STADS
NIEUWS
AGENDA
DiNSDAG 12 MAART 1935
DE LEIDSCHE C0URAN1
EERSTE BLAD - PAG. 2
BAROMETER.
naar waarnemingen verricht in den
morgen van 12 Maart 1935, medegedeeld
door het Kon. Ned. Met. Inst. te De Bilt.
Hoogste barometerst.: 784.9 te Nordoyan.
Laagste barometerst.: 756.1 te Isafjord.
Verwachting tot den avond van 13 Maart:
Meest matige Ooste
lijke tot Noord-Ooste
lijke windt, helder
tot licht bewolkt,
droog weer, tempera
tuur om het vries
punt des nachts, over
dag iets zachter.
Het hooge drukgebied dat in een groot
deel van Europa fraai zonnig weer veroor
zaakt, handhaaft zich in Scandinavië en
breidt zich nog over de omgeving van het
Kanaal uit, terwijl in Noord-Scandinavië de
barometer daalt. De depressie in het Wes
ten /erplaatste zich Noordwaarts en doet
bij IJsland den barometer dalen. De de
pressie .over Frankrijk trok zich naar de
Middillandsche Zee terug, na in Zuid-
Frankrijk zeer zwaren regen en onwéer ge
bracht te hebben, Perpignan meldt 41 mili-
meter regen. Dank zij de krachtige zonstra-
ling overdag, begint de bovenlucht zooveel
warmer te worden, dat ondanks de heldere
nachten en de sneeuwtedekking in een
deel van DuitschJand langzaam verdwijnen
van ->* vorst en stijgen van de temperatuur
overdag te wachten is. Stormachtige Zui
denwinden met regen waaien op IJsland,
stormachtige Zuidenwinden met regen
waaien op IJsland, stormachtige westen
winden met regen en sneeuw in Noord-
Scandinavië. Over de Fransche Middelland-
sche Zee-kust stormt het uit West en Oost
met regen.
LUCHTTEMPERATUUR.
7.7 gr. C.
LICHT OP VOOR FIETSERS t&.
Van Dinsdagnamiddag 6.27 uur tot
Woensdagmorgen 5.52 uur.
HOOG WATER.
Te Katwijk: op Woensdag-13 Maart v.m.
8.54 en nam. 9.42 uur.
De klop op het hart van
Katholiek Leiden en omgeving
(Na de opwekking, die wij gisteren
plaatsten, nemen wij ook gaarne op on
derstaande aanbeveling van het zoo sym
pathieke Liefdewerk voor de arme ker
ken).
Zoo langzaam aan zal nu wel iedere ka
tholiek weten, dat er „iets aan 't handje
is" met veel noodlijdende kerken.
Eerst hoorde hij op 13 Januari j.l. zyn
eigen Bisschop van eiken preekstoel een
„millioenen-beroep" doen op de geloovigen,
een beroep tusschen haakjes waarop een
antwoord volgde, dat toch eigenlijk alléén
maar Katholieken in staat zijn, zoo te ge
ven.
Het was grandioos! Een collecte van
74.000 gulden.
Daarna vernam hij, dat het „Liefdewerk
voor de Arme Parochies" zich zou gaan
inspannen, om zijn ledental met duizenden
op te voeren, en te komen tot een 20.000
leden.
We gaan dien kant uit; velen hebben op
't eerste verzoek van den Bisschop hun
extra steun verleend, door zich spontaan
op te geven als lid van dit meer dan nood
zakelijke Liefdewerk.
Daarvoor hartelijk dank.
Wij zeiden: „meer dan noodzake-
1 ij k" liefdewerk.
Waarom?
Omdat natuurlijk ieder liefdewerk uit
de noodzakelijkheid wordt geboren, maar
meer dan noodzakelijk is dit liefde
werk, omdat het herstelling beoogt en
ook brengt daar, waar velen in hun posi
tief recht, zij het tegen wil en dank, scha
de hebben geleden.
Het Liefdewerk voor de Arme Parochies
tracht regelend op te treden in een eere
zaak van de Katholieken. Hier moeten
allen voor allen zorgdragen.
