7 DE NIEUWE BURGEMEESTER VAN WOURRUGGE. VERKIEZING PROVINCIALE STATEN IN ZUID-HOLLAND DONDERDAG 4 APRIL 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. - PAG. 8 Een gure, maar.... hartelijke ontvangst. Nadat de nieuw-benoemde Burgemeester der gemeente Woubrugge, de heer Mumsen, hedenmiddag met zijn verloof de; en familie door een commissie van ont vangst te Leiden aan het station was afge haald in een vijftal auto's, werd in Hoog made door de jeugd van de Katholieke school een welkomstlied opgezegd, waarna enkele coupletten van het Wilhelmus wer den gezongen. Nadat twee kinderen aan de verloofde van den Burgemeester een bou quet hadden aangeboden en de Burgemees ter enkele woorden van dank had gespro ken, reed men verder in de richting Wou brugge alwaar eveneens de jeugd van de openbare en christelijke school op het schoolplein der openbare school den Bur gemeester met een lied verwelkomde. Hierna voerden de auto's het gezelschap naar het gemeentehuis,waar tegen 3 uur, In tegenwoordigheid van vele genoodigden, waaronder ook burgemeester Boddens-Ho- sang, de loco-burgemeester, de heer C. W. Lieverse, de openbare vergadering van den Raad met gebed opende en den secretaris verzocht voorlezing te doen van het offi- cieele besluit van benoeming. Hierna sprak de loco-burgemeester den nieuwen ambtsdrager als volgt toe: REDE VAN DEN LOCO-BURGEMEESTER Het is mij, als waarnemend burgemeester, een voorrecht, u, namens den Raad der ge meente Woubrugge en de gansche burge rij, geluk te wenschen met uwe benoeming tot Burgemeester dezer gemeente, van wel ke benoeming dè secretaris zoo juist offi- cieele voorlezing heeft gedaan. Nu ik hier sta, gaan mijn gedachten on willekeurig terug naar den dag, waarop ik, op deze zelfde plaats, onze hooggeachte heer Burgemeester Boddens Hosang, heb mogen toespreken. 6 jaren zijn sindsdien voorbij gegaan; 6 jaren heeft Burgemeester Boddens Hosang zijn krachten in dienst gesteld van deze gemeente; 6 jaren lang hebben wij op een prettige en aangename wijze met hem mogen medewerken aan het bestuur der ge meente. Met dankbaarheid denk ik terug aan de uren, dat ik met hem over de be langen der gemeente heb mogen spreken. WETHOUDER C. W. LIEVERSE. Zijn verdiensten zijn naar waarde ge schat in de benoeming tot Burgemeester van Naarden. Burgemeester, onder moeilijke omstan digheden aanvaardt u het ambt van Bur gemeester van Woubrugge. De crisis, met als gevolg daarvan een economische inzin king, is ook aan onze gemeente niet onop gemerkt voorbijgegaan. Veeteelt en indus trie gaan gebukt onder de zware lasten, welke die bedrijven zich zien opgelegd; de middenstand kan zich geen loonend be staan meer verzekeren en lijkt te zullen wegkwijnen. En de werkloosheid drukt als een zwaren last op het budget der gemeen te. Wij mogen ons gelukkig prijzen, burge meester, bij de wetenschap, dat de sociale zorg der werkloozen aan u goed is toever trouwd. U hebt toch, door een ruime erva ring op dit gebied, de noodige kennis op gedaan om het vraagstuk der werkloosheid in breed verband onder de oogen te zien. Zooals ik reeds zooeven zeide, drukt de last der werkloosheid zwaar op de finan ciën der gemeente. Dat het onder deze om standigheden uiterst moeilijk is de gemeen te begrooting sluitend te maken, behoeft zeer zeker geen nader betoog. Geen zonnig vooruitzicht. Het zou van een verkeerd inzicht getui gen, Burgemeester, indien wij de toestand, zelfs op dezen dag, anders zouden voor stellen, dan hij in werkelijkheid is. Be moedigend is deze mededeeling niet, doch u kent, wellicht beter dan iemand anders, de groote zorgen, waarvoor een gemeente zich thans geplaatst ziet. Het moedig onder de oogen willen zien van de groote vraag stukken, welke in elke