26ste Jaargang
No. 8008
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Bureaux: PAPENGRACHT 32, LEIDEN
DINSDAG 8 JANUARI 1935
Sk £cki^elveSoivtmit
DE ABONNEMENTSPRIJS bedraagt bij vooruitbetaling:
Voor Leiden 19 cent per week2.50 per kwartaal
Bij onze Agenten 20 cent per week 2.60 per kwartaal
Franco per post 2.95 per kwartaal
Het Geïllustreerd Zondagsblad is voor de Abonné's ver
krijgbaar tegen betaling van 50 cent per kwartaal, btf
vooruitbetaling. Afzonderlijke nummers 5 cent, met
Geïllustreerd Zondagsblad 9 cent.
TEL. INT. ADMINISTRATIE 935, REDACTIE 15 l
GIRONUMMER 103003, POSTBUS No. 11
DE ADVERTENTIEPRIJS BEDRAAGT:
Gewone Advertentiën 30 cent per regel
Voor Ingezonden Mededeelingen wordt
het dubbele van het tarief berekend.
TELEFOONTJES van ten hoogste 30 woorden, waarin be-
betrekkingen worden aangeboden of gevraagd, huur en
verhuur, koop en verkoop: 0.50
V Over: parlementair stelsel
en dictatuur.
De voor zijn taak berekende en met
heel veel toewijding die taak vervullen
de voorzitter van de Kamer van Koophan
del en Fabrieken voor Rijnland heeft van
daag zijn gebruikelijke, uitvoerige „nieuw
jaars-rede" gehouden, waarvan wij elders
in dit nummer een uittreksel geven.
De documentaire gegevens, daarin als
vrucht van veel arbeid verzameld, zijn
leerzaam en belangwekkend. En de daar
aan hier en daar vastgekoppelde beschou
wingen zal, over het algemeen, ieder
als juist erkennen.
Op één uitlating van den voorzitter on
zer Kamer van Koophandel meenen wij
echter den vinger te moeten leggen. De
heer ten Cate Brouwer maakt aan het ein
de van zijn rede deze opmerking:
De goede tijd, dat men de verschil
lende Regeeringsmaatregelen rustig
kon doorzien, is voorbij. De macht,
welke de verschillende Departementen
hebben gekregen, verschilt heel vaak
in niets van die in fascistische landen.
Het parlementaire stelsel is in dit op
zicht ongetwijfeld te kort geschoten
om daartegen voorzieningen te treffen;
iets wat geen verwijt is, maar slechts
als feit moet worden geconstateerd.
Het schijnt ons toe, dat hier een opvat
ting van het parlementaire stelsel wordt
gegeven, welke beslist onjuist is!
Het parlementaire stelsel schiet niet
te kort, als de volksvertegenwoordiging be
voegdheden delegeert, overdraagt aan an
deren. Daartegenover is het juist een fout
in het parlementaire stelsel als zulks te
weinig geschiedt, zooals in het verleden
en o.i. ook nü nog de volksvertegenwoor
diging in Staten-Generaal en in Ge
meenteraden te weinig overlaat aan de
besturen. Natuurlijk kan er ook teveel
worden overgedragen en overgelaten aan
de Departementen. Als de voorzitter van
de Kamer dat zou bedoelen, dan drukt hij
zich o.i. niet duidelijk uit.
Maar zelfs al gebeurt dit, dan is het
nog onjuist, dat de zij 't ook nog zoo
groote macht van Departementen „i n
niets" verschilt van de dictatoriale
macht in fascistische landen. Een dictator
duldt geen critiek, sluit controle uit, is aan
niemand rekenschap verschuldigd en laat
zich daarom ook niet vragen!
Wij hebben reeds meerdere malen er op
gewezen, dat het niet ligt in het we
zen van het parlementaire stelsel, doch
een uitwas van dit stelsel is, als de
volksvertegenwoordiging niet veel aan
anderen kan en wil overlaten.
Wij hebben ook reeds meermalen gewe
zen op het onjuiste, veel te soepele begrip,
dat velen hebben van: dictatuur of dictator.
