VEILINGEN IN NEDERLAND ZATERDAG 23 MAART 1935 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. - PAG. 7 De Groep veilingsvereenigingen uit den Nederl. Tuinbouwraad hield haar jaarver gadering in 't Jaarbeursgebouw te Utrecht. De belangstelling was buitengewoon. De zaal liep zoo vol dat vele stoelen moesten worden aangebracht. De voorzitter, de heer Valstar, heette al len welkom doch inzonder de gasten, de heer Bonthuis, regeermgsafgevaardigde, de heer v. d. Gryp van het U.C.B., de heer Lid, van den Chr. Boeren- en Tuindersbond, en de heer v. Kampen van den N.T3. In zijn openingsrede heeft spr. enkele tunibouwproblemen besproken. De nog steeds verder afnemende export heeft het effect van de teeltbeperking weer voor een belangrijk gedeelte opgeheven. Om die reden was het noodzakelijk de teelt beperking, waar zulks mogelijk scheen, te verscherpen. Het is een harde zaak, die al leen gerechtvaardigd is door de zeer moei lijke toestand, waarin de export van tuin bouwproducten op dit oogenblik verkeert. Een verdere kunstmatige beperking der tuinibouwcultuur stuit op schier onover komelijke moeilijkheden. Het kleinbedrijf dat in den tuinbouw overheerscht zou bij een nog verder doorgevoerde beperking in zijn bestaansmogelijkheid worden aange tast. Maar bovendien, het zou voorbarig zijn nu reeds vast te stellen dat de tuin bouw in de toekomst geen export-mogelijk heid meer zou hebben. Alleen export van goede pro ducten. Het kan niet langer worden toegestaan, dat minderwaardige producten nog worden geëxporteerd. Van de Landbouwcrisiswet, die daartoe gelegenheid biedt, zal gebruik moeten worden gemaakt om te zorgen dat alleen met een behoorlijk en voor export geschikt product de nog beschikbare plaats op de wereldmarkt zal worden ingenomen. Voor de toekomst zal het noodig zijn dat de landbouwuitvoerwet voor alle tuinibouw- artikelen in werking wordt gesteld. De tijd van proefnemingen, met propaganda voor bepaalde eischen, die bij export aan het product moeten worden gesteld, is voorbij. Het heeft geen zin om de geringe kansen die er nog zijn overgebleven voor uitvoer, op dit oogenblik te verspelen, en met het exporteeren van een product dat geen recla me is voor den Ned. tuinbouw. Wij kunnen' de Regeering dankbaar zijn voor den steun die aan den tuinbouw wordt verleend, ook in dezen vorm. In het bijzonder mogen wij dankbaar zijn voor de verhooging van den financieelen steun aan den tuinbouw Wij zijn dankbaar, maar niet voldaan. Voor de Regeer ing geldt echter de vraag wat mogelijk is. Voor de instandhouding van den Land- en Tuin bouw, heeft de Regeering veel gedaan. Dit springt vooral in het oog als we om ons heen zien, en letten op den economischen nood welke in schier alle takken van ons volksbestaan heerscht. Ook ten aanzien van den steun aan den tuinbouw zullen we ons zeiven moeten durven realiseeren, dat het bij den verderen teruggang die geko men is, voor de Regeering steeds moeilijker zal zijn, de financieele bezwaren, waarmede de tuinbouw te kampen heeft, in den vorm van geldelijken steun, geheel af te wen den. Het Landbouwcrisisfonds is niet toerei kend, om de bestaansmogelijkheid van den land- en tuinbouw volledig te garandeeren. De verhooging van steun aan den tuinbouw t.o.v. verlaging van steun voor onderschei- Tuinbouw-problemen uitvoerig besproken dene akkerbouwbedrijven is het bewijs dat de Regeering in het raam der mogelijkheid, die het landbouwcrisisfonds biedt, bereid is beschikbare middelen naar rechtvaardig heid te verdoelen. We loopen nu nog in een badpak. Over de belasting