VEILINGEN IN NEDERLAND
ZATERDAG 23 MAART 1935
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD. - PAG. 7
De Groep veilingsvereenigingen uit den
Nederl. Tuinbouwraad hield haar jaarver
gadering in 't Jaarbeursgebouw te Utrecht.
De belangstelling was buitengewoon. De
zaal liep zoo vol dat vele stoelen moesten
worden aangebracht.
De voorzitter, de heer Valstar, heette al
len welkom doch inzonder de gasten, de
heer Bonthuis, regeermgsafgevaardigde, de
heer v. d. Gryp van het U.C.B., de heer Lid,
van den Chr. Boeren- en Tuindersbond, en
de heer v. Kampen van den N.T3.
In zijn openingsrede heeft spr. enkele
tunibouwproblemen besproken.
De nog steeds verder afnemende export
heeft het effect van de teeltbeperking weer
voor een belangrijk gedeelte opgeheven.
Om die reden was het noodzakelijk de teelt
beperking, waar zulks mogelijk scheen, te
verscherpen. Het is een harde zaak, die al
leen gerechtvaardigd is door de zeer moei
lijke toestand, waarin de export van tuin
bouwproducten op dit oogenblik verkeert.
Een verdere kunstmatige beperking der
tuinibouwcultuur stuit op schier onover
komelijke moeilijkheden. Het kleinbedrijf
dat in den tuinbouw overheerscht zou bij
een nog verder doorgevoerde beperking in
zijn bestaansmogelijkheid worden aange
tast. Maar bovendien, het zou voorbarig
zijn nu reeds vast te stellen dat de tuin
bouw in de toekomst geen export-mogelijk
heid meer zou hebben.
Alleen export van goede pro
ducten.
Het kan niet langer worden toegestaan,
dat minderwaardige producten nog worden
geëxporteerd. Van de Landbouwcrisiswet,
die daartoe gelegenheid biedt, zal gebruik
moeten worden gemaakt om te zorgen dat
alleen met een behoorlijk en voor export
geschikt product de nog beschikbare plaats
op de wereldmarkt zal worden ingenomen.
Voor de toekomst zal het noodig zijn dat
de landbouwuitvoerwet voor alle tuinibouw-
artikelen in werking wordt gesteld. De tijd
van proefnemingen, met propaganda voor
bepaalde eischen, die bij export aan het
product moeten worden gesteld, is voorbij.
Het heeft geen zin om de geringe kansen
die er nog zijn overgebleven voor uitvoer,
op dit oogenblik te verspelen, en met het
exporteeren van een product dat geen recla
me is voor den Ned. tuinbouw. Wij kunnen'
de Regeering dankbaar zijn voor den steun
die aan den tuinbouw wordt verleend, ook
in dezen vorm.
In het bijzonder mogen wij dankbaar zijn
voor de verhooging van den financieelen
steun aan den tuinbouw Wij zijn dankbaar,
maar niet voldaan. Voor de Regeer ing
geldt echter de vraag wat mogelijk is. Voor
de instandhouding van den Land- en Tuin
bouw, heeft de Regeering veel gedaan. Dit
springt vooral in het oog als we om ons
heen zien, en letten op den economischen
nood welke in schier alle takken van ons
volksbestaan heerscht. Ook ten aanzien
van den steun aan den tuinbouw zullen we
ons zeiven moeten durven realiseeren, dat
het bij den verderen teruggang die geko
men is, voor de Regeering steeds moeilijker
zal zijn, de financieele bezwaren, waarmede
de tuinbouw te kampen heeft, in den vorm
van geldelijken steun, geheel af te wen
den.
Het Landbouwcrisisfonds is niet toerei
kend, om de bestaansmogelijkheid van den
land- en tuinbouw volledig te garandeeren.
De verhooging van steun aan den tuinbouw
t.o.v. verlaging van steun voor onderschei-
Tuinbouw-problemen
uitvoerig besproken
dene akkerbouwbedrijven is het bewijs dat
de Regeering in het raam der mogelijkheid,
die het landbouwcrisisfonds biedt, bereid
is beschikbare middelen naar rechtvaardig
heid te verdoelen.
We loopen nu nog in een badpak.
