DONDERDAG 20 DECEMBER 1934 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD. - PAG. 6 TWEEDE KAMER Rijk en Gemeenten Gisteren werden de Dinsdag begonnen algemeene beschouwingen over de drie wetsontwerpen resp. tot wijziging van de financieele verhoudingswet, tot stichting van een Werkloosheidssubsidiefonds en tot het over laten gaan van de opcenten op de Inkomsten, en Vermogensbelasting van het Gemeentefonds naar de algemeene Rijksmiddelen voortgezet. Over het alge meen was er geen scherps tegenstand te gen de voorstellen, behalve natuurlijk van communistische zijde, die bij monde van den heer Wijnkoop de zaak wist voor te stellen als een nieuwe aanval van het ka pitaal op het proletariaat! De heeren de Geer (C.H.) en S m e e n k (A.R.) en later ook de Minis ter van Financiën bestre'den de mee. ning als zou de belastingheffing aan de ge meente ontnomen wordsn. Eerstgenoemde vond ook de progressie in de opcenten op de Inkomstenbelasting, die op zichzelf al progressief is, zeer onelegant en- wilde wel praten over een sterkere progressie in de inkomstenbelasting zelf. De Mi n i s t e r verdedigde zich tegen deze beschuldiging van onelegante wetgeving met te wijzen op het feit, dat hij dit reeds in 1932 zoo ge- wenscht had. De heer van Poll (R.K.S.P.) deed een aanval op de nieuwe formule, die z.i. te groote afwijkingen teweegbrengt, niet al leen voor de groote maar ook voor kleinere gemeenten. Bovendien zijn deze voorstellen reeds door de feiten achterhaald; immers het bedrag der uitgaven voor <ie werkloos heid is reeds grooter geworden dan geschat was, de Regeering zal niet meer dan 46 millioen geven en de gemeenten zullen Jus meer moeten betalenten koste van nieuwe beswaringen en bezuinigingen op hun inwoners. Daarvan is weer grooter werkloosheid en stijging der uitgaven daarvoor het onvermijdelijke gevolg. Spr. wijt dit aan de geheele politiek der Regee ring, die geen bepaalde levensmogelijkheid doelbewust nastreeft, maar steeds dieper laat zinken in de ongemotiveerde hoop, dat ooit een punt bereikt zal worden, waar dit zinken zal ophouden. Onaanvaardhaar achtte spr. het feit, dat lieden met een in komen van 5 ton door deze voorstellen een belastingverlaging van 10.000 gulden zullen genieten. De Minister vond het blijkbaar minder gewenscht op het eerste deel van dit betoog in te gaan, maar zeide wel, dat hij het zinnelooze van evengenoemde be lastingverlaging inzag, maar nog niet wist, wat hij er aan moest doen. Hij zou het lie den weten te vertellen. De heer van IJselmuyden (R.K.S.P.) vond de nieuwe formule in de wet op de financieele verhouding tusschen Rijk en Gemeenten beter dan de oude, weshalve hij voor deze wet was. Groot bezwaar ech ter had hij tegen de wet tot stichting van het Werkloosheidssubsidiefonds, omdat het Rijk hierin zoo weinig bijdraagt, althans te weinig om de gemeenten genoeg moed te geven om tot een grootere krachtsinspan ning te geraken. De Minister van Financiën, die deze ontwerpen verdedigde, verklaarde zeer veel te voelen voor het door den heer Goseling aanbevolen overleg tusschen het Rijk en de gemeenten bij kwesties als de aanhangige. Spr. had dan ook ruim overleg gepleegd en hoopte dit nog uit te breiden bij de uitvoering van deze wetten. De gemeenten moesten eigenlijk de Re geering dankbaar zijn voor de wijze waar op deze de (sterk verminderde) opbrengst van het gemeentefonds aan de veranderde omstandigheden heeft aangepast. Nu immers hebben de gemeenten gelegenheid, deze las ten over