Een gezamenlijk Congres van de
vier Katholieke Standsorganisaties
26ste Jaargang
MAANDAG 13 MEI 1935
No. 8114
S)e CeidaefieSoti/tamt
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post f 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver»
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 1
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: f 0.50
V Levend water naar een
droge sloot.
In de socialistische pers beschouwt A.
B. K. (Kleerkoper) het heengaan van prof.
Veraart uit de K. D. P. en hij schrijft naar
aanleiding daarvan o.m.:
Is voor ons en onze perspectieven dit
heengaan een verlies? Wij bedoelen
niets onaangenaams voor den profes
sor, als wij hierop in volle overtuiging
antwoorden: integendeel! Vooreerst
hebben wij persoonlijk op deze plaats
er herhaaldelijk van getuigd, dat wij
in al zulke afschilferingen van grootere
groepeeringen veeleer schade zien dan
gewin. Wij weten er van mee te pra
ten, dat zulke partijtjes hun volgelin
gen in een dood slop voeren. Oppositie
van principieelen aard, die zich zuiver
en gaaf hooren laat zonder naar schei
ding te jagen, kan levend water zijn.
Elke afzondering echter leidt dit leven
de water af naar een droge sloot, waar
het tot een brakke poel verwordt
Katholieke oppositie naar democrati-
schen kant, waar vor onze partij was in
zit, zal zich in de katholieke partij
zelve voelbaar moeten maken en zich
daar een meerderheid moeten verschaf
fen. Wie spreekt van de Katholieken
als element van samenwerking voor
constructieve politiek en democrati
sche weerbaarheid, die kan alléén de
collectiviteit op het oog hebben. An
ders geeft hij zich over aan een ijdele
droom, die met de werkelijkheid, de
zielkundige met name, geen verband
houdt.
Wat de heer Kieerekoper hier constateert
over oppositie in de partij en afzondering
buiten de partij, waartoe men princi
pieel behoort, is volkomen juist. Wij zijn
het wat dit betreft deze keer zoo geheel en
al met den socialistischen schrijver eens,
dat wij er geen woord behoeven bij te voe
gen!
WERKHERSTEL EN WERKVERRUIMING
Idealen aan de jeugd!
Gistermiddag de ochtendbladen doorle
zend, trof ons in een artikel van een der
bladen het ochtendblad van de „Tijd"
deze zin: „Laten we voor en boven alles aan
de jeugd van thans weer idealen geven".
Intusschen hoorden we door de radio een
verslag van den internationalen voetbalwed
strijd BelgiëNederland. Liggen voor
een groot deel der jeugd de idealen niet
voor 100 pet. op het terrein van de sport?
De wat ouderen onder de hier bedoelde
jeugd dalen ook wel met hun interesse af
naar de politiek, doch alléén, om de poli
tici, die tot op heden hun krachten aan de
Staatszaak hebben gewijd, te begraven
onder hun volslagen minachting!
Gisteravond hadden wij het voorrecht,
een uitvoering bij te wonen van de Graal
in den Leidschen Schouwburg. Deze uit
voering gaf ons weer, zooals wy dat van
de Graal gewoon zijn: zuiver en beschaafd
speL Wij hebben het al 'ns meer als onze
meening neergeschreven: 't Allerbest, 't
allermooist is de Graal in de rhythmische
standen en dansen, in de bewegingskoren
bij de kerkelijke gezangen, zooals zij er
ons gisteravond ook weer eenige heeft
doen genieten. Maar wij verwijzen ver
der naar het verslag. Hier willen wij al
leen constateeren het verblijdende feit, dat
de vrouwelijke jeugdbeweging voor Ka
tholieke actie „De Graal" inderdaad aan
de jeugd van thans weer, voor en boven
alles, idealen geeft! Dit feit is zoozeer
verblijdend, omdat het.een feit
is, omdat het vaststaat, omdat in de
p r a c t ij k van het dagelij ksch leven het
nastreven en beleven van idealen door de
leden van de Graal werkelijkheid is
geworden Moge een uitvoering als van gis
teravond, die openbaart het wezenlijke, het
diepste in het streven van de Graal, en
het daarbij gesproken woord van den Di
recteur, de daadwerkelijke Graal-sympa-
thie van de Katholieken weer hebben doen
©tijgen»
Heden is in den Dierentuin te 's-Graven-
hage een congres gehouden van het R. K.
