DEVALUATIE-GEDACHTEN 26ste ang MAANDAG 1 APRIL 1935 No. 8079 S)e SeicUcliéSoti/fcci/itt DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij 7oornitbeta?ing: Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal Franco per post 2.95 per kwartaal Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, bij vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent. Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 1 GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11 DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT: Gewone Advertentiën 30 cent per regel TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be- betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en verhuur, koop .en verkoop: f 0.50 De Belga valt van haar goudbasis Zullen wij nog een keuze hebben? DE NOODSPRONG DER PARACHUTE. In z'n artikelen, welke zijn opgenomen in ons blad van Donderdag 21, Vrijdag 22 en Zaterdag 23 Maart j.l., heeft de heer M. P. v. d. Weijden gereageerd op enkele vragen, welke ik gesteld had over hetgeen de voorstanders van devaluatie zich voor stellen van dezen monetairen maatregel. Ik ben daarvoor ten zeerste erkentelijk. De heer v. d. W. heeft drie artikelen noodig gehad om op één artikel van mij te antwoorden; wanneer ik in diezelfde verhouding zou doorgaan, zou ik thans negen artikelen noodig hebben om hem van repliek te dienen. Dat lijkt mij wel wat veel van het goede, bovendien is het ook niet noodzakelijk. Het betreft hier n.l. geen polemiek tus- schen den heer v. d. W. en mij, maar een poging om tot klaarheid te komen. Wel licht komt er een tijd, dat wij geen keuze meer zullen hebben, zooals dezer dagen met België is gebeurd, en dan zullen wij den sprong moeten maken. Gelijk een vlieger, die in zijn toestel zal blijven, zoo lang hij meent, dat het nog bestuurbaar is, maar die zijn leven aan een niet geheel betrouwbare parachutesprong waagt, zoo dra hij inziet, dat hij de macht over het stuur heeft verloren. Onze economische machine zwoegt te gen krachtige orkanen in, maar van een val is nog geen sprake. En zoolang dat niet het geval is, kunnen wij nog het vóór en tegen van een noodsprong bespreken. Want het is volstrekt niet ondenkbaar, dat het raadzamer zou zijn, tijdig te springen en niet het laatste moment af te wachten. Wie voordeel van devaluatie verwacht en het is uit de in ons blad gevoerde ge- dachtenwisseling wel gebleken, dat er groepen zijn, die (althans voorloopig) met devaluatie gebaat zouden zijn hij zal zoo spoedig mogelijk willen springen; wie er nadeel van verwacht, zal met klem aan dringen op „blijven zitten". De heer v. d. W heeft de verwachte voordeelen voor die groepen van bedrijven, welke op export zijn aangewezen, en voor de debiteuren in het licht gesteld en in zooverre hebben zij hun nut gehad. Over de nadeel en, welke de bedrijven, die op import zijn aangewezen, zeker zullen on dervinden, is hij evenwel heengegleden; slechts een enkele alinea is gewijd aan het duurder wordén van de grondstof fen aan de grens, doch dat is zoo erg niet, zegt hij, want dooreengenomen heeft de prijs van de grondstoffen slechts voor 20 pet. invloed op den prijs van het eind product. Bovendien zou prijsstijging van de grondstoffen een stimulans zijn om deze, waar mogelijk, zelf te gaan produ- ceeren. Er is evenwel nog meer import dan die van grondstoffen en gaarne had ik gezien, dat de heer v. d. W. naast zijn cijfers over onzen export ook eens de cijfers van onzen import gelegd had. Heel erg kwalijk kan ik hem deze „nalatigheid" niet nemen, omdat ik speciaal gevraagd had naar cij fers over de te verwachten voordeelen voor onze boeren. Een kwestie voor het heele volk. Wanneer de heer v. d. W. echter - en terecht opmerkt, dat dit niet