DINSDAG 16 APRIL 1935
DE LFJDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD. - PAG. 5
STADSNIEUWS
kamer van koophandel en
fabrieken voor rijnland.
Afscheid van den heer P. Boot Sr.
Gisterenmiddag hield de Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor Rijnland
een openbare vergadering, waarvoor be
halve de gebruikelijke zaken ook het af
scheid van den heer P. Boot Sr op de agen
da stond.
De notulen der vorige vergadering wor
den onveranderd vastgesteld.
Onder de ingekomen stukken was een
schrijven van de Commissie uit de Noord
zee badplaatsen, met verzoek om een tege
moetkoming in de kosten voor reclame.
Besloten wordt te berichten, dat samen
werking met de Vereenigingen voor vreem
delingenverkeer te Noord wijk en Katwijk
is verkregen.
Van het Genootschap M. S. G. is een ver
zoek ingekomen in de kosten van de afdee-
ldng electrotechniek, hetgeen een ongedekt
nadeelig saldo van 1000.heeft opgele
verd, tegemoet te komen.
De voorz. stelt voor te berichten, dat
hieraan niet kan worden voldaan.
De heer Heringa zeide door dit ant
woord teleurgesteld te zijn, temeer wijl de
voorz. hem wel eens toezeggingen in dien
geest had gedaan en deze onderwijsinstel
ling zeer nuttig werk doet.
De voorz. ontkent zulks niet, evenmin als
de heer v. d. Steen, maar de toestand van
de kas laat zulks allesminst toe.
De heer Heringa betoogde vervolgens, dat
voor allerlei andere zaken ook wel bijdra
gen gegeven worden.
De heer v. Appel stelde voor 100.te
geven, terwijl de heer v. Dorp vroeg, of er
niet op andere uitgaven bezuinigd kan
worden, waarop de voorzitter antwoordde,
det de Kamer ditzelfde in handen heeft,
wanneer de lijst van subsidies wordt vast
gesteld. Verder wees de voorz. erop, dat er
wel 500 van het stamkapitaal kan worden
afgenomen, maar dat is niet aan te beve
len.
Nadat nog verschillende middelen over
wogen waren, gaf de voorz. den heer He
ringa in overweging deze zaak nog eens in
het bestuur van M. S. G. te bespreken. De
Kamer besloot hierna het voorstel aan te
houden.
Subsidie voor v. v. v. te
Noord wijk en Katwijk.
Van de Vereenigingen voor Vreemdelin
genverkeer te Katwijk en Noord wijk is
het verzoek ingekomen om een subsidie,
zulks in verband met de moeilijke omstan
digheden, waarin zij verkeeren.
Het Bureau der Kamer stelde voor een
subsidie te geven van 10 cent per lid, tot
een maximum van 50.zulks ander be
perkte voorwaarden.
Na langdurige discussie werd het voor
stel van het Bureau der Kamer aangeno
men met twee stemmen tegen. De heer He
ringa onthield zich van stemming.
Voorts werd besloten aan den Minister
van Econ. Zaken een adres te zenden inza
ke beperking van den export naar Duitsch-
land. Tegen stemden de heeren ir. Guljé,
Heringa en Sanders. De heer Raaphorst ont
hield zich van stemming.
Na de rondvraag volgde het afscheid van
den heer P. Boot Sr. als ondervoorzitter en
lid der Kamer.
1
AFSCHEID P. BOOT SR.
De voorz., de heer D. ten Cate Brouwer,
sprak den heer Boot hierna als volgt toe:
Waarde Heer Boot,
Toen ge op 25 April 1922 de U aangebo
den functie van voorzitter van het Groot
bedrijf onzer Kamer aanvaardde, hebt ge
niet kunnen vermoeden dat het beroep op
U gedaan U gedurende een periode van niet
minder dan 13 jaar zou binden aan de lei
ding van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor Rijnland.