een tijdperk van tien jaren te verdeelen, terwijl anders in 193Ö de uitkee- ringen van het Rijk aan de gemeenten in eens een groot stuk zouden zijn terugge vallen. De reden om de verdeelings-formule te veranderen was, dat de nieuwe formule bil lijker is dan de oude. Rekening is eener- zijds gehouden met de inkomsien-capaci- teit, anderzijds met de behoeften der ge meenten. Onrechtvaardigheden in particu liere gevallen zijn bij zulke algemeene re gelingen niet te voorkomen. Een voordeel voor de groote gemeenten is, dat de be drijfswinsten die nog altyd een aanmer kelijk deel van de inkomsten voor de ge meenten beteekenen niet in de formule zijn medegerekend. In ieder geval heeft men geen betere formule kunnen vinden. Vdor een extra-bydrage van het Rijk ko men die gemeenten in aanmerking, die, na dat ze reeds 25 pet. van hun belastingver mogen aan het Werkloosheidssubsidie fonds hebben bijgedragen, niet meer 15 pet. van de dan neg overgebleven belastings capaciteit voor werkloosheidsuitgaven kun nen besteden. De Minister wijzigde de wet dan ook in dezen zin, dat de' gemeenten, die door deze wet noodlijdend worden, ge holpen kunnen worden, om er boven op te blyven. Intusschen is gebleken, dat de raming voor het Werkloosheidssubsidiefonds 6 millioen te laag is geweest. Dit zal verhol pen worden door een deel van de opcenten op de Inkomsten- en Vermogensbelasting te storten in dit fonds en ze af te voeren van de Algemeene Middelen. Nu de algemeene beschouwingen over deze zéér ingewikkelde materie zijn afge- loopen, kan men veilig zeggen, dat deze 3 ontwerpen hun bestemming in de Tweede Kamer wel zullen bereiken. Onderwijs De Kamer gaat, onder den indruk der moeilijke tijden, meer en meer nauw toe zien op de gedragingen van hen, die in staatsdienst zijn of uit de openbare kassen worden betaald. Zoo maakte de heer Van der Heide (S.D.A.P.) aanmerking op het feit, dat medische hoogleeraren, feite lijk in strijd met de bepalingen der Hooger- Onderwijswet, de medische practijk blijven uitoefenen en de heer Wendelaar (V. B.) wilde, dat de heeren proffen aan meer dan één Hoogeschool zouden doceeren. De heer Ling beek (H.G.) vond, dat er aan de theologische faculteit te veel ethischen en te weinig confessioneelen worden benoemd en dat de anti-revolutio nairen bevoordeeld worden bfj de benoe mingen. Dat is juist een kolfje naar de hand van Minister Marchant, die verklaarde, dat de kwestie: ethische of confessioneele hem volmaakt koud liet. Hij zou voortaan eerst zijn licht opsteken bij den heer Ling- beek, dan had hij meteen zekerheid, dat er wel geen Katholiek zou benoemd worden. (Gelach). Als de heeren medische Proffen geen practijk mogen uitoefenen, kan hij geen goede krachten krijgen. En met het do ceeren van één prof aan meerdere univer siteiten is een proef genomen; maar deze is mislukt. Een groot deel van het debat van Dinsdag avond liep over het al of niet continueeren van het subsidie aan het Lorenz-lyceum, te Eindhoven. Er was in zekeren zin een nieuw feit: de Eindhovensche gemeenteraad had een nieuw compromis uitgedokterd; maar niemand wist nog, of de heeren van het Lorenz-lyceum ermede accoord gingen. Houvast had men dus nog niet; maar, van den anderen kant kon men toch ook niet meer zonder meer volhouden, dat de Eind hovensche Raad tot geen enkel vergelijk bereid was. De discussies liepen nu vooral over de vraag, of het in en voor de vier laatste maanden van '34 verleende subsi die gecontinueerd moest worden. Van