een kwes- Jie is voor de boeren alleen, maar voor alle bedrijven, die op export zijn aange wezen, dan mag er toch wel even aan her innerd worden, dat de kwestie van deva luatie niet een kwestie is voor de export bedrijven alleen, maar voor het geheele Nederlandsche volk. En dan treedt de vraag weer naar voren: zal hetgeen aan den eenen kant gewonnen wordt, niet ver loren gaan aan den anderen kant? Maar, zullen de devaluisten antwoorden, bij vergrooting van export kan de import toch ook zooveel grooter zijn! Zeker, maar zal onze export grooter worden, kwantitatief of althans in klin kende munt? Hier komt de kwestie van de buitenlandsche reactie weer om de hoek kijken. „Kijk eens naar Japan en Finland", zegt de heer v. d. W., „hoe hebben die landen hun export dan kunnen uitbreiden?" Hoe het met Finland gesteld is, weet ik niet, maar wij kennen allemaal de Japan- sche prijzen en het Japansche levenspeil. Dat Japan met zulke belachelijke prijzen kan concurreeren is evenmin verwonder lijk als dat het buitenland, waar het kan, z'n grenzen sluit. Er zijn zeker nog grenzen, die niet ge sloten zjjn, en verlaging van ons prijspeil zal ons daar ongetwijfeld voordeel bren gen, zooals het Japan voordeel gebracht heeft. Maar voor hoe lang? Denemarkens voorbeeld. Er is nog een land, dat beter dan Fin land of Japan met Nederland vergeleken kan worden, n.l. Denemarken. Ook dat land heeft gedevalueerd, het heeft zelfs welvaart en men merkt er weinig van de crisis. Toch schrijft Carl Thalbitzer, die o.a. lid is van den Raad v. Toezicht van de Deensche Nationale Bank en dus ge acht mag worden er iets van af te weten, in een artikel in de „Tel.", dat de Deen sche financieele politiek op den duur niet gehandhaafd zal kunnen worden en dat de hooge levensstandaard zal moeten worden verlaagd door beperking van de koop kracht. Denemarkens bloei is slechts schijnbaar. Nu is ook voor mij hetgeen de boven genoemde Deensche autoriteit schrijft geen Evangelie, daar tegenover zijn meening hoogstwaarschijnlijk wel een uitspraak van een anderen, niet minder bekenden autoriteit zal kunnen worden aangehaald. Wanneer ik derhalve het een naast het ander stel, wil dat niet zeggen, dat ik alle heil van deflatie verwacht en niets van devaluatie. Doch ik meen toch wel te mo gen vaststellen: lo. dat het probleem van deflatie of devaluatie van zoo ver strek- kenden invloed en van zoo'n wijden om vang is, dat het niet kan worden opgelost door de voordeelen voor bepaalde groepen aan te toon en (hoe verdienstelijk dat op zichzelf ook is); 2o. dat cijfers hier zoo weinig bewijzen, omdat wij te maken heb ben met reacties in binnen- en buitenland, die elke voorspelling volkomen illusoir maken; 3o. dat steunen op het voorbeeld van andere landen geen houvast biedt. Wat kan België ons leeren? Wij hebben thans vlak in onze nabijheid een devaluatie-proces, dat van België, het welk wij tamelijk goed kunnen volgen. Zelfs dat geeft nog zooveel verschilpunten met den toestand hier te lande te aan schouwen, dat wij het niet zonder meer kunnen toepassen als voorspelling van wat ons te wachten staat bij een eventueele devaluatie van den gulden. Vooreerst was de toestand, welke ver antwoordelijk kan worden gesteld voor de noodzakelijkheid der huidige maatrege len, geheel anders dan die, welke .thans bij ons heerscht. De oorzaak moet n.l. gezocht worden in de illiquiditeit der Belgische banken, wel ke samenhangt met hun gevoerde politiek. Bij de eerste de beste flinke stoot zaten zij zoo krap in hun liquide middelen, dat zij steun moesten zoeken bij den Staat, die zelf tevergeefs uitkeek naar nieuw crediet. In de regeeringsverklaring van het nieu we kabinet heet het: „Nu de regeering, op het oogenblik dat zij tot