van den consument merkte spr. op, dat bij herhaling dit een ernstig punt van overweging heeft uitge maakt. Sommigen meenen, dat dit wel kan en voor den tuinbouw daarom wenschelijk moet worden geacht, omdat de verhooging van den prijs van groente in eigen land wel enkele millioenen voordeel zal brengen. Dit is om van te watertanden! De billijk heid van zoo'n regeling kan door niemand worden ontkend. Waarom zou men voor groenten een andere regeling doen gelden, dan voor brood, boter, spek, melk, aardap pelen en andere consumptieartikelen-die het publiek ook behoorlijk moet betalen. Hier in zit echter niet de moeilijkheid. Zelfs de consument kan daartegen niets redelijks in brengen. Maar, er zijn andere bezwaren. Voor zoover het producten betreft die in hoofdzaak worden geëxporteerd, kan niets worden bereikt met verhooging van den prijs voor het binnenland, omdat dit geen rol speelt voor de gemiddelde opbrengst van het product. Het zijn maar weinig producten waar mede men een proef zou kunnen nemen, nJ. die geheel voor de binnenlandsche markt worden geteeld, doch de uitvoering zou op schier onoverkomelijke moeilijk heden stuiten. Een ernstig onderzoek naar de mogelijk heden die er in deze richting zouden kun nen zijn, heeft nog niet aangetoond, dat hier iets van beteekenis zou zijn te berei ken. Of er mogelijkheden zijn, kan spr. niet zien. Het blijft intusschen noodig, dat we onze aandacht ook op dit vraagstuk geves tigd houden. Op één gevaar bij deze kwestie wil spr. nog wijzen. Indien de stappen, welke men meent op dit pad te moeten zetten, verder gaan dan een technische herziening van be paalde aan de veilingen te stellen minimum prijzen, dan zal het in ieder geval noodza kelijk zijn, afgezien van de reeds genoemde technische moeilijkheden, die zouden moe ten worden opgelost, een ontzaggelijk ad ministratief- en controle-apparaat in het leven te roepen, wat voor de uitvoering in geen geval gemist zal kunnen worden. Dit zou, indien niet geheel, dan toch voor een belangrijk gedeelte de voordeelen die men er van meent te kunnen verwachten, op teren. Men klaagt nu reeds en niet geheel ten over het toenemen van een steeds groeiend ambtelijk apparaat, dat de bewegingsvrij heid in het tuinbouwbedrijf belemmert. Daaraan is echter niet te ontkomen, indien er dwingende maatregelen moeten worden genomen. Een poging om een kunstmatige prijs voor onze groenten te stellen, welke dan zou worden opgevoerd tot een kostprijs be naderend niveau, zou het noodzakelijk ma ken, dat ons geheele bedrijf in een ambte lijk keurslijf werfd geperst, waarbij alles wat tot nog toe is geweest nog maar kin derspel is. In vergelijking met het harnas, waarin ons bedrijf dan zou moeten worden gestoken, loopen wij nu nog in ons bad pak. De heer Valstar wekte tenslotte op tot eenheid in den tuinbouw. BINNENLAND Dc corporatieve daad. „Praat niet te veel over de corporatieve staat; stel uw corporatieve daad door u als één man aan te sluiten bij de principieele vakorganisatie!" Zoo klonk het op het Buitengewoon De monstratief Congres, dat de katholieke middenstandsbeweging in het voorjaar van 1934 in de Residentie organiseerde. In de lijn van de onveripoeide actie, die de katholieke middenstand sindsdien voert om te komen tot saneering, tot ordening en bescherming van het middenstandsbedrijf past volkomen de bijzondere activiteit welke momenteel in de katholieke midden- standsvereenigen wordt ontwikkeld om de vlag der principieele patroonsvakorgani satie steviger te planten. Ziende blind zou men geneigd zyn den katholieken