SPORT- PROPAGANDA-FEEST AVOND „De Sport in dienst van onze Katholieke Idealen" zaterdag 9 februari 1935 de leidsche courant derde blad. - pag. 9 DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND DE CONFERENTIE TE LONDEN, EEN DER GROOTSTE POLITIEKE GEBEURTENISSEN VAN DEN LAATSTEN TIJD. DE RESUL TATEN ZIJN VOORALSNOG SLECHTS VAN PRINCIPIEELEN AARD. MET SPANNING WACHT MEN OP HET ANTWOORD VAN DUITSCHLAND. ALLEEN SOVJET-RUSLAND IS TELEURGE- SÏELD. stadsgehoorzaal waa|](|ag |j pB|,ruarjf 8V4 uur Spreker: Kapelaan DROST, Rotterdam. Medewerking wan de „BATAlfEM" en „DE GRAAL" ft X J pnm RHFTPRQ d® veelzijdigein zijn onbegrijpelijke Optreden riV/UI"rivti l trio joch amusante experimenten Tan modern goochelen, gedachten-lezen en memo-telepatbie en.in zijn ongeëvenaard repertoire als caricaturist en snel teekenaar. 259 Muziekclub „Frans Schweitzer" Kaartverkoop en plaatsbespr. Zondag 10 en Maandag 11 Febr. van 122 in de Stadsgehoorzaal. Ie rang t 0.50, 2e rang f 0.30 (bel, inbegr.) Londen. De conferentie van de Fransche ministers Flandin en Laval met hun Engelsche collega's, welke vorige week Vrijdag, Zaterdag en Zondag te Lon den plaats gehad heeft, is zoo gunstig ver- loopen, dat het resultaat de beste ver wachtingen heeft gewekt voor de toekomst. Wij hebben in den loop der na-oorlog- sche jaren, welke zoo rijk zijn geweest aan „geslaagde" conferenties, het vroegtijdig juichen wel afgeleerd en wij weten zeer goed, dat te Londen nog niets definitiefs is bereikt, maar alles aankomt op de wer kelijke verwezenlijking van het te Londen besproken plan, maar dat kan ons toch niet beletten, om verheugd te zijn over het ge opende perspectief, dat er weer zooveel hoopvoller uit ziet dan men verleden jaar had durven denken. De bespreking te Londen is terecht te beschouwen als een der grootste politieke gebeurtenissen van den laatsten tijd. En geland en Frankrijk hebben zich met elkaar op zeer belangrijke punten ver staan en met spanning wacht men op het oogenblik op de houding, welke Duitsch- land daartegenover zal innemen. De resultaten. Het resultaat van Londen heeft niet meer dan principieele waarde; er is geen afgesloten plan aan vaard. Het communiqué, dat na afloop werd uitgegeven, moet dan ook worden op gevat als een gemeenschappelijke Fransch- Engelsche beschouwing over de wijze waarop practisch moet worden aange stuurd op een duurzamen vrede. De Britsche onderhandelaars zijn erin geslaagd Frankrijk af te brengen van het onwrikbare en ten slotte onhoudbare standpunt, dat aan Duitschland thans nog voorwaarden kunnen worden opgelegd alvorens de vernederende militaire artike len uit het vredesverdrag zijn gelicht. Het Britsche denkbeeld, om de twee vraag stukken van Duitschlands gelijkstelling en Frankrijks veiligheid gezamenlijk te be handelen, is aangenomen: „een algemeene schikking", waarover de mogendheden vrijelijk met Duitschland zullen onderhan delen, moet gelijktijdig deze moeilijkhe den oplossen: Duitschland terug te bren gen naar den Volkenbond, en alle staten veiligheid te verleenen door regionale ver dragen, en Duitschlands recht tot herbe wapening te erkennen. In zulk een „algemeene .schikking" zou den dan de overeenkomsten worden opge nomen met betrekking tot bewapening in het algemeen (hier is dus en passant de ontwapeningsconferentie in het leven te ruggeroepen), en die overeenkomsten zou den dan, wat Duitschland betreft, in de plaats treden van het gewraakte hoofdstuk V in het vredesverdrag. Op papier lijkt dit alles heel redelijk, maar men ontveinze zich niet dat er aan de