gemeente om op lossing vragen, getuigt tevens van den wil, om die moeilijkheden te overwinnen. De gemeente heeft zich nog steeds kun nen onttrekken aan het stempel „noodlij dendheid", waaronder reeds vele gemeente gebukt gaan. Een zuinig beheer in het ver leden en vorming van reserves hebben ons hiervoor kunnen vrijwaren. Of dit in de toekomst zoo zal kunnen blijven, burge meester, is een vraag, welke door uw be leid en beheer haar beantwoording zal krij gen. De Raad, als bestuursorgaan van de gemeente, zal, zoolang hem dit mogelijk is, EDELACHTB. HEER H. B. N. MUMSEN. zijn onafhankelijkheid, zijn autonomie, trachten te bewaren. Wij vertrouwen, dat u het schip der gemeente, dat zich temidden van de branding bevindt, door de vele ge vaarlijke klippen in veilige haven zult voe ren. Hiertoe hebt u de medewerking noodig van den Raad. Ik meen met volle vrijmoe digheid te mogen zeggen, dat van de zijde van den Raad alle mogelijke medewerking gegeven zal worden, terwijl hij, onder uw leiding, met vertrouwen de toekomst tege moet gaat. Onder inroeping van God's zegen over den zwaren arbeid, welke u wacht, bekleed ik u met het teeken uwer waardigheid en draag het voorzitterschap van den Raad aan u over. Nadat burgemeester Mumsen den ambts keten was omgehangen en de voorzitters hamer hem was overhandigd, sprak deze de volgende installatie-rede uit. REDE BURGEMEESTER MUMSEN. Mijnheer de waarnemend burgemeester, heeren wethouders, leden van den Raad der gemeente Woubrugge. Gij hebt de officieele lezing gehoord van het Besluit, waarbij het H. M. onze geëer biedigde Koningin heeft behaagd mij te be noemen tot burgemeester der gemeente Woubrugge. Het zal u niet verwonderen, als ik getuig, dat mijn hart van dankbaarheid is vervuld voor deze benoeming. Dankbaarheid jegens den Heer, die alle dingen bestuurt, dankbaarheid ook jegens H. M. de Koningin, die mij benoemd heeft, jegens Z.E. den Minister van Binnenland- sche Zaken, die mij tot die benoeming heeft voorgedragen, en verder jegens allen, die hetzij als autoriteit, hetzij als vriend tot mijne benoeming hebben medegewerkt. Voor ik overga tot het aanvaarden van mijn ambt, wensch ik een woord van hulde te brengen aan mijn geachten en sympa thieken ambtsvoorganger, die hier zeer be mind was, en die gedurende 6 jaren met vrucht in deze gemeente werkzaam is ge weest. Dat het hem en de zijnen in zijne tegen woordige gemeente ambtelijk en persoon lijk wel moge gaan, is mijn hartelijke wensch. Voorts spreek ik hier een woord van waardeering uit voor u, mijnheer de loco burgemeester, die gedurende drie maanden het burgemeestersambt op zoo'n voortref felijke wijze heeft waargenomen. Tevens dank ik u voor de woorden, welke gij zoo juist tot mij gesproken hebt en voor al het geen u verder te mijner verwelkoming hebt gedaan. Wat de aandacht vraagt. Ik weet welke de voornaamste belangen zijn, welker behartiging mij hier in Wou brugge wacht. De veeteelt, de land- en tuin bouw, de scheepsbouw- en jachtbouwindus- trie, en, in nauw verband met deze laatste, het vreemdelingenverkeer, zullen in menig geval de aandacht van het gemeentebestuur vragen. Maar hoe die belangen zich onder ling verhouden en op welke wijze wij tot hunne behartiging het onze zullen kunnen doen, is mij natuurlijk niet bekend en gij zult van mij dan ook niet verwachten, dat ik thans met een program van werkzaam heden, hoe schematisch ook, tot u kom. Maar dit kan ik u verzekeren, dat bij al mijne werkzaamheden het belang van de gemeente en van haar ingezetenen het eenig richtsnoer van mijn daden zal zijn en dat ik mij met al de mij door God gegeven krachten op de bevordering van die belan gen zal toeleggen. Dat heb ik onder aanroe ping van God's Heiligen naam gezworen