STADS NIEUWS AGENDA DiNSDAG 12 MAART 1935 DE LEIDSCHE C0URAN1 EERSTE BLAD - PAG. 2 BAROMETER. naar waarnemingen verricht in den morgen van 12 Maart 1935, medegedeeld door het Kon. Ned. Met. Inst. te De Bilt. Hoogste barometerst.: 784.9 te Nordoyan. Laagste barometerst.: 756.1 te Isafjord. Verwachting tot den avond van 13 Maart: Meest matige Ooste lijke tot Noord-Ooste lijke windt, helder tot licht bewolkt, droog weer, tempera tuur om het vries punt des nachts, over dag iets zachter. Het hooge drukgebied dat in een groot deel van Europa fraai zonnig weer veroor zaakt, handhaaft zich in Scandinavië en breidt zich nog over de omgeving van het Kanaal uit, terwijl in Noord-Scandinavië de barometer daalt. De depressie in het Wes ten /erplaatste zich Noordwaarts en doet bij IJsland den barometer dalen. De de pressie .over Frankrijk trok zich naar de Middillandsche Zee terug, na in Zuid- Frankrijk zeer zwaren regen en onwéer ge bracht te hebben, Perpignan meldt 41 mili- meter regen. Dank zij de krachtige zonstra- ling overdag, begint de bovenlucht zooveel warmer te worden, dat ondanks de heldere nachten en de sneeuwtedekking in een deel van DuitschJand langzaam verdwijnen van ->* vorst en stijgen van de temperatuur overdag te wachten is. Stormachtige Zui denwinden met regen waaien op IJsland, stormachtige Zuidenwinden met regen waaien op IJsland, stormachtige westen winden met regen en sneeuw in Noord- Scandinavië. Over de Fransche Middelland- sche Zee-kust stormt het uit West en Oost met regen. LUCHTTEMPERATUUR. 7.7 gr. C. LICHT OP VOOR FIETSERS t&. Van Dinsdagnamiddag 6.27 uur tot Woensdagmorgen 5.52 uur. HOOG WATER. Te Katwijk: op Woensdag-13 Maart v.m. 8.54 en nam. 9.42 uur. De klop op het hart van Katholiek Leiden en omgeving (Na de opwekking, die wij gisteren plaatsten, nemen wij ook gaarne op on derstaande aanbeveling van het zoo sym pathieke Liefdewerk voor de arme ker ken). Zoo langzaam aan zal nu wel iedere ka tholiek weten, dat er „iets aan 't handje is" met veel noodlijdende kerken. Eerst hoorde hij op 13 Januari j.l. zyn eigen Bisschop van eiken preekstoel een „millioenen-beroep" doen op de geloovigen, een beroep tusschen haakjes waarop een antwoord volgde, dat toch eigenlijk alléén maar Katholieken in staat zijn, zoo te ge ven. Het was grandioos! Een collecte van 74.000 gulden. Daarna vernam hij, dat het „Liefdewerk voor de Arme Parochies" zich zou gaan inspannen, om zijn ledental met duizenden op te voeren, en te komen tot een 20.000 leden. We gaan dien kant uit; velen hebben op 't eerste verzoek van den Bisschop hun extra steun verleend, door zich spontaan op te geven als lid van dit meer dan nood zakelijke Liefdewerk. Daarvoor hartelijk dank. Wij zeiden: „meer dan noodzake- 1 ij k" liefdewerk. Waarom? Omdat natuurlijk ieder liefdewerk uit de noodzakelijkheid wordt geboren, maar meer dan noodzakelijk is dit liefde werk, omdat het herstelling beoogt en ook brengt daar, waar velen in hun posi tief recht, zij het tegen wil en dank, scha de hebben geleden. Het Liefdewerk voor de Arme Parochies tracht regelend op te treden in een eere zaak van de Katholieken. Hier moeten allen voor allen zorgdragen. Zeer vaak blijkt, dat de beteeke'nis van „Het Liefdewerk" lang niet voor allen dui delijk is. Dit is jammer, want begrepen allen het wel, dan zou bijv. Leiden geen 75, maar 750 leden tellen. En daar moet het toch heen. zoo mogelijk nog in dit jaar. In een zelfde verhouding geldt dit ook van de omliggende plaatsen, waarvan en kele reeds aardig op weg zijn, hun ver wacht aantal leden aan te brengen. Wat beoogt dan eigenlijk „Het Liefde werk voor de Arme Parochies?" Alleen en uitsluitend dit: mede te ver hinderen, dat kerkbesturen met leege han den komen te staan tegenover hun credi teuren. Denk nu vooral aan die groote schare van eenvoudige en spaarzame ge loovigen, die hun zuur-verdiende centen toevertrouwden aan de eenige, waarin zij nog vertrouwen hadden, aan „de Kerk". En nu? Ook „de Kerk", eveneens slacht offer in economischen zin van de crisis, ook „de Kerk" raakte „economisch" in het gedrang. Nooit was er zóó'n sprake van onschuld, maar daarom ook nooit méér reden, om te kloppen, om te blijven kloppen op het hart van de Katholieken, ook van Leiden en omgeving. Zooals overal immers, moet ook Katholiek Leiden en omgeving deze eerekwestie tegenover die diep getroffen schare gedeeltelijk mee helpen oplossen. Zie: dat beoogt „Het Liefdewerk"! En wie zou daaraan geen deel willen nemen? Langer uitstellen beteekent: langer la ten voortbestaan van leed, waar het niet gezien, niet ten toon gespreid, niet met holle leuzen of dringende acties aan de overheid ter oplossing aangeboden wordt. <5j| LEVEN EN STOF. Voordracht van prof. dr. J. A. J. Barge. Gisteravond had in het Groot Audito rium van het Universiteitsgebouw de eer ste der drie voordrachten plaats, welke prof. dr. J. A. J. Barge houdt over „Het Lev en" De eerste voordracht had tot onder werp „Leven en Stof' en beantwoordde de vraag, of het leven wezenlijk verschilt van de niet-levende stof. De wetenschappelijke voordracht (die zich moeilijk laat gebruiken voor een sa menvatting) had buitengewoon groote be langstelling uit universitaire kringen. Reeds vóór den aanvang kon niemand meer in het groot-auditorium worden toe gelaten; de zaal wasstampvol. (De volte was zoo benauwend, dat zelfs eenige be zoekers door de warmte bevangen onwel werden). Dat een dergelijk onderwerp zóó de bv langstelling trekt, wijst op de behoefte van onzen tijd vooral onder de jeugd van een dieper kennis der dingen naar him wezen. PROF. DR. J. HUIZINGA TE BRUSSEL. CRISIS DER CULTUUR. De Leidsche hoogleeraar prof. Huizinga heeft te Brussel een hoogst interessante rede gehouden over „crisis der cultuur". Spreker werd ingeleid door prof. Ver- meylen, die de Europeesche beteekenis van zijn Nederlandsche confrater in het licht stelde. „Professor Huizinga heeft door zijn werk bewezen, dat hij zich niet opsluit in een kamertje der wetenschap, maar dat hij een man van groote veelzijdigheid is, wiens belangstelling uitgaat naar alle levensver schijnselen. Ik acht het een voorrecht, de zen afgezant van de Nederlandsche weten schap. die ons vanavond het genot van zijn woord zal schenken, in ons midden te mogen begroeten", zeide de oud-rector der Vlaamsche Hoogeschool. Wij veroorloven ons volgend verslag te ontleenen aan een uitgebreide correspon dentie in het „Vaderland" van hedenmor gen: „Professor Huizinga begon met er op te wijzen, dat de economische en de cultu- reele crisis onverbrekelijk met elkaar ver bonden zijn, ofschoon de gemiddelde man zich eigenlijk alleen maar over de econo mische crisis ongerust maakt. Deze toch voelt men aan den lijve, de cultureele cri sis aan den geest, en het is een feit, dat de meeste menschen gevoeliger aan hun lijf dan aan hun geest zijn. Het besef, dat er met onze cultuur iets niet in orde is, dateert al van Nietzsches optreden, maar het werd pas algemeener na den oorlog en wel voornamelijk door het verschijnen van Spenglers groote werk „Untergang des Abendlandes", dat als een S.O.S.-kreet klonk en aldus ook begrepen werd. Wij zien thans duidelijker dan ooit, dat de oor log een geweldige kloof in de beschaving heeft gegraven. Tusschen de perioden, wel ke gaat van 1890 tot 1910, en het tijdperk, dat wij thans beleven, ligt een essentieel verschil, dat waarschijnlijk grooter is dan wij zelfs nu vermoeden. In die vooroorlog- sche periode hadden wij ongetwijfeld onze moeilijkheden van economischen, socia len en intellectueelen aard, maar zij wer den ten slotte alle opgeheven in het abso lute Vertrouwen op den vooruitgang. Men was ervan overtuigd, dat alle be zwaren en alle strubbelingen van voorbij- gaanden aard zouden zijn en dat de menschheid langzaam maar zeker een heer lijke toekomst tegemoet ging. Thans is het woord vooruitgang vrijwel uit den omloop