Zeer vaak blijkt, dat de beteeke'nis van
„Het Liefdewerk" lang niet voor allen dui
delijk is. Dit is jammer, want begrepen
allen het wel, dan zou bijv. Leiden geen
75, maar 750 leden tellen. En daar moet
het toch heen. zoo mogelijk nog in dit jaar.
In een zelfde verhouding geldt dit ook
van de omliggende plaatsen, waarvan en
kele reeds aardig op weg zijn, hun ver
wacht aantal leden aan te brengen.
Wat beoogt dan eigenlijk „Het Liefde
werk voor de Arme Parochies?"
Alleen en uitsluitend dit: mede te ver
hinderen, dat kerkbesturen met leege han
den komen te staan tegenover hun credi
teuren. Denk nu vooral aan die groote
schare van eenvoudige en spaarzame ge
loovigen, die hun zuur-verdiende centen
toevertrouwden aan de eenige, waarin zij
nog vertrouwen hadden, aan „de Kerk".
En nu? Ook „de Kerk", eveneens slacht
offer in economischen zin van de crisis,
ook „de Kerk" raakte „economisch" in het
gedrang.
Nooit was er zóó'n sprake van onschuld,
maar daarom ook nooit méér reden, om te
kloppen, om te blijven kloppen op het
hart van de Katholieken, ook van Leiden
en omgeving. Zooals overal immers, moet
ook Katholiek Leiden en omgeving deze
eerekwestie tegenover die diep getroffen
schare gedeeltelijk mee helpen oplossen.
Zie: dat beoogt „Het Liefdewerk"!
En wie zou daaraan geen deel willen
nemen?
Langer uitstellen beteekent: langer la
ten voortbestaan van leed, waar het niet
gezien, niet ten toon gespreid, niet met
holle leuzen of dringende acties aan de
overheid ter oplossing aangeboden wordt.
<5j|
LEVEN EN STOF.
Voordracht van prof. dr. J. A. J. Barge.
Gisteravond had in het Groot Audito
rium van het Universiteitsgebouw de eer
ste der drie voordrachten plaats, welke
prof. dr. J. A. J. Barge houdt over „Het
Lev en"
De eerste voordracht had tot onder
werp „Leven en Stof' en beantwoordde
de vraag, of het leven wezenlijk verschilt
van de niet-levende stof.
De wetenschappelijke voordracht (die
zich moeilijk laat gebruiken voor een sa
menvatting) had buitengewoon groote be
langstelling uit universitaire kringen.
Reeds vóór den aanvang kon niemand
meer in het groot-auditorium worden toe
gelaten; de zaal wasstampvol. (De volte
was zoo benauwend, dat zelfs eenige be
zoekers door de warmte bevangen onwel
werden).
Dat een dergelijk onderwerp zóó de bv
langstelling trekt, wijst op de behoefte
van onzen tijd vooral onder de jeugd
van een dieper kennis der dingen naar
him wezen.
PROF. DR. J. HUIZINGA TE BRUSSEL.
CRISIS DER CULTUUR.
De Leidsche hoogleeraar prof. Huizinga
heeft te Brussel een hoogst interessante
rede gehouden over „crisis der cultuur".
Spreker werd ingeleid door prof. Ver-
meylen, die de Europeesche beteekenis van
zijn Nederlandsche confrater in het licht
stelde.
„Professor Huizinga heeft door zijn werk
bewezen, dat hij zich niet opsluit in een
kamertje der wetenschap, maar dat hij een
man van groote veelzijdigheid is, wiens
belangstelling uitgaat naar alle levensver
schijnselen. Ik acht het een voorrecht, de
zen afgezant van de Nederlandsche weten
schap. die ons vanavond het genot van zijn
woord zal schenken, in ons midden te
mogen begroeten", zeide de oud-rector der
Vlaamsche Hoogeschool.