en dat hoop ik onder opzien tot Hem te doen. Ons land beleefd een duisteren tijd. Een crisis van ongekenden omvang en diepte drukt het economisch leven over de geheele wereld als met een looden last. Het schip van Staat vaart op ongewisse zeeën naar onbekende stranden; God alleen weet waar het zal belanden. Met de middelen van het Rijk maken die der publiekrechtelijke dee- len, in de eerste plaats de gemeenten, een kommervollen tijd door. Voor de gemeente lijke bestuurders, evenals trouwens voor ieder Vaderlander, is het de duurste plicht hun steentje bij te dragen om de welvaart te handhaven op een redelijk peiL Dit zal ook het doelwit moeten zijn in Woubrugge. Geen verhooging der overheids kosten. In gunstige tijden is het ambtelijk werk van den Burgemeester allesbehalve gemak kelijk; ik ben ervan overtuigd, dat het thans uitermate moeilijk is. De toestand der financiën van de gemeente Woubrugge is, in verhouding tot die van de overgroote meerderheid der overige Nederlandsche ge meenten, niet ongunstig te noemen. Toch zal de gemeentelijke overheid erop bedacht moeten zijn verdere uitzetting der bestuurs- kosten te voorkomen en zelfs, zoo het mo gelijk is, tot verdere inkrimping van uit gaven te komen. Dat is niet alleen tegenover de gemeen te „an sich", maar ook tegenover de ge meente als onderdeel van de Nederland sche gemeenschap een dure plicht. Ik neem aan, dat in deze gemeente reeds ten naaste bij alles is geschied, wat in deze richting bereikbaar is, maar onze aandacht zal zeker tot in de verre toekomst moeten worden samengetrokken op economisch en efficient beheer. Natuurlijk zal daarbij zooveel als eenigszins mogelijk is moeten worden ver meden, dat de zuinigheid de wijsheid gaat bedriegen. Maar onze gedragslijn zal toch in menig geval moeten worden bepaald door de stelling: Niet de wenschelijke, maar alleen de noodzakelijkste uitgaven geoor loofd. Mijne Heeren, leden van den Raad, ik roep tot dit alles met den meesten aandrang uwe medewerking in, en vraag u om uw vertrouwen, zonder welke een goede sa menwerking in het belang der gemeente niet kan worden verkregen. Ook in uw on derlinge verhouding is dit vertrouwen noo dig. Dat uwe beraadslagingen steeds mogen dragen het kenmerk van onderlinge waar deering en eerbiediging van elkanders mee ning. Van mijn zijde hebt gij te verwachten een volkomen openhartige inleiding tot de zaken der gemeente. Ik zal uwe wettelijke rechten eerbiedigen en-u naar mijn beste weten voorlichten omtrent de gegevens, die te uwer beschikking moeten staan tot het nemen van juiste beslissingen. In nog nauwer ambtelijke betrekking zal ik staan tot de heeren wethouders. Ik doe een beroep op u om mij te steunen en bij te staan met uwe grootere levenservaring, en uwe natuurlijk groote kennis van men- schen en toestanden in de gemeente vooral in den eersten moeilijken tijd van inwer king in mijn nieuwe werkkring. Ik ben ervan overtuigd, dat onze verhou dingen van den meest aangenamen aard zullen zijn en spreek de hoop uit, dat gij u naar onze, natuurlijk veelvuldige, ver gaderingen zult kunnen begeven in het vooruitzicht van eenige uren van aangena me besprekingen over de belangen van deze schoone gemeente. Ook met de bewindvoerders van de Heer lijkheid Hoogmade, welke zdch over een gedeelte dezer gemeente uitstrekt, moge een prettige en vruchtbare samenwerking, voor zoover dit krachtens mijn ambt noo dig is, verzekerd zijn. Mijnheer de Secretaris, gij zijt geduren de de vacature van het burgermeestersambt tot uw gewichtig werk geroepen en ik meen daaruit de gevolgtrekking te kunnen ma ken, dat gij in hooge mate het vertrouwen van het College en van den Raad hebt kun nen winnen. Wij zullen dagelijks naast elkaar werken: ik