OPENING
DE WORDENDE R.A.I.
TENTOONSTELLING
MORGENMIDDAG
2 UUR
DONDERDAG 31 JANUARI 1935
DE LEIDSCHE COURANT
DERDE BLAD. - PAG. 12
De enorme expositieruimte van het R.A.
I.-gebouw te Amsterdam is wederom ter
beschikking van de groote automobiel
tentoonstelling de 24ste welke van 1
tot 10 Februari als een magneet van on
gekende sterkte duizenden tot zich zal trek
ken.
De goede traditie getrouw is de pers gis
teren in de gelegenheid geweest, een rond
gang te maken langs de vele stands en
onder het onvermijdelijk geklop en geha
mer, dat zich, bij welke tentoonstelling dan
ook, tot een minuut voor de opening hoo-
ren doet, zijn notities te maken; notities,
waarin, al naar gelang van de gelegen
heid tot een rustige beschouwing, de vaste
lijn zich ging manifesteeren!
Overigens was het in deze uren vooral
het interessante betoog van een deskun
dige par excellence, den heer J. Leonard
Lang, voorzitter van de R.A.I., gehouden
tijdens den lunch, welke den journalisten
in het groote restaurant werd aangebo
den, dat, naast de waarde van eigen
waarnemingen, als richtsnoer gelden kon
van het belang en de belangrijkheid van
deze tentoonstelling.
De 24ste RA.I.-tentoonstelling, welke
aanstonds de aandacht van het Nederland-
sche publiek zal vragen geeft een beeld,
dat op enkele punten nogal afwijkt van dat
van haar voorgangster) in 1934 gehouden,
zoo zeide de heer Lang.
In de zijzaal, waar den vorigen keer
bedrijfswagens en autobussen de belang
stelling van kijkers en koopers trokken,
vindt men thans een keur van motorrij
wielen in alle schakeeringen: gewone mo
torrijwielen, besteldriewieiers en het zeer
lichte motorrijwiel, lichte transportmidde
len, waarvan zij het voor beperkte doelein
den, een zeer economisch vervoer verwacht
kan worden. De, ik mag zonder overdrij
ving zeggen, beroemde Nederlandsche rij
wielindustrie neemt in deze afdeeling
thans een belangrijke plaats in; zij is zich
n.l. meer en meer gaan toeleggen op de
vervaardiging van lichte motorrijwielen
en -besteldriewielers en met welk resul
taat zal deze tentoonstelling duidelijk aan
het licht brengen. Niet minder dan 9 Ne
derlandsche merken zijn in deze afdeeling
vertegenwoordigd en Nederland neemt in
deze afdeeling, na Engeland, dat met 21
merken vertegenwoordigd is, de tweede
plaats in, waarna volgen Duitschlar.d met
6, België met 3, Amerika met 2 merken
en Oostenrijk en Zweden elk met 1 merk.
Een groot verschil derhalve met vroe-
geer tentoonstellingen, wat de motorrij
wielen betreft.
In de automobielafdeeling vinden we
thans 22 Amerikaansche fabrikaten, 12
Duitsche, 11 Engelsche, 7 Fransche, 3 Ita-
liaansche fabrikaten, alsmede 1 Oosten-
rijksch en 1 Nederlandsch. fabrikaat, der
halve 7 merken minder dan den vorigen
keer.
Het aantal geëxposeerde merken is niet
temin respectabel en doet de R.A.I.-ten-
toonstelling nog steeds haar speciale re
putatie van „de meest internationale auto
mobieltentoonstelling" handhaven.
Wanneer men mij echter zou vragen wat
op deze tentoonstelling het meest opval
lend is, zou ik willen antwoorden: de prij
zen der automobielen.
Deze prijzen hebben zich geheel aange
past aan de tijdsomstandigheden en staan
vermoedelijk op het laagste niveau, dat ooit
bereikt zal kunnen worden. Een belang
rijke factor ongetwijfeld voor de verdere
ontwikkeling van het transport over den
weg, dat in Nederland nog belangrijk ten
achter is bij het buitenland.