Wij veroorloven ons volgend verslag te
ontleenen aan een uitgebreide correspon
dentie in het „Vaderland" van hedenmor
gen:
„Professor Huizinga begon met er op te
wijzen, dat de economische en de cultu-
reele crisis onverbrekelijk met elkaar ver
bonden zijn, ofschoon de gemiddelde man
zich eigenlijk alleen maar over de econo
mische crisis ongerust maakt. Deze toch
voelt men aan den lijve, de cultureele cri
sis aan den geest, en het is een feit, dat de
meeste menschen gevoeliger aan hun lijf
dan aan hun geest zijn. Het besef, dat er
met onze cultuur iets niet in orde is, dateert
al van Nietzsches optreden, maar het werd
pas algemeener na den oorlog en wel
voornamelijk door het verschijnen van
Spenglers groote werk „Untergang des
Abendlandes", dat als een S.O.S.-kreet
klonk en aldus ook begrepen werd. Wij
zien thans duidelijker dan ooit, dat de oor
log een geweldige kloof in de beschaving
heeft gegraven. Tusschen de perioden, wel
ke gaat van 1890 tot 1910, en het tijdperk,
dat wij thans beleven, ligt een essentieel
verschil, dat waarschijnlijk grooter is dan
wij zelfs nu vermoeden. In die vooroorlog-
sche periode hadden wij ongetwijfeld onze
moeilijkheden van economischen, socia
len en intellectueelen aard, maar zij wer
den ten slotte alle opgeheven in het abso
lute Vertrouwen op den vooruitgang.
Men was ervan overtuigd, dat alle be
zwaren en alle strubbelingen van voorbij-
gaanden aard zouden zijn en dat de
menschheid langzaam maar zeker een heer
lijke toekomst tegemoet ging. Thans is het
woord vooruitgang vrijwel uit den omloop
verdwenen, en, als men het nog eens een
enkele maal hoort gebruiken, klinkt het als
een hoon. Alles wat vroeger vertrouwd en
geloofd werd, is thans afgebroken en
wordt geloochend.
Hier rijst de vraag: is men zich vroeger
nooit bewust geweest van in een crisis te
leven? Ongetwijfeld, maar men heeft dat
bewustzijn nimmer geformuleerd, mede
omdat men zich vroeger nimmer reken
schap gaf van het bestaan van een cultuur.
In die dagen culmineerde het ietwat vage
besef van de crisis in de vrees voor den
ondergang der wereld. Zoodra men gees
telijke en economische storingen van eenig
belang constateerde, zag men daarin de
voorteeken van het einde aller dingen en
het daaropvolgend laatste oordeel. Nooit
echter heeft men zoo sterk bewust en zoo
Dit leed wordt gedragen in de binnenka
mer, gedragen met een blik, gericht op
het Kruis.
Dit leed moet worden opgeheven.
Katholieken van Leiden en van den j
ombuurt! Allen, die zich één voelen met 1
hun Bisschop, nu: de daad!
Hoe?
Wie door parochieele propaganda-actie
bewerkt wordt, geve zich als lid op.
Wie misschien overgeslagen wordt, geve
zich als lid op, en zende de minimum-con- i
tributie van vier gulden per jaar (méér
mag ook!) aan den Secretaris-Penning
meester Rector J. C. C. Groot (Postreke
ning 62376), Huize Duinzigt, Oegstgecst.
Dan ontvangt u van zelf regelmatig het
godsdienstig tijdschrift Sint Bavo, dan
wordt ieder en eersten Vrijdag der maand
een H. Mis voor u opgedragen, dan
wordt de eerekwestie op eclatante wijze
in katholieken zin opgelost.
Als ge u héél spoedig opgeeft, behoort
ge nog tot de eerste 2000 nieuwe leden.
Doe het nu!
radicaal een verandering gewenscht: de
roep om het nieuwe is nooit zoo volstrekt
en zoo dringend geweest.
