DINSDAG 16 APRIL 1935 DE LFJDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. - PAG. 5 STADSNIEUWS kamer van koophandel en fabrieken voor rijnland. Afscheid van den heer P. Boot Sr. Gisterenmiddag hield de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland een openbare vergadering, waarvoor be halve de gebruikelijke zaken ook het af scheid van den heer P. Boot Sr op de agen da stond. De notulen der vorige vergadering wor den onveranderd vastgesteld. Onder de ingekomen stukken was een schrijven van de Commissie uit de Noord zee badplaatsen, met verzoek om een tege moetkoming in de kosten voor reclame. Besloten wordt te berichten, dat samen werking met de Vereenigingen voor vreem delingenverkeer te Noord wijk en Katwijk is verkregen. Van het Genootschap M. S. G. is een ver zoek ingekomen in de kosten van de afdee- ldng electrotechniek, hetgeen een ongedekt nadeelig saldo van 1000.heeft opgele verd, tegemoet te komen. De voorz. stelt voor te berichten, dat hieraan niet kan worden voldaan. De heer Heringa zeide door dit ant woord teleurgesteld te zijn, temeer wijl de voorz. hem wel eens toezeggingen in dien geest had gedaan en deze onderwijsinstel ling zeer nuttig werk doet. De voorz. ontkent zulks niet, evenmin als de heer v. d. Steen, maar de toestand van de kas laat zulks allesminst toe. De heer Heringa betoogde vervolgens, dat voor allerlei andere zaken ook wel bijdra gen gegeven worden. De heer v. Appel stelde voor 100.te geven, terwijl de heer v. Dorp vroeg, of er niet op andere uitgaven bezuinigd kan worden, waarop de voorzitter antwoordde, det de Kamer ditzelfde in handen heeft, wanneer de lijst van subsidies wordt vast gesteld. Verder wees de voorz. erop, dat er wel 500 van het stamkapitaal kan worden afgenomen, maar dat is niet aan te beve len. Nadat nog verschillende middelen over wogen waren, gaf de voorz. den heer He ringa in overweging deze zaak nog eens in het bestuur van M. S. G. te bespreken. De Kamer besloot hierna het voorstel aan te houden. Subsidie voor v. v. v. te Noord wijk en Katwijk. Van de Vereenigingen voor Vreemdelin genverkeer te Katwijk en Noord wijk is het verzoek ingekomen om een subsidie, zulks in verband met de moeilijke omstan digheden, waarin zij verkeeren. Het Bureau der Kamer stelde voor een subsidie te geven van 10 cent per lid, tot een maximum van 50.zulks ander be perkte voorwaarden. Na langdurige discussie werd het voor stel van het Bureau der Kamer aangeno men met twee stemmen tegen. De heer He ringa onthield zich van stemming. Voorts werd besloten aan den Minister van Econ. Zaken een adres te zenden inza ke beperking van den export naar Duitsch- land. Tegen stemden de heeren ir. Guljé, Heringa en Sanders. De heer Raaphorst ont hield zich van stemming. Na de rondvraag volgde het afscheid van den heer P. Boot Sr. als ondervoorzitter en lid der Kamer. 1 AFSCHEID P. BOOT SR. De voorz., de heer D. ten Cate Brouwer, sprak den heer Boot hierna als volgt toe: Waarde Heer Boot, Toen ge op 25 April 1922 de U aangebo den functie van voorzitter van het Groot bedrijf onzer Kamer aanvaardde, hebt ge niet kunnen vermoeden dat het beroep op U gedaan U gedurende een periode van niet minder dan 13 jaar zou binden aan de lei ding van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland. Ik ben er zeker van dat, indien men U zulks vooraf had voorspeld, gij onder vrien delijke dankbetuiging voor de onderschei ding U ten deel gevallen, de benoeming niet had aanvaard. Het belangrijke bedrijf waaraan gij lei ding gaf, had uw geheele hart en legde op uw volle werkkracht beslag. Evenmin ont veinsde U zich dat de functie van voorzit ter van het Grootbedrijf en het daarmede samenhangende vice-voorzitterschap der Kamer, u groote offers zou vragen. Vooral in de eerste jaren. De wettelijke regeling van de bevoegd heden en de taak der