WOENSDAG 15 MEI 1935
DE LEIDSCHE COURANT
VIERDE BLAD. - PAG. 11
BINNENLAND
KANTOOR- EN WINKELPERSONEEL.
(Vervolg).
Aan de orde waren vervolgens voorstel
len van bonds- en afdeelingsbesturen.
Door de afdeeling IJmuiden werd voor
gesteld in samenwerking met het R. K.
Werkliedenverbond een actie op touw te
zetten tot wering van vrouwelijke kan
toorbedienden, met dien yerstande, dat
geen vrouwelijke bedienden tenzij kost-
winsters zullen worden aangenomen.
Vervolgens vroeg de afdeeling er naar
te streven, dat de huwende vrouwelijke
kantoorbedienden vervangen worden door
mannelijke.
Tenslotte verzocht de afdeeling werk
zaam te zijn om gepensionneerden, die be
halve hun pensioen nog salaris genieten in
Rijks-, Provincialen- of Gemeentedienst,
te vervangen door jonge mannelijke krach
ten.
De afdeeling IJmuiden stelde hiermee
enkele problemen aan de orde die zeer in
de belangstelling staan van het bondsbe-
stuur.
Het vraagstuk is zeer gecompliceerd en
het hoofdbestuur brengt geen afdoende
saneering in den toestand als het bereikt,
dat de vrouwelijke krachten worden ge
weerd.
Door den bondssecretaris den heer
Boersma werd betoogd, dat, hoewel het
bondsbestuur staat op het standpunt van
wering van vrouwelijke niet-kostwinners,
de actie van den bond in de toekomst veel
meer gericht zal moeten zijn om door
wettelijke bepalingen de personeelsforma
tie te beïnvloeden.
Door een der afgevaardigden werd nog
bepleit, dat men bij eventueele vervan
ging van vrouwelijke krachten rekening
zou houden met de werklooze vrouwelijke
kostwinners.
Het voorstel IJmuiden, als onvoldoende
uitgewerkt kon het bondsbestuur niet
overnemen.
Met het derde deel van haar voorstel
was IJmuiden op het terrein van de bon
den voor overheidspersoneel.
In zooverre in het voorstel IJmuiden
sprake was van het niet in den bond op
nemen van vrouwelijke krachten, werd
gewezen op de noodzakelijkheid dit wel
te doen, vermits anders de beunhazerij in
het vak nog grooter zou worden.
Door Zaandam werd gevraagd dat het
bondsbestuur bij de topleiding der katho
lieke jeugdvereeniging op aan zou drin
gen op een verplicht lidmaatschap van de
vakvereenigingen. Dit werd bereids toe
gezegd. Bij de discussies over dit voorstel
werd de klacht geuit dat de leidsters van
de Graal en zelfs sommige leiders van de
J. W. van de noodzakelijkheid van vak
organisatie nog niet voldoende overtuigd
zijn. Ook de geestelijke leiding der jeugd-
vereenigingen geeft nog niet overal en
voldoende van deze overtuiging blijk.
Na nog enkele voorstellen van onderge
schikt belang waren aan de orde voorstel
len in verband met de werkloozenkas.
Het bondsbestuur achtte het noodig in
verband met de financieele positie der
werkloozenkas maatregelen te treffen
waardoor het mogelijk zal zijn zonder ver
dere verhooging der bijdragen het nood
zakelijk evenwicht tusschen de uitkeerin-
gen en de beschikbare middelen te bewa
ren.
Als eerste maatregel werd voorgesteld
art. 23 van het reglement der werkloozen
kas aldus te wijzigen, dat vanaf 1 Juli 1935
eerst uitkeering wordt verstrekt indien
men na het ingaan van het lidmaatschap
ten minste 12 maanden (voorheen 6) in
het bedrijf in loondienst heeft gewerkt.
Deze wijziging geldt niet voor hen, die
voor of op 1 Juli 1934 lid werden.
In een tweede bezuinigingsmaatregel
werd voorgesteld de uitkeeringsmogelijk-
heid voor hen, die na de tweede uitkee
ring niet gedurende 6 maanden in loon
dienst als bediendê hebben gewerkt te be
perken tot 2 maal het maximum uitkee-
ringsbedrag. Dit omdat de rijksdienst niet
bereid was de door den bond gemaakte
uitzonderingen voor hen die voor 1 Juli
1932 lid werden te accepteeren.
