VRIJDAG 4 JANUARI 1935 DE LEIDSCHE COURANl 1IETDE BLAD. - PAG. ló ONZE RAADSELWEDSTRIJD. Tot voldoening van velen uwer, komen we vandaag met onze prijsraadsels. Het heeft wel lang geduurd, maar gezien de reuzenprijzen, en gezien de inderdaad ge makkelijke raadsels en opgaven, geloof ik, dat jullie er geen spijt van behoeft te heb ben, dat het zoolang duurde. Een enkel woord over de prijzen. Ziet het aantal eens met aandacht door en kijkt dan ook eens naar wat wij ge ven! Ik wed, dat er geen onder u is, of hij ziet in zijn gedachte zich reeds de gelukki ge winnaar van een dezer prijzen. Ik reken dan ook op een getal mededingers, die bo ven de 400'uitkomt. Zijn er minder, dan zou dat voor mij een tegenvaller zijn, en niet alleen voor mij maar ook voor de Di rectie, die moeite noch kosten spaart om voor de Neefjes en Nichtjes van onze groote familie iets bijzonders te geven. ONZE VOORWAARDEN. No. 1. Schrijf ordelijk en netjes en met inkt. No. 2. Gebruik een mooi vel papier en enveloppe. No. 3. Beschrijf het papier slechts aan één kant. (afd. B.). No. 4. Wees op tijd. No. 5. Frankeer den brief voldoende. (Strafport wordt noch door de Directie noch door mij betaald). De brief open la ten, als drukwerk, mag niet. Het is geen drukwerk. No. 6. Wie een brief apart schrijft, krijgt een antwoord onder „Correspondentie" van mij terug. No. 7. Schrijf je voornaam voluit. Dan duidelijk straat en nummer en leeftijd en plaats van herkomst. No. 8. Schrijf je verjaardag er onder, d. i. voor het plaatsen onder „Wie zijn jarig"? No. 9. Wie zijn prijs niet ontvangt of ge schonden bezorgd krijgt, schrijve het. No. 10. Let op! Alles moet binnen zijn vóór 15 Januari. Aan 't volgend adres: Prijsraadsels RED. „DE LEIDSCHE COURANT' PapengrScht Leiden ONZE RAADSELS. A. Voor de kleinen van 6 tot 8 Jaar. Vraag I: Hoe kan ik 95 cent met 5 geldstukken uitbetalen? Vraag II: De raadsels zijn gemakkelijk. Met hoe veel letters spelt men dat? Vraag III: De hond blaft. Wat doet de krekel? Wat doet de musch? Wat doet de regen? Wat doet het vuur? Vraag IV: Hoeveel jaar is oom oud? Hij is 2 x 5 en 3 jaar ouder dan een halve eeuw? Vraag V: Hoe leest ge dit: dag D NIEUWE RAADSELS B. Van 8 tot 10 jaar. Raadsel I: X XXX X X X X X XXX X De 5 kruisjes van boven naar onder en door het midden de naam van een gevaar lijk dier, dat veel in Indië voorkomt. Op de eerste regel is een medeklinker. Op de tweede een groente Op de derde het gevraagde woord. Op de vierde de naam van een meisje. Op de vijfde een medeklinker. Zoek de naam van dat beest Raadsel II: Ik ken een kleur; draai om en het wordt de naam van een meisje. Zoek dat woord eens! Raadsel ni: Mijn geheel bestaat uit 11 letters en is in December een feest van belang. Welk feest zou dat zijn? Raadsel IV: Wat is het meeste 15 x 27 x 19 of 19 x 15 x 27? Raadsel V: 'k Ben een rivier in Nederland Vloei ook door and're oorden; 'k Ben vol bedrijf aan allen kant En vruchtbaar langs mijn boorden. Eén letter anders, en ziet Ge me aan den hemel prijken, Maar 'k laat me bij donk'ren nacht niet Door 's menschen oog bekijken. C. Voor de grooten van 10 tot 12 Jaar Raadsel I: Verborgen plaatsen in ons land. De menschen die men in de verte zag, leken heel klein. Is het nieuwe kleed amandelgroen of reseda? Je doet de dingen dikwijls half en daar door verkeerd. De zaal was niet groot: zoodra al te veel menschen wilden komen, moest er een ge deelte teleurgesteld worden. Raadsel II: Kruisraadsel. X X X x x X X Mijn geheel is een stad in Noord-Holland. Ie rij een medeklinker. 