middenstander te noemen, die in dezen tijd nog niet heeft opgemerkt, dat zijn belang en zijn plicht tegelijk hem naar de katholieke vakorganisatie heenwijst. Maar gelukig is voor dit soort blind heid genezing mogelijk! De Nederlandsche Katholieke Midden standsbond en zijn samenstellende deelen laten het in deze dagen aan voorlichting niet ontbreken.. Verscheen verleden week de Midden standskrant als een speciaal propaganda nummer, Zondag stelt weer de K. R. O. zijn microfoon beschikbaar om in de vorm van een pittig hoorspelletje de sociale ge dachte tot de katholieke middenstand te laten spreken. Speciaal de versterking der principieele vakorganisatie is thans het wachtwoord voor onze middenstand. De stevige samen hang in onze sociale organisatie draagt zorg. dat daardoor automatisch ook het standsverband in kracht toeneemt. De cijfers wijzen uit, dat de principieele vakorganisatie tot dusver veel minder dan de standsorganisatie, en veel minder dan noodig en mogelijk zou zijn, wortel heeft geschoten in de middenstand, vooral in de branches van de winkeliers. Dit is een ernstige leemte! Een leemte, waarvan de middenstand zelf ook economisch, de nadeelige gevol gen ondervindt. Het is de hoogste tijd om die leemte te verhelpen. En in economisch, èn in maatschappen lijk èn in geestelijk opzicht is die aanvul ling voor onze katholieke middenstand een dringende eisch. Wat zal er van ordening en bescherming van het middenstandsbedrijf terecht kun nen komen, als de middenstand en voor al de winkeliersstand niet zelf branchegewijs in zijn vakorganisatie de handen aan de ploeg heeft? Hoe zal de middenstand en al weer speciaal de winkeliersstand kunnen pro- fiteeren van de onmiskenbare ontwikke ling, die onze wetgeving vertoont in or- ganisch-corporatieve richting; hoe zal hij kunnen profiteeren van de mogelijkheden tot bedrijfsordening, welke daarin zijn ge legen, als de middenstander nog niet eens in de vakorganisatie zijn collega's-bedrijfs- genooten heeft gevonden? Hoe zal de katholieke middenstand zijn levende katholiciteit bewaren, hoe zal hij stand houden in de stormen van het mo derne heidendom, als hij in de organisatie, die het nauwste met zijn vitale belangen te maken heeft, als hij in de vakorganisatie zijn katholieke beginselen vergeet en een „neutraaT'-liberaal vaandel volgt? En hoe zal de katholieke middenstand te genover het vlammen anti-individualisch en anti-kapitalistisch maanwoord, dat de Kerk tot de moderne menschheid heeft ge sproken, hoe zal hij tegenover „Quadrage- simo Anno" zijn plicht verstaan en zijn roeping kunnen volgen, als hij niet in zijn eigen katholieke principieele patroonsvak organisatie de wording der bedrijfsschap- pen helpt voorbereiden en bevorderen? Inderdaad: „Ziende blind" moet het von nis zijn voor den katholieken middenstan der, die in deze tijden buiten zijn katho lieke vakorganisatie blijft. Een vonnis, waarvan hij zelf de onheil volle gevolgen zal moeten dragen! Wij Nederlanders hebben gelukkig de gelegenheid om ieder voor ons invloed te oefenen op het maatschappelijk en staat kundig bestel en bij te dragen tot de bouw der toekomst. Wy, Katholieke Nederlanders, hébben gelukkig de gelegenheid om te bevorde ren, zooveel als in ons vermogen ligt, dat aan die bouw het stempel van onze levens- en maatschappijbeschouwing wordt opge drukt. De katholieke middenstander, die zijn tijd begrijpt, die bouwen wil aan een toekomst, waar in ook de middenstand zijn plaats zal heb ben, die de corporatieve ontwikkeling van be drijfsleven, maatschappij en staat zoo krachtig