7
DE NIEUWE BURGEMEESTER VAN WOURRUGGE.
VERKIEZING
PROVINCIALE STATEN
IN ZUID-HOLLAND
DONDERDAG 4 APRIL 1935
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD. - PAG. 8
Een gure, maar.... hartelijke ontvangst.
Nadat de nieuw-benoemde Burgemeester
der gemeente Woubrugge, de heer
Mumsen, hedenmiddag met zijn verloof
de; en familie door een commissie van ont
vangst te Leiden aan het station was afge
haald in een vijftal auto's, werd in Hoog
made door de jeugd van de Katholieke
school een welkomstlied opgezegd, waarna
enkele coupletten van het Wilhelmus wer
den gezongen. Nadat twee kinderen aan de
verloofde van den Burgemeester een bou
quet hadden aangeboden en de Burgemees
ter enkele woorden van dank had gespro
ken, reed men verder in de richting Wou
brugge alwaar eveneens de jeugd van de
openbare en christelijke school op het
schoolplein der openbare school den Bur
gemeester met een lied verwelkomde.
Hierna voerden de auto's het gezelschap
naar het gemeentehuis,waar tegen 3 uur,
In tegenwoordigheid van vele genoodigden,
waaronder ook burgemeester Boddens-Ho-
sang, de loco-burgemeester, de heer C. W.
Lieverse, de openbare vergadering van den
Raad met gebed opende en den secretaris
verzocht voorlezing te doen van het offi-
cieele besluit van benoeming.
Hierna sprak de loco-burgemeester den
nieuwen ambtsdrager als volgt toe:
REDE VAN DEN LOCO-BURGEMEESTER
Het is mij, als waarnemend burgemeester,
een voorrecht, u, namens den Raad der ge
meente Woubrugge en de gansche burge
rij, geluk te wenschen met uwe benoeming
tot Burgemeester dezer gemeente, van wel
ke benoeming dè secretaris zoo juist offi-
cieele voorlezing heeft gedaan.
Nu ik hier sta, gaan mijn gedachten on
willekeurig terug naar den dag, waarop ik,
op deze zelfde plaats, onze hooggeachte heer
Burgemeester Boddens Hosang, heb mogen
toespreken. 6 jaren zijn sindsdien voorbij
gegaan; 6 jaren heeft Burgemeester Boddens
Hosang zijn krachten in dienst gesteld van
deze gemeente; 6 jaren lang hebben wij op
een prettige en aangename wijze met hem
mogen medewerken aan het bestuur der ge
meente. Met dankbaarheid denk ik terug
aan de uren, dat ik met hem over de be
langen der gemeente heb mogen spreken.
WETHOUDER C. W. LIEVERSE.
Zijn verdiensten zijn naar waarde ge
schat in de benoeming tot Burgemeester
van Naarden.
Burgemeester, onder moeilijke omstan
digheden aanvaardt u het ambt van Bur
gemeester van Woubrugge. De crisis, met
als gevolg daarvan een economische inzin
king, is ook aan onze gemeente niet onop
gemerkt voorbijgegaan. Veeteelt en indus
trie gaan gebukt onder de zware lasten,
welke die bedrijven zich zien opgelegd; de
middenstand kan zich geen loonend be
staan meer verzekeren en lijkt te zullen
wegkwijnen. En de werkloosheid drukt als
een zwaren last op het budget der gemeen
te. Wij mogen ons gelukkig prijzen, burge
meester, bij de wetenschap, dat de sociale
zorg der werkloozen aan u goed is toever
trouwd. U hebt toch, door een ruime erva
ring op dit gebied, de noodige kennis op
gedaan om het vraagstuk der werkloosheid
in breed verband onder de oogen te zien.
Zooals ik reeds zooeven zeide, drukt de
last der werkloosheid zwaar op de finan
ciën der gemeente. Dat het onder deze om
standigheden uiterst moeilijk is de gemeen
te begrooting sluitend te maken, behoeft
zeer zeker geen nader betoog.
Geen zonnig vooruitzicht.
Het zou van een verkeerd inzicht getui
gen, Burgemeester, indien wij de toestand,
zelfs op dezen dag, anders zouden voor
stellen, dan hij in werkelijkheid is. Be
moedigend is deze mededeeling niet, doch
u kent, wellicht beter dan iemand anders,
de groote zorgen, waarvoor een gemeente
zich thans geplaatst ziet. Het moedig onder
de oogen willen zien van de groote vraag
stukken, welke in elke gemeente om op
lossing vragen, getuigt tevens van den wil,
om die moeilijkheden te overwinnen.
