26ste Jaargang DONDERDAG 9 MEI 1935 No. 8111 3)e GeidaefieSoti/fca/iit DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij ▼oornit^et,»'ing: Voor Leiden 19 cent per week 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week t 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin W betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur em verhuur, koop en verkoop: 0.59 DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. Hoe verkrijgen wij meer welvaart? Door devaluatie, door deflatie of door inflatie? Door de oeconomische politiek van de huidige regeering of door een an dere, en door welke dan?Deze en der gelijke vragen zijn van zeer groot belang. De Christenen, de Katholieken mogen als zoodanig niet onverschillig zijn voor deze vragen, voor het antwoord op deze vragen, hetwelk voor het stoffelijk en ook voor het geestelijk welzijn van ons volk van zulk een groote waarde en niet te onderschatten beteekenis is! Maar toch toch is het waar, dat ten slotte niet door een oeconomisch, niet door een politiek optreden, hoe dan ook, van welke regeering dan ook, meerdere wel vaart verzekerd is.... In zijn jongste studie, „Nederlands gees teswerk" diept de cultuur-historicus, de Leidsohe hoogleeraar prof. Huizinga een verklaring op voor de groote welvaart van onze Republiek in de 17de eeuw. Wat is de oorzaak van dien schitterenden bloeitijd, die gouden eeuw? Prof. Huizinga zegt er het volgende van: „Al deze voordeelen en qualiteiten van Nederland waren noch in de verdienste der individuen, noch in de voortreffelijkheid van het staatkundig stelsel en beleid, noch uitsluitend in een samentreffen van om standigheden gegrond. Wie de oorzaak in één term wilde begrijpen, zou, ook al ware zijn maatstaf zuiver rationeel, er geen be ter woord voor vinden, dan dat van een Godelijken zegen. De geschiedenis moge anderen volken soms trots en glorie op him herkomst leeren, voor ons leidt haar les, als men haar goed verstaat, enkel tot oot moed". De oorzaak van die groote welvaart was geen andere dan.... de Goddelijke zegen, aldus Prof. Huizinga. In niets kan de beroemde cultuur-his toricus een voldoende verklaring vinden, een antwoord op de vraag: hoe is die groo te tijd, die bloeiende welvaart van de 17de eeuw ontstaan; in niets, tenzij in den God- delijken zegen! Dit moeten wij, zoo zegt hjj, in oot moed erkennen. Och, mochten wij allen, ieder van ons inderdaad in ootmoed erkennen, theoretisch en practisch, in ons geloof en in onze da den, in ons denken en ons handelen, dat de Goddelijke zegen aan- de maatschappij, aan ieder van ons afzonderlijk meer wel vaart kan brengen.... Die treffende woorden van prof. Hui zinga zetten wij onszelf en onzen lezers voor ter meditatie. DE WERELDTENTOONSTELLING TE BRUSSEL. HET KATHOLIEKE PAVILJOEN. In een artikel van den Brusselschen cor respondent van „Het Vaderland" lezen wij: „Er zijn op de wereldtentoonstelling te Brussel twee paviljoens welke in den meest volstrekten zin elkanders tegendeel zijn. Dat is het paviljoen van het Katho lieke Leven en dat van Italië. Beide vol doen zij aan het eerste vereischte en zij concentreeren oogenblikkelijk de aandacht der bezoekers. Het Italiaansche paviljoen door zijn soberen, puren en doorzichtigen eenvoud; het Katholieke Leven door zijn brutale, schreeuwende, aartsburgerlijke leelijkheid. Dit laatste paviljoen valt zoo volkomen buiten het ensemble, dat het niet anders genoemd kan worden dan een vlek. Hoe men er toe gekomen is het ka tholieke leven te symboliseeren in deze goedkoope en vulgaire namaakmoskee, blinkend van valsch verguldsel, belache lijk van zinledige gecompliceerdheid, is mij teneenenmale een raadsel. De grootsehheid de adel, de onstoffelijke kracht en de af keer van ijdel wereldsch vertoon, welke in wezen het ware katholieke leven en ieder oprecht Geloof kenmerken, zijn. hier ver te zoeken. Dit klatergouden kermishuis voel ik als een aanfluiting van het elemen tairst religieuse leven en ik zou de Katho lieken,-die zooveel werkelijke schoonheid schiepen, niet gaarne willen beleedigen, door dit mislukte reclame-ding als een symbool van het katholieke leven te aan vaarden." Wij hebben het katholieke paviljoen te Brussel niet gezien. Doch de photo's, welke wij zagen, schijnen ons wel toe, het hier boven gegeven oordeel te bevestigen. UITBUNDIGE LOF VOOR DR. COLIJN. VAN NAT.