MAANDAG 24 DECEMBER 1934
DE LE1DSCHE COURANT
TWEEDE BUD. - PAG. 6
Alq. Vereeniging van
Bloembollencultuur
De Alg. Vereen, v. Bloembollencultuur
kwam hedenmiddag half twee in het ge
bouw der vereeniging te Haarlem in alge-
meene vergadering bijeen.
De voorzitter, de heer Ernst H. Krelage,
hield de volgende rede:
Het jaar, dat ten einde spoedt, kan, in
verband met de belangen en vooruitzich
ten van het bloembollenbedrijf, verschil
lend beoordeeld worden. Eenerzijds stemt
het tot voldoening, dat de export met bijna
3.000.000 toenam, terwijl ook 1933 een
verbetering aanwees op 1932, toen zoowel
dn tonnenmaat het maximum, als in gelds
waarde het minimum bereikt werd.
Aan dit verbeterde exportcijfer is echter
het nadeel verbonden, dat het slechts ten
gevolge van de kunstmatige prijsstabili-
seering als onderdeel van de saneerings-
maatregelen kon worden verkregen. Want
xoolang niet de zekerheid bestaat, dat de
prijzen in het buitenland zich ook zonder
die maatregelen zullen kunnen handhaven,
zal men in bet bloembollenbedrijf Regee-
ringsbemoeiingen willen behouden, ondanks
de ernstige bezwaren, die daarmede ge
paard gaan.
Verplaatst de cultuur zich naar
het buitenland?
Het ernstigste daaraan verbonden gevaar
is wel de verplaatsing van de teelt naar
het buitenland, waar onze eigen landgenoo-
ten Narcissen en Tulpen goedkooper en
zonder eenige bijdrage in de saneerings-
maatregelen kunnen telen. De ervaring in
Amerika leert, hoe dat gaat. Er komt een
oogenblik, dat voor deze landgenooten de
buitenlandsche belangen het van de Neder-
landsche winnen, en dan zijn zij het, die
den invoer van bloembollen uit Nederland
in het land, waarheen zij hun teelt hebben
overgebracht, het hevigst bestrijden.
Laat ons daarom dit bezwaar van de sa
neringsmaatregelen vooral niet onder
schatten. Maar om het juist te kunnen be-
oordeelen, is het noodig over nauwkeurige
gegevens over den omvang en de beteekenis
van de bloembollenteelt buiten Nederland
te kunnen beschikken. De mededeelingen
van vakgenooten daarover stemmen niet
altijd overeen en daarom heeft het hoofd
bestuur den Minister van Economische Za
ken verzocht een onderzoek naar de bol-
lenculturen in Engeland en andere daar
voor in aanmerking komende landen te
willen doen instellen door de in het buiten
land geyestigde Nederlandsche landbouw-
consulenten, ten einde langs dien weg een
onpartig en betrouwbaar inzicht in dat
vraagstuk te kunnen verwerven.
Veilingen zijn geen vereeni-
gingen.
Een tweede bezwaar is het gebruik
maken van de veilingen voor de uitvoering
van sommige regeeringsmaatregelen. Niet
om het feit op zich zelf, maar om de ge
volgen.
Ik schroom niet te erkennen, dat onze
vereeniging in 1916 een ernstige vergissing
heeft begaan door het rapport der door het
hoofdbestuur benoemde commissie voor het
veilingswezen ter zijde te schuiven en niet
overeenkomstig de conclusie van het rap
port het organiseeren van één of meer vei
lingen zelf ter hand te nemen. Maar het
rapport was blijkbaar bij den tijd vooruit,
want nóch het toenmalige hoofdbestuur,
nóch de algemeene vergadering wilden er
toen aan.
Men kan dus den ondernemenden man
nen, die kort daarna door zuiver eigen
handelsbelang gedreven, een veiling op
touw zetten, daarvan allerminst een ver
wijt maken, en evenmin kan men zich over
de toenoeming van het aantal veilingen,
die hoewel in vorm corporatief, in wezen
gewone handelsondernemingen zijn, ver
bazen.
Maar wel heeft het vereen!gingswezen te
zorgen, dat deze handelsondernemingen
blijven op hun afgebakend terrein van
schakel bij den onderlingen handel, en dat
zij niet in het vereenigingsleven een rol
gaan spelen, die haar niet toekomt.
