<F0£NSDAG 15 «H 1935 DE LE1DSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 BAROMETER. TELEGRAFISCH WEERBERICB. naar waarnemingen verricht 1® den morgen van 15 Mei, 1935, medegedeeld door het Kon. Ivfed. Met. Inst. te De Bilt. Hoogste barometerst.: 776.6 te Akureyri. Laagste barometerst.: 753.5 te Rost. Verwachting tot den avond van 16 Mei: Aanvankelijk zwak- ke veranderlijke, la ter matige tot krach tige Westelijke tot Noordelijke wind, zwaar bewolkt tot betrokken, waar schijnlijk regen, later iets kouder. De beide depressiekerntjes, welke gister morgen over Denemarken en ons land ge legen waren hebben zich Zuid- en Zuid oostwaarts verplaatst en zich aangesloten bij de Middellandsche Zeedepressie in het Zuid-Oosten van het waarnemingsgebied. De hooge druk in het Westen en Noord- Westen handhaafde zich, doch een sterke barometerdaling bewoog zich van de Pool- zee Zuidwaarts. Voor de Noorsche kust be vindt zich een depressie, welke een v-vor- mige uitlooper tot nabij Schotland vertoont. Over de Britsche Eilanden blijft de baro meter dalen, zoodat ten onzent de wind af zal gaan nemen en krimpen, om later weer krachtiger te worden en van West naar Noord te ruimen. Rond de depressie over de Noorsche kust waait het krachtig, aan de Noorsche kust uit Zuidwest, over de Far oer en Jan may en uit Noord. Verder meldde den Helder hedenmorgen nog krachtige wind, overigens is het vrij rustig weer. Beide boven genoemde depressies brengen zware bewolking en regen. Na een korte opklaring neemt bij ons ook de regen-kans weer toe. De temperatuur, wel ke thans eenige neiging tot stijgen vertoont, zal morgen weer gaan dalen. Het werd sinds gisteren iets minder koud over Groot Brittannië en Ierland, Noord-Nederland. Duitschland en geheel Scandinavië. LUCHTTEMPERATUUR. 8.5 gr. C. LICHT OF VOOR FIETSERS CA. Van Woensdagnamiddag 9.17 uur tot Donderdagmorgen 4.35 uur. HOOG WATER. Te Katwijk: op Donderdag 16 Mei voorm. 2.15 uur en nam. 2.32 uur. WATERTEMPERATUUR. Zweminrichting De Zijl: 14 gr. C. Zweminrichting Poelmeer 12 gr. C. Tweede Kamer. Reeks kleine wetsontwerpen. Ofschoon de agenda voor de vergadering van gisteren niet minder dan een 19-tal punten bevatte, zou deze ongetwijfeld reeds zeer vroegtijdig afgeloopen zijn geweest, ware het niet, dat we heeren Schalker en Wijnkoop zich geroepen hadden geacht twee interpellaties te houden over onder werpen, welke thans in handen zijn van rij ksbemiddelaars. Onder de wetsontwerpen en conclusies waren er, behalve het laatste, dat na de interpellaties in behandeling kwam, slechts enkele, waarover beraadslagingen plaats hadden. Tegen het voorstel om het z.g. gedele geerden-college uit de Indische Volksraad van 20 leden terug te brengen tot 15 leden rezen bezwaren bij de heeren E f f e n d i (C.P.) en Cramer (S-D.A.P.) Al zei hij het niet met zoovele woorden, toch kon men uit zijne rede afleiden, dat de heer Effendi deze vermindering in ledenaantal van een lichaam, dat men een soort van permanente commissie van voorbereiding zou kunnen noemen, niet veel minder acht te dan een aanslag op de medezegging schap van het „Indonesische volk". Zoo hoog vatte de heer Cramer het niet op; deze betoogde alleen, dat het met 15 gede legeerden in het college niet mogelijk zou wezen een getrouwe afspiegeling te geven van de samenstelling van de Volksraad. Lang is er over de zaak niet gedebatteerd en het wetsontwerp werd ten slotte zelfs z.h.s. aangenomen, omdat de Minister van Koloniën toezegde, dat de voorgestelde maatregel zou worden ingetrokken indien gemis aan onderlinge samenwerking het gevolg zou zijn. De bedoeling is, dat het gedelegeerden-college een getrouwe af spiegeling van de volksraad zal blijven. Even werd ook nog beraadslaagd over een wetsvoorstel, eveneens op Indië betrekking hebbende, waarbij de motorvoertuigenbe lasting aldaar wordt gewijzigd en de ben- zine-accijns verhoogd. De heer van Kem pen vond in deze voorstelling aanleiding te betoogen, dat daardoor de coördinatie van het verkeer nog dringender nood zaak was geworden. Minister Col ij n kon dit nauw verband met de coördinatie van het verkeer niet inzien, maar ver klaarde dat zijne aandacht toch voortdu rend daarop gevestigd bleef. Ook dit wets ontwerp werd z.h.s. aangenomen. Hetzelf de was het geval met een drietal wetsont werpen van handelspolitieken aard. Hier bij hield echter de heer Groen (R.