Over de belasting van den consument
merkte spr. op, dat bij herhaling dit een
ernstig punt van overweging heeft uitge
maakt. Sommigen meenen, dat dit wel kan
en voor den tuinbouw daarom wenschelijk
moet worden geacht, omdat de verhooging
van den prijs van groente in eigen land wel
enkele millioenen voordeel zal brengen.
Dit is om van te watertanden! De billijk
heid van zoo'n regeling kan door niemand
worden ontkend. Waarom zou men voor
groenten een andere regeling doen gelden,
dan voor brood, boter, spek, melk, aardap
pelen en andere consumptieartikelen-die het
publiek ook behoorlijk moet betalen. Hier
in zit echter niet de moeilijkheid. Zelfs de
consument kan daartegen niets redelijks in
brengen. Maar, er zijn andere bezwaren.
Voor zoover het producten betreft die in
hoofdzaak worden geëxporteerd, kan niets
worden bereikt met verhooging van den
prijs voor het binnenland, omdat dit geen
rol speelt voor de gemiddelde opbrengst van
het product.
Het zijn maar weinig producten waar
mede men een proef zou kunnen nemen,
nJ. die geheel voor de binnenlandsche
markt worden geteeld, doch de uitvoering
zou op schier onoverkomelijke moeilijk
heden stuiten.
Een ernstig onderzoek naar de mogelijk
heden die er in deze richting zouden kun
nen zijn, heeft nog niet aangetoond, dat
hier iets van beteekenis zou zijn te berei
ken. Of er mogelijkheden zijn, kan spr. niet
zien. Het blijft intusschen noodig, dat we
onze aandacht ook op dit vraagstuk geves
tigd houden.
Op één gevaar bij deze kwestie wil spr.
nog wijzen. Indien de stappen, welke men
meent op dit pad te moeten zetten, verder
gaan dan een technische herziening van be
paalde aan de veilingen te stellen minimum
prijzen, dan zal het in ieder geval noodza
kelijk zijn, afgezien van de reeds genoemde
technische moeilijkheden, die zouden moe
ten worden opgelost, een ontzaggelijk ad
ministratief- en controle-apparaat in het
leven te roepen, wat voor de uitvoering in
geen geval gemist zal kunnen worden. Dit
zou, indien niet geheel, dan toch voor een
belangrijk gedeelte de voordeelen die men
er van meent te kunnen verwachten, op
teren.
Men klaagt nu reeds en niet geheel ten
over het toenemen van een steeds groeiend
ambtelijk apparaat, dat de bewegingsvrij
heid in het tuinbouwbedrijf belemmert.
Daaraan is echter niet te ontkomen, indien
er dwingende maatregelen moeten worden
genomen.
Een poging om een kunstmatige prijs
voor onze groenten te stellen, welke dan
zou worden opgevoerd tot een kostprijs be
naderend niveau, zou het noodzakelijk ma
ken, dat ons geheele bedrijf in een ambte
lijk keurslijf werfd geperst, waarbij alles
wat tot nog toe is geweest nog maar kin
derspel is. In vergelijking met het harnas,
waarin ons bedrijf dan zou moeten worden
gestoken, loopen wij nu nog in ons bad
pak.
De heer Valstar wekte tenslotte op tot
eenheid in den tuinbouw.
BINNENLAND
Dc corporatieve daad.
„Praat niet te veel over de corporatieve
staat; stel uw corporatieve daad door u als
één man aan te sluiten bij de principieele
vakorganisatie!"
Zoo klonk het op het Buitengewoon De
monstratief Congres, dat de katholieke
middenstandsbeweging in het voorjaar van
1934 in de Residentie organiseerde.
In de lijn van de onveripoeide actie, die
de katholieke middenstand sindsdien voert
om te komen tot saneering, tot ordening en
bescherming van het middenstandsbedrijf
past volkomen de bijzondere activiteit
welke momenteel in de katholieke midden-
standsvereenigen wordt ontwikkeld om de
vlag der principieele patroonsvakorgani
satie steviger te planten.
Ziende blind zou men geneigd zyn den
katholieken middenstander te noemen, die
in dezen tijd nog niet heeft opgemerkt, dat
zijn belang en zijn plicht tegelijk hem naar
de katholieke vakorganisatie heenwijst.