Wijl het onmogelijk is de uitkeerings-
mogelijkheid voor de vóór 1 Juli 1932 toe
getreden leden ongewijzigd te laten, meen
de het bondsbestuur, als derde maatregel,
de daarmee gepaard gaande verslechterin
gen gedeeltelijk te kunnen ondervangen
door de uitkeeringsduur voor hen, die
minstens 3 jaar lid zijn, te verlengen met
18 dagen tot maximum 90 uitkeeringsda-
gen per jaar.
Deze voorstellen werden na uitvoerige
toelichting van den bondspenningmeester,
den heer De Graaff, aangenomen.
Uit de toelichting bleek, dat de uitkee-
ringen bij den katholieken bond aanmer
kelijk hooger waren dan bij de zusteror
ganisaties.
Voorstellen van Hengelo, Den Bosch, Nij
megen, Den Haag, Amsterdam en Arnhem
terzake wijziging van het reglement der
werkloozenkas en huishoudelijk reglement
kregen afwijzend prae-advies; op een voor
stel van afdeeling Vlaardingen, strekken
de tot wijziging der contributieregeling,
deed het bondsbestuur de toezegging, dat
zal worden omgezien naar een aparte re
geling voor de jeugdige bedienden.
Een voorstel van afdeeling Den Bosch
om gehuwde leden naar verhouding van
het kindertal onder te brengen in een la
gere contributie-klasse verkreeg een gun
stig prae-advies.
Hiermee waren de afgevaardigden door
de stevige agenda heen.
Aangenomen werd nog een voorstel van
het bondsbestuur om ook de eerstvolgende
twee jaar telkens 500 op de begrooting
uit te trekken voor Herwonnen Levens
kracht. „Volkskrant".
DE DIOCESANE KATHOLIEKENDAG
Op 30 Juni te Den Haag
Plaatsen tegen gereduceerde prijzen
verkrijgbaar
Goedkoope reisgelegenheid
Omtrent den Diocesanen Katholiekendag
in het Bisdom Haarlem, welke dit jaar te
Den Haag zal worden gehouden op Zon
dag 30 Juni, kunnen wij thans het volgen
de mededeelen.
Z.H. Exc. Mgr. J. D. J. Aengenent zal
des morgens om 10 uur in de St. Jacobs-
kerk aan de Parkstraat een pontificale
Hoogmis opdragen.
Des middags om 2 uur zal op Houtrust
een grootsche manifestatie plaats hebben.
Deze dag zal in het teeken staan van ons
Godsvertrouwen in dezen crisistijd.
„Crisis en Godsvertrouwen" is de leiden
de gedachte van de rede, die door den be
kenden redenaar dr. Jos. de Boer zal wor
den uitgesproken.
In het voor dezen Katholiekendag ge
schreven jeugdspel „De Nieuwe Mensch-
neid" zal de katholieke jeugd: tweeduizend
Graalleden, K.J.M.V.-ei;s en St. Jozef gezel
len, uitdrukking geven aan den wil en aan
het diepe besef te moeten zijn bouwers aan
een nieuwe maatschappij.
Het jeugdspel ontwikkelt den huidigen
toestand, zijn oorzaken en dier rampzalige
gevolgen. Het voert tot het eenige middel:
willen staan onder Christus Kruis.
Gedurende dit spel na de eerste helft
vangt het Pontificaal Lof aan, gecele
breerd door Z.H. Exc. Mgr. J. D. J. Aen
genent, onderbroken door het tweede ge
deelte van het jeugdspel, getiteld: „Over
wegingen van den nieuwen mensch".
Dit gedeelte werkt de middelen tot het
vormen van een nieuwe menschheid nader
uit, om op magistrale wijze besloten te
worden door het Magnificat en het Tan
tum Ergo.
Het katholieke volk is op practische
wijze ingeschakeld, waardoor de aandacht
op het spel zal geconcentreerd zijn. Het
zal het spel geheel doorvoelen en daardoor
dieper doordrongen worden van de nood
zaak tot katholiek beleven en Godsver
trouwen in deze moeilijke dagen.
Hoofdbestuur en Uitvoerend Comité van
den Diocesanen Katholiekendag hebben dit
spel met onverdeelde instemming en be
wondering aanvaard. Midden op het ter-
rin zal een monumentaal altaar worden ge
bouwd, beheerscht door een 12 meter hoog
kruis.
