MAANDAG 24 DECEMBER 1934 DE LE1DSCHE COURANT TWEEDE BUD. - PAG. 6 Alq. Vereeniging van Bloembollencultuur De Alg. Vereen, v. Bloembollencultuur kwam hedenmiddag half twee in het ge bouw der vereeniging te Haarlem in alge- meene vergadering bijeen. De voorzitter, de heer Ernst H. Krelage, hield de volgende rede: Het jaar, dat ten einde spoedt, kan, in verband met de belangen en vooruitzich ten van het bloembollenbedrijf, verschil lend beoordeeld worden. Eenerzijds stemt het tot voldoening, dat de export met bijna 3.000.000 toenam, terwijl ook 1933 een verbetering aanwees op 1932, toen zoowel dn tonnenmaat het maximum, als in gelds waarde het minimum bereikt werd. Aan dit verbeterde exportcijfer is echter het nadeel verbonden, dat het slechts ten gevolge van de kunstmatige prijsstabili- seering als onderdeel van de saneerings- maatregelen kon worden verkregen. Want xoolang niet de zekerheid bestaat, dat de prijzen in het buitenland zich ook zonder die maatregelen zullen kunnen handhaven, zal men in bet bloembollenbedrijf Regee- ringsbemoeiingen willen behouden, ondanks de ernstige bezwaren, die daarmede ge paard gaan. Verplaatst de cultuur zich naar het buitenland? Het ernstigste daaraan verbonden gevaar is wel de verplaatsing van de teelt naar het buitenland, waar onze eigen landgenoo- ten Narcissen en Tulpen goedkooper en zonder eenige bijdrage in de saneerings- maatregelen kunnen telen. De ervaring in Amerika leert, hoe dat gaat. Er komt een oogenblik, dat voor deze landgenooten de buitenlandsche belangen het van de Neder- landsche winnen, en dan zijn zij het, die den invoer van bloembollen uit Nederland in het land, waarheen zij hun teelt hebben overgebracht, het hevigst bestrijden. Laat ons daarom dit bezwaar van de sa neringsmaatregelen vooral niet onder schatten. Maar om het juist te kunnen be- oordeelen, is het noodig over nauwkeurige gegevens over den omvang en de beteekenis van de bloembollenteelt buiten Nederland te kunnen beschikken. De mededeelingen van vakgenooten daarover stemmen niet altijd overeen en daarom heeft het hoofd bestuur den Minister van Economische Za ken verzocht een onderzoek naar de bol- lenculturen in Engeland en andere daar voor in aanmerking komende landen te willen doen instellen door de in het buiten land geyestigde Nederlandsche landbouw- consulenten, ten einde langs dien weg een onpartig en betrouwbaar inzicht in dat vraagstuk te kunnen verwerven. Veilingen zijn geen vereeni- gingen. Een tweede bezwaar is het gebruik maken van de veilingen voor de uitvoering van sommige regeeringsmaatregelen. Niet om het feit op zich zelf, maar om de ge volgen. Ik schroom niet te erkennen, dat onze vereeniging in 1916 een ernstige vergissing heeft begaan door het rapport der door het hoofdbestuur benoemde commissie voor het veilingswezen ter zijde te schuiven en niet overeenkomstig de conclusie van het rap port het organiseeren van één of meer vei lingen zelf ter hand te nemen. Maar het rapport was blijkbaar bij den tijd vooruit, want nóch het toenmalige hoofdbestuur, nóch de algemeene vergadering wilden er toen aan. Men kan dus den ondernemenden man nen, die kort daarna door zuiver eigen handelsbelang gedreven, een veiling op touw zetten, daarvan allerminst een ver wijt maken, en evenmin kan men zich over de toenoeming van het aantal veilingen, die hoewel in vorm corporatief, in wezen gewone handelsondernemingen zijn, ver bazen. Maar wel heeft het vereen!gingswezen te zorgen, dat deze handelsondernemingen blijven op hun afgebakend terrein van schakel bij den onderlingen