verdwenen, en, als men het nog eens een enkele maal hoort gebruiken, klinkt het als een hoon. Alles wat vroeger vertrouwd en geloofd werd, is thans afgebroken en wordt geloochend. Hier rijst de vraag: is men zich vroeger nooit bewust geweest van in een crisis te leven? Ongetwijfeld, maar men heeft dat bewustzijn nimmer geformuleerd, mede omdat men zich vroeger nimmer reken schap gaf van het bestaan van een cultuur. In die dagen culmineerde het ietwat vage besef van de crisis in de vrees voor den ondergang der wereld. Zoodra men gees telijke en economische storingen van eenig belang constateerde, zag men daarin de voorteeken van het einde aller dingen en het daaropvolgend laatste oordeel. Nooit echter heeft men zoo sterk bewust en zoo Dit leed wordt gedragen in de binnenka mer, gedragen met een blik, gericht op het Kruis. Dit leed moet worden opgeheven. Katholieken van Leiden en van den j ombuurt! Allen, die zich één voelen met 1 hun Bisschop, nu: de daad! Hoe? Wie door parochieele propaganda-actie bewerkt wordt, geve zich als lid op. Wie misschien overgeslagen wordt, geve zich als lid op, en zende de minimum-con- i tributie van vier gulden per jaar (méér mag ook!) aan den Secretaris-Penning meester Rector J. C. C. Groot (Postreke ning 62376), Huize Duinzigt, Oegstgecst. Dan ontvangt u van zelf regelmatig het godsdienstig tijdschrift Sint Bavo, dan wordt ieder en eersten Vrijdag der maand een H. Mis voor u opgedragen, dan wordt de eerekwestie op eclatante wijze in katholieken zin opgelost. Als ge u héél spoedig opgeeft, behoort ge nog tot de eerste 2000 nieuwe leden. Doe het nu! radicaal een verandering gewenscht: de roep om het nieuwe is nooit zoo volstrekt en zoo dringend geweest. Spreker, die er zich zeer goed bewust van is, dat het begrip cultuur niet in enkele woorden te definieeren valt, had voor zijn betoog drie grondtrekken noodig, welke aan iedere cultuur eigen zijn. Ten eerste een evenwicht van geestelijke en mate- rieele waarden, in welke formule dan het woord geestelijke zoo ruim mogelijk geno men moet worden, zoodat het zoowel het religieuse, het intellectueele, als het mo- reele en het aesthetische omvat. Niet van beteekenis is dus het plan, d.w.z. de hoog te, maar uitsluitend het evenwicht, zoodat wij een primitieve cultuur juist om die har monie ten zeerste kunnen waardeeren. Ten tweede is cultuur niet denkbaar zonder finaal gericht te zijn. Alle cultuur wordt beheerscht daar een streven naar iets toe komstigs, naar het heil der gemeenschap, waar en hoe men dit ook zoeken moge. Dit heil echter sluit altijd in: hoogere veilig heid en hoogere orde, verbonden met een vertrouwen op een absolute gerechtigheid. Ten derde is alle cultuur een beheerschir.g van natuur. M.a.w. cultuur beteekent altijd anders zijn en méér zijn dan de omrin gende natuur. Wanneer men zich afvraagt, of die drie grondvoorwaarden thans ver vuld worden, dan komt men tot een pijnlijk negatieve conclusie. De hooggeleerde spreker legde groote nadruk op het feit, dat het algemeen ge bruikte woord crisis, dat inderdaad het eenig juiste is, aan de pathologie ontleend werd. Wij hebben te doen met een ziekte van de cultuur en wij behoeven slechts een dagblad ter hand te nemen, om ijlen de koorts te constateeren, nu en dan afge wisseld door een korte verdooving. Wij hooren de menschheid delireeren, lijden de aan permanente waanvoorstellingen, welke weer het gevolg zijn van ernstig let sel in de centrale organen. De oorzaak van dit ziektegeval is niet geheel na te gaan, maar ligt waarschijnlijk in het feit. dat de zedelijke en sociale ver anderingen geen gelijken tred gehouden hebben met den ongelooflijken vooruitgang der wetenschap. Dank zij die wetenschap is de wereld beter dan ooit ingelicht over zichzelf en haar verschijnselen, is dus met andere woorden oordeelkundiger geworden. Maar is daarmede de wereld ook wijzer gewor den? Er is niemand, die hierop een be vestigend antwoord