V lftls llemeiqen toegewijde kammki had DINSDAG 7 MEI 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BUD. - PAG. 8 zichtbaar waren. Mede werd gehoord de bedrijfsleider L. van genoemde melkinrich ting Deze verklaarde dat hij van den dok ter van het laboratorium waar de melkin richting de melk wekelijks laat onderzoe ken, reeds eerder had vernomen dat wa ter bij de melk van verdachte was ge voegd, of deze althans water bleek te be vatten. Verdachte was hierdoor dan ook door en vanwege genoemd laboratorium gewaarschuwd. Na 1 April is verdachte voor melkleverantie uitgesloten. Getuige wilde liever zulks niet verklaren, doch het VAN M'N BOEKENTAFEL Het Schild. Apologetisch Maandschrift, Uitg. der A.V. Petrus Canisdus. In de Mei-aflevering van het Schild schrijft o.a. drs. J. Taal over de beteeke- nis van Maria voor dezen tijd. In de Mei maand mocht in het Schild een beschou- bleek dat als redenen hiervoor de slechte wing over de Moedermaagd niet ontbreken. leveranties het gevolg waren geweest. Verdachte hield bij kris en kras vol en onschuldig te zijn wat zoowel ambten aar als den kantonrechter twijfelachtig voor kwam. De ambtenaar kenmerkte de over treding in zijn requisitoir als een groot schandaal en achtte geen enkele rede voor clementie aanwezig waaarom hij een geld boete vorderde van 250 subs. 50 dagen hechtenis. Gelet op de omstandigheden waarin verdachte huiselijk en financieel verkeerde, waarmede' de kantonrechter rekening wilde houden werd hij veroor deel tot 50 subs. 20 dagen hechtenis. De landbouwer L. S. uit Hazerswou- de had boter afgeleverd aan den landbou- werd K. Bij controle bleek het vat boter geen zegel te bevatten als hiervoor is aan gegeven. Het bleek dat het zegel er wel bij was geleverd, doch niet op de boter, maar los. Verdachte gaf zulks toe en be weerde, dat zijn vrouw zulks had vergeten. De betrokken ambtenaar der crisis-zuivel- wet gehoord, gaf een uitvoerig rapport, en meende dat verdachte niet te kwader trouw was, doch zulks inderdaad was ver geten. Bij het ingesteld onderzoek bleek J. Taal doet het op zijn wijze en wel naar aanleiding van een protestantsch boekje over dat onderwerp. Van die zijde verwach ten wij gewoonlijk geen pleidooi voor de Maria-devotie, maar toch schijnt dit boekje van de protestantsche schrijfster Wilma een zeer goede studie te zijn over de be- teekenis van de Moeder des Heeren en gaat het in vereering voor Maria zelfs zoo ver als het van protestantsch standpunt gaan kan. Het gaat zelfs zoover, dat verschillen de dominees reeds ongerust worden en vra gen: „waar gaat dat heen?" Dat gaat terug naar een zeer natuurlijke en volkomen verklaarbare devotie; naar de aloude en zoo echt menschelijke ver eering van haar, die de Moeder was van den Zoon Gods. „Jammer is het, schrijft Wilma, dat wij, Protestanten, uit reactie tegen Rome, nooit iets met Maria hebben gedaan, of, wat mis schien nog erger is, haar practisch hebben teruggeschoven naast de-vrouw-als-ieder- ander, al geven wij theoretisch nog wel toe, dat zij de meest-begenadigde is onder de vrouwen, het staat eenmaal in den Bijbel. Wij hebben Maria genegeerd, tot groote hem. dat anders het z.g aandrukstempel i schade voor ons, protestantsche christenen' altijd werd gebruikt om het zegel te be vestigen. Het feit was echter strafbaar, zoodat proces-verbaal opgemaakt moest worden. Eisch 15 subs. 6 dagen. Uitspraak 8 subs. 4 dagen. J. J. die verstek liet gaan en een aan rijding in de Bruggestraat te Bodegra- Het is een verblijdend teeken, dat men dit laatste in Protestantsche kringen meer en meer begint in te zien. De overige artikelen zijn alle vervolg artikelen. Zoo vervolgt pater magister B. Luyckx O.P. zijn beschouwingen over onze eenheid ven had veroorzaakt, werd veroordeeld Chrishis en omschrijft hij thans nader tot een geldboete van 10, subs. 5 dagen welke de Sacramenten in ons mystiek leven innemen. Pater E. Janssen J. V. die eveneens verstek liet gaan, werd wegens overtreding der motor- en rijwiel- wet