DINSDAG 7 MEI 1935
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BUD. - PAG. 7
BLIJFT UIT HANDEN VAN
WOEKERAARS.
EEN GEVAL WAARBIJ 100 RENTE
PLUS KOSTEN WERD GEëlSCHT.
Ernstige waarschuwing.
Ondanks de wettelijke voorschriften en
de gemeentelijke en particuliere bemoeiin
gen, er op gericht, om het publiek uit de
handen van woekeraars te houden, weten
dezen onder de schaarsch met aardsche
goederen bedeelden nog telkens weer nieu
we slachtoffers te vinden.
In de meeste gevallen lekt hiervan heel
weinig uit, doordat betrokkenen him fi-
nancieele omstandigheden voor de buiten
wereld zoo lang mogelijk geheim trachten
te houden, zulks ten profijte van den geld
schieter, die in de rustige, overtuiging,
leeft, dat de publieke opinie zich niet al te
dikwijls met zijn practijken zal bemoeien.
Een dezer dagen bekend geworden ge
val toont echter nog eens weer duidelijk
aan, hoe deze heer en werken en wat er
waar is van de financieele hulp, die zij zoo
gaarne beweren te verleehen.
Hoe men te werk gaat.
Zekere L., tot voor kort werkzaam als
boekhouder op een handelskantoor te Rot
terdam, doch tengevolge van de crisis
werkloos geworden, wilde, ten einde bui
ten den steun te blijven, een pension be
ginnen, doch beschikte niet over voldoende
middelen, om zich behoorlijk in te rich
ten.
Hij besloot te schrijven op een herhaal
delijk in de advertentiekolommen van een
der Rotterdamsche bladen voorkomende
annonce, waarin op voordeelige voorwaar
den geld ter leen wordt aangeboden en
kwam in relatie met een op keurigen stand
wonenden en alleen daardoor reeds ver
trouwen wekkenden heer K., aan wien hij
zijn wensch, om ƒ500 te leenen, kenbaar
maakte. Deze ried hem al dadelijk aan, zijn
aanvrage te verhoogen tot 1000, omdat
de daaraan verbonden kosten toch onge
veer dezelfde zouden zijn. L. moest direct
10 administratiekosten betalen en een
stukje teekenen, waarin hij verklaarde, bij
het tot stand komen der leening een kleine
provisie "te zullen betalen. Aanvankelijk
twijfelde hij, of hij op deze aanbieding in
zou gaan, maar op de stellige verzekeringen
van den heer K., dat de zaak spoedig in
orde zou komen, sloeg hij toe, teekendc het
contract en betaalde.
De rol van tnsschenpersoan.
Enkele dagen later ontving hij bericht,
dat hij zich had te vervoegen bij een bank
met een philantropisch klinkenden naam,
welke zijn post verder zou afhandelen.
Eerst nu bleek, dat K. slechts de rol van
tusschenpersoon in deze geschiedenis had
te spelen. De bank eischte ƒ6 infonmatie-
kosten, die om het reeds gestorte geld niet
verloren te doen zijn, maar weer werden
betaald en men beloofde, na grondig on
derzoek, spoedig bericht. Dit bericht kwam
met de vleiende woorden „dat de informa
ties in moreel opzicht alleszins gunstig"
waren, maar.... men had toch nog niet
voldoende inlichtingen kunnen bekomen en
daarom wenschte de bank taxatie van L's
meubilair, hetgeen 15 kostte. Nadat men
den in het nauw gedreven boekhouder te-
telfonisch had verzekerd, dat hem verder
geen kosten in rekening zouden worden ge
bracht, stortte hij nog eens het verlangde
bedrag en was nu dus 31 kwijt. De ex
pertise had plaats, het rapport van den
„expert" viel gunstig uit en de leening kon
dus tot stand komen. Het gestelde vertrou
wen scheen niet misplaatst. De bank ver
wittigde hem, dat zij bereid was, L. een
leening te verstrekken, echter niet van
1000 maar van 430. Hij had zich op een
Donderdagmiddag te vervoegen op 'n no
tariskantoor, omdat men van de leening
een notarieele acte wenschte te doen op
maken. In het stuk, dat hem daar ter tee-
kening werd voorgelegd en waarvan de
inhoud eerst later geheel tot hem is door
gedrongen, verkocht de boekhouder zijn
ganschen inventaris aan dé bank. Hij mag
het echter in bruikleen behouden en als
hij al zijn verplichtingen behoorlijk zal
zijn nagekomen, wordt het wederom zijn
eigendom. Als tegenprestatie leent de bank
haar cliënt de somma van 335, terug te
betalen met 420 in 7 termijnen van 60
per maand.