De gemeente heeft zich nog steeds kun
nen onttrekken aan het stempel „noodlij
dendheid", waaronder reeds vele gemeente
gebukt gaan. Een zuinig beheer in het ver
leden en vorming van reserves hebben ons
hiervoor kunnen vrijwaren. Of dit in de
toekomst zoo zal kunnen blijven, burge
meester, is een vraag, welke door uw be
leid en beheer haar beantwoording zal krij
gen. De Raad, als bestuursorgaan van de
gemeente, zal, zoolang hem dit mogelijk is,
EDELACHTB. HEER H. B. N. MUMSEN.
zijn onafhankelijkheid, zijn autonomie,
trachten te bewaren. Wij vertrouwen, dat u
het schip der gemeente, dat zich temidden
van de branding bevindt, door de vele ge
vaarlijke klippen in veilige haven zult voe
ren.
Hiertoe hebt u de medewerking noodig
van den Raad. Ik meen met volle vrijmoe
digheid te mogen zeggen, dat van de zijde
van den Raad alle mogelijke medewerking
gegeven zal worden, terwijl hij, onder uw
leiding, met vertrouwen de toekomst tege
moet gaat.
Onder inroeping van God's zegen over
den zwaren arbeid, welke u wacht, bekleed
ik u met het teeken uwer waardigheid en
draag het voorzitterschap van den Raad aan
u over.
Nadat burgemeester Mumsen den ambts
keten was omgehangen en de voorzitters
hamer hem was overhandigd, sprak deze
de volgende installatie-rede uit.
REDE BURGEMEESTER MUMSEN.
Mijnheer de waarnemend burgemeester,
heeren wethouders, leden van den Raad der
gemeente Woubrugge.
Gij hebt de officieele lezing gehoord van
het Besluit, waarbij het H. M. onze geëer
biedigde Koningin heeft behaagd mij te be
noemen tot burgemeester der gemeente
Woubrugge.
Het zal u niet verwonderen, als ik getuig,
dat mijn hart van dankbaarheid is vervuld
voor deze benoeming.
Dankbaarheid jegens den Heer, die alle
dingen bestuurt, dankbaarheid ook jegens
H. M. de Koningin, die mij benoemd heeft,
jegens Z.E. den Minister van Binnenland-
sche Zaken, die mij tot die benoeming
heeft voorgedragen, en verder jegens allen,
die hetzij als autoriteit, hetzij als vriend tot
mijne benoeming hebben medegewerkt.
Voor ik overga tot het aanvaarden van
mijn ambt, wensch ik een woord van hulde
te brengen aan mijn geachten en sympa
thieken ambtsvoorganger, die hier zeer be
mind was, en die gedurende 6 jaren met
vrucht in deze gemeente werkzaam is ge
weest.
Dat het hem en de zijnen in zijne tegen
woordige gemeente ambtelijk en persoon
lijk wel moge gaan, is mijn hartelijke
wensch.
Voorts spreek ik hier een woord van
waardeering uit voor u, mijnheer de loco
burgemeester, die gedurende drie maanden
het burgemeestersambt op zoo'n voortref
felijke wijze heeft waargenomen. Tevens
dank ik u voor de woorden, welke gij zoo
juist tot mij gesproken hebt en voor al het
geen u verder te mijner verwelkoming hebt
gedaan.
Wat de aandacht vraagt.
Ik weet welke de voornaamste belangen
zijn, welker behartiging mij hier in Wou
brugge wacht. De veeteelt, de land- en tuin
bouw, de scheepsbouw- en jachtbouwindus-
trie, en, in nauw verband met deze laatste,
het vreemdelingenverkeer, zullen in menig
geval de aandacht van het gemeentebestuur
vragen. Maar hoe die belangen zich onder
ling verhouden en op welke wijze wij tot
hunne behartiging het onze zullen kunnen
doen, is mij natuurlijk niet bekend en gij
zult van mij dan ook niet verwachten, dat
ik thans met een program van werkzaam
heden, hoe schematisch ook, tot u kom.
Maar dit kan ik u verzekeren, dat bij al
mijne werkzaamheden het belang van de
gemeente en van haar ingezetenen het eenig
richtsnoer van mijn daden zal zijn en dat
ik mij met al de mij door God gegeven
krachten op de bevordering van die belan
gen zal toeleggen. Dat heb ik onder aanroe
ping van God's Heiligen naam gezworen en
dat hoop ik onder opzien tot Hem te doen.
