STADS NIEUWS 26ste Jaargang DINSDAG 7 MEI 1935 No. 8109 3)e £eid6eli£(5oii/ï<Mit DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedrssgt bij Toornit^et*fiiig: Voor Leiden 19 cent per week 2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 I GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel Voor Ingezonden Mededeelingen wordt het dubbele van het tarief berekend. TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin b«- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur ea verhuur, koop en verkoop: f 0-50 DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. Prof. Veraart afgetreden als voorzitter der K.D.P. Zooals wij elders mededeelen, heeft prof. Veraart het voorzitterschap van de Kath. Democr. Partij neergelegd. Zal dit besluit practisch het einde van de K. D. P. beteekenen? Zéker zal een groot deel van hen, die bij de laatste ver kiezing hun steun of stem aan de K. D. P. hebben gegeven, dat niet doen, als b.v. de partij zal gaan staan onder leiding van den heer Wesseling. Wij kunnen begrijpen, dat de uitslag der verkiezingen voor de Prov. Staten prof. Veraart heeft teleurgesteld, „hem er van (heeft) overtuigd, dat langs den gekozen weg voor de verwezenlijking van zijn poli tieke denkbeelden niets is te bereiken." De uitslag was ook inderdaad beneden, zelfs niet hoog gespannen verwachtingen. Als nu de leider van de K. D. P. ver klaart, dat langs den gekozen weg „niets is te bereiken" voor de verwezenlij king van zijn politieke denkbeelden, dan ligt daarin toch opgesloten, dat, naar zijn meening, zoowel door hemzelf als door zijn volgelingen, die weg moet worden verla ten, beslist en zonder aarzelen. De verkla ring, die prof. Veraart geeft voor het neer leggen van zijn voorzitterschap van de par tij, toont toch allerduidelijkst aan, dat, naar zijn overtuiging de partij moet ver dwijnen, als nutteloos! Onomwonden immers verklaart hij wij herhalen „dat langs den gekozen weg voor de verwezen lijking van zijn politieke denkbeelden (die ook de politieke denkbeelden der K. D. P. zijn) niets is te bereiken". Welnu dan moet er een andere weg worden gezocht en gevolgd. Welke? Het antwoord, dat wij op deze vraag meenen te moeten geven, is al gegeven, voordat wij het uitspreken!.... In de R.K. Staatspartij kunnen prof. Veraart en zij, die het met hem eens zijn, hun denkbeel den propageeren; moeten zij him denk beelden propageeren, als zij deze willen verwezenlijkt zien, omdat er oi. geen an dere weg is. Langs den gekozen weg is, aldus prof. Veraart, niets te bereiken. Ook al zou het stemmental op de K. D. P. dubbel en drie dubbel zoo groot zijn, dan nog zou er dat is ónze meening langs dien weg niets te bereiken zijn. En een anderen weg voor de Katholie ken, dan dien van de R.-K. Staatspartij, zien wij verder niet. Wij schreven daags na de verkiezing voor de Prov. Staten, dat een lichtzijde was in het verbreken van de eenheid der politieke organisatie van de Katholieken, dat een man als prof. Veraart in de Prov. Staten was gebracht. En wij betreuren 't dan ook, dat prof. Veraart besloten heeft, „zich geheel uit het practische politieke leven terug te trek ken". De wijze, waarop hij de practi sche politiek door de stichting eener af zonderlijke organisatie heeft gevoerd, be treuren wijde manier, waarop hij zich her haaldelijk heeft uitgelaten over bekwame en respectabele persoonlijkheden in de R.