PROBATUM VROOM EN DREESMANN VLOERBEDEKKING DE SCHOONMAAKWEEK WOENSDAG 20 MAART 1935 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 ALS SPECIALE RECLAME TIJDENS 183 cM. BREED PER EL. .24' 200 cM. BREED PER EL.29' ABUSIEVELIJK WERD DIT IN ONS „SCHOONMAAK"BLAD PER METER GEANNONCEERD LEIDEN BAROMETER. naar waarnemingen verricht ia den morgen van 20 Maart 1935, medegedeeld door het Kon. Ned. Met. Inst. te De Bilt. Hoogste barometerst.: 769.8 te Warschau. Laagste barometerst.: 744.3 te Thorshavn. Verwachting tot den avond van 21 Maart: Zwakke tot matige Zuidelijke tot Zuid- Westelijke wind, toe nemende bewolking, weinig of geen regen weinig verandering in temperatuur. Het Zuidelijke gebied van hoogen lucht druk vertoont een beweging naar het Oos ten, dat in de Poolzee en Groenland blijft stationair. Een gedeelte van de stationaire Oceaan-depressie trekt naar het Noord- Oosten tusschen IJsland en Schotland door en verbreekt de verbinding van de beide gebieden van hoogen luchtdruk. De depres sie breidt zich nog steeds ver naar het Zui den uit en heeft nog een uitlooper voor de kust van Portugal. Alleen langs den weg van de secundaire over de Noorsche Zee viel neerslag. Op het vasteland is het over al mooi lenteweer, in Duitschland echter nog met morgenmist. Blijkens de vliegtuig- waarnemingen is de atmospheer echter zo- mersch warm en droog en wordt de tempe ratuur van het vriespunt eerst boven 3000 meter hoogte gevonden. De vorst nam in Scandinavië af, doch bleef in het binnenland van Zweden nog streng. Het is te verwachten, dat de de- pressie-invloed in het Noorden zich in het eerste etmaal nog niet tot in de kustlanden der Noord- en Oostzee zal doen gevoelen en dat het weer nog aangenaam lenteachtig zal blijven. LUCHTTEMPERATUUR. 12.6 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS e*. Van Woensdagnamiddag 6.41 uur tot Donderdagmorgen 5.33 uur. HOOG WATER. Te Katwijk: op Donderdag 21 Maart wun. 3.30 uur en nam. 3.43 uur. Het gezongen Passie verhaal tot en met Joh. Seb. Bach. VOORDRACHT PROF. DR. SMIJERS. Op uitnoodiging van het Muziekdispuut der R.-K. S. V. „Sanctus Augustinus" al hier hield prof. dr. A. Smijers, hooglee raar in de Muziekwetenschap te Utrecht, een voordracht over: „De Passie tot en met Joh. Seb. Bach". Het is een mooie gelegenheid, aldus prof. Smijers, nu we in den vastentijd zijn en weldra weer verschillende passieuitvoerin gen zullen hooren, eens na te gaan hoe zich uit de Gregoriaansche passie de grootsche meerstemmige passie ontwikkeld heeft, zoo als J. S. Bach die schreef. De Katholieke Kerk kent in de Goede Week vier passieverhalen, n.L van Mat theus, Lucas, Marcus en Johannes, waar van die van Mattheus en Johannes de be langrijkste zijn, en ook waarschijnlijk daarom het meest gecomponeerd. De allereerste uitvoeringspractijken der passie zijn ons onbekend. Wel spreekt reeds Augustinus over een „solemniter le gere", een op plechtigen toon voorlezen van de passie. We weten echter niet, hoe dit precies gebeurde. In de 13e eeuw on- scheiden we bij het passie-lezen drie voor drachtswij zen: de verhalende toon van het verhalende deel, de ernstige toon van Chris tus woorden, de hooge stem der turba. Deze drie werden echter alle door één priester gezongen. Men verkeert nog in de onzekerheid, wanneer deze passie voor het eerst door drie personen gezongen werd. Peter Wagner spreekt in zijn: „Einfüh- ring in die Gregorianischen Melodieën" en