veroordeeld tot ƒ25 boete subs. 10 dg. Een kalf op de slaapkamer De slager R. H. te Alphen, had op frauduleuze wijze geslacht en ongekeurd kalfsvleesch in voorraad gehouden. Bij een Css_R. gaat verder met zijn „antwoord van een leek", over Minimisme en J. Lam- mertse Lz. besluit zijn uiteenzetting over de protestantsche leer der Incarnatie. In de rubriek „Op den Uitkijk" vinden wij een heffend staaltje van de innerlijke verscheurdheid van de protestantsche leer in een strijd tussohen prof. v. d Bergh van wij ons goed herinneren twee candidaten voor een Amsterd amsche hoogleeraarszetel, over welks bezetting onlangs nog al wat te doen is geweest. Zeer juist is verder ook aanhaling van Mussolini, die schrijft, dat tot nog toe geen enkele staat het klaar heeft gespeeld om met al zijn wapens aan de Kerk doodelijke wonden toe te brengen. Woorden voor dictators om ter harte te ne men. In de vragenrubriek komt oa. het Joden vraagstuk om den hoek kijken, waarom trent wij ons elders een aanhaling veroor loven. Ten slotte Boekbespreking en Corres pondentie. huiszoeking door den betrokken hulpkeur- Eysingha en prof. Brouwer; als meester, geassisteerd door de politie, had J 1 A men boven in een kast, waarvan verdach te de sleutel had geweigerd, doch die men toch op andere wijze wist te openen, een geslacht kalf gevonden en een schaal met gehakt. Deze kast bevond zich in een slaapkamer. Verdachte gaf als lezing dat een hem onbekende man het kalf had ge bracht, terwijl hij niet thuis was en uit vrees voor den keuringsdienst het kalf bo ven in genoemde kas had verborgen gehou den. De kantonrechter kwam zulks on waarschijnlijk voor en vroeg of dan de on bekende man niet om zijn geld was ge weest. Verdachte zeide, dat de man hierom nog nimmer was geweest. Zoowel ambte naar als kantonrechter kwamen zulks on aannemelijk voor en de kantonrechter maakte dan ook de opmerking: dan was 't zeker van het mannetje uit de maan (hila riteit op de publieke tribune). De betrok ken keurmeester gaf omtrent een en ander een uitvoerig relaas en deelde mede, dat verdachte ook hem het verhaal van den onbekenden man had gedaan. De ambte naar vond het gewoon schandalig een dergelijke knoeierij, om het vleesch in- stede van in een ijskast te bewaren, in een kast op een slaapkamer. Het vleesch, dat Provmcialaat-huis der Paters is afgekeurd, bleek bovendien niet kiem-Montfortanen te Meerssen js telegrafisch vrij, zoodat de volksgezondheid ernstig be- be™** ontvangen van het overlijden van nadeeld had kunnen worden. Bovendien d«n Hoogeerw. Pater Guillaume Swelsen, was hem gebleken dat verdachte nog nietv'«ris Generaal en Religieuse Overste van had geleerd. Hij wilde op de zaak niet J het missie^iistrict Cabo Delgado (Porta- vooruitloopen, doch inmiddels was reeds2eescil Nyassaland) weer tegen verdachte proces-verbaal opge-overledene werd geboren te Schim- maakt wegens overtreding der vleeschkeu- mert 3 Mei 1882, studeerde aan de Aposto- KERKNIEUWS HOOGEERW. PATER GUILLAUME SWELSEN, MONTFORTAAN t ringswet. Hij vorderde dan ook tegen ver dachte een geldboete van ƒ200 subs. 60 dagen hechtenis. Ter verontschuldiging voerde verdachte nog aan, dat de keurings dienst hem zocht, omdat 'n knecht van hem een zaak van bedoelde dienst aan het licht had gebracht, die niet door den beu gel kan, althans een dergelijke mededee- ling. De kantonrechter gaf verdachte een reprimande, terwijl de betrokken keur meester zich door deze mededeeling belee- digd achtte en den kantonrechter vroeg of hier iets aan was te doen, die hem advi seerde een klacht tegen verdachte in te dienen bij den rijksveldwacht. De kanton rechter echter rekening willende houden met 'smans omstandigheden, veroordeelde hem tot 100 boete subs. 50 dagen hech tenis. De zaak-Tonnet Bij vervroeging heeft de Arnhemsche rechtbank gisteren uitspraak gedaan in de zaak van generaal Tonnet tegen den Arn- hemschen zenuwarts dr. S. in verband met de opsluiting van den generaal in een krankzinnigengesticht. De rechtbank heeft generaal Tonnet ont vankelijk verklaard in zijn eisch tot scha devergoeding, maar heeft een commissie ingesteld voor een onderzoek naar de vraag of de wijze, waarop de psychiater zijn on derzoek zou hebben gedaan, onverantwoor delijk moet worden geacht. In deze com missie hebben zitting prof. dr. L. Bou- man, prof. 