WOENSDAG 2 JANUARI 1935 DE LEIDSCHE COURANT DERDE BLAD. - PAG. 9 GEMENGDE BERICHTEN. ERNSTIG AUTOBUSONGELUK TE RENSWOUDE Vier ernstig-, twee lichtgewonden Op den avond van Nieuwjaarsdag heeft té omstreeks tien uur een ernstig autobus ongeluk plaats gehad in den beruchten ge vaarlijken booht van den straatweg tus- schen De Klomp en Renswoude, nabij de Emmikhuizen Laan in den kom der ge meente Renswoude. Een klein model autobus, waarmede een zestal personen voor enkele dagen een be zoek aan Dusseldorp hadden gebracht, reed op den terugweg naar Amsterdam met groote snelheid aan den rechterbuitenkant van den weg tegen een boom. De auto-bus werd ernstig beschadigd en de inmiddels toegesnelde personen konden slechts met groote moeite de inzittenden uit het puin te voorschijn halen. Vier der inzittenden bleken tamelijk ernstig gewond te zijn. Voor het leven van een der slachtoffers wordt zelfs gevreesd. De gewonden zijn naar Amersfoort overgebracht, waar drie hunner in het ziekenhuis de Ligtenberg ter verpleging moeiten worden opgenomen. Twee anderen zijn naar het St. Eilsabeths- ziekenhuis vervoerd. De zesde gewonde, de 33jarige heer P. v. Veen uit Haarlem werd te Renswoude door dr. van Nieuwenhuizen verbonden. Uit het door de politie van Renswoude Ingestelde onderzoek is komen vast te staan, dat de remmen van den wagen in orde waren. Men neemt dan ook aan, dat het ongeluk slechts toe te schrijven is aan het feit, dat de chauffeur met te groote vaart door den gevaarlijken bocht is gere den. Het ongeluk vond plaats op ongeveer 100 M. van het Gemeentehuis van Rens woude, dat aan de buitenzijde van het plaatsje is gelegen. De gewonden, die in het ziekenhuis de Ligtenberg moesten worden opgenomen, maken het betrekkelijk goed. Zij hebben hoofd- en beenbreuken opgeloopen. De dame was er het best aan toe. De beide an dere personen, de heeren S. en D. uit Am sterdam, hebben kaak- en beenfracturen bekomen. De autobusonderneming is tegen alle risL co's verzekerd. Nader vernemen wij, dat de heer P. v. V. in hoogst ernstigen toestand in het St. Eli- sabethsziekenhuis te Amersfoort is opgeno men. De chauffeur, die eveneens in dit zie kenhuis is opgenomen, is er niet zoo ern stig aan toe. ZIEKENAUTO TEGEN BOOM. Inzittende patiënt gedood. Maandagmorgen is op den Amsterdam- scheweg bij den Schelmsdhenweg te Arn hem een ziekenauto uit Heerlen, waar mede een patiënt van Santpoort naar Ven- ray werd vervoerd, doordat een band sprong, tegen een boom gebotst Tenge volge hiervan sloeg de auto om. De pa tiënt werd ernstig gewond. Per ziekenauto werd de ernstig gewonde naar het gast huis te Arnhem overgebracht. Bij aan komst bleek de dood reeds te zijn ingetre den. De andere inzittenden, een verpleegster en twee chauffeurs, bekwamen geen let sel. BAKFIETS CONTRA PERSANENAUTO. Wielrijder zwaar gewond. Maandagavond tegen half zes heeft op den Hartveldsohewpg te Diemen een aan rijding plaats gehad, waarbij een groente man uit Amsterdam ernstig werd gewond. Even voor de J on Berts traat werd op den Hartveldscheweg een groenteman uit Am sterdam, welke op een drie-wielige bak fiets was gezeten, door een personenauto van achteren aangereden. In zwaar gewon den toestand werd de wielrijder bij een geneesheer binnengedragen. WIELRLJDSTER IN BOTSING MET VOETGANGER. Op de steile helling van den grooten ver keersweg BeekValkenburg heeft Maan dagmiddag een ernstig ongeluk plaats ge had. Een wielrijdster, mej. L. de Schim- mers, reed met snelle vaart van de helling, waarbij zij J. R., een voetganger, welke zich eveneens op de helling bevond, niet bemerkte. Een aanrijding was onvermijde lijk. R. kwam te vallen en liep een gapen de hoofdwonde op. Hij is na verbonden te zijn naar huis teruggekeerd. De wielrijdster was er erger aan toe. Zij is met een zware schedelfractuur naar het ziekenhuis te Sittard overgebracht. Men vreest voor haar leven. DE ONBEWAAKTE