SPORT- PROPAGANDA-FEEST AVOND
„De Sport in dienst van onze Katholieke Idealen"
zaterdag 9 februari 1935
de leidsche courant
derde blad. - pag. 9
DE AFGELOOPEN WEEK IN HET BUITENLAND
DE CONFERENTIE TE LONDEN, EEN DER GROOTSTE POLITIEKE
GEBEURTENISSEN VAN DEN LAATSTEN TIJD. DE RESUL
TATEN ZIJN VOORALSNOG SLECHTS VAN PRINCIPIEELEN AARD.
MET SPANNING WACHT MEN OP HET ANTWOORD VAN
DUITSCHLAND. ALLEEN SOVJET-RUSLAND IS TELEURGE-
SÏELD.
stadsgehoorzaal waa|](|ag |j pB|,ruarjf 8V4 uur
Spreker: Kapelaan DROST, Rotterdam.
Medewerking wan de „BATAlfEM" en „DE GRAAL"
ft X J pnm RHFTPRQ d® veelzijdigein zijn onbegrijpelijke
Optreden riV/UI"rivti l trio joch amusante experimenten Tan modern
goochelen, gedachten-lezen en memo-telepatbie en.in zijn ongeëvenaard
repertoire als caricaturist en snel teekenaar. 259
Muziekclub „Frans Schweitzer"
Kaartverkoop en plaatsbespr. Zondag 10 en Maandag 11 Febr. van 122
in de Stadsgehoorzaal. Ie rang t 0.50, 2e rang f 0.30 (bel, inbegr.)
Londen. De conferentie van de
Fransche ministers Flandin en Laval met
hun Engelsche collega's, welke vorige
week Vrijdag, Zaterdag en Zondag te Lon
den plaats gehad heeft, is zoo gunstig ver-
loopen, dat het resultaat de beste ver
wachtingen heeft gewekt voor de toekomst.
Wij hebben in den loop der na-oorlog-
sche jaren, welke zoo rijk zijn geweest aan
„geslaagde" conferenties, het vroegtijdig
juichen wel afgeleerd en wij weten zeer
goed, dat te Londen nog niets definitiefs
is bereikt, maar alles aankomt op de wer
kelijke verwezenlijking van het te Londen
besproken plan, maar dat kan ons toch niet
beletten, om verheugd te zijn over het ge
opende perspectief, dat er weer zooveel
hoopvoller uit ziet dan men verleden jaar
had durven denken.
De bespreking te Londen is terecht te
beschouwen als een der grootste politieke
gebeurtenissen van den laatsten tijd. En
geland en Frankrijk hebben zich met
elkaar op zeer belangrijke punten ver
staan en met spanning wacht men op het
oogenblik op de houding, welke Duitsch-
land daartegenover zal innemen.
De resultaten. Het resultaat van
Londen heeft niet meer dan principieele
waarde; er is geen afgesloten plan aan
vaard. Het communiqué, dat na afloop
werd uitgegeven, moet dan ook worden op
gevat als een gemeenschappelijke Fransch-
Engelsche beschouwing over de wijze
waarop practisch moet worden aange
stuurd op een duurzamen vrede.
De Britsche onderhandelaars zijn erin
geslaagd Frankrijk af te brengen van het
onwrikbare en ten slotte onhoudbare
standpunt, dat aan Duitschland thans nog
voorwaarden kunnen worden opgelegd
alvorens de vernederende militaire artike
len uit het vredesverdrag zijn gelicht. Het
Britsche denkbeeld, om de twee vraag
stukken van Duitschlands gelijkstelling en
Frankrijks veiligheid gezamenlijk te be
handelen, is aangenomen: „een algemeene
schikking", waarover de mogendheden
vrijelijk met Duitschland zullen onderhan
delen, moet gelijktijdig deze moeilijkhe
den oplossen: Duitschland terug te bren
gen naar den Volkenbond, en alle staten
veiligheid te verleenen door regionale ver
dragen, en Duitschlands recht tot herbe
wapening te erkennen.
In zulk een „algemeene .schikking" zou
den dan de overeenkomsten worden opge
nomen met betrekking tot bewapening in
het algemeen (hier is dus en passant de
ontwapeningsconferentie in het leven te
ruggeroepen), en die overeenkomsten zou
den dan, wat Duitschland betreft, in de
plaats treden van het gewraakte hoofdstuk
V in het vredesverdrag.