-K. Staatspartij, hindert ons en smaakt ons niet! Maar zijn bekwaamheid hebben wij nooit geloochend, integendeel, en even min de juistheid van zijn sociaal inzicht ontkend. Wij willen daarom 'n Veraart niet missen in de practische politiek! Intusschen begrijpen wij volkomen het besluit van prof. Veraart onder deze om standigheden, om zich (voorloopig?!) ge heel uit het practische politieke leven te rug te trekken. Een Katholiek kan niet anti-semiet zijn Men staat soms „verstomd en verslagen over den kudde geest van moderne menschen". In „Het Schild1" wordt de vraag gesteld: „Hoe is 't mogelijk, dat Katholieken soms anti-semiet kunnen zijn? Dat er Joden zijn, die zich niet goed gedragen, draagt daarbij toch niets bij. Er zijn toch ook slechte Ka tholieken. Ik heb het werkje gelezen van Herman de Man: „De Joden _en hun ver volgers", en heb mij daarna afgevraagd, hoe voor een weldenkend mensch anti semitisme mogelijk was." aldus de vra gensteller. En pater Otten geeft hierop het volgende kernachtige antwoord: „Uw vraag is mij zeer sympathiek, al is 't moeilijk er in 't kort op te antwoorden. Ik meen wel voorop te mogen zetten, dat over 't algemeen de Katholieken niet het meest anti-semiet zijn. Zeker niet in ons land. In Frankrijk was er op het laatst der vorige eeuw een anti-semitische beweging, die ook veel Katholieken meekreeg. Histo rische en psychologische factoren waren daar in 't spel, die veel verklaarden, al wet tigden zij die houding van sommige Katho lieken niet. De uitwassen van de overmacht veler naam-Israëtieten op politiek, econo misch en geestelijk terrein, waren daar ook 't sterkst. De veelbewogen geschiedenis der Joden laat ons herhaaldelijk zien, dat de Pausen van Rome partij kozen tegen een onbillijk en onrechtvaardig anti-Semitisme. Dit wordt ook ridderlijk erkend in het on langs bij Querido verschenen boek van Va lerian Marcu: „Die Vertreibung der Juden a us Spanien". Dit is een edel boek, al kan een Katholiek óok niet alles erin onder schrijven. De verdraagzaamheid der Pau sen tegenover de Joden wordt door den auteur zelfs in een heel hoofdstuk betoogd: „Das tolerante Rom und das untolerante Spanien". Ik lees daar op bladz. 80: „Die Kirche hat auch stets die Juden geschützt. Wenn der von Gottverlassenen Mönchen angeführte Pöbel die Ghettostraszen voller Raublust überflutete, wenn die Alternative: Tod oder Taufe zur mörderischen Wirklioh- keit wurde, schleuderte der Heilige Vater den Groszen Bann gegen die Verfolger. Zwar war der heilige Vater weit und die Mörder nahe, aber es geb wenigstens eine höchste moralische Instanz allem ver- ganglichen iiberlegen die sich in brüder- lichem Geiste bemühte, die universalen Momente der Menschheit zu schützen, und die der ihr wesensfremden jüdischen Ohn- macht helfen wollte" Deze en nog andere breede en eerlijke uitspraken zijn veelzeg gend in den mond van den joodschen schrij- Een Katholiek, die anti-semiet is, gaat daardoor in tegen den geest van Christus en den geest en het voorbeeld zijner Kerk. Geen reden tot anti-Semitisme mag zijn het wangedrag sommiger Joden. Meestal zijn dat naam-Joden, laten we dit toch niet ver geten. Zij zijn de aanleiding en soms de oorzaak van een eenzijdig en onbillijk oor deel over dè Joden, zooals naam-Katholie- ken ook vaak veel afbreuk doen aan een rechtvaardig oordeel van buitenstanders over hèt Katholicisme. Verstandige men- schen moeten weten te distingueeren en niet personen met de leer verwarren, geen schijn voor werkelijkheid aanzien. Maar hoe gaat het? Veel mensch en denken niet, maar andere denken voor hen, en zij brou wen die anderen klakkeloos en critiekloos na. In onzen modernen tijd hebben we daar van nog meer en droeviger voorbeelden dan in de „duistere?" middeleeuwen. Als den kend en critisch mensch staat men soms verstomd en geslagen over de kuddegeest van moderne menschen. Voorbeelden lig- gen voor 't grijpen