Werklieden Verbond, den Kath. Boe
ren- en Tuindersbond, den Nederland-
schen R. K. Middenstandsbond en de Al-
gemeene R. K. Werkgeversvereniging,
welk congres was gewijd aan de noodza- I
kelijkheid van industrialisatie (werkher-
stel en werkverruiming).
Aanwezig waren o.m. minister Steen-
berghe, de ministers van Staat Aalberse
en van Karnebeek, de commissaris der Ko
ningin in Limburg mr. baron van Hövell
tot Westerflier, de burgemeester van den
Haag, mr. de Monchy, dr. W. Groeneveld
Meijer, administrateur, tevens als verte
genwoordiger van den minister van Econo
mische Zaken, die het congres niet tijdens
den geheelen duur ervan kon bijwonen;
de voorzitter van den Nijverheidsraad, de
heer C. Zaalberg, de voorzitter der Rijks
commissie werkverruiming, de heer Ch.
Weiter, de directeur-generaal der P.T.T.,
ir. Damme, de directeur-generaal van den
Arbeid en de algemeen secretaris van het
Werkfonds 1934, dr. ir. Hacke, de directeur
van den Rijksdienst der werkloosheids
verzekering, ir. Verwey, de directeur-ge
neraal der werkverschaffing en steunver-
leening, de heer A. Geelen, prof. ir. J.
Klopper, de Ned. Centr. Organisatie voor
toegepast natuurwetenschappelijk onder
zoek, de voorzitter der advies-commissie
der crisisinvoerwet, de heer A. Spanjaard,
de voorzitter der R. K. Staatspartij, mr. C.
Goseling, de ondervoorzitter van het be
stuur der R. K, Staatspartij, mr. J. Hou-
ben, de algemeen secretaris, mr. F. Teu-
lings, de penningmeester mr. baron E. van
Voorst tot Voorst, penningmeester, de voor
zitter der Katholieke Eerste Kamer-fractie,
mr. W. v. Lanschot, mgr. dr. Poels, pater
mr. dr. D. Beaufort, prof. ir. C. v. d. Bilt,
prof. mr. G. Bruins, dr. H. Mollingsen van
het Kon. Ned. Landbouwcomité, mr. W.
Rip van den Chr. Boeren- en Tuinders-
bond, prof. dr. J. E. de Quay, prof. dr. G.
Minderhoud, dr. J. v. d. Beurden, prof.
mr. J. van Loon en ir. J. C. Keiler; en ver
tegenwoordigers der industriecommissie te
Amsterdam. Tegenwoordig waren voorts
de Tweede Kamerleden K. ter Laan, Thijs-
sen, De VriesBruins, Schaepman, Vlie
gen, Drop, Feber, Faber, IJzerman, J. ter
Laan, Kortenhorst, Van der Weijden, van
der Putt, Groen, Kampschöer, Steinmetz,
Engels, van de Bilt, Meyer, Stumpel en
Moller; en de Eerste Kamerleden de Jong,
Steger, van den Bergh, Michiels van Kes-
senich, Heerkens Thijssen, Visser en Ruy-
ter. Vele andere autoriteiten hadden be
richt van verhindering gezonden.
Minister Steenberghe werd met applaus
door het congres verwelkomd.
OPENINGSWOORD VAN DEN
VOORZITTER
De voorzitter van het congres, mr. J. van
Hellenberg Hubar, heeft het congres ge
opend met een rede, waarin hij opmerkte,
dat het de eerste maal was, dat de vier na
tionale, katholieke, sociale organisaties ge
zamenlijk een congres houden. Het is, zeide
spr., de barre nood, welke de leiders dezer
organisaties duidelijker heeft doen zien dan
ooit, dat slechts eendrachtig samengaan
der verschillende maatschappelijke groepen
een gezonde basis kan vormen voor een
doelmatige welvaartspolitiek of, meer be
scheiden uitgedrukt, doelmatige crisisbe-
strijding.