Ik ben er zeker van dat, indien men U
zulks vooraf had voorspeld, gij onder vrien
delijke dankbetuiging voor de onderschei
ding U ten deel gevallen, de benoeming
niet had aanvaard.
Het belangrijke bedrijf waaraan gij lei
ding gaf, had uw geheele hart en legde op
uw volle werkkracht beslag. Evenmin ont
veinsde U zich dat de functie van voorzit
ter van het Grootbedrijf en het daarmede
samenhangende vice-voorzitterschap der
Kamer, u groote offers zou vragen. Vooral
in de eerste jaren.
De wettelijke regeling van de bevoegd
heden en de taak der Kamers van Koop
handel had het karakter van de voorheen
bestaande Kamers zoozeer veranderd, dat
het leiding geven aan die voor handel en
nijverheid in het leven geroepen, organen,
niet beteekende het volgen van oude sleur
op den tot nog toe geganen weg, maar veel
meer het zoeken van nieuwe wegen en
nieuwe methoden teneinde het vertrouwen,
dat de wetgever in de functie van de ge
organiseerde Kamers van Koophandel had
gesteld, niet te beschamen.
De wettelijk verplichte inschrijving in
het Handelsregister van vrijwel alle han
delszaken met de daaraan verbonden kos
ten, maakte dat de Kamers van Koophandel
in haar nieuwen vorm niet door allen met
sympathie begroet werden. Het was de taak
vooral van het Bureau, te zorgen dat han
deldrijvend en en fabrikanten tot erkenning
en begrip kwamen van haar bestaansrecht
en haar bestaansnoodzakelijkheid.
In dit licht bezien zijn vooral de eerste
jaren, moeilijke jaren geweest, voor het
Bureau maar ook voor U. Vooral in dien
tijd heeft de Kamer in dit opzicht veel aan
U te danken. Uw ervarenheid in zaken, uw
helder en gefundeerd oordeel over aller
hande vraagstukken den koophandel be
treffend, uw rustig, bezonnen wpord in de
Bureauvergaderingen, hebben niet weinig
er toe bijgedragen dat de weg die de Ka
mer zich afbakende, voor handel en nijver
heid de juiste weg bleek te zijn.
Veel wat ei* in den loop der 13 paren is
tot stand gekomen, is te danken aan uw
medewerking. Daarom zien wij U heden
zeer ongaarne uit ons midden vertrekken.
Het was ons al lang geen geheim meer
dat gij den tijd gekomen achtte de leiding
van het Grootbedrijf in andere handen te
leggen.
Gezien uw leeftijd moeten wij dit besluit
respecteeren vooral ook omdat ge reeds
eenmaal, op aandrang van het Bureau, uw
bedanken hebt willen verschuiven.
Waarde Heer Boot, gedurende een perio
de van meer dan 12}^ jaar heb ik het ge
noegen gehad met U te mogen samenwer
ken. In deze periode is tusschen ons ge
groeid een verstandhouding, waardoor sa
menwerken een genoegen werd voor bei
den.
Ge zult het begrijpen dat ik, als alge
meen voorz., die soms dagelijks met u in con
tact kwam, uw afscheid nemen betreur.Maar
niet alleen ik, ook de heer Simonis, voor
ter van het Kleinbedrijf en de Secretaris,
zien u vandaag met leede oogen gaan. Ook
de leden van 't Grootbedrijf, die U in die
lange reeks van jaren herhaaldelijk met
algemeene stemmen tot hun voorzitter ver
kozen, gevoelen allen jegens U, het is mij
bekend, groote dankbaarheid, omdat gij alle
consequenties aan de vervulling van het
voorzitterschap verbonden, wel hebt willen
aanvaarden.
Als vice-voorzitter der Kamer hebt ge
ongetwijfeld ook het Kleinbedrijf zeer aan
U verplicht. In meerdere gevallen, jubilea,
vergaderingen en congressen, hebt ge de
Kamer vertegenwoordigd. U voor dit alles
dank te brengen is in de eerste plaats de
plicht Vein den algemeen en-Voorzitter. Ik
prijs mij gelukkig dit dankwoord hier te
mogen spreken.