Op papier lijkt dit alles heel redelijk,
maar men ontveinze zich niet dat er aan
de verwezenlijking dezer desiderata nog
maanden van zeer moeilijke onderhande
lingen zullen moeten voorafgaan, en dat
alleen met geduld en goeden wil en met
medewerking van Frankrijk en Duitsch
land een practische oplossing van alle
moeilijkheden en het tezamenbrengen van
alle Europeesche landen te bereiken is.
Het luchtpact. Het resultaat van
Londen is bereikt laat ons daar geen
doekjes omwinden, schrijft de „N.R.C."
onder den druk van gemeenschappelijke,
ernstige bezorgdheid voor den vrede in
Europa. O zeker, geen van beide partijen
heeft de tact uit het oog verloren, Daar
zorgde reeds de zeer gereserveerde open
bare meening in Engeland voor. Men
streeft er naar om, in ieder geval in de
vormen, „den geest van Locarno te ver
nieuwen". Maar wat wij vernemen ware
niet tot stand gekomen, als Engelschen en
Franschen niet zoozeer onder den indruk
waren geraakt van de Duitsche bewape
ning in de lucht. Uit een toelichting op het
resultaat hebben wij vernomen, dat beide
partijen tijdens de besprekingen onder den
indruk zijn geraakt van het daaruit voort
spruitende gevaar. Dat zij dat tijdens de
besprekingen eerst zouden hebben ont
dekt, is onwaarschijnlijk. De Franschen
hebben dat gevaar nooit onderschat, en
officieel sprekende Engelschen hebben
herhaaldelijk blijk gegeveq, ernstige zor
gen te koesteren op dat punt. Maar hoe
het zij, die bezorgdheid aan beide kanten
heeft het vergelijk mogelijk gemaakt. Lo
carno zal worden uitgebreid met een lucht-
conventie, die een eventueelen aanvaller
dreigt met onmiddellijke weerwraak van
alle andere onderteekenaars tegelijk.
Duitschland zal worden verzocht, op den
zelfden voet van gelijkheid als in October
1925, deel te nemen aan deze nieuwe con
ventie. Maar uit de wijze, waarop hiertoe
besloten is, en uit de woorden, die daarna
gesproken zijn blijkt duidelijk het voor
nemen om, als Duitschland onwillig is, de
conventie zonder Duitschland, d.w.z. tegen
Duitschland te sluiten.
Duitschlands antwoord. Te
Londen voorziet men voor de tweede helft
van Februari het antwoord van de Duit
sche regeering. Na de aanvankelijke voor
zichtige uitlatingen van Berlijn, waaruit
viel af te leiden, dat men daar weliswaar-
niet ontevreden is, doch allerminst vol-
daan, hullen de heeren zich in een geheim
zinnig stilzwijgen. Slechts verneemt de
buitenwereld, dat Hitier alle ontvangsten,
welke voor de eerstvolgende tien dagen
waren vastgesteld, heeft afgezegd, wegens
„belangrijke politieke besprekingen".
Blijkbaar heeft men zich te Berlijn dus
gezet aan een grondige bespreking van het
nieuwe vredesinitiatief en van de vraag
welke houding Duitschland het grootste
voordeel kan brengen. De voorstellen, wel-t
ke Berlijn thans ter overweging zijn voor
gelegd, zullen door Duitschland waar
schijnlijk niet zoo zeer op hun intrinsieke
waarde worden onderzocht, als wed in ver
band met den stand der herbewapening,
schrijft het „Hbld.". Waar liggen voor Ber
lijn in dat opzicht de beste kansen om het
nationale einddoel, nj. het herstel van een
machtig en sterk Duitschland, te bereiken?
Deze overweging toch alléén zal ten
slotte den doorslag geven. Nu is het.maar
de vraag, of men het voordeeliger acht dit
doel na te streven in samenwerking met de
andere mogendheden, <lan wel of men zijn
kracht wil blijven zoeken in isolement en
in een gedragslijn, welke reeds zulke groo-
te successen heeft opgeleverd. M.a.w. zal
Berlijn het voordeeliger achten de sinds
twee jaar toegepaste methode om te be
wapenen in strijd met het Verdrag van
Versailles, voort te zetten tot het opnieuw
de oude overheerschende positie heeft be
reikt, in de overtuiging (bevestigd door de
feiten), dat zijn tegenspelers dit niet met
geweld willen en kunnen beletten; of zal
het dit doel trachten te bereiken door wel
iswaar zijn genomen vrijheid tot bewape
ning aan banden te laten leggen, doch te
vens diplomatieke omstandigheden te
scheppen, welke de bevordering van het
streven naar de positie van sterke mogend
heid ten goede moeten komen, doch dan in
organisch verband met het Europeesche
systeem?