'dr. H. C. Rümke en dr. H. v. d. Hoeven, allen te Utrecht. KOOPT BIJ HEN, DIE IN UW DAGBLAD ADVERTEEREN lische school „St. Marie" in zijn geboorte plaats, xegde zijn professie af in de Congre gatie der Paters Montfortanen 15 Aug. 1901. Na zijn Priesterwijding in 1906 vertrok hij als eerste Hollandsohe Montfortaan naar de missie van Shiré in Engelsch Nyasaland. Bijna een kwart eeuw was hij daar on afgebroken werkzaam. Toen in 1930 het Missie-district van Cabo Delgado in Potugeesch Nyasaland aan de Hollandsche Provincie van de Paters Mont fortanen werd toevertrouwd, ontving Pater Swelsen de benoeming tot Religieuse Over ste van deze Missie. Ook Rome erkende de verdiensten van den ijverige Missionaris door hem in 1934 tot de hooge waardigheid van Vicaris-Ge neraal voor zijn Missie-district te verheffen. Zijn ontijdige dood is een zwaar verlies voor de Montfortaansche Congregatie. PHILOSOPHICUM EN THEOLOGICUM. Van de 94 studenten, waarmede in Sep tember 1933 het Philosophicum te War mond begonnen is, zijn in den loop des jaars 15 studenten naar elders vertrokken, terwijl 35 zijn overgegaan naar het Theo- logicum. In September 1934 zijn er van het Klein-Seminarie te Heemstede 37 studen ten bijgekomen, zoodat in September 1934 begonnen is met 81 leerlingen, waarbij nog gevoegd moeten worden 2 studenten komende van elders. Het geheele getal be draagt alzoo 83 studenten in de wijsbe geerte. Van de 130 studenten waarmede in 1933 het Theologicum is begonnen, zijn er 8 naar elders vertrokken, terwijl 40 de H. Pries terwijding ontvingen. In October 1934 kwa men 35 studenten van het Philosophicum naar het Theologicum. Het totaal aantal be draagt dus 117 studenten. UIT DE RIJNSTREEK ALPHEN AAN DEN RUN. DE VERNIEUWING VAN DE ALPHENSCHE BRUG. Een beslissing voor de toekomst. De Commissie van advies voor de uitbrei dingsplannen in deze Provincie stelt zich op het standpunt, dat het uitbreidingsplan dezer Gemeente niet zal mogen worden goedgekeurd, indien met Gedeputeerde Sta ten geen overeenstemming is bereikt inzake de rivierovergangen bmnen deze Gemeen te Ook het College van Gedeputeerde Sta ten huldigt deze opvatting. Uit besprekingen, welke met de Commis sie zijn gevoerd, is gebleken, dat door de Provincie zoowel ten oosten van Gouw- sluis als ook in de omgeving van den Hee ren weg een brug is geprojecteerd, en dat het maken van een tweede oeververbin ding in de kom der Gemeente van gemeen tewege niet zou worden goedgevonden. Daarom moet ook worden afgezien van het vroeger naar voren gebracht plan een tweede brug te maken ter hoogte van de Voorstraat. Aan het plan der Provincie ligt ten grondslag de gedachte, dat de bruggen ten oosten en westen van de bebouwde kom meer speciaal zullen worden gebouwd om te voorzien in de behoefte van het door gaand verkeer, terwijl de oeververbinding in de bebouwde kom van meer plaatselijk belang wordt geacht. Het is ook daarom, dat Gedeputeerde Staten de beslissing hier over aan de Gemeente wenschen over te laten. Hoewel wij het standpunt van het Pro vinciaal college dat deze oeververbinding alleen of grootendeels van plaatselijke be- teekenis is, niet deel en, noopte dit ons toch ons er rekenschap van te geven of de brug in de kom der Gemeente op dezelfde plaats zou moeten blijven dan wel of naar een andere plaats zou moeten worden omge zien. Van den aanvang af zijn wij er van uit gegaan, dat slechts op grond van zeer drin gende redenen aan een verplaatsing van het tegenwoordige centrum zou mogen wor den gedacht. Onze technische dienst heeft in samen werking met die der Provincie verschillen de mogelijkheden on Ier oogen gezien. Daar uit is echter niet gebleken, dat