Leidsch Crisis-Comité AGENDA VRIJDAG 10 MEI 1935 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 BAROMETER. naar waarnemingen verricht ie den morgen van 10 Mei 1935, medegedeeld door het Kon. Ned. Met lnst te De Bilt Hoogste barometerst.: 773.6 te Thorshavn. Laagste barometerst.: 752.5 te Vardö. Verwachting tot den avond van 11 Mei: fnjnpiMH Meest matige Ooste- E,$WT. pWJ lijke tot Noordelijke i' 1 wind, aanvankelijk Ni n°g helder tot licht L|a fej bewolkt, later toene- to s 'AM'^ÊiWÊi mende bewolking, HBmsKK^k^h droog, later wellicht De hooge druk neemt in de kern gelei delijk af, doch breidt zich steeds verder naar het Westen en naar het Noorden uit en sluit aan het polaire gebied van hoogen luchtdruk in de Poolzee en over Groen land aan. In het Noord-Oosten verschijnen telkens nieuwe depressies, die koude bren gen en sneeuwval in Noord-Scandinavië. Over Centraal-Euxopa waait nog steeds een krachtige en zeer droge luchtstroom uit het Oosten of Zuid-Oosten. De depressie in het Zuid-Westen blijft vlak en breidt zich uit over de Golf van Biscaje. Blijkens de vliegtuigwaarnemingen werd het vooral hoog in de atmosfeer veel warmer; in den ondersten kilometer is de temperatuurstij ging veel minder sterk. In de Westelijke Alpen ligt de temperatuur van 0 graden nog beneden 2500 meter, in de Oostelijke hooger. Het is te voorzien, dat de Noordelijke win* den over Scandinavië thans arctische lucht- massa's naar het Zuiden zullen gaan trans porteeren waar het in het Oostzeegebied tot een koude-inval zou kunnen leiden. LUCHTTEMPERATUUR, 17.5 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS e*. Van Vrijdagnamiddag 3.09 uur tot Zaterdagmorgen 3.43 uur. HOOG WATER. Te Katwijk: op Zaterdag 11 Mei voorm. 8.46 uur en nam. 9.23 uur. waarde doch het verliest aan kracht naar mate het proces van individualiseering voortschrijdt; zonder echter geheel te ver dwijnen. In 1931 noemt van Vollenhoven dien communen trek als één, naast nog andere kenmerkende trekken van het Indo nesisch recht: het magische, het tradition ee- le en het emotioneele en het visueele, doch nimmer heeft hij aan dit onderwerp een aparte en samenvattende studie gewijd. Spreker stelt dan voorop, dat men dien communen trek als bijzonder verschijnsel in Indonesisch rechtsleven en recht niet iso- leeren mag, niet mag beschouwen als een opzichzelf staanden factor, doch dat men dien factor moet zien in zijne tegenstelling en zijne verhouding tot het in individu en sa menleving zich ook voortdurend openba rend individualistisch element. Het merk waardige ligt dan ook niet in het commune opzichzelf, maar eenerzijds daarin, dat in die streken de minst ontwikkelde waar het commune het sterkst spreekt, de individueele factor niet ontbreekt, en an derzijds daarin, dat omgekeerd daar waar individualiseering het sterkst doorwerkte, individu en onderdeelen van groepen niet zelfstandig werden, doch doordrongen blij ven van commuun groepsgevoel en ge meenschapsbesef, en ook het recht daarvan blijft getuigen. Aan de hand van verschillende rechtsin stituten in Midden Celebes (Toradja) en Centraal-Borneo (Kenja-Dajak) toont spre ker aan, hoe in de ordening der groep en haar bestuur, in de volksrechtspraak, in het huwelijk en zelfs in de bouw- en woon orde, bij deze volken de individueele fac tor wel een belangrijke rol speelt, doch be vangen blijft in de greep van het com mune. Zoo is het groepshoofd nog maar weinig onderscheiden van zijn medegroeps- genooten en brengt hij het inzake bestuur en rechtspraak niet verder dan een leider van zijns gelijken te zijn, omdat zijn wil in overeenstemming blijft met den wil der groepsgenooten;- gezag verkrijgt hij door gebrek aan distantie niet meer dan hij zich vermag aan te matigen. Wordt een geschil niet door bemiddeling opgelost, dan is in het geding dat volgt elk der partijen ge dekt door haar verwanten; maar ook de ge- heele groep leeft en deelt daarin mede. Het groepshoofd is bij de berechting