De blcembollenveilingsvereenigingen te
Bovenkar&pel en in het Westland kunnen i
hierbij builen beschouwing blijven. Dit zijn
echte vakvereenigingen van belanghebben
den, die rechtstreeks invloed hebben op de
keuze van bestuur en beheer der veilingen.
Tegen dezen vorm van veilingen kan geen
enkel bezwaar bestaan en terrecht zijn dan
ook deze vereenigingen, in tegenstelling
met de andere veilingen, in het Centraal
Bloembollen Comité vertegenwoordigd.
De overige veilingen echter, hetzij in den
vorm eener N.V. of van een coöperatie,
hebben alle een ander karakter, zonder
eenigen of veel te geringen invloed van de
belangwekkende aanvoerders en koopsrs.
Dat dit stelsel ernstig bezwaar oplevert,
hebben de financieele moeilijkheden van
meer dan een dezer ondernemingen op ge
voelige wijze aangetoond.
Telkens ziet men deze commercieele vei
lingen pogingen doen om in het vak zich
een stelling te verzekeren, waarop zij geen
recht hebben. Zelfbewust bouwende op de
cridietverschaffing, waardoor zij vele vak
genooten van zich afhankelijk weten, trach
ten zij daarvan gebruik te maken om zich
invloed op den gang van zaken te verzeke
ren. Begrijpelijk is, dat zij zich de voor-
deelen, die de uitvoering van de sanee-
ringsmaatregelen haai in den schoot zou
werpen niet wilden ontgaan; maar onjuist
dat zij zich voor die maatregelen in de bres
stelden, op grond van het vakbelang, want
dat hadden niet zij, maar de kweekers en
exporteurs zeiven te beoordeelen.
De heffingen.
Wanneer dit voorjaar de heffingen door
de Regeering worden gedaan, noodig ter
bestrijding van de saneeringskosten, dan
zal een ieder aan den lijve ondervinden,
welke belangrijke bedragen daarmede ge
moed zijn. Het is vooralsnog moeilijk te be
oordeelen of het goedkooper gekund had,
en, hoe dit zij, het geld zal moeten worden
opgebracht, want de Regeering kan de vol
doening van deze schuld door kracht ge
maatregelen, als onthouding van teelt- en
exportvergunning bij wanbetaling afdwin
gen.
Maar wel zal dientengevolge de geest
drift voor de saneering aanmerkelijk af
koelen, en het is de vraag of wij niet ge
dwongen zullen zijn, aan te dringen op op
heffing der maatregelen, hetzij geheel of
grootendeels, niet omdat men het handha
ven niet juister zou achten, maar uitslui
tend op grond van de onmogelijkheid voor
het vak, om de daaraan verbonden kosten
te kunnen dragen. De gevolgen van een
eventueele opheffing of gedeeltelijk losla
ten der maatregelen zullen in den beginne
allicht niet gunstig zijn: de prijzen in het
buitenland zullen er den weerslag van on
dervinden en het is niet uitgesloten, dat in
voerbeperking, ter voorkoming van dum
ping, er door zullen worden uitgelokt. Op
den duur echter zal men langs dien weg
eereder tot normale toestanden terugkee-
ren, want de noodzakelijkheid zal dwingen
tot een herstel van dejuiste verhouding
tusschen vraag en aanbod.
Van twee kwaden zal men het minste
moeten kiezen, maar het oogenblik is nog
niet gekomen, waarop men met voldoende
kennis van zaken die keus kan doen.
Ook afgezien hiervan zullen wij verstan
dig doen ons tijdig voor te bereiden op het
oogenblik, waarop de regeeringsmaatrege
len zullen worden opgeheven. Laat ons
zorgen, dat dan het geheele bloembollen
vak zóó krachtig en centraal georganiseerd
is, dat het zelf zonder hulp van de regee
ring den toestand kan beheerschen, indien
wederom overproductie dreigt en ingrij
pen algemeen onvermijdelijk mocht worden
geacht.
Moge de daarvoor noodige eendrachtige
samenwerking, met uitschakeling van
groeps- en eigenbelang op het goede oogen
blik kunnen worden bereikt.
De wateronttrekking door de
waterleidingen.