-SOC. ZLJDE IN.... DUITSCHLAND. De Berlijnsche corr. van het „Hbld." ves tigt er de aandacht op, dat het hoofdorgaan van de Duitsche nationaal-socialistische partij, de „Völkischer Beobachter", in een serie „politici der wereld" thans den Ne- derlandschen minister-president dr. H. Co- lijn behandelt. Het artikel is vol lof over den premier, van wien het zegt, dat hij „zonder eenigen twijfel behoort tot de niet al te omvang rijke reeks van staatslieden van onzen tijd, diie tegelijkertijd ook menschen van groot formaat zijn. Dit bewijst reeds het feit, dat hij, zonder te zijn voortgekomen uit den kring der meestal adellijke families, waar uit Nederland bij overlevering zijn hooge regeerings-ambtenaren recruteert tot eersten minister in den zwaarsten crisistijd geroepen is. Inderdaad is Colijn zijn doctorstitel is een van de vele erkennin gen van de groote verdiensten van Ne- derlandsch standpunt uit gezien een self made-man, die door de stuwende kracht van zijn begaafdheid en zijn energie tot die hooge posities opgeklommen is, die hij reeds in grooten getale heeft ingenomen". Het artikel geeft dan een kort overzicht van den levensloop van dr. Colijn en merkt daarbij o.a. op, dat tot 1932 Colijn in hoofd zaak alleen maar in zijn eigen vaderland bekend was. Daarna echter „vernam de geheele wereld met verbazing, dat hij als lid van de economische commissie van den Volkenbond den moed had zijn internatio nale collega's in Genève kort en nuchter te verwijten, dat wel veel gesproken, maar niets gedaan werd. Een optreden dat geheel in strijd was met zijn openlijke en krach tige persoonlijkheid. In het jaar 1933, in een nieuwe en uiterst ernstige crisisperiode, was hij de eenige politicus van een formaat, dat overeenkwam met den wensch van net Nederlandsche volk naar een sterken lei der. Colijn belichaamt voor het Nederland sche volk de beste protestantsche traditie. Hij is de man die, al mag hij ook niet door ieder bemind worden, toch door vriend en vijand hoog geacht wordt. Bij de jongste verkiezingen heeft een nieuwe man een stemmen aantal verkregen, dat niet ver bij die van de partij des eersten ministers ten achter blijft. Mogelijk dat dit voor de toe komst een wisseling van personen betee- kent. Zulke gebeurtenissen zijn echter ten slotte in het leven der staten niet buiten gewoon. De geschiedenis beoordeelt ten slotte niet den duur van de ambtsperiode, maar de prestaties van een staatsman. En dr. Colijn zal voor dit forum hooge eer in leggen. De „sterke man" van Holland is een gestalte die zoo krachtige letters in het ge schiedboek der Nederlanders geschreven heeft, dat zij onuitwischbaar daarin be staan blijven". Eerste Kamer Dinsdag naim de Senaat een aanloopje voor de laatste ronde dit jaar door zonder beraadslaging en hoofdelijke stemming drie wetsontwerpen aan te nemen, met name: het ontwerp tot wijziging van de Rijwielbe- lastiingwet, het ontwerp tot vaststelling van nieuwe bepalingen tot voorkoming en be-' strijding van ziekten van aardappelen en tenslotte dat tot wijziging van de Arbeids wet 1919. Het laatste ontwerp verbiedt o.a. de kin derarbeid in ondernemingen, die niet tot de industrieele worden gerekend. Het eerste veroorlooft het dragen van het rijwielplaat je op de jas. Woensdag om half twee is de Kamer weer op volle stoom gekomen en wel door een begin te maken met de behandeling van de Indische begrooting. Heden worden de beraadslagingen voort- DE AARTSBISSCHOP VAN BALTIMORE AAN DE MEXICAANSCHE REGEERING. EEN OPEN BRIEF. Z.Exoellentie Mgr. Michael J. Curley, de Aartsbisschop van Baltimore, heeft aan Sr. Francisco Castillo Nagiva, den Ambassa deur v-an Mexico te Washington, een open brief gericht over de kerkvervolging in Mexico. Z.Excellentie verzoekt den Ambassadeur een antwoord te mogen ontvangen op de volgende vragen: le. Is het waar, dat Calles in 1926 in zijn boodschap aan het Congres er zich op heeft beroemd, dat hij 139 katholieke Colleges had gesloten? 