WOENSDAG 15 MEI 1935 DE LEIDSCHE COURANT VIERDE BLAD. - PAG. 11 BINNENLAND KANTOOR- EN WINKELPERSONEEL. (Vervolg). Aan de orde waren vervolgens voorstel len van bonds- en afdeelingsbesturen. Door de afdeeling IJmuiden werd voor gesteld in samenwerking met het R. K. Werkliedenverbond een actie op touw te zetten tot wering van vrouwelijke kan toorbedienden, met dien yerstande, dat geen vrouwelijke bedienden tenzij kost- winsters zullen worden aangenomen. Vervolgens vroeg de afdeeling er naar te streven, dat de huwende vrouwelijke kantoorbedienden vervangen worden door mannelijke. Tenslotte verzocht de afdeeling werk zaam te zijn om gepensionneerden, die be halve hun pensioen nog salaris genieten in Rijks-, Provincialen- of Gemeentedienst, te vervangen door jonge mannelijke krach ten. De afdeeling IJmuiden stelde hiermee enkele problemen aan de orde die zeer in de belangstelling staan van het bondsbe- stuur. Het vraagstuk is zeer gecompliceerd en het hoofdbestuur brengt geen afdoende saneering in den toestand als het bereikt, dat de vrouwelijke krachten worden ge weerd. Door den bondssecretaris den heer Boersma werd betoogd, dat, hoewel het bondsbestuur staat op het standpunt van wering van vrouwelijke niet-kostwinners, de actie van den bond in de toekomst veel meer gericht zal moeten zijn om door wettelijke bepalingen de personeelsforma tie te beïnvloeden. Door een der afgevaardigden werd nog bepleit, dat men bij eventueele vervan ging van vrouwelijke krachten rekening zou houden met de werklooze vrouwelijke kostwinners. Het voorstel IJmuiden, als onvoldoende uitgewerkt kon het bondsbestuur niet overnemen. Met het derde deel van haar voorstel was IJmuiden op het terrein van de bon den voor overheidspersoneel. In zooverre in het voorstel IJmuiden sprake was van het niet in den bond op nemen van vrouwelijke krachten, werd gewezen op de noodzakelijkheid dit wel te doen, vermits anders de beunhazerij in het vak nog grooter zou worden. Door Zaandam werd gevraagd dat het bondsbestuur bij de topleiding der katho lieke jeugdvereeniging op aan zou drin gen op een verplicht lidmaatschap van de vakvereenigingen. Dit werd bereids toe gezegd. Bij de discussies over dit voorstel werd de klacht geuit dat de leidsters van de Graal en zelfs sommige leiders van de J. W. van de noodzakelijkheid van vak organisatie nog niet voldoende overtuigd zijn. Ook de geestelijke leiding der jeugd- vereenigingen geeft nog niet overal en voldoende van deze overtuiging blijk. Na nog enkele voorstellen van onderge schikt belang waren aan de orde voorstel len in verband met de werkloozenkas. Het bondsbestuur achtte het noodig in verband met de financieele positie der werkloozenkas maatregelen te treffen waardoor het mogelijk zal zijn zonder ver dere verhooging der bijdragen het nood zakelijk evenwicht tusschen de uitkeerin- gen en de beschikbare middelen te bewa ren. Als eerste maatregel werd voorgesteld art. 23 van het reglement der werkloozen kas aldus te wijzigen, dat vanaf 1 Juli 1935 eerst uitkeering wordt verstrekt indien men na het ingaan van het lidmaatschap ten minste 12 maanden (voorheen 6) in het bedrijf in loondienst heeft gewerkt. Deze wijziging geldt niet voor hen, die voor of op 1 Juli 1934 lid werden. In een tweede bezuinigingsmaatregel werd voorgesteld de uitkeeringsmogelijk- heid voor hen, die na de tweede uitkee ring niet gedurende 6 maanden in loon dienst als bediendê hebben gewerkt te be perken tot 2 maal het maximum uitkee- ringsbedrag. Dit omdat de rijksdienst niet bereid was de door den bond gemaakte