in het bestuurlijke, gij in het administra tieve deel van den arbeid. Ook op uwe me dewerking en op den. wil uwerzijds om tot aangename verhoudingen te komen, doe ik een beroep. Van mijn kant kunt u zich van de aanwezigheidvan die medewerking en van dien wil overtuigdhouden. Aan de ambtenaren van de gemeente, op de secretarie, van de politie, van wier eer lijkheid, bekwaamheid en ijver voor de ge meente zooveel afhangt, en verder allen, die uit hoofde van him ambt of beroep met het gemeentebestuur in verbinding staan .schenk ik mijn vertrouwen. Tot de veldwachters zal ik als hoofd der plaatselijke politie in nauwe betrekking staan. Vooral in den tegen woordigen tijd wordt ook van de bekwaamheid en den ijver van deze ambtenaren het hoogste ge vergd. Mijne Heeren. Ik sta hier voor u met een bede in het hart voor het welzijn van de mij toevertrouwde gemeente en hare in gezetenen. Dat God de Heer, zonder Wiens genade wij niets kunnen, Zijnen zegen mo ge schenken op mijn arbeid, opdat wij met wijsheid deze gemeente mogen besturen en hare belangen zoodanig mogen behartigen, dat daardoor haar welzijn in ieder opzicht moge worden bevorderd. En met deze bede aanvaard ik het voor zitterschap uwer vergadering. Nadat deze rede was uitgesproken werd door den gemeente-secretaris, den heer H. E. M. Schaminée tot den burgemeester ge sproken: TOESPRAAK VAN DEN HEER SCHAMINéE. Aangewezen, om uit den aard van mijn ambt, in de toekomst ten nauwste met u samen te werken, is het mij een behoefte des harten u mijn erkentelijken dank te brengen voor de loyale wijze, waarop u zich voorstelt met uw secretaris te arbei den aan de belangen der gemeente. De enkele malen, dat ik u reeds mocht ontmoeten, hebben mij de overtuiging bij gebracht, dat ik mijnerzijds op uw daad werkelijke medewerking tot het veraange namen van een goede verhouding mag re kenen. Ik van mijn kant wil dan ook gaar ne getuigen, dat ik deze toezegging zeer op prijs stel en alles wil doen om deze goede verhouding te behouden. Ik meen ook namens de overige in dienst der gemeente zijnde ambtenaren te spreken, indien ik u dank zeg voor het vertrouwen dat u ons schenken wilt. Het Bestuur van uw ambtsvoorganger, UIT DE RIJNSTREEK ALPHEN AAN DEN RIJN. De Hnisvlijt-tentoonstelling. De huis- vlijt-tentoonstelling in het Nut ten bate van het plaatselijk Crisiscomité mag zich in een druk bezoek verheugen. Heden avond te 10 uur zal de officieele sluiting plaats vinden. A. N. W. B. Door den A. N. W. B„ Toeristenbond voor Nederland werd gis teravond in „Centraal" een lezing gehou den over het werk van den Bond, toege licht door. de vertooning van de Bonds- film en een tentoonstelling. Uit een en ander bleek welke nuttige arbeid door den bond in het belang van het verkeer wordt verricht. Gouden huwelijksfeest. Het echtpaar ZweermanHoogendijk zal 9 April zijn gouden huwelijksfeest herdenken. Botsing. De wielrijdster J. V. reed gisteravond tegen een auto op, doordat een voetganger haar een duw gaf. Het meisje kwam er betrekkelijk goed af maar haar rijwiel werd zwaar beschadigd. BODEGRAVEN. Geslaagd. Voor de 3-jarige cursus Nij verheidsschool slaagden alhier de dames: J. Aberson, A. Boele, A. Blankers, A. Boer, M. Doornik, L. v. Diegen, A. Gelderblom, J. Herssen, W. van Hof, A. Koter, J. Klein- veld, E. v. Katwijk H. v. d. Laan, G. Noorlander, T. Oskam, J. v. Roon. P. Slap- pendel, M. Schouten, H. Windhorst, A. Verhoef, T. Zaal. KOUDEKERK. Gemeentesecretaris Rollema neemt ontslag De gemeentesecretaris, de heer E. Rol lema, is voornemens met ingang van 1 Juni as. om gezondheidsredenen eervol ontslag aan te vragen. De heer Rollema heeft gedurende 26 jaren de functie van gemeentesecretaris van Koudekerk bekleed. Van 1925 tot 1930 