaartdiploma's. Dit
wetsontwerp was van zuiver technische
aard; alleen de Sociaal-Democratische
scheepvaartdeskundige de heer Brauti-
gam, had er iets over te zeggen en stelde
een amendement voor, dat later in behan
deling zou komen.
Nadat de Voorzitter had medege
deeld, dat de Kamer niet meer zou worden
bijeengeroepen, dan nadat de beëindiging
der schriftelijke voorbereiding mogelijk
had gemaakt eenige wetsontwerpen van
grootere beteekenis op de agenda te plaat
sen, werd de vergadering gesloten.
MINISTER MARCHANT.
Geen onverwachte daden
De redacteur van de „Msbd." schrijft na
der uit Den Haag:
Nu minister Mar chant definitief is over
gegaan tot de Katholieke Kerk, herinnert
men zich uit het leven van dezen staats
man talrijke bijzonderheden, waaruit zijn
sympathie jegens de Katholieken en omge
keerd de sympathie der Katholieken je
gens hem bleek.
Reeds voor 1900, toen mr. Marchant nog
candidaat was voor den gemeenteraad van
Deventer, steunden hem de Katholieken
vergissen wij ons niet, onder de uitdrukke
lijke sanctie van wijlen dr. Schaepman
tegen een liberaal. Hoofdzakelijk, omdat
zij bij hem een juister begrijpen van him
rechtvaardige verlangens aanwezig wisten.
Eenmaal wethouder geworden, toonde mr»
Marchant zich het vertrouwen op zijn
rechtsgevoel ten volle waardig. Hij werkte
naar best vermogen ertoe mee, dat de on
rechtvaardigheden in de subsidieering, of
liever in de niet-subsidieering, van het
bijzonder onderwijs werden opgeheven,
wat hem voor de bewaarscholen inderdaad
gelukte.
Vaak hebben de Katholieken sindsdien
met mr. Marchant de degens gekruist, doch
bij meer dan één gelegenheid bleek, dat
deze in zijn tegenstanders heel wat te
waardeeren vond. Als wethouder van On
derwijs te 'sGravenhage toonde hij zich
steeds een loyaal uitvoerder van de finan-
cieele gelijkstelling.
Bij het eerste begrootigsdebat, dat hij als
wethouder voerde, nam hij het als eerste
en eenige man van links mèt de Katholie
ken op voor de sociale rechtvaardigheid in
de subsideering der bijzondere scholen.
Was hij langer wethouder gebleven, dan
ware ongetwijfeld de bevoorrechting van
het openbare M.O. ten aanzien van de pu
blieke kas, tot aanzienlijk bescheidener
proporties teruggebracht.
Hoe hij als minister meermalen de be
wondering der Katholieken voor zijn rede
voeringen opwekte werd reeds gememo
reerd.
Voor wie mr. Marchant meer van nabij
kende, waren die redevoeringen niet zoo
verrassend. Men wist in zijn omgeving zeer
goed, dat hij zich ernstig ernstig met de
bestudeering van het Katholicsime bezig
hield en dat men deze uitlatingen niet als
een politiek liebaugeln met de Katholie
ke Staatspartij moest verstaan, doch als
eerlijke verklaringen van een groeiende
overtuiging.
Steeds duidelijker bleek, ook uit parti
culiere gesprekken, dat mr. Marchant al
hooger en hóoger uitging boven het peil,
waarop die kennis gewoonlijk bij anders
denkenden staat.
Dat was het vooral, wat voedsel gaf aan
de geruchten omtrent, zijn overgang.
Daar kwam in den laatsten tijd bij, dat
zijn verkeer met katholieke geleerden op
viel. Verklaarde alleen de noodzakelijk
heid zich ter uitstippeling en verdediging
van zijn beleid snel en grondig van ver
schillende kwesties op de hoogte te stellen
dit verkeer? Of kwam daar meer aan
te pas dan de spelling bijvoorbeeld? Gaat
men op dit vermoeden verder, dan zal
men de promotoren van dezen overgang
niet, zooals men gewoonlijk aanneemt, on
der de volgelingen van St. Ignatius of St.
Benedictus, doch onder de zonen van Va
der Franciscus moeten zoeken.
Dat minister Marchant, eenmaal tot de
overtuiging gekomen, den beslissenden
stap resoluut zet en al zijn consequenties
trekt, verrast tenslotte evenmin degenen,
die het spontane, eerlijke, strijdlustige,
aan alle menschelijk opzicht vreemde ka
rakter van mr. Marchant leerden waar
deeren.