uitzonderingen voor hen die voor 1 Juli 1932 lid werden te accepteeren. Wijl het onmogelijk is de uitkeerings- mogelijkheid voor de vóór 1 Juli 1932 toe getreden leden ongewijzigd te laten, meen de het bondsbestuur, als derde maatregel, de daarmee gepaard gaande verslechterin gen gedeeltelijk te kunnen ondervangen door de uitkeeringsduur voor hen, die minstens 3 jaar lid zijn, te verlengen met 18 dagen tot maximum 90 uitkeeringsda- gen per jaar. Deze voorstellen werden na uitvoerige toelichting van den bondspenningmeester, den heer De Graaff, aangenomen. Uit de toelichting bleek, dat de uitkee- ringen bij den katholieken bond aanmer kelijk hooger waren dan bij de zusteror ganisaties. Voorstellen van Hengelo, Den Bosch, Nij megen, Den Haag, Amsterdam en Arnhem terzake wijziging van het reglement der werkloozenkas en huishoudelijk reglement kregen afwijzend prae-advies; op een voor stel van afdeeling Vlaardingen, strekken de tot wijziging der contributieregeling, deed het bondsbestuur de toezegging, dat zal worden omgezien naar een aparte re geling voor de jeugdige bedienden. Een voorstel van afdeeling Den Bosch om gehuwde leden naar verhouding van het kindertal onder te brengen in een la gere contributie-klasse verkreeg een gun stig prae-advies. Hiermee waren de afgevaardigden door de stevige agenda heen. Aangenomen werd nog een voorstel van het bondsbestuur om ook de eerstvolgende twee jaar telkens 500 op de begrooting uit te trekken voor Herwonnen Levens kracht. „Volkskrant". DE DIOCESANE KATHOLIEKENDAG Op 30 Juni te Den Haag Plaatsen tegen gereduceerde prijzen verkrijgbaar Goedkoope reisgelegenheid Omtrent den Diocesanen Katholiekendag in het Bisdom Haarlem, welke dit jaar te Den Haag zal worden gehouden op Zon dag 30 Juni, kunnen wij thans het volgen de mededeelen. Z.H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent zal des morgens om 10 uur in de St. Jacobs- kerk aan de Parkstraat een pontificale Hoogmis opdragen. Des middags om 2 uur zal op Houtrust een grootsche manifestatie plaats hebben. Deze dag zal in het teeken staan van ons Godsvertrouwen in dezen crisistijd. „Crisis en Godsvertrouwen" is de leiden de gedachte van de rede, die door den be kenden redenaar dr. Jos. de Boer zal wor den uitgesproken. In het voor dezen Katholiekendag ge schreven jeugdspel „De Nieuwe Mensch- neid" zal de katholieke jeugd: tweeduizend Graalleden, K.J.M.V.-ei;s en St. Jozef gezel len, uitdrukking geven aan den wil en aan het diepe besef te moeten zijn bouwers aan een nieuwe maatschappij. Het jeugdspel ontwikkelt den huidigen toestand, zijn oorzaken en dier rampzalige gevolgen. Het voert tot het eenige middel: willen staan onder Christus Kruis. Gedurende dit spel na de eerste helft vangt het Pontificaal Lof aan, gecele breerd door Z.H. Exc. Mgr. J. D. J. Aen genent, onderbroken door het tweede ge deelte van het jeugdspel, getiteld: „Over wegingen van den nieuwen mensch". Dit gedeelte werkt de middelen tot het vormen van een nieuwe menschheid nader uit, om op magistrale wijze besloten te worden door het Magnificat en het Tan tum Ergo. Het katholieke volk is op practische wijze ingeschakeld, waardoor de aandacht op het spel zal geconcentreerd zijn. Het zal het spel geheel doorvoelen en daardoor dieper doordrongen worden van de nood zaak tot katholiek beleven en Godsver trouwen in deze moeilijke dagen. Hoofdbestuur en Uitvoerend Comité van den Diocesanen Katholiekendag hebben dit spel met onverdeelde instemming en be wondering aanvaard. Midden op het ter- rin zal een monumentaal altaar worden ge