2e rij een rond voorwerp, waarmee ge speeld kan worden. 3e rij een klein vruchtje, dat in 't wild groeit. 4e rij het gevraagde woord. 5e rij een mooie bloem. 6e rij schrijfgereedschap. 7e rij een medeklinker. Raadsel III: Als 1—2 een muzieknoot is en 345 een groote steen, wat voor knecht is dan het geheel. Raadsel IV: Mijn geheel is de naam van een grappen maker. 123 is het omgekeerde van lap. 456 is een kleedingstuk. Wie ben ik? Raadsel V: 1 4 13 16 Plaats in deze 16 vierkantjes de getallen van 1 tot 16 zoo, dat de som der getallen vertikaal en horizontaal en in diagonaal steeds samen 34 is? Zooals je ziet, heb ik een beetje geholpen. D. Boven de 12 jaar. Raadsel I: Ingestuurd door Anny v. Diest. Invullen woorden van zes letters. De Tandletters moeten een naam geven van een bloem. Op. 1: Een stad in Overijssel. Op. 2: Een stad in Zuid-Holland. Op. 3: Een jongensnaam. Op. 4: Iets, waar de meisjes graag mee spelen. Op. 5: Een watersport. Op. 6: Een ander woord voor openma ken. Op. 7: Een windstreek. Op 8: Iets wat tot onze kleeding behoort. Raadsel II: Ingestuurd door J. Reizevoort uit Utrecht. Toelichting l>ij no. 2. Horizont.' al (van links naar rechts): 1. gesprek met God; 6. cyfer; 11. echtge- noote; 12. zoon van Adam en Eva; 14. amu sementsgelegenheid op een kermis; 16. houten schijf van zeker huisspel; 18. hel dendicht; 20. voorzetsel; 21. man van adel; 24. moeder; 25. loofboom; 27. winterslede; 28. reeds (bijwoord); 29. laagte tusschen bergen; 30. vaartuig met platten bodem; 32. hevige wind; 36. plaatsje bij Wijk-bij- Duurstede a. d. Kr. Rijn; 38. onbepaald voornaamwoord; 41. industrieplaats in Gel derland; 42. roomsch-katholiek; 43. ant woord (afkorting); 44. verkorte meisjes naam; 45. lidwoord; 46. systeem; 49. laag getij; 50. peulvrucht; 52. knaagdier; 53. diploma; 55. iemand, die oud is; 57. meis jesnaam; 59. trouwen; 60. vroolijk, aange naam. Vertikaal (van boven naar beneden) 2. lidwoord; 3. hap; 4. landbouwwerktuig; 5. bedrijver; 6. toonladder; 7. zie 49 hor.; 8. deel van een voet; 9. sneeuwberg; 10. steenen verhevenheid voor een huis; 13. geestelijk lied; 15. Arabisch bevelhebber; 17. zie 28 hor.; 19. Oostersche naam; 22. roodbruin hert; 23. gelijk mede, zooals ook; 26. erfelijke stand, gesloten.kring in Eng.- Indië; 29. germaansche dondergod; 31. uit roep van medelijden; 33. mak.; 34. het an ker werpen; 35. Spaansche munt; 36. uit- heemsche naaldboom; 37. Duitsche rivier; 39, tegenovergestelde van wèl; 40. schuldig; 46. dam, waterkeering; 47. zesde toon v. d. klankladder; 48. kameelschaap; 51. wilde (werkwoord); 54. liter; 56. lidwoord; 58. derde toon v. d. klankladder. Indien de vakjes worden ingevuld met de juiste woorden, dan komt horizontaal over het kruis in deze rebus de naam van een Nederlandsch priester-dichter-staats- man, die in 1903 te Rome stierf, en den eere-titel van emancipator, d. i. bevrijder, der Nederlandsche katholieken heeft ver worven, omdat hij de katholieken