Bannister in zijn „Paleografia" over een in de Vaticana gevonden driestemmige pas sie; dit is echter een vergissing en geen driestemmige passie, doch een gedeelte van het Evangelie van Mattheus. Ludwig, de groote kenner van de Mid- deleeuwsche muziek, zegt, nog nooit een driestemmige passie uit dien tijd te heb ben gezien. Zeker in de 15e of 16e eeuw echter werd de passie meerstemmig gezongen, omdat dit echter niet alleen gemakkelijker voor de uitvoerenden was. maar ook meer af wisseling bood, terwijl de turba ertusschen vaak meerstemmig waren,, zooals b.v. in het- „Non in die festo". We beschouwen nu eenige passiones uit de 16e eeuw: De muzikale medewerker van Luther, Johannes Walter, schreef in 1545 (niet in 1530, zooals men eerst aannam) zijn Mattheus passie. Hiervan is de inleiding meerstemming, de melodieën zijn in groo te lijn Gregoriaansch, met slechts hier en daar een wijziging; de turbae zijn meer voudig maar hoog eenvoudig gehouden, b.v. zingend opf c f a en sluitend op c e g; de tekst is Duitsch. Op dezelfde wijze componeerde Walter in plm. 1545 ook een Johannes passie. Ver melding verdient voorts nog een passie van Scandellus, waarna wij de eerste mo tet-passie aanheffen, en wel een werk, dat men tot voor kort een Mattheus-passie noemde, en aan Obrecht toeschreef. Het is echter nóch een Mattheus-passie, nóch van Obrecht, maar een passie, gecomponeerd op een gecombineerden tekst uit alle vier de Evangeliën en wel met het doel, de Zeven Kruiswoorden, die over Marcus, Mattheus, Lucas en Johannes verdeeld zijn, er in te betrekken. Hoewel het werk gebruik maakt van Gregoriaansche melo dieën, is het geheel meerstemmig, terwijl de melodie te beginnen bij de tenor, over de verschillende stemmen verdeeld is, en als volgt loopt: tenorbastenoralt bas etc. Al met al is het, juist wegens zijn meerstemmigen bouw op de Gregoriaan sche melodie, een zeer knap werk. Men diene het eens te hooren door het Haar- lemsch Madrigaal-koor onder Sam Dres den! Vanaf 1538 hebben allen (zelfs menschen als prof. Wolf) deze passie aangezien als een werk van een anonymus of van Obrecht. Nu blijkt echter, dat er te Flo rence en te Rome een handschrift is ge vonden uit 1507, op naam resp. van Longa- val (die aan het hof van Lodewijk XH was) en van A la Venture. De mogelijkheid is in het geheel niet uitgesloten, dat beide na men dezelfde zijn (via: Ongeval mésa- venture a la Venture) en dat die ook dit werk, naast reeds zoovele anderen, b.v. motetten, aan het oeuvre van Obrecht zal moeten worden ontnomen, en dat men deze eerste motet-passie klassificeert in de om geving van Josquin. Beide tot nu toe ge noemde soorten passies, n.L de Gregoriaan sche met turbae en de motet-passie, heb ben in de 16e eeuw vele navolgers ge vonden, b.v. Cyprianus de Rore. De katholieke passie bleef ook in de 17e eeuw dezelfde en de ontwikkeling in vorm moeten we dan ook zoeken bij de protes- tantsche passie. Van Schulze kennen we een in 1653 De- litsch uitgegeven Lucas-passie: „das bit tere Leiden und Sterben unseres Hernn"; dat hij juist de Lucas-passie componeert, verklaart hij aldus: „De diaken legde toen juist de Lucas-passie uit. Daarom koos ik dit werk, want: er is nog nooit een Lu cas-passie gecomponeerd". Het is een werk met meerstemmige koren, met: dat is wat nieuws! begeleiding van orgeL De Grego riaansche melodieën zijn er nog wel in terug te kennen. Uit het voorgaande blijkt wel duidelijk, dat de