Of deze factor echter ten volle de uit
werking zal hebben, welke onder normale
omstandigheden te verwachten zou zijn, is,
naar mijn meening onzeker, omdat de bui
tengewone belemmeringen, welke telkens
weer aan de ontwikkeling van het wegver
keer in den weg worden gelegd, in den
vorm van excessieve belastingen, een nor
male ontwikkeling van dit wegtransport
verhinderen moeten. En zulks acht ik een
bedenkelijk feit. Het lijkt mij niet juist,
dat de voordeelen, welke de techniek heeft
gebracht door de productie van transport
middelen, steeds goedkooper in aanschaf
fing en niet het minst in het gebruik te niet
gedaan worden, waardoor het transport
inplaats van zich te moderniseeren en ont
wikkelen, op een achterlijk niveau zou
kunnen verstarren. Ik heb mijn hart ver
pand aan het wegverkeer en kan daardoor
misschien de hier te lande gevolgde ge
dragslijn ten aanzien van de verkeerspo-
litiek niet voldoende objectief bezien; het
is te begrijpen, dat zij, die hun hart ver
pand hebben aan andere verkeersmiddelen,
deze zaak geheel anders bekijken.
Maar het wil mij niettemin voorkomen,
dat de stelling: „goedkoop transport is
voor 's lands welvaart bevorderlijk" onaan
getast is gebleven, terwijl de hier te lan
de gevolgde verkeerspolitiek stellig niet
met deze stelling in overeenstemming is
te brengen. Ik laat dan dus geheel buiten
beschouwing de vraag of het billijk is, dat
een zoo groot deel der aan de bevolking
op te leggen lasten, afgewenteld wordt op
een speciale en relatief kleine groep, waar
van wellicht de meerderheid van finan
cieel draagkrachtig is.
Men heeft mij wel eens voor een te groo-
ten optimist versleten en nog kortgeleden
gevraagd of het mij mogelijk zou zijn
thans, in deze zoo in-sombere tijdsom
standigheden, nog een optimistischen kijk
op de toekomst te behouden.
Hierop zou ik dan willen antwoorden,
dat ik, hoewel misschien wat optimistisch
Het feest van den
motor van 1-10 Febr.
aangelegd, toch steeds tracht de werkelijk
heid onder het oog te zien, maar daarbij
nog nimmer uitsluitend duisternis heb op
gemerkt. Steeds weer was er een licht
punt, steeds weer bleek, dat wijlen Paul
Kruger, juist oordeelde in zijn overtuigd:
„Alles zal reg kom".
De regeering, wier taak uitermate moei
lijk is, wil, het behoeft geen nader betoog,
slechts de bevordering van het landsbe
lang, de welvaart van ons volk. Welnu,
wanneer van eenigen maatregel mocht blij
ken, dat deze een niet-gewenscht gevolg
heeft, dan zullen de bakens ongetwijfeld
verzet worden. En daarom durf ik ook
thans nog optimist te blijven en hierbij
word ik gesterkt door de verschijnselen in
het buitenland, waar men hier en daar,
met name in Engeland en Duitschland,
doende is, het wegverkeer juist te ontlas
ten. Dus geef ik de hoop, ook voor Neder
land, nog niet op, integendeel.
Ik mag tenslotte niet verzuimen te wij
zen op de belangrijke inzendingen, gerang
schikt langs de wanden van ons R.A.I.-ge-
bouw, alwaar de industrie van en de han
del in alle mogelijke toebehooren, gara
ge-gereedschappen en banden een belang
wekkende tentoonstelling op zichzelf vor-
In dit centrum op het gebied van weg-
verkeersmiddelen doet een enkel vliegtuig
wellicht vreemd aan. Het tentoonstellings
comité meende echter en ik deel deze
meening dat de bezoekers onzer ten
toonstelling deze vreemde eend in de byt,
niet als zoodanig zullen beschouwen, ge
zien de zoo sterk toenemende belangstel
ling voor de luchtvaart.
En zoo wachten we dan, vol vertrou
wen, de toekomst af, speciaal die der ko
mende tien R.A.I.-dagen, welke kunnen
demonstreer en, dat de in de R.A.I. ver-
eenigde bedrijven, alles in het werk stel
len om zich, de ook voor haar buitenge
woon moeilijke omstandigheden ten spijt,
te handhaven.