2. Zou U willen zeggen, hoeveel zieken huizen er in het begin der negentiende eeuw in Mexico waren, en door wie deze werden onderhouden? 3. Wil U ook zeggen, hoeveel er thans nog zijn en hoeveel er opgehouden hebben te bestaan na de onteigening der gebouwen door de Regeering-Colles? 4. Is het niet waar, dat onder het Spaan- sche bewind de Religieuse Orden een groot aantal middelbare scholen hebben gesticht? 5. Is het niet waar, dat deze na de on afhankelijkheidsverklaring allen zonder uitzondering zijn gesloten tengevolge van de onteigening der gebouwen op last van de Radicale regeeringen? 6. Is het niet waar, dat Giusto Siera, een der meest bekende liberale auteurs, de Staatssecretaris van Opvoeding tijdens de regeering van President Diaz heeft ver klaard, dat Mexico ontelbare weldaden te danken heeft aan de Kerk en aan Spanje, alsmede dat de verwoesting der Katholieke Colleges moet beschouwd worden als een ramp voor het land? 7. Is het niet waar, dat onder de Re geering van Porfirio Diaz eenige vooraan staande katholieken onder de leiding der Hiërarchie zijn begonnen met het invoeren van sociale hervormingen, die later bij Mi nisterieel besluit door de Regeering zijn overgenomen 8. Is het niet waar, dat eenige Mexicaan sche consuls pogingen hebben aangewend om in het buitenland o.a. in de Ver. Staten, de katholieken te vervolgen. Heeft met na me Alessandro V. Martinez, de Mexicaan- sche Consul te Los Angelos, in December j.l. niet getracht een openbare meeting te verstoren, die belegd was ter viering van het feest van O. L. Vrouw van Guadeloupe. Heeft Hermelas E. Torres, de Mexicaansche consul te San Bernardino Californië U.S. A.) bij de stedelijke autoriteiten aldaar geen pogingen aangewend, om een openbare meeting dier katholieken op denzelfden feestdag te doen verbieden? 9. Kunt U aan het Amerikaansche volk een afdoende verklaring geven van de na volgende feiten? De Mexicaansche regee ring laat de regeeringsgezinde pers herhaal delijk met veel ophef gewag maken van allerlei feiten, waaruit zou moeten blij ken, dat de Kerk de Constitutie heeft ge schonden; de regeering schendt evenwel zelf herhaaldelijk de Constitutie, en wel telkens als zij een gelegenheid vindt om de Kerk te onderdrukken, zooals o.a. door de arrestatie van Mgr. Diaz, de Aartsbisschop van Mexico City op 7 Maart j.l. 10. Is het niet waar, dat de rechterlijke autoriteiten in tal van plaatsen kruisen en beelden en andere godsdienstige voorwer pen uit de kerken en scholen en vereeni- gimgsgebouwen hebben gehaald, om deze in het openbaar te verbranden? 11. Is het niet waar, dat een werkeloo- ze schilder Cesarnio Mujico genaamd, in Mexico City geen steun ontvangt uit de werkeioozenkas, omdat hij heeft geweigerd een beeld van O L. Vrouw te vertrappen? 12. Is het niet waar, dat op 3 Maart j.l. in Guadalajara de politie met mitrailleurs heeft geschoten op de Katholieken, die een openbare processie hielden? Kunt U ont kennen, dat hierbij 7 personen werden ge dood en eenige honderden gewond? i 13. Is het niet waar, dat de gezamenlijke j Faculteiten van de Nationale Universiteit i uit naam van de beschaving en de men- j schelijkheid hebben geprotesteerd tegen de j bloedige feiten van Guadalajara. 14. Is het niet waar, dat Fr. Giulio Al varez in Maar 1927 gefusilleerd werd te S. Giuliano in den Staat Jalisco? 