-K.) een goed doorwrocht betoogje tegen de na- deelen, welke het Poolsche Handelsver drag aan de Nederlandse he tuinbouw had toegebracht. De heer Groen kon het niet eens zijn met de meening van den minis ter uitgedrukt in de stukken als zou dit handelsverdrag tot een verbetering voor Nederland hebben geleid. Weliswaar nam de Nederlandsche uitvoer naar Polen in 1934 ietwat toe, wanneer men althans al leen rekening houdt met het geldbedrag, en nam de Poolsche uitvoer naar Neder land af; wanneer men echter let op de uitgevoerde hoeveelheden dan is het om gekeerde het geval. In ieder geval was onze handelsbalans met Polen ook over 1934 nog met 43 pet. passief; en de Pool sche tarieven, hoewel de helft verlaagd maken de uitvoer van tuinbouwproducten naar dit land totaal onmogelijk. Spreker hoopte, dat bij de aanstaande onderhan delingen met Italië beter rekening zal wor den gehouden met de belangen van de Ne- derlandsche tuinbouw. Minister Steenberghe toonde daarna aan dat ook over het eerste kwar taal van het loopende jaar weer een niet onbelangrijke vermeerdering van de Ne derlands che export naar Polen had plaats gevonden; terwijl vroeger slechts 57 pet van de Poolsche import in Nederland door onze eigen export werd goedgemaakt, was dit in het eerste kwartaal 1935 niet minder dan 81 pet. Spreker zou. zich zelve geluk- wenschen als het met alle handelsverdra gen zoo ging. De Minister antwoordde echter niet op het bezwaar van den heer Groen, dat bij de onderhandelingen met Polen de Nederlandsche tuinbouw stief moederlijk was behandeld. Wel zegde hij toe, dat bij de nieuwe onderhandelingen met Italië op de tuinbouw zeer zeker zal worden gelet. Het heeft niet veel zin uitvoerig uiteen te zetten wat de heer Schalker (C.P.) be toogde bij het houden zijner interpellatie over den nood-toestand in de Drentsche veenstreken. Voor den heer Schalker heeft het optreden der Rijksbemiddelaars nood wendig de beteekenis van steun aan de vij anden der arbeiders. Hij noemde het regee- ringsvertegenwoordigers. Hij wenschte van de Regeering maatregelen om alle oude collectieve arbeidscontracten te doen voort zetten; om de werkverschaffingen in Dren te het geheele jaar open te stellen voor meerdere personen uit één gezin en zon der aftrek van gezinsinkomsten. Het uur loon van 26 ets. moet minimum-loon wor den; er moeten nieuwe wegen worden aan gelegd, bestaande wegen verbeterd, wonin gen gebouwd en waterleiding en riolee- ring worden aangelegd, De huurcontracten tusschen kleine verveenders en eigenaren van veengronden moeten ontbonden wor den en met ten minste 75 pet. verminderd. Bovendien moeten deze kleine verveenders ƒ6.toeslag krijgen per stobbe. Het be hoeft wel weinig betoog, dat al deze eischen door Minister Slotemaker de Bruine werden afgewezen. Een motie van den heer Schalker werd onvol doende gesteund en kwam dus niet in be handeling. Hetzelfde geldt een motie voor gesteld door den heer W ij n k o o p (C.P.) aan het slot zijner interpellatie over de al- gemeene beteekenis van het optreden der Regeering bij het conflict in de particulie re mijnen. Het behoeft eigenlijk wel niet gezegd te worden, wat het betoog van den heer Wijnkoop was; het kwam hierop neer: de arbeiders wilden staken en strijden maar de Christelijke, Katholieke en Socia listische Bondsbestuurders wilden dit niet, en de Regeering wilde het ook niet. En deze allen spanden nu samen, om de strijd der arbeiders te beletten. De arbeiders zouden niets krijgen, dat bleek wel uit de voorwaarden in