En deze opvatting kunnen wij hier nu la
ten zeggen in een kers-versch citaat uit een
liberaal blad, de „Avondpost" van gis
teravond:
Waarom en waardoor wordt een dic
tator eigenlijk: dictator?
Omdat hij alleen staat en alleen
beslissingen neemt?
Wei-neen.
Hij wordt dictator, omdat er geen
andere macht is, die rekenschap van
hem kan vragen en hem afzetten kan.
Hij bepaalt zélf zijn aanblijven, zijn af
treden, en doodt anderer vrijheid,
duldt niemand boven of naast zich. Dit
Is dictatuur.
Maar democratie is er, wanneer
een vertegenwoordigend college oor
deelt en controleert en de gelden toe
staat en over werkelijk-groote dingen
beslist of mee-beslist.
Over wat eigenlijk is democratie
(belichaamd in het parlementaire stelsel)
en wat eigenlijk is dictatuur heerschen
zeer onjuiste opvattingen. Wij meenen, dat
aan die opvattingen de voorzitter onzer Ka
mer van Koophandel in zijn overigens hel
dere redevoering voedsel heeft gege
ven in het hierboven opgenomen citaat.
DE DUITSCHE CLEARING-
CD VEREEN KOMST.
Er is voldoende over de Duitsch-Neder-
landsche clearing geschreven, zoodat een
ieder, die daarbij belang heeft, behoorlijk
op de hoogte is van de moeilijkheden,
welke uit die overeenkomst zullen kunnen
voortkomen. De bedoeling van de clearing
is, dat men zijn geld verkrijgt, wanneer
men goederen naar Duitschland uitvoert.
De exporteurs worden dus betaald met
hetgeen de importeurs van Duitsche goe
deren aan Duitschland verschuldigd zijn.
Het is dus de hoofdzaak, dat er steeds
voldoende guldens op de clearing-rekening
in Nederland worden gestort om de beta
lingen aan exporteurs te kunnen voldoen.
Vroeger hadden wij steeds een ongunstige
handelsbalans met onze Oostelijke buren.
Wij voerden meer Duitsche goederen in
dan wij Nederlandsche goederen naar
Duitschland verzonden. Men hoopte, dat
dit zoo zou blijven, want dan zou een
regelmatig verloop der clearing verzekerd
zijn. Helaas zijn er verschillende tegenwer
kende krachten. Want er is nog altijd een
12 millioen méér in Duitschland ten be
hoeve van ons betaald dan hier ten behoeve
van Duitschland, hetgeen dus wil zeggen,
dat buiten onze bevroren vorderingen van
vóór 24 September j.L (de datum, waarop
de clearing werd ingevoerd) nog eens 12
millioen niet kan worden verrekend.
Hoe komt dit? En moet men rekening
houden met een aangroeiing van dit be
drag? Is de clearing met het daarmede
samenhangend export-bureau voldoende
efficient georganiseerd, zoodat men een
verdere accumulatie van dit bedrag zal
weten te voorkomen? Kan dit dan alleen
geschieden door verderen achteruitgang
van' onzen export naar Duitschland of door
een opvoeren van de Duitsche importen in
ons land.
De redenen, waardoor het in Duitschland
gestortte bedrag grooter is dan de hoeveel
heid guldens, welke in ons land is betaald,
zijn velerlei. Ten eerste het feit, dat 18 pet.
voor. de liquidatie der oude vorderingen
moet worden gereserveerd.... ten tweede,
dat 5 pet. ter beschikking van Duitschland
in vrije deviezen moet komenten der
de, dat de Young- en Dawesverplichtingen
uit de betaalde bedragen moeten worden
verrekend en ten slotte, dat de exporten
naar Duitschland toenemen door het tekort
aan grondstoffen, dat er in Duitschland be
staat. Hoe deze factoren zich verder zullen
ontwikkelen, is natuurlijk niet te zeggen.
Wy willen echter nog de aandacht ves
tigen op een ander feit, n.l. dat ook de Ne-
derlandsch-Indische handelsbeweging met
Duitschland via de clearing loopt en dit
feit is van een verstrekkende consequentie.