handel, en dat zij niet in het vereenigingsleven een rol gaan spelen, die haar niet toekomt. De blcembollenveilingsvereenigingen te Bovenkar&pel en in het Westland kunnen i hierbij builen beschouwing blijven. Dit zijn echte vakvereenigingen van belanghebben den, die rechtstreeks invloed hebben op de keuze van bestuur en beheer der veilingen. Tegen dezen vorm van veilingen kan geen enkel bezwaar bestaan en terrecht zijn dan ook deze vereenigingen, in tegenstelling met de andere veilingen, in het Centraal Bloembollen Comité vertegenwoordigd. De overige veilingen echter, hetzij in den vorm eener N.V. of van een coöperatie, hebben alle een ander karakter, zonder eenigen of veel te geringen invloed van de belangwekkende aanvoerders en koopsrs. Dat dit stelsel ernstig bezwaar oplevert, hebben de financieele moeilijkheden van meer dan een dezer ondernemingen op ge voelige wijze aangetoond. Telkens ziet men deze commercieele vei lingen pogingen doen om in het vak zich een stelling te verzekeren, waarop zij geen recht hebben. Zelfbewust bouwende op de cridietverschaffing, waardoor zij vele vak genooten van zich afhankelijk weten, trach ten zij daarvan gebruik te maken om zich invloed op den gang van zaken te verzeke ren. Begrijpelijk is, dat zij zich de voor- deelen, die de uitvoering van de sanee- ringsmaatregelen haai in den schoot zou werpen niet wilden ontgaan; maar onjuist dat zij zich voor die maatregelen in de bres stelden, op grond van het vakbelang, want dat hadden niet zij, maar de kweekers en exporteurs zeiven te beoordeelen. De heffingen. Wanneer dit voorjaar de heffingen door de Regeering worden gedaan, noodig ter bestrijding van de saneeringskosten, dan zal een ieder aan den lijve ondervinden, welke belangrijke bedragen daarmede ge moed zijn. Het is vooralsnog moeilijk te be oordeelen of het goedkooper gekund had, en, hoe dit zij, het geld zal moeten worden opgebracht, want de Regeering kan de vol doening van deze schuld door kracht ge maatregelen, als onthouding van teelt- en exportvergunning bij wanbetaling afdwin gen. Maar wel zal dientengevolge de geest drift voor de saneering aanmerkelijk af koelen, en het is de vraag of wij niet ge dwongen zullen zijn, aan te dringen op op heffing der maatregelen, hetzij geheel of grootendeels, niet omdat men het handha ven niet juister zou achten, maar uitslui tend op grond van de onmogelijkheid voor het vak, om de daaraan verbonden kosten te kunnen dragen. De gevolgen van een eventueele opheffing of gedeeltelijk losla ten der maatregelen zullen in den beginne allicht niet gunstig zijn: de prijzen in het buitenland zullen er den weerslag van on dervinden en het is niet uitgesloten, dat in voerbeperking, ter voorkoming van dum ping, er door zullen worden uitgelokt. Op den duur echter zal men langs dien weg eereder tot normale toestanden terugkee- ren, want de noodzakelijkheid zal dwingen tot een herstel van dejuiste verhouding tusschen vraag en aanbod. Van twee kwaden zal men het minste moeten kiezen, maar het oogenblik is nog niet gekomen, waarop men met voldoende kennis van zaken die keus kan doen. Ook afgezien hiervan zullen wij verstan dig doen ons tijdig voor te bereiden op het oogenblik, waarop de regeeringsmaatrege len zullen worden opgeheven. Laat ons zorgen, dat dan het geheele bloembollen vak zóó krachtig en centraal georganiseerd is, dat het zelf zonder hulp van de regee ring den toestand kan beheerschen, indien wederom overproductie dreigt en ingrij pen algemeen onvermijdelijk mocht worden geacht. Moge de daarvoor noodige eendrachtige samenwerking, met uitschakeling van groeps- en eigenbelang op het goede oogen blik kunnen worden bereikt. De wateronttrekking door de waterleidingen. „De geschiedenis herhaalt zich". Dit be kende gezegd dringt zioh aan ons op, nu sommige deelen van de bloembollenstreek Mijnhardt"Zenuwtabletten. 