bladen medegedeeld, waar onder de Regeering 800.000 wilde toe kennen aan het Algemeen Mijnwerkers- fonds. De Minister van Water staat stelt hiertegenover, dat dank zij het optreden van de Rijksbemiddelaars en van de Regeering een conflict in het mijn bedrijf, dat juist door de arbeiders niet wordt gewild, tot nu toe kon worden voor komen. Zoolang de Rijksbemiddelaar de zaak in handen heeft zal spreker niet in de onderhandelingen ingrijpen, wel echter sprak hij tegen, dat de voorwaarden, wel ke de heer Wijnkoop noemde voor steun aan het A. M. F. door de Regeering waren gesteld. De heer Drop (S.D.A.P.) achtte het nog de moeite waard even in het debat in te grijpen, maar geen enkel ander lid der Kamer wenschte mede te werken aan de poging der communisten om uit deze aangelegenheid reclame-materiaal te slaan. Ten slotte werd nog behandeld het wets ontwerp ten aanzien van een nieuwe rege ling voor de Scheepvaartdiploma's. Dit wetsontwerp was van zuiver technische aard; alleen de Sociaal-Democratische scheepvaartdeskundige de heer Brauti- gam, had er iets over te zeggen en stelde een amendement voor, dat later in behan deling zou komen. Nadat de Voorzitter had medege deeld, dat de Kamer niet meer zou worden bijeengeroepen, dan nadat de beëindiging der schriftelijke voorbereiding mogelijk had gemaakt eenige wetsontwerpen van grootere beteekenis op de agenda te plaat sen, werd de vergadering gesloten. MINISTER MARCHANT. Geen onverwachte daden De redacteur van de „Msbd." schrijft na der uit Den Haag: Nu minister Mar chant definitief is over gegaan tot de Katholieke Kerk, herinnert men zich uit het leven van dezen staats man talrijke bijzonderheden, waaruit zijn sympathie jegens de Katholieken en omge keerd de sympathie der Katholieken je gens hem bleek. Reeds voor 1900, toen mr. Marchant nog candidaat was voor den gemeenteraad van Deventer, steunden hem de Katholieken vergissen wij ons niet, onder de uitdrukke lijke sanctie van wijlen dr. Schaepman tegen een liberaal. Hoofdzakelijk, omdat zij bij hem een juister begrijpen van him rechtvaardige verlangens aanwezig wisten. Eenmaal wethouder geworden, toonde mr» Marchant zich het vertrouwen op zijn rechtsgevoel ten volle waardig. Hij werkte naar best vermogen ertoe mee, dat de on rechtvaardigheden in de subsidieering, of liever in de niet-subsidieering, van het bijzonder onderwijs werden opgeheven, wat hem voor de bewaarscholen inderdaad gelukte. Vaak hebben de Katholieken sindsdien met mr. Marchant de degens gekruist, doch bij meer dan één gelegenheid bleek, dat deze in zijn tegenstanders heel wat te waardeeren vond. Als wethouder van On derwijs te 'sGravenhage toonde hij zich steeds een loyaal uitvoerder van de finan- cieele gelijkstelling. Bij het eerste begrootigsdebat, dat hij als wethouder voerde, nam hij het als eerste en eenige man van links mèt de Katholie ken op voor de sociale rechtvaardigheid in de subsideering der bijzondere scholen. Was hij langer wethouder gebleven, dan ware ongetwijfeld de bevoorrechting van het openbare M.O. ten aanzien van de pu blieke kas, tot aanzienlijk bescheidener proporties teruggebracht. Hoe hij als minister meermalen de be wondering der Katholieken voor zijn rede voeringen opwekte werd reeds gememo reerd. Voor wie mr. Marchant meer van nabij kende, waren die redevoeringen niet zoo verrassend. Men wist in zijn omgeving zeer goed, dat hij zich ernstig ernstig met de bestudeering van het Katholicsime bezig hield en dat men deze uitlatingen niet als een politiek liebaugeln met de Katholie ke Staatspartij moest verstaan, doch als eerlijke verklaringen van een groeiende overtuiging. Steeds duidelijker bleek, ook uit parti culiere gesprekken, dat mr. Marchant al hooger en hóoger uitging boven het peil, waarop die kennis gewoonlijk bij anders denkenden staat. Dat was het vooral, wat voedsel gaf aan de geruchten omtrent, zijn overgang. Daar kwam in den laatsten tijd bij, dat zijn verkeer met