Bijna stilzwijgend neem ik aan, dat Ne
derlandsch publiek de haast traditioneele
belangstelling voor „de R.A.I." weder in
toegenomen mate .aan den dag zal leggen,
hetwelk dan voor een niet gering deel ook
te danken is aan de medewerking, welke
de organisatoren steeds en ook thans weer
mochten ondervinden van de Pers in al
hare geledingen, voor welke medewerking
allen in de R.A.I. ten zeerste erkentelijk
zijn en ik, ook namens mijne vereeniging,
mijn warmen dank tot uiting wil brengen.
Op de zeer talrijke inzendingen komen
wij nader terug.
MOTORRIJWIELEN ALS LUXE EN ALS
GEBRUIKSARTIKEL.
Wie de statistieken bijhoudt en nauwkeu
rig observeert hoe het staat met de verbrei
ding van het genus motorrijwiel in de Ne
derlandsche contreinen, zal bemerken dat er
een gestadige vooruitgang merkbaar is in
het gebruik van deze een-, twee- of vier-
cylindersche vehikels.
Er wordt met andere woorden, nog elk
jaar door meer menschen motor gereden.
Een gedeelte daarvan zonder twijfel
het kleinste wordt gevormd door hen,
die het motorrijwiel als luxe berijden. Die
er mee uitgaan, er mee gaan toeren, die er
het buitenland mee intrekken om verre
landen op een gemakkelijke en snelle wijze
te bewonderen. Die voor hun pleizier op den
motor zitten. Men kan ze zoo jaarlijks bij
elkaar zien komen als de Motorwielrijders
Vereeniging haar bijeenkomsten oftewel
reünies houdt en dan zijn'het er toch heel
wat, al is dat dan nog maar een betrekkelijk
gering percentage van alle pleizier-motor-
rijders, die Nederland telt.
Maar van veel meer belang is het mo
torrijwiel, dat als gebruiktmiddel fungeert.
De bestelmotor, de motor met zijspan voor
speciale doeleinden en dergelijke.
Motorrijwielen hebben vooral.in de laat
ste jaren een sterken ontwikkelingsgang
doorgemaakt. In de eerste plaats zijn het
heel wat meer verfijnde instrumenten ge
worden, maar in de tweede en veel voorna
mer plaats zijn de prijzen van deze zoo
nuttige vervoermiddelen met een vaart
naar beneden gegaan. Ook daar wordt de
markt beheerscht door den eisch van steeds
goedkooper. Aanschaffingskosten moesten
minder worden, zuiniger nog werd het ge
bruik, zoodat het motorrijwiel meer dan
vroeger binnen het bereik kwam van ieder-
Diezelfde eischen hebben tengevolge ge
had, dat men is gaan zoeken naar practisch
bruikbare, door motortjes voortbewogen
rijwielen, welke tegen heel civielen prijs
aan den man konden worden gebracht. En
we behoeven maar luttel jaren terug te
gaan om het prototype van een dergelijk
vervoermiddel te vinden: een lawaaima
kend, stuntelig ingebouwd eenpittertje van
weinig-capaciteit en een heel beperkten
levensduur. Maar zooals het meer gaat, de
gebiedende noodzakelijkheid was ook hier
de sterke prikkel ter vervolmaking van
dit nog maar heel elementaire ding. En als
men thans een dergelijk rijwiel met een
een-cylindermotortje langs den weg hoort
tjok-tjokken, dan verwondert men er zich
allicht ovar. dat zoo iets in zoo korten
tijd kon ontstaan.
De tentoonstelling in het R. A. I.-gebouw
straks van 110 Februari, zal zeker in
alle opzichten, wat de motorrijwielen be
treft voor iedereen iets bieden. Want dit
is de graag aangegrepen gelegenheid voor
de motorhandelaars om eens te laten zien,
hoe en hoever de motorindustrie in de
laatste jaren is opgeschoten.
y.\usy AUTOMOES! Eb EM
AH STEP DAM
GEOPEND vah 10 T.M.-5 M.H. v** 8 N
SLUITING ZONDAG 10 FEBR. 5u -
Toegangsprijs f 1.incl. belasting
AUTOMOBILISME
DE STERRIT MONTE CARLO.
Bakker Schut c.s. teruggekeerd.