zou durven geven. Integendeel: het kenmerkendste en bedroe vendste onzer dagen is juist de algemeene verzwakking van het oordeel. Deze komt voort uit de publiciteit, wel ke aan de kennis gegeven wordt. Door mid del van dagblad en radio wordt alle moge lijke wetenschap gevulgariseerd en bij den gemiddelden man thuisgebracht, zoodat hij niet meer aangewezen is op eigen denken en eigen uitdrukken. Het nivelleeren van de cultuur staat vrijwel gelijk met het doo- den van de cultuur. Intellectueele, zedelij ke en aesthetische waarden komen niet meer op uit de noodzaak van het eigen ge moed, maar worden den menschen aange praat. De gevoelens worden hun opgedron gen en het moderne leven belet stelselmatig wat absoluut noodig is voor menschenvor- ming: concentratie en inkeer. En wij zien, hoe het grootste deel van onze tijdgenooten zich onledig houdt met dingen, welke een denkend mensch als beneden zijn waardig heid verwerpt. Als men dan eenmaal on machtig tot denken geworden is, begint men inzicht met gevoel te verwarren en ver heerlijkt de intuïtie, welke au fond niets anders is dan een keuze, door een rede loos affect bepaald. En men gebruikt die intuïtie niet slechts om fouten goed te praten, maar men predikt intuïtie als het eenig ware. De ratio wordt bewust op stal gezet én dan komt men tot verschrikke lijke dwaasheden als de rassentheorie. Wanneer op die wijze de geest afstand doet, dan is er geen sprake meer van oor deel en wat blijft er over van beheerschen van de natuur. Tegenwoordig hoort men telkens zeggen: wy willen niet denken, vrij willen leven. Er is geen historische periode bekend waarin men, zooals nu gebeurt, het kennen zelf verworpen en gesmaad heeft. Altijd was de waarheid het doel en het „in- telligibele" het middel om die waarheid te benaderen. Thans echter verwerpt men a priori de waarheid. Men zegt: de waarheid is niet kenbaar en daarom willen wij ons niet meer met de waarheid bezig houden, j wij willen alleen maar bestaan. Vroeger 1 gebruikten wij het redelijke om het boven- redelijke te benaderen, thans doen wij af stand van het redelijke om van het bene- denredelyke een valsch ideaal te maken. En wy denken hier aan die andere mode dwaasheid, welke culmineert in „Blut and Boden". Altijd heeft leven strijd beteekend, maar de strijd van den mensch tegen den booze in en buiten zichzelf. En zelfs de strijd der menschen onderling, hoe verwerpelijk ook, werd altijd gevoerd met een ideaal, geba seerd op de wijsheid van Augustinus, die leerde, dat alle strijd, zelfs die der dieren, den vrede tot einddoel heeft. Thans echter heeft men met de rede ook de zede over boord geworpen en men baseert een gansch stelsel op het waandenkbeeld, dat de strijd op zichzelf een mannelijke deugd vertegen woordigt. Het is niet meer de tegenstelling goed en kwaad, welke het leven domi neert, maar de tegenstelling vriend of vij and. Sper.gler heeft gezegd, dat de mensch een roofdier is, maar dat deze formule on vriendelijk en onrechtvaardig is tegenover de leeuwen en tijgers. Zij, die na hem ge komen zijn, zijn ook immer stil blijven staan bij het constateeren van dit feit. Het Christendom echter heeft ons ge leerd, dat de waarde van een mensch juist ligt in het feit, dat hij zich door zijn wil boven dien dierlijken staat kan ver heffen. Een stelsel, dat van dien wil, die tot op heden in alle tijden bij alle volken onder alle regimes den mensch heeft ge leid, afstand doet, beteekent 'n terugval in bestialiteit en satanisme. Zij, die den mensch aldus gedegradeerd hebben, ont kennen natuurlijk ook alle moreele ver plichtingen van den staat. Vrijheid, gerech tigheid, naastenliefde, verdraagzaamheid, onbaatzuchtigheid, het zijn alle verouder de begrippen of zooals een vriend van spre ker ze noemde: „divinités perimées". De eenige maatstaf, welke nog overgebleven is, is het succes, dat in alle mogelijke vor men ook in de belachelijke, aangebeden wordt. Het typisch verschijnsel