Het geld kwam op tafel,
maar.
Nadat de acte was voorgelezen en getee-
kend, kwamen de ƒ335 op tafel. De nota
risklerk nam hiervan 25 voor notarieele
kosten en vóór de heer L. het resteerende
bedrag veilig kon stellen, verwisselde de
directeur der bank een bankbiljet van 20
voor een kwitantie van hetzelfde bedrag,
met de woorden, dat hem door den com
missionair K. was verzocht diens provisie
maar ineens af te houden. Eenigszins be
duusd incasseerde L. de overgebleven 290.
Thuisgekomen kwam hij tot nadenken en
bedacht, dat hij door deze transactie voor-
loopig het eigendomsrecht op zijn inboe
del kwijt is en dat hij ten slotte feitelijk
slechts 290 verminderd met de reeds be
taalde 31, is 259 in handen heeft gekre
gen, waarvoor hij 420 zal moeten terug
betalen.
Te laat
Weliswaar te laat heeft hij zijn weder
waardigheden meegedeeld aan de Rotter-
damsche Commissie voor Woekerbestrijding
welke hem heeft verwezen naar den direc
teur van het Gemeentelijk Controle-bu
reau op geldschietbanken en pandhuizen.
Deze instelling heeft thans de zaak in on
derzoek en zal nagaan, in hoeverre de
bank en haar tuschenpersoon zich aan
strafbare feiten hebben schuldig gemaakt.
Voorloopig is reeds vastgesteld, dat het
geen L. aan renten en kosten heeft moeten
betalen, per jaar omgerekend, ongeveer
190 bedraagt.
In verband met het bovenstaande geeft
de directeur van genoemd Bureau het pu
bliek nogmaals ernstig in overweging, zich
grondig van de bonafiditeit van voorschot
banken en geldschieters te overtuigen, al
vorens daarmede in relatie te treden. Het
gemeentelijk bureau, gevestigd aan het
Groote Kerkplein No. 38 is iederen werk
dag van 9 tot 12 geopend tot het verstrek
ken van inlichtingen.
DE KWESTIE SPOORHOUT.
Thans is verschenen het zeer uitvoerige
eerste gedeelte van het verslag van de
commissie tot het instellen van een onder
zoek naar de bij de schriftelijke en mon
delinge gedachtenwisseling over het IXde
hoofdstuk der Rijksbegrooting voor 1934
ter sprake gekomen feiten in verband met
de N.V. „Spoorhout" en het grindbagger-
bedrijf te Linne.
Dit eerste gedeelte bestaat uit een in
leiding en de behandeling van de kwestie
Spoorhout.
De commissie komt hierbij tot de vol
gende conclusies:
1. dat verschillende der tot uitging ge
komen klachten feitelijken grondslag mis
sen of betrekking hebben op feiten of om
standigheden, welke niet of slechts in
zeer geringe mate tot critiek aanleiding
geven;
2. dat echter tegen het gevoerde beleid
naast bezwaren van minder belang ook
ernstige bedenkingen zijn aan te voeren;
3. dat zeer in het bijzonder tot ernstige
critiek aanleiding geven het sluiten door
de Spoorwegen van het contract-Noer en
him medewerking aan de uitvoering van
dat contract, welke medewerking:
a. in belangrijke mate tot de vorming
van de te groote voorraden met de daar
aan verbonden nadeelige gevolgen, heeft
bijgedragen;
b. tot de besteding van onnoodige hooge
prijzen heeft geleid;
c. ernstig gevaar in het leven heeft ge
roepen voor de terugbetaling van het over-
groote deel van de door de spoorwegen
bij het genoemd contract verstrekte geld-
leening van ƒ700.000;
4. dat de ter kennis van de commissie
gekomen aanwijzingen en geruchten om
trent corruptie handelingen van ambtena
ren der Spoorwegen geenerlei bevestiging
hebben gevonden;
5. dat, hoezeer niet kan worden ont
kend, dat de verhouding, die bestaat tus-
schen de Spoorwegen als afnemer en
Spoorhout als in- en verkoopcombinatie,
voor de Spoorwegen voordeelen kan ople
veren en in bepaalde gevallen ook opgele
verd heeft, aan den anderen kant aan een
zoodanige verhouding, althans bij den hui-
digen opzet, gevaren van beteekenis zijn
verbonden, welke gevaren in hoofdzaak
bestaan:
a. in de bepaling, dat ten minste 80 pet.