Thans gaat gij, waarde heer Boot, van
ons scheiden. Waarlijk niet te vroeg ont
trekt gij u aan de gemeenschapsplicht het
algemeen belang te dienen.
Tot zelfs over den leeftijd, alleen den
sterken gegeven, hebt gij naar beste weten
met alle kracht belangeloos de interessen
van handel en nijverheid bijna 13 jaren
gediend.
Daarvoor, geachte heer Boot, betuig ik
U namens de Kamer mijn oprechten dank
en groote waardeering.
Niet te verwonderen is dan ook, dat de
Kamer met algemeene stemmen besloten
heeft U als een stoffelijk blijk daarvan aan
te bieden, de gouden medaille der Kamer,
de hoogste onderscheiding die de Kamer
kan verleenen. Moge mede deze hooge on
derscheiding in de jaren die U nog gegeven
zijn en waarvan ik hoopt, dat zij vele in
aantal zullen zijn, U de voldoening schen
ken, die wij hebben wanneer we de taak
welke de voorzienigheid ons op de schou
ders legde, naar beste weten hebben ver
vuld.
Met deze woorden, waarde Heer Boot,
neem ik afscheid van U en wensch u na
mens alle leden onzer Kamer van harte toe,
dat ge nog vele jaren in goede gezondheid
onzen arbeid moge gadeslaan. (Applaus).
Namens het Grootbedrijf sprak de heer
ir. F. Guljé een afscheidswoord tot den
heer Boot.
Spr. zeide, dat de afdeeling Grootbedrijf
dit heengaan ten zeerste betreurde, maar
men kan er zich bij neerleggen.
Spr. wees er op, dat de heer Boot tijdens
zijn voorzitterschap een traditie heeft ge
volgd. Men zal hem missen, maar men zal
hem niet vergeten. Spreker wenschte hem
rust en volledig herstel toe en vroeg den
heer Boot den hartelijken dank van de af
deeling te willen aanvaarden (Applaus).
Namens het kleinbedrijf wees de heer
H. M. Simonis op de allerhartelijkste sa
menwerking die er steeds tusschen Kamers
en kleinbedrijf met den heer Boot bestond
en waarbij hij steeds zijn groote belang
stelling voor de afd. Kleinbedrijf heeft be
toogd. (Applaus).
De secretaris, mr. dr. P. G. Knibbe, voeg
de hieraan nog hartelijke woorden toe en
wees erop, dat hij gedurende al die jaren
met den heer Boot, van wien hij veel heeft
mogen leeren, steeds aangenaam heeft
mogen samenwerken.
Al was er in de eerste plaats een officieele
verhouding tusschen den heer Boot en spr.,
daarnaast kwam er ook een meer vriend
schappelijke verhouding en spr. wilde dit
getuigen door te zeggen: „mijn vader is
mijn beste vriend".
Spr. eindigde met den wensch, dat de
heer Boot ook in zijn levensavond veel ze
geningen moge ontvangen. (Applaus).
De heer Boot, hierna het woord verkrij
gend, zeide bezield, te zijn met gevoelens
van weemoed en dankbaarheid. Spr. herin
nerde eraan, dat hij 13 jaar lang als lid
van het Bureau heeft mogen medewerken
BUITENLAND
VOLKENBOND.
DE RAADSZITTING BEGONNEN.
Het Fransche beroep nog niet besproken.
De vijf en tachtigste zitting van den vol
kenbondsraad is gistermiddag onder voor
zitterschap van den Turkschen minister
van buitenlandsche zaken begonnen.