Kamers van Koop handel had het karakter van de voorheen bestaande Kamers zoozeer veranderd, dat het leiding geven aan die voor handel en nijverheid in het leven geroepen, organen, niet beteekende het volgen van oude sleur op den tot nog toe geganen weg, maar veel meer het zoeken van nieuwe wegen en nieuwe methoden teneinde het vertrouwen, dat de wetgever in de functie van de ge organiseerde Kamers van Koophandel had gesteld, niet te beschamen. De wettelijk verplichte inschrijving in het Handelsregister van vrijwel alle han delszaken met de daaraan verbonden kos ten, maakte dat de Kamers van Koophandel in haar nieuwen vorm niet door allen met sympathie begroet werden. Het was de taak vooral van het Bureau, te zorgen dat han deldrijvend en en fabrikanten tot erkenning en begrip kwamen van haar bestaansrecht en haar bestaansnoodzakelijkheid. In dit licht bezien zijn vooral de eerste jaren, moeilijke jaren geweest, voor het Bureau maar ook voor U. Vooral in dien tijd heeft de Kamer in dit opzicht veel aan U te danken. Uw ervarenheid in zaken, uw helder en gefundeerd oordeel over aller hande vraagstukken den koophandel be treffend, uw rustig, bezonnen wpord in de Bureauvergaderingen, hebben niet weinig er toe bijgedragen dat de weg die de Ka mer zich afbakende, voor handel en nijver heid de juiste weg bleek te zijn. Veel wat ei* in den loop der 13 paren is tot stand gekomen, is te danken aan uw medewerking. Daarom zien wij U heden zeer ongaarne uit ons midden vertrekken. Het was ons al lang geen geheim meer dat gij den tijd gekomen achtte de leiding van het Grootbedrijf in andere handen te leggen. Gezien uw leeftijd moeten wij dit besluit respecteeren vooral ook omdat ge reeds eenmaal, op aandrang van het Bureau, uw bedanken hebt willen verschuiven. Waarde Heer Boot, gedurende een perio de van meer dan 12}^ jaar heb ik het ge noegen gehad met U te mogen samenwer ken. In deze periode is tusschen ons ge groeid een verstandhouding, waardoor sa menwerken een genoegen werd voor bei den. Ge zult het begrijpen dat ik, als alge meen voorz., die soms dagelijks met u in con tact kwam, uw afscheid nemen betreur.Maar niet alleen ik, ook de heer Simonis, voor ter van het Kleinbedrijf en de Secretaris, zien u vandaag met leede oogen gaan. Ook de leden van 't Grootbedrijf, die U in die lange reeks van jaren herhaaldelijk met algemeene stemmen tot hun voorzitter ver kozen, gevoelen allen jegens U, het is mij bekend, groote dankbaarheid, omdat gij alle consequenties aan de vervulling van het voorzitterschap verbonden, wel hebt willen aanvaarden. Als vice-voorzitter der Kamer hebt ge ongetwijfeld ook het Kleinbedrijf zeer aan U verplicht. In meerdere gevallen, jubilea, vergaderingen en congressen, hebt ge de Kamer vertegenwoordigd. U voor dit alles dank te brengen is in de eerste plaats de plicht Vein den algemeen en-Voorzitter. Ik prijs mij gelukkig dit dankwoord hier te mogen spreken. Thans gaat gij, waarde heer Boot, van ons scheiden. Waarlijk niet te vroeg ont trekt gij u aan de gemeenschapsplicht het algemeen belang te dienen. Tot zelfs over den leeftijd, alleen den sterken gegeven, hebt gij naar beste weten met alle kracht belangeloos de interessen van handel en nijverheid bijna 13 jaren gediend. Daarvoor, geachte heer Boot, betuig ik U namens de Kamer mijn oprechten dank en groote waardeering. Niet te verwonderen is dan ook, dat de Kamer met algemeene stemmen besloten heeft U als een stoffelijk blijk daarvan aan te bieden, de gouden medaille der Kamer, de hoogste onderscheiding die de Kamer kan verleenen. Moge mede deze hooge on derscheiding in de jaren die U nog gegeven zijn en waarvan ik hoopt, dat zij vele in aantal zullen zijn, U de voldoening schen ken, die wij hebben wanneer we de taak welke de voorzienigheid ons op de schou ders legde, naar beste weten hebben ver vuld. Met