„De geschiedenis herhaalt zich". Dit be
kende gezegd dringt zioh aan ons op, nu
sommige deelen van de bloembollenstreek
Mijnhardt"Zenuwtabletten. 75 ct
Mijnhardt's Lazeertablctten60 ct
Mijnhardt's Maagtabletten 75 ct
Mijnhardt's Hoofdpijntabletten60 ct
„Wat Mijnhardt maakt is goed."
ernstige moéilijkheden ondervinden door
de belangrijke wateronttrekkingen aan den
bodem, die in de laaiste jaren in toenemen
de mate kon worden vastgesteld.
In een vroeger tijdvak heeft de vereeni
ging rusteloos zich beijverd voor het ver
krijgen en behouden van den voor het
bloembollenbedrijf meest gunstigen water
stand. Die pogingen werden destijds met
goeden uitslag bekroond en de uitbreiding
van de teelt sedert 1880 met de welvaart,
waarin de streek zich langen tijd zij het
ook met tijdelijke inzinkingen mocht
verheugen, was er het rechtstreeksch ge
volg van.
Thans worden verschillende plaatsen
zoowel ten Noorden van het Noordzeeka
naal aLs ten Zuiden van Haarlem ernstig
bedreigd door de voortdurende wateront
trekking aan den biKiem ten behoeve van
waterleidingen en de industrie. Dit vraag
stuk is van buitengewoon ernstigen aard en
eischt dringend en spoedig voorziening. Te
dien einde heeft het Hoofdbestuur in over
leg met de belanghebbenden in de bedreig
de plaatsen zich tot den Minister van Eco
nomische Zaken gewend met het verzoek
een onderzoek te willen instellen naar de
mogelijkheid van een bevloeiïngsstelsel,
dat in den nood kan voorzien. Ongetwijfeld
zal de Rijkscommissie voor de Ontwate
ring, die zich reeds met het vraagstuk heefi
beziggehouden, met dit onderzoek worden
belast.
Wij mogen met des te meer recht in deze
een beroep doen op Krachtige medewerking
van de Overheid, omdat er nauw verband
bestaat tusschen deze nieuwe bedreig:ng
van onze levensbelangen en de door over
heidsorganen aangelegde waterleidingen en
door hen toegestane wateronttrekking ten
behoeve van de industrie
Wij hebben het recht van de overheid te
verlangen, dat zij hare ernstige aandacht
schenkt aan dit vraagstuk en krachtig
medewerkt aan een afdoende oplossing. Er
kan verschil van meening bestaan over het
beginsel en de doeltreffendheid van crisis
maatregelen en crisissteun, maar er kan
geen strijd zijn over de vraag of de Over
heid die eenerzijds de wateronttrekking aan
den bodem bevordert, niet anderzijds ver
plicht is, de schadelijke gevolgen voor een
nijvere bevolking van tuinders en bloem
bollenkweekers zooveel mogelijk te beper
ken.
Laat ons hopen, dat het streven der ver
eeniging in dezen met even goeden uitslag
bekroond moge worden als in vroeger ja
ren de strijd voor een goeden waterstand.
UIT DE OMGEVING
LEIDSCHENDAM
„St. Cecilia". Een dezer dagen hield de
R.K. Harmonie „St. Cecilia" te Leidschen-
damVeur een belangrijke ledenvergade
ring. De agenda vermeldde o.m. bestuurs
verkiezing; bijna het geheele bestuur
trad af, zoodat een nieuw bestuur geko
zen werd, dat als volgt werd samenge-
stel: Arn. Hooijmans, le voorz., Korten-
bach, 2e voorz., B. Lelieveld, le seer., W.
v. Brecht, 2e secr., Th. Tetters, le penn.,
Jo van Veen, 2e penn. en Jac. Hooymans,
bibliothecaris. Als waarnemend directeur
bij afwezigheid van den directeur werd
benoemd de heer Arn. Hooijmans.
Inbraak. In den nacht zan Zaterdag
op Zondag is bij afwezigheid van den heer
N. alhier ingebroken in diens woning. Door
het indrukken van een glas-in-lood-ruit
hebben de dieven zieh toegang verschaft
Voorzoover is na te gaan worden er zil
ver en juweelen vermist. Gewacht wordt
op de terugkomst van den heer N. om
vast te kunnen stellen wat is verdwenen
De politie en marechaussee stellen een on
derzoek in.