bij onze Duitsche buren en ook bij ons, bij de gebiologeerden door de tam-tam-reclame der N. S. B. Zoo is ook psychologisch te verklaren dat som mige Katholieken anti-semieten zijn. De zelfde vraag kunnen we als Katholieken stellen over het soms grenzeloos domme anti-papisme van sommigen. Zoo las ik zoo juist nog een antwooxl van ds. Kersten op een vraag over Rome (zie de R.K. „De Ba zuin" van 5 April 1935). Nu is ds. Kersten m.i. wei geen intellectueel, maar zelfs voor een niet-intellectueel is zijn antwoord te pyramidaal dom. Als voorganger en ïnlich- ter van vragende menschen, toont hij toch de barste onkunde over het Katholicisme. Hoe zoo'n man te genezen van zijn hatelijk I en dom anti-papisme? Ik weet het niet. Op- I voeding, vooroordeel, eenzijdigheid, domme haat, enz. enz. zijn hier in 't spel. Zoo moe ten we ook sommiger anti-Semitisme ver klaren. Ik deel dus uw verwondering en ook uw waardeering voor het nobele boek je van Herman de Man. Anti-semieten, die genezen willen worden, moeten dat boekje gebruiken als geestelijke medicijn". WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN ONKEESCH. De U'rechtsche Courant schrijft: „Wat kan toch de reden zijn, dat men zich van sociaal-democratische zijde zoo bijzonder interesseert voor de geloofsover tuiging van tegenstanders? In die mate, dat het „Volk" zelfs een uitgebreid onderzoek heeft ingesteld naar de juistheid van een desbetreffend gerucht? Een gerucht, waarop ook het nat.-soc. weekblad van dhr. Mussert openlijk zin speelde met de vermelding van minister Marchant als den collega „en, naar de ge ruchten luiden, eerlang den geloofsgenoot" van den katholieken minister Van Schaik. Minister Marchant, desondervraagd door een redacteur van de roode Arbeiderspers, gaf dezen noch bevestiging noch ontken ning. Uit zijn antwoord bleek alleen, dat hetzelfde gerucht'loopt ten aanzien van mr. Boasson, den nieuwen gemeente-secretaris van 't-Gravenhage. De houding der sociaal-democratie in deze is grof onkiesch. Beweert ze niet im mer, dat godsdienst privaatzaak is? Wat steekt ze zich dan in de godsdienstige roer selen, die al of niet anderer hart mogen be wegen? En als zij ons, katholieken verwijtend voorhoudt, dat wij ons godsdienstig gevoel naar een bepaalde staatkundige partij doen overhellen, en ons andere partijen ten voor beeld stelt, waarin menschen van allerlei geloofsovertuiging plaats vinden, wat heeft zij zich dan ermee te bemoeien, welke de geloofsneiging is van een tot zulk een an dere partij behoorend politicus? Is dat: „politiek en godsdienst uiteen hou den" Ook Koningin Astrid te Noord wijk. Gemeld wordt, dat koningin Astrid de zen zomer enkele weken te Noordwijk zal doorbrengen, om daar, evenals haar kinde ren, de Nederlandsche taal, welke zij met haar Vlaamsche onderdanen volkomen cor rect wenscht te kunnen spreken, geheel machtig te worden. Officieus wordt bevestigd, dat koningin Astrid een blijde gebeurtenis tegemoet ziet, welke tegen einde November of begin De cember wordt verwacht. ZEEREERW. HEER B. F. KÖSTERS, benoemd tot Pastoor der S. Martinuskerk te Hillegom. De Jubileerende Mariacong regati es Feest-bijeenkomst in de Stadszaal. Met een moederlijke glimlach zag Ma ria neer, vanaf haar hooge standplaats tus- schen palmen en witte bloemen, op de krioelende en roezemoezende menigte van congreganisten, die gisteravond in de Stads gehoorzaal waren bijeengekomen om het jubeltij van hun geliefde congregatie te herdenken. De Mei, de lente trilde in de lucht en deze trilling plantte zich voort tot onder het hooge dak van de Gehoorzaal, waar jeugd en ouderdom waren vergaderd om de Koningin der