was de heer Rollema bovendien gemeen te-ontvanger. Voor zijn benoeming te Koudekerk was de heer Rollema achter eenvolgens ambtenaar ter secretarie te IJlst en te Heerde. NIEUWKOOP. Benoemd. Mej. C. J. Bodegraven Gdr. alhier is benoemd tot leerling verpleeg ster aan het gesticht Endegeest te Oegst- geest' ZOETERWOUDE. „St Paulus". De groote zaal was maar matig bezet; er is nog weinig be langstelling voor het politiek gebeuren. Onverklaarbaar nu er toch zooveel belang rijke feiten zijn en te verwachten staan op dit gebied. Ook de voorzitter, de heer A. J. v. Bennekom, betreurde in zijn ope ningswoord de onverschilligheid die er onder de menschen bestaat. De spreker van den avond, mr. J. F. M. Bach, bleef echter optimist en begon zijn rede als een leerzame les in de staatsin richting en wel speciaal het gedeelte be trekking hebbende op de Provinciale Sta ten. Wij waardeer en deze practische op vatting, want het blijft toch zeker noo dig eerst te weten hoe belangrijk de pos ten zijn die vervuld moeten worden als de kiezers zich hebben uitgesproken wie de plaatsen zullen innemen. Meer dan ooit komt echter ook de alge- meene politieke beteekenis van deze ver kiezing naar voren. Spr. wijst dan op de nog grootere ge wichtigheid van de verkiezing nu par tijen, die zich ten doel stellen de .vernie- VOOR WOENSDAG 17 APRIL 1935 Katholieken, stemt op den eersten candidaat van lijst Burgemeester Boddens Hosang, heeft zich gekenmerkt door een humaan vertrouwen in de ambtenaren. Wij spreken de hoop en de verwachting uit, dat wij dit vertrouwen ook van u mogen winnen. De ambtenaar is dikwijls, terecht of ten onrechte, het mid delpunt van de belangstelling der over hem gestelde machten. Van u, Burgemeester, vragen wij in de bres te willen springen indien onze belangen worden geschaad of ten onrechte mochten worden aangetast. Burgemeester, u hebt aan het begin van uw rede gezegd, geen schematisch plan te kunnen ontvouwen. Al moge dit in concreto het geval zijn, uit de lijnen welke u hebt uitgestippeld, kunnen toch enkele gevolg trekkingen gemaakt worden. En wij kunnen u zeggen, dat ons deze gevolgtrekkingen blijde stemmen. Bij u toch staat het belang van de gemeente en dat har er ingezete nen voorop. De administratieve taak van den ambtenaar weerspiegelt zich dikwijls in het door u zoo juist naar voren ge brachte beleid der gemeente. Objectiviteit is dus een eerste eisch voor den ambte naar. Wij meenen te mogen veronderstel len, dat uw hooggeachte ambtsvoorganger kan getuigen, dat wij persoonlijke genegen heid niet zochten, indien wij wisten, dat het belang van de gemeente eronder zou kunnen lijden. Dat dit, vooral in de tegenwoordige tijds omstandigheden, dikwijls tot moeilijke en minder prettige consequenties aanleiding moet geven, moge ook u bekend zijn. Indien wij ons echter gedragen weten door de zekerheid, dat ons werk geschraagd wordt door uw onpartijdig oordeel, dan kunnen wij u de verzekering geven, Bur gemeester, dat wij naar beste vermogen de ons opgelegde taak zullen vervullen en door een nauwgezette plichtsbetrachting van die taak het ons gestelde vertrouwen niet zullen beschamen. (Wordt vervolgd). tiging van de parlementaire stelsel, mee doen aan de verkiezingsstrijd. Wij zien gebeuren dat de N.S.B. zetels wil verove ren in onze parlementen, in onze parle menten waarvan zij de vernietiging wil len. Het gaat dus om groote staatkundige en principieele belangen en wie bij deze verkiezing zijne verantwoordelijke stem moet uitbrengen moet weten dat er een groote ernst moet zijn, misschien grooter dan ooit te voren. Deze ernst houdt spr. alle propagandisten voor tot groote vrucht baarheid bij de propaganda-arbeid. Het is zaak dat ons katholieke volk te wapen loopt