anti-revolutionaire zijde werd ten slotte een amendement voorgesteld om 1.van den post voorschotten te schrap pen; maar toen bleek, dat hiertegen tech nische bezwaren bestonden, werd dit amen dement vervangen door een motie, waarin de Kamer als haar gevoelen uitspreekt, dat het subsidie aan het Lorenz-lyceum slechts dan behoort te worden gecontinueerd, wan neer er overeenstemming met de gemeente Eindhoven wordt verkragen, Heden wordt over deze motie gestemd. BUITENLAND VOLKENBOND. HET CHACO-GESCHIL. Weigerend antwoord van Paraguay aan Genève. Gisteren was het de laatste dag van den termijn, dien de buitengewone volkenbonds vergadering aan Bolivia en Paraguay ge steld heeft voor de aanneming van haar aanbevelingen tot oplossing van het Chaeo- geschil. Bolivia heeft de vorige week de aanbevelingen zonder voorbehoud aan vaard. Het gisteren binnengekomen antwoord van Paraguay is daarentegen als een ver werping te beschouwen, ofschoon de regee ring het woord „verwerpen" niet uitdruk kelijk bezigt. De regeering van Paraguay begint met de verklaring, dat zij genoodzaaakt is, nog maals uiteen te zetten, waarom de aanbe velingen der buitengewone volkenbonds vergadering practisch niet te verwezen lijken zijn. Het voornaamste bezwaar van Paraguay schijnt te liggen in de vierde paragraaf, waarin zij ertegen protesteert, dat aan het Haagsche Internationale gerechtshof een te groote vrijheid van beslissing wordt gela ten, waardoor het Haagsche Hof ook deelen van het Chacogebied, die reeds eigendom van Paraguay zijn, nog aan Bolivia zou kunnen toewijzen. Morgen zal de commissie van drie-en- twintig uit de buitengewone volkenbonds vergadering bijeenkomen, om te overwe gen, wat thans door den volkenbondsraad zou kunnen gedaan worden. DUITS5HLAND. KATHOLIEKEN TE DARMSTADT VEROORDEELD. Enkele Katholieke jongelingen en leiders hebben zich wegens onbehoorlijke uitlatin gen tegenover 't nationaal-socialisme voor de rechtbank te Darmstadt moeten verant woorden. Allen werden tot gevangenisstraf fen veroordeeld, die van enkele weken tot drie maanden loopen. ENGELAND. VLOOTDISCUSSIE TE LONDEN VERDAAGD. Drie deelnemers blijven in nauw contact. De volledige delegaties der drie bij de voorbereidende vlootbesprékingen verte genwoordigende naties zijn gisternamiddag in het kabinet van den Britschen premier MacDonald in het Lagerhuis bijeengeko men en hebben besloten, de huidige laze der Londensche besprekingen te beëindigen. De drie regeeringen zullen in nauw con tact met elkaar blijven evenals met de an dere landen, welke de verdragen van Lon den en Washington hebben onderteekend. De verdaging zal ook aan de Britsche re geering gelegenheid geven de regeeringen der Dominions te raadplegen. Men hoopt, dat de verrichte voorbereidende werkzaam heden, het mogelijk zullen maken, een si tuatie te doen ontstaan, welke een nieuwe bijeenkomst op een later gunstig oogenblik zal rechtvaardigen. In dit geval zal de Brit sche regeering de noodige stappen doen. J0EGQ-SIAVIE. JEFTITSJ KABINETSFORMATEUR. Prins-regent Paul heeft Jeftitsj, den af getreden minister van buitenlandsche za ken, met de vorming van de nieuwe re geering van Zuid-Slavië belast. Jeftitsj heeft de opdraoht aanvaard. Men schijnt uit deze opdracht te moeten afleiden, dat de prins-regent zijn plan om te trachten een kabinet van nationale een dracht te verkrijgen, heeft doorgezet. Het zal echter nog moeten blijken in hoeverre Jeftitsj er in slagen zal bij zijn kabinets formatie inderdaad aan dien eisch