Lucas-passie van Heinrich Schütz na 1653 moet zijn geschreven, daar Schul ze een vereerder van Schütz was en, ten behoeve van zijn Kerk alle werken van Schütz had aangeschaft en er dus, toen hij zijn bovenvermelde verklaring gaf, er nog geen Lucas-passie van Schütz bij gevonden had. Heinrich Schütz (15851672), die een der grootste figuren uit de 17e eeuw is, schreef drie passies: de Lucas-passie na 1653, zoo als wij zagen, de Mattheus-passie in 1666,, terwijl de Johannes-passie 10 April 1665 gedateerd is. Het Gregoriaansch is in zijn werk geheel niet meer, noch in tenor, noch in bas, aanwezig, terwijl het werk ook niet begeleid was. De uitgave er van door Li- liënkron, met begeleiding erbij gecompo neerd, is dus fout. Inplaats van het fcf, de lyrische toon, bij de Gregoriaansche passie met turbae, treffen we hier den ge- transponeerden dorischen toon aan. Dat we reeds midden in den opera-tijd zitten, merken we uit het vele dramatische, en de felle schilderingen, die er in voorko men, die zich b.v. voordoen in den vorm van herhalingen, als: der, der ist es! het geen in felle tegenstelling met de Grego riaansche passie is. Ook worden bij Schütz de mogelijkheids grenzen verbreed, o.a. door toevoeging van sopranen. Omstreeks 1663 schreef Joh. Sebastiani zijn passie nach Mattheo (in 1672 te Kö- nigsberg gedrukt), für 5 singende, 6 spie lende stimmen, und einem basse continuo. Hoewel hij nog meerdere instrumenten bij de bezetting aangeeft, is dit toch de hoofd zaak, maar: „Wenn nur das Fundament gut besetzt sei!" (we zijn hier middenin het general bass Zeialter). Dat de vormontwikkeling steeds verder gaat zien we bij deze passie van Sebastiani o-a. uit: de instrumentale inleiding, wat iets geheel nieuw is en uit de toevoeging van choralen, die weliswaar ook vroeger wel eens in een passie voorkwamen,'maar dan in dien vorm, dat ze door de geheele gemeente gezongen werden, b.v.: O Mensch, bewein dein Sündegrosz", maar niet di rect voorgeschreven waren. De ontwikkeling gaat gestadig voort: Johann Theile geeft in zijn passie, die hij in 1575 schreef (vijf jaren dus voor de eerste opera in Hamburg) nauwkeurige voorschriften aangaande dynamische scha keeringen (p, pp, f, etc.). Voor het eerst worden in deze passie 'ook aria's opgeno men. Voorts geeft hij aanwijzingen, hoe het werk ook zonder begeleiding uitgevoerd kan worden. (Men dcnke hier aan een ana loog geval in de R.-K. kerk, n.l. het orgel- verbod in den vastentijd). De tijd, die er ligt tusschen Johann Theile en Johann Sebastian Bach bevat vele oratorische passies; de tekst is de Evangelie-tekst, aangevuld met lyrische of dramatische gedeelten. Van 1700 tot 1730 worden dan talrijke passies gecompo neerd, meerendeels op rijm gezette lij densoverwegingen. Ook de begeleiding be gint meer en meer op den voorgrond te tre den. Veeral wordt als basis voor deze passies gebruikt de tekst van Brockes o.a. door Reinhard Keiser, George Friedrich Han del, Mattheson en Thelemann. Leipzig, de stad, die 1723 Bach's woon plaats zou worden, kende ook een oratori sche passie, nJ. die van Johann Kuhnau (helaas verloren gegaan), met aria's, con templatieve of dramatische stukken. Toen Bach tot Thomascantor te Leipzig benoemd was, liet hij in 1723 zijn Johan nes-passie uitvoeren; deze bestond uit den Evangelie-tekst plus den tekst van Brockes, misschien componeerde Bach ook nog een ander werk op dit gebied op tekst van Picander (1725) (vlg. Spitta lie deel, Bei- lage), en een werk, eveneens op tekst van Picander. Van de in 1731 geschreven Marcus-pas- sie zijn slechts een vijftil lyrische stuk ken over. De Lucas-passie is echter zeker niet van Bach, hoewel er een autograph van Bach's hand staat, maar van een anderen com ponist uit plm. 1700. Dat er een autograph van dit werk van Bach's hand bestaat, be hoeft nog heelemaal geen aanleiding te zijn het werk dan ook op zijn naam te schrijven, daar Bach Vaak verschillende werken overschreef om ze te bestudeeren of om ze bij verschillende gelegenheden te kunnen-uitvoeren. Feitelijk bezitten we van Bach dus slechts twee passies: de Mat theus- en de Johannes. Herhaaldelijk werden deze omgewerkt (de Johannes-passie in 1740, de Mattheus pl.m. 1745). De dateering van de omwer king dezer passie is niet zoo moeilijk, daar b.v. in het handschrift van Kirnberger, een leerling van Bach, dat uit 1741 of 1742 stamt, het choraal: „O Mensch, bewein dein Sündegrosz", nog niet voorkomt,, en in 1745 wel bij Bach. Van groot belang is bij Bach's passies de toonaarden-kwestie (vgL hiervoor Zeit- schrift für Musikwisschenschaft XII: Die Tonartenordnung in Bach's Batthaus-Pas- sion"). Hierbij moeten we wel bedenken, dat men toentertijd het karakter van een bepaalde toonsoort anders aanvoelde dan thans. Zoo schreef b.v. Mattheson over den E-dur toonaard, die ons nogal vroo- lijk voorkomt? :„De E-dur toonaard is zeer geschikt voor de weergave van groote droefheid". De choralen, die in Bach's passie voor komen, zijn met zorg gekozen. Ook hierbij vergelijke men bij den herhaalden terug keer van eenzelfde choraal, den toonaard en de verschillende stemvoering. De passie van Bach, als geheel be schouwd, zien we dus, dat deze is: het Lij densverhaal van Christus, met daarnaast solistische deelen, die er niet direct mee in verband staan en zorgvuldig gekozen choralen. De tijd liet niet toe, dat prof. Smijers die per op de passies van Joh. Seb. Bach in ging. De lezing, die een interessanten kijk wierp op de ontwikkeling van de Grego riaansche passie tot de meerstemmige in Bach's tijd, werd opgeluisterd door een groot aanfal lichtbeelden, terwijl prof. Smijers herhaaldelijk melodieën en frag menten voorzong. N. Z. H. T. M. Driemaandelijksche conferentie. Dinsdagmiddag, 19 Maart j.l. had in het Hoofdkantoor van de Noord-Zuid-Holland- sche Tramweg Maatschappij te Haarlem de gebruikelijke driemaandelijksche con ferentie met de personeelvakvereenigin- gen plaats. Ih de eerste plaats kwam ter sprake eenige uitbreiding van het kosteloos ver voer per autobus der Maatschappij in den vacantietijd; wegens de beperkte plaats ruimte per eenheid verklaarde de Directie dit verzoek, mede in verband met de ge ringe ervaring te dezer zake, voorsbands niet voor inwilliging vatbaar. In verband met de bespreking omtrent de bevordering van den bouw van goed- koope arbeiderswoningen te Voorburg, kwam ter sprake de bestaande regeling betreffende den cirkel, binnen welken het personeel moet wonen onafhankelijk van de woonplaats-gemeente. De Directie ver klaarde, dat deze regeling gehandhaafd zoude worden; mocht dienstbelang wijzi ging hiervan gewenscht maken, dan zal overwogen moeten worden, om den straal van den desbetreffenden cirkel te beper ken. Na uitvoerige wederzijdsche besprekin gen verklaarde de Directie zich bereid, om poetsers, die voor rijdienst werden aange wezen, den reglementairen toeslag te