verwezenlijking dezer desiderata nog maanden van zeer moeilijke onderhande lingen zullen moeten voorafgaan, en dat alleen met geduld en goeden wil en met medewerking van Frankrijk en Duitsch land een practische oplossing van alle moeilijkheden en het tezamenbrengen van alle Europeesche landen te bereiken is. Het luchtpact. Het resultaat van Londen is bereikt laat ons daar geen doekjes omwinden, schrijft de „N.R.C." onder den druk van gemeenschappelijke, ernstige bezorgdheid voor den vrede in Europa. O zeker, geen van beide partijen heeft de tact uit het oog verloren, Daar zorgde reeds de zeer gereserveerde open bare meening in Engeland voor. Men streeft er naar om, in ieder geval in de vormen, „den geest van Locarno te ver nieuwen". Maar wat wij vernemen ware niet tot stand gekomen, als Engelschen en Franschen niet zoozeer onder den indruk waren geraakt van de Duitsche bewape ning in de lucht. Uit een toelichting op het resultaat hebben wij vernomen, dat beide partijen tijdens de besprekingen onder den indruk zijn geraakt van het daaruit voort spruitende gevaar. Dat zij dat tijdens de besprekingen eerst zouden hebben ont dekt, is onwaarschijnlijk. De Franschen hebben dat gevaar nooit onderschat, en officieel sprekende Engelschen hebben herhaaldelijk blijk gegeveq, ernstige zor gen te koesteren op dat punt. Maar hoe het zij, die bezorgdheid aan beide kanten heeft het vergelijk mogelijk gemaakt. Lo carno zal worden uitgebreid met een lucht- conventie, die een eventueelen aanvaller dreigt met onmiddellijke weerwraak van alle andere onderteekenaars tegelijk. Duitschland zal worden verzocht, op den zelfden voet van gelijkheid als in October 1925, deel te nemen aan deze nieuwe con ventie. Maar uit de wijze, waarop hiertoe besloten is, en uit de woorden, die daarna gesproken zijn blijkt duidelijk het voor nemen om, als Duitschland onwillig is, de conventie zonder Duitschland, d.w.z. tegen Duitschland te sluiten. Duitschlands antwoord. Te Londen voorziet men voor de tweede helft van Februari het antwoord van de Duit sche regeering. Na de aanvankelijke voor zichtige uitlatingen van Berlijn, waaruit viel af te leiden, dat men daar weliswaar- niet ontevreden is, doch allerminst vol- daan, hullen de heeren zich in een geheim zinnig stilzwijgen. Slechts verneemt de buitenwereld, dat Hitier alle ontvangsten, welke voor de eerstvolgende tien dagen waren vastgesteld, heeft afgezegd, wegens „belangrijke politieke besprekingen". Blijkbaar heeft men zich te Berlijn dus gezet aan een grondige bespreking van het nieuwe vredesinitiatief en van de vraag welke houding Duitschland het grootste voordeel kan brengen. De voorstellen, wel-t ke Berlijn thans ter overweging zijn voor gelegd, zullen door Duitschland waar schijnlijk niet zoo zeer op hun intrinsieke waarde worden onderzocht, als wed in ver band met den stand der herbewapening, schrijft het „Hbld.". Waar liggen voor Ber lijn in dat opzicht de beste kansen om het nationale einddoel, nj. het herstel van een machtig en sterk Duitschland, te bereiken? Deze overweging toch alléén zal ten slotte den doorslag geven. Nu is het.maar de vraag, of men het voordeeliger acht dit doel na te streven in samenwerking met de andere mogendheden, <lan wel of men zijn kracht wil blijven zoeken in isolement en in een gedragslijn, welke reeds zulke groo- te successen heeft opgeleverd. M.a.w. zal Berlijn het voordeeliger achten de sinds twee jaar toegepaste methode om te be wapenen in strijd met het Verdrag van Versailles, voort te zetten tot het opnieuw de oude overheerschende