Leidsch Crisis-Comité
AGENDA
VRIJDAG 10 MEI 1935
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
BAROMETER.
naar waarnemingen verricht ie den
morgen van 10 Mei 1935, medegedeeld
door het Kon. Ned. Met lnst te De Bilt
Hoogste barometerst.: 773.6 te Thorshavn.
Laagste barometerst.: 752.5 te Vardö.
Verwachting tot den avond van 11 Mei:
fnjnpiMH Meest matige Ooste-
E,$WT. pWJ lijke tot Noordelijke
i' 1 wind, aanvankelijk
Ni n°g helder tot licht
L|a fej bewolkt, later toene-
to s 'AM'^ÊiWÊi mende bewolking,
HBmsKK^k^h droog, later wellicht
De hooge druk neemt in de kern gelei
delijk af, doch breidt zich steeds verder
naar het Westen en naar het Noorden uit
en sluit aan het polaire gebied van hoogen
luchtdruk in de Poolzee en over Groen
land aan. In het Noord-Oosten verschijnen
telkens nieuwe depressies, die koude bren
gen en sneeuwval in Noord-Scandinavië.
Over Centraal-Euxopa waait nog steeds een
krachtige en zeer droge luchtstroom uit het
Oosten of Zuid-Oosten. De depressie in het
Zuid-Westen blijft vlak en breidt zich uit
over de Golf van Biscaje. Blijkens de
vliegtuigwaarnemingen werd het vooral
hoog in de atmosfeer veel warmer; in den
ondersten kilometer is de temperatuurstij
ging veel minder sterk. In de Westelijke
Alpen ligt de temperatuur van 0 graden nog
beneden 2500 meter, in de Oostelijke hooger.
Het is te voorzien, dat de Noordelijke win*
den over Scandinavië thans arctische lucht-
massa's naar het Zuiden zullen gaan trans
porteeren waar het in het Oostzeegebied tot
een koude-inval zou kunnen leiden.
LUCHTTEMPERATUUR,
17.5 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS e*.
Van Vrijdagnamiddag 3.09 uur tot
Zaterdagmorgen 3.43 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk: op Zaterdag 11 Mei voorm.
8.46 uur en nam. 9.23 uur.
waarde doch het verliest aan kracht naar
mate het proces van individualiseering
voortschrijdt; zonder echter geheel te ver
dwijnen. In 1931 noemt van Vollenhoven
dien communen trek als één, naast nog
andere kenmerkende trekken van het Indo
nesisch recht: het magische, het tradition ee-
le en het emotioneele en het visueele, doch
nimmer heeft hij aan dit onderwerp een
aparte en samenvattende studie gewijd.
Spreker stelt dan voorop, dat men dien
communen trek als bijzonder verschijnsel
in Indonesisch rechtsleven en recht niet iso-
leeren mag, niet mag beschouwen als een
opzichzelf staanden factor, doch dat men
dien factor moet zien in zijne tegenstelling
en zijne verhouding tot het in individu en sa
menleving zich ook voortdurend openba
rend individualistisch element. Het merk
waardige ligt dan ook niet in het commune
opzichzelf, maar eenerzijds daarin, dat in
die streken de minst ontwikkelde
waar het commune het sterkst spreekt, de
individueele factor niet ontbreekt, en an
derzijds daarin, dat omgekeerd daar waar
individualiseering het sterkst doorwerkte,
individu en onderdeelen van groepen niet
zelfstandig werden, doch doordrongen blij
ven van commuun groepsgevoel en ge
meenschapsbesef, en ook het recht daarvan
blijft getuigen.