deze woorden, waarde Heer Boot, neem ik afscheid van U en wensch u na mens alle leden onzer Kamer van harte toe, dat ge nog vele jaren in goede gezondheid onzen arbeid moge gadeslaan. (Applaus). Namens het Grootbedrijf sprak de heer ir. F. Guljé een afscheidswoord tot den heer Boot. Spr. zeide, dat de afdeeling Grootbedrijf dit heengaan ten zeerste betreurde, maar men kan er zich bij neerleggen. Spr. wees er op, dat de heer Boot tijdens zijn voorzitterschap een traditie heeft ge volgd. Men zal hem missen, maar men zal hem niet vergeten. Spreker wenschte hem rust en volledig herstel toe en vroeg den heer Boot den hartelijken dank van de af deeling te willen aanvaarden (Applaus). Namens het kleinbedrijf wees de heer H. M. Simonis op de allerhartelijkste sa menwerking die er steeds tusschen Kamers en kleinbedrijf met den heer Boot bestond en waarbij hij steeds zijn groote belang stelling voor de afd. Kleinbedrijf heeft be toogd. (Applaus). De secretaris, mr. dr. P. G. Knibbe, voeg de hieraan nog hartelijke woorden toe en wees erop, dat hij gedurende al die jaren met den heer Boot, van wien hij veel heeft mogen leeren, steeds aangenaam heeft mogen samenwerken. Al was er in de eerste plaats een officieele verhouding tusschen den heer Boot en spr., daarnaast kwam er ook een meer vriend schappelijke verhouding en spr. wilde dit getuigen door te zeggen: „mijn vader is mijn beste vriend". Spr. eindigde met den wensch, dat de heer Boot ook in zijn levensavond veel ze geningen moge ontvangen. (Applaus). De heer Boot, hierna het woord verkrij gend, zeide bezield, te zijn met gevoelens van weemoed en dankbaarheid. Spr. herin nerde eraan, dat hij 13 jaar lang als lid van het Bureau heeft mogen medewerken BUITENLAND VOLKENBOND. DE RAADSZITTING BEGONNEN. Het Fransche beroep nog niet besproken. De vijf en tachtigste zitting van den vol kenbondsraad is gistermiddag onder voor zitterschap van den Turkschen minister van buitenlandsche zaken begonnen. De aangelegenheid, waarvoor de raad in buitengewone zitting is bijeengeroepen, namelijk het Fransche beroep op den vol kenbond inzake de Duitsche herbewapening, is gisteren nog met geen enkel woord in de raadszaal besproken. Eerst moeten hierover in de hotelkamers nog vertrouwelijke be sprekingen worden gevoerd, daar verschil lende raadsleden bedenkingen hebben te gen de resolutie, zooals die te Stresa door Mussolini en de Engelsche en Fransche mi nisters is ontworpen. Zoo vindt Litwinoff b.v. de resolutie te slap, daar zij alleen een betreuren van den Duitschen stap van 16 Maart en niet uit drukkelijk een veroordeeling ervan uit spreekt. Aan den anderen kant vinden Beek (Polen), Munoh (Denemarken) en de Zuid-Amerikaansche gedelegeerde de reso lutie ook in den te Stresa zeer verslapten vorm nog te streng tegen Duitschland, o.a., omdat de resolutie met geen enkel woord erop schijnt te wijzen, dat ook de zwaar bewapende staten door het niet-nakomen van hun verplichting tot bewapeningsver mindering eenige verantwoordelijkheid voor den thans geschapen toestand dragen. Ook hebben deze gedelegeerden bezwaren tegen de door de conferentie van Stresa aangevoerde toepassing van economische en finantieele sanctiemaatregelen tegen verde re verdragsschendingen in de toekomst. Een andere moeilijkheid die verhinderd heeft dat de raad gisteren eenige beslis sing over het Fransche beroep op den vol kenbond kon nemen is, dat die raadsleden die voor de taak van rapporteurs eenigs- zins in aanmerking zouden kunnen komen, zeer er tegen opzien, deze zeer moeilijke en delicate taak. op zich te nemen. Onder deze omstandigheden kan de raad gisteren niets anders doen dan een bespre king te wijden aan het verzoek van de re geering van Abessynië, dat het geschil tus schen dit land en Italië nog op de agenda van deze buitengewone raadszitting zal worden