STADS
NIEUWS
De laatste dagen van de Flora
26ste Jaargang
VRIJDAG 10 MEI 1935
No. 8112
3)e Êeki^cheSoti/fco/itt
DAGBLAD VOOR LEIDENEN OMSTREKEN
DE ABONNEMENTSPRIJS bednrtgt bg rooroitbetafing:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 II
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur m
verhuur, koop en verkoop: 0.59
V „Al het overige" zal u wor
den toegeworpen.
Wij citeerden gisteren in een artikeltje,
getiteld „Hoe verkrijgen wij meer wel
vaart?", de treffende verklaring van den
geleerden cultuur-historicus, den Leid-
schen hoogleeraar Huizinga over den groo-
ten welvaart van ons volk in de gouden
eeuw.
In ootmoed moeten wij erkennen, aldus
de schrijver van „Nederlands geestesmerk",
dat daarvoor geen andere verklaring is,
dan de Goddel ij ke zegen.
Mochten wij, in ootmoed herbo
ren, ons dien Goddelijken zegen weten te
verzekeren
Maar aan ons, katholieken, ontbreekt zoo
ontzaglijk veel, waardoor 't onze schuld is,
dat aan ons, aan de menschheid niet Gods
belofte wordt vervuld, dat „al het overige"
zal worden toegeworpen
Ook voor het heden zijn van groote be-
teekenis en hebben groote waarde de
woorden, die dr. Schaepman schreef in den
vierden bundel van „Menschen en Boe
ken".
„Wanneer de katholieke volken niet
hier op aarde, voor zoover mogelijk,
het hoogste verwerkelijken, dan is dit
niet de schuld der Kerk. De zonen zijn
't der Moeder verplicht, de "openbare
belijdenis hunner schuld af te leggen.
Want het is onze schuld, o heilige
Katholieke Moeder, onze schuld, indien
„al het overige" ons niet wordt toege
worpen. Gij hebt de belofte, gij hebt
ook de gave; maar wij, hebben wij de
gerechtigheid Gods? Tot u richt men
de verwijten, die ons gelden, en het is
onzer lafheid, onzer loomheid schuld,
indien men U niet huldigt naar Uwe
waarde, maar, helaas! naar ons werk".
Klagend over zooveel rondom ons, kla
gend ook over de gedragingen, onrecht
vaardige en liefdelooze gedragingen van
onze medemenschen, moesten wij meer
klagen over onszelf, over „onzer laf
heid, onzer loomheid schuld!"
Minister Oud over de
moeilijkheden van dezen tijd
Gisternamiddag heeft minister Oud, aan
een koffietafel van bestuur en leden van
de afdeelmg Amsterdam der Ned. Maat
schappij voor Nijverheid en Handel, in
Krasnapoisky, een rede over de moeilijk
heden van dezen tijd gehouden.
De aanpassing aan de nieuwe
economische toestanden.
Wat aangaat de aanpassing van de eco
nomische srructuur van het land aan de ge
wijzigde omstandigheden merkte spr. op,
dat men in dit opzicht aan de Regeering te
groote passiviteit verwijt, in tegenstelling
met de volgens sommigen al te groote acti
viteit op eerstgenoemd terrein.
Is dit verwijt nu wel billijk? zoo vroeg
hij. Geeft men er zich wel voldoende re
kenschap van, dat de macht van de nijver
heid op het gebied van het ingewikkelde
economische leven altijd, tot op zekere
hoogte, beperkt is, en dat aan de overheid
de maent ontbreekt, om sterk ingrijpende
dingen te doen? Men kan tot de Regeering
zeggen: gij moet er voor zorgen, dat een
groot deel van de werkloozen aan den ar
beid komt. De Regeering is zich van het
belang daarvan volkomen bewust, maar an
derzijds weet zjj, dat zij niet door het luk
raak aan het werk stellen van menschen
het economische leven van Nederland zou
dienen. Integendeel, we zouden het eerder
schaden, omdat het gevolg hiervan zou zijn,
dat we we.' ettelijke honderden millioenen
zouden uitgeven, maar straks, als het werk
achter den rug is, blijken zou, dat de eco
nomische kracht van het volk er niet door
versterkt is En dan zouden wij tot de slot
som komen, dat we eenvoudig onze reserve
hadden opgegeten.