positie heeft be reikt, in de overtuiging (bevestigd door de feiten), dat zijn tegenspelers dit niet met geweld willen en kunnen beletten; of zal het dit doel trachten te bereiken door wel iswaar zijn genomen vrijheid tot bewape ning aan banden te laten leggen, doch te vens diplomatieke omstandigheden te scheppen, welke de bevordering van het streven naar de positie van sterke mogend heid ten goede moeten komen, doch dan in organisch verband met het Europeesche systeem? De laatste keuze ware natuurlijk voor de pacificatie vah Europa het beste. Doch deze overweging zal voor Berlijn weinig gewicht iin die schaal leggen. Duitschland heeft zich nu eenmaal, of men dit aangenaam vindt of niet, van een mate van militaire kracht verzekerd, wel ke het in staat stelt zekere eischen te stel len, waarmede de overige wereld reke ning moet houden, zooals dan ook bij het Londensche overleg gebleken is. Het heeft de militaire clausule van Ver sailles in feite genegeerd en nutteloos ge maakt. Thans wordt het uitgenoodigd om, op grond van realiteit, als gelijke mede te werken in een veiligheidsstelsel. Het ware ondenkbaar, dat Berlijn daaruit niet zijn conclusies zou trekken door den eisch te stellen, dan ook ten volle het recht te ver krijgen zich zoodanig te bewapenen, dat het eventueel ook zijn verplichtingen zal kunnen nakomen. Russische teleurstelling. Terwijl alle landen him instemming heb ben betuigd met de resultaten van Londen, is Sovjet-Rusland Het eenige land, dat te leurgesteld is. En met reden, want het communistische Rusland ziet met leede oogen, dat Frankrijk toenadering gaat too rnen tot het nationaal-socialistische Duitsch land, nadat het eerst zoo aardig met Rus land had aangepapt. De vorige Fransche.-minister van buiten- landsche zaken Barthou zag, in zijn eenzij dige, en daarom bijna bekrompen inter nationale politiek slechts één mogelijkheid, om zich tegen „het Duitsche gevaar" te verdedigen, en wel een omsingelingspoli- tiek. En wijl in den ring rond Duitschland, door de Poolsch-Duitsche toenadering, een zeer bedenkelijke gaping was gekomen, werd de Fransche defensie-cirkel wat ver schoven: van de Oostgrens van Duitsch land naar de Oostgrens van Polen. Zoo kwam de volbloed bourgeois Barthou er toe om broederschap te klinken met den ex- treem-anti-bourgeoischen proletarisch en SPORT VOETBAL V. C. B. UIT HET KATHOLIEKE KAMP. ZAL H. B. C. MORGEN KAMPIOEN ZIJN? Leiden kan zich veilig stellen. In het midden der week kwam een vorst periode er ons nog eens aan herinneren, dat we toch nog steeds in den winter leven. Maar in deze kwakkelwinter blijft even eens nog steeds waar het bekende gezeg de: 't kan vriezen en 't kan dooien. En voor de zooveelste maal weten we niet wat de komende Zondag zal brengen. Intusschen beginnen de beslissingen steeds meer en meer te naderen en betee- kent dit voor de eene club het kampioen schap, de ander ziet zich veroordeeld tot degradatie. Dat zijn de ups and downs van het vereenigingsleven, die telken jaren op nieuw de aandacht vragen. In de eerste klasse van West II kan de beslissing inzake het kampioenschap mor gen ook vallen. Immers H. B. C. krijgt Graaf Willem op bezoek, de club, die na de Heemsteedsche nog de eenige redelijke kans op een kampioenschap heeft. H. B. C. kan hieraan met één slag een einde ma ken, indien zij de Grafelijken morgen met een nederlaag naar Den Haag zendt. Dat dit niet zoo gemakkelijk zal gaan, lijkt ons vrij zeker. Immers, niet alleen dat Graaf Willem de laatste weken goede successen boekte en ook thans haar laatste