De laatste keuze ware natuurlijk voor
de pacificatie vah Europa het beste. Doch
deze overweging zal voor Berlijn weinig
gewicht iin die schaal leggen.
Duitschland heeft zich nu eenmaal, of
men dit aangenaam vindt of niet, van een
mate van militaire kracht verzekerd, wel
ke het in staat stelt zekere eischen te stel
len, waarmede de overige wereld reke
ning moet houden, zooals dan ook bij het
Londensche overleg gebleken is.
Het heeft de militaire clausule van Ver
sailles in feite genegeerd en nutteloos ge
maakt. Thans wordt het uitgenoodigd om,
op grond van realiteit, als gelijke mede te
werken in een veiligheidsstelsel. Het ware
ondenkbaar, dat Berlijn daaruit niet zijn
conclusies zou trekken door den eisch te
stellen, dan ook ten volle het recht te ver
krijgen zich zoodanig te bewapenen, dat
het eventueel ook zijn verplichtingen zal
kunnen nakomen.
Russische teleurstelling.
Terwijl alle landen him instemming heb
ben betuigd met de resultaten van Londen,
is Sovjet-Rusland Het eenige land, dat te
leurgesteld is. En met reden, want het
communistische Rusland ziet met leede
oogen, dat Frankrijk toenadering gaat too
rnen tot het nationaal-socialistische Duitsch
land, nadat het eerst zoo aardig met Rus
land had aangepapt.
De vorige Fransche.-minister van buiten-
landsche zaken Barthou zag, in zijn eenzij
dige, en daarom bijna bekrompen inter
nationale politiek slechts één mogelijkheid,
om zich tegen „het Duitsche gevaar" te
verdedigen, en wel een omsingelingspoli-
tiek. En wijl in den ring rond Duitschland,
door de Poolsch-Duitsche toenadering, een
zeer bedenkelijke gaping was gekomen,
werd de Fransche defensie-cirkel wat ver
schoven: van de Oostgrens van Duitsch
land naar de Oostgrens van Polen. Zoo
kwam de volbloed bourgeois Barthou er toe
om broederschap te klinken met den ex-
treem-anti-bourgeoischen proletarisch en
SPORT
VOETBAL
V. C. B.
UIT HET KATHOLIEKE KAMP.
ZAL H. B. C. MORGEN KAMPIOEN ZIJN?
Leiden kan zich veilig stellen.
In het midden der week kwam een vorst
periode er ons nog eens aan herinneren, dat
we toch nog steeds in den winter leven.
Maar in deze kwakkelwinter blijft even
eens nog steeds waar het bekende gezeg
de: 't kan vriezen en 't kan dooien. En voor
de zooveelste maal weten we niet wat de
komende Zondag zal brengen.
Intusschen beginnen de beslissingen
steeds meer en meer te naderen en betee-
kent dit voor de eene club het kampioen
schap, de ander ziet zich veroordeeld tot
degradatie. Dat zijn de ups and downs van
het vereenigingsleven, die telken jaren op
nieuw de aandacht vragen.
In de eerste klasse van West II kan de
beslissing inzake het kampioenschap mor
gen ook vallen. Immers H. B. C. krijgt
Graaf Willem op bezoek, de club, die na
de Heemsteedsche nog de eenige redelijke
kans op een kampioenschap heeft. H. B. C.
kan hieraan met één slag een einde ma
ken, indien zij de Grafelijken morgen met
een nederlaag naar Den Haag zendt. Dat
dit niet zoo gemakkelijk zal gaan, lijkt ons
vrij zeker. Immers, niet alleen dat Graaf
Willem de laatste weken goede successen
boekte en ook thans haar laatste kans met
hand en tand zal verdedigen, doch H. B. C.
stelde jl. Zondag teleur door slechts gelijk
te spelen tegen Onze Gezellen. Hoe 't ech
ter zij, valt de beslissing morgen niet, dan is
het slechts uitstel want H. B. C. wordt be
slist kampioen, wijl zij bij een e. v. neder
laag tegen Graaf Willem nog steeds een
voorsprong van drie punten behoudt.
