DE IN DE PIJR DOÜWE EGBERTS ihaaNDAG 29 APRIL 1935 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 BAROMETER. TELEGRAFISCH WEERBERICHT naar waarnemingen verricht ia den morgen van 29 April 1935, medegedeeld door het Kon. Ned. Met. Inst. te De Bilt Hoogste barometerst.: 772.1 te Scilly. Laagste barometerst.: 757.2 te Helsingfors. Verwachting tot den avond van 30 April: Matige tot zwakke Noordelijke tot Wes telijke wind, betrok ken tot zwaar be wolkt, weinig of geen regen, aanvankelijk weinig verandering in temperatuur, later iets zachter. Sedert Zaterdag kwam er slechts weinig verandering in den weerstoestand. In het Westen blijft de luchtdruk hoog, in het Oos ten laag, zoodat een koude luchtstroom uit het Poolgebied over geheel West Europa de temperatuur laag houdt, bij allerwege be trokken luchten. Over geheel Europa breidt zich een nagenoeg ononderbroken wolken dek uit, dat overdag alle zonnestraling af sluit en des nachts alle uitstraling tegen houdt, en alle toppen van de Duitsche mid delgebergten inhult. Hier en daar vallen zeer lichte regens. Ver in het Westen ligt een vrij diepe Oceaan-depressie. In Scan dinavië stijgt de luchtdruk. Het is te ver wachten, dat het koele weer nog zal aan houden met plaatselijke opklaring, waar door eenige kans op nachtvorst ontstaan zal, doch de temperatuur overdag iets hoo- ger zal worden. LUCHTTEMPERATUUR. 10.7 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS ejL Van Maandagnamiddag 7.50 uur tot Dinsdagmorgen 4.04 uur. HOOG WATER. Te Katwijk: op Dinsdag 30 April voorm. 0.21 uur. PARAAT VOOR CONVERSIE. De regeering heeft goede hoop, dat in de daling van den rentevoet de laagste grens nog niet te bereikt en vraagr. in een bijgevoegd wetsontwerp de machtiging, wel ke zij noodig heeft, om daartoe te allen tijde paraat te zijn. DE LOONPOSITTE. Ten aanzien van de algèmeeen loonposi- tie wordt opgemerkt, dat de aanpassing, hoewel reeds merkbaar, niet overal even ver is voortgeschreden. De rechtstreek- sche invloed der regeering is hier beperkt; zij kan slechts t.a.v. overheidspersoneel on middellijk ingrijpen; overigens kan dj in direct invloed oefenen door voorwaarden bij steun verleening aan bedrijfstakken of door steun onthouding aan werkloozen uit •bedrijfsgroepen, waarin de loonen onvol doende zijn aangepast. ADMINISTRATIEVE VORM. De regeering heeft zich beijverd, de te treffen regelingen zooveel mogelijk in de ontworpen wettelijke voorschriften volle dig uit te werken. Op sommige punten was dit echter niet mogelijk. Daar heeft zij een meer aigemeene machtiging aan den wet gever moeten vragen. Zij heeft dit gedaan in den vorm van een aan de Kroon voorbe houden bevoegdheid, om al dan niet bij al- gemeenen maatregel van bestuur van be staande wettelijke bepalingen te mogen af wijken. In de gevallen, waarin een derge lijke bevoegdheid wordt gevraagd, betreft het aangelegenheden, waarbij een zekere bewegingsvrijheid voor de regeer..ng on misbaar moet worden geacht, of waarbij de materie van een zoodanige ingewikkeldheid is, dat voorafgaande uitvoerige wettelijke regeling op groote bezwaren stuitte. De bijzondere bevoegdheden, door de re geering gevraagd, zullen voorts met uit zondering van die op het terrein van het verkeer, waarvoor een termijn van twee jaar wordt voorgesteld worden gebonden aan een termijn van uiterlijk vijf jaren. Na deze opmerkingen gaat de regeering over tot' een gedetailleerde opsomming van de ontworpen maatregelen, uit welk over zicht wij de voornaamste punten hier laten volgen. Enkele Specificaties Onderwijs, Kunsten en Weten schappen. Totaal 14.037.634, o.m. op de volgende posten: Vervanging onderwijzers door kweeke- lingen 8 a 9.000.000; verhooging leerlin- genschaal U.L.O. 1.500.000; beperking aantal,bijzondere lagere scholen 1.000.000; inkrimping aantal kweekscholen 1.500.000 Bezuiniging R. U. te Leiden (ophef fing van één der theologische leerstoelen of het Hebreeuwsch, id. van den leerstoel sterrekunde) 25.500; wijziging positie as sistenten 25.000; bijdrage internaten bijz. kweekscholen 34.500; bijdragen van bui tengemeenten voor H.B.S. en Gymnasia 700.000; bijdrage kweekschool bewaar schoolonderwijzeressen te Leiden f 500; Ned. Hist. Natuurw. Museum te Leiden 110.