kans met hand en tand zal verdedigen, doch H. B. C. stelde jl. Zondag teleur door slechts gelijk te spelen tegen Onze Gezellen. Hoe 't ech ter zij, valt de beslissing morgen niet, dan is het slechts uitstel want H. B. C. wordt be slist kampioen, wijl zij bij een e. v. neder laag tegen Graaf Willem nog steeds een voorsprong van drie punten behoudt. De strijd om de laatste plaats in deze afdéeling zal intusschen hardnekkiger wor den dan die om de eerste. TYBB staat er staat Rusland, ten einde m het Oosten de omklemming van Duitschland met deszelfs eventueel en bondgenoot Polen weer te vol tooien. Zijn opvolger Laval keert op dien weg terug en zoodoende is de teleurstelling van Moskou over dezen gang van zaken alles zins begrijpelijk. Wij kunnen echter ons leedwezen over deze teleurstelling niet uit spreken. ongetwijfeld het slechtst voor, want DHL heeft wel één punt slechts meer, doch drie wedstrijden minder gespeeld, zoodat die achterstand gemakkelijker is in te halen. De Haarlemmers staan bovendien ieder week opnieuw met lastige wedstrijden, want verschillende clubs hebben nog kans op de laatste plaats. Een daarvan is Leonidas, zoodat deze Rotterdamsche club morgen TYBB wel beide punten zal ontnemen. DHL krijgt bezoek van Santpoort en met den precairen toestand, waarin de Delfte naars verkeeren, voor oogen, zullen zij toch wel alle krachten inspannen, om minstens een gelijk spel te behalen. SJC gaat op bezoek bij GDA en zal het daar niet gemakkelijk hebben. Alleen bij volledige krachtsinspanning kan het den Noordwijkers gelukken een of twee punten binnen te sleepen. Spartaan, dat bezoek krijgt van Onze Gezellen, heeft eén kans om deze Haarlem mers voorbij te streven. Vergissen we ons niet, dan eindigen deze Haarlemmers na het schittenrende begin der corppetitie, nog in de onderste regionen der ranglijst. In de 2e klasse A blijft alleen nog inte resse bestaan voor de laatste plaats. Nu kan er morgen een beslissing vallen. In dien Leiden nl. gelijk speelt of wint van de Santpoort-reserven en Wilhelmus ver liest of gelijk speelt tegen WE, is het pleit beslecht. De Voorburgsche club is dan tevens uitgespeeld, zoodat indien geen beslissing is verkregen Leiden de kans in eigen hand heeft. ADOBlauw Zwart is van geen belang meer. Waar de Wassenaarsche club echter haar keeper moet missen, lijkt ons een ne derlaag niet geheel onmogelijk. Ook in de 2e klasse B. kan morgen de strijd inzake het kampioenschap beslecht zijn. Wanneer nl. Excelsior thuis wint van Spartaan II, kan Cel er haar niet meer be naderen, VEP komt intusschen leelijk in de knel. Zij heeft slechts 1 punt mef dan L. en Snel doch vier wedstrijden meer gespeeld. Er moet morgen dus van Graaf Floris gewon nen worden. Wedstrijd program ma voor as. Zondag. Zuid I le kl. KimbriaSitt. Boys; RKWLValkenburg; KNVChevremont; KerkradeRKONSVolhardingCaesar. Zuid II 1 e kl.: WilhelminaBest Voor uit; MuloVenl. Boys; GennepBraban- tia; DongenRKTVV. Oost le kL: Vosta's Heerenberg; QuickEmos. We st I le kl.: VTCVolendam; De Meer—SDO; EMM—Wilskracht; HMS DEM; WZ—WY. W e s tH 1 e k 1.: DHD-Santpoort; GDA SJC; SpartaanOnze Gezellen; Leonidas —TYBB; HBC—Graaf Willem. West 2e kl. A.: Santpoort nLeiden; ADOBlauw Zwart; WilhelmusWE. West 2 e k 1. B.: ExcelsiorSpartaan II OliveoL. en Sn.; VEPGr. Floris. HONIG'5 BOUILLONBLOKJES thans voor IOcL FEUILLETON. Li-Weng-Ho, de mandarijn. Uit het Engelsch, door BEN BOLT. {.Nadruk verboden). 