DONDERDAG 28 MAART 1935
DE LE1DSCHE COURANT
VIERDE BLAD. - PAG. 11
BINNENLAND
BRTKRKING VAN DE MELKPRODUCTIE.
Zooals reeds eenigen tijd geleden werd
bekend gemaakt, is door den Minister van
Economische Zaken besloten, dat met het
oog op de zorgelijke zuivelpositie de steun
regeling ten behoeve van de melkveehou
derij tevens dienstbaar zal worden ge-
imaakt aan een beperking van de melkpro
ductie. Thans kunnen omtrent de komende
regeling en hetgeen daarmede verband
houdt, de volgende mededeelingen worden
gedaan.
Bcperkingsjaar.
De beperking zal kunnen aanvangen op
1 Juni as. terwijl het le beperkingsjaar
zal kunnen loopen vanaf 1 Juni a.s. tot uit.
Mei 1936. Op deze wijze eindigt het beper
kingsjaar met de twee melkrijke maanden
April en Mei, en wordt een ongewenschte
vermindering van de toch reeds te geringe
winterproductie zooveel mogelijk voorko
men. Verwacht mag worden, dat vele vee
houders maatregelen zullen treffen om de
productie in genoemde maanden te verla
gen.
Basis der beperking.
De beperking der melkproductie zal voor
de veehouders worden gebaseerd op de pro
ductie in de beide voorafgaande kalender
jaren. Hierbij blijven de hoeveelheden
melk, welke niet afgeleverd of niet door
den veehouder zelf tot zuivelproducten ver
werkt zijn buiten beschouwing. Dit betreft
dus voornamelijk de melk, bestemd voor
veevoederdoeleinden. Verder zal de beper
king in al die gevallen, waarin dit mogelijk
blijkt, berekend worden over de geleverde
hoeveelheid melkvet in Kg. zijnde zulks
feitelijk de eenige juiste basis, die helaas
niet over de geheele linie doorvoerbaar is.
Vastgesteld zijn vragenlijsten voor de
veehouders en voor ae afnemers van de
melk n.l. de zuivelfabrieken en de melk
inrichtingen. Het verzamelen van de gege
vens omtrent de melkproductie in genoem
de basisjaren van waarschijnlijk meer dan
250.000 bedrijven is thans in vollen gang.
Met het aanvullen van de gegevens der
veehouders door die van de Zuivelfabrie
ken en andere melkafnemers, die de cij
fers van de hoeveelheden geleverde melk
verstrekken is gelijktijdig een begin ge
maakt. Het zal ongetwijfeld evenwel nog
geruimen tijd in beslag nemen, voor en al
eer deze gegevens voor alle bedrijv.en ver
zameld zijn. Zulks vooral, waar er groepen
van bedrijven zijn n.l. de zelf ventende vee
houders en degenen die aan melkslijters
leveren buiten het wettelijk aangewezen
consumptiemelkgebied in het Westen des
lands, waaromtrent het verkrijgen van be
trouwbare cijfers zeer moeilijk zal zijn. Het
ligt in de bedoeling om de van deee cate-
goriën ontvangen opgaven te laten beoor-
deelen door de Landbouw-Crisis-Organi-
saties, gehoord de plaatselijke of districts
commissies. In dergelijke gevallen zal zeer
dikwijls de melkproductie, uitgaande van
den bekenden melkveestapel volgens nor
men getaxeerd moeten worden. Voor de
extra werkzaamheden, welke aan de ver
werking der gegevens voor de Zuivelfa
brieken verbonden zijn, zal een bescheiden
vergoeding kunnen worden verleend
De melksteunbeperking per
jaar berekend.
Het ligt niet in de bedoeling om de be
perking van den melksteun over kortere
perioden te berekenen dan een vol jaar.