van de behoefte bij de in- en verkoopcom
binatie moet worden gedekt, welke bepa
ling kan leiden tot gemis aan voldoende
vergelijkingsobjecten bij de prijsbepaling;
b. in de bevoegdheid van die combina
tie om zelfstandig ook met anderen zaken
te doen, welke bevoegdheid, indien daar
van een gebruik zou worden gemaakt, dat
tot meer of minder aanzienlijke verliezen
zou leiden, voor de Spoorwegen ernstige
financieele consequenties zou kunnen heb
ben;
c. in de volkomen vrijheid van den per
soon, die met de leiding van de meerge
noemde combinatie is belast, om, voorzoo-
ver het niet dwars-liggers en aanverwan
te artikelen betreft, alle handelsdaden te
verrichten, die hem goeddunken en deel te
nemen in alle ondernemingen, welke hij
daardoor geschikt acht, welke vrijheid in
bepaalde omstandigheden kan leiden tot
combinaties en verwikelingen van transac
ties, waardoor de belangen der Spoorwe
gen niet, althans niet in de eerste plaats
en in hoofdzaak worden gediend;
6. dat de genoemde opzet tevens
doordat hij er toe heeft geleid, dat de ges
tie van de Spoorwegen en die van Spoor
hout niet voldoende uit elkaar zijn gehou
den mede als oorzaak is te beschouwen
van verschillende der in de practijk ge
bleken bezwaren;
7. dat op grond van een en ander ern
stig behoort te worden overwogen, of niet
de verhouding tusschen de Spoorwegen en
Spoorhout dient te worden geliquideerd dan
wel de bepalingen, waardoor die verhou
ding wordt beheerscht, aan een ingrijpen
de herziening dienen te worden onderwor
pen.
LASTEN DER PLUIMVEEHOUDERS.
Mogelijkheden tot verbetering
zijn beperkt.
Op vragen van den heer Hiemstra be
treffende het nemen van maatregelen van
Regeeringswege tot het verlichten van de
lasten der pluimveehouders, ontstaan door
de verhoogde voederkosten, heeft minister
Steenberghe geantwoord, dat hij van oor
deel is, dat uit de tegenwoordige lage eieren
prijzen geenszins blijkt, dat de binnen-
landsche consumenten van eieren de ver
hoogd*. productiekosten, als gevolg van de
heffing op granen, niet meer betalen. De
lage eierenprijzen zijn een gevolg van de
geringe opbrengsten in verschillende be
langrijke buitenlandsche afzetgebieden.
De pluimveehouderij heeft de bijzondere
aandacht van den minister. Er wordt ern
stig naar verbetering in' den toestand ge
streefd, doch de mogelijkheden zijn be
perkt.
KATHOLIEKE METAALBEWERKERS-
BOND.
(Vervolg).
Ingekomen waren een aantal voorstellen
om een andere contributieregeling te tref
fen, die tot contributieverlaging leidt.
Daar het vraagstuk der contributierege
ling au fond niet is een vraagstuk van de
zen bond alleen, doch van alle samenwer
kende bonden, werd besloten, dat het be
stuur trachten zal in uniformiteit met de
andere bonden tot een aanvaardbare contri
butieregeling te komen.
Indien dat mocht gelukken, zal de nadere
uitwerking door het hoofdbestuur met ver
tegenwoordigers van de districtsbesturen
van dezen bond geschieden.
Mocht die uniformiteit niet tot stand ko
men, dan zal het hoofdbestuur zelf komen
met ten voorstel tot wijziging der contri
butieregeling, in dien zin, dat daarbij ook
opgenomen is afvoering van de wachtlijst
van /.Herwonnen Levenskracht".