Aan de hand van verschillende rechtsin
stituten in Midden Celebes (Toradja) en
Centraal-Borneo (Kenja-Dajak) toont spre
ker aan, hoe in de ordening der groep en
haar bestuur, in de volksrechtspraak, in het
huwelijk en zelfs in de bouw- en woon
orde, bij deze volken de individueele fac
tor wel een belangrijke rol speelt, doch be
vangen blijft in de greep van het com
mune. Zoo is het groepshoofd nog maar
weinig onderscheiden van zijn medegroeps-
genooten en brengt hij het inzake bestuur
en rechtspraak niet verder dan een leider
van zijns gelijken te zijn, omdat zijn wil
in overeenstemming blijft met den wil der
groepsgenooten;- gezag verkrijgt hij door
gebrek aan distantie niet meer dan hij zich
vermag aan te matigen. Wordt een geschil
niet door bemiddeling opgelost, dan is in
het geding dat volgt elk der partijen ge
dekt door haar verwanten; maar ook de ge-
heele groep leeft en deelt daarin mede.
Het groepshoofd is bij de berechting meer
leider dan zelfstandig rechter. Hem geldt
het, op den voet van het adatrecht, den
juisten modus in zijn beslissing te vinden,
die niet alleen overeenstemt met het rechts
gevoel van de onmiddellijk belanghebbende
geheele groep, maar waarbij ook beide par
tijen zich moeten kunnen aansluiten. Het
geding is tusschen partijen, maar is tevens
groepszaak en onder leiding van het hoofd
als rechter wordt met het individueel ver
oorzaakte leed in commuun streven ook
geheeld de scheur die de twist in de ge
meenschap bewerkte.
In dat deel van het rechtsgebied dat
door handel en verkeer, door Islam is eer in g,
kerstening of bestuurszorg is beïnvloed, is
de individueele factor meer naar voren ge
komen in enkeling en samenleving; de in
dividuen hébben gewonnen een zelfstan
digheid en vrijheid, onderling en jegens
hun hoofd en de samenleving vertoont een
meer gemaskeerde differentiatie in struc
tuur en rechtsvormen. Het commune heeft
echter niet opgehouden te bestaan doch is
alleen relatief zwakker geworden en op
den achtergrond gedrongen. Het blijft als
groepsgevoel in individu en samenleving
een factor van belang en blijft ook op het
rechtsleven zijn stempel drukken. Ieder
individu blijft, hoezeer ook zijn vrijheid
en zelfstandigheid zijn toegenomen, groeps
led en in ieder individueel belang of recht
blijft het belang of recht van de gemeen
schap gebiedend doorklinken.
Bij de vraag naar de verklaring van dit
typisch verschijnsel in het adatrecht, geeft
spreker dan eenige richtlijnen, welke naar
zijn oordeel tot die verklaring kunnen lei
den.
Uitgangspunt moet zijn het inzicht, dat
het adatrecht niet is een samenstel van ob
jectief-voorhanden regels, maar dat dit
recht levend verband houdt met het sub
ject vain dit recht, de groep, die het schept
en daaraan haar eigen vorm geeft. Dan is
ook te begrijpen, dat de eigenaardigheden
in de structuur van het recht samenhangen
en correspondeeren met eenzelfde eigen
aardige gesteldheid van geest en psyche van
het rechtssubject, de individu en de groep.
Hiermede komt men op het terrein van het
zgn. „primitieve" denken en handelen.
Dat die correspondentie van vormen,
waarin het commune in het rechtsleven
verschijnt en de gesteldheid van den zgn.
primitieven geest inderdaad bestaat wordt
aannemelijk door de voorlichting van den
Hamburgsche hoogleeraar Heinz Wesner,
die de typische structureel© ken trekken van
den primitieven geest in al zijn functies
uiteenzet; waarbij deze dezelfde blijken te
zijn als die welke het adatrecht vertoont.