Spreker, die er zich zeer goed bewust
van is, dat het begrip cultuur niet in enkele
woorden te definieeren valt, had voor zijn
betoog drie grondtrekken noodig, welke
aan iedere cultuur eigen zijn. Ten eerste
een evenwicht van geestelijke en mate-
rieele waarden, in welke formule dan het
woord geestelijke zoo ruim mogelijk geno
men moet worden, zoodat het zoowel het
religieuse, het intellectueele, als het mo-
reele en het aesthetische omvat. Niet van
beteekenis is dus het plan, d.w.z. de hoog
te, maar uitsluitend het evenwicht, zoodat
wij een primitieve cultuur juist om die har
monie ten zeerste kunnen waardeeren. Ten
tweede is cultuur niet denkbaar zonder
finaal gericht te zijn. Alle cultuur wordt
beheerscht daar een streven naar iets toe
komstigs, naar het heil der gemeenschap,
waar en hoe men dit ook zoeken moge. Dit
heil echter sluit altijd in: hoogere veilig
heid en hoogere orde, verbonden met een
vertrouwen op een absolute gerechtigheid.
Ten derde is alle cultuur een beheerschir.g
van natuur. M.a.w. cultuur beteekent altijd
anders zijn en méér zijn dan de omrin
gende natuur. Wanneer men zich afvraagt,
of die drie grondvoorwaarden thans ver
vuld worden, dan komt men tot een pijnlijk
negatieve conclusie.
De hooggeleerde spreker legde groote
nadruk op het feit, dat het algemeen ge
bruikte woord crisis, dat inderdaad het
eenig juiste is, aan de pathologie ontleend
werd. Wij hebben te doen met een ziekte
van de cultuur en wij behoeven slechts
een dagblad ter hand te nemen, om ijlen
de koorts te constateeren, nu en dan afge
wisseld door een korte verdooving. Wij
hooren de menschheid delireeren, lijden
de aan permanente waanvoorstellingen,
welke weer het gevolg zijn van ernstig let
sel in de centrale organen.
De oorzaak van dit ziektegeval is niet
geheel na te gaan, maar ligt waarschijnlijk
in het feit. dat de zedelijke en sociale ver
anderingen geen gelijken tred gehouden
hebben met den ongelooflijken vooruitgang
der wetenschap.
Dank zij die wetenschap is de wereld
beter dan ooit ingelicht over zichzelf en
haar verschijnselen, is dus met andere
woorden oordeelkundiger geworden. Maar
is daarmede de wereld ook wijzer gewor
den? Er is niemand, die hierop een be
vestigend antwoord zou durven geven.
Integendeel: het kenmerkendste en bedroe
vendste onzer dagen is juist de algemeene
verzwakking van het oordeel.
Deze komt voort uit de publiciteit, wel
ke aan de kennis gegeven wordt. Door mid
del van dagblad en radio wordt alle moge
lijke wetenschap gevulgariseerd en bij den
gemiddelden man thuisgebracht, zoodat hij
niet meer aangewezen is op eigen denken
en eigen uitdrukken. Het nivelleeren van
de cultuur staat vrijwel gelijk met het doo-
den van de cultuur. Intellectueele, zedelij
ke en aesthetische waarden komen niet
meer op uit de noodzaak van het eigen ge
moed, maar worden den menschen aange
praat. De gevoelens worden hun opgedron
gen en het moderne leven belet stelselmatig
wat absoluut noodig is voor menschenvor-
ming: concentratie en inkeer. En wij zien,
hoe het grootste deel van onze tijdgenooten
zich onledig houdt met dingen, welke een
denkend mensch als beneden zijn waardig
heid verwerpt. Als men dan eenmaal on
machtig tot denken geworden is, begint
men inzicht met gevoel te verwarren en ver
heerlijkt de intuïtie, welke au fond niets
anders is dan een keuze, door een rede
loos affect bepaald. En men gebruikt die
intuïtie niet slechts om fouten goed te
praten, maar men predikt intuïtie als het
eenig ware. De ratio wordt bewust op stal
gezet én dan komt men tot verschrikke
lijke dwaasheden als de rassentheorie.
Wanneer op die wijze de geest afstand
doet, dan is er geen sprake meer van oor
deel en wat blijft er over van beheerschen
van de natuur. Tegenwoordig hoort men
telkens zeggen: wy willen niet denken, vrij
willen leven. Er is geen historische periode
bekend waarin men, zooals nu gebeurt, het
kennen zelf verworpen en gesmaad heeft.