In afwijking met vorige Katholiekenda
gen zullen geen sectie-vergaderingen wor
den gehouden, waardoor het lastige heen
en weer trekken tusschen verscheidene za
len wordt vermeden en alle aandacht van
de deelnemers blijft geconcentreerd op de
massale bijeenkomst op Houtrust.
De accomodatie van het terrein wordt
zoo hoog mogelijk opgevoerd, zoodat er
voor 15 20.000 toeschouwers plaats is.
Het Uitvoerend Comité heeft er zorg voor
gedragen dat ieder toeschouwer een vrij
uitzicht op het terrein heeft.
Daardoor heeft men het aantal plaatsen
aanzienlijk moeten beperken.
Voor de leden der groote standsorganisa
ties, alsmede enkele andere bonden als de
A.R.K.A., A.R.K.O, R.K. Handels- en Kan-
toor-bediendenbond enz, worden plaatsen
beschikbaar gesteld tegen zeer gereduceer
de prijzen, n.l. staanplaatsen een dubbeltje,
zitplaatsen een kwartje en overdekte tri
bune 50 cents. Deze gereduceerde prijzen
gelden slechts bij tijdige bestelling via de
organisaties.
De eventueel resteerende plaatsen zullen
omstreeks half Juni worden uitgegeven.
Hieromtrent volgen later nog nadere me-
dedeelingen.
Het programma, bevattende o.a. den vol-
ledigen teksj; van het Jeugdspel, zal be
schikbaar worden gesteld tegen den lutte-
len prijs van 10 cents. Wanneer we hieraan
nog toevoegen dat de Nederl. Spoorwegen
een zeer aanmerkelijke reductie verleenen
op de tarieven voor reizigers die in het
bezit zijn van een deelnemerskaart, dan
kunnen we gevoeglijk concludeeren, dat
de kosten voor vrijwel niemand een be
zwaar kunnen zijn om dezen belangrijken
Katholiekendag bij te wonen.
Het lijdt geen twijfel of Houtrust is op
30 Juni a.s. totaal uitverkocht!
WAT IN ONS LAND VERROOKT IS
Het publiek verkiest de goedkoopere
soorten
In de vierde aflevering van het maand
schrift van het Centraal Bureau voor de
statistiek komen eenige cijfers voor betref
fende de hoeveelheden sigaren, sigaretten
en tabak, die in 1934 volgens de door het
Departement van Financiën verstrekte op
gaven zijn gebanderolleerd en waarbij re
kening is gehouden met de van de aanvra
gers terug ontvangen zegels.
Daaraan zijn de volgende cijfers ont
leend: hoeveelheid in 1934 sigaren: 1.428.284
duizendtal, sigaretten: 3.926.445 duizendtal,
tabak: 10.518 duizendtal kilogram.
Verkoopwaarden in 1934: sigaren:
ƒ70.595.000; sigaretten ƒ44.310.000; tabak:
ƒ20.652.000.
De totale verkoopwaarde vermeerderde
van ruim 138 millioen gulden in 1925 tot
ruim 183 millioen gulden in 1930, waarop
dalingen zijn gevolgd tot bijna 137 millioen
gulden in 1934. Deze sterke daling is in
hoofdzaak veroorzaakt door het grootere
verbruik van goedkoope soorten sigaren,
sigaretten en tabak, waartegenover een
sterke teruggang van de duurdere soorten
staat.
CONSUMPTIE MELK
De prijs voor het taxegedeelte van con-
sumptiemelk, gekocht op regeeringscon-
tract, is voor de volgende week bepaald
op Wz cent per liter, eventueel verhoogd
met premie of verminderd met de afdracht
voor de kwaliteit.
De afdracht voor andere in consumptie
gebrachte melk is vastgesteld op 2 cent p.
liter.
NED. R. K. JOURNALISTENVEREEN.
Jaarvergadering.
De Ned. R. K. Journalisten vereeniging
hield Zondag te Utrecht haar jaarvergade
ring onder presidium van den voorzitter,
den heer J. B. Vesters.
De nieuwe geestelijk adviseur, Prof. Dr.
Titu^ Brandsma O.Carm, uit Nijmegen,
werd door den voorzitter geïnstalleerd. In
zijn dankwoord wees Prof. Brandsma op de
hooge roeping der katholieke journalisten.