Dat neem, niet weg, dat het verrichten
van arbeid moreel dit spreekt wel van
zelf van groote beteekenis is, en beter
dan het ontvangen van steun zonder meer,
ook al is aiie arbeid niet direct productief.
Vandaar aal de minister voor Sociale Za
ken alles doet om, waar mogelijk, de men
schen werk te verscnaffen. Maar dit is niet
wat men verstaat onder constructieve poli
tiek, het zich aanpassen aan nieuwe moge
lijkheden. Velen zeggen: zorg toch voor
nieuwe industrieën. Maar men moet zich
hiervan we.1 goed rekenschap geven, dat
we er, me* het opdraaien van de binnen-
landsche bedrijvigheid zonder meer, niet
komen. De werkelijke koopkrachtvermeer-
dering jcrijgt men eerst, als we haar niet
beperken binnen de grenzen van ons land,
maar omzetten in iets dat we krijgen uit
het buitenland. Als we dat niet bereiken^
dan beteekent het ook niet meer dan het
opteren van de reserves. Wat baat het, of
wij een brug bouwen voor eenige millioe
nen en die brug draagt niet bij tot verge
makkelijking van 't verkeer? Eerst als han
del en nijverheid er door bevorderd wor
den, werpt het in de brug gestoken kapi-
taal rente af.
En zoo is het ook met den bouw van sche
pen. Wij kunnen wel werk verschaffen aan
verschillende Nederlandsche scheepswer
ven, maar de economische weerkracht van
ons volk wordt eerst vermeerderd, als er
vracht voor het te bouwen schip is. Anders
zouden we ook in dit geval alleen maar de
reserves opgebruiken.
In ons kind moeten we in dit opzicht des
te voorzichtiger zijn, omdat we zijn aange
wezen op den invoer van grondstoffen uit
het buitenland.
Het Werkfonds.
Men verwijt ook aan de regeering, dat er
van de 60 millioen van het Werkfonds nog
maar 20 miilioen is aangewezen, en dat er
hiermee nog zoo weinig daadwerkelijk ge
beurd is. Maar men ziet over het hoofd, dat
voor alles noodzakelijke voorbereiding
noodig Is; en dat uit het feit, dat niet da
delijk tienduizend werkloozen aan den ar
beid worden gezet, niet blijkt, dat de re
geering weinig voortvarendheid getoond
heeft. Met name wordt de meerdere in
dustrialisatie van ons land aanbevolen. Spr.
verzekert, dat er geen enkel ernstig plan
is, of de regeering wijdt er haar volle aan
dacht aan Het is echter niet de schuld der
regeering, dal er minder mogelijkheden zijn
dan wenschelijk is.
Reeds een half millioen bezoekers
Tusschen de zee van Darwin-tulpen
Het Industrialisatiecongres
Maandag a.s. zal te 's-Gravenhage een
belangrijk congres gehouden worden, het
Industrialisatiecongres der vier R. K.
Standsorganisaties.
Een redacteur van de „Tijd" heeft een
onderhoud gehad over de beteekenis van
dit congres met den heer ir. F. H. E. Guljé,
voorzitter der Alg. R. K. Werkgeversver-
eeniging, en als zoodanig opvolger van
minister Steenberghe.
Aan dit onderhoud is het volgende ont
leend:
„Dit congres", aldus de heer Guljé, „kon
op geen beter tijdstip komen. Een week
geleden heeft de Regeering haar groote
bezuinigingsplan bekend gemaakt en daar
mee een klassiek voorbeeld gegeven van
negatieve crisisbestrijding. Het voorstel
heeft alom groote teleurstelling gewekt en
inderdaad is het zorgwekkend, wanneer
we realiseeren, dat thans, na vijf jaren
crisis, de Regeering zich nog tot niets an
ders vernjand heeft, dan tot pogingen om
haar eigen budget sluitend te houden, haar
eigen administratie, haar eigen bureaux en
ondernemingen wat minder kostbaar te
maken. Maar de staatshuishouding, het
regeerapparaat, is ten slotte maar een be
trekkelijk klein deel van de volk shuis-
houding. Het gaat er niet om, dat de re
geering haar rekening sluitend maakt,
maar dat ons volk als geheel niet verarmt.