75 ct Mijnhardt's Lazeertablctten60 ct Mijnhardt's Maagtabletten 75 ct Mijnhardt's Hoofdpijntabletten60 ct „Wat Mijnhardt maakt is goed." ernstige moéilijkheden ondervinden door de belangrijke wateronttrekkingen aan den bodem, die in de laaiste jaren in toenemen de mate kon worden vastgesteld. In een vroeger tijdvak heeft de vereeni ging rusteloos zich beijverd voor het ver krijgen en behouden van den voor het bloembollenbedrijf meest gunstigen water stand. Die pogingen werden destijds met goeden uitslag bekroond en de uitbreiding van de teelt sedert 1880 met de welvaart, waarin de streek zich langen tijd zij het ook met tijdelijke inzinkingen mocht verheugen, was er het rechtstreeksch ge volg van. Thans worden verschillende plaatsen zoowel ten Noorden van het Noordzeeka naal aLs ten Zuiden van Haarlem ernstig bedreigd door de voortdurende wateront trekking aan den biKiem ten behoeve van waterleidingen en de industrie. Dit vraag stuk is van buitengewoon ernstigen aard en eischt dringend en spoedig voorziening. Te dien einde heeft het Hoofdbestuur in over leg met de belanghebbenden in de bedreig de plaatsen zich tot den Minister van Eco nomische Zaken gewend met het verzoek een onderzoek te willen instellen naar de mogelijkheid van een bevloeiïngsstelsel, dat in den nood kan voorzien. Ongetwijfeld zal de Rijkscommissie voor de Ontwate ring, die zich reeds met het vraagstuk heefi beziggehouden, met dit onderzoek worden belast. Wij mogen met des te meer recht in deze een beroep doen op Krachtige medewerking van de Overheid, omdat er nauw verband bestaat tusschen deze nieuwe bedreig:ng van onze levensbelangen en de door over heidsorganen aangelegde waterleidingen en door hen toegestane wateronttrekking ten behoeve van de industrie Wij hebben het recht van de overheid te verlangen, dat zij hare ernstige aandacht schenkt aan dit vraagstuk en krachtig medewerkt aan een afdoende oplossing. Er kan verschil van meening bestaan over het beginsel en de doeltreffendheid van crisis maatregelen en crisissteun, maar er kan geen strijd zijn over de vraag of de Over heid die eenerzijds de wateronttrekking aan den bodem bevordert, niet anderzijds ver plicht is, de schadelijke gevolgen voor een nijvere bevolking van tuinders en bloem bollenkweekers zooveel mogelijk te beper ken. Laat ons hopen, dat het streven der ver eeniging in dezen met even goeden uitslag bekroond moge worden als in vroeger ja ren de strijd voor een goeden waterstand. UIT DE OMGEVING LEIDSCHENDAM „St. Cecilia". Een dezer dagen hield de R.K. Harmonie „St. Cecilia" te Leidschen- damVeur een belangrijke ledenvergade ring. De agenda vermeldde o.m. bestuurs verkiezing; bijna het geheele bestuur trad af, zoodat een nieuw bestuur geko zen werd, dat als volgt werd samenge- stel: Arn. Hooijmans, le voorz., Korten- bach, 2e voorz., B. Lelieveld, le seer., W. v. Brecht, 2e secr., Th. Tetters, le penn., Jo van Veen, 2e penn. en Jac. Hooymans, bibliothecaris. Als waarnemend directeur bij afwezigheid van den directeur werd benoemd de heer Arn. Hooijmans. Inbraak. In den nacht zan Zaterdag op Zondag is bij afwezigheid van den heer N. alhier ingebroken in diens woning. Door het indrukken van een glas-in-lood-ruit hebben de dieven zieh toegang verschaft Voorzoover is na