Altijd was de waarheid het doel en het „in-
telligibele" het middel om die waarheid te
benaderen. Thans echter verwerpt men a
priori de waarheid. Men zegt: de waarheid
is niet kenbaar en daarom willen wij ons
niet meer met de waarheid bezig houden, j
wij willen alleen maar bestaan. Vroeger 1
gebruikten wij het redelijke om het boven-
redelijke te benaderen, thans doen wij af
stand van het redelijke om van het bene-
denredelyke een valsch ideaal te maken. En
wy denken hier aan die andere mode
dwaasheid, welke culmineert in „Blut and
Boden".
Altijd heeft leven strijd beteekend, maar
de strijd van den mensch tegen den booze
in en buiten zichzelf. En zelfs de strijd der
menschen onderling, hoe verwerpelijk ook,
werd altijd gevoerd met een ideaal, geba
seerd op de wijsheid van Augustinus, die
leerde, dat alle strijd, zelfs die der dieren,
den vrede tot einddoel heeft. Thans echter
heeft men met de rede ook de zede over
boord geworpen en men baseert een gansch
stelsel op het waandenkbeeld, dat de strijd
op zichzelf een mannelijke deugd vertegen
woordigt. Het is niet meer de tegenstelling
goed en kwaad, welke het leven domi
neert, maar de tegenstelling vriend of vij
and. Sper.gler heeft gezegd, dat de mensch
een roofdier is, maar dat deze formule on
vriendelijk en onrechtvaardig is tegenover
de leeuwen en tijgers. Zij, die na hem ge
komen zijn, zijn ook immer stil blijven
staan bij het constateeren van dit feit.
Het Christendom echter heeft ons ge
leerd, dat de waarde van een mensch
juist ligt in het feit, dat hij zich door zijn
wil boven dien dierlijken staat kan ver
heffen. Een stelsel, dat van dien wil, die
tot op heden in alle tijden bij alle volken
onder alle regimes den mensch heeft ge
leid, afstand doet, beteekent 'n terugval in
bestialiteit en satanisme. Zij, die den
mensch aldus gedegradeerd hebben, ont
kennen natuurlijk ook alle moreele ver
plichtingen van den staat. Vrijheid, gerech
tigheid, naastenliefde, verdraagzaamheid,
onbaatzuchtigheid, het zijn alle verouder
de begrippen of zooals een vriend van spre
ker ze noemde: „divinités perimées". De
eenige maatstaf, welke nog overgebleven
is, is het succes, dat in alle mogelijke vor
men ook in de belachelijke, aangebeden
wordt. Het typisch verschijnsel van totaal
verval van zede en rede zien wij, als men
schen verdruliking, geweld, onrecht en
wreedheid goedpraten met het motief, dat
de treinen op tijd aankomen. Zoo kunnen
wij honderd verschijnselen aanhalen, waar
uit steeds blijkt, dat de hoogere geestes
gesteldheid overwoekerd wordt door de
lagere, of m.a.w. de mythos verduistert den
logos, welk verschijnsel men met het woord
barbariseering kenmerkt.
Waar moet dit alles heen? Onze som
berste voorspellingen zijn even ongefun
deerd als het vroegere optimisme. Het
eenige, wat den welgezinden overblijft, is
het geloof in den arbeid en den plicht van
den arbeid.
En aangezien men ons ons geloof in den
vooruitgang ontnomen heeft, moeten wij
ons geloof stellen in heil en redding. Die
is niet alleen mogelijk, die is zeker. Want
wij beleven een crisis, hetgeen niet het
zelfde is als ondergang. En voor wie goed
toeziet, komen er telkens teekenen, dig
hoop geven. Om maar eens te noemen: te
midden van de verdwazing der autarkie,
of liever juist daardoor, voelt men sterker
dan ooit de noodzakeijkheid van een toe
komstige wereldpolitiek.