te vol doen. POLEN. EEN LASTER-PROCES. Vrijdenkersblad aangeklaagd wegens laster tegen nuntius te Warschau. Pastoor Lorek van de parochie van den Heiligen Geest heeft bij het kantongerecht van Warschau een aanklacht inged.end tegen de redactie van het blad „De Pool- sche Vrijdenker" wegens laster. Ongeveer een jaar geleden stierf in War schau de Japansche gezant Hirouki Kawai. Op zijn sterfbed werd hij door den pause lijken nuntius alhier gedoopt in afwezig heid van zijn familieleden. De gestorven diplomaat werd daarna op het Katholieke kerkhof van Warschau begraven. Thans, komt het orgaan van de Poolsche vrijdenkers met de bewering, dat de Ja pansche gezant reeds niet meer bij bewust zijn geweest is, toen hij gedoopt werd en dat het eenige doel van de toediening van het Doopsel aan Hirouki geweest is een „rijke begrafenis". De familie van den overleden diplomaat heeft volgens het vrijdenkersorgaan een bedrag van vijftigduizend zloty voor de be grafenis betaald en het was dus enkel en alleen te doen om geld. Bij dit proces, dat den 27sten December beginnen zal, zullen o'.ó. de pauselijke nun tius, verscheidene leden van het Japansche gezantschap en geneesheeren als getuigen verschijnen. BUITENLANDSCHE BERICHTEN. HAD HAUPTMANN MEDEPLICHTIGEN? Nieuwe getuige in het Lindbergh-drama De theorie, dat Hauptmann de eenige dader zou zijn van den moord op de baby van kolonel Lindbergh, is weer geschokt door de verklaringen van den 40-jarigen timmerman Ellis Sanborn, die in Bridgton een teruggetrokken leven leidt. Deze ver telde aan de betrokken politie-autoriteiten, dat zijn vrouw Erna Cahn, die in Coblenz is geboren en van wie hij thans reeds lan gen tijd gescheiden leeft, in Juni 1933 een man mede naar huis heeft genomen, die hij intusschen op grond van fotografieën heeft geindentificeerd. als te zijn Isidore Fisch. Deze man zou hem een som geld ten bedrage van 100.000 hebben beloofd, wanneer hij Fisch behulpzaam zou zijn bij de ontvoering van een welgesteld meisje uit Bridgton. Fisch zou het meisje ontvoe ren en terwijl over hél losgeld zol wor den onderhandeld, zou Sanborn tot taak hebben het slachtoffer in zijn huis te ver bergen. Sanborn zou dit voorstel van de hand hebben gewezen, terwijl ook Fisch later op zijn aanvankelijk voornemen zou zijn teruggekomen. Voorts herinnerde San-- born zich, dat het echtpaar Fisch verge zeld van een chauffeur eens bij hem thuis was geweest. Deze chauffeur zou echter niet Hauptmann zijn geweest. Uit New York wordt voorts gemeld, dat de advocaat van Hauptman, Edward Ri ley, een verzoekschrift, heeft gericht tot president Roosevelt, waarin hij vraagt, de drie politiemannen, die aanvankelijk met het onderzoek tegen Hauptmann waren be last, bij de komende verdere behandeling als getuigen te hooren. Het betreft hier de beambten Sesk, Sandberg en Enos, die volgens 'de meening van den verdediger van Hauptmann naar St. Antonia en Salt Lake City zijn verplaatst, ten einde hen op deze wijze bij de behandeling tegen Hauptmann in Januari uit te schakelen. Riley verklaarde, dat de aanklacht wegens moord tegen Hauptmann niet zou kunnen .worden gehandhaafd, indien deze getuigen zouden worden gehoord, daar zij op grond van hun nasporingen hadden vastgesteld, dat de moord op Lindbergh's baby, niet door één persoon kan zijn gepleegd. Voorts zeide hij, dat men er in bepaalde invloedrijke kringen op uit was, om de een of andere reden de zaak te verdoeze len. Hierdoor was ook het feit te verkla ren, dat men in