te gaan worden er zil ver en juweelen vermist. Gewacht wordt op de terugkomst van den heer N. om vast te kunnen stellen wat is verdwenen De politie en marechaussee stellen een on derzoek in. STOMP WIJK Aanvaarding geschenk. In verband met de totstandkoming van den verbeter den Stompw. weg hebben de bewoners van de buurtschap Stompwijk een voor zittershamer met zilveren bandje en in scriptie „Dr. van Noortstraat" als blijk van dankbaarheid aangeboden. B. en W. stellen den Raad voor te besluiten onder dankbetuigng dit geschenk te aanvaar den. Korte Kniplaan. B. en W. van Stompwijk stellen den Raad voor m. i. v. 1 Jan. 1935 de Korte Kniplaan wederom voor den tijd van 3 jaren onderhandsch te verhuren aan H. J. van Velzen voor den jaarlijkschen huurprijs van 300 en voorts onder de voorwaarden vermeld in het ter inzage gelegde ontwerp-besluit. Onbewoonbaarverklaring woning Veen- weg 11. Naar aanleiding van een schrij ven van den heer Inspecteur van de Volks gezondheid te Den Haag, hebben B. en W. van Stompwijk een onderzoek doen in stellen naar den toestand van de woning Veenweg 11. B. en W. geven de gebreken aan, welke dé woning vertoont en stellen den Raad voor, aangezien de woning on geschikt ter bewoning is en niet meer door het aanbrengen van verbeteringen in bewoonbaren staat is te brengen, over te gaan tot onbewoonbaarverklaring. Inenting tegen diphterie en roodvonk. Door het bestuur afd. Leidschendam van het Wit-Gele Kruis wordt verzocht om- gratis inenting tegen dipheterie en'of roodvonk voor de leerlingen van de le klasse der Lagere Scholen en subsidiaire uitbreiding van de gelegenheid tot gratis inenting, die thans voor pokken bestaat, tot diphterie en'of roodvonk. Alvorens een beslissing op het verzoek te nemen, komt het B. en W. gewenscht voor een ernstig beroep daartoe op het bestuur van het Wit-Gele Kruis te doen. VEUR. Gemeenteraad. Vrijdag 29 December, des avonds na afloop der gecombineerde vergadering van Stompwijk en Veur, komt de Raad der Gemeente Veur in openbare vergadering bijeen. Agenda: 1. Voorloopige vaststelling gemeenterekening, dienst 1933. 2 Vaststelling vergoeding ex art. 101 L.O. Wet 1920 over 1929 en 1930 en drie-jaar- lijksche afrekening met besturert bijzonde re scholen over 19281930. Staatspartij. Onder voorzitterschap van den heer A. A. Bontje kwam Vrijdag de R.K. Kiesvereeniging „Eensgezindheid" te Veur in algemeene ledenvergadering bijeen. De voorzitter doet eenige mededee lingen, o.m. dat men om aan de stemming deel te kunnen nemen vóór 31 Dec. lid moet zijn en betreffende het stemmen bij volmacht, terwijl hij nog aanbeveelt „De Opmarsch" en hoopt, dat velen zich als abonné zullen opgeven. Aan de orde komt de candidaatstelling voor Provinciale Staten voor de lijst der R.K. Staatspartij; op voorstel van het Be stuur werden candidaat gesteld de heeren M. P. v. d. Weijden ,L. C. de Koning te Veur, E. A. Meijer, Daniëls, J. C. v. d. Leeuw, Burgemeester W. Keijzer, Wesse- ling en de Kok van Loosduinen, welk voorstel na enkele besprekingen met alge meene stemmen wordt aangenomen. Ter tafel komt de reglementswijziging; de voorzitter deelt mede, dat het reglement in overeenstemming moet worden gebracht met het reglement der R.K. Staatspartij. De voorzitter heet hartelijk welkom den Zeer- eerw. heer Pastoor, die inmiddels ter ver gadering is gekomen. Hierna volgde arti- kelsgewijze behandeling van het Regle ment, dat op meer dan keurige wijze door den heer Mol was daargesteld en door deze ook op duidelijke wijze bij gestelde vragen werd toegelicht. Het Reglement werd, be