Na een opsomming te hebben gegeven
van de bedrijfstakken, welke onder den
toestand lijden, vervolgde spr., dat niemand
in dezen toestand kan berusten en dat het
ook niet noodig is om te berusten. Wij moe
ten, merkte hij op, een reëel en redely k
Mr. J. VAN HELLENBERG HUBAR
perspectief openen. Dit congres is belegd
om uiting te geven aan onze overtuiging,
dat slechts door versterking en uitbouw
van ons industrieele apparaat er loonende
arbeid in voldoende mate kan komen voor
ons volk in al zijn geledingen.
Land- en tuinbouw en handel zijn niet vol
doende arbeidsintensief om zoovele krach
ten op te nemen. Slechts de arbeidsintensie
vere industrie zou voldoende werkgelegen
heid kunnen bieden.
Versterken en uitbouwen van bestaande
en het tot stand brengen van nieuwe in
dustrieele bedrijvëh zijn het doel, waarop
alle geëigende krachten in onderlinge sa
menwerking moeten worden gericht. Voor
dat doel is het ook, dat wij alle geëigende
krachten willen activeeren en prikkelen.
Spr. verklaarde voorts, dait deze krachten
moeten worden „gericht", waarbij leiding
der overheid in grootere mate dan onder
andere omstandigheden niet kan worden
gemist. Wij moeten uit onze verdedigings
stelling kruipen en tot het offensief over
gaan. Volk en regeering moeten worden
doordrongen van de noodzakelijkheid van
een voortvarender constructieve en econo
mische politiek, waardoor tegenover de
noodzakelijke afbraak nieuwe perspectieven
voor ons volk kunnen worden geopend en
de materieele maar vooral moreele kracht
van ons volk wordt versterkt.
Verschil van opvatting over de toe te
passen middelen (ook de praeadviezen ge
ven op een enkel punt hiervan blijk) blijft
mogelijk, aldus spr., die er echter op liet
volgen, dat het doel vast voor oogen moet
blijven staan: meer effectieve bescherming
van de bestaande, industrieele werkgelegen
heid, voor zoo ver deze gezond is, en meer
positief en actief werken aan onze verdere
industrieele ontwikkeling en niet slechts
afbreken en afwachten.
Spr. 'eindigde met te wijzen op de noodza
kelijkheid van Gods onmisbaren zagen.
Gedurende 's voorzitters rede kwam
prof. Aalberse binnen, dien het congres
met hartelijk handgeklap verwelkomde.
REDE VAN MINISTER STEENBERGHE.
Minister Steenberghe heeft een toespraak
gehouden, dankende voor het welkom,
hem ten deel gevallen. Hij uitte zijn leed
wezen, dat hij het congres slechts korten
tijd bijwonen kon. De principieele punten
houden hem ook heden weer bezig, waar
bij een uitstekende staf van toegewijde
ambtenaren hem assisteert. Spr. legde den
nadruk op de noodzakelijkheid van sa
menwerking, welke ontroerend tot uiting
komt door dit gezamenlijke congres. De
regeering in haar geheel waardeert deze
samenwerking ten zeerste. Spr. uitte de
hoop, dat deze samenwerking een voor
beeld zij voor de samenwerking in ons ge-
heele volk.
Zeer in het bijzonder legde spr. er den
nadruk op, dat men de regeering prakti
sche wenken moet geven. De hand moet
aan den ploeg worden geslagen. Het is nu
geen tijd voor breede theorieën. De regee
ring houdt zich heusch met de problemen
bezig. Zij kunnen niet in een vloek en een
zucht worden opgelost. Dit vereischt voor
bereiding in de stilte der regeeringsbu-
reaux en in de samenwerking met het be
drijfsleven.