van totaal verval van zede en rede zien wij, als men schen verdruliking, geweld, onrecht en wreedheid goedpraten met het motief, dat de treinen op tijd aankomen. Zoo kunnen wij honderd verschijnselen aanhalen, waar uit steeds blijkt, dat de hoogere geestes gesteldheid overwoekerd wordt door de lagere, of m.a.w. de mythos verduistert den logos, welk verschijnsel men met het woord barbariseering kenmerkt. Waar moet dit alles heen? Onze som berste voorspellingen zijn even ongefun deerd als het vroegere optimisme. Het eenige, wat den welgezinden overblijft, is het geloof in den arbeid en den plicht van den arbeid. En aangezien men ons ons geloof in den vooruitgang ontnomen heeft, moeten wij ons geloof stellen in heil en redding. Die is niet alleen mogelijk, die is zeker. Want wij beleven een crisis, hetgeen niet het zelfde is als ondergang. En voor wie goed toeziet, komen er telkens teekenen, dig hoop geven. Om maar eens te noemen: te midden van de verdwazing der autarkie, of liever juist daardoor, voelt men sterker dan ooit de noodzakeijkheid van een toe komstige wereldpolitiek. Spreker, die veertig jaar onder jonge menschen geleefd heeft, is uit zijn ervaring tot de overtuiging gekomen, dat de jeugd van heden in menig opzicht beter is dan die van vroeger: ruimer, spontaner, moe diger, lichter geschoeid en tot meer ontbe ringen bekwaam. Wanneer wij dit inzien, is 't onmogelijk in pessimisme te verval len. Zal het jonge geslacht weer het even wicht tusschen economische en geestelijke waarden hervinden, zich weer overgeven aan een streven, zich keer opmaken om de natuur te beheerschen? Zal die jeugd weer een cultuur scheppen op de plaats, waar wij er een vernietigd hebben? Er is geen enkele reden om de hoop te verliezen en daarom gaan wij getroost de toekomst tegemoet! De buitengewone bijval, welken het be zielde woord van prof. Huizinga bij het Ne- derlandsch publiek te Brussel vond, moge den heeren Leirens en van Gruithysen aan leiding zijn, om in deze richting voort te werken en meer van die verrijKonde avon den te organiseeren. EEN POLITIEKE BIJEENKOMST. Wij verwijzen naar een advertentie in dit nummer, waar wordt aangekondigd een politieke rede van het Tweede-Kamerlid dr. L. Korten horst. Deze vergadering in „Zomerlust" is toegankelijk voor alle belangstellende Katholieken. 't Is geen debat-vergadering; ^r is geen gelegenheid voor debat, maar wél zullen den spreker na zijn rede vragen kunnen worden gesteld naar aanleiding van het ge sprokene. DE A.S. LUSTRUMFEESTEN. De Lustrumcommissie van het Leidsche Studentencorps wekt langs dezen weg de ingezetenen, die gedurende het tijdvak 29 Juni5 Juli e.k. kamers ter beschikking van reünisten willen stellen, met aandrang op daarvan liefst zoo spoedig mogelijk aan gifte te doen bij den pedel van het L.S.C. Breestraat 41, alwaar tegen vergoeding van 10 cents formulieren verkrijgbaar zijn waarop die aangifte kan geschieden. Door de politie is aangehouden de 23-jarige machinist C. A. C. H. de H. uit den Haag, verdacht van diefstal van een rijwiel te Voorburg gepleegd. Toen de man naar het bureau werd gebracht probeerde hij te ont snappen op de gestolen fiets. De recher cheur en agent die hem begeleidden had den hem echter spoedig weer gegrepen. Aangehouden is de 20-jarige textielar beider F. G. verdacht van oplichting ten nadeele van een student. LEIDEN. Woensdag. „Geloof en Wetenschap", lezing met lichtbeelden over de Chemi sche oorlog, „Turk", te 8.15 uur. Woensdag, Alg. R.K. Propagandaclub „Dr. Schaepman", tweede cursusavond van kap. Dorbeck over „Kerk en Staat", Den Burcht, 8.15 uur. Woensdag. Derde Ontwikkelingsavond R.