Het bericht, dat enkele Ralleyrijders,
waaronder het beste Nederlandsche team
Bakker SchutMutsaertsCouwenberg,
gistermorgen om 10 uur bij Valkenswaard
de grens zouden passeeren, had vele en
thousiaste bewonderaars derwaarts gelokt
om hen een feestelijke ontvangst te berei
den. Maar op den aangegeven tijd was al
leen het team van Van Beeck Calkoen ge
arriveerd en hoewel Bakker Schut c. s.
heusch wel weten wat tijd-rijden betee-
kent, ditmaal kwamen zij ver over tijd
door. Doch eindelijk tegen half 12 kwamen
Bakker Schut en zijn lotgenooten, alsmede
de Fordautobus bestuurd door de heeren
Weber (Leeuwarden) en van Strien (Cu-
lemborg) te bestemder plaatse.
Door den heer Knappe, onder-directeur
van de Nederlandsche Fordfabrieken te
Amsterdam, werden de drie equipes met
een korte toespraak gehuldigd, onder aan
bieding van fraaie kransen. Met muziek
voorop ging het vervolgens door Eindho
ven naar Tilburg. Overal trok de stoet der
Rallyerijders, waarbij zich nog talrijke au
tomobilisten ter verwelkoming hadden aan
gesloten, groote belangstelling. Door Til
burg werd het een ware zegetocht.
Aan een lunch m Hotel Riche te Tilburg
heeft de heer Knappe nogmaals het woord
gevoerd, waarbij hij duidelijk liet uitko
men, dat z. i. allen, die zonder strafpun-
ten te Monte Carlo waren aangekomen, een
even groote prestatie hadden verricht.
De heer Bakker Schut dankte aan het
slot mede namens zijn metgezellen voor de
hulde, welke him dezen middag ten deel
was gevallen.
DAMMEN
NEDERLANDSCHE D AMBO ND.
Competitie 3de klasse.
Het volledige rooster van deze wedstrij
den is thans opgesteld, terwijl als volgt ge
speeld zal worden.
Wedstrijdleider
31 Jan. Lisse Vooruit I LV II RDC
31 Jan. LV in—DKZ I RDC
31 Jan. RDC I—RDC II DKZ
31 Jan. LDV II—LDC I DCL
6 Febr. DRZ I—RDC II LV
7 Febr. LV I—LV III RDC
7 Febr. LV II—DRZ II RDC
7 Febr. LDV II—RDC I DCL
13 Febr. DRZ IILDV II RDC
13 Febr. LDC I—DRZ I LQV
14 Febr. LV I—RDC 1 DRZ
14 Febr. LV II—LV III DRZ
20 Febr. DRZ 5—DRZ II DRZ
20 Febr. LDC—RDC II LDV
21 Febr. LDV II—LV I
21 Febr. RDC 1—LV IH
27 Febr. DRZ I—LV I
27 Febr. DRZ II—LV III
27 Febr. LDC I—RDC I
28 Febr. RDC II—LV II
7 Maart RDC II—DKZ
7 Maart RDC I—LV
7 Maart IV III—LDC
7 Maart LDV nDRZ I
14 Maart LV I—LDC
14 Maart LV III—LDV II
14 Maart LV III—RDC I
14 Maart RDC I—DRZ II
20 Maart DRZ II—LV I
20 Maart LDC I—LV II
21 Maart DRZ I—RDC I
21 Maart RDC II—LDV II
27 Maart DKZ II—LDC I
28 Maart RDC I—LV I
28 Maart LV II—DRZ I
28 Maart LV III—LDV II
DCL
DRZ
RDC
RDC
DCL
DKZ
LDV
LDV
DKZ
DCL
DRZ
idem
idem
LDC
RDC
DCL
RDC
DRZ
RDC
DRZ
RDC
RDC
De lokalen der resp. vereenigingen zijn:
DRZ Oranjezaal, Voorstraat, Woensdag.
RDC, Chr. J. Vereen., Voorstr., Donderdag
LDC, Café Rademaker, Dorpsstr. Woensdag
LDV, Bernsen, Breestraat 157, Donderdag.
LV, Kleuterschool, Schoolstr., Donderdag.
DISTRICT „DE RIJNSTREEK."
De wedstrijden voor de competitie „De
Rijnstreek" werden voortgezet. Z. D. en S.