Een tweetal voorstellen van Blerik en
Breda, om de contributie van „Herwonnen
Levenskracht" met 1 cent per week te ver
hoogen, werd ingetrokken op advies van
het bestuur. Dit bestuur stelt zich n.L voor,
bij de bestudeering van het geheele contri
butie-stelsel ook de financieele verhouding
tot „Herwonnen Levenskracht" nader te
bezien.
Datzelfde contact zal ook onderhanden
nemen een drietal ingediende voorstellen
betreffende een pensiomieering op 65-jari
gen leeftijd. Zooals ze door deze afdeelin-
gen waren voorgesteld achtte het hoofd
bestuur ze onaanvaardbaar.
De groot kluif van deze vergadering was
een voorstel van het hoofdbestuur, waarbij
een nadere regeling werd vastgesteld be
treffende de restitutie dde aan de afdeel in -
gen van eiken verkochten contributie-zegel
gegeven kan worden. De ondergrond van
dit voorstel is, dat het vooral voor kleinere
afdeelingen gunstiger is dan voorheen.
Een der voorwaarden was, dat gratifica
ties in welken vorm ook, van deze restitu
tie niet gegeven mochten worden.
Nadat de algemeen penningmeester in
zijn antwoord aan de verschillende sprekers
enkele kleine toezeggingen gedaan had,
doch in de hoofdlijnen het bestuursvoorstel
verdedigd had, werd het zonder hoofdelij
ke stemming aangenomen.
Enkele voorstellen tot vrijstelling van
contributiebetaling werden krachtig van
bestuurszijde bestreden. Het is niet moge
lijk als algemeene regel andere vrijstel
lingen te geven dan reeds zijn vastgesteld.
Een aantal voorstellen, dat bedragen die vol
gens ministerieele beschikking niet uit de
werkloozenk assen uitbetaald mogen wor
den, uitbetaald worden uit de bondsgelden,
waren niet voor uitvoering vatbaar, niet
slechts om de consequenties, die daaraan
vastzitten, doch ook omdat de Minister be
zwaar daartegen maakt. De betreffende
voorstellen werden niet door de vergade
ring aanvaard. Met een dankwoord van den
voorzitter, werd daarop het tweedaagsch
samenzijn gesloten.
a
LAND- EN TUINBOUW
AMERIKAANSCH BEZOEK AAN FLORA.
Statendam Flowership.
Het Uitvoerend Comité van Flora schrijft
Om ons doel te bereiken, dat door mid
del van deze tentoonstelling ook, voorzoo
ver mogelijk, voor de Nederlandsche tuin
bouwproducten reclame in Amerika zou
gemaakt worden, hebben wij helpen orga-
niseeren een cruise van Amerikaansche
tuinbouwkundigen en bloemenliefhebbers
met de „Statendam". Aanstaande Donder
dag zal dit schip te Rotterdam aankomen
met aan boord de uit ongeveer 150 perso
nen bestaande groep die, zooals zij het zelf
noemt, een pelgrimstocht maakt naar het
land der tulpen.
Dank zij de medewerking van onze Ame
rikaansche propaganda-oommissie, waarvan
John Scheepers de leiding en de heer Ra-
velli het veelomvattende secretariaat
waarnam, zijn de over alle Staten versprei
de z.g. Garden Clubs voor dit plan geïnte
resseerd met opmerkelijk gevolg. Ook de
vereenigingen van beroepstuinbouwers in
Amerika hebben zich voor deze tocht ge
ïnteresseerd. Een gezelschap prominente
Amerikanen, waaronder zeer bekende tuin-
liefhebbers uit verscheidene staten hebben
aan den oproep gevolg gegeven en nemen
aan deze reis deel, welke speciaal voor een
bezoek aan de Internationale Bloementen
toonstelling Flora 1935 werd georganiseerd.
Het feit dat een officieel vertegenwoor
diger van den Gouverneur van de Staat
New-York en van de Horticultural Society
of New-York en van de Society of Ame
rican Florists in het gezelschap zijn, geeft
aanleiding tot het voornemen om de partij
bij verschillende gelegenheden officieel te
ontvangen. Zulks zal tijdens het 10-daag-
sche verblijf dezer groep verschillende ma
len geschieden.
Donderdagmorgen 9 Mei zal op het
Raadhuis te Rotterdam, de burgemeester
en de voorzitter van de Rotterdamsche Ka
mer van Koophandel het gezelschap ont
vangen. Des namiddags wordt de lunch ge
bruikt op het Kasteel Oud Wassenaar, al
waar de voorzitter der A.N.V.V., Baron
Krayenhof, namens deze vereeniging ont
vangt. Een rondrit door de bloembollen
streek volgt.