New Jersey een nieuwe bepaling in het leven heeft geroepen, vol gens welke alleen die getuigen tijdens de behandeling in Januari a.s. verhoord wor den, die minder dan 1600 kilometer van Flemington verwijderd wonen. De drie ambtenaren, die hij als getuigen zou wil len zien, zijn echter verplaatst naar ste den, die verder dan dezen afstand van Flemington zijn verwijderd. „Tel." TWEE OCEAANREUZEN ALS REDDERS Worsteling in den nacht om zestien menschenlevens Na een moeizamen doch volharden stryd is het Duitsche passagiersschip „New York", de 22.000 ton groote boot van de HamburgAmerika lijn, er gistermorgen vroeg in geslaagd, de uit zestien koppen bestaande bemanning van het ten Zuid- Westen van de Iersche kust in nood ver- keerende Noorsche s.s. „Sisto" te redden. Deze redding is mede te danken aan de assistentie, verleend door een anderen Oceaanreus n.l. de „Europa". Voordat de „Europa" op de plaats des onheils was geariveerd, hadden de kapi teins der te hulp geschoten schepen „Mo- biloil" en de „New York" alle hoop opge geven om de bemanning vóór het aanbre ken van den dageraad van het in zinken den toestand verkeerende schip te redden. De gezagvoerder van de „Mobiloil" seinde aan de „Sisto" de volgende radiografische mededeeling: „De hooge zeeën maken het te gevaar lijk kleine reddingsbooten te water te la ten. Wachten met de reddingsactie tot het aanbreken van den dageraad". Een ongeveer gelijkluidend bericht werd door den kapitein van de „New York" ver- z'onden: „Wanneer "u meent dat uw schip het dezen nacht nog zal kunnen houde, wachten wij met het uitzetten der booten tot de storm is bedaard". Kort na het uitzenden van deze berich ten draaide de „Europa" bij en kwam in de onmiddellijke nabijheid der „New York" te liggen. De groote schijnwerpers van het Duitsche passagiersschip wierpen een schel licht op de kokende en opge zweepte watermassa. Nu eens boven op de huizenhooge golven dan weer als het ware bedolven onder de watermassa's, streed 't kleine Noorsche schip zijn haast onmoge- lijken strijd. Met spanning zagen de passagiers van de „Europa", die zich trots de ijzige koude in het nachtelijk uur op het dek hadden verzameld, hoe men van de „New York" met schier bovenmenschelijke inspanning trachtte een reddingsboot uit te zetten en hoe men lijnen naar de „Sisto" schoot. Terwijl een hevige sneeuwval de reddings pogingen nog kwam bemoeiliken hield men dapper vol, zoodat men er ten slotte na vier uur in slaagde de geheel uitge putte bemanning der „Sisto' aan boord van de New-York over te brengen. Nog eenmaal wierpen de schijnwerpers der „Europa" het volle licht in de richting waar het wrak zich moest bevinden. Nog slechts een klein gedeelte stak boven wa ter uit, terwijl een zwak licht brandde. De „New York" heeft thans de reis naar Cherbourg, Southampton en Hamburg voortgezet. Aan boord is alles wel. „Tel." AMERIKA WORDT TE GELEERD Op de jaarlijksche vergadering van de Vereeniging van Amerikaansche ingenieurs, werd medegedeeld, dat er op elke 44 in woners van de Vereenigde Staten een ge studeerde was. Dit is een hooger percentage dan in welk ander land ook. Het aantal studenten aan de universiteiten in de Ver. Staten is met ongeveer 900 pet. vermeerderd sinds 1900 en dit bedraagt n.' bijna 3 millioen. De vermeerdering van de bevolking in deze periode was ongeveer 63 pet. Vastgesteld werd dat er een ingenieur is op elke 320 personen, ook dit achtte men te veel. He minst in getal waren de dominees, doch de hoogste