STOMP WIJK
Aanvaarding geschenk. In verband
met de totstandkoming van den verbeter
den Stompw. weg hebben de bewoners
van de buurtschap Stompwijk een voor
zittershamer met zilveren bandje en in
scriptie „Dr. van Noortstraat" als blijk
van dankbaarheid aangeboden. B. en W.
stellen den Raad voor te besluiten onder
dankbetuigng dit geschenk te aanvaar
den.
Korte Kniplaan. B. en W. van
Stompwijk stellen den Raad voor m. i. v.
1 Jan. 1935 de Korte Kniplaan wederom
voor den tijd van 3 jaren onderhandsch te
verhuren aan H. J. van Velzen voor den
jaarlijkschen huurprijs van 300 en voorts
onder de voorwaarden vermeld in het ter
inzage gelegde ontwerp-besluit.
Onbewoonbaarverklaring woning Veen-
weg 11. Naar aanleiding van een schrij
ven van den heer Inspecteur van de Volks
gezondheid te Den Haag, hebben B. en W.
van Stompwijk een onderzoek doen in
stellen naar den toestand van de woning
Veenweg 11. B. en W. geven de gebreken
aan, welke dé woning vertoont en stellen
den Raad voor, aangezien de woning on
geschikt ter bewoning is en niet meer
door het aanbrengen van verbeteringen in
bewoonbaren staat is te brengen, over te
gaan tot onbewoonbaarverklaring.
Inenting tegen diphterie en roodvonk.
Door het bestuur afd. Leidschendam van
het Wit-Gele Kruis wordt verzocht om-
gratis inenting tegen dipheterie en'of
roodvonk voor de leerlingen van de le
klasse der Lagere Scholen en subsidiaire
uitbreiding van de gelegenheid tot gratis
inenting, die thans voor pokken bestaat,
tot diphterie en'of roodvonk.
Alvorens een beslissing op het verzoek
te nemen, komt het B. en W. gewenscht
voor een ernstig beroep daartoe op het
bestuur van het Wit-Gele Kruis te doen.
VEUR.
Gemeenteraad. Vrijdag 29 December,
des avonds na afloop der gecombineerde
vergadering van Stompwijk en Veur, komt
de Raad der Gemeente Veur in openbare
vergadering bijeen. Agenda: 1. Voorloopige
vaststelling gemeenterekening, dienst 1933.
2 Vaststelling vergoeding ex art. 101 L.O.
Wet 1920 over 1929 en 1930 en drie-jaar-
lijksche afrekening met besturert bijzonde
re scholen over 19281930.
Staatspartij. Onder voorzitterschap
van den heer A. A. Bontje kwam Vrijdag
de R.K. Kiesvereeniging „Eensgezindheid"
te Veur in algemeene ledenvergadering
bijeen. De voorzitter doet eenige mededee
lingen, o.m. dat men om aan de stemming
deel te kunnen nemen vóór 31 Dec. lid
moet zijn en betreffende het stemmen bij
volmacht, terwijl hij nog aanbeveelt „De
Opmarsch" en hoopt, dat velen zich als
abonné zullen opgeven.
Aan de orde komt de candidaatstelling
voor Provinciale Staten voor de lijst der
R.K. Staatspartij; op voorstel van het Be
stuur werden candidaat gesteld de heeren
M. P. v. d. Weijden ,L. C. de Koning te
Veur, E. A. Meijer, Daniëls, J. C. v. d.
Leeuw, Burgemeester W. Keijzer, Wesse-
ling en de Kok van Loosduinen, welk
voorstel na enkele besprekingen met alge
meene stemmen wordt aangenomen.
Ter tafel komt de reglementswijziging;
de voorzitter deelt mede, dat het reglement
in overeenstemming moet worden gebracht
met het reglement der R.K. Staatspartij. De
voorzitter heet hartelijk welkom den Zeer-
eerw. heer Pastoor, die inmiddels ter ver
gadering is gekomen. Hierna volgde arti-
kelsgewijze behandeling van het Regle
ment, dat op meer dan keurige wijze door
den heer Mol was daargesteld en door deze
ook op duidelijke wijze bij gestelde vragen
werd toegelicht. Het Reglement werd, be
houdens eén enkele kleine wijziging, on
veranderd met algemeene stemmen aange
nomen.