In antwoord op de vraag waarin dan dat
„primitieve" bestaat, dat, als bijzondere ge
steldheid van den geest van individu en
groep, aan de scheppingen van dien geest
en in het bijzonder aan rechtsleven en
rechtsvormen die, ons zoo ongewone gestal
te verleent, zet spreker in een uitvoerig
betoog uiteen, dat primitief heeten moet
die geestelijke gesteldheid bij denken en
handelen, waarbij het verstand, dat is het
crïtische, onderscheidende en differentieele
vermogen van den geest, in het algemeen
nog minder ontwikkeld is, althans zich in
beperkte mate doet gelden. Aanvaardt men
dit, dan is daarmede ook, de verklaring ge
geven van het verschijnsel dat levens- en
rechtsvormen zich ontwikkelen en in het
bijzonder dat dit geschiedt door den invloed
van verkeer en handel, Islam, Christen
dom en bestuurszorg. Immers juist dat cri-
tiscb vermogen van den geest is vatbaar
voor verdieping, verbreeding en ontwikke
ling en juist het aangebrachte vreemde en
nieuwe werkt, in een proces van wrijving
en toetsing, bevruchtend en regenereerend
op het conservatief-eigene dat in isolatie
stagneerde, terwijl vermeerderde kennis en
ervaring met verruimd oordeel des onder
scheids en grootere vrijheid van denken en
handelen, in het rechtsleven hun weerslag
vinden in grootere differentiatie en een ge
leidelijk zich loswikkelen van het indivi
dueele uit het commune element.
Na nog een enkel woord gewijd te heb-
Den aan de studie van het adatrecht, waartoe
ook behoort de buitennissige taak om door
te dringen tot het eigen begrip van dit
vaak zoo exotisch recht, volgden de gebrui
kelijke toespraken.
Klein Artis.
De drijvende diergaarde, aquarium, na
tuur- en praehistorische tentoonstelling
Klein Artis waarover wij de vorige week
reeds het een en ander schreven, heeft het
bezoek met 3 dagen verlengd, in verband
met de groote toeloop van scholen. Een be
zoek is dan ook zeer leerzaam, daar een dui
delijke explicatie van het tentoongestelde
wordt gegeven. s
Ook voor de grooteren blijft de interes
sante collectie tegen een gering entree te
bezichtigen. Daar ook Zondag het schip,
dat zooals men weet, ligplaats heeft bij de
Blauwpoortsbrug, den geheelen dag ge
opend is, kunnen velen dus nog van de ge
legenheid profiteeren een bezoek aan deze
„Arce Noac" te brengen.
Voor verdere bijzonderheden verwijzen
we naai' een in dit nummer voorkomende
advertentie.
Leidsche Arbeidsbeurs.
Op den 9den Mei waren 3802 (v. j. 2970)
werkzoekenden ingeschreven.
Maandag as. zal de agent van politie J.
Houwer, die den dienst met pensioen gaat
verlaten, afscheid nemen van het politie
corps. Deze bijeenkomst is te kwart voor
drie in de theoriezaal.
Gistermiddag heeft de 25-jarige bloemist
knecht P. S. in een broeikas aan het Delft-
schë Jaagpad een vallend stuk glas op den
linker pols gekregen, waardoor een ader
werd getroffen. Door den EH.D. werd hij
naar het Acad. Ziekenhuis vervoerd.
Vanaf hedenavond zal in het Tria-
non-theater als aparte actualiteit vertoond
worden een buitengewone film-opname van
de Jubileum-feesten te Londen.
BLOEMPJESDAG SANTOS.
As. Zondag wordt de liefdadigheid van
de Leid en a ars ingeroepen in den vorm van
een verzoek een klein bloempje te koopen,
om daardoor steun te geven aan het werk
van Santos.
Velen zullen met dit werk niet voldoen
de bekend zijn, om spontaan dit kleine of
fertje te brengen. Zij zullen dan ook in de
zelatricen, die zulk een bloempje aanbie
den, weer een van die lastige vraagsters
zien zonder meer.
Maar daarom is het goed, hier nog even
te benadrukken, wat het doel van Santos is.
Santos is een instelling van den Ned.
R. K. Middenstandsbond, die haar plaatse
lijke commissies heeft, zooals ook in Lei
den. Het doel, door Santos nagestreefd, is
hulp te verleenen aan Middenstanders, die
te kampen hebben met de tuberculoze,
waardoor opname in een sanatorium nood
zakelijk is.