Hij spoorde hen aan zooveel mogelijk bij
hun werk positief te zijn en steeds de liefde
hoog te houden.
De afgetreden geestelijk adviseur, Dr.
Bonaventura Kruitwagen O.F.M., werd on
der applaus tot eere-lid der vereeniging be
noemd. De vergadering zond hem een har
telijk dank-telegram.
Aan de beurt van periodieke aftreding
als bestuurslid waren de heex-en J. Thomas
sen, Roermond, en J. Hulsman, Groningen.
De laatste stelde zich niet herkiesbaar. De
heer J. Thomassen werd met bijna algem.
stemmen herkozen. In de vacature Huls
man werd, eveneens met bijna algemeene
stemmen, gekozen de heer G. P. Bon, Den
Haag. De heer Bon werd ook gekozen tot
redacteur van het orgaan der R. K Jour
nalisten vereeniging. Aan den afgetreden
redacteur, den heer J. Hulsman, werd dank
gebracht.
In de vacature P. Steenhoff als afgevaar-
didge in den Partijraad der R. K .Staats
party werd gekozen de heer J. Hulsman.
Uitvoerige besprekingen werden gehou
den over het bestuursbeleid, over de nieuwe
vormen der journalistiek, over de rechts
positie der journalisten, over het steun
fonds enz.
De vergadering gaf blijk van haar vast
vertrouwen, dat het bestuur in deze crisis
tij den, waardoor, helaas, ook meerdere
journalisten zwaar getroffen zijn, alles zal
in het werk stellen om de rechtspositie der
leden zooveel mogelijk veilig te stellen.
Het bestuur beloofde van zijn kant, even
als het tot nu toe gedaan had, zyn volle
medewerking en toewijding.
CONTINGENTEERING VAN
SCHROEFBOUTEN.
Op basis van 40 pet. van den invoer naar
wicht in 1933.
De Staatscourant van 14 Mei zal een K.
B. bevatten tot contingen teering van
schroefbouten op basis van 40 pet. van den
invoer naar gewicht in 1933. Deze conitin-
genteering, die terugwerkende kracht tot 1
Mei zal hebben, wordt afgekondigd voor
den duur van 4 maanden.
De aandacht van belanghebbenden wordt
erop gevestigd, dat bovengenoemd percen
tage niet van kracht zal zijn ten aanzien
van landen, waarmede handelsverdragen
zijn gesloten. Voor sommige landen, o.a.
Duitschland, België, Tsjechoslowakije,
Groot-Brittanmië, Zweden en Zwitserland,
zal het in te voeren quantum hooger zijn,
dat het genoemde percentage doet ver
moeden.
De regeering, die er zich van bewust is,
dat aan deze contingenteering bezwaren
zijn verbonden, heeft maatregelen getroffen
om zooveel mogelijk te voorkomen, dat bij
de verwerkende industrie moeilijkheden
zouden kunnen optreden. Aan montagebe
drijven, industrieën en werkplaatsen, die
voor htm „service" bepaalde schroefbouten
niet kunnen ontberen, zullen zoo noodig
speciale faciliteiten worden verleend.
GOEDKOOPE GROENTEN VOOR
WERKLOOZEN.
Een protest van de Vakbonden.
Donderdag 16 Mei a.s., des middags te 3
uur, zal een groote vergadering plaats heb
ben in het Gebouw voor Kunsten en We
tenschappen te 's-Gravenhage. Als spre
kers zullen optreden voor den Algemee-
nen Bond van Kleinhandelaren de heeren
Mol en Reitsma; voor den Ned. R. K. Bond
van Kleinhandelaren de bondsvoorzitter,
de heer J. G. van Kessel en voor den Groot
handel een spreker, wiens naam nog niet
bekend is.
Deze vergadering is bedoeld om te pro
testeeren tegen de manier, waarop door de
Groente- en Fruitcentrale de groenten
worden gekocht om deze door de gemeen
ten te laten verstrekken aan werkloozen
en daarmee gelijk gestelden.