Door de heeren A. A. Bontje, M. Schalk
wijk en Th. Raaphorst werden keurige en
breedvoerige verslagen uitgebracht, resp.
van de vergadering van den Staten-Kies-
kring Gouda en van de vergadering der
R.K. Kamer-Centrale Leiden, waarvoor de
heeren dank en applaus hadden te accep
teeren. Na rondvraag sluiting.
STOMP WIJK-VEUR.
Gemeenteraad. Vrijdag 29 December,
des avonds te 7.15 uur komen de ra
den der Gemeenten Stompwyk en Veur
in openbare gecombineerde vergadering
bijeen. Agenda: 1. Notulen. 2. Inge
komen stukken en mededeelingen. 3. Vast
stelling bedrijfsrekeningen dienst 1933. 4.
Vaststelling bedrijfsbegrootingen, dienst
1935. 5. Verder voorkomende zaken.
OEGSTGEEST.
Uitvoering ten bate van Rcode Kruis.
Zaterdagavond werd in 't Patronaatsge
bouw een uitvoering gegeven ten bate der
afd. Rijnland van het Roode Kruis. De be
langstelling was niet zoo groot als men zou
hebben verwacht. Het programma was te
veel „overladen". Men zou er twee avonden
mede hebben kunnen vullen.
De avond werd geopend met een kort
welkomstwoord van Mevr. van Gerrevink,
waarna de vice-voorzitter dr. de Ruter-
Zijlker mededeelde, dat de voorzitter ver
hinderd was dezen avond bij te wonen.
Spreker herdacht in treffende woorden de
nagedachtenis der verongelukte passagiers
en bemanning van de Uiver.
Op verdienstelijke wijze zong mej. Julie
Ardesch van Hamel een 6-tal liederen. Zij
werd daarbij gesecondeerd op den vleugel
door den heer Henri Jalink.
Voorts kregen we te hooren eenige zang
nummers van de leerlingen van Mej. van
Hamel, wat begrijpelijk zeer in den smaak
viel.
Hierna opvoering van de vier-acter met
voorspel van „De Andere" van Nic. Niche.
Alhoewel de strekking en inhoud van het
stuk ons slechts matig bevredigden, kun
nen wij over de vertolking over 't algemeen
tevreden zijn. Er waren spelers by die een
niet onaardige caricatuur gaven, waarom
de zaal meermalen onbedaarlijk moest
lachen. Een gul applaus beloonde de op-
tredenden na ieder bedrijf.
Het was inmiddels twaalf uur geworden
en wij begaven ons huiswaarts zoodat wij
geen verder verslag kunnen geven.
Moge e.a. hebben bijgedragen tot meer
dere belangstelling moreel en financieel
voor de afdeeling „Rijnland" van het Ned.
Roode Kruis.
ZILK.
Loerakker komt! Het bekende Tweede
Kamerlid Loerakker zal Vrijdagavond a.s.
als spreker optreden in het parochiehuis
alhier. Een en ander geschiedt op intiatief
van de R. K. Kiesvereeniging alhier.
Hopen wij, dat de zaal te klein moge zijn
om het aantal luisteraars en luisteraarsters
te kunnen bergen.
Prijsjassen. Ook in café „van Strae-
len" werd prijsgejast om een hartig brok
je en werden winnaars der prijzen: 1. P.
Okkerie en W. Th. v. d Berg; 2. C. v. Strae-
len en J. v. Elk; 3. R. Bakker en C. v. Ma-
ris. Er werd in de beste verstandhouding
gespeeld.
Lummelachtig. Door een beambte der
waterleidingen werden eenige personen
betrapt, die op lummelachtige wijze een
dennenbosch in de duinen alhier verniel
den om een kerstboompje te bemachtigen.
Dat zulks verboden is, zullen zy wel onder
vinden.
Goed schudden voor het
gebruik, heeft dokter gezegd,
zegd. (Everybody).
FEUILLETON.
LIEFDE IN HET OERWOUD
door
J. VAN DER SLUYS.
Naar het Engelsch
(Nadruk verboden.).
36)
Ze zei, die laatste woorden haastig en
verward, want zij had het gevoel, dat hij
haar mededeeling onvermijdelijk in ver
band moest brengen met zijn eigen vraag,
toen hij naar den slapenden Mannering
had staan kijken; en ze ging haastig voort:
„Dus u ziet, dat het niet daarom is, dat
ik sir George Mannering probeer te ver
ontschuldigen. Ik meen in ernst, dat h(j
gehypnotiseerd of half verdoofd wes. En
Legrand had een geweldigen invloed op
hem. Ik geloof zeker, dat h(j zichzelf niet
was, toentoen...."