op poli tiek en staatkundig gebied tot de noodza kelijke eenheid en organisatie bracht. De letter e in het kruis, vormt de middenletter van dien naam. E. Voor allen boven 10 jaar. Maak een verhaal, een vers, een sprook je, een opstel over een onderwerp naar eigen verkiezing. Het verhaal, opstel of sprookje moet minstens 2 bladzijden (gewoon schrift) lang zijn. Het versje minstens twaalf regels. F. Voor Teekenliefhebbers. Maak een teekening over een of meer der volgende onderwerpen. a. Een kat, die een muis vangt. b. Een muizenval met muis erin. c. Een vogel op het nest. d. Een papegaai op een stok. e. Een boom met een paar peren. f. Een tafellamp. g. Een hanglamp. h. Een leeslamp. i. Een sneeuwman. j. Een vogelschrik. Wie een teekening inlevert naar eigen keuze, moet een er bijvoegen uit bovenge noemd tiental. ATTENTIE! Wie aan twee of meer groe pen meedoet, heeft kans op twee of meer prijzen, wil zeggen: hij loot mee in alle afd. waarin hij meedingt. ONZE PRIJZEN. Zei ik teveel, dat we zulke pry zen eens nauwkeurig moeten opnemen en dan eens ernstig over 'egen of elk dezer niet een beetje moeite waard is. My dunkt het ant woord kan niet anders nijn dan: „Daar doe ik aan mee." „Dat is iets voor mijl" Hier zijn ze dan: Prijs 1: Een Fototoestel. Prijs 2: Een armbandhorloge. Prijs 3: Een vulpen. Prijs 4: Een armbandhorloge. Prijs 5: Een vulpen. Prijs 6: Een armbandhorloge. Prijs 7: Een vulpen. Prijs 8: Een armbandhorloge. Prijs 9: Een vulpen. Prijs 10: Een armbandhorloge. Pri's 11: Een vulpen. Prijs 12: Een armbandhorloge. Prijs 13: Een boek. Prijs 14: Een boek. Prijs 15: Een boek. Prijs 16: Een boek. Prijs 17: Een boek. Prijs 18: Een vulpotlood. Prijs 19: Een vulpotlood. Prijs 20: Een vulpo'.lood. Prijs 21: Een vulpotlood. Prijs 22: Een vulpotlood. Prijs 23: Een vulpotlood. Prijs 24: Een vulpotlood. Prijs 25: Een vulpotlood. Prijs 26: Een vulpotlood. Prijs 27: Een vulpotlood. Prijs 28: Een vulpotlood. Prijs 29: Een vulpotlood. Prijs 30 enz. Eenige verrassingen (be doeld als troostprijzen!). Wat dunkt U? Zei lk te veel? Mij dunkt, daar heb ik niets aan toe te voegen. En ik kan dan ook nu gevoegelijk een punt zetten. Aan 't werk! Denkt aan de voorwaarden! Weest vooral op tijd! Succes voor U allen! Oom Wim. Beste Oom, hy die dit briefje Met een hoopvol hart U schreef, Is van Uw gansche familie Wel de allertrouwste neef. Daarom durft hij U te vragen (Weten dat U 't niet erg vindt:) Ingeval, hij door de raadsels Van de krant een prijsje wint, Al uw hulp er aan te geven Zoo dit kan dan doet U 't wel; Dat ik dan als prijs zal krijgen 't Zeer begeerde kiektoestel. Dat is na een vliegtuigtochtje 't Eenigste wat ik nog wensch. 'k Kan voor geen van beiden dokken Want ik ben maar een arm mensch. Meer hoef ik U niet te zeggen Dus ik maak een eind hiermee. Met als slot de hand en dankgroet Van Cadier Th. R. van G. Dat ben Je! Als ik het één wensch, ben jij het! Maar? Kan ik Fortuna dwingen? Wederkeerig hand en groet! O o m W i m. WIE ZIJN JARIG? Van 6 Jan. tot en met 12 Jan. 6 Jan.: Hein Schrandt, Lammenschans- weg 7. 6 Jan.: Cornelia Simmermans, Prins Hen drikstraat 74, Alphen. 6 Jan.: Lien van Vooren, Jan. v. Houtk. E46 6 Jan.: Gerard de Rijk, Ter Aar C 165. 6 Jan.: Joke Walenkamp, Rijnsburger- weg 43. 