De aangelegenheid, waarvoor de raad in
buitengewone zitting is bijeengeroepen,
namelijk het Fransche beroep op den vol
kenbond inzake de Duitsche herbewapening,
is gisteren nog met geen enkel woord in de
raadszaal besproken. Eerst moeten hierover
in de hotelkamers nog vertrouwelijke be
sprekingen worden gevoerd, daar verschil
lende raadsleden bedenkingen hebben te
gen de resolutie, zooals die te Stresa door
Mussolini en de Engelsche en Fransche mi
nisters is ontworpen.
Zoo vindt Litwinoff b.v. de resolutie te
slap, daar zij alleen een betreuren van den
Duitschen stap van 16 Maart en niet uit
drukkelijk een veroordeeling ervan uit
spreekt. Aan den anderen kant vinden
Beek (Polen), Munoh (Denemarken) en de
Zuid-Amerikaansche gedelegeerde de reso
lutie ook in den te Stresa zeer verslapten
vorm nog te streng tegen Duitschland, o.a.,
omdat de resolutie met geen enkel woord
erop schijnt te wijzen, dat ook de zwaar
bewapende staten door het niet-nakomen
van hun verplichting tot bewapeningsver
mindering eenige verantwoordelijkheid
voor den thans geschapen toestand dragen.
Ook hebben deze gedelegeerden bezwaren
tegen de door de conferentie van Stresa
aangevoerde toepassing van economische en
finantieele sanctiemaatregelen tegen verde
re verdragsschendingen in de toekomst.
Een andere moeilijkheid die verhinderd
heeft dat de raad gisteren eenige beslis
sing over het Fransche beroep op den vol
kenbond kon nemen is, dat die raadsleden
die voor de taak van rapporteurs eenigs-
zins in aanmerking zouden kunnen komen,
zeer er tegen opzien, deze zeer moeilijke
en delicate taak. op zich te nemen.
Onder deze omstandigheden kan de raad
gisteren niets anders doen dan een bespre
king te wijden aan het verzoek van de re
geering van Abessynië, dat het geschil tus
schen dit land en Italië nog op de agenda
van deze buitengewone raadszitting zal
worden geplaatst.
De raad heeft dit verzoek echter van de
hand gewezen, een beslissing waarbij ook
de gedelegeerde van Abessynië zich volko-
j men heeft neergelegd, nadat Aloisi namens
de Italiaansche regeering nogmaals verze-
I kerd had, dat Italië bereid is, onmiddellijk
i in samenwerking met de Abessynische re
geering de verzoenings- en arbitrage-com
missie te benoemen, die bij artikel van het
Italiaansch-Abessynisch vriendschapsver
drag van 1928 is voorzien.
DUITSCHLAND.
DE AFFAIRE-JACOB.
Het antwoord der Duitsche regeering aan
Zwitserland.
j De Duitsche regeering heeft het mate
riaal, dat de Zwitsersche regeering haar
heeft doen toekomen inzake de ontvoering
van den uitgeweken journalist Berthold Sa
lomon, beter bekend als Jacob, onderzocht.
De in Zwitserland gearresteerde dr. Hans
Wesemann heeft bekend, Salomon van
Straatsburg naar Basel te hebben gelokt
en hem onder valsche voorwendsels in een
auto over de Duitsche grens te hebben ge
bracht.
Naar aanleiding van dit onderzoek wordt
van officieele Duitsche zijde verklaard, dat
uit het door Zwitserland verstrekte mate
riaal op geen enkele wijze is gebleken, dat
bij de gebeurtenissen op Zwitsersch gebied
officieele Duitsche instanties direct of in
direct waren betrokken.
Noch Wesemann, noch zijn handlangers
hebben van officieele Duitsche instanties
opdrachten gekregen, welke met deze zaak
verband houden.
Uit welke oogmerken Wesemann en zijn
handlangers hebben gehandeld, kan niet
met zekerheid worden beoordeeld.
Wesemann is een persoon met een twij
felachtig verleden, die zich sedert jaren in
het buitenland ophoudt en naar het schijnt
zich met anti-Duitse he propaganda bezig
houdt.