inkomens trokken natuur kundigen, advocaten, ingenieurs en letter kundigen. STADSNIEUWS KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN VOOR RIJNLAND. Gistermiddag kwam de Kamer van Koop handel en Fabrieken voor Rijnland in ver gadering bijeen. Na de opening wenschte de voorzitter, de heer D. ten Cate Brouwer, den heer J. F. X. Sanders hartelijk geluk met zijn herstel van een langdurige ongesteldheid. (Ap plaus). Inzake een adres van den Minister van Economische Zaken inzake de crisis- heffing op consumptie-aardappelen en een adres van het lid der Kamer den heer M. v. d. Hoek Jr. uit Aiphen over deze zaak. wordt besloten een afwachtende houding aan te nemen. De Kamer van Rotterdam houdt zich ook met deze zaak bezig en het Bureau achtte het gewenscht het stand punt van die Kamer af te wachten. Van de directie van de N.Z.H.T.M. is een schrijven ingekomen, dat het niet in de be doeling ligt een verandering te brengen in de eindpunten van de trams, terwijl de Kamer in overweging gegeven wordt te onderzoeken of het niet gewenscht is, na de demping van hst Levendaal, de tram baan toch op de Hoogewoerd te handha ven, in het belang van de daar woonach tige winkeliers. Dit adres wordt geren- voyeerd naar de Commissie van Vervoer. Op een verzoek van de bemiddekngs- commissie Crisis-crediet voor den midden stand in Rynland om een bedrag van 200 ter beschikking te stellen, werd gunstig be schikt. Dit bedrag is bedoeld als een soort bedrijfskapitaal voor de Commissie. Be pleit werd de wenschelijkheid dat behalve de Crisis-Comité's ook de gemeentebestu ren van Rijnland zich voor de te stichten fondsen om de credieten te verstrekken, in teresseeren door zich voor bepaalde be dragen garant te stellen. Besloten werd bij de Ned. Spoorwegen en de Rijkswaterstaat aan te dringen op verbreeding van de Spoorhavenbrug en om de gemeente Leiden nogmaals te verzoeken een verbetering tot stand te brengen aan den Lage Morschweg, speoiaal wat betreft den spoorwegovergang. Naar aanleiding van een schrijven van de bevrachtingscommissie stelde het Bu reau voor: lo. naar den Minister van Economische Zaken een schrijven te richten waarin wordt verzocht: a. een onderzoek te willen doen instellen naar de werking van de wet van 5 Mei 1933, houdende tijdelijke maatregelen ter bevor dering van een zooveel mogelijke evenre dige verdeeling in de binnenscheepvaart, zulks teneinde te kunnen beoordeslen of en zoo ja, in hoeverre deze tijdelijke regeling ook in de toekomst moet worden gehand haafd; b. te onderzoeken in hoeverre maatrege len getroffen kunnen worden ter saneering van de toestanden in de binnenvaart; 2o. met de Bevrachtingscommissie nog maals overleg te plegen over de mogelijk heid om aan de bezwaren der Rijnlandsche industrie tegemoet te komen. De heer van der Laan had bezwaar tegen verschillende opmerkingen in het antwoord dat aan de bevrachtingscommissie zal wor den gezonden. Deze commissie blijkt een zeer hooge en serieuze opvatting van haar taak te hebben. De heer Heringa ondersteunde deze be zwaren. De voorzitter deelde mede dat het niet de bedoeling is het bestaan der bevrachtings commissie te ondermijnen. Wanneer ech ter, aldus spr., de leden der Kamer hadden meegemaakt de stroom van bezwaren die tegen de Bevrachtingscommissie zijn inge komen, dan zouden al de leden der Kamer aan de zijde van het Bureau staan wat dit adres betreft. Het doel is de bevrachtings commissie te wijzen op haar wettelijke plicht. De heer Heringa achtte het