Indië voert méér naar Duitschland uit dan
het vein D^jtschland importeert. Er wordt
dus voor Indische rekening meer in
Duitschland gestort dan omgekeerd, zoo
dat een deel van onze importen uit Duitsch
land zal dienen ter verrekening van Duit
sche importen uit Indië. De Regeering
heeft vanzelfsprekend de cijfers van deze
Indische handelsbeweging bestudeerd en
zij kent den invloed daarvan op de clea
ring-verhoudingen. Wat onze Regeering
echter niet kent, is de toekomstige loop der
Duitsch-Indische handelsbetrekkingen. Zal
Duitschland groote hoeveelheden rubber,
copra, thee, koffie, etc. uit Indië koopen,
zoodat een zoodanig groot bedrag der in
Nederland gestortte guldens voor verreke
ning van de Indische exporten zal moeten
worden gereserveerd, zoodat er voor ex
port van Nederlandsche artikelen naar
Duitschland relatief weinig zal overblij
ven?
Het nieuwe exportbureau zal hierop con
trole uitoefenen. Het geeft uitvoerconsen-
ten af, zonder welke consenten geen beta
ling uit de clearing kan worden geëischt.
Welke verhoudingen neemt dit exportbu
reau voor de Nederlandsche er. Indische
exporten naar Duitschland in acht? Indien
Duitschland ter wille van den economi-
schen opbouw van het land, ter wille mis
schien van de vetvoorziening van het
Duitsche volk.... te wille van de bewa
pening groote kwantiteiten Indische pro
ducten wenscht te importeeren en als ge
volg van de autarkische neiging weinig Ne
derlandsche, moet het exportbureau de con
senten voor dien Indischen export weige
ren of moet het de leuze huldigen van het
„laisser faire laisser passer".
Mogen we den Indischen export naar
Duitschland aan banden leggen ter wille
van ons eigen bedrijfsleven? Worden hier
voor contra-prestaties gegeven? Is het voor
Indië van belang om via de Nederlandsche
clearing te werken of is het voor Indië
beter een eigen clearing-overeenkomst met
Duitschland te sluiten, waardoor misschien
de import van Duitsche artikelen wordt
bevorderd ten nadeele van het restje, dat
er nog van onzen uitvoer naar het eigen
Overzeesche gebied is overgebleven?
PRINS HENDRIK ALS
NEDERLANDER
De jongste Levensberichten van de
Maatschappij der Nederlandsche Letter
kunde openen met een in memoriam van
het buitengewoon eerelid Z. K. H. Hendrik
Wladimin Albrecht Ernst Prins der Ne
derlanden, die den 3den Juli te 'sGraven-
hage overleed. Over het Nederlanderschap
van den Prins, over zyn verhouding tot
de Nederlandsche taal in het bijzonder,
leest men in het door H. J. Schmidt on-
derteekendwe levensbericht een passage, die
den overleden Prins treffend typeert: Z.K.
Hoogheid, lezen wij, „was in die 33 jaren
met hart en ziel een Nederlander ge
worden; hij sprak onze taal weliswaar met
een onmiskenbaar accent, maar hij kende
haar goed, en was daar trotsch op. Hij kon
genieten van de verbazing van zijn gezel
schap als hij weinig bekende uitdrukkin
gen correct te pas bracht of ongebruike
lijke woorden kon verklaren. Zijn echt
zich Nederlander voelen bleek telkens op
zijne reizen buitenslands; en dat hy onzen
aard goed begreep, daarvan getuigt het
gemak waarmede hij zich met den een-
voudigen man uit het volk onderhield,
waarbij hij, zonder zich eenig geweld aan
te doen, direct de juiste snaar wist te
treffen. Daarom werd hij ook door zijn
personeel verafgood. Het was zijne in-
goedhartige natuur die hem de gave ver
leende, om tot de harten te spreken. En
zoo in-Nederlandsch was hij geworden,
dat hij, als hij onvoorbereid in het publiek
moest spreken, dat gemakkelijker deed in
het Nederlandsch dan in zijne moeder- j
taal!"