meer leider dan zelfstandig rechter. Hem geldt het, op den voet van het adatrecht, den juisten modus in zijn beslissing te vinden, die niet alleen overeenstemt met het rechts gevoel van de onmiddellijk belanghebbende geheele groep, maar waarbij ook beide par tijen zich moeten kunnen aansluiten. Het geding is tusschen partijen, maar is tevens groepszaak en onder leiding van het hoofd als rechter wordt met het individueel ver oorzaakte leed in commuun streven ook geheeld de scheur die de twist in de ge meenschap bewerkte. In dat deel van het rechtsgebied dat door handel en verkeer, door Islam is eer in g, kerstening of bestuurszorg is beïnvloed, is de individueele factor meer naar voren ge komen in enkeling en samenleving; de in dividuen hébben gewonnen een zelfstan digheid en vrijheid, onderling en jegens hun hoofd en de samenleving vertoont een meer gemaskeerde differentiatie in struc tuur en rechtsvormen. Het commune heeft echter niet opgehouden te bestaan doch is alleen relatief zwakker geworden en op den achtergrond gedrongen. Het blijft als groepsgevoel in individu en samenleving een factor van belang en blijft ook op het rechtsleven zijn stempel drukken. Ieder individu blijft, hoezeer ook zijn vrijheid en zelfstandigheid zijn toegenomen, groeps led en in ieder individueel belang of recht blijft het belang of recht van de gemeen schap gebiedend doorklinken. Bij de vraag naar de verklaring van dit typisch verschijnsel in het adatrecht, geeft spreker dan eenige richtlijnen, welke naar zijn oordeel tot die verklaring kunnen lei den. Uitgangspunt moet zijn het inzicht, dat het adatrecht niet is een samenstel van ob jectief-voorhanden regels, maar dat dit recht levend verband houdt met het sub ject vain dit recht, de groep, die het schept en daaraan haar eigen vorm geeft. Dan is ook te begrijpen, dat de eigenaardigheden in de structuur van het recht samenhangen en correspondeeren met eenzelfde eigen aardige gesteldheid van geest en psyche van het rechtssubject, de individu en de groep. Hiermede komt men op het terrein van het zgn. „primitieve" denken en handelen. Dat die correspondentie van vormen, waarin het commune in het rechtsleven verschijnt en de gesteldheid van den zgn. primitieven geest inderdaad bestaat wordt aannemelijk door de voorlichting van den Hamburgsche hoogleeraar Heinz Wesner, die de typische structureel© ken trekken van den primitieven geest in al zijn functies uiteenzet; waarbij deze dezelfde blijken te zijn als die welke het adatrecht vertoont. In antwoord op de vraag waarin dan dat „primitieve" bestaat, dat, als bijzondere ge steldheid van den geest van individu en groep, aan de scheppingen van dien geest en in het bijzonder aan rechtsleven en rechtsvormen die, ons zoo ongewone gestal te verleent, zet spreker in een uitvoerig betoog uiteen, dat primitief heeten moet die geestelijke gesteldheid bij denken en handelen, waarbij het verstand, dat is het crïtische, onderscheidende en differentieele vermogen van den geest, in het algemeen nog minder ontwikkeld is, althans zich in beperkte mate doet gelden. Aanvaardt men dit, dan is daarmede ook, de verklaring ge geven van het verschijnsel dat levens- en rechtsvormen zich ontwikkelen en in het bijzonder dat dit geschiedt door den invloed van verkeer en handel, Islam, Christen dom en bestuurszorg. Immers juist dat cri- tiscb vermogen van den geest is vatbaar voor verdieping, verbreeding en ontwikke ling en juist het aangebrachte vreemde en nieuwe werkt, in een proces van wrijving en toetsing, bevruchtend en regenereerend op het conservatief-eigene dat in isolatie stagneerde, terwijl vermeerderde kennis en ervaring met verruimd oordeel des onder scheids en grootere vrijheid van denken en handelen, in het rechtsleven hun weerslag vinden in grootere differentiatie en een ge leidelijk zich loswikkelen van het indivi dueele uit het commune element. Na nog een enkel woord gewijd te heb- Den aan de studie van