—. De regeering zal geen voorstel doen tot opheffing van een der universiteiten. Wel is zij erop bedacht, het aantal leerstoelen zoo mogelijk te beperken. In overweging is voorts om de apothe kers-opleiding te Leiden te concentreeren. Behalve de hierboven genoemde bezui niging aan de Universiteit te Leiden stelt de regeering voor: bezuiniging rijksuniversiteit te Utrecht (opheffing van een der theologische leer stoelen of 't Hebreeuwsch, id. van de leer stoel in het volkenrecht, die in de sociale geneeskunde en die in de volkenkunde; niet-vervulling van de leerstoel in de ster renkunde na aftreding van den tegen- woordigen functionaris) ƒ41.100 en ver mindering van onderwijsverpleegdagen in het Stads- en Academisch ziekenhuis te Utrecht 37.500; bezuiniging rijksuniversiteit te Gronin gen (opheffing van een der theologische leerstoelen of 't Hebreeuwsch 8.900; bezui niging ziekenhuis ƒ70.000; vermindering onderwijsverpleegdagen in het provinciaal stads- en academisch ziekenhuis ƒ5.324); bezuiniging Techn. Hoogeschool te Delft (opheffing van een der leerstoelen in de wiskunde en van de leerstoel in de tech nologie der oliën en vetten) ƒ21.300. Waterstaat. Opheffing geologische dienst 90.000; diverse besparingen 14.000.000, waaron der 10.000.000 op spoorwegen wegens opschorting afschrijvingen, loonsverlaging, personeelsvermindering, opheffing verlies gevende lijnen, enz. Economische Zaken. Overbrenging salaris regeeringscommis- saris voor de melkveehouderij naar het Landbouw-Crisisfonds 6000; bezuiniging Departementspersoneel ƒ4140; diverse be zuinigingen bij het Centraal Bureau voor de Statistiek 41.000; verlaging nieuwbouw Landbouw Hoogeschool 22.000; vermin dering van belooning aan onderwijzers en cursussen f 15.000; intrekking toelagen voor de akten Land- en Tuinbouw L. O. 65.000; bezuiniging (eventueel te verkrij gen door verhooging aan inkomsten) van den Plantenziektenkund. Dienst 10.000. Financiën. Tijdelijke wijziging van de muntwet 3.250.000; tijdelijke overbrenging uitkee- ringen wegens afschrijving door de bedrij ven naar den gewonen dienst 6.000.000. Binnenlandsche Zaken. Besparing krankzinnigenwezen verple ging van Rijkspatiënten in niet-Rijksge- stichten 30.000; dienststukken Alg. Ar- mencommissie (te brengen voor rekening van de gemeenten) en reiskosten leden Arm en commissie 14.234; besparing van salarissen enz. in verband met de ophef fing van de Armenraden ƒ79.272; bespa ring op kosten van propaganda, consoli deering en schietoefeningen van den Bijz. Vrijw. Landstorm ƒ25.000. Defensie. Totaal 5.567.000. Afschaffing soldijver- hooging van dienstplichtigen na 6 maanden dienst f 40.000; afschaffing reëngagements- premiën 35.000; afschaffing gratis ver strekken van kleeding bij indiensttreding van vrijwilligers ƒ70.000; diverse bespa ringen 400.000; onvoorziene uitgaven 20.000; subsidies Philantropische vereeni- gingen voor reclasseering van ontslagen sanatoriumpatiënten (gewezen militairen) 1000; id. hoofdbestuur der Ver. Volks weerbaarheid 1000; doorvoering capitu- lantenstelsel uiteindelijk plm. ƒ5.000.000. Sociale Zaken. Totaal 17.429.950. Technische herzie ning en scherper raming