VRIJHEID EN GEZAG
In het kort geleden verschenen Gedenk
boek van de Maatschappij tot Nut van het
Algemeen heeft de Leidsche hoogleeraar
dr. J. Huizinga een artikel geschreven over
„Nederland's geestesmerk".
De schrijver waarschuwt in dit artikel
tegen het „al te geredelijk willen prijs
geven" van de vrijheid:
„Denkt over de vrijheid niet lichtvaar
dig. De meeste staten van Europa hebben
hun vorming te danken aan een beginsel
van heerschappij. Er zijn er .naar enkele,
die aan een strijd om vrijheid hun bestaan
en hun wezen danken. Een ervan is Neder
land. Vrijheid, hoe eng ook verstaan, is
de gist van onze natie geweest. Laat Ne
derland met het kostbaar erfgoed van
vrijheid voorzichtig zijn".
„In onze westelijkheid ligt onze kracht
en de reden van ons bestaan. Wij hooren
aan den Atlantischen kant. Ons zwaarte
punt ligt op en over de zee. Ons gezel
schap is dat der Westersche volken, van
het groote volk in de eerste plaats, dat
de moderne staatsorde schiep en nog de
vrijheid handhaaft".
En het geroep om gezag beantwoordt de
Leidsche hoogleeraar met een verwerping
van gezag, dat zich slechts op macht ba
seert. Gezag behoort te zijn „gefundeerd
in de onderwerping van dat gezag zelve
aan de hoogste wet en beperkt door rechts
regels, die in deze laatste hun diepste
grond hebben".
De schrijver wenscht wel een leiding,
welke bestaat uit „een wijsheid, die het
allerhoogste zoekt", maar wil geen leider
die een heerscher is en de niensch leidt
„als Breughel's blinden, of als een beer
aan een ketting".
STADSNIEUWS
DE BEVOLKING
Bevolking op 31 December 1933: 35.040
mannen, 37.374 vrouwen, totaal 72.414.
Vermeerdering door: a. geboort 682 man
nen, 624 vrouwen, totaal 1306; b. vestiging
1615 mannen, 2026 vrouwen, totaal 3641.
Totaal 2297 mannen, 2650 vrouwen, tesamen
4947.
Vermindering door: a. overlijden 227
mannen, 292 vrouwen, totaal 569; b. ver
trek 1793 mannen, 2223 vrouwen, totaal
4016. Totaal 2070 mannen, 2515 vrouwen,
tesamen 4585.
Verschil tusschen de geheele vermeerde
ring en de geheele vermindering 227 man
nen 135 vrouwen, totaal 362. Bevolking op
31 December 1934: 35.267 mannen, 37.509
vrouwen, totaal 72.776.
Aantal voltrokken huwelijken 560 (v.j.
565). Aantal ingeschreven echtscheidingen
29 (v.j. 21).
DE UCHTTARIEVEN.
Adres der LJVI.C.
De Leidsche Middenstands-Centrale, ver
tegenwoordigende de volgende groepen:
Vereeniging voor den Christelijken Handel-
drij venden en Industrieelen Middenstand
in Nederland, afd. Leiden, Bond van R.K.