En daartegen biedt het bezuinigings-ont-
werp in het geheel geen waarborg. Of we
nu '77 millioen meer of minder aan onze
departementen ten koste leggen: we blij
ven zitten met 300.000 werkloozen bij een
bevolking die jaarlijks met 100.000 toe
neemt, met een arbeidersbevolking die tot
pauperisme vervalt, met 'n import dien we
uit onzen export niet kunnen betalen, met
fabrieken die niet kunnen produceeren en
met een handelsvloot die in de havens ligt
te verroesten. Dit zijn de problemen, die
een regeering in dezen tijd moet aanpak
ken ik zeg niet oplossen en niet zoo
zeer de vraag, of er op de ambtenaarssa
larissen nog tien millioen meer of minder i
valt te beknibbelen.
„Ik druk me hier met opzet wat sterk
uit om het onderscheid tusschen staats
huishouding en volkshuishouding goed te
doen uitkomen. Natuurlijk waardeer ik het
ten volle, dat de regeering haar diensten
zoekt te versoberen en zoo de openbare
lasten probeert te verlichten. Maar ik her
haal: dat is niet het voornaamste.
„Nu is het gemakkelijk gezegd: de re
geering moet iets doen, maar het is heel
wat meer waard, te zeggen wat de re
geering moet doen. En dat doen wij op
ons congres. Daar zullen we duidelijk de
richtlijnen aangeven, die naar onze over
tuiging tot meerdere welvaart kunnen
leiden".
Het geheele tentoonstellings-terrein van
de Flora, zoowel de „weide", die geen
weide meer is, als de Tulpenhof, lijken
overgoten met wijn wijn van alle mo
gelijke merken en „chateaux", donker- en
lichtrood, paarsig en donkerpaars, met
hier en daar vlekken van een vroolijke
champagne-kleur.
Het is nu dé tijd van de prachtige Dar
win-tulpen, die bij 'tienduizenden in de
Flora te pronk staan.
En ieder van die tienduizenden Darwin-
tulpen schijnt op zijn lange, slanke, be
weeglijke stengel het glas te heffen als
een gelukwenseh aan het tentoonstellings-
bestuur bij het binnenkomen van de
500.000ste bezoeker, welk heuglijk feit he
denmorgen werd verwacht.
500.000....
Een half millioen....
Werkelijk een recordgetal, en een ge
lukwenseh waard aan het driemanschap
Krelage-Van Waveren-Voors, die de gees
telijke vaders van deze tentoonstelling zijn.
Sedert de laatste opgave welke tot en
met 22 April liep, hebben tot op dit oogen-
blik c.a. 247.000 bezoekers de tentoonstel
ling bezocht. Gedurende de 10 dagen der
4e Flora is een gemiddelde van c.a. 21.000
bezoekers per dag bereikt; dit hooge ge
middelde is vooral te danken aan het
drukke bezoek op de twee in deze periode
liggende Zondagen met tezamen c.a.
70.000 bezoekers.
De natuur is nu op zijn allerschoonst.
Het bosch van Groenendaal, dat aan drie
zijden het terrein om-armt, heeft zijn
stroeve geslotenheid laten varen, en om
geeft de rood-paarse tulpenzee met een
reuzen-haag van heerlijk frisch Meigroen.
Een schip vol Yankees.
Men staat er verbaasd over, dat nu
de Narcissen en de Hyacinthen en de ge
wone tulpen zijn uitgebloeid hun af
wezigheid in 't geheel niet wordt gemist.
De Darwin-tulpen, in haar hoog-opvlam-
mende of donkere, peinzende kleuren vul
len de perken, alsof de „Flora" alleen voor
haar bestemd was. De Darwin-tulpen be-
hooren wel tot de mooiste tulpen-variëtei
ten èn door vorm van bloem en stengel èn
door kleur. Het Amerikaansch bezoek
een schip vol Amerikanen wordt heden
verwacht komt juist in de goede tijd,
want de Yankees zijn groote bewonderaars
van Darwintulpen, en al kunnen wij de
Amerikaansche smaak over 't algemeen
genomen niet bewonderen: met hun uitge
sproken voorliefde voor Darwins gevoelen
wij ons verwant.