- K. Volksbond. Spreker prof. A. Cleophas, Bondsgebouw, Steen- schuur 15, 8 uur. Woensdag, R. K. Rijtuig- en Wagenmakers- patroonsvereeniging „St. Joseph", Kring Leiden, café Bremmer, Bees tenmarkt 34, 6 uur. Vrijdag, R. K. Kiesvereeniging, Zomerlust, spreker dr. Kortenhorst, 8.15 uur. Vrijdag. R. K. Metaalbewerkersbond, afd. Leiden, Bondsgebouw, 8 uur. De avond-, nacht- en Zondagsdienst der apotheken wordt van Maandag 11 tot en met Zondag 17 Maart a.s. waarge nomen door de apotheken: G. F. Reijst, Steenstraat 35, tel. 136; A. J. Donk, Dosza- straat 31, tel. 1313 en C. van Zijp, Wilhel- minapark 8, Oegstgeest tel. 274. VAN ONZE ADVERTEERDERS. NIEUWE ZAAK J. v. WEZEL. In perceel Lage Rijndijk 1 A heeft de heer J. v. Wezel eenige dagen geleden een leesbibliotheek en kantoorboekhandel ge opend. Deze zaak is geheel nieuw voor deze omgeving en men vindt er op boven staand gebied een uitgebreide keuze. In aen kantoorboekhandel zijn tal van een voudige artikelen voorhanden, die by velen hulp kunnen bieden. Men neme er eens een kijkje. DE PERSIL-KLANKFILM. Deze week en zelfs enkele middagen der volgende week draait in het Luxor Theater alhier de Persil Klankfilm, die de N.V. Ostermann en Co's Handel Mij te Ams: er- dam met den titel „Wasch gemakkelijk, wasch voordeelig" liet vervaardigen. Deze film is niet alleen reclame, doch ook speelfilm geworden. Niet alleen een dorre opsomming van wenken en raadge vingen, niet alleen een reclame voor het al om bekende waschproduct „Persil". Weliswaar is deze naam, door bekwame vliegeniers reeds jaren geleden in het lucht ruim beschreven, hoofdzaak van de film, maar van den anderen kant toch is de film dusdanig samengesteld, dat men er behoor lijk naar kan kijken. Gespeeld door een aantal vooraanstaande Nederlandsche actrices en acteurs is het een werk geworden, dat leeft en waarbij telken male de lach opklaterde in de stampvolle zaal. Kostelijk van humor waren Hein Harms en Lena Kley als het oude paar. dat samen liet zien hoe er 25 a 30 jaar geleden gewasschen engeleden werd. Want overduidelijk heeft men ons laten zien, dat waschdag in dien tijd een ware lijdensdag was. Bijzonder goed op dreef bleek ook Lau Ezerman als Professor Zomerling, de ge leerde, die wel heel wat afwist van het wasschen bij de oude Grieken en Romeinen, doch van de moderne methoden totaal on kundig was. En juist deze onwetendheid was oorzaak, dat wij er thans óók heel wat meer van weten dan vorige week. Clinge Doorenbos was zoo goed ons alle grond stoffen te laten zien en te verklaren. Hij wandelde met ons door het laboratorium, toonde ons de Persilfabriek te Jutphaas en de aldaar vervaardigde artikelen: Per sil, Henco, Ata, Imi en Sil. De film is van A tot Z boeiend, zéér leer zaam en vaak amusant. Woord voor woord was duidelijk te verstaan en de opnamen getuigden er van, dat kosten noch moeite gespaard werden om een topprestatie op filmtechnisch gebied te bereiken. Na de pauze volgde de behandeling van zijde, wol en andere fijne stoffen, waarbij het feit, dat dit gedeelte geheel in natuur lijke kleuren was opgenomen, een en ander nog beter tot zijn recht deed komen. Een goede gedachte was, dat niemand ook maar iets behoefde uit te geven. Er werd niets verkocht of wat vaak zoo hinderlijk aandoet opgedrongen, zoodat iedereen dus ongestoord van deze schit terende film kan genieten. Zoo ge deze Persil-Klankfilm nog niet ging zien, zorgt er dan spoedig voor een gratis voorstelling bij te wonen. Het loont in elk opzicht de moeite. Waar de belang stelling zoo bovenmate groot is, werd be sloten ook volgende week nog eenige mid dagvoorstellingen te geven, waarvan ai'een voor Dinsdagmiddag nog gratis kaarten verkrijgbaar zijn. Zoo men de film wil zien. haaste men zich dus. Handelsregister K. v. K. Opheffing: 450. Firma van Ewijk Zoon, Leiden, Breestraat 73, b'-u',ngerij en stoffeerderij. Het overzicht der vervoersopbrengsten van de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg Maatschappij N.V. gedurende Februari 1935/34 (ongecontroleerd) geeft de vol gende cijfers: totaal opbrengst 1935: 223.938; 1934: 237.677. Bij den Gemeente-Ontvanger is een be drag van 35.als gewetensgeld gestort.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 2