Bij het nemen van dit besluit heeft de over
weging gegolden, dat de veehouder zoo
veel mogelijk vrij gelaten dient te worden
in de keuze van het tijdvak of de tijdvak
ken, waarin hij de beperking voor zijn be
drijf wil doorvoeren. Het aantal factoren
toch, dat hierbij voor de verschillende be
drijven van invloed is, is zoo talrijk en
zoodanig gevarieerd, om daarbij nog de per
soonlijke inzichten der bedrijfsleiders bui
ten beschouwinig te laten, dat het niet wen-
schelijk geacht moet worden, in dezen
verder in te grijpen dan strikt noodzakelijk
is. Wel is het van belang, dat de winter-
imelkproductie althans niet worde 'vermin
derd. Maatregelen om deze eventueel aan
te moedigen zijn nog m overweging.
Tegengaan van het zelf karnen
op de boerderij.
Deze bezigheid is na het in werking tre
den van de Crisis-Zuivelwet sterk toege
nomen. Het aantal zelf kamers steeg van
plm. 18.000 tot jlm. 40.000. Met het oog op
een klandestiene verwerking van de straks
komende ongesteunde overmelk is dit ver
schijnsel allerbedenkelijkst en de Minister
is dan ook van oordeel, dat een karnver-
<bod absoluut noodzakelijk zal zijn en dat
in het algemeen slechts diegenen van de
veehouders een vergunning tot karnen zul
len dienen te bekomen, die kunnen aan-
toonen, dat zij deze wijze van zuivelberei
ding reeds voor de inwerkingtreding van
de Crisis-Zuivelwet uitoefenden. Ter be
strijding van het euvel van het zelfkarnen,
acht de Minister het verder wenschelijk,
dat in de toekomst aan de veehouders voor
eigen gebruik een gelimiteerde hoeveelheid
boter eventueel onder een speciaal merk
tegen gereduceerden prijs worde beschik
baar gesteld.
Voorbereiding van do controle
en de juridische grondslagen
voor de regeling.
De controle by de uitvoering der regeling
zal in hoofdzaak berusten bij de Nederland-
sche Zuivel Centrale en de uitvoeringsor
ganen daarvan n.l. de zoogenaamde Zuivel-
controle Afdeelingen (als zoodanig, als be
kend, fungeeren de Boter-, Kaas- en Melk-
productencontrolestations), de consumptie-
melk-afdeeling van genoemde Centrale en
eventueel de zoogenaamde Crisis-Melk-
commissies Nadat de medewerking van de
Zuivel-Centrale was toegezegd is een sche
ma voor den opzet van de controle ontwor
pen. Het dagelyksoh bestuur van de ge
noemde Centrale werd van den voorloopi-
gen opzet der regeling en van de voorstel
len inzake de controle in kennis gesteld.
Met de Directeuren der Zuivel-controle-
afdeelingen is reeds een inleidende bespre
king gevoerd. Momenteel vindt vanwege
de Nederlandsche Zuivel-Centrale een
rondgang door de diverse provinciën plaats,
teneinde provinciaal ae controleregelingen
verder voor te bereiden. De juridische
grondslagen voor de regeling zijn in voor
bereiding en in aansluiting daaraan wordt
een speciale afdeeling „erkenningen" door
de Zuivel-Centrale ingericht.
Voor de vaststelling van de consumptie-
melkleveringen in de basisjaren en voor een
effectieve controle op deze leveringen in de
toekomst buiten het thanst wettelijk aange
wezen gebied in het Westen des lands is
noodig wettelijke aanwijzing van geheel
Nederland als consumptiemelkgebied.
Wijziging in afzet of verwer
king van de melk
Ofschoon noode in de bedrijfsvrijheid van
den veehouder wordt ingegrepen, is het
ten behoeve van het welslagen van de re
geling noodzakelijk, dat deze ten aanzien
van de wijze van afzet of verwerking van
de melk wordt beperkt. De veehouder zal
in het algemeen moeten blijven voortzet
ten, wat hij voorheen deed: de melk leve
ren aan een zuivelfabriek voor consump
tie of zelf verkazen of verkamen. Werd
voorheen de melk in twee van genoemde
richtingen, hetzij gelijktijdig dan wel na
elkander afgezet of verwerkt, dan kan zulks
ook in de toekomst plaatsvinden, doch men
zal in den aanvang van het xhelkjaar een
keuze moeten doen en in normale omstan
digheden deze dan een jaar dienen te hand
haven. Natuurlijk ligt het niet in de be
doeling, om bij misstanden b.v. dwang tot
levering asm een bepaalde faibriek uit te
oefenen, doch voor wijzigingen zal toch
toestemming dienen te worden gevraagd
onder opgave van redenen.