bouwd, beheerscht door een 12 meter hoog kruis. In afwijking met vorige Katholiekenda gen zullen geen sectie-vergaderingen wor den gehouden, waardoor het lastige heen en weer trekken tusschen verscheidene za len wordt vermeden en alle aandacht van de deelnemers blijft geconcentreerd op de massale bijeenkomst op Houtrust. De accomodatie van het terrein wordt zoo hoog mogelijk opgevoerd, zoodat er voor 15 20.000 toeschouwers plaats is. Het Uitvoerend Comité heeft er zorg voor gedragen dat ieder toeschouwer een vrij uitzicht op het terrein heeft. Daardoor heeft men het aantal plaatsen aanzienlijk moeten beperken. Voor de leden der groote standsorganisa ties, alsmede enkele andere bonden als de A.R.K.A., A.R.K.O, R.K. Handels- en Kan- toor-bediendenbond enz, worden plaatsen beschikbaar gesteld tegen zeer gereduceer de prijzen, n.l. staanplaatsen een dubbeltje, zitplaatsen een kwartje en overdekte tri bune 50 cents. Deze gereduceerde prijzen gelden slechts bij tijdige bestelling via de organisaties. De eventueel resteerende plaatsen zullen omstreeks half Juni worden uitgegeven. Hieromtrent volgen later nog nadere me- dedeelingen. Het programma, bevattende o.a. den vol- ledigen teksj; van het Jeugdspel, zal be schikbaar worden gesteld tegen den lutte- len prijs van 10 cents. Wanneer we hieraan nog toevoegen dat de Nederl. Spoorwegen een zeer aanmerkelijke reductie verleenen op de tarieven voor reizigers die in het bezit zijn van een deelnemerskaart, dan kunnen we gevoeglijk concludeeren, dat de kosten voor vrijwel niemand een be zwaar kunnen zijn om dezen belangrijken Katholiekendag bij te wonen. Het lijdt geen twijfel of Houtrust is op 30 Juni a.s. totaal uitverkocht! WAT IN ONS LAND VERROOKT IS Het publiek verkiest de goedkoopere soorten In de vierde aflevering van het maand schrift van het Centraal Bureau voor de statistiek komen eenige cijfers voor betref fende de hoeveelheden sigaren, sigaretten en tabak, die in 1934 volgens de door het Departement van Financiën verstrekte op gaven zijn gebanderolleerd en waarbij re kening is gehouden met de van de aanvra gers terug ontvangen zegels. Daaraan zijn de volgende cijfers ont leend: hoeveelheid in 1934 sigaren: 1.428.284 duizendtal, sigaretten: 3.926.445 duizendtal, tabak: 10.518 duizendtal kilogram. Verkoopwaarden in 1934: sigaren: ƒ70.595.000; sigaretten ƒ44.310.000; tabak: ƒ20.652.000. De totale verkoopwaarde vermeerderde van ruim 138 millioen gulden in 1925 tot ruim 183 millioen gulden in 1930, waarop dalingen zijn gevolgd tot bijna 137 millioen gulden in 1934. Deze sterke daling is in hoofdzaak veroorzaakt door het grootere verbruik van goedkoope soorten sigaren, sigaretten en tabak, waartegenover een sterke teruggang van de duurdere soorten staat. CONSUMPTIE MELK De prijs voor het taxegedeelte van con- sumptiemelk, gekocht op regeeringscon- tract, is voor de volgende week bepaald op Wz cent per liter, eventueel verhoogd met premie of verminderd met de afdracht voor de kwaliteit. De afdracht voor andere in consumptie gebrachte melk is vastgesteld op 2 cent p. liter. NED. R. K. JOURNALISTENVEREEN. Jaarvergadering. De Ned. R. K. Journalisten vereeniging hield Zondag te Utrecht haar jaarvergade ring onder presidium van den voorzitter, den heer J. B. Vesters. De nieuwe geestelijk adviseur, Prof. Dr. Titu^ Brandsma O.Carm, uit Nijmegen, werd door den voorzitter geïnstalleerd. In zijn dankwoord wees Prof. Brandsma op de hooge roeping der katholieke journalisten. Hij spoorde hen aan zooveel mogelijk bij hun werk positief te zijn en steeds de liefde