mogelijk wil bevorderen, die stelle zijn corporatieve daad door de rijen der katholieke vakorganisatie met zijn persoon te versterken! PROFESSOR DR. OTTO LANZ OVERLEDEN. Beroemd chirurg. Gisteravond is te Amsterdam plotseling overleden Professor Dr. Otto Lanz, hoog leeraar in de heelkunde aan de Gemeente- Universiteit te Amsterdam. Hij bereikte den leeftijd van 69 jaar. Gisteren heeft hij nog op gewone wijze zijn werkzaamheden in de Boerhaave-Kliniek verricht. De hoogleeraar overleed te zijnen huize. Sinds de oprichtng in 1909 is Professor Lanz als chirurg aan de Boerhaave-Kli niek verbonden geweest, in welke functie hij groote vermaardheid tot ver over de grenzen heeft verworven. Otto Lanz is Zwitser van geboorte. Hij aanschouwde den 14den October 1865 te Steffisberg in het kanton Bern het levens licht. Zijn vader oefende daar de dokters praktijk uit. Toen de jonge Otto de lagere school achter den ryg had werd besloten, dat hij eveneens voor geneesheer zou gaan studeeren. Eerst bezocht hij het Gymna sium te Bern, waarna hij met zijn medi sche studie begon. Hij studeerde achter eenvolgens aan de universiteiten te Ge- nève, Bern, Bazel, Leipzig en München en promoveerde in 1889 tot medicinae doctor. In 1888 was hij assistent bij Lichtheim te Bern en van 18901892 bij Kocher. Gedu rende 1893 maakte hij een studiereis naar Berlijn, Napels en Londen en het volgen de jaar vestigde hy zich te Bern als prac- tiseerend geneesheer en docent in de heel kunde aan de Universiteit aldaar. De Uni versiteit van Keulen verleende hem den titel honoris causa. Te Bern stichtte dr. Lanz de Roode Kruis-Kliniek Lindenhof, waarvan hij drecteur werd. In 1902 werd hy geroepen tot de ver vulling van den leerstoel in de heelkunde aan de Gemeente Universiteit te Amster dam en den 19en Februari van dat jaar aanvaardde hij het hoogleeraarsambt met een redevoering, getiteld: „Die preventive Chirurgie". Hij wijdde zich aan de studie van verschillende chirurgische onderwer pen als: de leer der gezwellen, de Base- dowsche ziekten en wondbehandeling enz. Hij heeft zich vooral bekend gemaakt door zijn onderzoekingen over de „Appendici tis" (blinde-darm-ontsteking) en de ope ratieve behandeling daarvan. Een groot gedeelte zijner wetenschappelijke ge schriften zijn verspreid in verschillende, meest buitenlandsche, periodieken. Afzon derlijk gaf hij o.a. in druk: ,Die Kehlop- fextirpationen an der Chirurgischen Klinik in Bern" (1892), „Zu der Schilddrüsen- frage" (1894), „Die prëventive Chirurgie" (1902), „Die pathologisch Anatomische Grundlage'n der Appendicitis" (1903), „Het streven naar volmaakte asepsis" (1904), ,.De indicatie der operatieve behandeling der appendicitis" (met B. J. Kouwer en A. L. Sitsen, 1907). Prof. Lanz wijdde zich naast zijn weten- schappelijken arbeid aan de kunst en ook aan de sport. Hij was een der bekendste kunstverzamelaars hier te lande, vooral op het gebied van schilderijen en oude meu belen, waarvan hij kostbare collecties be zat. Hij was een groot bewonderaar van het tooneel, dat in hem een warm vriend verliest. Als Alpinist, aan welke sport hij als Zwitser zijn hart ophaalde, deed hij eveneens van zich spreken. Onder zijn patiënten was hij zeer ge zien, men kan wel zeggen bemind, om de hartelijke toewijding, waarmede hij zijn taak vervulde. De studenten verliezen in hem een leermeester, die slechts moeilijk zal zijn te vervangen. NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN. Geschatte ontvangsten eerste twee maanden ƒ15.6 (v.j. 18.1) millioen. De geschatte ontvangsten der