werkloosheids verzekering 375.000; verlenging laatste termijnen annuïteit invoeringskosten Land- bouwongevallenwet f 19.000; intrekking Warenwet en opheffing Pharmaceutische Inspectie 723.000; vermindering bijdra gen van gemeenten in verband met 7 der Woningwet en huisvesting krotbewo ners en krotopruiming door scherper ra ming en onderhoudskosten 160.000; Rijks bureau Drinkwatervoorziening 60.000; reorganisatie Inspectie Werkverschaffing 25.000; gewijzigde financiering Invalidi- tiets- en Ouderdomsverzekering pl.m. 16.000.000. De besparing op Defensie Wijizing dienstplichtwet Het zijn in de eerste plaats redenen van geldelijken aard, die aanleiding tot het indienen van een voorstel tot wijziging der Dienstplichtwet hebben gegeven. Als de voornaamste maatregelen, waar voor wetswijzigingen worden voorgesteld, mogen worden beschouwd die, welke strekken tot: vermindering van het beroepspersoneel, waartoe ten deele in samenhang met het capitulantenstelsel noodig is ver lenging van den duur der eerste oefening voor de onbereden onder-officiers-aspiran ten van de landmacht en voor de dienst plichtigen van de zeemacht; vervroeging van de inschrijving voor den dienstplicht, waardoor meer tijd voor de keuring beschikbaar zal komen en deze voor een grooter deel in handen van offi cieren van gezondheid kan worden gelegd, wat tot bezuiniging zal leiden en aan de eenheid in de keuringsuitspraken ten goe de zal komen; vervallen van het inschrijven voor den dienstplicht van personen, die, evenals hun wettelijke vertegenwoordiger, buiten Nederland wonen; aanvulling van de sterkte der lichting ter voorziening in de tekorten, welke ont staan door het verleenen van vrijstelling van opkomst bij mobilisatie; reorganisatie van de compagnieën hospi taalsoldaten in diien zin, dat met een lager getal dienstmaanden voor de daartoe be- hoorende dienstplichtigen kan worden vol staan. Van voorstellen tot het verhoogen van het contingent en het verlengen van den eerste-oefeningstijd voor een deel van de landmacht, gepaard met afschaffing van een deel der burgercorveeërs, is afgezien. Capitulanten-reglement Een der desiderata, welke de minister van Koloniën heeft uitgesproken bij de in stallatie van de Commissie-Idenburg was, dat zij zou nagaan, of het mogelijk ware om bij de opleiding der dienstplichtigen voor het leger hier te lande een ruimer gebruik te maken van reservekader, om aldus te komen tot een besparing op 's lands uitgaven. De commissie-Idenburg heeft die vraag bevestigend beantwoord en nagegaan, of het capitulantenstelsel niet bruikbaar zou zijn voor andere takken der Weermacht, zoowel hier te lande als in de overzeesche gebiedsdeelen. De regeering heeft zich met de denk beelden der Commissde-Idenburg in alge- meenen zin wel kunnen vereenigen, maar zij acht het niet mogelijk, om de door de Commissie-Idenburg genoemde aantallen capitulanten te bereiken, omdat de bur gerlijke Overheids- en Semi-overheids- dienst niet een voor die getallen voldoend aantal betrekkingen ter beschikking heeft. Uiteraard zal dit tot gevolg hebben, dat ook het door de commissie becijferde te bezuinigen bedrag niet zal verkregen kun nen worden. Echter maakt de toestand der publieke geldmiddelen, zoowel hier te lande als in Nederlandsch-Indië, het drin gend noodzakelijk, om dit bedrag zooveel mogelijk te benaderen, en dientengevolge meent de regeering, dat ten aanzien van het benoemen van militairen en gewezen militairen in burgerlijke betrekkingen thans moet worden heengestapt over be zwaren, welke vroeger als zeer gewichtig, zoo niet overwegend, werden erkend. Vandaar dat nu een regeling is ontwor pen, waarbij alle Overheads- en semi-over- heidsorganen