Nu de laatste weken door het koude weer
de groei belemmerd wordt en uit dien hoof
de de aanvoeren niet zoo groot zijn, zoodat
er maar weinig groente is om aan de ge
meentebesturen ter distributie te verstrek
ken, heeft de Groente- en Fruitcentrale op
diverse veilingen personen zitten, die voor
de gewone veilingprijzen inkoopen en deze
groenten aan de gemeentebesturen laten
toezenden, waarna ze voor 3 cent per Kg.
worden uitgereikt.
Niet alleen ondervindt de klein- en groot
handel daarvan bij de distributie groot na
deel, maar het kost het Rijk ook veel geld,
omdat dikwijls voor meer dan 100 pet. be
neden den veil in gpr ijs door de gemeenten
wordt verkocht.
Tegen die concurrentie, die niet alleen
onbillijk is, maar waartegen de handel on
mogelijk op kan, gaat de strijd.
De prijzen worden daardoor op de veilin
gen ook opgedreven, omdat daar groote
kwanta door de Groente- en Fruitcentrale
worden verkocht.
Bovendien zijn er plannen en deze
zijn gedeeltelijk reeds tot uitvoering ge
bracht om de minimumprijzen te ver-
hoogen, om zoodoende kunstmatig te be
werken, dat er meer groente komt, welke
den minimumprijs niet kan opbrengen.
Ook het publiek wordt hiervan de dupe
en moet in den vorm van hoogere prijzen
daaraan mee betalen.
Volgens de meening van den regeerings-
commissaris zou de verstrekking verwate-
teren als niet iedere week iets beschikbaar
was. Hiertegen nu wordt geprotesteerd.
INVOER VAN BUITENLANDSCHE
APPELEN.
Geen verlaging van het monopolleprijs-
verschiL
Op de vragen van het Tweede Kamerlid
den heer Vos betreffende vergemakkelij
king van den invoer van buitenlaindsche
appelen door verlaging van de heffing op
die appelen heeft minister Steen'berghe,
minister vam Economische Zaken, geant
woord, dat het hem bekend is, dat het sei
zoen voor de Nederlandsche appelen nage
noeg is afgeloopen.
Aan den invoer van buitenlandsche ap
pelen worden geen belemmeringen in den
weg gelegd, die een normalen invoer zou
den beletten. Uit de invoerstatistiek blijkt,
dat de invoer van appelen in de eerste drie.
maanden van 1935 slechts weinig minder
is geweest dan in de overeenkomstige maan
den van 1934, terwijl de voorraden hier te
lande ten gevolge van den geringen ex
port van fruit grooter waren. De prijzen
waren door de abnormale toestanden op de
wereldmarkt niet hoog te noemen.
Onder deze omstandigheden acht de mi
nister geen termen aanwezig het monopo
lieprijsverschil van 4 ets. tot 2 ets. per kg.
te verlagen.
Mr. J. W. Beyen
Aan den heer mr. J. W. Beyen, benoemd
tot plaatsvervangend president van de
bank voor internationale betalingen te
Bazel, is op zijn verzoek eervol ontslag
verleend als directeur der Rotterdamsche
Bankvereeniging.
f
„Nationaal Herstel"
Prof. mr. J. A. Eigeman, een der oprich
ters van het Verbond voor Nationaal Her
stel, heeft als lid van dit Verbond bedankt.
„Flora" sluit Zondag
Het uitvoerend comité van de bloemen-
tentoonsteling „Flora" te Heemstede ves
tigt er de aandacht op, dat het Zondag de
laatste dag van de tentoonstelling is. Des
avonds twaalf uur zullen de poorten on
herroepelijk worden gesloten.
RECHTZAKEN
GEDEELTE VAN OPGEVISCHTE MIJN
'GESPRONGEN.
Ernstig ongeval aan boord van een logger.
Onderzoek door den Raad voor de
Scheepvaart.
De Raad voor de Scheepvaart heeft gis
teren onder leiding van prof. mr. B. M.
Taverne een onderzoek ingesteld naar de
oorzaak van het ongeval, overkomen aan
den motordrijver van den motorlogger
„Kees" Kw. 105, die door het springen van
een gedeelte van een opgevischte mijn ern
stige verwondingen had opgeloopen.
Het slachtoffer, de 36-jarige Pieter Guyt
uit Katwijk aan Zee, die, den linkerarm
nog in zwachtels gewikkeld, voor de groe
ne tafel plaats nam, deelde mede, dat op
1 April, toen de logger visschende was op
de Noordzee, bij het innemen van het net
een gedeelte van een mijn, dat op den bo
dem der zee had gelegen, werd opgehaald.