Ons land beleefd een duisteren tijd. Een
crisis van ongekenden omvang en diepte
drukt het economisch leven over de geheele
wereld als met een looden last. Het schip
van Staat vaart op ongewisse zeeën naar
onbekende stranden; God alleen weet waar
het zal belanden. Met de middelen van het
Rijk maken die der publiekrechtelijke dee-
len, in de eerste plaats de gemeenten, een
kommervollen tijd door. Voor de gemeente
lijke bestuurders, evenals trouwens voor
ieder Vaderlander, is het de duurste plicht
hun steentje bij te dragen om de welvaart te
handhaven op een redelijk peiL Dit zal ook
het doelwit moeten zijn in Woubrugge.
Geen verhooging der overheids
kosten.
In gunstige tijden is het ambtelijk werk
van den Burgemeester allesbehalve gemak
kelijk; ik ben ervan overtuigd, dat het
thans uitermate moeilijk is. De toestand der
financiën van de gemeente Woubrugge is,
in verhouding tot die van de overgroote
meerderheid der overige Nederlandsche ge
meenten, niet ongunstig te noemen. Toch
zal de gemeentelijke overheid erop bedacht
moeten zijn verdere uitzetting der bestuurs-
kosten te voorkomen en zelfs, zoo het mo
gelijk is, tot verdere inkrimping van uit
gaven te komen.
Dat is niet alleen tegenover de gemeen
te „an sich", maar ook tegenover de ge
meente als onderdeel van de Nederland
sche gemeenschap een dure plicht. Ik neem
aan, dat in deze gemeente reeds ten naaste
bij alles is geschied, wat in deze richting
bereikbaar is, maar onze aandacht zal zeker
tot in de verre toekomst moeten worden
samengetrokken op economisch en efficient
beheer. Natuurlijk zal daarbij zooveel als
eenigszins mogelijk is moeten worden ver
meden, dat de zuinigheid de wijsheid gaat
bedriegen. Maar onze gedragslijn zal toch
in menig geval moeten worden bepaald
door de stelling: Niet de wenschelijke, maar
alleen de noodzakelijkste uitgaven geoor
loofd.
Mijne Heeren, leden van den Raad, ik
roep tot dit alles met den meesten aandrang
uwe medewerking in, en vraag u om uw
vertrouwen, zonder welke een goede sa
menwerking in het belang der gemeente
niet kan worden verkregen. Ook in uw on
derlinge verhouding is dit vertrouwen noo
dig. Dat uwe beraadslagingen steeds mogen
dragen het kenmerk van onderlinge waar
deering en eerbiediging van elkanders mee
ning.
Van mijn zijde hebt gij te verwachten
een volkomen openhartige inleiding tot de
zaken der gemeente. Ik zal uwe wettelijke
rechten eerbiedigen en-u naar mijn beste
weten voorlichten omtrent de gegevens, die
te uwer beschikking moeten staan tot het
nemen van juiste beslissingen.
In nog nauwer ambtelijke betrekking zal
ik staan tot de heeren wethouders. Ik doe
een beroep op u om mij te steunen en bij
te staan met uwe grootere levenservaring,
en uwe natuurlijk groote kennis van men-
schen en toestanden in de gemeente vooral
in den eersten moeilijken tijd van inwer
king in mijn nieuwe werkkring.
Ik ben ervan overtuigd, dat onze verhou
dingen van den meest aangenamen aard
zullen zijn en spreek de hoop uit, dat gij
u naar onze, natuurlijk veelvuldige, ver
gaderingen zult kunnen begeven in het
vooruitzicht van eenige uren van aangena
me besprekingen over de belangen van deze
schoone gemeente.
Ook met de bewindvoerders van de Heer
lijkheid Hoogmade, welke zdch over een
gedeelte dezer gemeente uitstrekt, moge
een prettige en vruchtbare samenwerking,
voor zoover dit krachtens mijn ambt noo
dig is, verzekerd zijn.
Mijnheer de Secretaris, gij zijt geduren
de de vacature van het burgermeestersambt
tot uw gewichtig werk geroepen en ik meen
daaruit de gevolgtrekking te kunnen ma
ken, dat gij in hooge mate het vertrouwen
van het College en van den Raad hebt kun
nen winnen.