Vereenigingen van den Handeldry venden
en Industrieelen Middenstand „De Hanze"
afd. Leiden, Koninklijke Nederlandsche
Midden standsbond afd. Leiden,
sprekende namens deze, en zeer zeker
mede namens alle belanghebbende Leidsche
neringdoenden van alle richtingen, heeft de
eer u mede te deelen, dat zij bij deze ad-
haesie betuigt aan het voorstel gedaan in
de Raadszitting van 17 December 1934,
door den heer H. L. J. Tobé, in zake be
langrijke verlaging der lichttarieven,
dat deze adhaesie-betuiging niet slechts
bedoeld te zijn een bloote formaliteit, doch
dat zij hierbij met klem attendeert op het
feit, dat de zeer ongelijke toepassing van
de tarieven in het algemeen een steeds toe
nemende ontevredenheid teweeg brengt,
dat vooral het bekend worden van het
bestaan van geheime tarieven haar zeer
pijnlijk heeft getroffen,
dat zij ook meegaat met de opvatting, dat,
al meent de Gemeente de groote winsten
uit de lichtbedrijven niet te kunnen mis
sen, zulks toch niet tengevolge mag hebben,
dat daardoor een onbillijke last wordt ge
legd op de schouders van een' deel der in
gezetenen,
dat, gezien het oorspronkelijk doel, om de
lichtbedrijven van Gemeentewege ten bate
van de verbruikers te exploiteeren, dit doel
in de loopende jaren is voorbijgestreefd,
met gevolg, dat gaandeweg de rollen zijn
omgekeerd en dat daardoor bedoelde mis
stand is binnengeslopen,
dat de handeldrijvende middenstanders
in de goede jaren in het onbillijk stelsel
hebben berust, maar dat de omstandighe
den in zoo sterke mate veranderd zijn, dat
zij daarin niet meer kunnen volharden,
hoezeer zij de electriciteit voor hun bedrij
ven in het algemeen ook noodig hebben,
dat zij inmiddels over voldoende techni
sche gegevens beschikt om haar in de over
tuiging te sterken, dat inderdaad in haar
billijk verlangen door de Gemeente is te
voorzien,
dat alzoo de Leidsohe Middenstand in al
zijn schakeeringen met groote belangstel
ling de debatten en besluiten zal aanhoo-
ren in de Raadszitting waarin deze gelegen
heid zal worden behandeld en naar aanlei
ding daarvan zijn conclusie zal trekken,
dat zij derhalve de vrijheid neemt u deze
voor den Middenstand zoo belangrijke ma
terie in ernstige aandacht aan te bevelen,
't Welk doende, met verschuldigde, enz.
AFSCHEID HOOFDAGENT J. KL UT.
Onder groote belangstelling heeft gister
middag de heer J. Klut wegens het berei
ken van den pensioengerechtigden leef
tijd na dertig jaren dienst van den Leid-
schen politiedienst afscheid genomen. In
de theoriezaal van het politiebureau had
den zich behalve verscheidene familiele
den van den heer Klut, verschillende supe
rieuren, collega's en tal van minderen ver
zameld om van den jovialen politieman af
scheid te nemen.
De rij van sprekers werd geopend door
den heer J. Zwart, die er op wees, dat het
eigenlijk voldoende zou zijn te zeggen, dat
hier heengaat een chef en een collega, die
aller sympathie in ruime mate bezat. Klut
toch is een politieman geweest zooals er
maar weinigen geweest zijn en spr. kon
hem niet beter vergelijken dan met den
hoofdagent Dorst. Zijn goed voorbeeld en
zijn goed woord zal bij allen lang in de
herinnering voortleven en zijn opvolger
zal ongetwijfeld een zware taak hebben om
hem te vervangen bij de minderen, met
wie hij zoo best kon omgaan.
Den heer Klut de verzekering gevend, dat
er met hem een goed politieman heengaat,
bood de heer Zwart hem namens het corps
een rijwiel als aandenken aan.
De inspecteur van de afdeeling verkeer,
de heer D. van der Wal, de onmiddellijke
chef van den heer Klut, zeide, dat hij met
genoegen bij dit afscheid kon spreken, wijl
hij den scheidende had leeren kennen en
waardeeren om zijn ijver en toewijding
voor den dienst. Alhoewel de gezondheid
een gave is, die niet ieder ten deel valt,
mocht spr. er toch wel op wijzen, dat de
heer Klut in zijn dertigjaringen dienst
slechts 25 ziektedagen heeft gehad. Dat was
voor spr. een bewijs, dat hij toch zeker
niet voor elk wissewasje thuis bleef.
De heer Klut verrichtte administratie- en
statistiek-werk en dat dit voor den politie
man niet altijd het aangenaamste is, om
dat hij dienst verlangt, mag als algemeen
bekend worden verondersteld. Niettemin
heeft de heer Klut de hem opgelegde taak
steeds naar tevredenheid zijner superieu-
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
VOORNAAMSTE NIEUWS.
BUITENLAND.
Italiaansch-Fransche overeenkomsten ge-
teekend. Verklaringen van Mussolini en
Laval. (2e blad).