Het is mogelijk, dat deze persoon de be-
aan de behartiging van de belangen van
handel en nijverheid.
Dank bracht spr. vooral aan den voorzit
ter, die èn voor het bureau èn voor de ge
heele Kamer een voorbeeld was en nog is
van iemand, die een ernstige opvatting
heeft van zijn moeilijke taak.
Spr. dankt zoowel den voorzitter als den
heer Simonis, ondervoorzitter voor hunne
aangename samenwerking en hunne woor
den van afscheid.
Ook den secretaris en den leden betuigde
spr. zijn groote erkentelijkheid voor den
ondervonden steun, waaraan hij den
wensch verbindt, dat de K. v. K. voor Rijn
land het volle vertrouwen moge blijven be
houden van regeering, gemeenten en inge
schrevenen in het district, een vraagbaak
moge blijven voor handel en industrie.
Spr. eindigde met zijn dank te betuigen
voor de onderscheiding, hem door de Ka
mer verleend, welke onderscheiding hij
ten zeerste op prijs stelt. (Applaus).
Hierna werd de vergadering door den
voorzitter gesloten, doch de leden bleven
nog eenigen tijd gezellig bijeen om het af
scheid van den heer Boot te bezegelen met
een dronk.
doeling heeft gehad, Salomon in handen
van de Duitsche autoriteiten te spelen. Of
het echter zijn bedoeling was zijn eigen po
sitie tegenover de Duitsche autoriteiten te
verbeteren, otf dat men meer met een
wraakneming te doen heeft, kan van
Duitschland uit niet worden nagegaan.
Bij de bekende houding van bepaalde
emigrantenkringen zou geen van beide han
delwijzen ongewoon zijn.
Aangezien Salomon zonder ingrijpen van
officieele Duitsche instanties binnen het be
reik der Duitsche justitie is gekomen en hij
een reeds dikwijls bestraft landverrader
van de ergste soort is, kan van Duitsche zij
de niet anders worden gedaan dan het
reeds geruimen tijd tegen hem aanhangi
ge strafproces zijn vrijen loop te laten.
De Duitsche regeering heeft de Zwitser
sche bondsregeer ing hiervan op de hoogte
gesteld.
DUITSCHLAND EN LITAUEN.
Naar een non-agressiepact?
De Duitsche regeering heeft 5 April een
nota gezonden aan Litauen, waarin zij ver
klaarde geen agressieve bedoelingen te heb
ben ten aanzien van het Memelgehied.
Het schijnt, dat deze nota den weg opent
voor besprekingen tusschen Duitschland en
Litauen om te komen tot een non-agressie
pact.
WAAROM HET „BERLINER KIRCHEN-
BLATT" VERBODEN WERD.
In het jongste nummer van het Berliner
Kirchenblatt wordt vermeld, dat het blad
door de geheime Staatspolitie in beslag ge
nomen werd, wegens het artikel over Bal-
dur von Schirach en de Katholieke Jeugd
organisaties.
„DUITSCH GELOOF".
Wat blijft er van positief Christendom
over?
In het nummer van 7 April van „Blitz",
een strijdorgaan voor „Duitsch geloof en
Duitsche zeden", lezen we het volgende ge
dicht van Busso Loewe uit Tubingen:
Ons Geloof is God
Onze kerk is het Duitsche Vaderland
Onze parochie is het Duitsche volk
Onze bijbel is de Duitsche ziel en haar
waarde.
Onze Priester is iedere ras-bewuste
Duitsche mensch!
Onze sacramenten zijn arbeid, strijd
en liefde!
Onze belijdenis heet bloed en bodem,
vrijheid en eer!
Ons symbool is het oeroude heidensche
Hakenkruis!
Onze toekomst heet Duitschland!
Een droevig-duidelijke tegenstelling tus
schen het Christendom en het modern-hei-
dendom, gepropageerd door het Nationaal-
Socialisme in Duitschland.