Dat mr. Marchant na dezen stap van den
kant zijner vroegere geestverwanten veel
wanbegrip zal ondervinden, daaraan hoeft
men niet te twijfelen. Moge hij daarom in
katholieken kring den steun vinden van
eerlijke vriendschap en vooral van een
hartelijk gebed.
Naar het „Handelsblad" ter oore komt
heeft minister Oud, nadat minister Mar
chant de vorige week aan het einde der
vergadering van den ministerraad had
medegedeeld, dat hij tot de Roomsch-Ka-
tholieke Kerk was overgegaan, aan den
minister-president doen weten onder deze
omstandigheden niet langer tezamen met
minister Marchant deel te kunnen uitma
ken van het kabinet. Hierop volgde nog
eenige briefwisseling tusschen den heer
Marchant (die minister Oud afschrift had
doen toekomen van zijn schrijven aan den
premier), en minister Colijn, waarop Za
terdag j.l. de heer Marchant tot zijn ont
slagaanvrage besloten heeft.
Vermoedelijk minister Slotemaker
de Bruïne
Wanneer minister Marchant straks het
door hem gevraagde ontslag als minister
van onderwijs, kunsten en wetenschap
pen krijgt, valt te verwachten, dat minis
ter Slotemaker de Bruïne ad interim met
de leiding van het departement van onder
wijs, kunsten en wetenschappen belast zal
worden.
POLJTIE-STOPTEEKENS
Voor verkeer,
dat den agent
ran achteren
nadert.
Voorverkeer, dat
den agent van
voren en achteren
□adert.
Voor verkeer,
dat den agent
van voren
□adert.
DE DIESELTREINEN BIJ DE
NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN.
De stand van zaken.
Na de mededeelingen van de directie
van de Nederlandsche Spoorwegen inzake
de moeilijkheden, het vorig jaar onder
vonden bij de invoering van de Diesel-
electrische tractie, destijds gepubliceerd,
zijn verdere publicaties over deze belang
rijke zaak achterwege gebleven. De chef
van den Dienst van Tractie en Materieel
der Nederlandsche Spoorwegen, Ir. W.
Hupkes, deelt ons thans mede, dat het zijn
bedoeling was, geen verdere mededeelin
gen te doen vóór de moeilijkheden waren
opgelost en de Diesel-electrische tractie
weer in vollen omvang zou kunnen worden
hersteld. Destijds werd verwacht, dat dit
binnen korten tijd het geval zou zijn.
Deze verwachting is niet bewaarheid,
waardoor tot dusver geen verdere mede
deelingen werden verstrekt.
Ir. Hupkes heeft ons thans een uitvoe
rige uiteenzetting gegeven van den aard
der opgetreden storingen, van de oorzaken
daarvan en van de maatregelen, welke
genomen zijn om deze storingen op te hef
fen.
Op grond van deze maatregelen ver
wacht de directie van de Nederlandsche
Spoorwegen, dat thans binnen niet al te
langen tijd de definitieve verbetering zal
zijn vastgesteld en zij heeft derhalve be
sloten, met ingang van heden den Diesel-
electrischen dienst weer uit te breiden tot
4000 treinstel k.m. per dag en dezen dienst
voort te laten duren tot weer tot uitbrei
ding van den volledigen dienst kan wor
den overgegaan. Door den motor-leveran
cier worden voor dezen gedeeltelijken
dienst kosteloos de noodige motoren gere
viseerd en onderhouden.
De storingen.
Omtrent de opgetreden storingen deelt
Ir. Hupkes ons mede, dat de motoren, wel
ke aanvankelijk zonder belangrijke storin
gen dienst deden, na ongeveer 20.000 K.M.
begonnen slijtage aan de rollen-lagers te
vertoonen; met deze beschadigingen kon
den de motoren nog ongeveer 10.000 K.M.
afleggen, waarna het spel in de lagers zoo
groot werd, dat verdere beschadigingen,
als defecte trillingsdempers en breken van
cylindergeleidestukken, ontstonden.
Bij behoorlijke controle konden de mo
toren dus ongeveer 30.000 K.M. afleggen,
daarna moest de motor gereviseerd wor
den om beschadigingen, welke" bedrijfs
storingen kunnen veroorzaken, te voorko
men.
De motoren behooren echter ongeveer
100.000 K.M. zonder groote revisie af te
kunnen leggen, zoodat verbetering der mo
toren noodzakelijk was.