Advies van de Centrale Land-
bonw-Organisaties.
Van de drie Centrale Landbouw-Organi
saties werd omtrent de principes, waarvan
by de beperking der melkproductie diende
te worden uitgegaan, een collectief advies
ontvangen.
Hoofdpunt van dit advies, was, dat ge
vraagd werd om de beperking gedifferen
tieerd toe te passen. Voorzoover richtlijnen,
welke bij deze differentiatie in acht zou
den dienen te worden genomen werden
aangegeven, zijn deze gevolgd.
De wensch om ten aanzien van de kleine
bedrijven de beperking te verzachten, werd
niet algemeen onderschreven.
Zooals uit de hierna volgende gegevens
blijkt, wordt in de regeling met de belangen
der kleine bedrijven rekening gehouden.
Vaststelling van hel gemiddeld
percentage der beperking.
Uitvoerig is het noodzakelijk geachte ge
middelde percentage van de beperking on
derzocht. In verband daarmede is aller
eerst een raming opgezet omtrent de ver
moedelijke zuivelpositie in dit jaar en wer
den de vooruitzichten omtrent den afzet
van onze zuivel- en melkproductie in den
komenden tyd ampel besproken. Opge
merkt zy hierbij nog, dat blijkens de gege
vens van de Zuivel-Centrale in den laat-
sten tijd de melk en boterproductie sterk
is gestegen, vergeleken met de productie in
de overeenkomstige weken van het voor
gaande jaar. Aangezien aangenomen kan
worden, dat krachtig voeren, gelet op de
afgenomen koopkracht der veehouders en
de volstrekt niet overvloedige hooioogst
meer en meer uitzondering wordt, is hier
van ongetwijfeld de toename van de melk
veestapel een der hoofdoorzaken. Verder
zijn de vooruitzichten van onzen zuivelex-
port in den laatsten tijd aanmerkelijk ver
slechterd.
Met beide genoemde factoren is bij de
vaststelling van het gemiddeld beperkings-
percentage ernstig rekening gehouden.
Zooals hierna zal blijken is het gemid
delde beperkinspercentage voor het geheele
land vastgesteld op minstens 11%, waarop
dan nog een reserve komt van 0.45% voor
nieuwe ontginningsbedrijven en voor even-
tueele tegenvallers.
Uitgangspunt voor de diffe
rentiatie der beperking.
De beperking van den melksteun zal ge
differentieerd worden toegepast. Zoo zullen
b.v. de akkerbouw en gemengde bedrijven
sterker worden beperkt dan die in de spe
cifieke weidestreken, terwijl ook nog weer
onderscheid zal dienen te worden gemaakt
in de beperking van de districten met ge
lijksoortige bedrijven in dien zin, dat de
gebieden in deze districten met bedrijven,
die een meer aangepasten .veestapel hebben,
in mindere mate tot de bepaking zullen
hebben by te dragen.
Uit gegaan is hierbij van de indeeling der
groepen van landbouwgebie
den. Deze groepen zijn weer onderver
deeld in rubrieken, by welke splitsing twee
factoren in rekening werden gebracht.
1. het aantal melk- en kalf-
koeien per 100 ha grasland; en
2. de verhouding tusschen het
aantal melk- en kalfkoeienin
Mei/Juni 1930 ten opzichte van
het aantal in Juni 1934.
Zoo werden de navolgende beperkings-
cijfers verkregen:
Groepen van landbouwgebie-
d e n:
Zeeklei 19.2%
Rivier klei 14.8%
Weidestreken 9.1%
Zandgronden 12.6%
Veenkoloniën 18.5%
Tuinbouwgebieden 10.3%
Totaal
12.4S
(Dit percentage wordt door de geringere
beperking der kleine bedrijven en eenige
verlichting van beperkingsdruk in de wei
de-districten verlaagd tot een bedrag tus
schen 11 en 11.45%.