ENGELAND,
ENGELAND'S BEGROOTING.
Meer optimisme.
In het lagerhuis heeft de minister van
financiën, Neville Chamberlain, gistermid
dag de begrooting voor het jaar 1935'36
ingediend.
In zijn inleidende rede verklaarde Cham
berlain, dat het jaar, hetwelk thans is ge
sloten, zich kenteekende door een aanzien
lijken stap voorwaarts op den weg naar het
herstel. Het rendement der industrie was
met twaalf procent vermeerderd; de fa-
brieksproductie vormde een nieuw record,
de uitvoer was met dertig millioen toege
nomen, terwijl de kosten van het levens
onderhoud bleven beneden het niveau, dat
bestond, voordat de huidige regeering aan
het bewind kwam. De détail-handel bleef
zich uitbreiden.
Op optimistischen toon haalde Cham ber
ber lain voorbeelden aan van de zeer groo
te consumptie van suiker, tabak, bier, enz.
enz., als bewijs, dat de verbetering van den
toestand op alle gebied op constante wijze
voortging en dat nergens anders ter we
reld een herstel viel waar te nemen, dat
vergeleken kon worden met dat in Groot-
Brittannië.
Onder luiden bijval deelde Chamberlain
mede, dat de deposito's van de spaarders
gestegen waren met 50 millioen pond ster
ling..
„Over het algemeen kan men thans zeg
gen", aldus Chamberlain „dat wij 80
pet. van onzen voorspoed terugveroverd
hebben. Onze taak is thans de overblijven
de 20 pet. te heroveren, zonder nadeel toe
te brengen aan het vertrouwen, dat wij
reeds hebben gevestigd. Wanneer de vrede
in het buitenland gehandhaafd blijft en wij
een behoorlijke mate van eenheid in het
land kunnen behouden, zie ik niet in, waar
om wij niet in dit loopende jaar nog ver
deren belangrijken vooruitgang zouden be
reiken in de richting van voorspoed. In
deze overtuiging heb ik mijn begrootings-
ramingen opgesteld."
Voortgaande behandelde Chamberlan de
eigenlijke begrooting en constateerde
daarbij, dat het feitelijk beschikbare over
schot van verleden jaar cm ge veer 7 1/2
milioen pond sterling bedroeg.
Chamberlain stelde voor, de belasting op
alle plaatsen, welke minder dan zes pence
kosten, voor alle inrichtingen van verma
kelijkheid af te schaffen en de belasting
voor plaatsen, welke meer dan zes pence
kosten, te verlagen.
Verder stelde hij een verlaging der in
komstenbelasting voor.
Met ingang van 1 Juli a.s. zal de laatste
helft van de verminderingen der salaris
sen van de burgerlijke ambtenaren, de ho
noraria der ministers en parlementsleden,
de soldij van soldaten, mariniers en politie
worden gerestitueerd. Deze restitutie zal
dit jaar vier millioen pond sterling kos
ten.
BRITSCH-INDIE.
HINDOES EN MOHAMMEDANEN WEE»
SLAAGS.
Een-en-twintig dood en en ca. 50
gewonden.
In verscheiden districten van Brrtsch-
Indië hebben zich botsingen voorgedaan
tusschen Hindoes en Mohammedanen. In
totaal zjjn daarbij acht deelnemers gedood
en talrijken gewond. Te Forozabad (dis
trict Agra), is een Hindoe gedood en wer
den 35 personen gewond. De politie was
toen genoodzaakt op de menigte te schie
ten, waarbij een Hohammedaan werd ge
dood en zeven personen werden gewond.
De orde is thans hersteld. Ook in Batad en
Ranchi vonden onlusten plaats. Hier wordt
nu gepatrouilleerd door gewapende poli
tie.
Tijdens de relletjes zette de menigte een
huis en een Hindoetempel in brand; elf
personen zijn in de vlammen omgekomen.
MEXICO.