Maar gelukig is voor dit soort blind
heid genezing mogelijk!
De Nederlandsche Katholieke Midden
standsbond en zijn samenstellende deelen
laten het in deze dagen aan voorlichting
niet ontbreken..
Verscheen verleden week de Midden
standskrant als een speciaal propaganda
nummer, Zondag stelt weer de K. R. O.
zijn microfoon beschikbaar om in de vorm
van een pittig hoorspelletje de sociale ge
dachte tot de katholieke middenstand te
laten spreken.
Speciaal de versterking der principieele
vakorganisatie is thans het wachtwoord
voor onze middenstand. De stevige samen
hang in onze sociale organisatie draagt
zorg. dat daardoor automatisch ook het
standsverband in kracht toeneemt.
De cijfers wijzen uit, dat de principieele
vakorganisatie tot dusver veel minder dan
de standsorganisatie, en veel minder dan
noodig en mogelijk zou zijn, wortel heeft
geschoten in de middenstand, vooral in
de branches van de winkeliers.
Dit is een ernstige leemte!
Een leemte, waarvan de middenstand
zelf ook economisch, de nadeelige gevol
gen ondervindt.
Het is de hoogste tijd om die leemte te
verhelpen.
En in economisch, èn in maatschappen
lijk èn in geestelijk opzicht is die aanvul
ling voor onze katholieke middenstand een
dringende eisch.
Wat zal er van ordening en bescherming
van het middenstandsbedrijf terecht kun
nen komen, als de middenstand en voor
al de winkeliersstand niet zelf
branchegewijs in zijn vakorganisatie de
handen aan de ploeg heeft?
Hoe zal de middenstand en al weer
speciaal de winkeliersstand kunnen pro-
fiteeren van de onmiskenbare ontwikke
ling, die onze wetgeving vertoont in or-
ganisch-corporatieve richting; hoe zal hij
kunnen profiteeren van de mogelijkheden
tot bedrijfsordening, welke daarin zijn ge
legen, als de middenstander nog niet eens
in de vakorganisatie zijn collega's-bedrijfs-
genooten heeft gevonden?
Hoe zal de katholieke middenstand zijn
levende katholiciteit bewaren, hoe zal hij
stand houden in de stormen van het mo
derne heidendom, als hij in de organisatie,
die het nauwste met zijn vitale belangen
te maken heeft, als hij in de vakorganisatie
zijn katholieke beginselen vergeet en een
„neutraaT'-liberaal vaandel volgt?
En hoe zal de katholieke middenstand te
genover het vlammen anti-individualisch
en anti-kapitalistisch maanwoord, dat de
Kerk tot de moderne menschheid heeft ge
sproken, hoe zal hij tegenover „Quadrage-
simo Anno" zijn plicht verstaan en zijn
roeping kunnen volgen, als hij niet in zijn
eigen katholieke principieele patroonsvak
organisatie de wording der bedrijfsschap-
pen helpt voorbereiden en bevorderen?
Inderdaad: „Ziende blind" moet het von
nis zijn voor den katholieken middenstan
der, die in deze tijden buiten zijn katho
lieke vakorganisatie blijft.
Een vonnis, waarvan hij zelf de onheil
volle gevolgen zal moeten dragen!
Wij Nederlanders hebben gelukkig de
gelegenheid om ieder voor ons invloed te
oefenen op het maatschappelijk en staat
kundig bestel en bij te dragen tot de bouw
der toekomst.
Wy, Katholieke Nederlanders, hébben
gelukkig de gelegenheid om te bevorde
ren, zooveel als in ons vermogen ligt, dat
aan die bouw het stempel van onze levens-
en maatschappijbeschouwing wordt opge
drukt.
De katholieke middenstander, die zijn
tijd begrijpt,
die bouwen wil aan een toekomst, waar
in ook de middenstand zijn plaats zal heb
ben,
die de corporatieve ontwikkeling van be
drijfsleven, maatschappij en staat zoo
krachtig mogelijk wil bevorderen,
die stelle zijn corporatieve daad door de
rijen der katholieke vakorganisatie met zijn
persoon te versterken!
PROFESSOR DR. OTTO LANZ
OVERLEDEN.
Beroemd chirurg.