Wij zullen dagelijks naast elkaar werken:
ik in het bestuurlijke, gij in het administra
tieve deel van den arbeid. Ook op uwe me
dewerking en op den. wil uwerzijds om tot
aangename verhoudingen te komen, doe ik
een beroep. Van mijn kant kunt u zich van
de aanwezigheidvan die medewerking en
van dien wil overtuigdhouden.
Aan de ambtenaren van de gemeente, op
de secretarie, van de politie, van wier eer
lijkheid, bekwaamheid en ijver voor de ge
meente zooveel afhangt, en verder allen,
die uit hoofde van him ambt of beroep
met het gemeentebestuur in verbinding
staan .schenk ik mijn vertrouwen.
Tot de veldwachters zal ik als hoofd der
plaatselijke politie in nauwe betrekking
staan. Vooral in den tegen woordigen tijd
wordt ook van de bekwaamheid en den
ijver van deze ambtenaren het hoogste ge
vergd.
Mijne Heeren. Ik sta hier voor u met een
bede in het hart voor het welzijn van de
mij toevertrouwde gemeente en hare in
gezetenen. Dat God de Heer, zonder Wiens
genade wij niets kunnen, Zijnen zegen mo
ge schenken op mijn arbeid, opdat wij met
wijsheid deze gemeente mogen besturen en
hare belangen zoodanig mogen behartigen,
dat daardoor haar welzijn in ieder opzicht
moge worden bevorderd.
En met deze bede aanvaard ik het voor
zitterschap uwer vergadering.
Nadat deze rede was uitgesproken werd
door den gemeente-secretaris, den heer H.
E. M. Schaminée tot den burgemeester ge
sproken:
TOESPRAAK VAN DEN HEER
SCHAMINéE.
Aangewezen, om uit den aard van mijn
ambt, in de toekomst ten nauwste met u
samen te werken, is het mij een behoefte
des harten u mijn erkentelijken dank te
brengen voor de loyale wijze, waarop u
zich voorstelt met uw secretaris te arbei
den aan de belangen der gemeente.
De enkele malen, dat ik u reeds mocht
ontmoeten, hebben mij de overtuiging bij
gebracht, dat ik mijnerzijds op uw daad
werkelijke medewerking tot het veraange
namen van een goede verhouding mag re
kenen. Ik van mijn kant wil dan ook gaar
ne getuigen, dat ik deze toezegging zeer op
prijs stel en alles wil doen om deze goede
verhouding te behouden.
Ik meen ook namens de overige in dienst
der gemeente zijnde ambtenaren te spreken,
indien ik u dank zeg voor het vertrouwen
dat u ons schenken wilt.
Het Bestuur van uw ambtsvoorganger,
UIT DE RIJNSTREEK
ALPHEN AAN DEN RIJN.
De Hnisvlijt-tentoonstelling. De huis-
vlijt-tentoonstelling in het Nut ten bate
van het plaatselijk Crisiscomité mag zich
in een druk bezoek verheugen. Heden
avond te 10 uur zal de officieele sluiting
plaats vinden.
A. N. W. B. Door den A. N. W. B„
Toeristenbond voor Nederland werd gis
teravond in „Centraal" een lezing gehou
den over het werk van den Bond, toege
licht door. de vertooning van de Bonds-
film en een tentoonstelling. Uit een en
ander bleek welke nuttige arbeid door
den bond in het belang van het verkeer
wordt verricht.
Gouden huwelijksfeest. Het echtpaar
ZweermanHoogendijk zal 9 April zijn
gouden huwelijksfeest herdenken.
Botsing. De wielrijdster J. V. reed
gisteravond tegen een auto op, doordat
een voetganger haar een duw gaf. Het
meisje kwam er betrekkelijk goed af maar
haar rijwiel werd zwaar beschadigd.
BODEGRAVEN.
Geslaagd. Voor de 3-jarige cursus Nij
verheidsschool slaagden alhier de dames:
J. Aberson, A. Boele, A. Blankers, A. Boer,
M. Doornik, L. v. Diegen, A. Gelderblom,
J. Herssen, W. van Hof, A. Koter, J. Klein-
veld, E. v. Katwijk H. v. d. Laan, G.
Noorlander, T. Oskam, J. v. Roon. P. Slap-
pendel, M. Schouten, H. Windhorst, A.
Verhoef, T. Zaal.
KOUDEKERK.
Gemeentesecretaris Rollema neemt ontslag
De gemeentesecretaris, de heer E. Rol
lema, is voornemens met ingang van 1
Juni as. om gezondheidsredenen eervol
ontslag aan te vragen.