Lavai's bezoek aan den Paus. (2de blad).
Maatregelen der Katholieke Kerk in
Mexico tegen de vervolging. (2e blad).
De Amcrikaansche bondsbegrooting toont
een deficit van 34 millaird dollar aan. (2e
blad).
LEIDEN.
De voorz. van de K. v. K. voor Rijnland
geeft in zijn Nieuwjaarsrede een overzicht
van handel en industrie in Rijnland over
1934. (2de blad).
ren vervuld en zich in den omgang steeds
een inschikkelijk persoon getoond.
Als aandenken aan de aangename samen
werking bij de verkeerspolitie bood spr.
hem een foto aan van de verkeersbrigade,
terwijl hy hem namens de afd. Leiden van
den Alg. Politiebond het diploma met ver
guld zilveren kruis voor dertigjarigen
dienst overhandigde.
Vervolgens sprak de heer J. H. Barlo, als
voorz. van de afd. Leiden van dezen bond,
die hem als een actief lid der afdeeling
kenschetste en als aandenken hem ver
schillende ingrediënten, bij het hem ge
schonken rijwiel behoorende, overhandigde.
Daarna werd in het kort het woord ge
voerd door den heer C. Klay, die namens
de hoofdagenten, den heer Klut de beste
wenschen voor zijn rusttijd toewenschte.
Als aandenken bood spr. hem een foto van
de collega's hoofdagenten aan.
De heer Joh. v. d. Heijden bracht hierna
in herinnering, hoe zy beiden op denzelf
den dag werden aangesteld en steeds trou
we vrienden waren gebleven, terwyl ook
de echtgenoote van den concierge, mej.
Holland haar beste wenschen voor den
scheidenden hoofdagent uitsprak en deze
ook van een aandenken vergezeld deed
gaan.
Nadat een broer van den heer Klut met
enkele woorden tot uitdrukking had ge
bracht hoezeer hij den zijn broer toege-
zwaaiden lof op prijs stelde, dankte de
scheidende allen afzonderlijk voor de
woorden van sympathie en de geschenken,
waarna allen in de gelegenheid werden ge
steld persoonlijk van hem afscheid te ne
men.
BRANDEND TE WATER
GESPRONGEN
Gistermiddag te half zes was de 38-ja-
rige monteur M. uit Schiedam in de melk
inrichting de Rijnstroom van den heer
heer Hollander aan den Lage Rijndijk be
zig een stoomketel autogenisch te lasschen
Hij bevond zich daartoe onder den ketel,
toen plotseling de slang van het toestel los
geraakte. M. geraakte daardoor in brand
en op zijn hulpgeroep trok men hem ijlings
onder den ketel weg. Met zijn brandende
kleeren aan sprong M. in den Rijn, waar
door de vlammen doofden en hij gelukkig
slechts weinig letsel opliep. Na in het Ac.
Ziekenhuis verbonden te zijn, kon de man
naar huis terugkeeren.
Handelsregister K. v. K.
Opheffing. 5031. De Stofzuiger Cen
trale Gebr. van der Meel, Leiden, Stations
weg 14.
Wijziging. 2619. B. J. M. Vreeburg,
Leiden, Nieuwe Ryn 106, vleeschhouwerij
en spekslagerij. Uittr. E.: B. J. M. Vreeburg,
Leiden, d.d. 1 Jan. 1935. N. E.: J. Chr. S.
Vreeburg, Leiden.
Hedenmorgen te kwart voor negen is de
23-jarige wielrijder J. de K. uit de De
Ruyterstraat op den Hooge Rijndijk aan
gereden door een luxe auto, bestuurd door
J. K. uit Leiderdorp. Hij bekwam een
hoofdwonde en een schaafwond aan de
rechterknie en werd door den E.H.D. naar
het Acad. Ziekenhuis vervoerd.
In de meelfabriek der fa. K. en Co. aan
de Looyerstraat is de arbeider A. F. onder
een verschuivenden stapel zakken meel
geraakt. Met een vermoedelijk gekneusd
been werd hij naar het Acad. Ziekenhuis
vervoerd.