Ze eindigde den zin niet, het was haar
onmogelijk het vreeselijke feit onder woor
den te brengen, maar hij sprak haar ge
dachten verder uit.
„Toen hij probeerde m(j te vermoorden,
bedoelt u?" En h(j voegde er op minachten
den toon aan toe: „Ik ben bang, dat ik het
op dat punt niet met u eens ben, miss
Donthorne. Er zijn dingen in deze geschie
denis, waar u niets van weet. Ik ben er
van overtuigd, dat Mannering absoluut wist
wat hij deed. toen hij probeerde me dood
te schieten. Ik kan het u niet uitleggen,
misschien later. Het is tyd, dat wij verder
gaan. Mannering zou een tweede poging
kunnen wagen."
En zonder haar tijd te gunnen om nog
verder iets te zeggen, gaf hij een kort be
vel en de tocht werd hervat. Vergeleken
bij den marsch door het woud, was de tocht
over de vlakte kinderspel. Er was alleen
maar gras, dat zacht heen en weer wuif
de in den nachtwind met hier en daar een
accasia in het maanlicht, dach na een uur
of twee ging de schoonheid van den nacht
verscholen achter een killen vochtigen
mist en in Honor's hart kwam ook een
kille somberheid. Van het oogenblik af, dat
Alec Rimington haar had verteld van den
Europeaan, die op hem had geschoten, had
ze geweten, wie dat geweest was, en ook
Rimington zelf scheen niet te twijfelen.
Het was vrijwel onmogelijk, dat er een
derde blanke in Rahutu was geweest en
bovendien had Rimington haar gezegd,
dat er dingen waren, waar zij niets van
wist, maar die deden begrijpen, waarom
de ander het op zyn leven gemunt had.
Maar waarom?
Ze trachtte de geheel geschiedenis te
doorgronden. Ze zag Mannering, Jules Le
grand, het blonde knd, Rimington en Fa-
tuma, zichzelf, allen deelen van een puzzle,
die ze niet sluitend kon krijgen. Was het
dit kind, dat den sleutel vormde? Lag het
geheim verscholen in het opschrift op dien
steen, dat Mannering had laten wegbeite-
len?
Een oogenblik toefden haar gedachten
by Roger Mannering. Maar Roger Manne
ring was zeven jaar geleden gesneuveld, en
het kind, daar in Fatuma's armen, kon
niet ouder dan drie jaar z(Jn. Toen dacht
ze opeens aan de woorden, welke George
Mannering in zijn ijlen had uitgeroepen:
„Neen, neen, Legrand! Een kind. Groote
genade.man.
Ze was er zeker van, dat het kind een
voorname rol in dat alles speelde. Waarom
had Legrand het andere gestolen? Waar
om had Mannering er over geijld? Wat
had Legrand er mee willen doen? Ze had
niets gezien van wat er zich had afge
speeld voor den zonderlingen tempel in het
dal. Alles, wat ze gezien had, was een
reusachtig vuur, waartegen zich vele
zwarte gestalten af teekenden.
Haar gedachten werden afgeleid door
dat de kleine processie plotseling met een
schok bleef stilstaan, Er was iemand ge
vallen. Ze hoorde een kreet van angst en
Fatuma riep:
„Bamana! Bamanal"
Ze vloog naar haar toe en vond Fatuma
met het kind op de armen geknield naast
Rimington, die onbeweeglijk op den grond
lag. Honor liet zich op haar knieën val
len, terwijl een plotselinge vrees door haar
heenjoeg, maar toen ze haar hand op zijn
hart legde, was ze gerustgesteld en tegelij
kertijd ontdekte ze de oorzaak van zijn
bewusteloosheid, want haar hand was be
dekt met bloed. Ze onderzocht haastig de
wond en smerkte, dat het verband ver
schoven was.
Haar eerste zorg was, om het bloeden te
stelpen en het verband opnieuw te leg
gen/toen druppelde ze een beetje whisky,
die al zoovele goede diensten bewezen had,
tusschen zijn lippen.