Voorde provincies rijn de beper-
kingscijfers:
Groningen 16.8%
Friesland 12.2%
Drenthe 13.0%
Overijssel 10.3%
Gelderland 13.1%
Utrecht 10.9%
Noord-Holland 10.8%
Zuid-Holland 11.8%
Zeeland 17.5%
Noord-Brabant 13.0%
Limburg 13.7%
Besloten is de kleine bedrijven sledhts
de helft te beperken van de aan overeen
komstige bedrijven op te leggen percen-
Verdere uitvoering der diffe
rentiatie.
Een klein bedrijf is in dit verband een
bedrijf met maximaal 3 melk- en kalf-
koeien en maximaal 3 ha grond, terwijl
de exploitant zijn hoofdberoep in den land
bouw moet hebben, (landbouwer, land- of
tuinbou wanbeider
De provincies Friesland en Zuid-Holland
krijgen eenige extra toewijzing van melk
omdat deze provincies met hun weidege
bieden in meerdere mate dan de andere
provincies worden getroffen. Een belang
rijke rol krijgen de landbouw-Crisis Orga
nisaties die de beperking in de provincie
distribueeren, waarbij de plaatselijke of
dictricts commissies van advies dienen. Zij
mogen per gemeente de beperking doen va-
riëeren van 6 tot 30% en per bedrijf van 5
tot 40%. Ook mogen zy voorstellen in een
uniform beperkte groep gebiedensplitsing
aan te brengen, terwijl zij mede mogen
voorstellen beperking van het eene land
bouwgebied naar het andere over te heve
len.
Den veehouder wordt medegedeeld: de
hoeveelheid melk, waarover hij toeslag ont
vangt, alsmede zijn melkgrondslag de basis,
waarop de korting wordt toegepast. (De ge
gevens voor deze productie-basis worden
thans, als medegedeeld, verzameld, waar
toe de veehouders en de zuivelfabrieken
vragenlijsten hebben ingevuld).
Op gezette tijden zal aan den veehouders
mededeeling worden gedaan van de aan hen
toegewezen hoeveelheid te steunen melk
en van de door hem reeds verwerkte of af
geleverde hoeveelheid „steunmelk", opdat
door den betrokkene tijdige maatregelen tot
beperking der productie kunnen worden
getroffen.
De veehouder wordt overigens als reeds
gezegd, geheel vrijgelaten t.a.v. het tijdperk
waarin hij wenscht te beperken.
CRISIS ZUIVEL-CENTRALE.
Plaats van bemonstering van consumptie-
melk.
Door de Crisis-Zuivel-Centrale werd ons
verzocht het volgende te willen opnemen.
Het is ons gebleken, dat nog steeds van
veehouderszijde er op wordt aangedron
gen, dat door de erkende controle-stations
de melk voor de kwaliteitsbepaling aan de
boerderij zal worden bemonsterd.
Het motief hiervoor is, dat alleen dan ze
kerheid zou bestaan omtrent de indentiteit
van het melkmonster.'
De Crisis-Zuivel-Centrale vestigt er de
aandacht op, dat tegen het als regel aan
de boerderij bemonsteren zeer ernstige
bezwaren bestaan, omdat de veehouders
dan bekend zijn met den dag der bemon
stering en het in de practijk is gebleken,
dat hiervan soms misbruik wordt gemaakt,
zoodat de kwaliteit der melk op volgende
dagen meer dan eens afwijkt van die op
den dag der bemonstering. Ten einde de
waarde der kwaliteitsbepaling zoo goed
mogelijk tot zijn recht te doen komen, zou
om deze reden bij een zeer groot aantal
boerderijen niet éénmaal, doch twee keeren
per week bemonsterd moeten worden.
Echter kan de veehouder zich de door
hem verlangde zekerheid verschafte door
de melk in genummerde bussen te leveren
of door de bussen te voorzien van labels,
dan wel door deze te verzegelen. Ingeval
er vermoeden bestaat, dat de rijder de
melk van de verschillende veehouders niet
apart houdt of iets dergelijks, kan de vee
houder het Melkcontrolestation verzoe
ken, by wyze van uitzondering, de melk
aan de boerderij te bemonsteren.