OVERWEG Landbouwer bij Oss door sneltrein aangereden Op een onbewaakten overweg van het baanvak 's HertogenboschNijmegen tus- schen de stations Berghem en Oss is op Oudejaarsavond de dertigjarige landbou wer d. B. uit Oss, die per rijwiel ter plaat se de spoorbaan passeerde, door een snel trein aangereden. Als door een wonder heeft de man er het leven afgebracht. Een teen werd van zijn voet afgereden, terwijl ook een zijner beenen op verschillende plaatsen bleek te zijn gebroken. De loco motief sleurde het rijwiel van het slacht offer over een afstand van verscheidene honderden meters mede. Het werd later op het spoorwegemplacement te Oss vrij wel geheel vernield teruggevonden. Per auto werd de gewonde naar het ziekenhuis te Oss vervoerd. Om c.a. 5 uur, aldus de Courant", kwam de genoemde wielrijder de Kantsteeg uit gereden, een weg, die naar den onbewaak ten overgang voert. Hij zag wel in de rich ting van het station Berghem de frontlich- ten van een naderenden trein. In de mee ning verkeerende, dat de trein nog be trekkelijk ver van den overweg verwijderd was, stak de fietser rustig de spoorbaan over. Op dit moment kwam er evenwel een hond uit een der nabijgelegen boerderijen op den wielrijder toespringen. B. werd door het dier aangevallen en bij een po ging hem te verjagen, kwam de fietser ongelukkigerwijze te vallen, juist op den spoorweg. Tot zijn groote ontzetting zag de op den grond liggenden man, die bij den val zijn voet had verstuikt, eensklaps met donderend geraas den in aantocht zijnden sneltrein op zich afkomen. Hij had geen gelegenheid meer zich uit de voeten te maken, doch wist zich op het laatste moment ter zijde van de rails te werpen. B ontsnapte op deze wyze aan een vree- selijken dood. Op zijn knieën kroop de gewonde naar een-nabij gelegen boerderij, waar men on middellijk dr. Fran uit Oss waarschuwde. Nadat de eerste hulp was verleend, werd het slachtoffer per auto naar het zieken huis overgebracht, De machinist van den sneltrein had van het gebeurde niets be merkt. BRUTALE INBREKERS. De buit onder het bed. Gisternacht hebben inbrekers zich toe gang verschaft tot de woning van den landbouwer Vissers, in de buurtschap de Siep te Groesbeek. De dieven zijn via het varkenshok in het achterhuis de woning binnengedrongen en hebben alle vertrek ken doorzocht. In de slaapkamer van het echtpaar vonden zij onder het ledikant een kist. Daarin bevond zich een geldkistje, in houdende een bedrag van 185 gulden, dat zij medenamen. Tegen den morgen wer den de bewoners wakker door het dicht- waaien van een deur, waarna zij de in braak ontdekten. Van de daders is nog geen spoor gevonden. EXPLOSIE BIJ DE ARTILLERIE- INRICHTINGEN. Geen persoonlijke ongelukken. Maandagavond tusschen zeven uur en half acht werd op het terrein van de ar tillerie-inrichtingen aan de Hembrug, ge legen in de gemeente Zaandam, door ver scheidene personen een harde knal ge hoord. Spoedig bleek, dat een kleine berg plaats, waarin ontstekingsmiddelen lagen opgeslagen, in de lucht was gevlogen. Deze bergplaats is een gebouwtje van on geveer drie bij drie meter. De muren zijn van gewapend beton, die weer aan de bui tenzijde bedekt zijn met een gemetseld muurtje. Daartusschen bevindt zich een spouw, een constructie die gemaakt is met het oog op de temperatuur van de buiten lucht. Het dak was, zooals bij alle gebouwen, die met explosieve middelen gevuld zijn, van lichte constructie, zulks om bij een ontploffing den luchtdruk gelegenheid te geven naar boven te wijken. Toen de ontploffing plaats greep, werd het dak weggeslingerd, doch de betonmu- ren beleven ongehavend staan. Daarente gen vertoonden de gemetselde buitenmu ren scheuren. De brandweer van de artille rie-inrichtingen rukte terstond uit. Over het geheele terrein toch ligt een onder- grondsch telefoonnet waarop een alarmin stallatie is aangesloten. De bluschmiddelen welke