Het Uitvoerend Comité heeft dit Ame
rikaansch bezoek natuurlijk zeer aange
moedigd om ook deze vooraanstaande
Amerikanen weer te interesseeren voor
allerlei heesters, struiken en bollen, welke
in hun eigen land niet te krijgen zijn en
waarvan de invoer in Amerika verboden
is. Het kan niet uitblijven of al onze ge
wassen zullen hun groote belangstelling
opwekken en dit zal hopelijk bijdragen tot
meer steun aan de pogingen om de Ame
rikaansche grenzen voor onze artikelen
geopend te krijgen.
Dat dit bezoek ook in het teeken der be
langstelling van het Amerikaansche pu
bliek staat, wordt bewezen door het feit,
dat hier reeds dagen van te voren leden
der Amerikaansche pers aanwezig zijn om
het geheele bezoek dezer tour voor hun
couranten te verslaan.
Men zou het heden de Amerikaansche
dag van de Flora kunnen noemen, niet al
leen door de scheepslading kauw-gummi-
boys, of door het overbluffende getal van
een half millioen bezoekers, maar ook door
de bijzonderheid, dat de Amerikaansche
gezant de vijfde en laatste „tijdelijke" zal
inaugureeren.
Aan het begin van den zomer.
Deze laatste „tijdelijke" is een waardig
slot van de tentoonstelling. De aanwezig
heid van Irissen, Dahlia's, en Gladioli
allen voor dit doel in kassen getrokken
zijn een teeken, „dat de zomer nabij is".
De groote ingangshal wordt ingenomen
door de irissen, die in groote gele, blauwe
en witte waaiers een prachtig effect ma
ken tusschen de rozen, die ook hier in
weelderige rangschikking zijn geëxposeerd.
De gaanderij wordt wederom ingenomen
door een potpourri van wat reeds geweest
is en „noch nie Dagewesenes". Als oude
bekenden zagen wij er azalea's en clema
tis, hortensia's en cineraria's en wederom
een bewonderenswaardige collectie Orchi-
deëen, waaronder thans de zeer zeldzame
„Neomerea" de eenige plant van deze
soort in Europa, en afkomstig uit de....
Gran Chaco.
Als nieuwe gasten zijn er thans de Lelies
die geurende wolken door het gebouw
verspreiden, de statige zwaard-irissen, pit-
tig-gekleurde ranonkels en anemonen, en
vele andere bloemen, die met de voor-
jaars-zon geen genoegen namen en eerst
nu ontluiken. De inzending van anjelieren
in vazen bekoort het oog van den bezoe
ker reeds van verre.
De tweede hal is bestemd voor de gla
diolussen, maar daar kan de „pers" niets
van vertellen, omdat de „pers" er niets
van heeft gezien. Het is een knap staaltje
van kweekkunst om op dit vroege tijdstip
Gladiolen en Dahlia's te kunnen toonen
en daarom werd zoo lang mogelijk ge
wacht met de bloemen in de hal te bren
gen. Maar ongetwijfeld zal het weer mooi
zijn. We kunnen deze verzekering met een
gerust hart geven, want heeft de Flora, in
de vele weken van haar bestaan, wel
iemand teleurgesteld?
Het bloemenfeest in Groenendaal gaat
nu ten einde loopen; nog tien dagen kan
men ronddwalen over de bloeiende weide
en langs de rotstuintjes in de bosschen en
dan wordt de Flora gesloten.
Zou het niet mogelijk zijn om zy het
op bescheidener schaal ieder voorjaar
een vollegronds-tentoonstelling te houden
bij Groenendaal. Een soort „toonkamer"
van bloemen in de open-lucht.
Aan de verwezenlijking van dit denk
beeld zijn misschien practische bezwaren
verbonden. Kunnen die niet overwonnen
wórden? In ieder geval hopen wij, dat de
Alg. Vereeniging voor Bloembollencultuur,
niet weer tien jaar zal wachten met aan
Nederland en het buitenland zulk een
grandioos bloem en-festijn aan te bieden.
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER
BLADEN.
DE A.S. LUSTRUMFEESTEN.
Hengelwedstrijd voor de burgerij.
Naar de Lustrumcommissie van het
L.S.C. ons bericht, zal gedurende de lus
trumweek, n.l. op Woensdag 3 Juli voor de
burgerij e^n hengelwedstrijd worden ge
organiseerd.
Nadere bijzonderheden over dezen wed
strijd, welke zal plaats vinden in het
Nieuwe Kanaal, zullen te zijner tijd wor
den bekend gemaakt.