Teneinder verder te voorkomen, dat vee
houders (gewaarschuwd door melkrijders,
dat de bemonstering voor de loopende week
reeds heeft plaats gehad) op de res te ex en-
de dagen dezer week minder zorg beste
den aan de melkwirming, hebben de Melk-
controlestations opdracht ontvangen, we
kelijks de melk van een aantal boeren voor
de 2e maal te bemonsteren en de uitslag
van dit 2e onderzoek, zoo noodig, voor de
klasse-indeeling der melk voor die week
aan te houden.
De Crisis-Zuivel-Centrale vertrouwt
hiermede te bereiken, dat niet, gelijk thans
soms voorkomt, slechts op een enkelen dag,
doch doorloopend de melkbehandeling zoo
zal zijn, als voor consumptiemelk mag wor
den verwacht.
NEDERLANDSCHE MEEL-CENTRALE.
Het bestuur van de Stichting Neder
landsche Meelcentrale heeft het prijsver
schil bij den invoer van lijnkoeken vastge
steld op 1.25 per 100 K.G. en voor alle
andere soorten koeken op ƒ1.per 100
K.G.
Ter nadere toelichting op dit besluit kan
worden medegedeeld, dat deze vaststelling
zal gelden tot en met as. Zaterdag 30
Maart. Met Maandag a.s. zullen voorzoover
de noodzaak zal blijken, nieuwe heffingscy-
fers worden gepubliceerd, terwijl het in
de bedoeling ligt, in den vervolge lederen
Maandag de heffingscijfers bekend te ma
ken.
Indien men zijn import op verderen ter
mijn nu reeds wenscht vast te leggen tot
bovengenoemde prijsverschillen gelieve
men zich daarover met de Needrlandsche
Meelcentrale te 's-Gravenhage in verbin
ding te stellen.
DE CRISIS IN DE SIGARENINDUSTRIE.
Tweede Kamerleden zullen enkele
fabrieken bezoeken.
Het gemeentebestuur van Eindhoven,
Valkenswaard en Veldhoven, alsmede de
Kamer van Koophandel te Eindhoven, heb
ben de leden van de Tweede Kamer uitge-
noodigd tot een bezoek op Dinsdag 2 April
aan enkele sigarenfabrieken, waar machi
naal en handwerk vervaardigd wordt, ten
einde door de practijk aan te toonen de
noodzakelijkheid van beperking der me
chanisatie in de sigarenindustrie.
Vermoedelijk zullen bezocht worden de
fabrieken van Karei I en Willem IL
R. K. WERKNEMENDE MIDDENSTAND.
Dezer dagen is te Eindhoven de voorloo-
pige Centrale Raad geinstalleerd van de
R. K. Stands-organisatie voor den Werk-
nemenden Middenstand.
De samenstelling luidt als volgt:
K. W. C. Kloppenburg, Heerlen, voorzit
ter; J. H. Sterenberg, secretaris, Schaes-
bergerweg 97, Heerlen; J. J. Reijnart, Am
sterdam, penningmeester; W. B. Huising,
Utrecht, vice-voorzitter; H. J. L. Camps,
Eindhoven, tweede secretaris; mej. Rutten,
Utrecht; A. Forsthövel, Nijmegen; H. A.
van Velzen, Rotterdam.
ARBEID IN WASSCHERUEN EN
STRIJKINRICHTINGEN.
De Minister van Sociale Zaken heeft aan
hoofden of bestuurders van wasscheryen
en strykinrichtingen in alle gemeenten des
Rijks vergund, dat gedurende de tijdvak
ken van 23 tot en met 27 April 1935, van
27 Mei tot en met 1 Juni 1935 en van 11 tot
en met 15 Juni 1935 in hun onderneming
door de aldaar werkzame arbeiders in
afwijking van het bepaalde in de artikelen
23 en 24 der Arbeidswet 1919 arbeid
wordt verricht als volgt:
op 23, 24, 25 en 26 April, op 27, 28, 29 en
31 Mei en op 11, 12, 13 en 14 Juni 1935 ge
durende ten hoogste 9J4* uur per dag, en op
Zaterdag 27 April, 1 Juni en 15 Juni 1935
gedurende ten hoogste 6 uren per dag, een
en ander onder voorwaarde, o.m., dat:
in de onderneming, waar van deze ver
gunning gebruik wordt gemaakt, geen ar
beid wordt verricht op Maandag 22 April,
Donderdag 30 Mei en Maandag 10 Juni 1935
IS HET WAAR?