15. Is het niet waar, dat Fr. Francisco Lopez werd gefusilleerd in de Paaschweek van 1927 te San Martino? 16. Is het niet waar, dat Fr. Christobal Magolbanes werd gefusilleerd te Colottan in den Staat Jalisco? De Mexicaansche Ambassadeur heeft het schrijven vah Z. Excellentie Mgr. Curley reeds weken geleden ontvangen en nog al tijd geen antwoord gezonden. BINNENLAND DE PRINSES NIET NAAR 'S HERTOGENBOSCH. Wegens het heerschen van de mazelen. Zooals indertijd gemeld, zou H. K. H. Prinses Juliana heden naar 's Hertogen bosch vertrekken voor een tweedaagsch bezoek aan den Commissaris der Koningin in Noord-Brabant, mr. dr. A. van Rijcke- vorsel. Naar wij vernemen, heeft H. K. H. we gens het optreden van de mazelen in de provincie Noord-Brabant, van Haar voor nemen afgezien. H. K. H. heeft deze ziekte als kind niet gehad. SAOEDIE'S KROONPRINS NAAR ONS LAND. Hij maakt een reis door Europa. De kroonprins van Arabië Saoedië zal 14 dezer van daar vertrekken voor een reis naar Europa. Hij zal eerst Italië en Frank rijk en daarna ook Nederland bezoeken. In elk dezer landen denkt hij een week te vertoeven. Vervolgens zal hij zich naar Londen begeven. TEGEN ZIJN WIL OVER DE GRENS GEZET? Vragen van het Eerste Kamerlid Hermans. De heer Hermans heeft aan den minister van justitie de volgende vragen gesteld: 1. Heeft de minister kennis genomen van een artikel in heit „Volk" van Zaterdag 4 Mei, ochtendblad, eerste bladzijde, vierde kolom, waaruit blijkt: adat op Donderdag daaraan voorafgaan de, een Joodsche jonge man, afkomstig uit Duitschland en in het bezit van tien mark, in een café gelegen aan den straatweg Dorp LosserOverdinkel om logies vroeg; b. dat de caféhouder geen gelegenheid daartoe had en dat eenige bezoekers bereid waren den Duiitscher te vergezellen naar Losser, waar wel logeergelegenheid te vin den was; c. dat, toen deze menschen op weg wa ren, twee rijksveldwachters het gezelschap aanhielden, den Duitscher bevalen zijn han den omhoog te houden en hem fouilleerden; d. dat bij de fouilleering niets verdachts op hem werd bevonden; dat hij ook naam en beroep heeft opgegeven en tevens den rijksveldwachters heeft medegedeeld, dat hem in Duitschland gevangenisstraf te wachten stond, omdat hij twee jaar gele den kritiek op de machthebbers in Duitsch land zou hebben uitgeoefend; e. dat de rijksveldwachters hem, niette genstaande hij smeekte niet teruggebracht te worden, hetgeen door de omtsanders dui delijk is vernomen, toch naar de Duitsche grens hebben gebracht en hem aldaar be volen hebben, volgens eigen getuigenis, te rug te gaan en te zorgen, dat hij niet weer in Nederland kwam; f. dat weliswaar de rijksveldwachters ontkennen, dat de Duitscher gewaagd zou hebben van de straf, die hem in Duitsch land stond te wachten, maar dat daarte genover verschillende personen, die bij het geval tegenwoordig waren, pertinent ver klaren dat hij ook tegenover de politie mannen mededeel mg had gedaan van het lot, dat hjj had ondergaan en van het lot dat hem wachtte? 2. Zoo ja, is de minister dan niet van meening, dat bedoelde rijksveldwachters eerst advies of instructies bij den burge meester, bij den grenscommissaris te En schede of bij andere autoriteiten hadden moeten inwinnen? 3. Is de minister verder niet van mee ning, dat de handeling van deze rijksveld wachters streng moet worden afgekeurd en is de minister bereid maatregelen te tref fen, dat iets dergelijks niet meer kan ge beuren. HET BEZUINIGINGSPLAN. Bondsbestuux van de R.K. Onderwijzers vergadert. Het dagelij ksch bestuur van het R.K. On derwijzers verbond heeft besloten, het ver- bondsbestuur bijeen te roepen tegen 26 Mei a.s., waaraan vooraf zullen gaan vergade ringen der hoofdbesturen in de verschillen de bisdommen met mogelijk ook vooraf al- gemeene vergaderingen om de leden der j onderwijzersorganisaties over het bezuini- I gangs ontwerp te kunnen hooren, meldt de j „Volkskr." DE PROV. STATEN VAN ZUID-HOLLAND Opvolger van prof. Veraart. Opvolger als lid van de Provinciale Staten van Zuid-Holland van prof. Ver aart, die zich uit de practische politiek heeft teruggetrokken, is voor de KD.P. mr. A. P. C. Peeters te Den Haag. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Duitschland leent 759 millioen Mark voor werkverschaffing. (2de blad). Het dankwoord van koning George voor de felicitaties bij zijn regeeringsjubileum. (2de blad). Lerroux krijgt een groote meerderheid in het Spaansche parlement. (2de blad). De steunverleening in de Ver. Staten. (2de blad). BINNENLAND. Broedermoord te Zevenbergen. (Gem. Ber. 3de blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN. Nederland in het hockey-tournooi te Brus sel tegen de Britten. (3de blad). De sabelkampioenschappen van den Ned. Politie Sportbond. (1ste blad). REGELING VAN DEN UITVAART TER HARINGVANGST. Bij beschikking van den Minister van Economische Zaken is bepaald, dat het aan tal vaartuigen, dat dit jaar aan de haring- drijf netvissoherij zal mogen deelnemen, op 270 wordt gesteld. Teneinde te voorkomen, dat in het begin een overmatige aanvoer van haring zal plaats vinden, is, evenals dit het vorig jaar het geval was, een regeling getroffen, om het hierbovengenoemde aantal schepen bij gedeelten in de vaart te brengen. Boven dien is met hetzelfde doel het aantal net ten, dat door de schepen ter haringsvangst mag worden, medegenomen, beperkt. Op 13 Mei as. mogen uitvaren 71; op 8 Juni a.s. 65; op 27 Juni a.s. 61 en op 22 Juli a.s. 73 vaartuigen. Vanaf 13 Mei 1935 zal ter haringvangst mogen worden medegenomen een vleet, waarvan de totale bovenspeerreeplengte niet meer bedraagt dan 216 M., vanaf 8 Juni een vleet met een totale bovenspeer reeplengte van ten hoogste 1824 M., en vanaf 27 Juni een vleet, waarvan de totale bovenspeerreeplengte 2432 M. niet te bo ven gaat. DE DRIE CENTRALE LANDBOUW ORGANISATIES. Te 's-Gravenhage vergaderden de dag. besturen der drie centrale Landbouworga nisaties, de Christ. Boeren- en Tuinders- bond, de Kath. Ned. Boeren- en Tuinders- bond en het Kon. Ned. Landbouw-Comité. De volgende besluiten werden ojn. ge nomen: In verband met het feit, dat de aanwe zige fondsen het mogelijk zouden maken den toeslag op den melkprijs te verhoo- gen, hetgeen in verband met de uiterst moeilijke omstandigheden, waarin het veè- houdersbedrijf verkeert noodzakelijk is, werd besloten in overleg met den Alge- meenen Nederlandschen Zuivelbond zoo noodig daartoe stappen bij de regeering te done. Besloten werd een adres te richten aan de Ministers van Financiën en Economische Zaken met betrekking tot de door grond eigenaren te betalen pachtrente welke in verschillende gevallen als veel te hoog moet worden beschouwd. In verband met het feit, dat het beta lingscontingent voor den uitvoer van land en tuinbouwproducten naar Duitschland, zeer ongunstig wordt beinvloed, doordat behalve de vorderingen uit hoofd van Ne derlandschen en Ned. Indischen export naar dit land, tevens zeer belangrijke bij dragen aan rente en aflossing van aan dit land verstrekte leeningen, over de clearing wordt voldaan, werd besloten bij den Mi nister van Economische Zaken aan te drin gen op vergrooting van de exportmoge lijkheid van land- en tuinbouwproducten. Thans kan het bij de handelsovereen komst met Duitschland toegestande invoer contingent veelal niet worden benut, om dat het niet mogelijk blijkt de betaling van den export veilig te stellen. Besloten werd een schrijven aan de re geering te richten, waarbij de teleurstel ling der organisaties wordt uitgesproken over het uitstellen van de indiening van een wetsontwerp betreffende verlaging van vaste lasten. Gehoopt wordt, dat de regee ring daartoe alsnog ten spoedigste zal be sluiten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1