7 Jan.: Hein Straver, Oud Ade E 40. 8 Jan. Cornel is Karremans, Leidscheweg 22, Voorschoten. 9 Jan.: Dirk van Kampen, Noordwjjker- hout, 's Grav. weg 7. 9 Jan.: Rika Straver, Oud-Ade E 46. 9 Jan.: Jan Jansen, Kastanjelaan, Sassen- heim. 9 Jan.: Bep de Rijk, Ter Aar C 165. 10 Jan.: Gerarda Castelein, Oude Rijn 30. 10 Jan.: Piet Mulder, Timorstraat 4, Kooi. 10 Jan.: v. d. Oord, Walter, Geversstraat, Oegstgeest. 10 Jan.: Jacques van Vooren, Hooge Rijn dijk 106. 10 Jan.: Cornells Weijers, Heerenweg 158, Noord wijkerhout. 11 Jan.: Henk v. d. Boog, Fr. v. Mieresstr. 11 Jan.: Tonia de Rijk, Ter Aar C 165. 11 Jan.: Corrie Kniest, Abspoelweg no. 5, Oegstgeest. 11 Jan.: Kees van Haastert 135, Stompwijk. 12 Jan.: Sofia Straver, Oud-Ade. 12 Jan.: Jacoba de Jeu, Oude-Wetering A10 12 Jan.: Antoon de Rijk, Ter Aar C 165. Ik feliciteer de jarigen! Wie zijn of haar naam in deze lijsten wil opgenomen zien, schrijve me minstens 14 dagen voor den verjaardag. Ik bedoel na men van schoolgaande kinderen. Oom Wim. NIEUWJAARS-OVERPEINZINGEN door Gretha Haverkorn. Weder Is hef jaar teneinde.... Maanden, dagen zijn voorbij; Veel, zéér veel is er veranderd, Thans komt er een nieuw getij: Met veel zorgen, die zwaar drukken, Brengend aan den mensch verdriet, Ook zal heerschen blijheid, vreugde; Dit is wat het leven biedt! In den tijd, dien wij beleven, Crisis en malaise heerscht Velen zyn er ontevreden En opstandig is hun geest. Armoe wordt er veel geleden, Ook verzacht, bedenkt dit goed; Daarom veel tot Hem gebeden, Hij schenkt troost en Hij geeft moed! Hoofd omhoog, het oog naar boven, Schenkt vertrouwen in uw God; Laat Hem uwen weg bestieren, In Zijn hand ligt toch uw lot. En al zyn de wegen moeilijk, Houdt het hoofd daarbij steeds koel; Leeft het leven om te leven, Hemelvreugde; dit het doel! 't Nieuwe jaar, dat wij beginnen, Dat het schenke nieuwe kracht Aan de gansche, gansche menschheid. Naastenliefde steeds betracht! Doch bij al wat wij vervormen, In de aardsche maatschappij; Stellen wij ons steeds de leuze: „Dat dit slechts in Christus zij!!" WALEWEIN. Een verhaal uit den Riddertijd. door ANT. OLDE KALTER. LXXII „Gij heer, hebt hem gedood, en tenslotte is hij ten spotte aan de galge gehangen. U heeft men met eer uit het krijt gedragen." „Nu herinner ik my alles", sprak de ridder. „Ook ik heb ontzettende slagen ont vangen." Isabele had zwijgend toegezien, doch sloeg nu den sluier weg, welke haar gelaat bedekte. „Heilige Maria", riep de ridder, „zyt gij myne verpleegster, edele jonkvrouw. Ge zijt oneindig goed. Vergeef mij dat ik u niet herkende." „Ge moet u volstrekt kalm houden, heer ridder", sprak Isabele, terwijl ze hem zacht achterover duwde in de kussens. Uw won den eischen, dat gij u niet beweegt. „Hoe zal ik u voor uwe opoffering be danken?" hervatte Walewein. „Het is slechts mijn christelijke plicht, welke mij noopt uwe wonden te heelen. En gy zult u voor eenigen tijd aan Gods' wil moeten onderwerpen. Slechts door rust kunt ge uwe wapenrusting weder dragen. Bedenk, dat het bovendien voor mij was, dat gij met den snoodaard in een tweegevecht trad." „Hij was mijn doodsvijand, jonkvrouw." „Doch zeg me," hervatte hij even later zijn mijn wonden gevaarlijk?" „Ik heb U reeds