stand kwam, zich voor deze drie feiten zag geplaatst n.l. de duidelijke ont waarding van de belga op de buiten landsche markt, het bestaan van een va luta-controle, die de kapitaalvlucht niet kan verminderen en een aanhoudende op vordering der deposito's, die de banken onder de volkomen afhankelijkheid van onze Centrale Bank stellen, heeft de re geering erkend, dat het voortaan onmo gelijk was, de verdediging van den franc te verzekeren aan de hand van de metho den en op het peil, die tot nog toe waren voorzien. Om grooter onheil te voorkomen vraagt zij nu, haar op nieuwe banen te willen volgen". En over de bankpolitiek wordt gezegd: „Het voortdurend opvorderen van depo sito's, waaraan de banken het hoofd te bieden hebben, vloeit uit verschillende oorzaken voort, waarvan de voornaamste zijn, het wantrouwen betreffende onze va luta en vrees in verband met de stevigheid van de banken, en ten slotte het voortdu ren van de crisis, die geleidelijk de reser ves uitput. De druk van die opvorderingen heeft talrijke banken buiten staat gesteld, de economische rol te vervullen, waarvoor zij opgericht zijn. Zij korten voortdurend de credieten in, weigeren nieuwe credieten te verleenen, en houden aan een te hoo- gen rentevoet vast. Zij dragen aldus bij tot bepe 'g van de zakenbedrijvigheid, en verh i de werkloosheid. Tot eiken prijs moeien wij erin slagen, die beweging te stuiten". Hieruit blijkt, dat de regeering noodge dwongen de nieuwe koers heeft ingesla gen. En al mocht van Zeeland niet oprecht geweest zijn (wat ook wel verondersteld wordt) dan heeft hij in ieder geval zich niet beroepen op het voordeel, dat deva luatie brengen zou, maar op het feit, dat er op het moment geen keuze meer was. Dank zij onze voorzichtige politiek, onze credietwaardigheid, onze groote goud voorraad en de stevige positie van onze banken, behoeft de Nederlandsche gulden nog niet zoo één-twee-drie van zijn goud basis te worden afgedrongen. De toestand is hier anders dan in België. Vervolgens behoeven hier dezelfde ge volgen niet op te treden als in België. Want devaluatie is niet de eenige maat regel welke de Belgische regeering heeft genomen. Men krijgt zelfs den indruk, dat het zwaartepunt van de komende Belgi sche economische politiek gelegen is in de bankcontrole, in de reorganisatie van het bank- en beursbedrijf en het credietver- keer, in de voorgenomen controleering en reguleering van de productie en van 't ge heele bedrijfsleven enz., terwijl de deva luatie slechts dienen moet om de regee ring nieuw geld te verschaffen. Zelfs voorzoover de gevolgen recht streeks op devaluatie zijn te boeken, is er nog geen conclusie te trekken voor Ne derland. In Engeland stegen de kleinhan delsprijzen niet door de devaluatie van het pond. In België heeft de devaluatie van de franc reeds direct een run op de win kels veroorzaakt, met als gevolg een sprongsgewijze prijsstijging. Men mag nu aan de hand van nuchtere cijfers voorrekenen, dat de kleinhandels prijs van levensmiddelen niet meer dan 5 a 7 pet. behoeft te stijgen, zeker is men nooit van de reactie van het publiek, welke reactie dikwijls heel anders verloopt dan de „homo economicus", de economische mensch, kan berekenen. Gezien de reactie van het Belgische publiek is het zeer twij felachtig of de kleinhandelsprijzen niet meer zullen stijgen dan wenschelijk is en of het loonpeil niet op een dergelijke wijze naar boven zal worden geschroefd, dat van verlaging der 'productiekosten geen sprake meer zal zijn. Hierbij moet men natuurlijk weer in aanmerking nemen, dat België veel meer industrie-land is dan Nederland. De terugslag op Nederland. Intusschen wordt de positie van ons land er niet beter op. Door de Belgische devaluatie met