houdens eén enkele kleine wijziging, on veranderd met algemeene stemmen aange nomen. Door de heeren A. A. Bontje, M. Schalk wijk en Th. Raaphorst werden keurige en breedvoerige verslagen uitgebracht, resp. van de vergadering van den Staten-Kies- kring Gouda en van de vergadering der R.K. Kamer-Centrale Leiden, waarvoor de heeren dank en applaus hadden te accep teeren. Na rondvraag sluiting. STOMP WIJK-VEUR. Gemeenteraad. Vrijdag 29 December, des avonds te 7.15 uur komen de ra den der Gemeenten Stompwyk en Veur in openbare gecombineerde vergadering bijeen. Agenda: 1. Notulen. 2. Inge komen stukken en mededeelingen. 3. Vast stelling bedrijfsrekeningen dienst 1933. 4. Vaststelling bedrijfsbegrootingen, dienst 1935. 5. Verder voorkomende zaken. OEGSTGEEST. Uitvoering ten bate van Rcode Kruis. Zaterdagavond werd in 't Patronaatsge bouw een uitvoering gegeven ten bate der afd. Rijnland van het Roode Kruis. De be langstelling was niet zoo groot als men zou hebben verwacht. Het programma was te veel „overladen". Men zou er twee avonden mede hebben kunnen vullen. De avond werd geopend met een kort welkomstwoord van Mevr. van Gerrevink, waarna de vice-voorzitter dr. de Ruter- Zijlker mededeelde, dat de voorzitter ver hinderd was dezen avond bij te wonen. Spreker herdacht in treffende woorden de nagedachtenis der verongelukte passagiers en bemanning van de Uiver. Op verdienstelijke wijze zong mej. Julie Ardesch van Hamel een 6-tal liederen. Zij werd daarbij gesecondeerd op den vleugel door den heer Henri Jalink. Voorts kregen we te hooren eenige zang nummers van de leerlingen van Mej. van Hamel, wat begrijpelijk zeer in den smaak viel. Hierna opvoering van de vier-acter met voorspel van „De Andere" van Nic. Niche. Alhoewel de strekking en inhoud van het stuk ons slechts matig bevredigden, kun nen wij over de vertolking over 't algemeen tevreden zijn. Er waren spelers by die een niet onaardige caricatuur gaven, waarom de zaal meermalen onbedaarlijk moest lachen. Een gul applaus beloonde de op- tredenden na ieder bedrijf. Het was inmiddels twaalf uur geworden en wij begaven ons huiswaarts zoodat wij geen verder verslag kunnen geven. Moge e.a. hebben bijgedragen tot meer dere belangstelling moreel en financieel voor de afdeeling „Rijnland" van het Ned. Roode Kruis. ZILK. Loerakker komt! Het bekende Tweede Kamerlid Loerakker zal Vrijdagavond a.s. als spreker optreden in het parochiehuis alhier. Een en ander geschiedt op intiatief van de R. K. Kiesvereeniging alhier. Hopen wij, dat de zaal te klein moge zijn om het aantal luisteraars en luisteraarsters te kunnen bergen. Prijsjassen. Ook in café „van Strae- len" werd prijsgejast om een hartig brok je en werden winnaars der prijzen: 1. P. Okkerie en W. Th. v. d Berg; 2. C. v. Strae- len en J. v. Elk; 3. R. Bakker en C. v. Ma- ris. Er werd in de beste verstandhouding gespeeld. Lummelachtig. Door een beambte der waterleidingen werden eenige personen betrapt, die op lummelachtige wijze een dennenbosch in de duinen alhier verniel den om een kerstboompje te bemachtigen. Dat zulks verboden is, zullen zy wel onder vinden. Goed schudden voor het gebruik, heeft dokter gezegd, zegd. (Everybody). FEUILLETON. LIEFDE IN HET OERWOUD door J. VAN DER SLUYS. Naar het Engelsch (Nadruk verboden.). 