Nederland- sche Spoorwegen (incl. die der geëxploi teerde spoor- en tramwegen) hebben in Februari 7.073.400 bedragen tegen 8.586.000 in JanuarL- Gespecificeerd waren de ontvangsten: reizigers ƒ3,501.000 (v. m. 4,387,400), ba gage 45.100 (v. m. 52.900), brief- en pak- ketpost 230.000 (als v. m.), goederen ƒ3.113.900 (vjn. 3,364.000), levende dieren en lijken ƒ60.000 (v.m. 86.200), en diver sen ƒ123.400 (v. m. 465.500). De totale ontvangsten van 1 Januari af beliepen ƒ15.659.400 (v. j. 18.151,258). Het gemiddeld aantal kilometers in exploitatie van 1 Januari af was 3555 (v. j. 3629), dus ontvangst der dagkilometer ƒ74.67 (v. j. 84.78). ARCHITECTENWET. Naar de „Telegraaf" verneemt, zal de nieuwe Architectenwet, welke minister Marchant in de Eerste Kamer heeft aan gekondigd en die weldra ingediend zal worden, den titel van architect beschermen door de instelling van een Architecten- raad. Deze. zal beoordeelen, welke archi tect als zoodanig wordt erkend en in een register ingeschreven. DE TWEEDE STATENDAM. Wordt in Nederland gebouwd. Met 8 millioen uit het Werkfonds medewerking van de gemeente Rotterdam. Het is thans wel zeker, dat de Holland- Amerika Lijn haar tweede Statendam zal krijgen en dat dit schip in Nederland zal worden gebouwd. Er is namelijk tot op enkele kleinigheden na overeenstemming bereikt tusschen de regeering en de ree- dery over de beschikbaarstelling van on geveer 8 millioen uit het Werkfonds voor den bouw van dit schip op Nederlandsche werven. Dit groote werk zal namelijk niet aan één werf worden gegund, doch over ver schillende werven worden verdeeld. Wij hoorden reeds een verdeeling als volgt: RotterdamSchiedam zal waarschijnlijk de romp te bouwen krijgen, een andere Rotterdamsche werf zou opdracht krijgen voor den neus, bij een Vlissingsche fabriek zouden de machines en bij een Twentsche de motoren worden besteld. Al is over het principe thans wel beslist, volledig in kannen en kruiken is het plan nog niet. Zoo staat de regeering nog voor de vraag of ook een Amsterdamsche werf een deel van dit werk toegewezen zou krijgen. Naar ons ter oore komt, zal ook de ge meente Rotterdam bij dit plan haar mede werking verleenen. Binnenkort zullen, nu de beslissing van de regeering zal vast staat, den raad daaromtrent voorstellen bereiken. „N. R. Crt." „ISMAëL TREKT OP V Binnen tien dagen 100.000 exemplaren verspreid. Hoe groot de belangstelling voor de verkiezingsvlugschriften van de R. K. Staatspartij is, moge blijken uit het feit, dat binnen tien dagen 180.000 exemplaren werden verspreid. Alleen van de brochure „Ismaël trekt op!" waarvan thans de derde druk ter perse is werden reeds 100.000 exemplaren geplaatst. DE OPMARSCH. Verschenen is het eerste nummer van de Verkiezings-Opmarsch, welke in een totaal oplage van 1.250.000 exemplaren, in elf ver- sohillende edities, over Nederland verspreid wordt. Deze vier nummers van onze Verkie zings-Opmarsch schenken ons een mooie gelegenheid niet alleen om met het pro pagandablad kennis te maken, maar boven dien om zich daarop, juist nu te abonneeren. Het is duidelijk, dat een oplage als boven vermeld een eenige en niet terugkeerende kans biedt om het abonnementental zoo uit te breiden, dat terstond na deze verkie zingen met het periodiek verschijnen kan worden aangevangen. Het adres van de Ad ministratie van „De Opmarsch" is: Maurits- kade 25, Den Haag. In den namiddag zal er vandaag in L e i - den met de Opmarsch, enz. worden gecol porteerd door propagandisten van „Dr. Schaepman". Koningin nog niet naar Heemstede. H. M. de Koningin zal