Gisteravond is te Amsterdam plotseling
overleden Professor Dr. Otto Lanz, hoog
leeraar in de heelkunde aan de Gemeente-
Universiteit te Amsterdam. Hij bereikte
den leeftijd van 69 jaar. Gisteren heeft hij
nog op gewone wijze zijn werkzaamheden
in de Boerhaave-Kliniek verricht. De
hoogleeraar overleed te zijnen huize.
Sinds de oprichtng in 1909 is Professor
Lanz als chirurg aan de Boerhaave-Kli
niek verbonden geweest, in welke functie
hij groote vermaardheid tot ver over de
grenzen heeft verworven.
Otto Lanz is Zwitser van geboorte. Hij
aanschouwde den 14den October 1865 te
Steffisberg in het kanton Bern het levens
licht. Zijn vader oefende daar de dokters
praktijk uit. Toen de jonge Otto de lagere
school achter den ryg had werd besloten,
dat hij eveneens voor geneesheer zou gaan
studeeren. Eerst bezocht hij het Gymna
sium te Bern, waarna hij met zijn medi
sche studie begon. Hij studeerde achter
eenvolgens aan de universiteiten te Ge-
nève, Bern, Bazel, Leipzig en München en
promoveerde in 1889 tot medicinae doctor.
In 1888 was hij assistent bij Lichtheim te
Bern en van 18901892 bij Kocher. Gedu
rende 1893 maakte hij een studiereis naar
Berlijn, Napels en Londen en het volgen
de jaar vestigde hy zich te Bern als prac-
tiseerend geneesheer en docent in de heel
kunde aan de Universiteit aldaar. De Uni
versiteit van Keulen verleende hem den
titel honoris causa. Te Bern stichtte dr.
Lanz de Roode Kruis-Kliniek Lindenhof,
waarvan hij drecteur werd.
In 1902 werd hy geroepen tot de ver
vulling van den leerstoel in de heelkunde
aan de Gemeente Universiteit te Amster
dam en den 19en Februari van dat jaar
aanvaardde hij het hoogleeraarsambt met
een redevoering, getiteld: „Die preventive
Chirurgie". Hij wijdde zich aan de studie
van verschillende chirurgische onderwer
pen als: de leer der gezwellen, de Base-
dowsche ziekten en wondbehandeling enz.
Hij heeft zich vooral bekend gemaakt door
zijn onderzoekingen over de „Appendici
tis" (blinde-darm-ontsteking) en de ope
ratieve behandeling daarvan. Een groot
gedeelte zijner wetenschappelijke ge
schriften zijn verspreid in verschillende,
meest buitenlandsche, periodieken. Afzon
derlijk gaf hij o.a. in druk: ,Die Kehlop-
fextirpationen an der Chirurgischen Klinik
in Bern" (1892), „Zu der Schilddrüsen-
frage" (1894), „Die prëventive Chirurgie"
(1902), „Die pathologisch Anatomische
Grundlage'n der Appendicitis" (1903), „Het
streven naar volmaakte asepsis" (1904),
,.De indicatie der operatieve behandeling
der appendicitis" (met B. J. Kouwer en
A. L. Sitsen, 1907).
Prof. Lanz wijdde zich naast zijn weten-
schappelijken arbeid aan de kunst en ook
aan de sport. Hij was een der bekendste
kunstverzamelaars hier te lande, vooral op
het gebied van schilderijen en oude meu
belen, waarvan hij kostbare collecties be
zat. Hij was een groot bewonderaar van
het tooneel, dat in hem een warm vriend
verliest. Als Alpinist, aan welke sport hij
als Zwitser zijn hart ophaalde, deed hij
eveneens van zich spreken.
Onder zijn patiënten was hij zeer ge
zien, men kan wel zeggen bemind, om de
hartelijke toewijding, waarmede hij zijn
taak vervulde. De studenten verliezen in
hem een leermeester, die slechts moeilijk
zal zijn te vervangen.
NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN.
Geschatte ontvangsten eerste twee maanden
ƒ15.6 (v.j. 18.1) millioen.