ge ven, indien en zoodra zij gedurende 3 da gen of langer in een kalenderweek als zoo danig hebben dienst gedaan in de plaats van het thans geldende gedurende 14 da gen of meer in een kalendermaand. Bo vendien zal nader worden bezien, welk aantal arbeidsuren in dit opzicht als een „dag" zal worden beschouwd. In aansluiting met het vorenstaande verklaarde de Directie, dat het in de be doeling ligt, om gaandeweg de functie „remisebeambte" te doen verdwijnen en derhalve vacatures in die functie niet aan te vullen. Uitvoerig werden besproken de voor- en de nadeelen van een doorgaanden dienst den HaagHaarlem; gedurende de „Flora" wordt een zoodanige dienst ge deeltelijk gereden; daarmede zal eenige ervaring in de bedoelde richting worden verkregen, zoodat op grond van die erva ring te gelegener tijd een meer juiste be slissing dan thans, te dezer zake zal kun nen worden genomen. Na behandeling van een tweetal onder werpen van minder belang en na de ge bruikelijke rondvraag werd de bijeen komst gesloten. STAKING BIJ WONINGBOUW. In de Zeemanlaan. Nadat het reeds eenigen tijd gedreigd had, is gisteravond bij den woningbouw in de Zeemanlaan een staking uitgebro ken. Aan de Zeemanlaan worden door den heer Jansen tachtig woningen gebouwd. Naar men ons van de zijde der vakorga nisaties mededeeld, is de staking door de samenwerkende organisaties, de R. K., de Chr. en Alg. Bouwvakarbeidersbonden, ge proclameerd omdat de collectieve arbeids overeenkomst, welke voor Leiden geldt, zou worden ontdoken. Het collectieve con tract voor Leiden immers geeft een ar beidsloon aan van 28 voor timmerlieden en metselaars en 24 voor opperlieden. En er worden nu loonen uitbetaald zoo deelde men ons mede van resp. 22 en 18, zonder vacantiebon. Dit kan men doen, door werklieden uit de omge ving in dienst te nemen, aan wie de aan nemer niet verplicht is, het Leidsch collec tief arbeidsloon uit te betalen. Hierdoor is, zoo merkte men ons op, het collectief ar beidscontract in het nadeel der Leidsche arbeiders inplaats van in hun voordeel, daar het de werkloosheid onder de Leid sche arbeiders vergroot. Reeds eerder zijn over deze kwestie tus schen de hoofdbesturen der vakorganisa ties en den aannemer besprekingen ge voerd. Echter zonder resultaat. Gisteravond hebben de plaatselijke af- deelingsbesturen opnieuw met het perso neel vergaderd en er werd besloten de staking te proclameeren, indien de gestel de looneischen niet werden ingewilligd. Daar hedenmorgen van patroonszijde niets was toegegeven, is het werk vanmorgen nagenoeg stilgelegd. Slechts 'n twaalftal van de vijftig arbeiders hebben het werk voortgezet. De arbeiders zijn afkomstig uit verschil lende dorpen uit de omgeving, als Alphen, Roelofarendsveen en Leimuiden. Slechts vier zijn er uit Leiden. De arbeidsbeurzen in de betrokken ge meenten werden hedenmorgen verwittigd, dat door middel van die beurzen geen personeel tewerk kon worden gesteld, daar zulks bij een georganiseerde staking aan de arbeidsbeurzen is verboden. GEMEENTEL. AANKONDIGINGEN. SCHOUW VAN WEGEN, LANEN ENZ. Burgemeester en Wethouders van Lei den brengen te;* algemeene kennis, dat te beginnen op Maandag 1 April 1935, krach tens het bepaalde bij artikel 17 der veror dening van den 6en Juli 1899 (Gemeente blad no. 15), laatstelijk gewijzigd bij de verordening van den 9en Juli 1928 (Ge meenteblad No. 22) op wegen, lanen, stra ten enz. en wateringen en slooten, schouw zal worden