gezegd, vriend ridder, dat ge de eerstkomende weken niet in staat zult zyn uwe wapenrusting te dra gen. Wees dus kalm, des te eerder kunt ge weder uw vurig ros bestijgen." Deze laatste woorden waren voor den ridder aanleiding te vragen: „Hoe vergaat het Mirjam? Is het edele dier ook gewond?" „Neen, heer Walewein; ongeduldig wacht het op U in de stallen." „Arme Mirjam", sprak de ridder, „voor zeker zal het U lastig vallen het zoolang zonder mij te moeten stellen." Een weinig later vroeg de jonkvrouw: „Wenscht gij wellicht een priester bij U? „Maar jonkvrouw, ben ik dan toch waar lijk den dood naby?" „Neen heer", sprak Adelbrecht, „het mocht alleen zijn, dat gij de biecht wilde spreken." „Is er benevens Tantarius nog een an dere monnik op uw vaders burcht?" wend de hij zich tot Isabele. „Neen, heer ridder, alleen de slotkape- ïaan." „Als het dan uw wil is, laat dan Tan tarius roepen." Adelbrecht verliet hierop het vertrek en keerde een weinig laUr met den slotka- pelaan terug. Deze laatste trad biddend het vertrek binnen en knielde voor de leger stede neer. Jonkvrouw Isabele en Adel- bracht verlieten het vertrek. Zoodra de ridder zijn biecht had gespro ken verzocht de monnik Isabele en den schildknaap weder binnen te komen, terwijl hijzelf nog eenigen tijd met Walewein op vriendelijken toon voortsprak. Op dit oogenblik was het reeds na mid dernacht. Voor zij het wel bemerkten was de ridder even later rustig ingeslapen. Daar Tantarius het noodig achtte te wa ken bij den gewonde, werd er besloten dat hij en Adelbrecht dit om beurten zouden doen. Ook jonkvrouw Isabele wilde hierin dezen bijstaan, doch Tantarius wees dit volstrekt af. Hij verzocht hun beiden heen te gaan en zeide: Adelbrecht over eenige uren voor aflossing te wekken. Isabele sliep dien nacht zeer onrustig. Tenslotte sliep zij met een glimlacht op haar gelaat in. Hare belangstelling voor Walewein was in ware vriendschap en klimmende liefde veranderd. Het liep reeds tegen den noen, toen Wa- lewijn den volgenden dag uit een verkwik- kenden slaap ontwaakte. De gewone kleur was eenigszins op zijn wangen terugge keerd en ook de pyn was aanmerkelijk ver minderd. Toen hy de oogen opsloeg, bemerkte hij dat het geheele vertrek met bezoekers was gevuld. Zoodra de aanwezigen zagen, dat de ridder was ontwaakt, gaven ze hem on middellijk om beurten de hand onder het uitspreken van zeer uiteenloopende wen- schen. Ook Assentyn uitte zijn medelijden Hij betreurde het ten zeerste dat Boude wijn zulke kansen had gehad om Walewein in dezen gevaarlijken toestand te brengen. De Koning hoopte echter dat Walewein het als troost beschouwde, dat de snoodaard ge dood was en zijn medehelpers de duffe lucht van Assentijns onderburchtsche ker kers inademden. De ridder bedankte den Koning en zeida dat hij zich nu reeds heel wat beter ge voelde. Ontroering maakte zich tenslotte van hem meester, toen hij tot zijne bezoe kers sprak: „O, edele heeren, wat is het wreed geen wapenrusting te mogen dTagen en de teugels van Uw vurig ros niet te mo gen vieren. Beter ware het den tyd, in welke mijn wonden mij verbieden deze legerstede te verlaten in den kerker door te brengen. Ai, dat het mij zoo gevaren is!" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 7