De geschatte ontvangsten der Nederland-
sche Spoorwegen (incl. die der geëxploi
teerde spoor- en tramwegen) hebben in
Februari 7.073.400 bedragen tegen
8.586.000 in JanuarL-
Gespecificeerd waren de ontvangsten:
reizigers ƒ3,501.000 (v. m. 4,387,400), ba
gage 45.100 (v. m. 52.900), brief- en pak-
ketpost 230.000 (als v. m.), goederen
ƒ3.113.900 (vjn. 3,364.000), levende dieren
en lijken ƒ60.000 (v.m. 86.200), en diver
sen ƒ123.400 (v. m. 465.500).
De totale ontvangsten van 1 Januari af
beliepen ƒ15.659.400 (v. j. 18.151,258). Het
gemiddeld aantal kilometers in exploitatie
van 1 Januari af was 3555 (v. j. 3629), dus
ontvangst der dagkilometer ƒ74.67 (v. j.
84.78).
ARCHITECTENWET.
Naar de „Telegraaf" verneemt, zal de
nieuwe Architectenwet, welke minister
Marchant in de Eerste Kamer heeft aan
gekondigd en die weldra ingediend zal
worden, den titel van architect beschermen
door de instelling van een Architecten-
raad. Deze. zal beoordeelen, welke archi
tect als zoodanig wordt erkend en in een
register ingeschreven.
DE TWEEDE STATENDAM.
Wordt in Nederland gebouwd.
Met 8 millioen uit het Werkfonds
medewerking van de gemeente Rotterdam.
Het is thans wel zeker, dat de Holland-
Amerika Lijn haar tweede Statendam zal
krijgen en dat dit schip in Nederland zal
worden gebouwd. Er is namelijk tot op
enkele kleinigheden na overeenstemming
bereikt tusschen de regeering en de ree-
dery over de beschikbaarstelling van on
geveer 8 millioen uit het Werkfonds voor
den bouw van dit schip op Nederlandsche
werven.
Dit groote werk zal namelijk niet aan
één werf worden gegund, doch over ver
schillende werven worden verdeeld. Wij
hoorden reeds een verdeeling als volgt:
RotterdamSchiedam zal waarschijnlijk
de romp te bouwen krijgen, een andere
Rotterdamsche werf zou opdracht krijgen
voor den neus, bij een Vlissingsche fabriek
zouden de machines en bij een Twentsche
de motoren worden besteld.
Al is over het principe thans wel beslist,
volledig in kannen en kruiken is het plan
nog niet. Zoo staat de regeering nog voor
de vraag of ook een Amsterdamsche werf
een deel van dit werk toegewezen zou
krijgen.
Naar ons ter oore komt, zal ook de ge
meente Rotterdam bij dit plan haar mede
werking verleenen. Binnenkort zullen, nu
de beslissing van de regeering zal vast
staat, den raad daaromtrent voorstellen
bereiken. „N. R. Crt."
„ISMAëL TREKT OP V
Binnen tien dagen 100.000 exemplaren
verspreid.
Hoe groot de belangstelling voor de
verkiezingsvlugschriften van de R. K.
Staatspartij is, moge blijken uit het feit,
dat binnen tien dagen 180.000 exemplaren
werden verspreid. Alleen van de brochure
„Ismaël trekt op!" waarvan thans de
derde druk ter perse is werden reeds
100.000 exemplaren geplaatst.
DE OPMARSCH.
Verschenen is het eerste nummer van de
Verkiezings-Opmarsch, welke in een totaal
oplage van 1.250.000 exemplaren, in elf ver-
sohillende edities, over Nederland verspreid
wordt.
Deze vier nummers van onze Verkie
zings-Opmarsch schenken ons een mooie
gelegenheid niet alleen om met het pro
pagandablad kennis te maken, maar boven
dien om zich daarop, juist nu te abonneeren.
Het is duidelijk, dat een oplage als boven
vermeld een eenige en niet terugkeerende
kans biedt om het abonnementental zoo
uit te breiden, dat terstond na deze verkie
zingen met het periodiek verschijnen kan
worden aangevangen. Het adres van de Ad
ministratie van „De Opmarsch" is: Maurits-
kade 25, Den Haag.
In den namiddag zal er vandaag in L e i -
den met de Opmarsch, enz. worden gecol
porteerd door propagandisten van „Dr.
Schaepman".
Koningin nog niet naar Heemstede.
H. M. de Koningin zal Maandag a.s. niet
het voorgenomen bezoek aan de bloemen
tentoonstelling „Flora" te Heemstede bren
gen.