Mei te huldigen. De le venslust van de Meimaand kwam vooral tot uiting in de jongere generatie, die nu en dan wat al te ongedurig en te dartel was, en de aandacht stoorde. Maar Maria zag met een moederlijke glimlach op allen neer. Bloei naar buiten, Groei naar binnen. De feestavond werd geopend door Kape laan Gudde, die een welkomstwoord sprak tot den Deken, tot de geestelijkheid (die in grooten getale aanwezig was), tot Prof. Steger en tot alle aanwezigen. Een bizon der woord van welkom richtte spr. tot Pas toor Nieveen van Dijkum, wiens komst naar Leiden met een ware ovatie werd be groet. Kapelaan Gudde hoopte dat voor de Mariaoongregatie, die hier ter stede reeds 2200 leden telt, deze jubileum-viering een steunpunt mocht zijn om te komen tot een groote innerlijke bloei en levens-verdie ping. Na dit welkomswoord werden wij onder gedompeld en meegevoerd in een stroom versnelling van zingende en juichende stemmen, in het heerlijke motet „Alleluia Tulerunt" van den begenadigden kunste naar Palestrina. Het was een smeeken en bidden van donkere mannenstemmen: „men heeft mijnen Heer weggenomen"; een ju belen en juichen van heldere jongensstem men, op-wiekend als een zingende vogel- schaar in het blijde Alleluia. De uitvoering door het Zangkoor der nieuwe Mon Père, onder leiding van Kape laan Dorbeck is verre boven onze lof ver heven. Wij kunnen slechts zeggen, dat wij genoten hebben van dit koor, dat, behalve dit motet, in den loop van den avond, nog heeft uitgevoerd het Offertorium „Laudate Dominum", eveneens van Palestrina en het Ave Maria van Franz Witt het laatste voor mannenkoor. Het mosterdzaadje. De Deken, de hoogeerw. heer Homuile, heeft vervolgens een korte toespraak tot de congreganisten gehouden. De Deken noem de het een verblijdend teeken, dat het Ka tholieke leven hier ter stede zoo bloeiend is in verschillende geestelijke genootschap pen, o.a. in de Maria-congregatie. De Mar ia- congregatie vergeleek spr. met het mosterd zaadje uit de parabel: nietig en onbeduidend was haar begin, thans omvat zij alle volke ren der aarde. Blijde en met erkentelijk heid zijn wij hedenavond hier gekomen, om te gedenken welke zegen de Congrega tie voor de wereld en voor ieder harer le den is geweest. Moge deze feestavond een aansporing zijn tot allen, daadwerkelijke en trouwe leden te worden. Moge met de vergrooting van het ledental gelijke tred houden de verdieping van ons geestelijk leven, van onze liefde tot Maria, opdat Zij, d-> Middelares aller Genaden, voor ons zal zijn, zooals wij Haar zoo dikwijls in de litanie hebben begroet: de Deur des He mels. Door Irma Timmerman, aan de vleugel begeleid door A. Martijn, werden nu eeni- ge Maria-liederen gezongen. Zij zong deze liederen in de eenvoudige trant, die met het echte Maria-lied overeenstemt: onge kunsteld en zonder overdreven pathos. Vooral het eerste lied „Het was een maghet uitverkoren" was bizonder mooi naar onze bescheiden en niet tot critisch oordeelen bevoegde meening, het mooiste van deze cyclus. Aan de zangeres werden, als blijk van aller groote waardeering, bloemen overhandigd. Wat de Paus wil: vernieuwing. Het „pièce de résistance" van dezen avond vormde de rede, in twee deelen, door prof. dr. A. Steger, lid van de Eerste Ka mer der Staten-Generaal. Prof. Steger sprak over de Katholieke Actie, zooals deze door den Paus wordt opgeroepen, daarbij erop wijzend, waarom juist de Maria-Con- greganisten aan deze nieuwe en vernieu wende beweging behooren deel te nemen. Paus Pius XI roept alle Katholieken op uit te trekken als leekenapostelen, als echte Christenen en Christus-strijders om de groote schat van het geloof aan anderen mee te deelen. De Paus roept alle Katho lieken op tot deelneming aan het hiërar chisch leekenapostolaat, aan de uitbreiding van het Godsrijk op aarde. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. Z. H. de Paus over het Duitsche heiden dom. (2de blad). Berlijn aanvaardt arbitrage in de zaak- Jacob. (2de blad). Radio-rede van den Engelsche koning. (2de blad). Nieuwe coalitie-regeering in Spanje. (2de blad). BINNENLAND. Prof. dr. J. A. Veraart heeft het voorzit terschap der Kath. Dem. Partij neergelegd (2de blad). De kantonrechter te Leiden legt lichte straffen op aan een aantal personen, die zonder vergunning bloembollen hebben ge teeld (Rechtz., 2de blad). Auto in Zuid-Willemsvaart gereden; vijf inzittenden gered. (Gem. Ber., 3de blad). Zware band in de binnenstad van Rotter dam. (Gem. Ber., 3de blad). Op hol geslagen paard doodt een ouden man en verwondt een anderen. (1ste blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN. Het programma voor de jubileumwed strijden van Het Spaarne. (3de blad). Raimond Braine speelt mee tegen Neder land. (3de blad). Wij zijnkapitalisten! Deze tijd drukt zwaar op alle menschen. Maar wat hebben wij, Katholieken, daar niet tegenover staan. Wij zijn geestelijke kapitalisten, wij hebben van huis uit rae- degekregen de onwaardeerbare gave van het Geloof. Wanneer aan één kant wij steeds zwaarder belast worden met een kruis van aardsche zorgen, wat is het dan een groot geluk te bezitten een krachtig geloof en een vast Godsvertrouwen. Hoe ook de gol ven ons levensschip beuken, wij zullen niet vergaan, zoolang wij opkijken naar de Stella Maris, de Sterre der Zee. Hoevelen echter leven er naast en rondom ons, die dezelfde zorgen hebben als wij, maar die de steun missen ons in het geloof gegeven. Welnu, Pius XI spoort ons aan, mildelijk uit te deelen van de schat des geloofs, van dit geestelijk kapitaal, dat ons onverdiend in de schoot werd geworpen. Wij mogen dit kapitaal niet voor onszelf behouden. Ook het geestelijk bezit heeft een sociale taak. Wat de Paus wil, is: dat er een beweging kome onder ons, onder jongeren en oude ren, om als Christen te leven in gezin, in de maatschappij, in de staat, dat er een strooming komt onder de Katholieken om door ons voorbeeld aan anderen uit te dra gen wat wij hebben meegekregen; om te toonen, dat wij in het particuliere leven, maar ook in het staatkundige leven van de gemeenschap willen zijn: fiere, 100-procen- tige Katholieken. De Paus wil een christe lijke vernieuwing, een vernieuwing van ons binnenste, die wij naar-buiten-uit zul len toonen in onze daden. Dat is Apostelen-werk; dat is de taak, die Christus heeft opgelegd aan de Apostelen. Slechts krachtens Doopsel en Vormsel mo gen wij, leeken, dit apostolaat uitoefenen. Daarom mag dit niet geschieden, zonder dat wij daarbij de leiding van den Bisschop en de overige geestelijkheid zoo stipt en zoo strikt mogelijk volgen. Dat is wat ver staan wordt onder een hiërarchisch lekeen apostolaat. Deze nieuwe beweging van de Katholieke Actie zal als een zuurdeesem in het volk werken. Ter weerlegging van de opwerping, hoe weinige menschen dit zullen moeten tot stand brengen, heeft de Paus gewezen op gist, waarvan slechts weinig noodig is om het geheele deeg tot beweging te bren gen. Laten wij van onze vijanden leeren, en evenals de communisten cellen Douwen, van waaruit wij geloof en geluk om ons heen kunnen verspreiden. Het verschil en de overeenkomst. Vervolgens heeft spr. het verschil en de overeenkomst tussohen Katholieke Actie en Maria-Congregatie uiteengezet. De zelf hei-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1