Maandag a.s. niet het voorgenomen bezoek aan de bloemen tentoonstelling „Flora" te Heemstede bren gen. Dit bezoek zal op een nader te bepalen datum geschieden. Directie Staatsmijnen. Op verzoek eervol ontslag verleend per 1 April a.s. aan dr. J. C. F. Bunge te Heer len, als directeur van de Staatsmijnen in Limburg, met dankbetuiging voor de door hem als zoodanig aan den lande bewezen langdurige en belangrijke diensten. VAN M'N BOEKENTAFEL Zes Latijnsche Lofgezangen voor 2 of drie gelijke stemmen met orgel of harmonium door Henri Cle mens S.M.M. Ter bespreking ligt voor ons „zes motet ten" van den Vlaming Henri Clemens. Wat d<e Vlamingen bezitten is eerbied en belangstelling voor de oorspronkelijke toon kunst. Eenvoudige bevattelijke liederen. Wij zouden haast zeggen muziek voor iedereen zijn het die Pater Henri Cle mens schreef, gebaseerd op den liturgischen volkszang, het Gregoriaansch. Zonder eeni ge pretentie zijn deze liederen, die ons uiterst geschikt voorkomen om in reli gie use kringen, in Katholieke vereenigin- gen en congregaties te worden uitgevoerd. Met zorg zijn de gewijde teksten gekozen en met zorg ±s de tekst behandeld. De stem voering is vloeiend en zonder gekunsteld heid, terwijl de intervallen geen moeilijk heden opleveren. Aan soortgelijke liede ren, die goed en welluidend klinken, ge zond en frisch aandoen en bovendien het „nihil obstat" verkregen hebben, bestaat behoefte. Van uit dit oogpunt bezien heeft het bundeltje zijn verdienste. Het is keu rig verzorgd uitgegeven bij de Paters Mont- fortanen aan de Dietsche Vest te Leuven. KOOPT BIJ HEN, DIE IN UW DAGBLAD ADVERTEEREKl Urr DE OMGEVING NOORD WIJKERHOÜT. ZILVEREN JUBILEUM RETRAITEHUIS „ST. CLEMENS". Bijeenkomst van retraiteclubs. Op initiatief van de Retraiteclub der afdeeling „Voorhout" van den Ned. R. K. Volksbond, is gisteren in het Parochiehuis een vergadering gehouden van besturen van diverse retraiteclubs uit de omgeving, zoowel van de Volksbond als vein andere organisaties. Aanwezig waren retraite club-bestuursleden uit Sassenheim, Hille- gom, Lisse, Warmond en Noordwijk, ter wijl van Noordwijkerhout bericht van ver hindering was binnengekomen. De heer C. Hoogervorst uit Voorhout presideerde deze bijeenkomst, waarbij hij tot uitdrukking liet komen het doel waartoe deze verga dering was bijeengeroepen, n.l. om te ko men tot oprichting van een huldigings comité. Dit huldigingscomité zal een twee ledige taak hebben te vervullen nJ. eener- zijds er voor zorg hebben te dragen, dat een behoorlijk bedrag wordt ingezameld, en anderzijds de noodige zorg besteden aan de keuze en de aanbieding van het ca deau, als blijk van waardeering voor het vele werk op het terrein van het Aposto laat der Retraite in Noordwijkerhout ge durende 25 jaren verricht. De geheele vergadering kon zich na eenige discussie volkomen met het door den voorzitter uiteengezette standpunt vereenigen, waarna wefd overgegaan tot de vorming van een definitief comité. In dit „Comité tot Huldiging van de Re traite-Paters van Sint Clemens" hebben zitting genomen, als voorzitter de heer J. Beik, uit Lisse; als secretaris de initiatief nemer, de heer C. Hoogervorst uit Voor hout, terwijl mevrouw van Haestregt geb. van Schaick uit Sassenheim de finan ciën van het comité te beheeren zal inrij gen. Als overige comitéleden werden toe gevoegd de heer en F. de Haas uit Noord- wijk en J. Sikking uit Warmond. Moge dit comité haar werken bekroond zien by de aanbieding van het huldeblijk, zooals zij zich dit hebben voorgesteld. WARMOND. De electriciteitdtarieven. ZooaLs