GEMATIGDER KOERS?
Zoowel ten aanzien van de industrieele als
van de kerkelijke conflicten.
In welingelichte kringen verklaart men,
dat de Mexicaansche regeering voorne
mens is zoowel ten aanzien van de indus
trieele als van de kerkelijke conflicten een
gematigde houding te gaan aannemen en
een centrumspositie te kiezen teneinde zoo
wel op industrieel als op religieus gebied
den binnenlandschen vrede in het land te
bevorderen.
BUITENLANDSCHE BERICHTEN
AARDBEVING IN IRAN.
Aantal slachtoffers onbekend.
Gisternacht hebben zich hevige aard
schokken doen gevoelen in de steden Shahi
en Sari in de Iransche (Perzische) provin
cie Mesenderan. Het aantal slachtoffers is
nog niet bekend; de materieele schade is
aanzienlijk. De bewoners van genoemde
plaatsen hebben door een panischen schrik
bevangen hun huizen verlaten en kampee
ren thhans in het open veld.
Ook te Teheran is een lichte aardbeving
waargenomen.
DE ZANDSTORMEN IN HET MIDDEN
WESTEN.
Eigenaardige electrisehe verschijnselen.
De zeven staten in het Midden-Westen,
die nu al verscheiden dagen door zandstor
men geteisterd worden, zijn alle in dichte
duisternis gehuld.
De stofwolken zijn zóó dicht, dat een
overgang van den dag naar den nacht niet
te bemerken is.
Steeds weer voert de stormwind uit het
Noord-Westen nieuwe zandmassa's aan en
werpt deze neer boven de vruchtbare ko
renvelden van Kansas.
Mijlen ver zijn de velden in woestenijen
veranderd.
Ook midden op den dag is het zoo don
ker, dat auto's alleen met behulp van
schijnwerpers den weg kunnen vinden.
Alle voorwerpen, ook die binnen de hui
zen, zijn met dikke stoflagen bedekt.
Op straat moeten de menschen zich vast
houden, om niet door den stormwind tegen
den grond te worden geworpen.
In vele door de zandstormen getroffen ge
bieden doet zich een eigenaardig verschijn
sel voor. IJzeren palen, prikkeldraad en
vooral de wieken van windmolens vertoo-
nen electrisehe ladingen.
In sommige gevallen is de electrisehe la
ding zoo sterk, dat menschen en dieren bq
aanraking zware schokken kregen.
Men verklaart deze verschijnselen hier
mede, dat de wrijving van de uitermate
fijne zandkristallen, die de storm zonder
ophouden meevoert, een electrisehe span
ning verwekt.
Men beweert, dat groot en klein vee, ja
zelfs hazen door electrisehe schokken zijn
gedood.
VERZONKEN SCHATTEN IN DE
TAFELBAAI.
Met de berging van 16 wrakken wordt
begonnen.
De African Salvage Corporation, die van
de Zuid-Afrikaansche regeering het recht
heeft verkregen de tallooze in de Tafelbaai
voorkomende wrakken te bergen, heeft
haar voorbereidende werkzaamheden vol
tooid en zal, zoodra voldoende kapitaal
deelneming verzekerd is, met de eigenlijke
berging beginnen. Zij heeft de ligging van
16 wrakken vastgesteld van de ongeveer
350 schepen, die in den loop der eeuwen in
de baai zijn vergaan. Vele dier schepen
behoorden aan de Oost-Indische Compagnie
Men hoopt thans eerlang te beginnen
met de berging van het wrak van de „Haar
lem" der O.-I. Compagnie, die in 1648 ver
gaan is met een groote lading porselein en
goud aan boord. Tegelijkertijd zal men po
gingen in het werk stellen tot berging van
de „Ryvengen", die, naar men aanneemt,
ongeveer 400 ton Bankatin aan boord
heeft.
Denkt u eraan, dat stilstaande
auto's tegenwoordig weder
verlicht moeten zijn?