En nu begrijpt iedereen aanstonds, waar
om met reden een beroep kan gedaan wor
den op de liefdadigheid. Allereerst van de
Middenstanders, Want het betreft hun
standgenooten en juist, nu er zoovelen de
druk der tijdem óndervinden, kunnen zij
des te beter begrijpen,; hoe zorgwekkend
de toestand in een huisgezin wordt, wan
neer bij alle zorgen zich oo.k nog voegen, die
van de ziekte en dan nog. wel de gevreesde
tuberculoze.
Maar niet enkelmiddenstanders, maar
iedereen heeft hier een mooie daad te ver
vullen, het is hier een waarachtige plicht
van naastenliefde anderen te helpen en het
voor behoeftige medemensehen mogelijk te
maken in sanatoriumverpleging weer ge
nezing te zoeken van de verschrikkelijke
ziekte, die een heel menschenleven onder
mijnt, als niet tijdig wordt ingegrepen.
Zoovelen laten zich door de andere zor
gen van het huisgezin terughouden de pa
tiënten naar het sanatorium te zenden en
ten slotte is het te laat, uitzending baat
niet meer, omdat er te lang gewacht is en
dit had kunnen voorkomen worden, wan
neer niet de drukkende zorg: hoe moet het
geld er komen voor de verpleging, hen had
teruggehouden van deze stap.
Daarom, vooral op de katholieke Leide-
naars doen wij een beroep om te helpen
degenen, die moeten uitgezonden worden
en daardoor weer blijheid en gezondheid te
brengen in de gezinnen, die nu door zulk
een kruis bezocht worden.
Daarom, ieder een offertje brengen in den
vorm van een bloempje!
PROF. A. CLEOPHAS, Voorz.
Examen-commissies.
De minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen heeft benoemd in de com
missie, welke dit jaar te 's-Gravenhage is
belast met het afnemen der examens ter
verkrijging van de hoofdacte: tot lid,en
voorzitter: J. N. Pattist, inspecteur van het
lager onderwijs in de inspectie Den Haag;
tot lid en ondervoorzitter: L. Drónkers,
Den Haag; tot leden; W. li. Balkenstein,
Den Haag; M. de Hëër, Den Haag; H. P.
de Hoog, Hellevoetsluis; V. Kuyvenhoven,
Den Haag; I. Labruyère, Den Haag; J.
Mulder, Den Haag; J. H. Pik, Zierikzee;
H. yan Slooten Jr., Leiden; J. J. C. Star-
kenbrug, Voorburg; W. J. Visser, Den
Haag; R. Wijmenga, Den Haag; tot plaats
vervangende leden: A. F. Beek, Den Haag;
J. Bosma, Den Haag; J. B. Dingboom, Den
Haag; J. Dijkstra, Den Haag; J. van Ham,
Leiden; ir. P. C. van der Hey^en, Rotter
dam; M. Hoebergen, Den Haag; C. lest,
Den Helder; H. J. Jacobs, Den Haag; J. H.
M. Lem, Rotterdam; A. F. A. van Makke-
lenberg, Den Haag.
In de Commissie te Rotterdam I is ver
der benoemd tot lid de heer K. Bijlstra,
te Haarlem en de heer D. G. Magé, alhier.
De minister van O. K. en W. heeft ver
der benoemd tot leden van de examen
commissie voor de Fransche taal: dr. C. de
Boer en L. Delibes, beiden alhier;
voor de Engelsche taal en Russische
taal- en letterkunde tot lid en ondervoor
zitter prof. dr. N. van Wijk, hoogleeraar
alhier.
Op nader te bepalen data in de maand
Juni zal gelegenheid bestaan tot het af
leggen van de examens ter verkrijging van
de akten van bekwaamheid tot het geven
van middelbaar en lager onderwijs in Ne
der] andsch-Indië in de land- en volken
kunde van Nederlandsch-Indië en in de
inheemsche talen van den Oost-Indischen
Archipel.