De regeering vindt de adviezen, die zul
len worden uitgebracht, van het grootste
belang. Zij beseft de noodzakelijkheid van
industrialisatie en is dankbaar voor eiken
goeden wenk. Hoe groot de moeilijkheden
ook zijn van uur tot uur bemerkt spr.
de moeilijkheden van het bedrijfsleven
door eensgezindheid zullen wij eruit ko
men. De Nederlander is individueel, maar,
als het stormt, gaat men schouder aan
schouder staan om het volksbestaan te red
den. Dit zij ook nu het geval. Dan zullen
wij deze moeilijkheden te boven komen!
(Applaus).
Het congres zong staande het Wilhel
mus.
De voorzitter dankte den minister. Na
het congres, zeide hij, zullen de organisa
ties haar adviezen formuleeren en dan zul
len wij bij de régeering een gewillig oor
vinden.
De minister verliet het congres.
Aan de orde waren de praeadviezen der
heeren Charles Stulemeyer, A. C. de
Bruyn en prof. H. A. Kaag.
PRAEADVTES VAN DEN HEER
CH. STULEMEYER.
Het praeadvies van den heer Ch. Stule
meyer leidt tot de volgende conclusies:
1. De gedepreciëerde toestand, waarin het
bedrijfsleven van Nëderland verkeert,
blijkt uit de beschouwing der feiten en
cijfers.
2. Een sterke toeneming van de industrie
kan nog de mogelijkheid scheppen om aan
de bevolKirg van Nederland van thans (en
zeker in de toekomst) arbeid en daardoor
een redelijk bestaan te verzekeren.
3. De regeeringen van heden en van mor
gen zullen (in tegenstelling met die van
gisteren) positieve industrialisatiepolitiek
in plaats van negatieve hebben te voeren.
4. De regeering moge ervan doordrongen
zijn, dat primair gesteld moet worden de
noodzakelijkheid van het op peil houden,
ondersteuner: en uitbreiden onzer export-
industrie. Ir? dit verband zal o.a. ook, omdat
„onze consulaire outillage beneden, peil is
geraakt" tot een radicale hervorming van
onzen voorlichtingsdienst met spoed dienen
te worden overgegaan.
5a. Het meest geschikte oogenblik, waar
op onze rtLcnetaire politiek zal dienen te
worden gewijzigd, zal dan gekomen zijn,
wanneer de wereld bereid zal zijn gevon
den tot samenwerking, ten einde de zoo
noodige stabiliteit der wisselkoersen te ver
krijgen over een zoo groot mogelijk ge
bied.
5b. Wij moeten niet meer praten over
„aanpassing", maar zullen dit nu hebben
te doen, daar het nu de hoogste tijd is, tot
de noodzakelijke actie te komen, bij gebreke
waarvan wij noodgedwongen door de schuld
van degenen, die de middelen niet of niet
tijdig hebcen aangewend, de niet in het
belang van het geheele land zijnde devalua
tie van ons geldmiddel verplicht zullen
worden, te aanvaarden.
6a. Het prijs- en kostenniveau in Neder
land isn og te hoog gebleven.
b. De regeering heeft tot taak, de conse
quenties van haar monetaire politiek te
aanvaarden en de maatregelen op aller-
korsten termijn te nemen, die het „aanpas
singsproces" verhaasten.
7. Onder de huidige omstandigheden zijn
voor de exportindustrie aan contingentee-
ring van buitenlandsche waren op de Ne-
derlandsche markt minder bezwaren ver
bonden, lan aan verhoogde invoerrechten
verbonden zouden zijn.