Behalve de juist genoemde storingen,
welke inkrimping van den dienst noodza
kelijk maakten, zijn, zooals vanzelf spreekt
ook andere minder belangrijke storingen
opgetreden. Deze waren evenwel gering
in aantal en alle op zichzelf staande ge
vallen en normaal optredende storingen
bij nieuwe motoren in een nieuw bedrijf.
Een tweetal brandjes waren veroorzaakt
door in brand raken van morsolie op de
exhaustleiding; deze waren zonder eenig
gevaar, daar behalve de morsolie niets
brandbaars in de omgeving was en had
den met den motor niets te maken.
De oorzaken.
Reeds vroeger was medegedeeld, dat de
opgetreden defecten te verklaren waren
uit te zwaar belast zijn der motoren bij
lage toerentallen, dat alle motoren zouden
worden gereviseerd en dat de belastingen
bij lage toeren zouden worden (vermin
derd.
Direct is met behulp van Werkspoor en
Maybach het reviseeren der motoren
krachtig ter hand genomen, totdat in het
bedrijf bleek, dat ook bij vermijding der
lage toerentallen de lagerbeschadigingen,
hoewel vertraagd, bleven optreden en dus
andere, toen onbekende oorzaken, aanlei
ding tot de lagerbeschadigingen gaven. De
revisie is toen stopgezet en met Werk
spoor en Maybach is gezamenlijk een on
derzoek naar de oorzaken van deze sto
ringen ingesteld.
Als resultaat van langen ingespannen
arbeid werd vastgesteld, dat de lagerbe
schadigingen veroorzaakt werden door cu
mulatie van buigingstrillingen bij bepaal
de (critische) toeren, op bepaalde plaatsen
van de krukas.
Direct moet hierbij worden opgemerkt,
dat het gebied der buigingstrillingen (in
tegenstelling met dat der torsietrillingen)
bij motoren onbekend terrein was; metin
gen waren voorzoover bekend, nimmer
verricht, toestellen hiervoor bestonden
niet, zoodat studie en proefnemingen om
gebrek te localiseeren, zeer tijdroovend
waren. Eerst moesten nog de toestellen
voor de metingen worden ontworpen en
gebouwd; hoe bezwaarlijk dat was, blijkt
wel uit het feit, dat, toen reeds een groot
aantal metingen met de eerste toestellen
waren verricht, bleek, dat deze toestellen
een eigen trillingssysteem hadden, waar
door alle gedane metingen onbetrouwbaar
bleken te zijn.
Het meten van buigingstrillingen is bo
vendien veel bezwaarlijker dan dat van
torsietrillingen, daar niet volstaan kan
worden met metingen aan het eind van de
as, maar met het oog op optredende knoop
punten op meerdere plaatsen, in 't carter
gemeten moet worden.
Thans zijn door de gedane metingen de
aard der trillingen, critische toeren, knoop
punten enz. vastgelegd en is hiermede het
optredende gebrek gelocaliseerd.
De verbeteringen.
Door vele uitgebreide proefnemingen is
thans ook vastgesteld, dat de storende cri
tische toeren binnen de gebruikstoeren-
tallen (8001400) vermeden kunnen wor
den door aanbrenging van contragewichten
op de bestaande krukassen tegenover de
krukwangen, waardoor tevens de lager-
drukken verminderen.
Het vraagstuk van de bevestiging van
deze contragewichten op de bestaande as-
GEMEENTEL. AANKONDIGINGEN.
VERKIEZING GEMEENTERAAD.
De Voorzitter van het Hoofdstembureau
in Kieskring I maakt bekend, dat het
Hoofdstembureau op Zaterdag 18 Mei as.
des middags te 12.15 uur in eene openbare
zitting in het Gemeentehuis (Rapenburg 12)
zal beslissen over de geldigheid der op 14
Mei j.l. voor bovengenoemde verkiezing
ingeleverde lijsten van candidaten en over
de handhaving van de daarop voorkomen
de candidaten.
De voorzitter voornoemd,
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN.
Leiden, 15 Mei 1935.
VERKIEZING GEMEENTERAAD.
De Voorzitter van het Hoofdstembureau
in Kieskring II maakt bekend, dat het
Hoofdstembureau op Zaterdag 18 Mei aA
des middags te 12.30 uur in een openbare
zitting in één der lokalen van de school
Schuttersveld zal beslissen over de geldig
heid der op 14 Mei j.l. voor bovengenoem
de verkiezing ingeleverde lijsten van can
didaten en over de handhaving van de
daarop voorkomende candidaten.