hoog te houden. De afgetreden geestelijk adviseur, Dr. Bonaventura Kruitwagen O.F.M., werd on der applaus tot eere-lid der vereeniging be noemd. De vergadering zond hem een har telijk dank-telegram. Aan de beurt van periodieke aftreding als bestuurslid waren de heex-en J. Thomas sen, Roermond, en J. Hulsman, Groningen. De laatste stelde zich niet herkiesbaar. De heer J. Thomassen werd met bijna algem. stemmen herkozen. In de vacature Huls man werd, eveneens met bijna algemeene stemmen, gekozen de heer G. P. Bon, Den Haag. De heer Bon werd ook gekozen tot redacteur van het orgaan der R. K Jour nalisten vereeniging. Aan den afgetreden redacteur, den heer J. Hulsman, werd dank gebracht. In de vacature P. Steenhoff als afgevaar- didge in den Partijraad der R. K .Staats party werd gekozen de heer J. Hulsman. Uitvoerige besprekingen werden gehou den over het bestuursbeleid, over de nieuwe vormen der journalistiek, over de rechts positie der journalisten, over het steun fonds enz. De vergadering gaf blijk van haar vast vertrouwen, dat het bestuur in deze crisis tij den, waardoor, helaas, ook meerdere journalisten zwaar getroffen zijn, alles zal in het werk stellen om de rechtspositie der leden zooveel mogelijk veilig te stellen. Het bestuur beloofde van zijn kant, even als het tot nu toe gedaan had, zyn volle medewerking en toewijding. CONTINGENTEERING VAN SCHROEFBOUTEN. Op basis van 40 pet. van den invoer naar wicht in 1933. De Staatscourant van 14 Mei zal een K. B. bevatten tot contingen teering van schroefbouten op basis van 40 pet. van den invoer naar gewicht in 1933. Deze conitin- genteering, die terugwerkende kracht tot 1 Mei zal hebben, wordt afgekondigd voor den duur van 4 maanden. De aandacht van belanghebbenden wordt erop gevestigd, dat bovengenoemd percen tage niet van kracht zal zijn ten aanzien van landen, waarmede handelsverdragen zijn gesloten. Voor sommige landen, o.a. Duitschland, België, Tsjechoslowakije, Groot-Brittanmië, Zweden en Zwitserland, zal het in te voeren quantum hooger zijn, dat het genoemde percentage doet ver moeden. De regeering, die er zich van bewust is, dat aan deze contingenteering bezwaren zijn verbonden, heeft maatregelen getroffen om zooveel mogelijk te voorkomen, dat bij de verwerkende industrie moeilijkheden zouden kunnen optreden. Aan montagebe drijven, industrieën en werkplaatsen, die voor htm „service" bepaalde schroefbouten niet kunnen ontberen, zullen zoo noodig speciale faciliteiten worden verleend. GOEDKOOPE GROENTEN VOOR WERKLOOZEN. Een protest van de Vakbonden. Donderdag 16 Mei a.s., des middags te 3 uur, zal een groote vergadering plaats heb ben in het Gebouw voor Kunsten en We tenschappen te 's-Gravenhage. Als spre kers zullen optreden voor den Algemee- nen Bond van Kleinhandelaren de heeren Mol en Reitsma; voor den Ned. R. K. Bond van Kleinhandelaren de bondsvoorzitter, de heer J. G. van Kessel en voor den Groot handel een spreker, wiens naam nog niet bekend is. Deze vergadering is bedoeld om te pro testeeren tegen de manier, waarop door de Groente- en Fruitcentrale de groenten worden gekocht om deze door de gemeen ten te laten verstrekken aan werkloozen en daarmee gelijk gestelden. Nu de laatste weken door het koude weer de groei belemmerd wordt en uit dien hoof de de aanvoeren niet zoo groot zijn, zoodat er maar weinig groente is om aan de ge meentebesturen ter distributie te verstrek ken, heeft de Groente- en Fruitcentrale op diverse veilingen personen zitten, die voor de gewone veilingprijzen inkoopen en deze groenten aan de gemeentebesturen