ongeveer 30 pet. laten wij menig guldentje, dat in Belgische obliga ties was belegd, er in zitten en wordt onze export naar den Zuiderbuur alweer min- derloonend, wat vooral van belang is voor onze kolen-industrie en onzen landbouw. Onze export naar elders zal bovendien de concurrentie ondervinden van de verlaag de prijzen der Belgen, als zij er tenminste in slagen hun door devaluatie verlaagde productie-prijzen ook laag te houden. Rot terdam krijgt een nieuwen opstopper en kan de concurrentie met Antwerpen nog minder volhouden dan tot nu toe. De politiek van aanpassing door defla tie wordt ons steeds moeilijker gemaakt. Versobering is m.i. een economisch gezon der en reëeler weg dan devaluatie, maar als versobering moet worden doorgevoerd tot gebrek, dan zal de noodsprong gedaan moeten worden. Wij hebben thans in België een voor beeld, dat wij nauwkeurig moeten gade slaan, met in achtneming van de boven genoemde punten van verschil. Mr. H. F. A. GEISE. V Een nieuw trio in de politiek In een verkiezingsblad van den Vrij heidsbond, „Onder Liberale Vlag", is afge beeld een groote hand met vijf graaiende grijpvingers. Onder die hand zijn geteekend de sym bolen van: landbouw (een akker), opvoe ding (een school), geestelijk leven (een kerktoren) en bedrijfsleven (schoorstee- nen). De hand dreigt al deze uitingen van het maatschappelijk leven te om-grij pen! Onder de afbeelding staat: „Wat doet Gij om het te beletten?" Maar van wie is die grijpende roof- hand? Men zou het in geen tien keer raden! Zij is de gemeenschappelijke hand van.... S.D.A.P., N.S.B. en R.K.! Werke lijk 't staat geschreven op die hand: S. D. A. P. (socialisatie), N. S. B. (corporatieve staat), R. K. (bedrijfsorganisatie). Zou nu werkelijk het groote, wezenlijke verschil tusschen socialisatie, corporatieve staat en bedrijfsorganisatie niet zijn door gedrongen tot de leiders van den Vrij heidsbond?! WAT ANDERE BLADEN ER STIERF EEN MAN.... Er zijn zoo vele groote mannen en vrouwen, die een „licht op den kande laar" zijn voor allen, die willen zien. Hun voornaamheid, wordt niet uitgestraald in dikke lichtbundels, die onze oogen tot zich trekken en ons dan slaan met ver blinding voor al wat er om ons heen is. Het licht, dat de braven, de heiligen uit stralen, is zacht, verkwikkend en sterkend enmen kan het voorbijloopen, zonder er aandacht aan te schenken. Een voorbeeld van zulk een licht-stra- lend eenvoudig mensch geeft <3e Maas bode in het volgend treffend artikeltje: „Er stierf een man in Heerenveen. Och! 't is niets bijzonders, al werd hij dan ook 92 jaar: 't was maar een eenvou dig oud-onderwijzer. In Amsterdam was hij begonnen: maar hij was vinnig-roomsch en daarom is hij zoo ongeveer weggeJa: laten we 't maar zoo zeggen: hij ondervond een soort gelijke behandeling als de bekende zwa nen in het Vondelpark van de even be kende Amsterdamsche kwajongens. Toen zei hij het Amsterdamsch open baar lager onderwijs vaarwel en werd hoofd van de katholieke school in St. Ni- colaasga voor 700 gulden per jaar en vrij wonen met 10 kinderen in een bouw vallig huis. Maar er kwam uitkomst: later in Blauw huis kreeg hij 900 gulden En: hij verdiende er nog honderd gul den bij. Want hij was behalve secretaris van den Frieschen Bond redacteur, correc tor, administrateur, advertentiecolporteur en werfagent voor het katholieke dagblad „Ons Noorden". Verdere „verdiensten" had hij niet. Hij was fijn stylist, maar weigerde elke, zelfs de meest neutrale bijdrage aan een niet-katholiek blad. En toen z'n roomsche courant in moei lijkheden raakte, stelde meester Van der Loos zoo heet de man voor om zijn „salaris" van honderd gulden maar te schrappen. Is het wonder, dat katholiek Friesland met groote ontroering dezen