het adatrecht, waartoe ook behoort de buitennissige taak om door te dringen tot het eigen begrip van dit vaak zoo exotisch recht, volgden de gebrui kelijke toespraken. Klein Artis. De drijvende diergaarde, aquarium, na tuur- en praehistorische tentoonstelling Klein Artis waarover wij de vorige week reeds het een en ander schreven, heeft het bezoek met 3 dagen verlengd, in verband met de groote toeloop van scholen. Een be zoek is dan ook zeer leerzaam, daar een dui delijke explicatie van het tentoongestelde wordt gegeven. s Ook voor de grooteren blijft de interes sante collectie tegen een gering entree te bezichtigen. Daar ook Zondag het schip, dat zooals men weet, ligplaats heeft bij de Blauwpoortsbrug, den geheelen dag ge opend is, kunnen velen dus nog van de ge legenheid profiteeren een bezoek aan deze „Arce Noac" te brengen. Voor verdere bijzonderheden verwijzen we naai' een in dit nummer voorkomende advertentie. Leidsche Arbeidsbeurs. Op den 9den Mei waren 3802 (v. j. 2970) werkzoekenden ingeschreven. Maandag as. zal de agent van politie J. Houwer, die den dienst met pensioen gaat verlaten, afscheid nemen van het politie corps. Deze bijeenkomst is te kwart voor drie in de theoriezaal. Gistermiddag heeft de 25-jarige bloemist knecht P. S. in een broeikas aan het Delft- schë Jaagpad een vallend stuk glas op den linker pols gekregen, waardoor een ader werd getroffen. Door den EH.D. werd hij naar het Acad. Ziekenhuis vervoerd. Vanaf hedenavond zal in het Tria- non-theater als aparte actualiteit vertoond worden een buitengewone film-opname van de Jubileum-feesten te Londen. BLOEMPJESDAG SANTOS. As. Zondag wordt de liefdadigheid van de Leid en a ars ingeroepen in den vorm van een verzoek een klein bloempje te koopen, om daardoor steun te geven aan het werk van Santos. Velen zullen met dit werk niet voldoen de bekend zijn, om spontaan dit kleine of fertje te brengen. Zij zullen dan ook in de zelatricen, die zulk een bloempje aanbie den, weer een van die lastige vraagsters zien zonder meer. Maar daarom is het goed, hier nog even te benadrukken, wat het doel van Santos is. Santos is een instelling van den Ned. R. K. Middenstandsbond, die haar plaatse lijke commissies heeft, zooals ook in Lei den. Het doel, door Santos nagestreefd, is hulp te verleenen aan Middenstanders, die te kampen hebben met de tuberculoze, waardoor opname in een sanatorium nood zakelijk is. En nu begrijpt iedereen aanstonds, waar om met reden een beroep kan gedaan wor den op de liefdadigheid. Allereerst van de Middenstanders, Want het betreft hun standgenooten en juist, nu er zoovelen de druk der tijdem óndervinden, kunnen zij des te beter begrijpen,; hoe zorgwekkend de toestand in een huisgezin wordt, wan neer bij alle zorgen zich oo.k nog voegen, die van de ziekte en dan nog. wel de gevreesde tuberculoze. Maar niet enkelmiddenstanders, maar iedereen heeft hier een mooie daad te ver vullen, het is hier een waarachtige plicht van naastenliefde anderen te helpen en het voor behoeftige medemensehen mogelijk te maken in sanatoriumverpleging weer ge nezing te zoeken van de verschrikkelijke ziekte, die een heel menschenleven onder mijnt, als niet tijdig wordt ingegrepen. Zoovelen laten zich door de andere zor gen van het huisgezin terughouden de pa tiënten naar het sanatorium te zenden en ten slotte is het te laat, uitzending baat niet meer, omdat er te lang gewacht is en dit had kunnen voorkomen worden, wan neer niet de drukkende zorg: hoe moet het geld er komen voor de verpleging, hen had teruggehouden van deze stap. Daarom, vooral op de katholieke Leide- naars doen wij een beroep om te helpen degenen, die moeten uitgezonden worden en daardoor weer blijheid en gezondheid te brengen in de gezinnen, die nu door zulk een kruis bezocht worden. Daarom, ieder een offertje brengen in den vorm van een bloempje! PROF. A. CLEOPHAS, Voorz. Examen-commissies. De minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft benoemd in de com missie, welke dit jaar te 's-Gravenhage is belast met het afnemen der examens ter verkrijging van de hoofdacte: tot lid,en voorzitter: J. N. Pattist, inspecteur van het lager onderwijs in de inspectie Den Haag; tot lid en ondervoorzitter: L. Drónkers, Den Haag; tot leden; W. li. Balkenstein, Den Haag; M. de Hëër, Den Haag; H. P. de Hoog, Hellevoetsluis; V. Kuyvenhoven, Den Haag; I. Labruyère, Den Haag; J. Mulder, Den Haag; J. H. Pik, Zierikzee; H. yan Slooten Jr., Leiden; J. J. C. Star- kenbrug, Voorburg; W. J. Visser, Den Haag; R. Wijmenga, Den Haag; tot plaats vervangende leden: A. F. Beek, Den Haag; J. Bosma, Den Haag; J. B. Dingboom, Den Haag; J. Dijkstra, Den Haag; J. van Ham, Leiden; ir. P. C. van der Hey^en, Rotter dam; M. Hoebergen, Den Haag; C. lest, Den Helder; H. J. Jacobs, Den Haag; J. H. M. Lem, Rotterdam; A. F. A. van Makke- lenberg, Den Haag. In de Commissie te Rotterdam I is ver der benoemd tot lid de heer K. Bijlstra, te Haarlem en de heer D. G. Magé, alhier. De minister van O. K. en W. heeft ver der benoemd tot leden van de examen commissie voor de Fransche taal: dr. C. de Boer en L. Delibes, beiden alhier; voor de Engelsche taal en Russische taal- en letterkunde tot lid en ondervoor zitter prof. dr. N. van Wijk, hoogleeraar alhier. Op nader te bepalen data in de maand Juni zal gelegenheid bestaan tot het af leggen van de examens ter verkrijging van de akten van bekwaamheid tot het geven van middelbaar en lager onderwijs in Ne der] andsch-Indië in de land- en volken kunde van Nederlandsch-Indië en in de inheemsche talen van den Oost-Indischen Archipel. Zij, die aan deze examens wenschen deel te nemen, gelieven daarvan vóór 18 Mei 1935 schriftelijk kennis te geven aan: a. prof. dr. C. C. Berg, hoogleeraar aan de rijksuniversiteit te Leiden, voor wat betreft de examens voor de middelbare akten; b. de afdeeling B, eerste bureau van het commissariaat voor Indische zaken bij het departement van koloniën (onder overleg ging van hun akte van bekwaamheid als hoofdonderwijzer of onderwijzer en hun geboorte-akte) voor wat aangaat de exa mens voor de lagere akten. DE VOORGENOMEN OPHEFFING DER K. v. K. VOOR RIJNLAND. In verband met de voorgestelde reorga nisatie der Kamers van Koophandel, is door de Leidsche Middenstands Centrale het volgende adres gericht aan Z.Exc. den Mi nister van Economische Zaken: De Leidsche Middenstandscentrale, ver tegenwoordigende: de Vereeniging van den Christelijken Handeldr ij venden en Indus- trieelen Middenstand in Nederland, Afdee ling Leiden, den R. K. Middenstandsbond „De Hanze", Afdeeling Tl<éiden en den Ko- inklijken Nederlandsché Middenstandsbond Afdeeling Leiden, niet zonder groote verwondering ken nis genomen hebbende van de plannen om de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland te Leiden te combineeren met de Kamers van Koophandel te 's Gra- venhage, Gouda en Delft, zulks in verband met de voorgestelde verlaging der jaar lij ksche bijdragen voor het Handelsregister, overwegende: dat vooral in dezen zoo ernstigen crisistijd het een groot voordeel is om een goed geoutilleerd gemakkelijk bereikbaar centraal punt te hebben waar men zijn moeilijkheden kan bespreken, dat de Leidsche Kamer inderdaad is ge bleken een vraagbaak te zijn voor den han- deldrij venden en industrieelen middenstand in Leiden en Omstreken, dat daarentegen het voordeel van de ver laging van de bijdragen voor het Handels register niet opweegt tegen het ongerief en de finantieele nadeelen welke de handel drijvende en industrieele middenstanders zullen ondervinden als deze zich in voor komende gevallen tot Den Haag zouden moeten wenden, dat dit inzonderheid blijkt uit de omstan digheid dat één reis naar of zelfs één tele foongesprek met Den Haag reeds de geheele bezuiniging in haar tegendeel kan doen omslaan, dat zulks inzonderheid klemmend moet worden geacht ten aanzien van de alge- meene adviezen welke aan de Kamer wor den