katholieke geleerden op viel. Verklaarde alleen de noodzakelijk heid zich ter uitstippeling en verdediging van zijn beleid snel en grondig van ver schillende kwesties op de hoogte te stellen dit verkeer? Of kwam daar meer aan te pas dan de spelling bijvoorbeeld? Gaat men op dit vermoeden verder, dan zal men de promotoren van dezen overgang niet, zooals men gewoonlijk aanneemt, on der de volgelingen van St. Ignatius of St. Benedictus, doch onder de zonen van Va der Franciscus moeten zoeken. Dat minister Marchant, eenmaal tot de overtuiging gekomen, den beslissenden stap resoluut zet en al zijn consequenties trekt, verrast tenslotte evenmin degenen, die het spontane, eerlijke, strijdlustige, aan alle menschelijk opzicht vreemde ka rakter van mr. Marchant leerden waar deeren. Dat mr. Marchant na dezen stap van den kant zijner vroegere geestverwanten veel wanbegrip zal ondervinden, daaraan hoeft men niet te twijfelen. Moge hij daarom in katholieken kring den steun vinden van eerlijke vriendschap en vooral van een hartelijk gebed. Naar het „Handelsblad" ter oore komt heeft minister Oud, nadat minister Mar chant de vorige week aan het einde der vergadering van den ministerraad had medegedeeld, dat hij tot de Roomsch-Ka- tholieke Kerk was overgegaan, aan den minister-president doen weten onder deze omstandigheden niet langer tezamen met minister Marchant deel te kunnen uitma ken van het kabinet. Hierop volgde nog eenige briefwisseling tusschen den heer Marchant (die minister Oud afschrift had doen toekomen van zijn schrijven aan den premier), en minister Colijn, waarop Za terdag j.l. de heer Marchant tot zijn ont slagaanvrage besloten heeft. Vermoedelijk minister Slotemaker de Bruïne Wanneer minister Marchant straks het door hem gevraagde ontslag als minister van onderwijs, kunsten en wetenschap pen krijgt, valt te verwachten, dat minis ter Slotemaker de Bruïne ad interim met de leiding van het departement van onder wijs, kunsten en wetenschappen belast zal worden. POLJTIE-STOPTEEKENS Voor verkeer, dat den agent ran achteren nadert. Voorverkeer, dat den agent van voren en achteren □adert. Voor verkeer, dat den agent van voren □adert. DE DIESELTREINEN BIJ DE NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN. De stand van zaken. Na de mededeelingen van de directie van de Nederlandsche Spoorwegen inzake de moeilijkheden, het vorig jaar onder vonden bij de invoering van de Diesel- electrische tractie, destijds gepubliceerd, zijn verdere publicaties over deze belang rijke zaak achterwege gebleven. De chef van den Dienst van Tractie en Materieel der Nederlandsche Spoorwegen, Ir. W. Hupkes, deelt ons thans mede, dat het zijn bedoeling was, geen verdere mededeelin gen te doen vóór de moeilijkheden waren opgelost en de Diesel-electrische tractie weer in vollen omvang zou kunnen worden hersteld. Destijds werd verwacht, dat dit binnen korten tijd het geval zou zijn. Deze verwachting is niet bewaarheid, waardoor tot dusver geen verdere mede deelingen werden verstrekt. Ir. Hupkes heeft ons thans een uitvoe rige uiteenzetting gegeven van den aard der opgetreden storingen, van de oorzaken daarvan en van de maatregelen, welke genomen zijn om deze storingen op te hef fen. Op grond van deze maatregelen ver wacht de directie van de Nederlandsche Spoorwegen, dat thans binnen niet al te langen tijd de definitieve verbetering zal zijn vastgesteld en zij heeft derhalve be sloten, met ingang van heden den Diesel- electrischen dienst weer uit te breiden tot 4000 treinstel k.m. per dag en dezen dienst voort te laten duren tot weer tot uitbrei ding van den volledigen dienst kan wor den overgegaan. Door den motor-leveran cier worden voor dezen gedeeltelijken dienst kosteloos de noodige motoren gere viseerd en onderhouden. De storingen. Omtrent de opgetreden storingen deelt Ir. Hupkes ons mede, dat de motoren, wel ke aanvankelijk zonder belangrijke storin gen dienst deden, na ongeveer 20.000 