Dat werkvcrleening aan Crisisbureaox uit
sluitend op protectie geschiedt....
Door het lid der Tweede Kamer, de heer
Amelink, zijn de navolgende vragen aan de
ministers van Economische- en van Sociale
Zaken gericht:
1. Zijn de Ministers in staat, mede te
deelen, of het juist is, dat door den Direc
teur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs te
's Gravehhage aan een bij deze beurs inge
schrevene het volgende is medegedeeld:
„Uw brief van 1 dezer, kwam in myn be
zit. In verband daarmede, kan ik U mede-
deelen, dat men wel voornemens is de
plaatsing bij de Crisisbureaux te doen via
de openbare bemiddeling. Tot heden is dit
echter niet het geval. Volgens myne erva
ring berust de tewerkstelling bij die bu
reaux, enkele uitgezonderd, uitsluitend op
voorspraak (protectie). Men schynt iemand
te moeten hebben, die ter plaatse invloed
heeft."
2. Indien dit juist is, zijn de Ministers
dan bereid te bevorderen, dat voortaan,
voorzoover geen geschikte wachtgelders
beschikbaar zijn, het betrekken van perso
neel bij crisisinstellingen, uitsluitend door
bemiddeling der Arbeidsbeurzen zal plaats
hebben?
NEDERLANDSCH-IND1SCHE
LEENING 1935.
Zooals in onze advertentiekolommen
reeds is bekend gemaakt, zal worden over
gegaan tot de uitgifte van 3.5 pet., door het
Rijk gegarandeerde NederlandschIndi
sche Leening ten bedrage van f 50.000.000
tegen een koers van uitgifte van 99 1/4 pet.
Vrij van couponbelasting.
De leening heeft een looptijd van ten
hoogste 35 jaren. Te beginnen met het jaar
1936 wordt elk jaar op 1 Mei, een aantal
schuldbewijzen by loting aangewezen, a
pari afgelost.
Hiervoor wordt bestemd een bedrag van
1.05 percent van het nominale bedrag der
door die verplichte aflossing vrijgevallen
rente.
Versterkte en algeheele aflossing kan te
allen tijde plaats hebben.
Van het bedrag ad 50.000.000 is reeds
geplaatst 20.707.500 tegen een koers van
98.5 pet. en hooger, by openbare instellingen
De inschrijving op het resteerende be
drag ad 29.292.500 ad 99 1/4 pet. kan ge
schieden tot op Dinsdag 9 April 1935 van
des voormiddags 9 tot des namiddags 4 uur
te Amsterdam bij de Nederlandsche Bank
N.V. (kantoor Heerengracht 461463) en
bij den agent van het Ministerie van Finan
ciën (Heerengracht 344346); te Rotter
dam bij de bijbank van de Nederlandsche
Bank N.V., Boompjes 72a en voorts bij de
agentschappen der Bank, in de advertentie
vermeld.
De betaling' zal moeten geschieden op
Woensdag 1 Mei 1935, tegen in ontvangst
neming van recepissen met coupon, ver
vallende 1 November 1935.
LETTEREN EN KUNST
BASSERMANN EN DE IFFLANDRING.
Moissi neemt hem mee in den dood.
De naar het buitenland uitgeweken be
roemde Duitsche tooneelspeler Albert Bas-
sermann heeft den Ifflandring aan den vin
ger van zijn gestorven collega Moissi ge
schoven, kort voordat diens stoffelijk over
schot gecremeerd zou worden. Dit feit heeft
in Duitsche tooneelkringen ernstig misnoe
gen verwekt en wordt uitgelegd als een
wraakneming van Bassermarm tegen de
Duitsche regeering.