Spreker, die veertig jaar onder jonge
menschen geleefd heeft, is uit zijn ervaring
tot de overtuiging gekomen, dat de jeugd
van heden in menig opzicht beter is dan
die van vroeger: ruimer, spontaner, moe
diger, lichter geschoeid en tot meer ontbe
ringen bekwaam. Wanneer wij dit inzien,
is 't onmogelijk in pessimisme te verval
len. Zal het jonge geslacht weer het even
wicht tusschen economische en geestelijke
waarden hervinden, zich weer overgeven
aan een streven, zich keer opmaken om
de natuur te beheerschen? Zal die jeugd
weer een cultuur scheppen op de plaats,
waar wij er een vernietigd hebben? Er is
geen enkele reden om de hoop te verliezen
en daarom gaan wij getroost de toekomst
tegemoet!
De buitengewone bijval, welken het be
zielde woord van prof. Huizinga bij het Ne-
derlandsch publiek te Brussel vond, moge
den heeren Leirens en van Gruithysen aan
leiding zijn, om in deze richting voort te
werken en meer van die verrijKonde avon
den te organiseeren.
EEN POLITIEKE BIJEENKOMST.
Wij verwijzen naar een advertentie in dit
nummer, waar wordt aangekondigd een
politieke rede van het Tweede-Kamerlid
dr. L. Korten horst.
Deze vergadering in „Zomerlust"
is toegankelijk voor alle belangstellende
Katholieken.
't Is geen debat-vergadering; ^r is geen
gelegenheid voor debat, maar wél zullen
den spreker na zijn rede vragen kunnen
worden gesteld naar aanleiding van het ge
sprokene.
DE A.S. LUSTRUMFEESTEN.
De Lustrumcommissie van het Leidsche
Studentencorps wekt langs dezen weg de
ingezetenen, die gedurende het tijdvak 29
Juni5 Juli e.k. kamers ter beschikking
van reünisten willen stellen, met aandrang
op daarvan liefst zoo spoedig mogelijk aan
gifte te doen bij den pedel van het L.S.C.
Breestraat 41, alwaar tegen vergoeding van
10 cents formulieren verkrijgbaar zijn
waarop die aangifte kan geschieden.
Door de politie is aangehouden de 23-jarige
machinist C. A. C. H. de H. uit den Haag,
verdacht van diefstal van een rijwiel te
Voorburg gepleegd. Toen de man naar het
bureau werd gebracht probeerde hij te ont
snappen op de gestolen fiets. De recher
cheur en agent die hem begeleidden had
den hem echter spoedig weer gegrepen.
Aangehouden is de 20-jarige textielar
beider F. G. verdacht van oplichting ten
nadeele van een student.
LEIDEN.
Woensdag. „Geloof en Wetenschap", lezing
met lichtbeelden over de Chemi
sche oorlog, „Turk", te 8.15 uur.
Woensdag, Alg. R.K. Propagandaclub „Dr.
Schaepman", tweede cursusavond
van kap. Dorbeck over „Kerk en
Staat", Den Burcht, 8.15 uur.
Woensdag. Derde Ontwikkelingsavond R.-
K. Volksbond. Spreker prof. A.
Cleophas, Bondsgebouw, Steen-
schuur 15, 8 uur.
Woensdag, R. K. Rijtuig- en Wagenmakers-
patroonsvereeniging „St. Joseph",
Kring Leiden, café Bremmer, Bees
tenmarkt 34, 6 uur.
Vrijdag, R. K. Kiesvereeniging, Zomerlust,
spreker dr. Kortenhorst, 8.15 uur.
Vrijdag. R. K. Metaalbewerkersbond, afd.
Leiden, Bondsgebouw, 8 uur.
De avond-, nacht- en Zondagsdienst der
apotheken wordt van Maandag 11 tot
en met Zondag 17 Maart a.s. waarge
nomen door de apotheken: G. F. Reijst,
Steenstraat 35, tel. 136; A. J. Donk, Dosza-
straat 31, tel. 1313 en C. van Zijp, Wilhel-
minapark 8, Oegstgeest tel. 274.
VAN ONZE ADVERTEERDERS.
NIEUWE ZAAK J. v. WEZEL.