Dit bezoek zal op een nader te bepalen
datum geschieden.
Directie Staatsmijnen.
Op verzoek eervol ontslag verleend per
1 April a.s. aan dr. J. C. F. Bunge te Heer
len, als directeur van de Staatsmijnen in
Limburg, met dankbetuiging voor de door
hem als zoodanig aan den lande bewezen
langdurige en belangrijke diensten.
VAN M'N BOEKENTAFEL
Zes Latijnsche Lofgezangen voor 2
of drie gelijke stemmen met orgel
of harmonium door Henri Cle
mens S.M.M.
Ter bespreking ligt voor ons „zes motet
ten" van den Vlaming Henri Clemens.
Wat d<e Vlamingen bezitten is eerbied en
belangstelling voor de oorspronkelijke toon
kunst. Eenvoudige bevattelijke liederen.
Wij zouden haast zeggen muziek voor
iedereen zijn het die Pater Henri Cle
mens schreef, gebaseerd op den liturgischen
volkszang, het Gregoriaansch. Zonder eeni
ge pretentie zijn deze liederen, die ons
uiterst geschikt voorkomen om in reli
gie use kringen, in Katholieke vereenigin-
gen en congregaties te worden uitgevoerd.
Met zorg zijn de gewijde teksten gekozen en
met zorg ±s de tekst behandeld. De stem
voering is vloeiend en zonder gekunsteld
heid, terwijl de intervallen geen moeilijk
heden opleveren. Aan soortgelijke liede
ren, die goed en welluidend klinken, ge
zond en frisch aandoen en bovendien het
„nihil obstat" verkregen hebben, bestaat
behoefte. Van uit dit oogpunt bezien heeft
het bundeltje zijn verdienste. Het is keu
rig verzorgd uitgegeven bij de Paters Mont-
fortanen aan de Dietsche Vest te Leuven.
KOOPT BIJ HEN,
DIE IN UW DAGBLAD
ADVERTEEREKl
Urr DE OMGEVING
NOORD WIJKERHOÜT.
ZILVEREN JUBILEUM RETRAITEHUIS
„ST. CLEMENS".
Bijeenkomst van retraiteclubs.
Op initiatief van de Retraiteclub der
afdeeling „Voorhout" van den Ned. R. K.
Volksbond, is gisteren in het Parochiehuis
een vergadering gehouden van besturen
van diverse retraiteclubs uit de omgeving,
zoowel van de Volksbond als vein andere
organisaties. Aanwezig waren retraite
club-bestuursleden uit Sassenheim, Hille-
gom, Lisse, Warmond en Noordwijk, ter
wijl van Noordwijkerhout bericht van ver
hindering was binnengekomen. De heer C.
Hoogervorst uit Voorhout presideerde deze
bijeenkomst, waarbij hij tot uitdrukking
liet komen het doel waartoe deze verga
dering was bijeengeroepen, n.l. om te ko
men tot oprichting van een huldigings
comité. Dit huldigingscomité zal een twee
ledige taak hebben te vervullen nJ. eener-
zijds er voor zorg hebben te dragen, dat
een behoorlijk bedrag wordt ingezameld,
en anderzijds de noodige zorg besteden aan
de keuze en de aanbieding van het ca
deau, als blijk van waardeering voor het
vele werk op het terrein van het Aposto
laat der Retraite in Noordwijkerhout ge
durende 25 jaren verricht.
De geheele vergadering kon zich na
eenige discussie volkomen met het door
den voorzitter uiteengezette standpunt
vereenigen, waarna wefd overgegaan tot
de vorming van een definitief comité.
In dit „Comité tot Huldiging van de Re
traite-Paters van Sint Clemens" hebben
zitting genomen, als voorzitter de heer J.
Beik, uit Lisse; als secretaris de initiatief
nemer, de heer C. Hoogervorst uit Voor
hout, terwijl mevrouw van Haestregt
geb. van Schaick uit Sassenheim de finan
ciën van het comité te beheeren zal inrij
gen. Als overige comitéleden werden toe
gevoegd de heer en F. de Haas uit Noord-
wijk en J. Sikking uit Warmond.