laten toezenden, waarna ze voor 3 cent per Kg. worden uitgereikt. Niet alleen ondervindt de klein- en groot handel daarvan bij de distributie groot na deel, maar het kost het Rijk ook veel geld, omdat dikwijls voor meer dan 100 pet. be neden den veil in gpr ijs door de gemeenten wordt verkocht. Tegen die concurrentie, die niet alleen onbillijk is, maar waartegen de handel on mogelijk op kan, gaat de strijd. De prijzen worden daardoor op de veilin gen ook opgedreven, omdat daar groote kwanta door de Groente- en Fruitcentrale worden verkocht. Bovendien zijn er plannen en deze zijn gedeeltelijk reeds tot uitvoering ge bracht om de minimumprijzen te ver- hoogen, om zoodoende kunstmatig te be werken, dat er meer groente komt, welke den minimumprijs niet kan opbrengen. Ook het publiek wordt hiervan de dupe en moet in den vorm van hoogere prijzen daaraan mee betalen. Volgens de meening van den regeerings- commissaris zou de verstrekking verwate- teren als niet iedere week iets beschikbaar was. Hiertegen nu wordt geprotesteerd. INVOER VAN BUITENLANDSCHE APPELEN. Geen verlaging van het monopolleprijs- verschiL Op de vragen van het Tweede Kamerlid den heer Vos betreffende vergemakkelij king van den invoer van buitenlaindsche appelen door verlaging van de heffing op die appelen heeft minister Steen'berghe, minister vam Economische Zaken, geant woord, dat het hem bekend is, dat het sei zoen voor de Nederlandsche appelen nage noeg is afgeloopen. Aan den invoer van buitenlandsche ap pelen worden geen belemmeringen in den weg gelegd, die een normalen invoer zou den beletten. Uit de invoerstatistiek blijkt, dat de invoer van appelen in de eerste drie. maanden van 1935 slechts weinig minder is geweest dan in de overeenkomstige maan den van 1934, terwijl de voorraden hier te lande ten gevolge van den geringen ex port van fruit grooter waren. De prijzen waren door de abnormale toestanden op de wereldmarkt niet hoog te noemen. Onder deze omstandigheden acht de mi nister geen termen aanwezig het monopo lieprijsverschil van 4 ets. tot 2 ets. per kg. te verlagen. Mr. J. W. Beyen Aan den heer mr. J. W. Beyen, benoemd tot plaatsvervangend president van de bank voor internationale betalingen te Bazel, is op zijn verzoek eervol ontslag verleend als directeur der Rotterdamsche Bankvereeniging. f „Nationaal Herstel" Prof. mr. J. A. Eigeman, een der oprich ters van het Verbond voor Nationaal Her stel, heeft als lid van dit Verbond bedankt. „Flora" sluit Zondag Het uitvoerend comité van de bloemen- tentoonsteling „Flora" te Heemstede ves tigt er de aandacht op, dat het Zondag de laatste dag van de tentoonstelling is. Des avonds twaalf uur zullen de poorten on herroepelijk worden gesloten. RECHTZAKEN GEDEELTE VAN OPGEVISCHTE MIJN 'GESPRONGEN. Ernstig ongeval aan boord van een logger. Onderzoek door den Raad voor de Scheepvaart. De Raad voor de Scheepvaart heeft gis teren onder leiding van prof. mr. B. M. Taverne een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van het ongeval, overkomen aan den motordrijver van den motorlogger „Kees" Kw. 105, die door het springen van een gedeelte van een opgevischte mijn ern stige verwondingen had opgeloopen. Het slachtoffer, de 36-jarige Pieter Guyt uit Katwijk aan Zee, die, den linkerarm nog in zwachtels gewikkeld, voor de groe ne tafel plaats nam, deelde mede, dat op 1 April, toen de logger visschende was op de Noordzee, bij het innemen van het net een gedeelte van een mijn, dat op den bo dem der zee had gelegen, werd opgehaald. Het was een halve bol, van binnen hol, terwijl