geplaatst. De raad heeft dit verzoek echter van de hand gewezen, een beslissing waarbij ook de gedelegeerde van Abessynië zich volko- j men heeft neergelegd, nadat Aloisi namens de Italiaansche regeering nogmaals verze- I kerd had, dat Italië bereid is, onmiddellijk i in samenwerking met de Abessynische re geering de verzoenings- en arbitrage-com missie te benoemen, die bij artikel van het Italiaansch-Abessynisch vriendschapsver drag van 1928 is voorzien. DUITSCHLAND. DE AFFAIRE-JACOB. Het antwoord der Duitsche regeering aan Zwitserland. j De Duitsche regeering heeft het mate riaal, dat de Zwitsersche regeering haar heeft doen toekomen inzake de ontvoering van den uitgeweken journalist Berthold Sa lomon, beter bekend als Jacob, onderzocht. De in Zwitserland gearresteerde dr. Hans Wesemann heeft bekend, Salomon van Straatsburg naar Basel te hebben gelokt en hem onder valsche voorwendsels in een auto over de Duitsche grens te hebben ge bracht. Naar aanleiding van dit onderzoek wordt van officieele Duitsche zijde verklaard, dat uit het door Zwitserland verstrekte mate riaal op geen enkele wijze is gebleken, dat bij de gebeurtenissen op Zwitsersch gebied officieele Duitsche instanties direct of in direct waren betrokken. Noch Wesemann, noch zijn handlangers hebben van officieele Duitsche instanties opdrachten gekregen, welke met deze zaak verband houden. Uit welke oogmerken Wesemann en zijn handlangers hebben gehandeld, kan niet met zekerheid worden beoordeeld. Wesemann is een persoon met een twij felachtig verleden, die zich sedert jaren in het buitenland ophoudt en naar het schijnt zich met anti-Duitse he propaganda bezig houdt. Het is mogelijk, dat deze persoon de be- aan de behartiging van de belangen van handel en nijverheid. Dank bracht spr. vooral aan den voorzit ter, die èn voor het bureau èn voor de ge heele Kamer een voorbeeld was en nog is van iemand, die een ernstige opvatting heeft van zijn moeilijke taak. Spr. dankt zoowel den voorzitter als den heer Simonis, ondervoorzitter voor hunne aangename samenwerking en hunne woor den van afscheid. Ook den secretaris en den leden betuigde spr. zijn groote erkentelijkheid voor den ondervonden steun, waaraan hij den wensch verbindt, dat de K. v. K. voor Rijn land het volle vertrouwen moge blijven be houden van regeering, gemeenten en inge schrevenen in het district, een vraagbaak moge blijven voor handel en industrie. Spr. eindigde met zijn dank te betuigen voor de onderscheiding, hem door de Ka mer verleend, welke onderscheiding hij ten zeerste op prijs stelt. (Applaus). Hierna werd de vergadering door den voorzitter gesloten, doch de leden bleven nog eenigen tijd gezellig bijeen om het af scheid van den heer Boot te bezegelen met een dronk. doeling heeft gehad, Salomon in handen van de Duitsche autoriteiten te spelen. Of het echter zijn bedoeling was zijn eigen po sitie tegenover de Duitsche autoriteiten te verbeteren, otf dat men meer met een wraakneming te doen heeft, kan van Duitschland uit niet worden nagegaan. Bij de bekende houding van bepaalde emigrantenkringen zou geen van beide han delwijzen ongewoon zijn. Aangezien Salomon zonder ingrijpen van officieele Duitsche instanties binnen het be reik der Duitsche justitie is gekomen en hij een reeds dikwijls bestraft landverrader van de ergste soort is, kan van Duitsche zij de niet anders worden gedaan dan het reeds geruimen tijd tegen hem aanhangi ge strafproces zijn vrijen loop te laten. De Duitsche regeering heeft de Zwitser sche bondsregeer ing hiervan op de hoogte gesteld. DUITSCHLAND EN LITAUEN. Naar een non-agressiepact? De Duitsche regeering heeft 5 April een nota gezonden aan Litauen, waarin zij ver klaarde geen agressieve bedoelingen te heb ben ten aanzien van het Memelgehied. Het schijnt, dat deze nota den weg opent voor besprekingen tusschen Duitschland