Het was een halve bol, van binnen hol,
terwijl aan het voorwerp een bus hing en
één beschadigde voelhoorn naar buiten uit
stak. De schipper heeft het ding op het
dek laten vastsjorren; wat hij daarmede
voorhad, was getuige onbekend.
Des middags zag getuige een stukje ko
peren buis op het dek liggen, dat van de
mijn afkomstig was. Hij pakte het op en
legde het, veronderstellend dat het nog wel
eens te pas zou komen, op de werkbank
in de motorkamer. Reeds den volgenden
ochtend kon hij het buisje gebruiken om
een stop je in het luchtpijpje van de dag
tank te maken.
Hij bekeek het buisje nog eens goed en
zag dat het geen deksel had, maar ten deele
was gevuld met iets zwarts, dat hij voor
modder aanzag. Hij zette er de vijl op om
den rand bij te vijlen en nauwelijks had
hij een paar streken gedaan of er volgde
een zware ontploffing. Gloeiende gassen
sloegen hem in het gelaat, terwijl van zijn
linkerhand alle vingers, op den duim na,
werden weggerukt.
Hevig bloedend is getuige daarop naar
boven gestrompeld, waar de schipper, die,
evenals de andere leden van de beman
ning, de ontploffing hadden gehoord, hem
verbond en in zijn kooi legde. Dadelijk is
toen de steven naar IJmuiden gewend,
waar de logger tegen middernacht aan
kwam. Gedurende de thuisreis kreeg het
slachtoffer hevige pijn aan beide oogen;
zijn gezichtsvermogen laat ook thans nog
veel te wenschen over.
Na in IJmuiden door een dokter opnieuw
verbonden te zijn, is hij naar het Acade
misch Ziekenhuis te Leiden vervoerd.
Uit een ter zitting voorgelezen verklaring
van den schipper bleek, dat deze gezien
had, dat leden van de bemanning onder-
deelen van de halve mijn hadden verwij
derd. De schipper had geen reden gevon
den om dit te verbieden.
De mijn heeft hij weer in zee doen wer
pen.
Prof. Taverne (tot het slachtoffer)„Hebt
u er in het geheel niet aan gedacht, dat
het zeer gevaarlijk was, wat u gedaan
hebt? Tijdens uw loopbaan bent u toch
meermalen, naar u zelf verklaard hebt, bij
het ophalen van een mijn aanwezig ge
weest; u weet dus hoe gevaarlijk deze din
gen zijn, ook al hebben zij jaren in het wa
ter gelegen!
Getuige: „Ik heb werkelijk niet aan een tg
gevaar gedacht!"
De inspecteur-generaal voor de Scheep
vaart de heer C. Fock, was van meening.
dat de schipper een ernstige fout gemaakt
heeft door toe te staan, dat leden van de
bemanning onderdeelen van de mijn ver
wijderden. Hij had voorzichtiger moeten
zijn. In elk geval kan dat ongeluk anderen
tot leering strekken.
De Raad zal later uitspraak doen. j
De Raad voor de Scheepvaart deed gis
teren inzake de aanvaring van den motor-
logger „Van der Duyn van Maasdam" KW
97 met den stoomlogger „Bertina" VL 85
in den mond van de haven van Dieppe,
uitspraak.
-De Raad is van oordeel, dat deze aan
varing in hoofdzaak aan de schuld van de
„Bertina" VL 85 is te wijten.
De Raad heeft op de navigatie van <ie
„KW 97" geen aanmerkingen te maken.
Het is wellicht mogelijk, dat dit schip door
stoppen en achteruitslaan de aanvaring nog
had kunnen voorkomen, doch hierbij moet
niet worden vergeten, dat de gevaarlijke
situatie is geschapen door de „Bertina" VL
85 en dat, toen de schepen elkaar eenmaal
zagen, de afstand tusschen de schepen zeer
gering was.
Inzake dan brand aan boord van het
stoomschip „Zuiderkerk" in een partij pa
pier, gedurende de reis van Europa naar
Oost-Azië merkt de Raad op:
Wat de oorzaak van den brand is geweest
is niet na te gaan. Uitgesloten schijnt te
zijn, dat het papier uit zichzelf door
broeiing tot ontbranding is overgegaan,
daar gevallen van zelfontbranding van pa
pier nie$ bekend zijn. De maatregelen, die
tijdens en na den brand zijn genomen, zijn
doelmatig en afdoende geweest, zoodat
daaromtrent geen op- of aanmerking is te
maken.