K.M. begonnen slijtage aan de rollen-lagers te vertoonen; met deze beschadigingen kon den de motoren nog ongeveer 10.000 K.M. afleggen, waarna het spel in de lagers zoo groot werd, dat verdere beschadigingen, als defecte trillingsdempers en breken van cylindergeleidestukken, ontstonden. Bij behoorlijke controle konden de mo toren dus ongeveer 30.000 K.M. afleggen, daarna moest de motor gereviseerd wor den om beschadigingen, welke" bedrijfs storingen kunnen veroorzaken, te voorko men. De motoren behooren echter ongeveer 100.000 K.M. zonder groote revisie af te kunnen leggen, zoodat verbetering der mo toren noodzakelijk was. Behalve de juist genoemde storingen, welke inkrimping van den dienst noodza kelijk maakten, zijn, zooals vanzelf spreekt ook andere minder belangrijke storingen opgetreden. Deze waren evenwel gering in aantal en alle op zichzelf staande ge vallen en normaal optredende storingen bij nieuwe motoren in een nieuw bedrijf. Een tweetal brandjes waren veroorzaakt door in brand raken van morsolie op de exhaustleiding; deze waren zonder eenig gevaar, daar behalve de morsolie niets brandbaars in de omgeving was en had den met den motor niets te maken. De oorzaken. Reeds vroeger was medegedeeld, dat de opgetreden defecten te verklaren waren uit te zwaar belast zijn der motoren bij lage toerentallen, dat alle motoren zouden worden gereviseerd en dat de belastingen bij lage toeren zouden worden (vermin derd. Direct is met behulp van Werkspoor en Maybach het reviseeren der motoren krachtig ter hand genomen, totdat in het bedrijf bleek, dat ook bij vermijding der lage toerentallen de lagerbeschadigingen, hoewel vertraagd, bleven optreden en dus andere, toen onbekende oorzaken, aanlei ding tot de lagerbeschadigingen gaven. De revisie is toen stopgezet en met Werk spoor en Maybach is gezamenlijk een on derzoek naar de oorzaken van deze sto ringen ingesteld. Als resultaat van langen ingespannen arbeid werd vastgesteld, dat de lagerbe schadigingen veroorzaakt werden door cu mulatie van buigingstrillingen bij bepaal de (critische) toeren, op bepaalde plaatsen van de krukas. Direct moet hierbij worden opgemerkt, dat het gebied der buigingstrillingen (in tegenstelling met dat der torsietrillingen) bij motoren onbekend terrein was; metin gen waren voorzoover bekend, nimmer verricht, toestellen hiervoor bestonden niet, zoodat studie en proefnemingen om gebrek te localiseeren, zeer tijdroovend waren. Eerst moesten nog de toestellen voor de metingen worden ontworpen en gebouwd; hoe bezwaarlijk dat was, blijkt wel uit het feit, dat, toen reeds een groot aantal metingen met de eerste toestellen waren verricht, bleek, dat deze toestellen een eigen trillingssysteem hadden, waar door alle gedane metingen onbetrouwbaar bleken te zijn. Het meten van buigingstrillingen is bo vendien veel bezwaarlijker dan dat van torsietrillingen, daar niet volstaan kan worden met metingen aan het eind van de as, maar met het oog op optredende knoop punten op meerdere plaatsen, in 't carter gemeten moet worden. Thans zijn door de gedane metingen de aard der trillingen, critische toeren, knoop punten enz. vastgelegd en is hiermede het optredende gebrek gelocaliseerd. De verbeteringen. Door vele uitgebreide proefnemingen is thans ook vastgesteld, dat de storende cri tische toeren binnen de gebruikstoeren- tallen (8001400) vermeden kunnen wor den door aanbrenging van contragewichten op de bestaande krukassen tegenover de krukwangen, waardoor tevens de lager- drukken verminderen. Het vraagstuk van de bevestiging van deze contragewichten op de bestaande as- GEMEENTEL. AANKONDIGINGEN. VERKIEZING GEMEENTERAAD. De Voorzitter van het Hoofdstembureau in Kieskring I maakt bekend, dat het Hoofdstembureau op Zaterdag 18 Mei as. des middags te 12.15 uur in eene openbare zitting in het Gemeentehuis (Rapenburg 12) zal beslissen over de geldigheid der op 14 Mei j.l. voor bovengenoemde verkiezing ingeleverde lijsten