27) „Ching", vroeg Forsyth, „gaan we reti reer en gaan we terug?" „Neen", de Chinees schudde energiek het hoofd. „In vijf, neen tien minuten steken wij vallei over en gaan rechtdoor naar Pi- Chow. Deze mannetjes van den mandarijn zoeken ons heelen middag op de heuvel terwijl wij voorwaarts marcheeren!" Vijfhonderd voet verder naar omlaag maakte de vallei een bocht, die hen van de boerderij af onzichtbaar maakte, en toen ze dat punt voorbij waren, staken ze over en zochten dekking aan de andere zijde. Halt houden voor een maaltijd was thains te riskant, daarom aten zij, terwijl zij in zoo recht mogelijke lijn doorstapten naar Pi-Chow. Verscheidene malen ontmoetten zij wo ningen, verscholen tusschen de beboschte heuvels, die ze echter gemakkelijk konden vermijden en zonder ongelukken en zon der ongewenschte avonturen, gingen zij voort tot ongeveer een uur vóór zonsonder gang, toen Ching zich op den met dennen naalden bezaaiden grond van een dicht dennenbosch neervlijde. „Nu een slaapje tot 't heelemaal donker is; dan daar die straatweg en vlug aan loo- pen." Op het dikke naaldtapijt sliepen ze, na de vermoeienissen van den inspamnenden dag, weldra in. Na een uur of drie werden ze waker en na een 'korte beraadslaging, daalden ze naar den straatweg af. De maan was nog niet op en een barmhartige duis ternis beschutte hen tegen al te waakzame blikken, zoodat, ofschoon er vrij veel ver keer langs den weg was, niemand op hen lette. Forsyth trok Wang-Li's gewaad dicht om zich heen en zegende zijn gesternte, dat hij dezen mantel had geleend, toen hij naar Barrington's huis ging. Zij bereikten een dorp waar de lantaarns voor de winkels nog brandden: Ching ging vooruit en bezorgde zijn metgezel een hoed, opdat zijn onbedekt hoofd niet de aandacht zou treken. Heel aan het eind van het dorp voerde him weg langs een kleine theetuin. Veelkleurige lampions tooverden hun schijnsel tusschen boomen en struiken; uit het paviljoen in het mid den klonk muziek, gegons van stemmen en gelach, maar de tafels, die in ruw-ge- timmerde prieëelen waren geplaatst, wa ren verlaten. Het was er flink donker en Forsyth keek verlangend den tuin in. „Thee?" vroeg Ching, vermoedend wat er in hem omging. „Ik zou er wel trek in hebben. Wat denk jij, Ching? Is het veilig om In antwoord op den onvoltooiden zin strekte Ching de hand uit en duwde het nieuwe hoofddeksel van den dokter diep in zijn gezicht. „U spreekt Chineesch, net als ik", fluis terde hij. „Maar niet praten is beter." Toen ging hij voor naar binnen. Zij na men de tafel, die het verst van het pavil joen verwijderd was en geheel in de scha duw lag. Het was Ching die de thee be stelde. Forsyth genoot deze weelde met kleine teugjes en was halverwege zijn derde kop je, toen zijn oog plotseling bleef rusten op een Chineesch plakkaat, dat aan den buitenkant van het primitieve prieel be vestigd was. Het was hem straks in het haastige voorbijgaan niet opgevallen, maar nu, door nieuwsgierigheid gedreven, stond hij op, en las bij het licht van een lam pion. Onder het lezen verstarde zijn gezicht, en Ching, die naar hem keek, fluisterde in het Engelsch: „Wat is het dokter?" „Mijn signalement en er wordt een groo- te belooning uitgeloofd voor degene, die met dood of levend naar de Yamen in Pi- Chow brengt. Het is onderteekend door Ah Yeo". Dick Forsyth ging weer zitten, dronk peinzend zijn thee leeg, en hernam: „Ching", zette Forsyth het gesprek voort, is weer langs dat paviljoen te gaan of door de verlichte poort." „De poort is niet de eenige weg uit een kersenboomgaard", antwoordde zijn met gezel met een grijns. „Wij gaan langs den achterkant en direct. Langer blijven niet goed. Hierheen