Inzake:
a. het stooten van het motorschip „Re-
mi" in de Theemsmonding nabij het licht
schip „Ship wash";
b. de klacht van den Inspecteur-Gene
raal voor de Scheepvaart tegen den kapi
tein van voormeld motorschip, wegens het
varen zonder bijgehouden kaart en by ge-
werkten zeemansgids (art. 4 Schepenwet,
jo. art. 70 Schepenbesluit),
is de Raad van oordeel, dat dit ongeval
is te wijten aan de omstandigheid, dat de
kapitein niet wist, dat het Shipwash licht
schip was verplaatst hetgeen in het „Be
richt van Zeevarenden" van 8 Mei 1934 is
vermeld dit in verband met de omstan
digheid, dat het lichtschip „Sunk" niet
spoedig in zicht kwam. Immers, ware dit
geschied, dan had de kapitein zijn foutieven
koers nog tijdig kunnen corrigeeren. Uit
het voorafgaande volgt, dat de klacht on
gegrond is. Op het onbekend zijn met de
verplaatsing van het lichtschip is alles te
rug te voeren. De kapitein had echter moe
ten zorgen daarmede bekend te zijn. De
Raad meent thans met een berisping te
kunnen volstaan.
Inzake de aanvaring tusschen de motor-
loggers „Orion" KW 22 en „Toenadering"
KW 95 in de Visschershaven te IJmuiden,
meent de Raad, dat deze aanvaring geheel
aan de schuld van de „Toenadering" KW
95 is fce wijten. Dit schip stak het vaar
water over en had moeten wachten, waar
voor geen enkel bezwaar was, zoodat voor
haar optreden geen verontschuldiging is
aan te voeren.
Inzake de motoraverij aan boord van het
motorschip „Maraboe" gedurende de reis,
is de Raad van oordeel, dat de oorzaak van
dit ongeval niet met zekerheid kan wor
den vastgesteld. De Raad moet zich dus
bepalen tot eenige beschouwingen betref
fende mogelijke oorzaken van dergelijke
ongevallen.
Het feit, dat dergelijke ongevallen als
dat, hetwelk zich hier heeft voorgedaan,
zich in hoofdzaak bij een zeker type Deutz-
motoren voordoet, heeft bij den Raad het
denkbeeld doen rijzen, dat wellicht het
kritisch toerental hier een rol heeft ge
speeld.
Bij de behandeling van verscheidene za
ken van motoraverij heeft de Raad den in
druk gekregen, dat in het algemeen aan
het vermijden van het kritische gebied niet
voldoende aandacht wordt besteed. Wel
licht zouden de fabrikanten van motoren
het noodige kunnen doen om dit punt in
de bijzondere aandacht van het bedienende
personeel aan te bevelen.
Inzake de stranding tijdens mist van het
stoomvisschersvaartuig „Condor" IJM. 72
op de Nederlandsche kust tusschen Egmond
en Wijk aan Zee, deed de Raad de volgende
uitspraak:
De Raad is van oordeel dat dit ongeval
geheel aan onvoldoende navigatie is toe te
schrijven.
De betrokkene kon wel weten, dat hy na
31 mijlen in den koers Zuid te hebben af
gelegd, met den vloedstroom, die het schip
inzette, niet ver meer van den wal af kon
zijn.
Deze stranding had niet behoeven te ge
schieden, wanneer de kapitein op verstan
dige wijze had gebruik gemaakt van het
lood. Dit is echter niet gebeurd. Het is on
begrijpelijk, dat een ervaren kapitein als
deze betrokkene, die toch niet den indruk
heeft gemaakt van iemand, die er maar op
los vaart, het voor de hand liggende mid
del niet aangrijpt om onder omstandighe
den als de onderhavige, met zekerheid een
stranding te vermijden.
Een straf van schorsing acht de Raad
hier geboden.
Mitsdien straft hij den betrokkene door
hem de bevoegdheid te ontnemen om als
kapitein te varen op een schip, als bedoeld
bij artikel 2 der Schepenwet, voor den tijd
van acht dagen.