Vrijdagmorgen wordt het gezelschap te
10 uur op het Haarlemsche Raadhuis na
mens het Gemeentebestuur van Haarlem
verwelkomd, waarna het zich naar het ten
toonstellingsterrein, te Heemstede begeeft
om de officieeel opening van de 5e Tien-
daagsche (FloraV) bij te wonen. Bij de ont
vangst door het Uitvoerend Comité zal de
RECHTZAKEN
KANTONGERECHT TE LEIDÉN.
Bloembollenteelt zonder ver
gunning.
Voor den Leidschen kantonrechter wa
ren een groot aantal personen gedagvaard
Aan al deze verdachten was ten laste ge
legd dat zij zonder vergunning bloembollen
hadden geteeld en^ dat zij dus ook niet wa
ren aangesloten geweest bij de centrale,
die deze vergunningen afgeeft.
Al deze overtredingen waren gepleegd in
Mei van het vorig jaar. Door allerlei om
standigheden werden al deze zaken nu pas
behandeld.
Zoowel de ambtenaar als de kantonrech
ter meenden termen aanwezig te achten om
in deze gevallen een heel lage boete te
eischen en op te leggen gezien de geringe
oppervlakte, die meestal beplant was en
het feit, dat bijna alle verdachten de bol
len hadden geteeld om de bloemen te kun
nen snijden en te verkoopen. Veroordee
ling moest wel volgen, daar de overtredin
gen gepleegd waren.
Zoo hoorden zich veroordeeld:
J. v. D. te Noord wijk eisch en uit
spraak 2 sub. 1 dag.
N. v. E. Gzn. te Rijnsburg eisch 2
sub. 1 dag, uitspraak conform.
J. V. te K a t w ij k, eisch 1 sub. 1 dag,
uitspraak 2 sub. 1 dag.
M. H. Wzn. te Rijnsburg, eisch en
uitspraak 2 sub. 1 dag.
T. O. te Alkemade 2 sub. 1 dag,
eisch en uitspraak.
C. v. V. te Voorhout, eisch en uit
spraak 2 sub. 1 dag.
A. Z. te N o o r d w ij k, eisch 2 sub. 1
dag, uitspraak conform.
Van al deze verdachten was de opper
vlakte van 'het beteelde land onder de
twintig roe gebleven.
Degenen, die een grooter oppervlak be-
teeld hadden, hoorden een iets hoogere
boete tegen zich eischen.
W. de R. te K a t w ij k, oppervlakte
28 roe, eisch en uitspraak 4 sub. 1 dag.
N. J. R. te Alkemade, 21 roe, eisch
en uitspraak 4 sub. 1 dag.
A. J. te K a t w ij k, 69 roe, eisch 2 sub.
2 dagen, uitspraak conform.
N. H. V. te R ij n s b u r g, 130 roe, eisch
10 sub. 4 dagen, uitspraak conform.
Aangehouden werden bovendien nog de
zaken tegen P. R. te N o o r d w ij k, G. v.
V. Jzn. te Rij nsburg en B. R. te Val
kenburg, om meer bewijsmateriaal bij
een te brengen.
Overtreding jachtwet.
A. v. M. te 's-Gravenhage heeft ten eer
ste, geloopen op de spoorbaan der. N.ZJH.
en ten tweede zich met een brandende
carbidlantaarn bevonden in een weiland,
kennelijk met het doel om wild op te spo
ren.
Verdachte ontkent het loopen op de
spoorbaan, maar geeft toe te hebben ge
loopen in het weiland niet met het doel
wild op te sporen, maar om wormen te
zoeken en de sloot te belichten om te
kijken of de paling al „liep". Om dat te be
wijzen had hij een viertal getuigen a dé
charge meegebracht, die de verklaring van
den verbalisant moesten probeeren te weer
leggen, hetgeen niet gelukte, daar door dit
getuigenverhoor nog meer de schuld van
verdachte kwam vast te staan. Bovendien
hielp zijn ontkenning hem niet erg, daar
hij voor zulke delicten N reeds meerdere
malen veroordeeld was geweest.