evenals in 1918 toen de socialisten een revolutie wilden maken. Spr. bewijst nu, dat de N.S.B. geen enkel middel kan aangeven om de crisis op te lossen. Wel doet de N.S.B. een aanslag op de vrije rechten van den mensch door opoffering aan de tyrannie van den Staat. In plaats van het koningschap komt de dictatuur, en het reinste staatssocialisme komt in de plaats van gezond bedrijfsleven. Het na tionaal socialisme is een gevaar voor de gezonde algemeene ontwikkeling van de volksgemeenschap, een gevaar voor de kerk, voor het vrije uitdragen van de ka tholieke beginselen. Hierbij hekelt spr. scherp het 5e pro grampunt van de N.S.B., dat spreekt van een landsbestuur zonder inmenging van een kerkelijke overheid. Alsof onze Bis schoppen ooit aan het landsbestuur deel hebben genomen. Hetzelfde program spreekt ook nog van waarborgen tot volle dige godsdienst en gewetensvrijheid, ter wijl alle uitdragen van beginselen onmo^ gelijk wordt. Men verwijt misbruik maken van den godsdienst tot partijdoeleinden. Dat komt omdat de fascisten geen snars begrijpen van onze godsdienstige beweging. Wij heb ben onze eigen beweging op sociaal ter rein waarin onze katholieke beginselen van toepassing brengen. Wij verafschuwen de absolute staat, wij weigeren ons uit te leveren, wij weigeren de Kerk en onze katholieke sociale bewe ging op te offeren aan de N.S.B. Wij wei geren ons mooie lieve vaderland af te staan aan een kliek bonzen wier begin selen de onzen niet zijn. Wij wijzen de fascistische en nationaal socialistische beweging af om datgene wat er niet van deugt. Wat er wel van deugt daarvoor hebben wij de N.S.B. niet noo dig, dat kunnen wij vinden in onze eigen katholieke beweging op sociaal en politiek gebied. Na de pauze behandelt spr. het groote gevaar op zuiver sociaal gebied, dat komt met de N.S.B. Spr. wil, arbeidende in een tak van de sociale beweging op dit punt een ernstige beschouwing houden. Men doet zoo minzaam tegen de maatschappe lijk zwakkeren, maar het feit dat de N.S.B. met tonnen gouds gefinancieerd wordt bewijst toch wel, dat er een manier zal bestaan, die de georganiseerde positie van den arbeid wil vernietigen. Als de teekenen zich niet bedriegen, dan heeft de socialistische klassenstrijd zijn rol ge speeld. Wij moeten nu oppassen, dat er geen tegen-klassenstrijd verschijnt, zooals in het nationaal socialisme. Wij moeten naar een organisch waarachtig bedrijfs leven zooals zoo heerlijk in Quadragesimo Anno is geteekend. Wij willen door onze katholieke beginselen richting en leiding blijven geven aan de sociale beweging en in de katholieke Staatspartij onze belan gen veilig stellen. Van de stroomversnel lingen van onzen tijd, zullen wij gebruik maken tot verwezenlijking van onze idea len. Na nog zeer breedvoerig en duidelijk leerzaam op onze eigen sociale beweging aangepast aan de nieuwste stroomingen te hebben gesproken, komt spr. aan het drij ven van de K.D.P. Spr. zegt gerust te kunnen volstaan met te verwijzen naar hetgeen prof. Veraart nog maar 5 jaar ge leden geschreven heeft. Met een krachtige opwekking tot be houd van onze politieke eenheid eindigt spr. zijne leerzame en duidelijke rede, waarvoor de voorz. den spreker hartelijk dankte. St Josephs-Gezellenvereeniging. De leden worden er aan herinnerd, dat mor genavond te half acht een korte vergade ring zal worden gehouden voor de leden van de fietsclub. Op deze vergadering zul len de aanstaande fietstochten worden be kend gemaakt en besproken. Tevens be staat dan de gelegenheid om zich als lid op te geven. Men wordt echter beleefd verzocht precies op tijd aanwezig te zijn, daar te acht uur de repetitie aanvangt voor het treurspel „Thomas More".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 8