In perceel Lage Rijndijk 1 A heeft de
heer J. v. Wezel eenige dagen geleden een
leesbibliotheek en kantoorboekhandel ge
opend. Deze zaak is geheel nieuw voor
deze omgeving en men vindt er op boven
staand gebied een uitgebreide keuze. In
aen kantoorboekhandel zijn tal van een
voudige artikelen voorhanden, die by
velen hulp kunnen bieden. Men neme er
eens een kijkje.
DE PERSIL-KLANKFILM.
Deze week en zelfs enkele middagen der
volgende week draait in het Luxor Theater
alhier de Persil Klankfilm, die de N.V.
Ostermann en Co's Handel Mij te Ams: er-
dam met den titel „Wasch gemakkelijk,
wasch voordeelig" liet vervaardigen.
Deze film is niet alleen reclame, doch
ook speelfilm geworden. Niet alleen een
dorre opsomming van wenken en raadge
vingen, niet alleen een reclame voor het al
om bekende waschproduct „Persil".
Weliswaar is deze naam, door bekwame
vliegeniers reeds jaren geleden in het lucht
ruim beschreven, hoofdzaak van de film,
maar van den anderen kant toch is de film
dusdanig samengesteld, dat men er behoor
lijk naar kan kijken.
Gespeeld door een aantal vooraanstaande
Nederlandsche actrices en acteurs is het een
werk geworden, dat leeft en waarbij telken
male de lach opklaterde in de stampvolle
zaal. Kostelijk van humor waren Hein
Harms en Lena Kley als het oude paar. dat
samen liet zien hoe er 25 a 30 jaar geleden
gewasschen engeleden werd. Want
overduidelijk heeft men ons laten zien, dat
waschdag in dien tijd een ware lijdensdag
was. Bijzonder goed op dreef bleek ook Lau
Ezerman als Professor Zomerling, de ge
leerde, die wel heel wat afwist van het
wasschen bij de oude Grieken en Romeinen,
doch van de moderne methoden totaal on
kundig was. En juist deze onwetendheid
was oorzaak, dat wij er thans óók heel wat
meer van weten dan vorige week. Clinge
Doorenbos was zoo goed ons alle grond
stoffen te laten zien en te verklaren. Hij
wandelde met ons door het laboratorium,
toonde ons de Persilfabriek te Jutphaas
en de aldaar vervaardigde artikelen: Per
sil, Henco, Ata, Imi en Sil.
De film is van A tot Z boeiend, zéér leer
zaam en vaak amusant. Woord voor woord
was duidelijk te verstaan en de opnamen
getuigden er van, dat kosten noch moeite
gespaard werden om een topprestatie op
filmtechnisch gebied te bereiken.
Na de pauze volgde de behandeling van
zijde, wol en andere fijne stoffen, waarbij
het feit, dat dit gedeelte geheel in natuur
lijke kleuren was opgenomen, een en ander
nog beter tot zijn recht deed komen.
Een goede gedachte was, dat niemand
ook maar iets behoefde uit te geven. Er
werd niets verkocht of wat vaak zoo
hinderlijk aandoet opgedrongen, zoodat
iedereen dus ongestoord van deze schit
terende film kan genieten.
Zoo ge deze Persil-Klankfilm nog niet
ging zien, zorgt er dan spoedig voor een
gratis voorstelling bij te wonen. Het loont
in elk opzicht de moeite. Waar de belang
stelling zoo bovenmate groot is, werd be
sloten ook volgende week nog eenige mid
dagvoorstellingen te geven, waarvan ai'een
voor Dinsdagmiddag nog gratis kaarten
verkrijgbaar zijn. Zoo men de film wil zien.
haaste men zich dus.
Handelsregister K. v. K.
Opheffing: 450. Firma van Ewijk
Zoon, Leiden, Breestraat 73, b'-u',ngerij en
stoffeerderij.
Het overzicht der vervoersopbrengsten
van de Noord-Zuid-Hollandsche Tramweg
Maatschappij N.V. gedurende Februari
1935/34 (ongecontroleerd) geeft de vol
gende cijfers: totaal opbrengst 1935:
223.938; 1934: 237.677.
Bij den Gemeente-Ontvanger is een be
drag van 35.als gewetensgeld gestort.