Eisch voor het eerste feit 3 sub. 1 dag
en voor het tweede, dat de ambtenaar een
ernstige overtreding noemt 25 sub. 10
dagen met verbeurdverklaring der in be
slag genomen carbidlantaarn.
Uitspraak voor het eerste feit'vrijspraak
en voor het tweede een principale hechte
nis van 6 dagen met verbeurdverklaring.
V erkeersovertredin gen.
N. G. J. v. R., automobielen-handelaar
te 's-Gravenhage, heefL te Katwijk aan
den R ij n op den Wassenaarsche weg met
zijn auto niet behoorlijk uitgehaald bij het
passeeren van een autobus. Dit passeeren
geschiedde juist onder het daar ter plaatse
zijnde viaduct.
De aangeredene, als getuige gehoord,
verklaarde uiterst rechts van den weg te
hebben gereden, dat de verdachte geheel
links op hem toe was komen rijden en
bovendien niet voor zich uit heeft gekeken
daar hij zijn aandacht ergens anders op ge
vestigd had. Zelfs een getuige a décharge
moest verklaren, dat verdachte midden op
den weg had gereden althans niet rechts.
De ambtenaar zegt, dat verdachte op het
moment van de aanrijding heeft zitten
„slapen", in elk geval zijn aandacht niet
burgemeester van Heemstede aanwezig
zijn. De voorzitter van het Uitvoerend Co
mité spreekt een welkomstwoord en de
Amerikaansche Gezant te 's-Gravenihage,
Z. Exc. Grenviïle T. Emmet, verricht de
openingsplechtigheid. Dien dag zullen
lunch en diner, waaraan door verschillen
de autoriteiten en met name Amerikaan
sche, wondt deelgenomen, in het restau
rant der tentoonstelling gebruikt worden.
Op Zaterdag zullen bezoeken gebracht
worden aan de beide historische tentoon
stellingen resp. voor de geschiedenis der
bloembollencultuur in het Frans Halsmu
seum en van bloemschilderkunst in Teyler's
Museum, terwijl een tweede bezoek aan
Flora wordt verondersteld.
Trouwens, ook de volgende dagen van
deze tour zijn zoo ingericht, dat men op de
meest rustige en aangename wijze de meest
bezienswaardige tuinbouwcentra van Ne
derland bezoekt, afgewisseld door bezoe
ken aan de meest merkwaardige Hoiland-
sche bezienswaardigheden.
bjj den weg te hebben gehad, zoodat hij de
autobus veel te laat heeft gezien. Hij noemt
verdachte een gevaar voor den weg en
zegt, dat dit een ernstig feit is, dat hij zwaar
zal straffen. Intrekking van het rijbewijs
zal hij voor dit'maal nog niet vragen, maar
laat het niettemin voor verdachte een waar
schuwing zijn; hij eischt ten slotte een
boete van 100 sub. 25 dagen. Uitspraak
conform.
G. J., garagehouder te den Haag, moest
terecht staan terzake hij op den Hoogen
Rijndijk onder de gemeente Zoeter-
w o u d e met zijn auto te snel had gereden,
gezien de gesteldheid van den weg dien
dag (het had gehageld en de weg was tame
lijk glad). Door deze snelheid had ver
dachte, toen er uit tegenovergestelde rich
ting een auto naderde, niet tijdig genoeg
kunnen stoppen. Dit was noodzakelijk, aan
gezien er daar ter plaatse een auto beladen
met hout langs den weg stond. Hij was door
zijn te groote snelheid tegen den tegen
ligger aangereden, hetgeen hij volgens zijn
eigen verklaring had gedaan om zich niet
dood te rijden tegen de stilstaande vracht
auto waarvan de planken over de auto
heen staken.
Eisch 20 sub. 6 dagen. Uitspraak con
form.
J. N. K. te Leiden heeft met zijn auto
rijdende op den Leidsche weg te Voor
schoten een voetganger aangereden die
geheel rechts van den weg liep.
Verdachte zegt er mets van bemerkt te
hebben en pas later te zijn gewaarschuwd.
De aangeredene, als getuige gehoord, kon
niets verklaren, daar hij na het ongeval be
wusteloos was geworden. Zijn broer, die
bij hem liep verklaard zelf op den gras
kant geloopen te hebben terwijl zijn broer,
de aangeredene, op het verharde wegge
deelte liep. Signalen had hij niet gehoord.