Zij, die aan deze examens wenschen
deel te nemen, gelieven daarvan vóór 18
Mei 1935 schriftelijk kennis te geven aan:
a. prof. dr. C. C. Berg, hoogleeraar aan
de rijksuniversiteit te Leiden, voor wat
betreft de examens voor de middelbare
akten;
b. de afdeeling B, eerste bureau van het
commissariaat voor Indische zaken bij het
departement van koloniën (onder overleg
ging van hun akte van bekwaamheid als
hoofdonderwijzer of onderwijzer en hun
geboorte-akte) voor wat aangaat de exa
mens voor de lagere akten.
DE VOORGENOMEN OPHEFFING
DER K. v. K. VOOR RIJNLAND.
In verband met de voorgestelde reorga
nisatie der Kamers van Koophandel, is door
de Leidsche Middenstands Centrale het
volgende adres gericht aan Z.Exc. den Mi
nister van Economische Zaken:
De Leidsche Middenstandscentrale, ver
tegenwoordigende: de Vereeniging van den
Christelijken Handeldr ij venden en Indus-
trieelen Middenstand in Nederland, Afdee
ling Leiden, den R. K. Middenstandsbond
„De Hanze", Afdeeling Tl<éiden en den Ko-
inklijken Nederlandsché Middenstandsbond
Afdeeling Leiden,
niet zonder groote verwondering ken
nis genomen hebbende van de plannen om
de Kamer van Koophandel en Fabrieken
voor Rijnland te Leiden te combineeren
met de Kamers van Koophandel te 's Gra-
venhage, Gouda en Delft, zulks in verband
met de voorgestelde verlaging der jaar
lij ksche bijdragen voor het Handelsregister,
overwegende: dat vooral in dezen zoo
ernstigen crisistijd het een groot voordeel
is om een goed geoutilleerd gemakkelijk
bereikbaar centraal punt te hebben waar
men zijn moeilijkheden kan bespreken,
dat de Leidsche Kamer inderdaad is ge
bleken een vraagbaak te zijn voor den han-
deldrij venden en industrieelen middenstand
in Leiden en Omstreken,
dat daarentegen het voordeel van de ver
laging van de bijdragen voor het Handels
register niet opweegt tegen het ongerief en
de finantieele nadeelen welke de handel
drijvende en industrieele middenstanders
zullen ondervinden als deze zich in voor
komende gevallen tot Den Haag zouden
moeten wenden,
dat dit inzonderheid blijkt uit de omstan
digheid dat één reis naar of zelfs één tele
foongesprek met Den Haag reeds de geheele
bezuiniging in haar tegendeel kan doen
omslaan,
dat zulks inzonderheid klemmend moet
worden geacht ten aanzien van de alge-
meene adviezen welke aan de Kamer wor
den gevraagd, van de inlichtingen welke
bij het Handelsregister kunnen worden ver
kregen en van de hulp welke bij de uitvoe
ring der contingenteeringsmaatregelen
wordt verleend, terwijl bij de regeling van
het afbetalingsstelsel en van de uitverkoo-
pen en opruimingen aan de- Kamer van
Koophandel een belangrijke rol wordt toe
bedeeld.
Besluit bij dezen aan Uwe Excellentie
met verschuldigden eerbied te berichten:
dat de nadeelen van een dergelijke reor
ganisatie aanmerkelijk grooter zullen zijn
dan de voordeelen,
dat deze reorganisatie geen verlichting
maar verzwaring van lasten voor het be
drijfsleven zal beteekenen,
dat in Leiden als centrum van het Rijn
land een Kamer van Koophandel onmis
baar geacht moet worden,
dat de handeldrijvende en industrieele
middenstand gebaat is met een goed func*
tionneerende gemakkelijk te bereiken Ka
mer van Koophandel en dat zij daarom
Uwe Excellentie eerbiedig verzoekt de Ka
mer van Koophandel te Leiden te handha
ven en het betreffende gedeelte van het
bezuinigingsplan geheel achterwege te
laten.
Wij onderschrijven van harte de in bo
venstaand adres gemaakte opmerkingen.
Zoolang er Kamers van Koophandel zijn,
moét er een zijn in het centrum van
Rijnland
POPPENTENTOONSTELLING
IN HET NUTSGEBOUW.