pionier in 1922 heeft gehuldigd en heeft gedacht aan iets, dat meester Van der Loos heelemaal vergeten had, z'n ouden dag? En kunnen wij allen thans niet even mijmeren bij dit graf met heel veel ont roering en nog meer beschaming KERKNIEUWS tot pastoor te 's-Gravenhage (H.H. Mart. v. Gore.) den zeereerw. heer P. van der Burg; tot pastoor te Egmond a. d. Hoef: den weleerw. heer R. Nieveen van Dijkum, thans kapelaan te Leiden (O. L. Vr. He- melv. en H. Joseph); tot kapelaan te 's-Gravenhage (H.H. Engelb.) den weleerw. heer H. Remmer; tot kapelaan te Rotterdam (H. Familie) den weleerw. heer M. van der Togt; tot kapelaan te Waddinxveen den wel eerw. heer J. de Wit; tot kapelaan te 's-Gravenhage (H. Je roen) den weleerw. heer P. van Vliet; tot kapelaan te Wervershoef den wel- weleerw. heer P. J. Roessen, thans kape laan te Schagen. DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. DE OVERSTROOMING VAN DE GELE RIVIER. 20.000 Chineezen verdronken. SJANGHAI, 1 April. (V.D.). Volgens het dagblad „Sjoen Pao" zijn tengevolge van de overstrooming van de Gele Rivier 20.000 personen om het leven gekomen, terwijl 140.000 menschen dreigen te verhongeren. De Chineesche regeering tracht hulpmaat regelen te treffen. VOORNAAMSTE NIEUWS BUITENLAND. De Belga devalueert met 28%. De Belgi sche franc staat thans op ongeveer 5 ct. (2de blad). Spanning tusschen Duitse hl and en Li- tauen. (2de blad). Eden's reis naar Moskou schijnt een suc ces te zijn geworden. (2de blad). BINNENLAND. Benoemingen in het Bisdom Haarlem. tKerkn., 1ste blad). De invoer van groenten en fruit in Duitschland. (2de blad). Bepaling betreffende pootaardappelen. (2de blad). Distributie van pekelharing. (2de blad). Gisteren reed te St. Michiels-Gestel een auto met vijf inzittenden in den Dommel. Allen kwamen om. (Gem. Ber. 3de blad). Te Appelscha reed hedenmorgen een auto met drie personen te water, waarbij de be stuurder verdronk. (1ste blad). Een der slachtoffers van de kolendamp vergiftiging te Beek overleden. (Gem. Ber. 3de blad). SPORT EN WEDSTRIJDEN. VOETBAL: Nederland wint met 42 den landen wedstrijd tegen België. Voor de kampioenscompetitie van den I.V.C.B. heb ben H.B.C. en Volendam gewonnen. (3de blad). HOCKEY: De Duitse he dames winnen met 53 van de Nederlandsche. (3de blad). RUGBY: Nederland wint met 86 van België (3de blad). SCHERMEN: Het Leidsch scherm kam pioenschap op sabel voor de derde maal door de Jager gewonnen. (3de blad). Auto met drie personen te water. De bestuurder verdronKen. Hedenmorgen omstreeks half acht is te Appelscha een personenauto, bestuurd door den heer Argelo uit Kortezwaag, op onver klaarbare wijze in de Compagnievaart ge reden. Behalve de bestuurder waren in de auto gezeten de heer Wapstra, hoofd der school te Kortezwaag en diens echtgenoo- te. Door het kordaat optreden van den heer J. Dorprigter, chauffeur te Ooster- wolde, die toevalig passeerde, mocht het gelukken den heer en mevrouw Wapstra te redden. Hoewel dr. Lojenga geassisteerd door de Reddingsbrigade nog pl.m. ander half uur 'kunstmatige ademhaling toepas te, mocht het niet gelukken de levensgees ten van den heer Argelo op te wekken. Waarschijnlijk is de heer Argelo onwel geworden, aangezien het anders onver klaarbaar is, dat de auto op den rechten, breeden weg zoo pardoes te water kon ge raken. SNELTREIN BRNO—PRAAG ONTSPOORD. De stoker gedood. PRAAG, 1 April. (V.D.) Nabij Pardubitz is gisteravond de sneltrein Brno (Bruenn) Praag ontspoord. Hierbij in de stoker om het leven geko men, een lid van het personeel van den trein ernstig gewond en twee licht gewond. Zes passagiers en drie bedienden van de restauratie-wagen werden eveneens licht I gewond.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 1