aan het voorwerp een bus hing en één beschadigde voelhoorn naar buiten uit stak. De schipper heeft het ding op het dek laten vastsjorren; wat hij daarmede voorhad, was getuige onbekend. Des middags zag getuige een stukje ko peren buis op het dek liggen, dat van de mijn afkomstig was. Hij pakte het op en legde het, veronderstellend dat het nog wel eens te pas zou komen, op de werkbank in de motorkamer. Reeds den volgenden ochtend kon hij het buisje gebruiken om een stop je in het luchtpijpje van de dag tank te maken. Hij bekeek het buisje nog eens goed en zag dat het geen deksel had, maar ten deele was gevuld met iets zwarts, dat hij voor modder aanzag. Hij zette er de vijl op om den rand bij te vijlen en nauwelijks had hij een paar streken gedaan of er volgde een zware ontploffing. Gloeiende gassen sloegen hem in het gelaat, terwijl van zijn linkerhand alle vingers, op den duim na, werden weggerukt. Hevig bloedend is getuige daarop naar boven gestrompeld, waar de schipper, die, evenals de andere leden van de beman ning, de ontploffing hadden gehoord, hem verbond en in zijn kooi legde. Dadelijk is toen de steven naar IJmuiden gewend, waar de logger tegen middernacht aan kwam. Gedurende de thuisreis kreeg het slachtoffer hevige pijn aan beide oogen; zijn gezichtsvermogen laat ook thans nog veel te wenschen over. Na in IJmuiden door een dokter opnieuw verbonden te zijn, is hij naar het Acade misch Ziekenhuis te Leiden vervoerd. Uit een ter zitting voorgelezen verklaring van den schipper bleek, dat deze gezien had, dat leden van de bemanning onder- deelen van de halve mijn hadden verwij derd. De schipper had geen reden gevon den om dit te verbieden. De mijn heeft hij weer in zee doen wer pen. Prof. Taverne (tot het slachtoffer)„Hebt u er in het geheel niet aan gedacht, dat het zeer gevaarlijk was, wat u gedaan hebt? Tijdens uw loopbaan bent u toch meermalen, naar u zelf verklaard hebt, bij het ophalen van een mijn aanwezig ge weest; u weet dus hoe gevaarlijk deze din gen zijn, ook al hebben zij jaren in het wa ter gelegen! Getuige: „Ik heb werkelijk niet aan een tg gevaar gedacht!" De inspecteur-generaal voor de Scheep vaart de heer C. Fock, was van meening. dat de schipper een ernstige fout gemaakt heeft door toe te staan, dat leden van de bemanning onderdeelen van de mijn ver wijderden. Hij had voorzichtiger moeten zijn. In elk geval kan dat ongeluk anderen tot leering strekken. De Raad zal later uitspraak doen. j De Raad voor de Scheepvaart deed gis teren inzake de aanvaring van den motor- logger „Van der Duyn van Maasdam" KW 97 met den stoomlogger „Bertina" VL 85 in den mond van de haven van Dieppe, uitspraak. -De Raad is van oordeel, dat deze aan varing in hoofdzaak aan de schuld van de „Bertina" VL 85 is te wijten. De Raad heeft op de navigatie van <ie „KW 97" geen aanmerkingen te maken. Het is wellicht mogelijk, dat dit schip door stoppen en achteruitslaan de aanvaring nog had kunnen voorkomen, doch hierbij moet niet worden vergeten, dat de gevaarlijke situatie is geschapen door de „Bertina" VL 85 en dat, toen de schepen elkaar eenmaal zagen, de afstand tusschen de schepen zeer gering was. Inzake dan brand aan boord van het stoomschip „Zuiderkerk" in een partij pa pier, gedurende de reis van Europa naar Oost-Azië merkt de Raad op: Wat de oorzaak van den brand is geweest is niet na te gaan. Uitgesloten schijnt te zijn, dat het papier uit zichzelf door broeiing tot ontbranding is overgegaan, daar gevallen van zelfontbranding van pa pier nie$ bekend zijn. De maatregelen, die tijdens en