van candidaten en over de handhaving van de daarop voorkomen de candidaten. De voorzitter voornoemd, A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN. Leiden, 15 Mei 1935. VERKIEZING GEMEENTERAAD. De Voorzitter van het Hoofdstembureau in Kieskring II maakt bekend, dat het Hoofdstembureau op Zaterdag 18 Mei aA des middags te 12.30 uur in een openbare zitting in één der lokalen van de school Schuttersveld zal beslissen over de geldig heid der op 14 Mei j.l. voor bovengenoem de verkiezing ingeleverde lijsten van can didaten en over de handhaving van de daarop voorkomende candidaten. De voorzitter voornoemd, A. F. L. M. TEPE, Leiden, 15 Mei 1935. VERKIEZING GEMEENTERAAD. De Voorzitter van het Hoofdstembureau in Kieskring in maakt bekend, dat het Hoofdstembureau op Zaterdag 18 Mei a»s. des voormiddags te 10 uur in eene open bare zitting in een der lokalen van de school aan de v. d. Werffstraat zal beslis sen over de geldigheid der op 14 Mei j.l. voor bovengenoemde verkiezing ingele verde lijsten van candidaten en over de handhaving van de daarop voorkomende candidaten. De voorzitter voornoemd, T. S. GOSLINGA. Leiden, 15 Mei 1935. AGENDA LEIDEN. Dagelijks, Poppententoonstelling in het Nutsgebouw, 29.30 uur. Woensdag, R.-K. Metaalbewerkersbond, Bondsgebouw, 8 uur. Woensdag, R. K. Propagandaclub „Dr. Schaepman", cursusavond in „Den Burcht", 8.15 uur. Donderdag. Jaarvergadering Katholiek Leiden, „Turk" te 8.15 uur. Donderdag. R. K. Reclasseeringsvereeni- ging, zitting in het gebouw der St. Vincentius-Vereeniging, Hoog- landsche Kerkgracht 32. De avond-, nacht en Zondagsdienst der apotheken wordt van M aa n d a g 13 tot en met Zondag 19 Mei a. s. waargeno men door de apotheken: P. du Croix, Ra penburg 9, tel. 807; E. B. de Metz, Kore- vaarstraat 51, tel. 3553 en C. van Zijp, Wil- helminapark 8, Oegstgeest tel. 274. sen leverde wederom vele moeilijkheden op, vooral omdat voor een gunstig tril lingsbeeld een losse bevestiging gewenscht is, terwijl ter vermijding van beschadiging van krukassen en contragewichten de be vestiging zeer stijf dient te zijn. De eerste uitvoeringen hebben geen goed resultaat opgeleverd, thans zijn twee uit voeringen van contragewichtsbevestiging in beproeving, waarvan goede resultatten wor den verwacht. Om zeker te zijn dat een uitvoering be trouwbaar is, worden behalve een groot aantal proefloopen voor metingen, enz. on afgebroken proefloopen bij vollast en max. toeren van resp. 100200 en 400 uren ge daan. Bij de thans vastgestelde oorzaken van de motorbeschadigingen vallen de kosten voor proefnemingen met verbeteringen aan en herstelling van de motoren geheel ten laste van den leverancier, die zijn verplich tingen loyaal nakomt. Tenslotte deelt de heer Hupkes nog mede, dat de Ganz-Stork motoren (een geheel nieuw ontworpen motor), waarmede vijf treinstellen voor proef zijn uitgerust, af gezien van normale kinderziekten tot heden goed voldoen. RECHTZAKEN HAAGSCHE RECHTBANK, De Haagsche Rechtbank heeft veroor deeld: de kinderjuffrouw B. E. B. wegens ple gen van een vijftal diefstallen te Was senaar tot 1 jaar gevangenisstraf, waar van 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar; den los werkman C. A. v. H. te L e i d- schendam terzake diefstal van groen ten, kozijnen en timmermansgereedschap tot 1 jaar, waarvan 6 maanden voorwaar delijk; H. V., te Katwijk aan Zee wegens overtreding der crisis-zuivelwet tot 20 gld. subs. 10 dagen met verbeurdverkla ring van in beslag genomen banderolles. (De Kantonrechter te Leiden had veroor deeld tot 30 gld. subs. 15 dagen hechtenis). Geëischt werd tegen W. de M. te Lei- de n wegens diefstal 10 maanden gevange nisstraf. De Rechtbank achtte onvolledig het on derzoek inzake diefstal uit een consumptie tent te S t o m p w ij k, waarvan B. M. v. B. uit Leidschendam is verdacht. De stuk ken zijn in handen gegeven van den rech- ter-commissaris.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 2