gevraagd, van de inlichtingen welke bij het Handelsregister kunnen worden ver kregen en van de hulp welke bij de uitvoe ring der contingenteeringsmaatregelen wordt verleend, terwijl bij de regeling van het afbetalingsstelsel en van de uitverkoo- pen en opruimingen aan de- Kamer van Koophandel een belangrijke rol wordt toe bedeeld. Besluit bij dezen aan Uwe Excellentie met verschuldigden eerbied te berichten: dat de nadeelen van een dergelijke reor ganisatie aanmerkelijk grooter zullen zijn dan de voordeelen, dat deze reorganisatie geen verlichting maar verzwaring van lasten voor het be drijfsleven zal beteekenen, dat in Leiden als centrum van het Rijn land een Kamer van Koophandel onmis baar geacht moet worden, dat de handeldrijvende en industrieele middenstand gebaat is met een goed func* tionneerende gemakkelijk te bereiken Ka mer van Koophandel en dat zij daarom Uwe Excellentie eerbiedig verzoekt de Ka mer van Koophandel te Leiden te handha ven en het betreffende gedeelte van het bezuinigingsplan geheel achterwege te laten. Wij onderschrijven van harte de in bo venstaand adres gemaakte opmerkingen. Zoolang er Kamers van Koophandel zijn, moét er een zijn in het centrum van Rijnland POPPENTENTOONSTELLING IN HET NUTSGEBOUW. Ten bate van de Chr. Jeugdhulp hier ter stede is op het oogenblik in het Nuts- gebouw alhier een tentoonstelling van poppen gearrangeerd, welke de bezichti ging overwaard is. Alle benedenzalen aan de linkerzijde van het gebouw zijn voor deze tentoonstel ling speciaal ingericht onder leiding van den heer v. Dam en de expositie zelf laat 'n wonderlijk uitgebreide collectie póppen zien, zooals wij nergens nog aanschouw den. We noemen o.m. een Indische groep van den heer Petrus Bloemberger üit Den Haag, o.m. voorstellend den Sultan van Djokjakarta en zijn vrouw, omringd door zijn lijfwacht, verder een groep weezen, het Beleg van Leiden en daarbij aanslui tend de inwijding der Universiteit. Daar naast weer een groep, welke alle beroepen voorstelt, een episode uit de geschiedenis der Pilgrim Fathers met de Mayflower er achter, Hans en Grietje met de heks, een poppenkamer, een oud-Engelsch interieur, een inzending poppen met internationale kleederdrachten. Voorts een inzending van H.M, de Ko ningin en van H.K.H. Prinses Juliana, 'n Zuid Bevelandsche kerk-uitgang, het Sprookje van Asschepoester, keurig tot in alle details uitgewerkt, verschillende bruidsparen, 'n Twentsche kraamkamer, 'n oud Poppentheater en voorts inzendin gen van scholen, diverse vereenigingen en enkele zakenfirma's. Kortom, een interes sant verzameling, waar men gerust een uurtje noodig heeft om alles te bekijken. Hedenmiddagis de tentoonstelling ge opend met een welkomstwoord van de presidente der tentoonstelling, mevr. Juyn- bollv. IJsselsteyn. Daarna werd gezon gen door mevr. PerdeckBonnet, bege leid door mevr. Sirksde Bock. Vervol gens sprak de presidente der Chr. Jeugd hulp mej. Eigeman, over: Jeugdhulp, en nadat mevr. Juynboll allen dank gebracht had voor de medewerking om deze tentoon stelling te doen slagen, verrichtte mevr. v. cL Sande BakhuyzenGrieke de officieele opening door het lint voor den ingang der tentoonstelling door te knippen. WIJ KOMEN W0EN5DA6 BU U AAN? U STELT om TOCH NIET TELEUR LEIDEN. Diasdag. Tweede Sociëteltsavond Reisver- eeniging voor Katholieken, „Har monie", te 8.15 uur. 1 De avond-, nacht- ai Zondagsdienst der apotheken wordt van Ma andagötoten met Zondag 12 Mei as. waargenomen door de apotheken: C. B. Duyster, Nieuwe Rijn 18, Tel. 523 en C. van Zijp, Wilhei- minapark 8, Oegstgeest, TeL 274. „EEN BEPAALD LANDSBELANG". Uit een artikel in de „Avondpost*' (lib.): „Het zou ons volstrekt niet verwonde ren, als wij straks den heer Veraart nog eens het parlement zagen binnentreden als afgevaardigde van de Veel-bestreden Staatspartij, die dit zullen vriend en vijand moeten erkennen van een won derlijk-sterke eenheid blijk geeft. Hetgeen in de huidige tijdsomstandigheden