De strijd om de laatste plaats in deze
afdéeling zal intusschen hardnekkiger wor
den dan die om de eerste. TYBB staat er
staat Rusland, ten einde m het Oosten de
omklemming van Duitschland met deszelfs
eventueel en bondgenoot Polen weer te vol
tooien.
Zijn opvolger Laval keert op dien weg
terug en zoodoende is de teleurstelling van
Moskou over dezen gang van zaken alles
zins begrijpelijk. Wij kunnen echter ons
leedwezen over deze teleurstelling niet uit
spreken.
ongetwijfeld het slechtst voor, want DHL
heeft wel één punt slechts meer, doch drie
wedstrijden minder gespeeld, zoodat die
achterstand gemakkelijker is in te halen. De
Haarlemmers staan bovendien ieder week
opnieuw met lastige wedstrijden, want
verschillende clubs hebben nog kans op de
laatste plaats. Een daarvan is Leonidas,
zoodat deze Rotterdamsche club morgen
TYBB wel beide punten zal ontnemen.
DHL krijgt bezoek van Santpoort en met
den precairen toestand, waarin de Delfte
naars verkeeren, voor oogen, zullen zij toch
wel alle krachten inspannen, om minstens
een gelijk spel te behalen.
SJC gaat op bezoek bij GDA en zal het
daar niet gemakkelijk hebben. Alleen bij
volledige krachtsinspanning kan het den
Noordwijkers gelukken een of twee punten
binnen te sleepen.
Spartaan, dat bezoek krijgt van Onze
Gezellen, heeft eén kans om deze Haarlem
mers voorbij te streven. Vergissen we ons
niet, dan eindigen deze Haarlemmers na
het schittenrende begin der corppetitie, nog
in de onderste regionen der ranglijst.
In de 2e klasse A blijft alleen nog inte
resse bestaan voor de laatste plaats. Nu
kan er morgen een beslissing vallen. In
dien Leiden nl. gelijk speelt of wint van
de Santpoort-reserven en Wilhelmus ver
liest of gelijk speelt tegen WE, is het
pleit beslecht. De Voorburgsche club is dan
tevens uitgespeeld, zoodat indien geen
beslissing is verkregen Leiden de kans
in eigen hand heeft.
ADOBlauw Zwart is van geen belang
meer. Waar de Wassenaarsche club echter
haar keeper moet missen, lijkt ons een ne
derlaag niet geheel onmogelijk.
Ook in de 2e klasse B. kan morgen de
strijd inzake het kampioenschap beslecht
zijn. Wanneer nl. Excelsior thuis wint van
Spartaan II, kan Cel er haar niet meer be
naderen,
VEP komt intusschen leelijk in de knel.
Zij heeft slechts 1 punt mef dan L. en Snel
doch vier wedstrijden meer gespeeld. Er
moet morgen dus van Graaf Floris gewon
nen worden.
Wedstrijd program ma voor as. Zondag.
Zuid I le kl. KimbriaSitt. Boys;
RKWLValkenburg; KNVChevremont;
KerkradeRKONSVolhardingCaesar.
Zuid II 1 e kl.: WilhelminaBest Voor
uit; MuloVenl. Boys; GennepBraban-
tia; DongenRKTVV.
Oost le kL: Vosta's Heerenberg;
QuickEmos.
We st I le kl.: VTCVolendam; De
Meer—SDO; EMM—Wilskracht; HMS
DEM; WZ—WY.
W e s tH 1 e k 1.: DHD-Santpoort; GDA
SJC; SpartaanOnze Gezellen; Leonidas
—TYBB; HBC—Graaf Willem.
West 2e kl. A.: Santpoort nLeiden;
ADOBlauw Zwart; WilhelmusWE.
West 2 e k 1. B.: ExcelsiorSpartaan II
OliveoL. en Sn.; VEPGr. Floris.
HONIG'5 BOUILLONBLOKJES thans voor IOcL
FEUILLETON.
Li-Weng-Ho, de mandarijn.
Uit het Engelsch,
door
BEN BOLT.
{.Nadruk verboden).