betrokken zullen zijn. Op den voorgrond zij gesteld, dat de re geering met de Commissie-Idenburg van meening is, dat ten aanzien van de onder scheiden officierskorpsen het capitulanten stelsel bezwaarlijk toepassing zal kunnen vinden. De regeering denkt aan een zestal cate gorieën van militairen en gewezen militai ren, die naar het oordeel der regeering in aanmerking dienen te komen om na een zekeren, beperkten, diensttijd als zoodanig te worden werkzaam gesteld in een op pensioen uitzicht gevende andere functie. Van dat zestal vormt uiteraard van de eer ste de voornaamste: dienstplichtige onder officieren, die krachtens vergunning van den minister van Defensie gedurende een tijdvak van zes jaren vrijwillig in werke- lijken dienst zijn geweest. De overige ca tegorieën van militairen, die onder de werking van het reglement worden ge bracht zijn: korporaals der Politietropen, marechaussees, remonterijders en gewezen korporaals en fuseliers van het Koninklijk Nederlandsch-Indische leger. De Onderwijsbezuiniging Voorgesteld wordt, den duur van den cursus voor U.L.O. tot ten hoogste vier jaren te beperken. De kweekeling met akte. Verdere belangrijke bezuiniging op de kosten van het L.O. is volgens de regee ring alleen te bereiken, hetzij door belang rijke verlaging der salarissen, hetzij door hernieuwde wijziging der leerlingenschaal. Wanneer van een drastische salarisver mindering wordt afgezien, is dus wijziging der leerlingenschaal niet te ontgaan. Bij verdere verhooging van de leerlingen schaal zou het resultaat zijn, dat op groote schaal onderwijzers worden vervangen door kweekelingen met akte, zonder dat voor de rechtspositie dezer laatsten ook maar iets werd gedaan. Veel meer aange wezen schijnt het, het instituut van kwee keling met akte een wettelijke basis te ge ven; hem een bepaalde belooning te ver zekeren; maar dan ook gelijktijdig te re gelen, in welken omvang hij geleidelijk voor den gewonen onderwijzer in de plaats moet treden. Wordt deze weg ingeslagen, dan is ook een nieuwe verhooging van de cijfers der leerlingenscnai». lijk, maar kan met behoud der geldend' getallen, althans in hoofdzaak, het ver- eischte resultaat worden bereikt. In dezen gedachtengang is de voorgedra gen wijziging van art. 28 der L.O.-wet 1920 opgesteld. Voorts zal voortaan bij het gewoon lager onderwijs de aanstelling van z.g. boven tallige leerkrachten niet meer mogelijk zijn. Ten aanzien van zulk een kweekeling zal, evenals tot dusverre, de wet geen bij zondere voorschriften geven. Schoolgeld naar draagkracht. Met het oog op de bezwaren, voortvloei ende uit het feit, dat de L.O.-wet 1920 het schoolgeld afhankelijk stelt van den aan- slag in de inkomstenbelasting, wordt een nieuwe lezing van art. 63 der wet voorge steld, waarin gezegd wordt, dat de heffing geschiedt met inachtneming van de gel delijke draagkracht der schoolgeldplichti- gen. Beperking bijzondere scholen. Deze paragraaf beoogt een wettelijken grondslag te geven voor de maatregelen tot vermindering van het getal scholen voor bijzonder lager onderwijs, waar dit, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan con- stitutioneele beginselen, mogelijk is. De regeering heeft betrouwbare aanwij zingen, dat, zoodra de voorgestelde voor zieningen zullen zijn tot stand gekomen, waarooor het risico van verlies der waar borgsom, in geval van schoolopheffing om redenen van doelmatigheid, van de school besturen zal zijn afgenomen, in een aantal gevallen tot vrijwillige opheffing van bij zondere scholen zal worden overgegaan. Ook nadert het oogenblik, dat verschil lende scholen gedurende drie achtereen volgende jaren bezocht zijn door minder dan de helft van het aantal