36) Ze zei, die laatste woorden haastig en verward, want zij had het gevoel, dat hij haar mededeeling onvermijdelijk in ver band moest brengen met zijn eigen vraag, toen hij naar den slapenden Mannering had staan kijken; en ze ging haastig voort: „Dus u ziet, dat het niet daarom is, dat ik sir George Mannering probeer te ver ontschuldigen. Ik meen in ernst, dat h(j gehypnotiseerd of half verdoofd wes. En Legrand had een geweldigen invloed op hem. Ik geloof zeker, dat h(j zichzelf niet was, toentoen...." Ze eindigde den zin niet, het was haar onmogelijk het vreeselijke feit onder woor den te brengen, maar hij sprak haar ge dachten verder uit. „Toen hij probeerde m(j te vermoorden, bedoelt u?" En h(j voegde er op minachten den toon aan toe: „Ik ben bang, dat ik het op dat punt niet met u eens ben, miss Donthorne. Er zijn dingen in deze geschie denis, waar u niets van weet. Ik ben er van overtuigd, dat Mannering absoluut wist wat hij deed. toen hij probeerde me dood te schieten. Ik kan het u niet uitleggen, misschien later. Het is tyd, dat wij verder gaan. Mannering zou een tweede poging kunnen wagen." En zonder haar tijd te gunnen om nog verder iets te zeggen, gaf hij een kort be vel en de tocht werd hervat. Vergeleken bij den marsch door het woud, was de tocht over de vlakte kinderspel. Er was alleen maar gras, dat zacht heen en weer wuif de in den nachtwind met hier en daar een accasia in het maanlicht, dach na een uur of twee ging de schoonheid van den nacht verscholen achter een killen vochtigen mist en in Honor's hart kwam ook een kille somberheid. Van het oogenblik af, dat Alec Rimington haar had verteld van den Europeaan, die op hem had geschoten, had ze geweten, wie dat geweest was, en ook Rimington zelf scheen niet te twijfelen. Het was vrijwel onmogelijk, dat er een derde blanke in Rahutu was geweest en bovendien had Rimington haar gezegd, dat er dingen waren, waar zij niets van wist, maar die deden begrijpen, waarom de ander het op zyn leven gemunt had. Maar waarom? Ze trachtte de geheel geschiedenis te doorgronden. Ze zag Mannering, Jules Le grand, het blonde knd, Rimington en Fa- tuma, zichzelf, allen deelen van een puzzle, die ze niet sluitend kon krijgen. Was het dit kind, dat den sleutel vormde? Lag het geheim verscholen in het opschrift op dien steen, dat Mannering had laten wegbeite- len? Een oogenblik toefden haar gedachten by Roger Mannering. Maar Roger Manne ring was zeven jaar geleden gesneuveld, en het kind, daar in Fatuma's armen, kon niet ouder dan drie jaar z(Jn. Toen dacht ze opeens aan de woorden, welke George Mannering in zijn ijlen had uitgeroepen: „Neen, neen, Legrand! Een kind. Groote genade.man. Ze was er zeker van, dat het kind een voorname rol in dat alles speelde. Waarom had Legrand het andere gestolen? Waar om had Mannering er over geijld? Wat had Legrand er mee willen doen? Ze had niets gezien van wat er zich had afge speeld voor den zonderlingen tempel in het dal. Alles, wat ze gezien had, was een reusachtig vuur, waartegen zich vele zwarte gestalten af teekenden. Haar gedachten werden afgeleid door dat de kleine processie plotseling met een schok bleef stilstaan, Er was iemand ge vallen. Ze hoorde een kreet van angst en Fatuma riep: „Bamana! Bamanal" Ze vloog naar haar toe en vond Fatuma met het kind op de armen geknield naast Rimington, die onbeweeglijk op den grond lag. Honor liet zich op haar knieën val len, terwijl een plotselinge vrees door haar heenjoeg, maar toen ze haar hand op zijn hart legde, was ze gerustgesteld en tegelij kertijd ontdekte ze de oorzaak van zijn bewusteloosheid, want haar hand was be dekt met bloed. Ze onderzocht haastig de wond en smerkte, dat het verband ver schoven was. Haar eerste zorg was, om het bloeden te stelpen en het verband opnieuw te leg gen/toen druppelde ze een beetje whisky, die al zoovele