meegevoerd werden, bestonden o.a. uit tetrachloorkool- stof-apparaten, zand en schuimbluscntoe- stellen. Met water werd dan ook niet gebluscht. Het bleek, dat slechts een gedeelte der ontstekingsmiddelen ontploft was. Deze zijn in blikken trommels opgeborgen en een gedeelte der trommels was onbescha digd. De oorzaak is onbekend. Een nader on derzoek daarnaar wordt nog door tech nici ingesteld. Opmerkelijk is dat de knal door een gedeelte van het op het terrein van dit Staatsbedrijf woonachtig personeel niet gehoord is. De terreinen worden nacht en dag be waakt. BRAND IN GASFABRIEK TE TILBURG. Gasleiding gesprongen en gas explodeerde. Maandag tegen half vyf werd Tilburg op geschrikt door het alarm: „Brand, in de gasfabriek!" Tusschen kwart over vier en half vyf, was het personeel van de lichtbedrijven plotseling opgeschrikt door een hevigen knal. In den kelder van het apparaten-lo kaal bleek een gasleiding te zyn gespron gen, die het gas van de ovens naar dit lo kaal brengt ter zuivering. Door onbekende oorzaak heeft dit gas vlam gevat en een geweldige steekvlam ontstond. De explosie joeg de vlammen door het lokaal met machines er boven tot het hooggelegen dak. De brandweer, die buitengewoon spoe dig ter plaatse was, greep het vuur krach tig aan. Aanvankelijk zag het er leelijk uit, doordat dichtbij de groote gashouders staan; maar de schijn bleek erger dan de werkelijkheid, want reeds binnen korten tijd was het vuur gebluscht. De politie onderzoekt, hoe er vuur in de nabijheid kon zyn, toen de leiding sprong. In het betrokken kelderlokaal werkten drie arbeiders, die gelukkig ongedeerd ble ven. Alle ruiten van den kelder en een ge deelte van den vloer er boven, zijn ver nield. SLECHT BESLUIT VAN 1934 VOOR DE SMOKKELAARS Heerlensche politie slaat 'n goeden slag De Heerlensche politie is er In geslaagd een smokkelaffaire op het spoor te ko men, waardoor een zeer gevoelige slag aan den sluikhandel in Belgische marga rine is toegebracht. Niet minder dan 3420 K.G. margarine en vier vrachtwagens zijn in beslag genomen. Reeds geruimen tijd was de politie er van op de hoogte, dat er zich op een be paalde plek in Heerlen een uitgebreide smokkelhandel in Belgische margarine aan het concentreeren was. Spoedig bleek ook dat de haard van dezen geheelen sluik handel te zoeken moest zyn in het Eyke- nerveld, maar de gegevens waren voorloo- pig nog van dien aard, dat het de politie verstandiger voorkwam wat geduld te oefenen en zich met de grootste omzich tigheid van nadere gegevens te voorzien, liever dan door een onberaden stap of een ontijdig ingrijpen slechts een deel van deze groote smokkelaarsonderneming te treffen. En het geduld werd beloond! Zaterdagmiddag gelukte het de motor politie een grooten zeswieligen tractor met trailor aan te houden, die beladen scheen met hout, dat van België uit over Duitsch- land in ons land werd ingevoerd. Deze aanhouding geschiedde bij de Locht, vlak bij de Duitsche grens. Een snel, maar nauwkeurig onderzoek bewees dat de wagen, welke toebehoorde aan D. te Heerlen, niet alleen takkenbos sen en brandhout, maar ook een zeer groote hoeveelheid Belgische margarine bevatte. De negen meter lange wagen bleek 2858 K.G. van deze verboden waar te bevatten. Maar daarbij bleef het niet. Terecht greep de politie, na lang op een goede ge legenheid te hebben gewacht, thans de kans aan om de zaak meteen tot op den bodem tot klaarheid te brengen. Nadat de wagen van D. op zyn erf te Eykener veld was afgeladen, werd een uiterst minutieus onderzoek ter plaatse in gesteld. En ook thans werd de moeite be loond, toen men een op listige wyze ver borgen partij Belgische margarine ont dekte van 567 K.G. De politie had hier mede in het geheel een partij van 588 doo- zen elk inhoudende 12 pond Belgische margarine, in beslag genomen, een partij, die een waarde vertegenwoordigde van 1300. De auto, welke natuurlijk