leerlingen, waarvoor zij bestemd waren volgens de opgave, bij de aanvraag tot stichting over gelegd. Vrijwillige opheffing van deze scholen zal sterk worden bevorderd, als daardoor, mits zij tijdig tot stand komt, de eigendom der waarborgsom kan blijven behouden. De regeering heeft gemeend, zich te moe ten onthouden van maatregelen, die een rechtstreeksche bemoeiing met de dislo catie van het bijzonder onderwijs zouden beteekenen. Het voorstel gaat niet verder, dan dat het aan de scholen, die in vroeger jaren zijn opgericht, vocfr wat de aan spraak op vergoedingen uit de openbare kassen aangaat, de normen wil zien aan gelegd, welke sedert het tot stand komen van de wet van 4 Aug. 1933 voor de op richting van nieuwe bijz. scholen gelden. Een school m.a.w., die na het tot stand komen van genoemde wet niet had kunnen worden opgericht, zal, als het ontworpen voorstel kracht van wet verkrijgt, in den vervolge op vergoedingen uit de openbare kassen niet langer recht hebben. De regeering is er zich van bewust, dat de voorgedragen regeling geen bevredi ging zal schenken aan wie een geheel uni forme behandeling van het openbaar en het bijzonder onderwijs verlangen. Zij her haalt hier echter nogmaals, dat h.i. gelijke behandeling onder ongelijke omstandighe den geen recht, maar onrecht is, dat m.a.w. het verschil in positie van het openbaar en het bijzonder onderwijs verschil in behan deling een eisch van recht doet zijn. Komt de voorgedragen regeling tot stand, dan zullen, afgezien van de boven- aangeduide gewichtige omstandigheden, naar gelang van de grootte der gemeenten, bijzóndere scholen voor g. L o. met minder dan 60, 90,120 of 150 leerlingen in den regel geen aanspraak hebben op vergoe dingen uit de openbare kassen. Nu aan de regeering is gebleken, dat ernstig rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid, dat de Tweede Ka mer het ontwerp-kweekschoolwet niet zoo tijdig zal behandelen, dat de wet op 1 Sep tember 1935 kan worden ingevoerd, dient in de algemeene wet een bepaling te wor den opgenomen, om te voorkomen, dat de bezuiniging op de onderwijzersopleiding wordt gemist. Nu het niet meer mogelijk is, tijdig een bevredigende regeling tot stand te brengen nopens de vermindering van het getal kweekscholen, is deze bepa ling aldus ontworpen, dat de geheele op leiding van onderwijzers tijdelijk wordt ge remd en dus alle kweekscholen als gevolg daarvan een snel afloopend subsidiebedrag zullen ontvangen. Pensioen op 60-jarigen leeftijd. Voorgesteld wordt, tot vervroegde pen- sionneering van onderwijzers over te gaan en wel op den leeftijd van 60 jaar. Het aantal onderwijzers van zestig jaar en ouder was op 1 Januari van het vorige jaar 1322. Voegt men daarbij de 304 wacht gelders van 60 jaar en ouder, dan blijkt, dat, als geen uitzonderingen behoeven te worden gemaakt, onmiddellijk 1626 perso nen voor voorloopige pensionneering in aanmerking komen. De 1322 plaatsen kun nen alle door wachtgelders worden inge nomen. Voorgesteld wordt, als regel aan de ge meenten en schoolbesturen geen Rijksver goeding wegens onder wijzersj aar wedden meer te verleenen voor onderwijzers van zestig jaar en ouder, en de wachtgeldrege ling aldus te wijzigen, dat geen wachtgeld zal worden toegekend aan hen, voor wie aanspraak op voorloopig pensioen bestaat. De maatregel zal tot 1 September 1940 gelden. Wijzigingen worden verder voorgesla gen in de regeling der vergoedingen voor terreinen en gebouwen en de terugbeta ling van waarborgsommen aan bijzondere lagere scholen. Inzake de bijdragen van buitengemeen ten in de kosten van H. B. scholen en Gymnasia worden eveneens veranderingen van administratieven aard gebracht, waar bij de berekening der