de bouw van een brug op een andere plaats voor- deelen biedt, welke een zoo ingrijpende verandering zou wettigen. Tegen het door de Commissie van advies voor de uitbreidingsplannen geopperde denkbeeld om de bestaande oeververbin ding in het centrum te vervangen door een brug met een doorvaarthoogte van 4.5 Meter welke was geprojecteerd ter hoogte van de Lemzonlaan hebben wü ons verzet. De opritten van de brug op die plaats zou den immers op zoo grooten afstand van de rivier beginnen en eindigen, dat de com municatie van de oeide oevers daardoor ernstig zou worden belemmerd. Ten slotte restte ons nog te bezien, welke oplossing met behoud van de brug op de tegenwoordige plaats de voorkeur verdien de. Wederom in overleg met den Provincia len Waterstaat heeft onze technische dienst een tweetal ontwerpen gemaakt. Het eerste (A) geeft een brug met een doorvaarthoog te van 2.60 M., gelijk aan die van de door de provincie te Boskoop en Waddinxveen te bouwen bruggen. In het tweede (B) heeft de brug een doorvaarthoogte van 3.30 M.; deze meerdere hoogte echter maakt voor het rij verkeer aan de Lage zijde een via duct noodzakelijk met opritten in de Van Boetzelaerstraat, terwijl ten dienste van voetgangers trappen zijn ontworpen Of schoon elke vergrooting van de doorvaart hoogte het aantal malen, dat de brug moet worden geopend zal verminderen, meenen wij toch, dat de bezwaren aan het tweede plan (B) verbonden, zoo groot zijn, dat wij met beslistheid aan het eerste (A) de voor keur geven. Immers, wordt door dit plan (A) bereikt een groote verruiming op het kruispunt: Bruggestraat, Van Boetzelaer straat, Raadhuisstraat, Van Mandersloo- straat, terwijl door het tweede (B), ook al blijft het voor het klein verkeer (handkar ren en fietsen) mogelijk onder het viaduct door te gaan, op dit kruispunt voor altijd een belemmering voor het vrij intensieve verkeer wordt opgeworpen. Met het maken van een nieuwe brug hangt onverbrekelijk samen de vraag wel ke verruiming daarvoor in de omgeving van de Bruggestraat noodig is. Op het dezerzijds tot Gedeputeerde Sta ten gericht verzoek ons te willen mededee- len, hoe de rooilijn zou moeten worden vastgesteld, heeft dit College ons bericht, tot vaststelling van een rooilijn voor de Noordzijde van de Bruggestraat eerst kan plaats hebben, nadat een keuze uit beide plannen is gedaan. Hoewel de verwerkelijking van het hier voor bedoeld plan eerst in verre toekomst plaats zal kunnen vinden, is het de wensch van de Gedeputeerde Staten dat Uw Raad zich thans reeds uitspreekt aan welk der beide ontwerpen hij de voorkeur geeft. Wij zijn de meening toegedaan dat de keuze moet vallen op het eerste ontwerp (A) en geven U in overweging aldus Uw keuze te bepalen. De Commissie van Bijstand voor de Open bare Werken heeft zich met dit voorstel vereenigd. Met nadruk willen wij er nog op wijzen dat met het uitspreken van deze voorkeur niets wordt beslist omtrent de financieele consequentie van dit vraagstuk. Het bou wen van de brug zelf dient voor rekening der Provincie te geschieden. Hierover is tusschen Gedeputeerde £>taten en ons Col lege geen verschil van gevoelen. Maar ook meenen wij, dat het maken van de noodige toegangen tot de brug en het scheppen van de ruimte daarvoor meer een aangelegen heid der Provincie dan die der Gemeente is. Het Provinciaal belang komt reeds tot uiting, gezien het feit, dat de Bruggestraat zelf eigendom der Provincie is. Als U een eigen toegewijde kamenier had, dan zou die niet critischer en meer in Uw eigen belang kunnen spreken dan ons personeel volgens onze orders doet. Zoodra ge binnenkomt en ge geeft Uw wensch te kennen, dan wordt uit onze groote collectie swaggers, complets, driekwart mantels, blouses, jumpers, hoedjes en rokken datgene gepakt, wat past bij Uw figuur, past bij Uw oogen. Uw haar en Uw teint. Dikwijls kan een kleinigheid zoo'n groot ver schil opleveren. Ook al wilt ge nu niet koopen, kijk niet- alleen, wat in de etalages is, maar kom ook binnen, want binnen hebben wij honderdmaal zooveel. U kunt alles rustig bekijken en passen. Voor Voorjaar en Zomer 1935: HAAGSCH MODEHUIS is alléén gevestigd: Groote Marktstraat 58, 's-Gravenhage. 