na den brand zijn genomen, zijn doelmatig en afdoende geweest, zoodat daaromtrent geen op- of aanmerking is te maken. Inzake: a. het stooten van het motorschip „Re- mi" in de Theemsmonding nabij het licht schip „Ship wash"; b. de klacht van den Inspecteur-Gene raal voor de Scheepvaart tegen den kapi tein van voormeld motorschip, wegens het varen zonder bijgehouden kaart en by ge- werkten zeemansgids (art. 4 Schepenwet, jo. art. 70 Schepenbesluit), is de Raad van oordeel, dat dit ongeval is te wijten aan de omstandigheid, dat de kapitein niet wist, dat het Shipwash licht schip was verplaatst hetgeen in het „Be richt van Zeevarenden" van 8 Mei 1934 is vermeld dit in verband met de omstan digheid, dat het lichtschip „Sunk" niet spoedig in zicht kwam. Immers, ware dit geschied, dan had de kapitein zijn foutieven koers nog tijdig kunnen corrigeeren. Uit het voorafgaande volgt, dat de klacht on gegrond is. Op het onbekend zijn met de verplaatsing van het lichtschip is alles te rug te voeren. De kapitein had echter moe ten zorgen daarmede bekend te zijn. De Raad meent thans met een berisping te kunnen volstaan. Inzake de aanvaring tusschen de motor- loggers „Orion" KW 22 en „Toenadering" KW 95 in de Visschershaven te IJmuiden, meent de Raad, dat deze aanvaring geheel aan de schuld van de „Toenadering" KW 95 is fce wijten. Dit schip stak het vaar water over en had moeten wachten, waar voor geen enkel bezwaar was, zoodat voor haar optreden geen verontschuldiging is aan te voeren. Inzake de motoraverij aan boord van het motorschip „Maraboe" gedurende de reis, is de Raad van oordeel, dat de oorzaak van dit ongeval niet met zekerheid kan wor den vastgesteld. De Raad moet zich dus bepalen tot eenige beschouwingen betref fende mogelijke oorzaken van dergelijke ongevallen. Het feit, dat dergelijke ongevallen als dat, hetwelk zich hier heeft voorgedaan, zich in hoofdzaak bij een zeker type Deutz- motoren voordoet, heeft bij den Raad het denkbeeld doen rijzen, dat wellicht het kritisch toerental hier een rol heeft ge speeld. Bij de behandeling van verscheidene za ken van motoraverij heeft de Raad den in druk gekregen, dat in het algemeen aan het vermijden van het kritische gebied niet voldoende aandacht wordt besteed. Wel licht zouden de fabrikanten van motoren het noodige kunnen doen om dit punt in de bijzondere aandacht van het bedienende personeel aan te bevelen. Inzake de stranding tijdens mist van het stoomvisschersvaartuig „Condor" IJM. 72 op de Nederlandsche kust tusschen Egmond en Wijk aan Zee, deed de Raad de volgende uitspraak: De Raad is van oordeel dat dit ongeval geheel aan onvoldoende navigatie is toe te schrijven. De betrokkene kon wel weten, dat hy na 31 mijlen in den koers Zuid te hebben af gelegd, met den vloedstroom, die het schip inzette, niet ver meer van den wal af kon zijn. Deze stranding had niet behoeven te ge schieden, wanneer de kapitein op verstan dige wijze had gebruik gemaakt van het lood. Dit is echter niet gebeurd. Het is on begrijpelijk, dat een ervaren kapitein als deze betrokkene, die toch niet den indruk heeft gemaakt van iemand, die er maar op los vaart, het voor de hand liggende mid del niet aangrijpt om onder omstandighe den als de onderhavige, met zekerheid een stranding te vermijden. Een straf van schorsing acht de Raad hier geboden. Mitsdien straft hij den betrokkene door hem de bevoegdheid te ontnemen om als kapitein te varen op een schip, als bedoeld bij artikel 2 der Schepenwet, voor den tijd van acht dagen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 11