dokter." Hij ging den ander voorverder de duisternis van den tuin in, en even la ter stonden zij in een onverlicht gedeelte voor een vrij hoogen muur. Ching bukte, beduidde zijn reisgenoot op zijn rug te klimmen, en zoo werkte Forsyth zich over de hindernis. Ching zelf kroop er tegen op als een kat, en toen hij aan de andere zijde neergekomen was, keerden zij naar den straatweg terug. „Ching", zette Forsyth het gesrek voort, „als Ah Yeo deze mededeeling langs den geheelen weg naar Pi-Chow heeft laten aanplakken, wordt het een moeilijk kar wei miss Barrington te helpen." „Heel moeilijk", was het nuchtere be scheid. „Er wordt in de proclamatie niet gespro ken over jou". „A Yeo weet misschien niet, ik bij u. Denkt misschien ik verdronken. Hij weet heelemaal niet ik vriend van u, dokter." „Dan zou ik graag willen, dat je één ding beloofde, Ching. Wat er ook gebeurt, doe voor Miss Barrington wat in je ver mogen is. Als de mandarijn mij te pakken krijgt, doe dan alles was je kunt om haar uit Pi-Chow weg te krijgen naar Canton, zul je?" „Ik beloof het u", antwoordde de Chi nees rustig, „en ik zal met Weng-Ho afre kenen voordat „Neen, Ching; Miss Barrington komt eerst. Als we gescheiden raken mag je aan niets anders denken dan aan haar welzijn. Beloof me dat." „Ik beloof het", herhaalde de Chinees zonder eenige terughouding. Forsyth viel hem niet verder lastig. Hij wist, dat een fatsoenlijke Chinees een man van zijn woord is en hij had van Chinig's betrouwbaarheid afdoende bewijzen. „Ik zal je er heel dankbaar voor zijn, Ching", verzekerde hij geroerd. Een uur lang trokken zij zwijgend ver der. De weg begon te stijgen en ten slotte hoorden zij het ruischen van water. Bo ven hen glinsterden lichten en aangezien omzichtigheid geboden was, ging Ching vooruit om het terrein te verkennen. Na een kwartier bracht hij in zijn abrupten stijl rapport uit. „Brug over het water. Wachthuis met soldaten op de brug, kunnen geen andere I weg." Dit was een ernstige complicatie, maar daar zij vooruit moesten, zat er niets anders op dan dit risico te aanvaarden. Om de beste kansen te hebben voor Kathleen's redding sprak Forsyth echter af, dat Ching eerst over de brug zou gaan en aan de overzijde op hem wachten. Mocht hem dan iets overkomen, dan zou de Chinees onmiddellijk den tocht naar Pi-Chow voortzetten. Toekijkende en zoo goed en zoo kwaad als dat in het vage licht der opkomende maan mogelijk was, nam hij, terwijl hij wachtte, het gevaarlijke punt op. De brug was in kameelrug-vorm geconstrueerd en het wachthuis beheerschte haar in haar volle lengte. Twee soldaten, de een gewa pend met een sabel en de ander met een lange speer, waren in het licht van een lantaarn aan den ingang zichtbaar en Forsyth veronderstelde dat aan de over zijde ook wel twee schildwachten gepos teerd zouden zijn. Beneden golfde en schuimde een snelstroomende rivier en de oever was steil. Inderdaad was de brug de eenige weg naar Pi-Chow. Hij drukte zijn hoed doep in de oogen, kwam uit de schaduw te voorschijn en Stapte, al zijn moed bijeenrapend, op de brug af. De soldaten zagen hem komen en bleven vadsig op hun steenen banken hangen. Reeds begon hij iets van opluch ting te voelen, toen, juist op het oogen blik, dat hij de brug bereikt had, een der soldaten opstond en hem een kromzwaard voorhield. Hij bleef staan en zag in dat mo ment, hoe het afgestompte, uitdrukking- looze gele gezicht van den man plotseling uitdrukking kreeg. Een seconde later schreeuwde de kerel: „De vreemde hond!" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 9