EET MEER MELKBROOD!
In hotel Centraal werd gisteravond de op
richtingsvergadering gehouden van een
comité ter bevordering van het verbruik
van melkbrood, .zooals reeds in andere
plaatsen is opgericht.
O.m. waren hierbij aanwezig vertegen
woordigers van het bakkersbedrijf, den
melk- en veehandel, het Crisis Zuivelbu-
reau en Weih. A. J. Romijn.
Na eenige bespreking werd besloten tot
samenstelling van een comité en contact te
zoeken met vereenigingen, welke het ver
bruik van melkbrood kunnen bevorderen
als b.v. de vrouwenorganisaties.
Tenslotte werd nog het woord gevoerd
door de beer en Hendriks en Vos, resp.
ambtenaar en directeur van het Crisis Zui-
velbureau.
Handelsregister K. v. K.
Wijzigingen: 6586. Pluimveebedrijf
H. van Klaveren, Sassenheim, Molenstraat
13, pluimveehouderij mach. kuikenbroe-
derij, graan- en fouragehandel. Vest. fil.r
Voorschoten, Papelaan o. d. naam: Hoen
derpark „La Callina".
1919. W. A. van Lith en Zoon, Leiden,
Witte Rozenstraat 2a, assurantie, admini
stratie en makelaardij. Wijz. handelsn. in:
D. van Lith.
Opheffing: 5905. T. H. B. Vis, Al
phen a. d. Rijn, Raadhuisstraat 157, siga
renwinkel; bodebedrijf AlphenGouda
Rotterdam.
N. Inschrijving: 6611. S. de Jong,
Leiden, Zoeterwoudsche Singel 81, groot
handel in voedings- en genotmiddelen. E.:
S. de Jong, Leiden (H.V.). Proc.: G. de
JongVisser, Leiden.
VOORNAAMSTE NIEUWS
BUITENLAND.
Boodschap van rijksbisschop Müller in
beslag genomen. (2de blad).
België en Tsjecho-SIowakije protestee
ren te Berlijn tegen Duitsche grensschen-
ding. (2de blad).
Het antwoord van den Engelschen koning
op de adressen van gelukwenseh van Hoo-
gerhuis en Lagerhuis. (2de blad).
BINNENLAND.
Tentoonstelling te Amsterdam op Bouw
en Architecttonisch gebied. (2de blad).
De droogte veroorzaakt verscheidene
bosch- en heidebranden. (Gem. Ber. 4de
blad).
LEIDEN.
Ambtsaanvaarding van prof. mr. F. D.
Holleman. (1ste blad).
SPORT EN WEDSTRIJDEN.
Het slot der Sabelschermwedstrijden van
den Ned. Politie Sportbond. (4de blad).
Interacademiale wedstrijden te Gronin
gen. (4de blad).
Wijzigingen in het Belgisch elftal. (4de
blad).
Ambtsaanvaarding
prof. Mr. F. D. Holleman
Hedenmiddag heeft prof. mr. F. D. Holle
man, nieuwbenoemd hoogleeraar aan de
Leidsche Universiteit in de rechtsweten
schap, om onderwijs te geven in het adat-
recht, zijn ambt aanvaard met het uitspre
ken van een inaugureele oratie in het
Groot Auditorium der Universiteit.
Tot onderwerp van zijn rede koos spre
ker: „de Commune trek in het Indonesisch
rechtsleven", een van de eigenaardigheden
in de structuur van het adatrecht, waar
door dit recht zich van het Romeinsoh recht
en daarop gebaseerde rechtssystemen on
derscheidt. Op dien typischen trek wees
reeds van Vollenhoven in 1917 bij de uit
eenzetting van het Javaansch adatrecht. Het
commune schuilt niet alleen in de merk
waardige rechten die het dorpsbestuur ont
leent aan het beschikkingsrecht der ge
meente, of in de gebruikelijke samenwer
king der dorpsgenooten zich uitend in het
bezit van gemeenschappelijke veekralen of
schuren of in gemeenschappelijke werken;
ook maakt dat commune besef allerlei re
gelingen ter bescherming van de rechten
van het individu overbodig, omdat alle
rechten niet scherp individueel worden
uitgeoefend doch het belang der samenle
ving drukt op alle gebruik van eigen goed.
Dit commune in het recht is geen constante