27)
„Ching", vroeg Forsyth, „gaan we reti
reer en gaan we terug?"
„Neen", de Chinees schudde energiek het
hoofd. „In vijf, neen tien minuten steken
wij vallei over en gaan rechtdoor naar Pi-
Chow. Deze mannetjes van den mandarijn
zoeken ons heelen middag op de heuvel
terwijl wij voorwaarts marcheeren!"
Vijfhonderd voet verder naar omlaag
maakte de vallei een bocht, die hen van
de boerderij af onzichtbaar maakte, en
toen ze dat punt voorbij waren, staken ze
over en zochten dekking aan de andere
zijde. Halt houden voor een maaltijd was
thains te riskant, daarom aten zij, terwijl
zij in zoo recht mogelijke lijn doorstapten
naar Pi-Chow.
Verscheidene malen ontmoetten zij wo
ningen, verscholen tusschen de beboschte
heuvels, die ze echter gemakkelijk konden
vermijden en zonder ongelukken en zon
der ongewenschte avonturen, gingen zij
voort tot ongeveer een uur vóór zonsonder
gang, toen Ching zich op den met dennen
naalden bezaaiden grond van een dicht
dennenbosch neervlijde.
„Nu een slaapje tot 't heelemaal donker
is; dan daar die straatweg en vlug aan loo-
pen."
Op het dikke naaldtapijt sliepen ze, na
de vermoeienissen van den inspamnenden
dag, weldra in. Na een uur of drie werden
ze waker en na een 'korte beraadslaging,
daalden ze naar den straatweg af. De maan
was nog niet op en een barmhartige duis
ternis beschutte hen tegen al te waakzame
blikken, zoodat, ofschoon er vrij veel ver
keer langs den weg was, niemand op hen
lette. Forsyth trok Wang-Li's gewaad dicht
om zich heen en zegende zijn gesternte, dat
hij dezen mantel had geleend, toen hij naar
Barrington's huis ging.
Zij bereikten een dorp waar de lantaarns
voor de winkels nog brandden: Ching ging
vooruit en bezorgde zijn metgezel een
hoed, opdat zijn onbedekt hoofd niet de
aandacht zou treken. Heel aan het eind
van het dorp voerde him weg langs een
kleine theetuin. Veelkleurige lampions
tooverden hun schijnsel tusschen boomen
en struiken; uit het paviljoen in het mid
den klonk muziek, gegons van stemmen
en gelach, maar de tafels, die in ruw-ge-
timmerde prieëelen waren geplaatst, wa
ren verlaten. Het was er flink donker en
Forsyth keek verlangend den tuin in.
„Thee?" vroeg Ching, vermoedend wat
er in hem omging.
„Ik zou er wel trek in hebben. Wat denk
jij, Ching? Is het veilig om
In antwoord op den onvoltooiden zin
strekte Ching de hand uit en duwde het
nieuwe hoofddeksel van den dokter diep
in zijn gezicht.
„U spreekt Chineesch, net als ik", fluis
terde hij. „Maar niet praten is beter."
Toen ging hij voor naar binnen. Zij na
men de tafel, die het verst van het pavil
joen verwijderd was en geheel in de scha
duw lag. Het was Ching die de thee be
stelde.
Forsyth genoot deze weelde met kleine
teugjes en was halverwege zijn derde kop
je, toen zijn oog plotseling bleef rusten
op een Chineesch plakkaat, dat aan den
buitenkant van het primitieve prieel be
vestigd was. Het was hem straks in het
haastige voorbijgaan niet opgevallen, maar
nu, door nieuwsgierigheid gedreven, stond
hij op, en las bij het licht van een lam
pion.
Onder het lezen verstarde zijn gezicht,
en Ching, die naar hem keek, fluisterde
in het Engelsch:
„Wat is het dokter?"
„Mijn signalement en er wordt een groo-
te belooning uitgeloofd voor degene, die
met dood of levend naar de Yamen in Pi-
Chow brengt. Het is onderteekend door
Ah Yeo".
Dick Forsyth ging weer zitten, dronk
peinzend zijn thee leeg, en hernam:
„Ching", zette Forsyth het gesprek voort,
is weer langs dat paviljoen te gaan of
door de verlichte poort."
„De poort is niet de eenige weg uit een
kersenboomgaard", antwoordde zijn met
gezel met een grijns. „Wij gaan langs den
achterkant en direct. Langer blijven niet
goed. Hierheen dokter."