en Litauen om te komen tot een non-agressie pact. WAAROM HET „BERLINER KIRCHEN- BLATT" VERBODEN WERD. In het jongste nummer van het Berliner Kirchenblatt wordt vermeld, dat het blad door de geheime Staatspolitie in beslag ge nomen werd, wegens het artikel over Bal- dur von Schirach en de Katholieke Jeugd organisaties. „DUITSCH GELOOF". Wat blijft er van positief Christendom over? In het nummer van 7 April van „Blitz", een strijdorgaan voor „Duitsch geloof en Duitsche zeden", lezen we het volgende ge dicht van Busso Loewe uit Tubingen: Ons Geloof is God Onze kerk is het Duitsche Vaderland Onze parochie is het Duitsche volk Onze bijbel is de Duitsche ziel en haar waarde. Onze Priester is iedere ras-bewuste Duitsche mensch! Onze sacramenten zijn arbeid, strijd en liefde! Onze belijdenis heet bloed en bodem, vrijheid en eer! Ons symbool is het oeroude heidensche Hakenkruis! Onze toekomst heet Duitschland! Een droevig-duidelijke tegenstelling tus schen het Christendom en het modern-hei- dendom, gepropageerd door het Nationaal- Socialisme in Duitschland. ENGELAND, ENGELAND'S BEGROOTING. Meer optimisme. In het lagerhuis heeft de minister van financiën, Neville Chamberlain, gistermid dag de begrooting voor het jaar 1935'36 ingediend. In zijn inleidende rede verklaarde Cham berlain, dat het jaar, hetwelk thans is ge sloten, zich kenteekende door een aanzien lijken stap voorwaarts op den weg naar het herstel. Het rendement der industrie was met twaalf procent vermeerderd; de fa- brieksproductie vormde een nieuw record, de uitvoer was met dertig millioen toege nomen, terwijl de kosten van het levens onderhoud bleven beneden het niveau, dat bestond, voordat de huidige regeering aan het bewind kwam. De détail-handel bleef zich uitbreiden. Op optimistischen toon haalde Cham ber ber lain voorbeelden aan van de zeer groo te consumptie van suiker, tabak, bier, enz. enz., als bewijs, dat de verbetering van den toestand op alle gebied op constante wijze voortging en dat nergens anders ter we reld een herstel viel waar te nemen, dat vergeleken kon worden met dat in Groot- Brittannië. Onder luiden bijval deelde Chamberlain mede, dat de deposito's van de spaarders gestegen waren met 50 millioen pond ster ling.. „Over het algemeen kan men thans zeg gen", aldus Chamberlain „dat wij 80 pet. van onzen voorspoed terugveroverd hebben. Onze taak is thans de overblijven de 20 pet. te heroveren, zonder nadeel toe te brengen aan het vertrouwen, dat wij reeds hebben gevestigd. Wanneer de vrede in het buitenland gehandhaafd blijft en wij een behoorlijke mate van eenheid in het land kunnen behouden, zie ik niet in, waar om wij niet in dit loopende jaar nog ver deren belangrijken vooruitgang zouden be reiken in de richting van voorspoed. In deze overtuiging heb ik mijn begrootings- ramingen opgesteld." Voortgaande behandelde Chamberlan de eigenlijke begrooting en constateerde daarbij, dat het feitelijk beschikbare over schot van verleden jaar cm ge veer 7 1/2 milioen pond sterling bedroeg. Chamberlain stelde voor, de belasting op alle plaatsen, welke minder dan zes pence kosten, voor alle inrichtingen van verma kelijkheid af te schaffen en de belasting voor plaatsen, welke meer dan zes pence kosten, te verlagen. Verder stelde hij een verlaging der in komstenbelasting voor. Met ingang van 1 Juli a.s. zal de laatste helft van de verminderingen der salaris sen van de burgerlijke ambtenaren, de ho noraria der ministers en parlementsleden, de soldij van soldaten, mariniers en politie worden gerestitueerd. Deze restitutie zal dit jaar vier millioen pond sterling kos ten. BRITSCH-INDIE. HINDOES EN MOHAMMEDANEN WEE» SLAAGS. Een-en-twintig dood en en ca. 50 gewonden. In verscheiden districten van Brrtsch- Indië hebben zich botsingen voorgedaan tusschen Hindoes en Mohammedanen. In totaal zjjn daarbij acht