Ten bate van de Chr. Jeugdhulp hier
ter stede is op het oogenblik in het Nuts-
gebouw alhier een tentoonstelling van
poppen gearrangeerd, welke de bezichti
ging overwaard is.
Alle benedenzalen aan de linkerzijde
van het gebouw zijn voor deze tentoonstel
ling speciaal ingericht onder leiding van
den heer v. Dam en de expositie zelf laat
'n wonderlijk uitgebreide collectie póppen
zien, zooals wij nergens nog aanschouw
den.
We noemen o.m. een Indische groep van
den heer Petrus Bloemberger üit Den
Haag, o.m. voorstellend den Sultan van
Djokjakarta en zijn vrouw, omringd door
zijn lijfwacht, verder een groep weezen,
het Beleg van Leiden en daarbij aanslui
tend de inwijding der Universiteit. Daar
naast weer een groep, welke alle beroepen
voorstelt, een episode uit de geschiedenis
der Pilgrim Fathers met de Mayflower er
achter, Hans en Grietje met de heks, een
poppenkamer, een oud-Engelsch interieur,
een inzending poppen met internationale
kleederdrachten.
Voorts een inzending van H.M, de Ko
ningin en van H.K.H. Prinses Juliana, 'n
Zuid Bevelandsche kerk-uitgang, het
Sprookje van Asschepoester, keurig tot
in alle details uitgewerkt, verschillende
bruidsparen, 'n Twentsche kraamkamer,
'n oud Poppentheater en voorts inzendin
gen van scholen, diverse vereenigingen en
enkele zakenfirma's. Kortom, een interes
sant verzameling, waar men gerust een
uurtje noodig heeft om alles te bekijken.
Hedenmiddagis de tentoonstelling ge
opend met een welkomstwoord van de
presidente der tentoonstelling, mevr. Juyn-
bollv. IJsselsteyn. Daarna werd gezon
gen door mevr. PerdeckBonnet, bege
leid door mevr. Sirksde Bock. Vervol
gens sprak de presidente der Chr. Jeugd
hulp mej. Eigeman, over: Jeugdhulp, en
nadat mevr. Juynboll allen dank gebracht
had voor de medewerking om deze tentoon
stelling te doen slagen, verrichtte mevr. v.
cL Sande BakhuyzenGrieke de officieele
opening door het lint voor den ingang der
tentoonstelling door te knippen.
WIJ KOMEN W0EN5DA6 BU U AAN?
U STELT om TOCH NIET TELEUR
LEIDEN.
Diasdag. Tweede Sociëteltsavond Reisver-
eeniging voor Katholieken, „Har
monie", te 8.15 uur.
1
De avond-, nacht- ai Zondagsdienst der
apotheken wordt van Ma andagötoten
met Zondag 12 Mei as. waargenomen
door de apotheken: C. B. Duyster, Nieuwe
Rijn 18, Tel. 523 en C. van Zijp, Wilhei-
minapark 8, Oegstgeest, TeL 274.
„EEN BEPAALD LANDSBELANG".
Uit een artikel in de „Avondpost*' (lib.):
„Het zou ons volstrekt niet verwonde
ren, als wij straks den heer Veraart nog
eens het parlement zagen binnentreden
als afgevaardigde van de Veel-bestreden
Staatspartij, die dit zullen vriend en
vijand moeten erkennen van een won
derlijk-sterke eenheid blijk geeft. Hetgeen
in de huidige tijdsomstandigheden een be
paald landsbelang is".
Muziek.
„SURSUM CORDA".
Oratorium Christus.
En niet alledaagsche keuze heeft diri
gent Anthon van der Horst gedaan. Het
gemengd koor „Sursum Corda" voerde on
der zijn leiding uit: het groote oratorium
„Christus" van Franz Liszt, de wonderlijke
en zeer eigene figuur onder de kunste
naars.