beter, dat de Kamer zich rechtstreeks wendt tot de Re geering. De bevrachtingscommissie is aan bepaalde voorschriften gebonden en het is haar niet kwalijk te nemen, dat zij zich daaraan wenscht te houden. Ook de heer van de Laan was van mee ning dat de bevrachtingscommissie zich geheel aan de wet houdt. De voorzitter was 'het daarmee niet eens. Er is een zekere ruimte gelaten voor de beslissingen die de commissie heeft te nemen, althans een geheel ander stand punt in en betrachten de noodige soepel heid. b Bij de verdere discussie kwam ook ter sprake de bezatting van het kantoor der bevrachtingscommissie waarover blijkbaar in het adres (dat ons niet werd verstrekt) wordt gehandeld. Het Bureau achtte het noodig, dat maatregelen werden genomen om óf den bevrachter, die vanwege de be vrachtingscommissie wordt gesalarieerd, óf de kantoorbediende, die is aangesteld voor de administrativee werkzaamheden overbodig te maken, waardoor een belang rijke bezuiniging kan worden verkregen. De heer v. Leeuwen merkte op dat als de bevrachter wordt ontslagen, toch een kamer op het Bureau der bevrachtingscommissie moet worden beschikbaar gesteld. Om dit te onderzoeken werd de zitting een oogenblik geschorst. De heer de Gooyer stelde daarna voor het adres terug te nemen om de zaak nog- eens opnieuw onder oogen te zien. De voorzitter was daartoe alleen bereid als de Kamer accoord ging met de bezwa ren tegen de salarieering van het personeel van de bevrachtingscommissie. Het Bureau gaat op 't oogenblik niet verder dan voor te stellen het salaris van den bevrachter te brengen van 44.op 40.en voor een volgend jaar bezuinigingen in overweging te geven. Na nog eenige discussie werd besloten dat het Bureau het adres nog eens zal be zien. De Kamer ging unaniem accoord met het standpunt van het Bureau inzake de noodzakelijkheid van bezuiniging. Gunstig werd beschikt op een verzoek van het Centraal Instituut ter bevordering van het normale handelsverkeer tusschen Nederland en andere landen, om over 1933 en over 1934 een extra hoofdelijken omslag van 100.te willen toestaan. De voorzitter deed daarna eenige mede- deelingen inzake de clearing Nederland Duitschland en wekte op aangifte te doen van uitstaande vorderingen, ontstaan door leveringen aan Duitschland voor 24 Sept. j.l. In verband met het voornemen om den bruggenbouw over de groote rivieren ge deeltelijk te financieren door middel van tolheffing op die bruggen, stelt het Bureau der Kamer voor, den Minister van Water staat te berichten, dat het de Kamer voor komt dat de verhoogde belasting van het wegverkeer door de instelling van het Ver- keersfonds, eenerzij ds dit wegverkeer reeds zoozeer belast, dat het niet door een tol heffing op de nieuw te bouwen bruggen nog zwaarder moet worden belast en an derzijds de inkomsten van het Verkeers- fonds reeds zoo hoog zijn, dat de opbreng sten van het wegverkeer gemakkelijk de bruggenbouw kan worden gefinanceerd. De Kamer zou het in elk geval uiterst on billijk achten als uit de opbrengst van het wegverkeer niet eerst de kosten voor dit wegverkeer, in casu de bruggenbouw, wer den bestreden, voordat werd overgegaan tot bijbetaling van het tekorten van het spoor- en tramwegverkeer. De Kamer doet daarom een dringend beroep op den Mi nister om niet tot tolheffing op de over groote rivieren te bouwen bruggen over te gaan. Zonder bespreking werd besloten dit adres te verzenden. Daarna sluiting.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1934 | | pagina 6