8a. Sanction eer in g van ondernemersover-
eenkomotex?., zooals de desbetreffende wet
ten in Nederland en in Frankrijk beoogen,
kan vooraisnog geen ander doel hebben,
dan de bedrijven, waarvan het bestaans
recht economisch verantwoord is, voor den
ondergang te bewaren.
b. De verderstrekkende bedoeling van de
wet op de verbindende kracht van onder
nemersovereenkomsten kan zeer nuttig zijn
me het oog op het toenemende streven naar
samenwerking onder ie bedrijfsgenooten als
gevolg van wijzigingen in de structuur van
het economische leven.
c. Het slagen zal hierbij afhangen van
het individueele initiatief der ondernemers
zelf, van de bedoeling, die voorzit bij den
opzet der overeenkomsten en van het in
zicht van den minister, die de verbindend
verklaring heeft uit te spreken.
d. Het door de industrialisatiegedachte
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER
BLADEN.
CHARLES STULEMEIJER
Minister Marchant treedt af
Minister Marchant deelt mede, dat
hij is overgegaan tot de Katholieke
Kerk en dat hij is getreden uit den Vrij-
zinnig-Democratischen Bond. Hij heeft
aan H. M. de Koningin ontslag uit zijn
ambt van Minister verzocht.
A.C.DE BRUIJN
vooropgestelde doel, n.l. arbeid en brood te
verzekeren aan onze steeds toenemende be
volking, gaat nauw samen met de Christe
lijke opvattingen omtrent de nieuwe Maat
schappij -inrichting.
PRAEADVIES VAN DEN HEER
A. C. DE BRUYN
Het praeadvies van den heer A. C. de
Bruyn, voorzitter van het Roomsch-Ka-
tholiek Werkliedenverbond en lid der
Eerste Kamer, concludeert het volgende:
1. Sterke bevordering van onze indus
trie moet een groot economisch, sociaal en
cultureel belang worden geacht voor het
geheele Nederlandsche volk.
2. De benarde positie van de Nederland
sche industrie vraagt aller voortdurende
aandacht en activiteit, niet het minst ook
van de Rijksoverheid.
3. Als middelen ter blijvende verbetering
moeten worden genoemd:
doelmatige, op de belangen van land en
volk ingestelde ordening van ons economi
sche leven;
een verder stringent toegepaste contin-
genteering;
een andere dan „technische" herziening
der tariefwet;
rationeeler werkwijze bij gebruik van
gelden, bechikbaar gesteld door het z.g.
zestig millioen plan, waarbij in het bij
zonder de aandacht te vestigen is op het
mogelijk maken van de totstandkoming
van nuttig gebleken nieuwe takken van
industrie, bevordering, oprichting en in
standhouding van industriebanken, bevor
dering en instandhouding van technologi
sche instituten.
PRAEADVIES VAN PROF. H. A. KAAG
De conclusies van het praeadvies van
prof. H. A. Kaag luiden:
1. Ter waarborging van de welvaart van
een toenemende bevolking is het in Ne
derland noodzakelijk, dat niet alleen de
bestaande bronnen van volksbestaan in
stand worden gehouden, doch ook nieuwe
worden aangeboord.
2. Om de bestaande bronnen te be
houden, zal in verband met de structueele
veranderingen, welke in de wereld hebben
plaats gevonden, in vele gevallen ombouw
noodzakelijk zijn.
3. Daarbij zal de aandacht niet alleen
op de industrie geconcentreerd mogen
zijn. Uitbreiding der bebouwbare opper
vlakte door verdere inpoldering, ontwa
tering en ontginning blijft geboden. Ver
der mag Nederl.and zich ook niet uit zijn
positie van scheepvaart-natie laten ver
dringen. Een bevordering van industrie en
landbouw komt echter niet zonder meer
met de scheepvaartbelangen in conflict.
4. De economische politiek van Neder
land droeg tot nu toe veel te veel een de
fensief karakter. Het wordt hoog tijd, dat
een corriructieve politiek wordt ingeluid.
j 5. Bij den ombouw en uitbouw van het
i economische apparaat late men zooveel
mogelijk ruimte voor het particuliere ini
tiatief.
6. De voornaamste taak van de overheid
is, een gezonden bodem voor de ont
plooiing van het initiatief te scheppen, n.l.
door:
a. Een gezond geldwezen. Daartoe is
onder de huidige omstandigheden losla-