goede diensten bewezen had, tusschen zijn lippen. Bijna dadelijk opende hij zijn oogen. Hij staarde om zich heen en maakte een be weging om op te staan. Maar het meisje hield hem tegen. Neen, u moet even wachten. Blijft u een paar minuten stil liggen, tot u wat bijge komen bent." „Maar...." begon hy zwak. „Uw wond was weer beginnen te bloe den. U moet vry veel bloed verloren heb ben en toen bent u flauw gevallen." „Flauw gevallen?" zei hij ongeloovig. „In elkaar gezakt dan, als u dat liever hebt", zei Honor. „U kunt niet verder loo- pen in dezen toestand. We zullen u op de een of andere manier moeten dragen „Onzin", viel hij haar in de rede. „Zoo'n zwakkeling ben ik niet." „Goed dan", zei ze, „Probeert u het dan maar, dan zult u het zien. Maar laat de mannen u helpen." „Salem en Juma", riep hij snel. De twee dragers hielpen hem overeind en bleven hem even ondersteunen. Honor zag duidelijk, dat hij niet alleen kon staan, maar voor ze iets had kunnen zeggen, had hij de twee mannen losgelaten. Hij wan kelde even en zou gevallen zijn, als Honor hem niet opgevangen had. „Ik.ik ben duizelig", zei hij. „Alles draait voor mijn oogen." „Ja, dat dacht ik wel", zei Honor. „U heb te veel bloed verloren. U kunt onmo gelijk loopen. We zullen een draagbaar moeten maken. Is er niet de een of an dere manier om het met geweren te doen; we hebben niets, tot wij bij de boomen komen. Het was een manier en zoo goed en zoo kwaad als het ging, werd een draag baar geïmproviseerd naar Rimington's aanwijzingen, en na eenigen tijd hervat ten ze den tocht, terwijl Honor naast hem liep en zich van tijd tot tijd er van over tuigde, dat het verband niet was verscho ven. Ze spraken niet veel, maar toen een plotselinge windvlaag den mist verjoeg en het maanlicht doorkwam, merkte ze, dat hy haar lag aan te kijken, en ze lachte even om haar verwarring te verbergen. „Waar ligt u zoo ernstig over te pein zen. mr. Rimington?" „Ik lag net te denken, hoe echt Engelsch u bent." „Engelsch?" herhaalde ze. „Wat bedoelt u daarmee?" „Wel, dat is nogal eenvoudig. We zyn nier in een mooien toestand; en ik, die voor u behoorde te zorgen, ben in plaats daarvan van u afhankelijk. En u blijft zoo koel als een ijskegel over de heele geschie denis, terwijl...." „Ik ben warempel niet koel. Ik ben den heelen tijd angstig voor wat er gebeuren zal, en ik ben woedend op mezelf, dat ik u zco slecht verbonden heb, dat...." „Bwana", riep Fatuma opeens. „Luister." P.iminton liet dadelijk halt houden en luisterde. Geen enkel geluid, behalve het suizen van den wind door het gras, ver brak de nachtelijke stilte. Rimington fluis terde zacht tegen Honor: „Hoort u iets, miss Donthorne." „Neen', fluisterde deze terug, maar Fa tuma's gehoor is scherper dan hit mijne. Zij hoorde het kind huilen, toen we in Legrand's kamp waren." „Ze Kar; nu ook wel goed gehoord heb ben. Mannering zal waarschijnlijk zijn laat ste woord nog niet gezegd hebben. Hij zal den een of anderen dag naar Engeland wil len teruggaan en het verhaal van vannacht zou opgang kunnen maken in de Ergelsche couranten. Hij moet mij eerst eh on schadelijk maken. Het kan best zijn, dat hy ons vervolgt om zijn werk te vol tooien „Neen, neen!" wierp ze-tegen. „Waarom niet? Als een man zijn sche pen achter zich verbrand heeft, moet hij verder gaan. Als Fatuma zich niet. vergist heeft en dat is niet heel waarschijnlijk ziet iemand ons achterna; en wie anders kan het zijn dan Mannering? Niet de in boorlingen uit Rahutu en niet Jules Le grand. (Wordt v.ervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 6