Bijna dadelijk opende hij zijn oogen. Hij
staarde om zich heen en maakte een be
weging om op te staan. Maar het meisje
hield hem tegen.
Neen, u moet even wachten. Blijft u een
paar minuten stil liggen, tot u wat bijge
komen bent."
„Maar...." begon hy zwak.
„Uw wond was weer beginnen te bloe
den. U moet vry veel bloed verloren heb
ben en toen bent u flauw gevallen."
„Flauw gevallen?" zei hij ongeloovig.
„In elkaar gezakt dan, als u dat liever
hebt", zei Honor. „U kunt niet verder loo-
pen in dezen toestand. We zullen u op de
een of andere manier moeten dragen
„Onzin", viel hij haar in de rede. „Zoo'n
zwakkeling ben ik niet."
„Goed dan", zei ze, „Probeert u het dan
maar, dan zult u het zien. Maar laat de
mannen u helpen."
„Salem en Juma", riep hij snel.
De twee dragers hielpen hem overeind
en bleven hem even ondersteunen. Honor
zag duidelijk, dat hij niet alleen kon staan,
maar voor ze iets had kunnen zeggen, had
hij de twee mannen losgelaten. Hij wan
kelde even en zou gevallen zijn, als Honor
hem niet opgevangen had.
„Ik.ik ben duizelig", zei hij. „Alles
draait voor mijn oogen."
„Ja, dat dacht ik wel", zei Honor. „U
heb te veel bloed verloren. U kunt onmo
gelijk loopen. We zullen een draagbaar
moeten maken. Is er niet de een of an
dere manier om het met geweren te doen;
we hebben niets, tot wij bij de boomen
komen. Het was een manier en zoo goed en
zoo kwaad als het ging, werd een draag
baar geïmproviseerd naar Rimington's
aanwijzingen, en na eenigen tijd hervat
ten ze den tocht, terwijl Honor naast hem
liep en zich van tijd tot tijd er van over
tuigde, dat het verband niet was verscho
ven.
Ze spraken niet veel, maar toen een
plotselinge windvlaag den mist verjoeg en
het maanlicht doorkwam, merkte ze, dat
hy haar lag aan te kijken, en ze lachte even
om haar verwarring te verbergen.
„Waar ligt u zoo ernstig over te pein
zen. mr. Rimington?"
„Ik lag net te denken, hoe echt Engelsch
u bent."
„Engelsch?" herhaalde ze. „Wat bedoelt
u daarmee?"
„Wel, dat is nogal eenvoudig. We zyn
nier in een mooien toestand; en ik, die
voor u behoorde te zorgen, ben in plaats
daarvan van u afhankelijk. En u blijft zoo
koel als een ijskegel over de heele geschie
denis, terwijl...."
„Ik ben warempel niet koel. Ik ben den
heelen tijd angstig voor wat er gebeuren
zal, en ik ben woedend op mezelf, dat ik
u zco slecht verbonden heb, dat...."
„Bwana", riep Fatuma opeens. „Luister."
P.iminton liet dadelijk halt houden en
luisterde. Geen enkel geluid, behalve het
suizen van den wind door het gras, ver
brak de nachtelijke stilte. Rimington fluis
terde zacht tegen Honor:
„Hoort u iets, miss Donthorne."
„Neen', fluisterde deze terug, maar Fa
tuma's gehoor is scherper dan hit mijne.
Zij hoorde het kind huilen, toen we in
Legrand's kamp waren."
„Ze Kar; nu ook wel goed gehoord heb
ben. Mannering zal waarschijnlijk zijn laat
ste woord nog niet gezegd hebben. Hij zal
den een of anderen dag naar Engeland wil
len teruggaan en het verhaal van vannacht
zou opgang kunnen maken in de Ergelsche
couranten. Hij moet mij eerst eh on
schadelijk maken. Het kan best zijn, dat
hy ons vervolgt om zijn werk te vol
tooien
„Neen, neen!" wierp ze-tegen.
„Waarom niet? Als een man zijn sche
pen achter zich verbrand heeft, moet hij
verder gaan. Als Fatuma zich niet. vergist
heeft en dat is niet heel waarschijnlijk
ziet iemand ons achterna; en wie anders
kan het zijn dan Mannering? Niet de in
boorlingen uit Rahutu en niet Jules Le
grand.
(Wordt v.ervolgd.)