een be paald landsbelang is". Muziek. „SURSUM CORDA". Oratorium Christus. En niet alledaagsche keuze heeft diri gent Anthon van der Horst gedaan. Het gemengd koor „Sursum Corda" voerde on der zijn leiding uit: het groote oratorium „Christus" van Franz Liszt, de wonderlijke en zeer eigene figuur onder de kunste naars. Wij vinden in het programmaboekje een toelichting tot het werk van de hand van den heer Jac. J. Ruygrok, welke den toe hoorder een belangrijke hulp geeft om het werk en het schoone daarin te verstaan al kunnen wij zijn meening niet onver deeld onderschrijven. In 1866 heeft Liszt dit oratorium geschreven, nadat hij zich uit het wereldlijk leven had teruggetrok ken. Het Gregoriaansch neemt hij als basis voor zijn werk. Afwisseling van vormen is er genoeg, want Liszt wendt aan de onbe geleide solozang, de zeer samengestelde en begeleidende koorzang, welke meer plaats maken voor doorzichtig a cappella of het pompeuze symphonisch gedicht. En niette- staande al deze varianten doet het werk zeer lang aan. Er zijn gedeelten, die wij ding hebben; de gedachte, de opbouw der gedachten is zeldzaam prachtig, maar wij kunnen ons toch niet verheelen, dat de uitwerking der gedachten hieraan niet evenredig is. Zijn er oogenblikken van me ditatie onder een overdreven instru mentatie wordt deze gedrukt en ver drukt. Denken wij eens aan César Franck in zijn werken. Daar is meditatie begin en einde. De achtergrond van zijn geniaal werk is de goud-uitstralende verheerlijking Gods, waarbij zijn eigen zielsontroering als een aureool het werk omstraalt. Onbegrijpe lijk komt het ons voor, dat Liszt telkens weer zijn mooie gedachte laat ondergaan in pompeuze orkestschildering, vol bra- vour en zwaargeladen romantische over drevenheid. Anthon van der Horst dirigeerde de uiterst moeilijke muziek met veel talent en ver bazend knap. Maar hij houde ons ten goe de wij wenschen nu tegenwoordig toch iets anders en dat is geest, gevoel en schoonheid. Deze muziek 'hoe goed wellicht be doeld is tè uiterlijk. Wat de interpretatie betreft. Deze was waarlijk indrukwekkend. De koren waren klankrijk en massaal, wel transparant in de a cappellakoren, een kunst, waarmede de dirigent zoo goed bekend is. De stemmen klonken evenwichtig. Een enkele maal schoten de sopranen te kort aan schoon heid bij groote stemuitzetting. Onder de alten onderkenden wij fraaie donkere stemmen. Bij „de wonderbare redding" moesten de heeren het afleggen tegen het orkest. Maar over het geheel waren de mannenstemmen flink draagkrachtig. De inzetten waren vast en de intenties van den dirigent die het geheel bezielde, werden nauwkeurig ingevolgd. Van de solisten was Annie Woud dezen avond verrassend prachtig. Daarentegen vonden wij Max Kloos minder gelukkig, al weet hij (dit niettegenstaande) zijn door leefde aanvoeling op zijn zingen over te brengen. De andere dames solisten waren van WickevoortCrommelin, die zooals wij weten zeer welluidend zingt en lyrisch teer aanvoelt, en Tinde Lorme een mez zo-sopraan met mooie stem, die aanvanke lijk, (vermoedelijk door nervositeit) on zuiver zong, maar later de „Stabat Mater"- melodie zeer stemmingsvol inzette. Kees Smulders was de tenor hij liet zich bijna uitsluitend in de solisten-ensemble hooren. Deze waren welluidend vooral de vrou wenstemmen harmonieerden zeer weL Aan het orkest heeft Liszt een belangrij ke plaats ingeruimd en het Utrechtsch or kest speelde de omvangrijke partij vir tuoos (een enkele ongelijkheid daargela^ ten) en met veel animo. Hennie Schouten geheel in de lijn van zijn instrument nadenkend en ernstig, over al tegenwoordig, paraat, maar weggescho len, de onontbeerlijke orgelstem doende höoren. Ora kort te gaan. Alles was door van der Horst zeer Verzorgd en de inter pretatie was inslaand. Aan het slot enkele momenten van stilte om den aard van het gegeven en de dirigent en de zijnen zijn langdurig gehuldigd. J. K.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 2