C. I ontving O. G. uit Bodegraven en ver
loor met 16—4. Z. D. en S. C. II moest spe
len thuis tegen Kamerik en delfde eveneens
het onderspit met 191.
A. D. C. I te Alphen ontving haar plaats-
genoote H. D. C. en bleef met 155 over
winnaar, Ook het tweede tiental van A. D.
C. won en wel met 119 van de H. D. C.-
reserven.
De competitiestand in deze afdeeling
luidt thans:
A. D. C
O. G. I
Kamerik I
H. D. C. I
A. D. C. II
Z.D. en S.C. I
H. D. C. II
ZJD. en S.C. H
geesp. gew. rem. verl. v.t. pnt
97—23 12
1 89—31 10
1 87—33 9
2 70—50 7
3 80—40 6
4 44—76 4
6 16—104 0
6 11—109 0
Het verkregen resultaat der competitie
wedstrijden A. D. C. IH. D. C. I en A. D.
C. IIH. D. C. II was als volgt:
A. D. C. I—H. D. C. I
J. VerseputJoh. van Ofwegen
J. v. d. HorstC. Noorlander
C. SchollaardH. Wolfert
D. BevaartF. v. Ofwegen
T. LagerwegJ. Sladek
J. OostermanH. de Vos
J. D. van BerkelH. de Vos
W. van OfwegenP. Westmaas
J. GodthelpA. M. Overvliet
F. J. OostermanC. van Arkel
2—0
0—2
1—1
2—0
1—1
2—0
2—0
2—0
2—0
A. D. C. II—H. D. C. II
K. van LeeuwenF. van Ofwegen 11
J. v. OeverenS. Blom 20
P. VerkadeA. van Amerongen 02
G. ZijlstraB. Rijnsburger 20
J. NachtegaalG. van Weeren 02
A. BreedijkD. v. Klaveren Sr. 02
Jac. van OfwegenC. de Vos 20
P. OosteromL. van Klaveren 20
M. v. d. BerkA. v. d. Vliet 02
L. OosteromS. Noorlander 20
11—9
De positie van Plantaardige
en Dierlijke vetten
Er is op het oogenblik een duidelijk
merkbare hausse in de prijzen van plant
aardige vetten. Mep heeft de prijsstijging
van copra toegeschreven aan inkoopen van
Japansche zijde, maar wij gelooven niet,
dat deze inkoopen alleen een dergelijke
prijsstijging hebben kunnen veroorza
ken.
De werkelijke, algemeene oorzaken zit
ten dieper. Zij liggen in de gevolgen van
de droogte, die in den afgeloopen zomer
vooral Noord-Amerika heeft geteisterd.
Deze droogte heeft op den duur een ont
wrichting op de vetmarkt ten gevolge, die
zich nu begint te laten merken.
Volgens de statistische gegevens werd
in de vetbehoefte der Amerikaansche be
volking in de eerste plaats voorzien door
boter. De Vereenigde Staten hebben een
zeer laag margarineverbruik, slechts 1.3
K.G. per hoofd, terwijl in Canada de pro
ductie en invoer van mar gr ine verboden is.
Dit lage margarineverbruik in de Ver. Sta
ten is een gevolg van het feit, dat gekleur
de margarine, die op boter lijkt, met een
heffing van 0.10 per Amerikaansch pond
is belast. De bevolking der Ver. Staten en
van Canada gebruikt echter belangrijke
hoeveelheden bak- en braadvetten, die uit
een mengsel van dierlijke en plantaardige
vetten zijn samengesteld, en voorts na
tuurlijk het gewone runder- en varkens
vet.
Nu is de boterproductie, vooral in de
Vereenigde Staten, afgenomen. Niet alleen
omdat er meer dan 10 millioen runderen
door de droogte zijn verdwenen, hetgeen
natuurlijk lang niet alle melkgevende
koeien waren, maar ook omdat er gebrek
aan veevoeder heerscht, en dus het over
gebleven melkvee per stuk minder melk
oplevert. En wat de voorziening van dier
lijke vetten betreft vinden wij hetzelfde.