De „Lokal Anzeiger" houdt zich met het
geval bezig en schrijft o.a.: De gestorven
tooneelspeler Alexander Moissi is op een
meer dan merkwaardige wijze door Albert
Bassermann gehuldigd. Doordat deze den
Ifflandring, die telkens op den besten Duit-
schen tooneelspeler werd overgedragen, aan
de hand van Moissi heeft geschoven, is
deze ring aan de vernietiging prijs gegeven.
Dit beteekent niet alleen een beleediging
tegen Iffland, die als schenker van den
ring nooit bedoeld heeft, dat een doode er
mee gehuldigd zou worden, doch evenzeer
een al te duideijk gebaar tegen Duitschland
en alle Duitsche tooneelspelers.
Bassermann heeft, zooais bekend, een
jaar geleden Duitschland verlaten, omdat
niet hem persoonlijk, doch zijn vrouw, de
Jodin Else Schiff, moeilijkheden bij haar
optreden in Duitsche schouwburgen in den
weg werden gelegd. Bassermann vertrok
naar het buitenland en sedertdien heeft nie
mand hem iets aangedaan. Thans heeft Bas
sermann kennelijk gemeend, zich te moe
ten wreken, hoewel het uitsluitend aan
hemzelf heeft gelegen, zich aan de veran
derde omstandigheden na het intreden der
nationale verheffing aan te passen. Des te
vreemder is hetgeen nij thans met den Iff
landring deed, te meer, daar hij er rich van
bewust had moeten zyn, dat hij over dezen
ring geen algemeen beschikkingsrecht had,
doch dat hij aan de nationale bestemming
welke Iffland den ring gaf, was gebonden.
Bassermann heeft zichzelf daarmee het
meeste geschaad en zai zeker in de overige
wereld geen sympathie vinden voor een
handeling waardoor hij zijn eigen land en
zyn Duitsche collega's in het gericht sloeg".
Dit artikel geeft, naar wij vernemen, in
derdaad de meening weer welke in Duit
sche kunstenaarskringen over Bassermann s
optreden gehuldigd wordt.
Afgezien van de vraag, of Bassermann
reden heeft om over hetgeen er een jaar
geleden in verband met het optreden van
zijn vrouw is voorgevallen, jegens het na-
tionaal-socialistische Duitschland gevoelens
van wrok te koesteren, wijst men erop, dat
de bepalingen van -Ifflandring luidden, dat
de drager alleen het recht heeft den ring
over te dragen aan den Duitschen collega,
dien hij waardig keurde zijn opvolger te
zijn. Nooit had Bassermann den ring dus
aan een gestorven kunstbroeder mogen
meegeven en zeker niet aan een niet-
Duitsch tooneelspeler. Moissi was immers
tot voor korten tijd Oostenrijker en ver
kreeg eenige weken geleden van Mussolini
de Italiaansche nationaliteit. Men betreurt
het, dat de traditioneele Iffland-ring, die
byna anderhalve eeuw in de Duitsche too-
neelwereld van hand tot hand ging, met de
crematie van het stoffelijk overschot van
Moissi aan de vernietiging werd prijsgege
ven.
Het moet zeer de vraag worden geacht
of na hetgeen thans is voorgevallen, Bas
sermann ooit weer naar Duitschland zal
kunnen terugkeeren. „Tel."
WILT U IETS WETEN?
Vraag: Wat is, by het zelf bouwen van
radiotoestellen het beste: Ijzerkern-spoelen
of lucht-kern spoelen. Welke spoelen wor
den in een handelstoestel toegepast?
Antwoord: IJzerkern-spoelen zijn de
beste; luchtspoelen de goedkoopste. Beide
soorten worden in handelstoestellen ge
bruikt.
lederen Dinsdag- en Donderdagmiddag
van 34 uur gelegenheid tot het verkrijgen
van mondelinge rechtskundige inlichtin
gen aan ons bureau.
Ik heb een verduveld aardig
en niet duur eet-cafétje gevon
den. Een kop koffie met slag
room, een velouren hoed. een
fyne overjas met een half lot in
de Staatsloterij er in en een
nieuwe parapluiealles voor
één onnoozel kwartje.
(Moustique).^