eveneens in beslag werd genomen, vertegenwoordigt een waarde van circa ƒ3000, zoodat ook financieel aan D. een gevoelige slag is toegebracht. Ongeacht nog de boete, wel ke D. waarschijnlijk wel tegen zich zal zien opgelegd en welke ook verre van malsch zal zijn. Inmiddels was de politie nog niet te vreden. Nog verder werd het onderzoek voortgezet en zoo kon men vaststellen, dat van uit de thans ontdekte centrale dien zelfden dag nog drie partijen waren ver voerd. En opnieuw smaakte de politie de vol doening de daarvoor gebruikte auto's te achterhalen. Het waren wagens van G. te Kerkrade, P. te Eygelshoven en B. te Heerlerheide, waarmede resp. 500 K.G., 30 K.G., en 240 K.G. Belgische margarine waren vervoerd. Ook deze wagens werden oogenblikke- lyk in beslag genomen. Dat de politie hier inderdaad een smok kelaffaire van grooten omvang had on schadelijk gemaakt, moge blijken uit de omstandigheid, dat er den dag te voren een partij van ook maar liefst 2000 K.G. was aangevoerd. De verschillende bij deze zaak betrokken mannen zyn aan een ver hoor onderworpen en vervolgens weder om op vrije voeten gesteld. NA HET DROEVIGE ONGELUK BIJ EMMEN. Vijf slachtoffers onder enorme belangstelling ten grave gedragen. Maandagmiddag om 12 uur is in de Ge- ref. Kerk te Emmer-Compascuum een plechtige herdenkingsdienst gehouden voor de slachtoffers van het auto-ongeluk te Munsterscheveld. De lijken van de vier kin deren der familie Buter en het stoffelyk overschot van mej. Meijer, waren in de consistoriekamer opgebaard. De dienst stond onder leiding van dr. J. H. Binnema, Geref. predikant te Emmen, die in een predikatie o-m. wees op de ernstige roepstem van dit vreeselijk ge beuren. Deze plechtigheid werd bijgewoond door tal van afgevaardigden van vereenigirv- gen en namens het gemeentebestuur door den waarnemenden burgemeester, den wet houder voor Openbare Werken J. Wiersma. Na afloop hebben gedurende meer ian een uur vele honderden, vier aan vier, een, laatsten groet gebracht aan de slachtoffers van het droevig- auto-ongeval. Leden van de Jongelingsvereenigingen van Emmer Compascuum en Emmer Erf- scheidenveen hebben daarna onder dood- sche stilte van de duizenden belangstellen den de lijken naar de Algemeene Begraaf plaats gedragen. Het was een droeve stoet op dezen somberen Oudejaarsdag. Op de begraafplaats heeft de waarnemen de burgemeester, de heer J. Wiersma, na mens het gemeentebestuur de slachtoffers herdacht en de deelneming aan de familie betuigd. Vervolgens spraken afgevaardig den van gereformeerde jongeling- en meis- jesvereenigingen, van welke de overledene lid waren. Ds. Binnenma dankte namens de familie voor de bewezen belangstelling. VECHTPARTIJ TE NIJMEGEN. Een persoon ernstig gewond. Gisternacht heeft aan den Weurtschen Weg te Nymegen een vechtpartij plaats ge had, waarbij een persoon zeer ernstig werd gewond. De betrokkenen waren zes perso nen, die byeen waren in verband met de jaarwisseling en zich na twaalven met kaartspelen vermaakten. Men kreeg ruzie en is daarop de straat op gegaan om de zaak uit te vechten. Een zekere J., die een klap had gekregen, trok een mes, waarop G., die een steekpartij wilde voorkomen, J. een klap tegen het hoofd gaf. De man viel aohterover met zijn hoofd tegen den rand van het trottoir en bleef bewusteloos liggen. Eenige voorbijgangers waarschuw den de politie, die weldra ter plaatse was, met den gemeentelijken geneesheer, dok ter Woltering. Deze constateerde, dat J. eert ernstige schedelbreuk had-bekomen en ge deeltelijk verlamd was. De man werd per politie-branoard naar het Wilhelm inazie- kenihuis vervoerd. Gisteravond was hij nog niet bij kennis. G. werd door de politie een verhoor afgenomen en daarna weer op vrije voeten gesteld. Na het gebeurde ein digde de vechtpartij. De mannen bleken allen eenigszins onder invloed van sterken drank te verkeeren. STOOMGEMAAL TE SC1IELLINGWOUDE