Hij ging den ander voorverder de
duisternis van den tuin in, en even la
ter stonden zij in een onverlicht gedeelte
voor een vrij hoogen muur. Ching bukte,
beduidde zijn reisgenoot op zijn rug te
klimmen, en zoo werkte Forsyth zich over
de hindernis. Ching zelf kroop er tegen op
als een kat, en toen hij aan de andere zijde
neergekomen was, keerden zij naar den
straatweg terug.
„Ching", zette Forsyth het gesrek voort,
„als Ah Yeo deze mededeeling langs den
geheelen weg naar Pi-Chow heeft laten
aanplakken, wordt het een moeilijk kar
wei miss Barrington te helpen."
„Heel moeilijk", was het nuchtere be
scheid.
„Er wordt in de proclamatie niet gespro
ken over jou".
„A Yeo weet misschien niet, ik bij u.
Denkt misschien ik verdronken. Hij weet
heelemaal niet ik vriend van u, dokter."
„Dan zou ik graag willen, dat je één
ding beloofde, Ching. Wat er ook gebeurt,
doe voor Miss Barrington wat in je ver
mogen is. Als de mandarijn mij te pakken
krijgt, doe dan alles was je kunt om haar
uit Pi-Chow weg te krijgen naar Canton,
zul je?"
„Ik beloof het u", antwoordde de Chi
nees rustig, „en ik zal met Weng-Ho afre
kenen voordat
„Neen, Ching; Miss Barrington komt
eerst. Als we gescheiden raken mag je aan
niets anders denken dan aan haar welzijn.
Beloof me dat."
„Ik beloof het", herhaalde de Chinees
zonder eenige terughouding.
Forsyth viel hem niet verder lastig. Hij
wist, dat een fatsoenlijke Chinees een man
van zijn woord is en hij had van Chinig's
betrouwbaarheid afdoende bewijzen.
„Ik zal je er heel dankbaar voor zijn,
Ching", verzekerde hij geroerd.
Een uur lang trokken zij zwijgend ver
der. De weg begon te stijgen en ten slotte
hoorden zij het ruischen van water. Bo
ven hen glinsterden lichten en aangezien
omzichtigheid geboden was, ging Ching
vooruit om het terrein te verkennen. Na
een kwartier bracht hij in zijn abrupten
stijl rapport uit.
„Brug over het water. Wachthuis met
soldaten op de brug, kunnen geen andere
I weg."
Dit was een ernstige complicatie, maar
daar zij vooruit moesten, zat er niets anders
op dan dit risico te aanvaarden. Om de
beste kansen te hebben voor Kathleen's
redding sprak Forsyth echter af, dat
Ching eerst over de brug zou gaan en aan
de overzijde op hem wachten. Mocht hem
dan iets overkomen, dan zou de Chinees
onmiddellijk den tocht naar Pi-Chow
voortzetten.
Toekijkende en zoo goed en zoo kwaad
als dat in het vage licht der opkomende
maan mogelijk was, nam hij, terwijl hij
wachtte, het gevaarlijke punt op. De brug
was in kameelrug-vorm geconstrueerd en
het wachthuis beheerschte haar in haar
volle lengte. Twee soldaten, de een gewa
pend met een sabel en de ander met een
lange speer, waren in het licht van een
lantaarn aan den ingang zichtbaar en
Forsyth veronderstelde dat aan de over
zijde ook wel twee schildwachten gepos
teerd zouden zijn. Beneden golfde en
schuimde een snelstroomende rivier en de
oever was steil. Inderdaad was de brug de
eenige weg naar Pi-Chow.
Hij drukte zijn hoed doep in de oogen,
kwam uit de schaduw te voorschijn en
Stapte, al zijn moed bijeenrapend, op de
brug af. De soldaten zagen hem komen en
bleven vadsig op hun steenen banken
hangen. Reeds begon hij iets van opluch
ting te voelen, toen, juist op het oogen
blik, dat hij de brug bereikt had, een der
soldaten opstond en hem een kromzwaard
voorhield. Hij bleef staan en zag in dat mo
ment, hoe het afgestompte, uitdrukking-
looze gele gezicht van den man plotseling
uitdrukking kreeg. Een seconde later
schreeuwde de kerel:
„De vreemde hond!"
(Wordt vervolgd.)