gedreven over alle wegen, la nen, paden, straten, kaden, pleinen, hofjes, stegen, sloppen of poorten en gangen, bene vens de daarin gelegen of daartoe behoo- rende bruggen en andere kunstwerken, voor zoover die bijzonder eigendom zijn, en, zonder verhindering, door of vanwege rechthebbenden, voor het publiek verkeer open staan, alsmede over alle wateringen en slooten, en de riolen ter vervanging daarvan gemaakt, benevens de daartoe be- hoorende sluizen, duikers, buizen, toegangs kokers, en dergelijke werken, voor zoover die bijzonder eigendom zijn. Leiden, 20 Maart 1935. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. 1342 AGENDA LEIDEN. Woensdag. Propagandistenvergadering „Dr. Schaepman", Romanus-zaal, 8.15 uur. Woensdag, K. J. M. V. „St. Peter Kanis", <ue heer B. Kras over: Katholieke Vrijwording in Nederland, „Eigen Huis", 8.30 uur. Donderdag, RJEC. Reclasseeringsvereeniging. St. Vincentiusgebouw, Hoogl. Kerk- gracht 32, 89 uur. Vrijdag, Ledenvergadering „St Christoffel", R.K. Volksbond 8.30 uur. Dinsdag. Vergadering Lustrumcommissie „Hoogewoerd en O", Foyer Hoo- gewoerd no. 87, aanvang 8.30 uur. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken wordt van M a a n d a g 18 tot en met Zondag 24 Maart a.s. waargeno men door'de apotheken: P. du Croix, Rapenburg 9, tel. 807; J. E. M. ten Dijk, Haven 18, telef. 85 en C. van Zijp, Wilhelminapark 8, Oegstgeest tel 274. PROPAGANDISTEN VAN DR. SCHAEPMAN. Een uwer heeft, blakend van ijver, reeds het goede voorbeeld gegeven en u spontaan opgewekt vanavond om 8.15 uur aanwezig te zijn in de Romanuszaal, achter de Har- tebrugkerk. Dit enthousiasme stemt hoopvol en in dien een vonk daarvan is overgeslagen op alle anderen, dan gaan we met groot vertrouwen op den ingeslagen weg verder. W® gaan verder. Want de eerste openbare schrede op het pad der propaganda voor de a.s. verkiezin gen voor de Provinciale Staten is reeds op 15 Maart jJ. gezet toen dr. Kortenhorst de Katholieken op zoo eminente wijze heeft toegesproken. Nog 3 vergaderingen zullen voor 17 April belegd worden. Maar daarover spreken we later. Het schriftelijk verkiezingsmateriaal is nu ook in massa uit de persen gerold en dit dient nu verspreid te worden. Op verschillende wijzen. Maar daarover spreken we juist van avond. En over nog veel meer. Een opwekking zal dan ook nauwelijks noodig zijn. Het geldt nu meer dan ooit kleur be kennen! Vaandellrouw of Vaandelvluchtig. Het antwoord is aan u. Laat Dr. Schaep man uw leider blijven. Namens het bestuur van „Dr. Schaepman": Mr. H. F. A. DONDERS, voorzitter. H. LOMBERT, secretaris. Van de zijde der directie werd ons nog medegedeeld, dat de arbeiders weliswaar tegen de hierboven genoemde loonen door den aannemer van het werk zijn aangeno men, maar dat toch hedenmorgen hen door den aannemer is toegezegd, dat er geen bezwaar zal worden gemaakt tegen de contractloonen voor Leiden. Wel behoudt de aannemer zich daarbij het recht voor zelf de meest volwaardige arbeidskrachten uit te zoeken. Aan de genen, die hij dan zal aannemen, zal dan het volle contractloon worden betaald. Op een vraag van den aannemer aan de arbeiders, hedenmorgen gedaan, of zij hiermede accoord gingen, verklaarden deze hierop nu nog geen antwoord te kun nen geven. De directie verzekerde ons echter, dat, zoo heden geen beslissing wordt genomen, zij morgen ander perso neel in dienst zal nemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 2