IN WERKING. In verband met te hoogen waterstand. Omstreeks zes uur gistermorgen is het stoomgemaal te Schellingwoude in werking gesteld in verband met den te hoogen wa terstand in het Binnen IJ, waardoor het water geloosd moest worden. De waterstand in het Binnen IJ bedraagt n.l. momenteel ongeveer 10 c.M. beneden A.P., hetgeen 40 c.M. boven den normalen stand is. Vanuit IJmuiden kan men in verband met den Westelijken wind niet spuien, zoodat ver moedelijk het stoomgemaal eenige dagen in werking zal blijven. HONIG's BOUILLONBLOKJES - 6 voor 10 cent - voor Ragout FEUILLETON. LIEFDE IN HET OERWOUD door J. VAN DER SLUYS. Naar het Engelsch (Nadruk verboden.). 41) Ze begreep, dat de koorts heftiger be gon te worden. Dat was een slecht voor teeken voor den dag, die voor hen lag. Het leek dwaasheid om nog verder voort te gaan met iemand, die aan het ijlen was. Het was beter om halt te hou den, vond ze, en tot morgen te wachten, als de koorts misschien was afgezakt. Ze keek om zich heen naar een ge schikte plaats. Voor haar zag ze de witte bloesemwolk van een acacia glanzen in het maanlicht. Daar zouden ze kunnen wachten op den morgen. Nauwelijks had ze dat besluit genomen of Rimington be gon heftiger te huiveren en ze kon hem hooren klappertanden. Hij mompelde al lerlei onsamenhangende woorden en ze deed al haar best, om hem moed in te spreken en verder te helpen. „Toe, liefste, we zullen binnen een paar minuten halt houden." Ze voelde, hoe hij zich vermande, hoe wel hij niets zeide en al haar liefde en teederheid welden in haar op, bij deze ge weldige wilsinspanning. Ze sloeg haar arm nog vaster om hem heen en de laatste me ters moest ze hem bijna dragen. Toen ze den acacia bereikten, vroeg ze hem te gaan zitten en hoewel ze bijna uit geput was, begon ze dadelijk een zoo goed mogelijke ligplaats voor hem gereed te maken. Ze wist, dat de grond ijskoud was, maar het gras was kurkdroog en vlak bij hen stonden een paar groene struiken zonder doornen. Ze plukte een paar armen vol takken en spreidde die op den grond, bedekte ze met droog gras en haalde hem over, om er op te gaan liggen. Ze betwijfel de of hij begreep, wat zij bedoelde, maar hij gehoorzaamde haar als een kind. Ze trok handen vol gras af en bedekte hem er mede, wetende, dat het hem tenminste warm zou houden. Toen ging ze naast hem zitten om de wacht te houden. Maar ze was zoo moe, dat ze bijna dadelijk in een die pen, droomloozen slaap viel, waaruit ze wakker werd door een naamloos gevoel van angst, waarvoor echter in het geheel geen reden scheen. Ze huiverde van kou, toen ze om zich heen keek. De kille nacht wind deed het gras zacht ritselen. De maan ging onder, nergens bewoog zich iets en toch klopte haar hart heftig van angst, zoodat ze bijna onbewust haar hand uit strekte naar haar geweer. Een, twee minu ten gingen voorbij, toen zag ze op den bleeken schijf van de maan een schaduw, die haar deed denken aan het begin van een maansverduistering. Een oogenblik zag ze de contouren van een hoofd en een paar schouders niet ver van hen vandaan. Juist op dat moment be gin Rimington zacht te mompelen. Dade lijk draaide ze zich om en legde haar hand op zijn mond en fluisterde in zijn oor, ter wijl ze zich over hem heenboog: „Neen, neen, liefste! Wees stil, wees in 's hemelsnaam'stiL Misschien was het de dringende toon van haar gefluister, die tot hem doordrong, maar het gemompel hield op, en toen ze haar hoofd weer omdraaide, zag ze de ge stalte verder gaan, weg van de acacia die hen beschutte, en verdwijnen in het duis ter van den nacht. Ze hoorde niets dan het geruisch van den wind en zag niets dan het dieper en dieper worden van de scha duwen, toen de maan wegzonk en ze slaak te een zucht van verlichting. Deze duisternis leek haar de beste be scherming toe, want ze was er van over tuigd, dat de man, dien ze gezien had, een vijand was. Was het de mah, die