Wij vinden in het programmaboekje een
toelichting tot het werk van de hand van
den heer Jac. J. Ruygrok, welke den toe
hoorder een belangrijke hulp geeft om het
werk en het schoone daarin te verstaan
al kunnen wij zijn meening niet onver
deeld onderschrijven. In 1866 heeft Liszt
dit oratorium geschreven, nadat hij zich
uit het wereldlijk leven had teruggetrok
ken. Het Gregoriaansch neemt hij als basis
voor zijn werk. Afwisseling van vormen is
er genoeg, want Liszt wendt aan de onbe
geleide solozang, de zeer samengestelde en
begeleidende koorzang, welke meer plaats
maken voor doorzichtig a cappella of het
pompeuze symphonisch gedicht. En niette-
staande al deze varianten doet het werk
zeer lang aan. Er zijn gedeelten, die wij
ding hebben; de gedachte, de opbouw der
gedachten is zeldzaam prachtig, maar wij
kunnen ons toch niet verheelen, dat de
uitwerking der gedachten hieraan niet
evenredig is. Zijn er oogenblikken van me
ditatie onder een overdreven instru
mentatie wordt deze gedrukt en ver
drukt.
Denken wij eens aan César Franck in zijn
werken. Daar is meditatie begin en einde.
De achtergrond van zijn geniaal werk is
de goud-uitstralende verheerlijking Gods,
waarbij zijn eigen zielsontroering als een
aureool het werk omstraalt. Onbegrijpe
lijk komt het ons voor, dat Liszt telkens
weer zijn mooie gedachte laat ondergaan
in pompeuze orkestschildering, vol bra-
vour en zwaargeladen romantische over
drevenheid.
Anthon van der Horst dirigeerde de uiterst
moeilijke muziek met veel talent en ver
bazend knap. Maar hij houde ons ten goe
de wij wenschen nu tegenwoordig toch
iets anders en dat is geest, gevoel en
schoonheid.
Deze muziek 'hoe goed wellicht be
doeld is tè uiterlijk.
Wat de interpretatie betreft. Deze was
waarlijk indrukwekkend. De koren waren
klankrijk en massaal, wel transparant in de
a cappellakoren, een kunst, waarmede de
dirigent zoo goed bekend is. De stemmen
klonken evenwichtig. Een enkele maal
schoten de sopranen te kort aan schoon
heid bij groote stemuitzetting. Onder de
alten onderkenden wij fraaie donkere
stemmen. Bij „de wonderbare redding"
moesten de heeren het afleggen tegen het
orkest. Maar over het geheel waren de
mannenstemmen flink draagkrachtig. De
inzetten waren vast en de intenties van den
dirigent die het geheel bezielde, werden
nauwkeurig ingevolgd.
Van de solisten was Annie Woud dezen
avond verrassend prachtig. Daarentegen
vonden wij Max Kloos minder gelukkig,
al weet hij (dit niettegenstaande) zijn door
leefde aanvoeling op zijn zingen over te
brengen. De andere dames solisten waren
van WickevoortCrommelin, die zooals
wij weten zeer welluidend zingt en lyrisch
teer aanvoelt, en Tinde Lorme een mez
zo-sopraan met mooie stem, die aanvanke
lijk, (vermoedelijk door nervositeit) on
zuiver zong, maar later de „Stabat Mater"-
melodie zeer stemmingsvol inzette. Kees
Smulders was de tenor hij liet zich bijna
uitsluitend in de solisten-ensemble hooren.
Deze waren welluidend vooral de vrou
wenstemmen harmonieerden zeer weL
Aan het orkest heeft Liszt een belangrij
ke plaats ingeruimd en het Utrechtsch or
kest speelde de omvangrijke partij vir
tuoos (een enkele ongelijkheid daargela^
ten) en met veel animo.
Hennie Schouten geheel in de lijn van
zijn instrument nadenkend en ernstig, over
al tegenwoordig, paraat, maar weggescho
len, de onontbeerlijke orgelstem doende
höoren. Ora kort te gaan. Alles was door
van der Horst zeer Verzorgd en de inter
pretatie was inslaand. Aan het slot enkele
momenten van stilte om den aard van het
gegeven en de dirigent en de zijnen zijn
langdurig gehuldigd.
J. K.