deelnemers gedood en talrijken gewond. Te Forozabad (dis trict Agra), is een Hindoe gedood en wer den 35 personen gewond. De politie was toen genoodzaakt op de menigte te schie ten, waarbij een Hohammedaan werd ge dood en zeven personen werden gewond. De orde is thans hersteld. Ook in Batad en Ranchi vonden onlusten plaats. Hier wordt nu gepatrouilleerd door gewapende poli tie. Tijdens de relletjes zette de menigte een huis en een Hindoetempel in brand; elf personen zijn in de vlammen omgekomen. MEXICO. GEMATIGDER KOERS? Zoowel ten aanzien van de industrieele als van de kerkelijke conflicten. In welingelichte kringen verklaart men, dat de Mexicaansche regeering voorne mens is zoowel ten aanzien van de indus trieele als van de kerkelijke conflicten een gematigde houding te gaan aannemen en een centrumspositie te kiezen teneinde zoo wel op industrieel als op religieus gebied den binnenlandschen vrede in het land te bevorderen. BUITENLANDSCHE BERICHTEN AARDBEVING IN IRAN. Aantal slachtoffers onbekend. Gisternacht hebben zich hevige aard schokken doen gevoelen in de steden Shahi en Sari in de Iransche (Perzische) provin cie Mesenderan. Het aantal slachtoffers is nog niet bekend; de materieele schade is aanzienlijk. De bewoners van genoemde plaatsen hebben door een panischen schrik bevangen hun huizen verlaten en kampee ren thhans in het open veld. Ook te Teheran is een lichte aardbeving waargenomen. DE ZANDSTORMEN IN HET MIDDEN WESTEN. Eigenaardige electrisehe verschijnselen. De zeven staten in het Midden-Westen, die nu al verscheiden dagen door zandstor men geteisterd worden, zijn alle in dichte duisternis gehuld. De stofwolken zijn zóó dicht, dat een overgang van den dag naar den nacht niet te bemerken is. Steeds weer voert de stormwind uit het Noord-Westen nieuwe zandmassa's aan en werpt deze neer boven de vruchtbare ko renvelden van Kansas. Mijlen ver zijn de velden in woestenijen veranderd. Ook midden op den dag is het zoo don ker, dat auto's alleen met behulp van schijnwerpers den weg kunnen vinden. Alle voorwerpen, ook die binnen de hui zen, zijn met dikke stoflagen bedekt. Op straat moeten de menschen zich vast houden, om niet door den stormwind tegen den grond te worden geworpen. In vele door de zandstormen getroffen ge bieden doet zich een eigenaardig verschijn sel voor. IJzeren palen, prikkeldraad en vooral de wieken van windmolens vertoo- nen electrisehe ladingen. In sommige gevallen is de electrisehe la ding zoo sterk, dat menschen en dieren bq aanraking zware schokken kregen. Men verklaart deze verschijnselen hier mede, dat de wrijving van de uitermate fijne zandkristallen, die de storm zonder ophouden meevoert, een electrisehe span ning verwekt. Men beweert, dat groot en klein vee, ja zelfs hazen door electrisehe schokken zijn gedood. VERZONKEN SCHATTEN IN DE TAFELBAAI. Met de berging van 16 wrakken wordt begonnen. De African Salvage Corporation, die van de Zuid-Afrikaansche regeering het recht heeft verkregen de tallooze in de Tafelbaai voorkomende wrakken te bergen, heeft haar voorbereidende werkzaamheden vol tooid en zal, zoodra voldoende kapitaal deelneming verzekerd is, met de eigenlijke berging beginnen. Zij heeft de ligging van 16 wrakken vastgesteld van de ongeveer 350 schepen, die in den loop der eeuwen in de baai zijn vergaan. Vele dier schepen behoorden aan de Oost-Indische Compagnie Men hoopt thans eerlang te beginnen met de berging van het wrak van de „Haar lem" der O.-I. Compagnie, die in 1648 ver gaan is met een groote lading porselein en goud aan boord. Tegelijkertijd zal men po gingen in het werk stellen tot berging van de „Ryvengen", die, naar men aanneemt, ongeveer 400 ton Bankatin aan boord heeft. Denkt u eraan, dat stilstaande auto's tegenwoordig weder verlicht moeten zijn?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 5