hen zoo hardnekkig gevolgd was van Rahutu uit, die het gras aangestoken had? Hij scheen hun spoor weer gevonden te hebben had hen misschien gehoord in de stilte van het woud en was hen gevolgd over de rotshelling. Indien het verschijnen aan de zen kant van het woud geen toeval was, zou hij morgen als het licht was weer op zoek gaan en hen zeker vinden. Ze vroeg zioh af, wie de achtervolger was, Le grand. Als ze dacht aan het opgewonden vreugdegeroep, dat ze gehoord had, werd haar overtuiging, dat Legrand door Ri- mington's kogel niet getroffen was, steeds vaster. Of was het Mannering? Ze bleef den geheelen nacht zitten, ze zag, hoe de dageraad stralend licht over het land uitgoot, aan den eenen kant van de vlakte ontdekte ze heel ver weg een be groeide heuvelrij, aan den anderen kant de donkere lijn van het woud. Toen stond ze op en verkende de wijde, golvende vlak te om zioh heen. Op een mijl afstand van haar bewoog zich iets, een paar dieren, die vreedzaam liepen te gazen. Ze keek ver der. Nergens een rookwolkje, dat op een kamp w$es, nergens ook een spoor van den man, dien ze in den afgeloopen nacht had gezien, en die rustig grazende dieren bewezen, naar zij dacht, dat hij niet in buurt was. Als ze niet beter wist, zou ze haast gelooven, dat de gestalte, die ze zich had zien afteekenen tegen de ondergaande maan, een booze droom was geweest. xvra. Rimington deed zijn oogen open en op hetzelfde oogenblik keerde Honor zich om. Ze zag, dat de oogèn, die haar aankeken, volkomen helder en rustig waren, hoewel de koortsgloed nog niet heelemaal van zijn gezicht verdwenen was. „Ah", zei ze verheugd. „Je bent wak ker." „Ja", zei hij, en hief zich op zijn elle bogen op, om om zich heen te kijken. Zij zag, hoe een verwonderde uitdruk king in zijn oogen kwam, toen vroeg hij plotseling: „Hoe zijn we hier gekomen?" Ze vertelde het hem en aan het einde van het verhaal knikte hij. „Ik was koortsig natuurlijk. Die wond van meen die ellendige zwakheid. Toen begon hy te lachen. „Liefste, je bent een heldin. Je hebt ons gisteravond door alle moeilijkheden heen- geholpen. Als je je zou willen verwaardi gen je tot mijn nederige persoonlijkheid neer te buigen, zou ikzou ik Met een gelukkigen lach en een blos op haar gezicht knielde Honor naast hem neer en hij sloeg zijn armen om haar heen en kuste haar. „Jij hebt mij gered", zei hij innig, „en nu zijn we veilig." „Dat weet ik nog niet zoo zeker", ant woordde ze, en ze vertelde hem van de gestalte, die ze tegen den maand had af- geteekend gezien. Hij floot even en zei toen: „Dat lijkt er op, dat hy ons spoor per slot van rekening toch nog gevonden heeft, maar hy heeft ons op dat critieke oogenblik niet gezien. Maar laten we tot meer prozaïsche zaken terugkeeren. Ons ontbijt." „Er is niets", antwoordde ze, „alleen wat water in onze flesschen." Hy keek naar de zonnige vlakte voor hen en zei: „Dat moeten we bewaren. We moeten geen water aanraken, totdat wij bij het meer komen, waar mijn kamp is. En hot zal wel ontzettend warm worden." Ze keek naar de plaats, waar de dieren graasden en zei peinzend: „Ik zou wel vleesch kunnen krijgen, als hot erg noodig is. Maar als die man niet veraf is, zou het ons kunnen verraden." „Ja", stemde hij toe, „we moeten het maar liever niet doen, behalve als je erg hongerig bent. Wanneer we flink doormar- oheeren, kunnen we tegen twaalf uur bij het meer zijn." „Ik heb geen honger",' zei ze snel. „Als jij er toe in staat bent, moesten we maar da delijk op weg gaan." „Dat is het wijste wat we doen kunnen", meende hy, „voordat de zon zoo erg warm wordt, hoe eer hoe beter." Ze hielp hem opstaan en stond hem be zorgd aan te kyken, toen hij duizelig zyn hand aan zyn oogen bracht. „Wat is er?" vroeg ze ongerust. „Niets, een beetje duizelig maar, dat zal wel overgaan, als we onderweg zijn." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1935 | | pagina 9