bijdrage wordt ge baseerd op het getal leerlingen op 25 Sep tember van het voorgaande kalenderjaar. Eind-examen H. B. S. Het uniforme eindexamen der hoogere burgerschool leidt tot noodelooze verhoo ging der kosten van het onderwijs. De voorgedragen régeling beoogt dus: a. de gelegenheid te scheppen tot eindexamen af te leggen uitsluitend voor de vakken, waarin de leerlingen het onderwijs ten einde toe hebben gevolgd; b. voor de af gifte van einddiploma's aan andere leer lingen een regeling bij Algemeen en Maat regel van Bestuur mogelijk te maken; c. het recht tot afleggen van academische exa mens alleen te verbinden aan het bezit van een einddiploma met bepaalde cijfers voor de in verband met de gekozen stu dierichting belangrijkste vakken. Een der meest sprekende voorbeelden van hetgeen hiermede wordt beoogt, is het stellen van den eisch van het bezit van een einddi ploma met bepaalde cijfers voor de wis kundige vakken voor hen, die aan de Tech nische Hoogeschool te Delft examens wen- schen af te leggen. MAAR... HEEREN-BAAI A 15 ct per ons HEEREN-BAAI Paars 10 ct per t ons ECHTE FRIESCHE HEEREN BAAI .O BAAI-TABAK AGENDA LEIDEN. Maandag, feestvergadering R. K. Esperan- toclub En Pacen, Harmonie, 8 uur. Maandag. Laatste abonnementsvoorstelling „Madeleine's Misdaad", Schouw burg 8.15 uur. Dinsdag, Eerste Societeitsavond Katholie ke Reisvereeniging, Harmonie, Donderdag. R. K. Reclasseeringsvereeni- ging, van 89 uur zitting in het ge bouw der St. Vincentius-Vereeni- ging, Hooglandsche Kerkgracht 32. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken wordt van Maandag 29 April tot en met Zondag 5 Mei a.s., waargenomen door de apotheken: G. H. Blanken, Hoogewoerd 171, telef. 502, D. J. van Driesum, Mare 110, telef. 406 en C. van Zijp, Wilhelminapark 8, Oegstgeest, tel. 274 RECHTZAKEN DE NOODLOTTIGE FILMBRAND IN HILVERSUM. Beide verdachten vrijgesproken. De rechtbank deed heden uitspraak in de strafzaak tegen Pater Buys en broeder Duimel, verdacht van dood door schuld van twee kinderen, omgekomen bij den film- brand op 24 September jd. te Hilversum. Beide verdachten werden van het ten laste gelegde vrijgesproken aangezien de rechtbank het wettig en overtuigend bewijs niet geleverd achtte. Bij den noodlottigen brand, die uitbrak door hot vlam vatten van het filmtoestel waarmee genoemde geestelijken een film verboon ing voor kinderen gaven, in het ge bouw van de R.K Werkliedenvereeniging aan den Boschdrift, weiden een groot aan tal kinderen gewond. Drie kinderen over leden korten tijd later. Bij de redding, die met groote moeilijkheden gepaard ging, liep ook pater Buys ernstige brandwonden op, zoodat hij geruimen tijd in het ziekenhuis moest worden verpleegd. Het O.M. had tegen pater Buys 500 subs. 2 maanden hechtenis geëisaht, benevens een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden. Tegen broeder Duimel had hij 100.subs, een maand hechtenis be nevens een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden geëischt. Beide verdachten waren bij de uitspraak niet aanwezig. Als verdediger is opgetreden mr. Houben. UIT DE RIJNSTREEK NIEUWKOOP. Gemeenteraadsverkiezing. Bij de he den gehouden herstemming voor de gros lijst van de gemeenteraadsverkiezing is geen wijziging gekomen in de volgorde van de candidaten. J. van der Laan verkreeg 708 punten, A. J. eVrhaar 696, A. van Hou ten 657, J. Eijs 542 en E. J. Pouw 457 Bij de eerste stemming waren deze cijfers respec tievelijk: 651, 641, 613, 475 en 379. NOORDEN. Gemeenteraadsverkiezing. Bij de ge houden herstemming voor de groslijst voor den gemeenteraad verkreeg S. Splinter 116 stemmen en Th. Mourits 96 stemmen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 2