De voorzitter voornoemd,
A. F. L. M. TEPE,
Leiden, 15 Mei 1935.
VERKIEZING GEMEENTERAAD.
De Voorzitter van het Hoofdstembureau
in Kieskring in maakt bekend, dat het
Hoofdstembureau op Zaterdag 18 Mei a»s.
des voormiddags te 10 uur in eene open
bare zitting in een der lokalen van de
school aan de v. d. Werffstraat zal beslis
sen over de geldigheid der op 14 Mei j.l.
voor bovengenoemde verkiezing ingele
verde lijsten van candidaten en over de
handhaving van de daarop voorkomende
candidaten.
De voorzitter voornoemd,
T. S. GOSLINGA.
Leiden, 15 Mei 1935.
AGENDA
LEIDEN.
Dagelijks, Poppententoonstelling in het
Nutsgebouw, 29.30 uur.
Woensdag, R.-K. Metaalbewerkersbond,
Bondsgebouw, 8 uur.
Woensdag, R. K. Propagandaclub „Dr.
Schaepman", cursusavond in „Den
Burcht", 8.15 uur.
Donderdag. Jaarvergadering Katholiek
Leiden, „Turk" te 8.15 uur.
Donderdag. R. K. Reclasseeringsvereeni-
ging, zitting in het gebouw der St.
Vincentius-Vereeniging, Hoog-
landsche Kerkgracht 32.
De avond-, nacht en Zondagsdienst der
apotheken wordt van M aa n d a g 13 tot
en met Zondag 19 Mei a. s. waargeno
men door de apotheken: P. du Croix, Ra
penburg 9, tel. 807; E. B. de Metz, Kore-
vaarstraat 51, tel. 3553 en C. van Zijp, Wil-
helminapark 8, Oegstgeest tel. 274.
sen leverde wederom vele moeilijkheden
op, vooral omdat voor een gunstig tril
lingsbeeld een losse bevestiging gewenscht
is, terwijl ter vermijding van beschadiging
van krukassen en contragewichten de be
vestiging zeer stijf dient te zijn.
De eerste uitvoeringen hebben geen goed
resultaat opgeleverd, thans zijn twee uit
voeringen van contragewichtsbevestiging in
beproeving, waarvan goede resultatten wor
den verwacht.
Om zeker te zijn dat een uitvoering be
trouwbaar is, worden behalve een groot
aantal proefloopen voor metingen, enz. on
afgebroken proefloopen bij vollast en max.
toeren van resp. 100200 en 400 uren ge
daan.
Bij de thans vastgestelde oorzaken van
de motorbeschadigingen vallen de kosten
voor proefnemingen met verbeteringen aan
en herstelling van de motoren geheel ten
laste van den leverancier, die zijn verplich
tingen loyaal nakomt.
Tenslotte deelt de heer Hupkes nog mede,
dat de Ganz-Stork motoren (een geheel
nieuw ontworpen motor), waarmede vijf
treinstellen voor proef zijn uitgerust, af
gezien van normale kinderziekten tot heden
goed voldoen.
RECHTZAKEN
HAAGSCHE RECHTBANK,
De Haagsche Rechtbank heeft veroor
deeld:
de kinderjuffrouw B. E. B. wegens ple
gen van een vijftal diefstallen te Was
senaar tot 1 jaar gevangenisstraf, waar
van 8 maanden voorwaardelijk met een
proeftijd van 3 jaar;
den los werkman C. A. v. H. te L e i d-
schendam terzake diefstal van groen
ten, kozijnen en timmermansgereedschap
tot 1 jaar, waarvan 6 maanden voorwaar
delijk;
H. V., te Katwijk aan Zee wegens
overtreding der crisis-zuivelwet tot 20
gld. subs. 10 dagen met verbeurdverkla
ring van in beslag genomen banderolles.
(De Kantonrechter te Leiden had veroor
deeld tot 30 gld. subs. 15 dagen hechtenis).
Geëischt werd tegen W. de M. te Lei-
de n wegens diefstal 10 maanden gevange
nisstraf.
De Rechtbank achtte onvolledig het on
derzoek inzake diefstal uit een consumptie
tent te S t o m p w ij k, waarvan B. M. v.
B. uit Leidschendam is verdacht. De stuk
ken zijn in handen gegeven van den rech-
ter-commissaris.