Moge dit comité haar werken bekroond
zien by de aanbieding van het huldeblijk,
zooals zij zich dit hebben voorgesteld.
WARMOND.
De electriciteitdtarieven.
ZooaLs wij reeds in het Raadsverslag heb-
bjj medegedeeld, heeft de Raad besloten het
bestaande electriciteits-contract met de Ste
delijke Lichtfabrieken te Leiden te verlen
gen met 3 jaar, waardoor dit contract af
loopt in 1959, terwijl het gascontract is
verlengt met 10 jaar en dus eveneens in
1959 afloopt. De gas- en electriciteitsvoor-
ziening heeft den laatsten tijd heel wat stof
op geworpen en B. en W. hebben gemeend
te dezer zake een uitvoerig prae-advies te
moeten uitbrengen. Aan dit prae-advies
ontleenen wij het volgende:
In samenstelling met de Commissie van
Gas en Electriciteit hebben B. en W. ge
tracht een verlaging van de bestaande ta
rieven te verkrijgen, en hebben te dezer za
ke diverse conferenties met de Directie der
Lichtfabrieken plaats gevonden. B. en W.
hebben naar aanleiding dezer besprekingen
voorstellen aan de Directie gedaan, welke
voorstellen bij genoemde Directie geen be
zwaren opleverden. Op 15 December j.L
werd echter van de Stedelijke Lichtfabrie
ken een schrijven ontvangen waarin van de
gedane voorstellen praktisch niets over
bleef en van alles slechts alleen verlenging
van het contract bleef bestaan, zonder dat
hiertegen over ingrijpende tegemoetkomin
gen van Leiden stonden. Dit schrijven, al
dus het prae-advies, heeft bij ons College
groote verwondering gewekt. Wij zijn van
oordeel, dat, zooals de zaken thans staan,
de kwestie van al of niet verlengen het
eenige pand is, dat de Gemeente heeft om
meer aan de tijdsomstandigheden passende
tarieven te verkrijgen. Als tegenprestatie
voor verlenging van het contract komt ook
een meest begunstigings-clausule voor, op
zich zelf lijkt dit inderdaad erg aantrekke
lijk en zou dit ook zijn als dit aan onze Ge
meente werd gegeven bij groote uitzonde
ring. Dit wordt volgens de lichtfabrieken
wel als zoodanig gegeven, maar ons is be
kend, dat deze clausule ook in contracten
met andere gemeenten is opgenomen en
van dit standpunt bezien zou deze clausule
voor de gemeente eerder nadeel dan voor
deel opleveren. Ook is de gemeente Lei
den bereid de kosten van electrische straat
verlichting terug te brengen van 20 cent op
10 cent per K.W. Het is alleen maar jam
mer, dat wij hier als straatverlichting „Gas"
gebruiken, maar misschien is dit de Stede
lijke Lichtfabrieken niet bekend. De door
de lichtfabrieken voorgestelde verlaging
van woonhuistarief van 6 op 5 cent geeft
een totaal voordeel van ƒ262.per jaar.
De lichtfabrieken verwachten echter, dat
deze aangeslotenen dan meer zullen gaan
gebruiken, hetgeen uit den aard der zaak
dan meer in de weinig belaste uren zou zijn
Deze verlaging komt echter alleen de groo-
tere verbruikers ten goede, maar waar wjj
met klem op aan gedrongen hebben, n.l.
verlaging van het enkelvoudig tarief, omdat
hierdoor de kleine verbruikers ontlast wor
den, hierop wenschte de Directie niet in te
gaan. Wij betreuren het ten zeerste, dat
door de lichtfabrieken geen rekening ge
houden wordt met den toestand zooals die
op het oogenblik door de crisis is ontstaan
en wy betreuren het dubbel, dat, gezien
de geweldige bedrijfsresultaten, die de
lichtfabrieken afwerpen, deze instelling
geen tegemoetkoming aan de kleine ver
bruikers wil geven. Wat wy nog hebben
bereikt is alleen tot stand kunnen komen
onder dwang van de contractverlenging en
betreft alleen eenige gunstige bepalingen
met betrekking tot uitbreiding van het
plaatselijk net.
Uit bovenstaande spreekt voldoende onze
vrees, om tot verlenging over te gaan, om
dat wij dan geer enkel ruilobject meer zul-