's Zaterdags geopend van 8.30 tot 11.30 en van 1.30 tot 10 uur. INGEZONDEN STUKKEN De gevaarlijke hoeken op het Rapenburg. Leiden, 6 Mei 1935. Her verkeer op het Rapenburg is, naar mijn meening, wel wat onverantwoordelijk geregeld. Men moest langs het gehééle Ra penburg één-richting verkeer invoeren, ge lijk reeds voor een groot gedeelte ervan het geval is. Voor de zooveelste maal zag ik vanmorgen weer een kleine botsing. Wij, burgers van Leiden, kennen al dat gevaar lijke hoekje op den hoek Rapenburg Nieuwsteeg. Maar voor iemand, die hier on bekend is, blijft het een gevaarlijk plekje. Een tweede ongelukkige hoek bevindt zich bij het Nutsgebouw nog. Vanmorgen kwam het ook daar tot een kleine schade aan voertuigen. Kan daar nu niet eens eeri groote spiegel worden geplaatst, zooals in de gemeente Rijnsburg er een staat, zoodat degene, die van de Langebrug af komt, het verkeer van links aan kan zien komen. Dat kan al veel helpen. W. N. PHILIPSE, Kampersteeg 4. ROND EEN NASCHRIFT. Bij een ingezonden stuk van den heer N. Verberg in 't blad van 4 Mei j.l. over de kwestie: „De kweekeling met acte", schrijft de redactie een naschrift dat m.i. niet erg gelukkig is. Er staat: „Bijkomstigheden buiten be schouwing latend, willen wij wel opmerken, dat wij 't eens zijn met de strekking, dat jeugdige onderwijskrachten niet behoeven te worden gesalarieerd met het salaris, dat voor volledig bevoegde onderwijskrachten is vastgesteld; wél echter moeten worden gesalarieerd, enz." Hierbij 'n paar opmerkingen: lste U maakt een tegenstelling tusschen jeugdige onderwijskrachten en volledig bevoegde onderwijs- krachten. Maar een jeugdige onderwijs kracht is met 2*11 acte L.O. toch volledig bevoegd? Ais u bedoelt, dat een jong pasbeginnend onderwijzer in salaris niet gelijkgesteld be hoeft te warden met een geroutineerd on derwijzer met veel ervaring, die bovendien vaak een gezin ten zijnen laste heeft, ben ik dat volkomen met u eens. Maar daar voor zorgen de periodieke verhoogingen endat is niet de kwestie waar 't hier om gaat. 2de „De jeugdige leerkrachten moeten wél gesalarieerd worden". Wat verstaat de redactie onder „gesalarieerd"? 3de. Met de uitvinding „onderwijzer 2de klas" van uw medewerker schijnt de redac tie 't eens te zijn. Die medewerker, die vol gens de redactie bij het onderwijs geweest is, is er zeker al lang uit. Ik stel hem 't volgende voor: L Laat hij eens iinformeeren wat het sa laris van een beginnend 18-jarig onderwij zer in een 3de klas gemeente is. II. Laat hij eens eerlijk zijn meening daarover zeggen. Hl. Laat hij dan eens zeggen of er nog een instelling bij dient te komen het z.g. onderwijzerschap 2de klas waarbij het aan vangssalaris nóg lager wordt, zoodat een zelfstandig bestaan absoluut onmoge lijk wordt. Uw driestar waarin met uiterst scherpe woorden de instelling: „kweekeling met acte" veroordeeld wordt, laat aan duidelijk heid niets te wenschen over. Maar dan moet de redactie toch, na eerlijke objectieve be schouwing, de „uitvinding" van haar mede werker eveneens veroordeelen, omdat daar bij de jeugdige leerkrachten eveneens het slachtoffer worden van een te ver doorge voerde bezuinigings-politiek. P. C. VAN DER MEER. Zevenaar, 5 Mei. Wij wenschen het instituut van kwee- kelingen met acte, zooals dat in de practijk is uitgegroeid tot een sociaal en moreel wanproduct, opgeheven! Liever vandaag dan morgen. Als dan in den nood van de schatkist wordt tegemoet gekomen door aan beginnende onderwijzers een lager sa laris te geven (afgezien nog van de perio dieken) dan aan hen, die reeds eenige jaren in de practijk zijn, dan zou dat dan een op zich niet verwerpelijke maatregel zijn. Als men het daarbuiten kan stellen, dan zullen wij dat echter niet.... betreuren! Red.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 8