Eisch 15 sub. 5 dagen. Uitspraak 25
sub. 10 dagen.
M. de G., taxi-chauffeur te 's-Gravenhage,
heeft met zijn taxi in den vroegen morgen
gen van den tweeden Februari een licht-
zuil aangereden op den Rijnsburgerweg te
Leiden. Een der inzittende dames had
hierdoor haar arm gebroken.
Uit de stukken bleek, dat de betrokken
lichtzuil niet had gebrand en dat de ver
dachte bovendien verblind was geworden
door een hem tegemoet komende auto. Bo
vendien kwam vast te staan, dat verdachte
heel langzaam heeft gereden.
De ambtenaar vraagt vrijspraak, daar er
geen bewijzen zijn aangevoerd, dat verdach
te schuld heeft, waarmee de kantonrechter
zich kon vereenigen.
Aangehouden werden alsnog de zaak
tegen L. A. H. te Wateringen die op de En-
degeesterlaan te Oegstgeest een co
lonne militairen is gepasseerd, terwijl zulks
niet mogelijk was, daar zich een bakfiets
in zijn rijweg bevond; en de zaak tegen
L. L. O. te Voorschoten, die met een.
vrachtauto heeft gereden waarvan de laad
bak breeder was dan de cabine en daar
door zijn richtingaanwijzer niet duidelijk
zichtbaar was geweest bij het veranderen
van richting.
KANTONGERECHT
TE ALPHEN AAN DEN RUN
Voor den kantonrechter mr. J. H. W. N.
Nicolai hadden zich te verantwoorden: al
lereerst v. D. uit Woubrugge wegens
een overtreding van de vleeschkeuringswet,
nJ. het niet overbrengen van een uit nood
gedood schaap naar de noodslachtplaats.
Als getuige werd gehoord de veearts de
heer v. d. Berg. Daar verdachte was ten
laste gelegd het aanwezig hebben van een
gslacht schaap anders dan in afwachting
van de, keuring, vorderde de ambtenaar
van het O. M. vrijspraak, waar de kanton
rechter met medeging.
Een „plakker" gesnapt
J. v. K. uit Bodegraven had zich
schuldig gemaakt blijkens de dagvaarding
aan overtreding van het plakverbod in die
gemeente. Als getuige werd gehoord de
verbalisant de gewezen agent van politie
P. V. uit Bodegraven. Deze verklaarde te
hebben gezien dat verdachte met zijn hand
een biljet tegen een paal had geduwd. Op
een desbetreffende vraag zoowel van den
ambtenaar als kantonrechter of verdachte
een biljet dat zich op de paal reeds be
vond had aangeduwd of dat hij een los
biljet in zijn hand had gehad en dit tegen
de paal had geduwd, wat toch als de eigen
lijke handeling moest worden beschouwd,
bleek verbalisant niet heel sterk in zijn
verklaringen. De ambtenaar, die af wilde
zien van de politieke zijde, vorderde vrij
spraak, daar hij gelet op de verklaringen
van verbalisant geen wettig en overtuigend
bewijs geleverd achtte. Ook de kanton
rechter had niet de overtuiging van wettig
bewijs verkregen.
Bij kris en bij kras.
T .v. d. Kr. uit Nieuwkoop had zich
te verantwoorden wegens melkverval-
sching. Verd. die zijn melk leverde aan de
Sierkan, had melk afgeleverd, n.l. 2 bussen
die pl.m. 20 pet. water bleek te bevatten.
Verdachte beriep er zich op, dat personen
die hem vijandig gezind waren zulks had
den gedaan. Reeds eerder was zulks voor
gekomen. 's Avonds zette hij de bussen op
zijn erf, deed hierin de avondmelk en vul
de dan 's morgens de ochtendmelk erbij.
Door een vrachtrijder of melkrijder V.
werd de melk 's morgens weggehaald. Dc
bewuste avond had hij vergeten de bussen
binnen te zetten wat hij anders gewoonlijk
deed. De volgende morgen had hij ook ver
geten te kijken of men water bij de melk
had gedaan, toen hij hierbij de ochtend-
melk goot. Als getuige werd gehoord de
genoemde melkrijder. Deze verklaarde, dat
de bussen die op het erf van verdachte al
tijd 's morgens stonden, van den weg af