Wel heeft er afslachting op reusachtige
schaal plaatsgevonden van het vee» dat van
de droogte had te lijden, maar uit den aard
der zaak zal dit niet veel vet hebben opge
leverd. Integendeel, al het aan de markt
gebrachte vee was over het algemeen ma
gerder dan in normale jaren, zoodat de hoe
veelheid rundvet ondanks het groote aan
tal geslachte runderen, minder is dan nor
maal. En door de jarenlange slechte var-
kensprijzen en de regeeringsmaatregelen in
de Ver. Staten (uitkeering aan de var
kenshouders van een zeker bedrag voor
ieder varken, dat zij minder hielden dan
het normale aantal), is het aantal geslachte
varkens zeer sterk verminderd.
Zoo ziet men, dat van verschillende zij
den factoren werkzaam zijn, die alle in
dezelfde richting invloed uitoefenen, ver
mindering van het aanbod van boter en
van runder- en varkensvet.
Dezelfde factoren werken ook in andere
landen. In Duitschland b.v. heeft de re
geering in November 1934 de bepaling bui
ten werking gesteld, dat van de grondstof
fen voor de margarinefabricage een zeker
deel uit binnenlandsch dierlijk vet moet
bestaan.
Nu is het in de margarineproductie, en
eveneens bij de vervaardiging van bak- en
braadvetten zonder eenig bezwaar mogelijk
om de gebruikte vetten onderling te ver
vangen. Alle vetten worden gereinigd en
gezuiverd, zoodat zij volkomen reukeloos
en kleurloos worden, en eerst daarna zijn
zij bruikbaar voor de vervaardiging van
margarine en andere bakvetten.
Daarom is het volkomen logisch, dat deze
industrie thans haar behoefte begint te
dekken in den vorm van aankoop van al
ler grondstoffen voor plantaardige oliën,
nu de prijs van dierlijk vet zoodanig is ge
stegen, dat andere grondstoffen goedkoo
per uitkomen.
Van belang is het slechts om na te gaan,
of dit een verschijnsel van korten duur zal
zijn of niet. Indien werkelijk deze algemee
ne oorzaken bestaan, dan heeft men hier
met een vermeerderde vraag naar deze
grondstoffen voor plantaardige oliën te
doen, die vorloopig zal blijven bestaan.
Want het is onmogelijk om een tekort aan
dierlijk vet op korten termijn aan te vul
len. Voor varkensvet moet men op een paar
jaar rekenen, alvorens onder normale om
standigheden een merkbare vermeerdering
van het aanbod van vette varkens kan op
treden. Op het oogenblik, nu men aller-
wege tot inkrimping der varkenshouderij
onder regeeringstoezicht is overgegaan, zal
die periode natuurlijk nog langer duren.
En bij rundvet duurt het zelfs onder na
tuurlijke verhoudingen nog langer, alvo
rens een achteruitgang van den veestapel
is goedgemaakt. Wat de rundveestapel be
treft komt er bovendien dit bij, dat ver
hooging van de productie van vet wijst op
sterkere afslachting na vet weiding, maar
dan moet onvermijdelijk de productie van
melk en boter afnemen, omdat de veehou
ders hun runderen dan eerder voor de
mesterij en de slacht gaan verkoopen en
ze minder lang als melkvee aanhouden.
Het lijkt er dus op, alsof er een keer is
ingetreden in den uiterst ongunstigen toe
stand op de markt van oliehoudende za
den, hetgeen voor Neder landsch-Indië,
met zijn belangrijke productie van copra,
palmpitten, aardnoten, enz. van het groot
ste belang zou zijn. Gelukkig heeft men
daarbij de productie nog niet ingewrompen,
zoodat producenten en handel van een
eventueele verbetering zullten kunnen pro
fiteered
DE LUCHTR00VERS VAN H0ITIKA.
141. Van het zeemans-portugeesch, doorspekt met allerlei
vreemde woorden, begreep Piet niets; hij stond daarom op,
en besloot eens een kijkje iq de stad te nemen. Het huisje
waar ze waren, was niet veel meer dan een vierkante, groote
kist van leem en wat latten en de zolder waar Piet zat,
werd gevormd door een soort zeil over wat staken gespan
nen.
142. Hij had dus niets anders te doen, dan zich onder het
zeil door te werken, aan zijn handen te gaan hangen en zich
te laten zakken. Zelfs voor een kleine jongen als hij, was
het een sprong van niets, maar, als je je naar beneden laat
glijden, moet je zorgen, dat je op de grond terecht komt.