De heer Rollema heeft gedurende 26
jaren de functie van gemeentesecretaris
van Koudekerk bekleed. Van 1925 tot 1930
was de heer Rollema bovendien gemeen
te-ontvanger. Voor zijn benoeming te
Koudekerk was de heer Rollema achter
eenvolgens ambtenaar ter secretarie te
IJlst en te Heerde.
NIEUWKOOP.
Benoemd. Mej. C. J. Bodegraven Gdr.
alhier is benoemd tot leerling verpleeg
ster aan het gesticht Endegeest te Oegst-
geest'
ZOETERWOUDE.
„St Paulus". De groote zaal was
maar matig bezet; er is nog weinig be
langstelling voor het politiek gebeuren.
Onverklaarbaar nu er toch zooveel belang
rijke feiten zijn en te verwachten staan op
dit gebied. Ook de voorzitter, de heer A.
J. v. Bennekom, betreurde in zijn ope
ningswoord de onverschilligheid die er
onder de menschen bestaat.
De spreker van den avond, mr. J. F. M.
Bach, bleef echter optimist en begon zijn
rede als een leerzame les in de staatsin
richting en wel speciaal het gedeelte be
trekking hebbende op de Provinciale Sta
ten. Wij waardeer en deze practische op
vatting, want het blijft toch zeker noo
dig eerst te weten hoe belangrijk de pos
ten zijn die vervuld moeten worden als
de kiezers zich hebben uitgesproken wie
de plaatsen zullen innemen.
Meer dan ooit komt echter ook de alge-
meene politieke beteekenis van deze ver
kiezing naar voren.
Spr. wijst dan op de nog grootere ge
wichtigheid van de verkiezing nu par
tijen, die zich ten doel stellen de .vernie-
VOOR
WOENSDAG 17 APRIL 1935
Katholieken, stemt op den
eersten candidaat van
lijst
Burgemeester Boddens Hosang, heeft zich
gekenmerkt door een humaan vertrouwen
in de ambtenaren. Wij spreken de hoop en
de verwachting uit, dat wij dit vertrouwen
ook van u mogen winnen. De ambtenaar is
dikwijls, terecht of ten onrechte, het mid
delpunt van de belangstelling der over hem
gestelde machten. Van u, Burgemeester,
vragen wij in de bres te willen springen
indien onze belangen worden geschaad of
ten onrechte mochten worden aangetast.
Burgemeester, u hebt aan het begin van
uw rede gezegd, geen schematisch plan te
kunnen ontvouwen. Al moge dit in concreto
het geval zijn, uit de lijnen welke u hebt
uitgestippeld, kunnen toch enkele gevolg
trekkingen gemaakt worden. En wij kunnen
u zeggen, dat ons deze gevolgtrekkingen
blijde stemmen. Bij u toch staat het belang
van de gemeente en dat har er ingezete
nen voorop. De administratieve taak van
den ambtenaar weerspiegelt zich dikwijls
in het door u zoo juist naar voren ge
brachte beleid der gemeente. Objectiviteit
is dus een eerste eisch voor den ambte
naar. Wij meenen te mogen veronderstel
len, dat uw hooggeachte ambtsvoorganger
kan getuigen, dat wij persoonlijke genegen
heid niet zochten, indien wij wisten, dat
het belang van de gemeente eronder zou
kunnen lijden.
Dat dit, vooral in de tegenwoordige tijds
omstandigheden, dikwijls tot moeilijke en
minder prettige consequenties aanleiding
moet geven, moge ook u bekend zijn.
Indien wij ons echter gedragen weten
door de zekerheid, dat ons werk geschraagd
wordt door uw onpartijdig oordeel, dan
kunnen wij u de verzekering geven, Bur
gemeester, dat wij naar beste vermogen de
ons opgelegde taak zullen vervullen en
door een nauwgezette plichtsbetrachting
van die taak het ons gestelde vertrouwen
niet zullen beschamen.