wij reeds in het Raadsverslag heb- bjj medegedeeld, heeft de Raad besloten het bestaande electriciteits-contract met de Ste delijke Lichtfabrieken te Leiden te verlen gen met 3 jaar, waardoor dit contract af loopt in 1959, terwijl het gascontract is verlengt met 10 jaar en dus eveneens in 1959 afloopt. De gas- en electriciteitsvoor- ziening heeft den laatsten tijd heel wat stof op geworpen en B. en W. hebben gemeend te dezer zake een uitvoerig prae-advies te moeten uitbrengen. Aan dit prae-advies ontleenen wij het volgende: In samenstelling met de Commissie van Gas en Electriciteit hebben B. en W. ge tracht een verlaging van de bestaande ta rieven te verkrijgen, en hebben te dezer za ke diverse conferenties met de Directie der Lichtfabrieken plaats gevonden. B. en W. hebben naar aanleiding dezer besprekingen voorstellen aan de Directie gedaan, welke voorstellen bij genoemde Directie geen be zwaren opleverden. Op 15 December j.L werd echter van de Stedelijke Lichtfabrie ken een schrijven ontvangen waarin van de gedane voorstellen praktisch niets over bleef en van alles slechts alleen verlenging van het contract bleef bestaan, zonder dat hiertegen over ingrijpende tegemoetkomin gen van Leiden stonden. Dit schrijven, al dus het prae-advies, heeft bij ons College groote verwondering gewekt. Wij zijn van oordeel, dat, zooals de zaken thans staan, de kwestie van al of niet verlengen het eenige pand is, dat de Gemeente heeft om meer aan de tijdsomstandigheden passende tarieven te verkrijgen. Als tegenprestatie voor verlenging van het contract komt ook een meest begunstigings-clausule voor, op zich zelf lijkt dit inderdaad erg aantrekke lijk en zou dit ook zijn als dit aan onze Ge meente werd gegeven bij groote uitzonde ring. Dit wordt volgens de lichtfabrieken wel als zoodanig gegeven, maar ons is be kend, dat deze clausule ook in contracten met andere gemeenten is opgenomen en van dit standpunt bezien zou deze clausule voor de gemeente eerder nadeel dan voor deel opleveren. Ook is de gemeente Lei den bereid de kosten van electrische straat verlichting terug te brengen van 20 cent op 10 cent per K.W. Het is alleen maar jam mer, dat wij hier als straatverlichting „Gas" gebruiken, maar misschien is dit de Stede lijke Lichtfabrieken niet bekend. De door de lichtfabrieken voorgestelde verlaging van woonhuistarief van 6 op 5 cent geeft een totaal voordeel van ƒ262.per jaar. De lichtfabrieken verwachten echter, dat deze aangeslotenen dan meer zullen gaan gebruiken, hetgeen uit den aard der zaak dan meer in de weinig belaste uren zou zijn Deze verlaging komt echter alleen de groo- tere verbruikers ten goede, maar waar wjj met klem op aan gedrongen hebben, n.l. verlaging van het enkelvoudig tarief, omdat hierdoor de kleine verbruikers ontlast wor den, hierop wenschte de Directie niet in te gaan. Wij betreuren het ten zeerste, dat door de lichtfabrieken geen rekening ge houden wordt met den toestand zooals die op het oogenblik door de crisis is ontstaan en wy betreuren het dubbel, dat, gezien de geweldige bedrijfsresultaten, die de lichtfabrieken afwerpen, deze instelling geen tegemoetkoming aan de kleine ver bruikers wil geven. Wat wy nog hebben bereikt is alleen tot stand kunnen komen onder dwang van de contractverlenging en betreft alleen eenige gunstige bepalingen met betrekking tot uitbreiding van het plaatselijk net. Uit bovenstaande spreekt voldoende onze vrees, om tot verlenging over te gaan, om dat wij dan geer enkel ruilobject meer zul-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 7