(Wordt vervolgd).
tiging van de parlementaire stelsel, mee
doen aan de verkiezingsstrijd. Wij zien
gebeuren dat de N.S.B. zetels wil verove
ren in onze parlementen, in onze parle
menten waarvan zij de vernietiging wil
len. Het gaat dus om groote staatkundige
en principieele belangen en wie bij deze
verkiezing zijne verantwoordelijke stem
moet uitbrengen moet weten dat er een
groote ernst moet zijn, misschien grooter
dan ooit te voren. Deze ernst houdt spr.
alle propagandisten voor tot groote vrucht
baarheid bij de propaganda-arbeid. Het is
zaak dat ons katholieke volk te wapen
loopt evenals in 1918 toen de socialisten
een revolutie wilden maken. Spr. bewijst
nu, dat de N.S.B. geen enkel middel kan
aangeven om de crisis op te lossen. Wel
doet de N.S.B. een aanslag op de vrije
rechten van den mensch door opoffering
aan de tyrannie van den Staat. In plaats
van het koningschap komt de dictatuur,
en het reinste staatssocialisme komt in de
plaats van gezond bedrijfsleven. Het na
tionaal socialisme is een gevaar voor de
gezonde algemeene ontwikkeling van de
volksgemeenschap, een gevaar voor de
kerk, voor het vrije uitdragen van de ka
tholieke beginselen.
Hierbij hekelt spr. scherp het 5e pro
grampunt van de N.S.B., dat spreekt van
een landsbestuur zonder inmenging van
een kerkelijke overheid. Alsof onze Bis
schoppen ooit aan het landsbestuur deel
hebben genomen. Hetzelfde program
spreekt ook nog van waarborgen tot volle
dige godsdienst en gewetensvrijheid, ter
wijl alle uitdragen van beginselen onmo^
gelijk wordt.
Men verwijt misbruik maken van den
godsdienst tot partijdoeleinden. Dat komt
omdat de fascisten geen snars begrijpen
van onze godsdienstige beweging. Wij heb
ben onze eigen beweging op sociaal ter
rein waarin onze katholieke beginselen
van toepassing brengen.
Wij verafschuwen de absolute staat, wij
weigeren ons uit te leveren, wij weigeren
de Kerk en onze katholieke sociale bewe
ging op te offeren aan de N.S.B. Wij wei
geren ons mooie lieve vaderland af te
staan aan een kliek bonzen wier begin
selen de onzen niet zijn.
Wij wijzen de fascistische en nationaal
socialistische beweging af om datgene wat
er niet van deugt. Wat er wel van deugt
daarvoor hebben wij de N.S.B. niet noo
dig, dat kunnen wij vinden in onze eigen
katholieke beweging op sociaal en politiek
gebied.
Na de pauze behandelt spr. het groote
gevaar op zuiver sociaal gebied, dat komt
met de N.S.B. Spr. wil, arbeidende in een
tak van de sociale beweging op dit punt
een ernstige beschouwing houden. Men
doet zoo minzaam tegen de maatschappe
lijk zwakkeren, maar het feit dat de
N.S.B. met tonnen gouds gefinancieerd
wordt bewijst toch wel, dat er een manier
zal bestaan, die de georganiseerde positie
van den arbeid wil vernietigen. Als de
teekenen zich niet bedriegen, dan heeft
de socialistische klassenstrijd zijn rol ge
speeld. Wij moeten nu oppassen, dat er
geen tegen-klassenstrijd verschijnt, zooals
in het nationaal socialisme. Wij moeten
naar een organisch waarachtig bedrijfs
leven zooals zoo heerlijk in Quadragesimo
Anno is geteekend. Wij willen door onze
katholieke beginselen richting en leiding
blijven geven aan de sociale beweging en
in de katholieke Staatspartij onze belan
gen veilig stellen. Van de stroomversnel
lingen van onzen tijd, zullen wij gebruik
maken tot verwezenlijking van onze idea
len. Na nog zeer breedvoerig en duidelijk
leerzaam op onze eigen sociale beweging
aangepast aan de nieuwste stroomingen te
hebben gesproken, komt spr. aan het drij
ven van de K.D.P. Spr. zegt gerust te
kunnen volstaan met te verwijzen naar
hetgeen prof. Veraart nog maar 5 jaar ge
leden geschreven heeft.
Met een krachtige opwekking tot be
houd van onze politieke eenheid eindigt
spr. zijne leerzame en duidelijke rede,
waarvoor de voorz. den spreker hartelijk
dankte.
St Josephs-Gezellenvereeniging. De
leden worden er aan herinnerd, dat mor
genavond te half acht een korte vergade
ring zal worden gehouden voor de leden
van de fietsclub. Op deze vergadering zul
len de aanstaande fietstochten worden be
kend gemaakt en besproken. Tevens be
staat dan de gelegenheid om zich als lid
op te geven. Men wordt echter beleefd
verzocht precies op tijd aanwezig te zijn,
daar te acht uur de repetitie aanvangt
voor het treurspel „Thomas More".