R. H. W. ZEGT ALLES
Rijks-en gemeentefinanciën en
de Werkloozensteun
FRUITSODA ZEGT NIETS
WOENSDAG 19 DECEMBER 1934
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD. - PAG. 6
TWEEDE KAMER
De behandeling der Begrooting, welke
overigens ten einde loopt alleen de af
deel ingen der Onderwijsbegrooting en de
weinig tijd vorderende begrooting van Fi
nanciën moeten nog worden afgedaan
werd gisteren onderbroken ter wille van
die van eenige zeer dringende wetsontwer
pen, welke betrekking hebben op de mid
delen ter voorziening in den nood door de
werkloosheid veroorzaakt. Het zijn name
lijk drie met elkaar verband houdende
wetsontwerpen, waarvan de algemeene
strekking is die gemeenten, die den druk
der werkloosheid het zwaarst gevoelen en
dientengevolge hare financiën niet in orde
kunnen houden, te hulp te komen, met be
lasting gelden, die in andere, minder zwaar
getroffen gemeenten zullen moeten wor
den opgebracht. Dit geschiedt door mid
del eener zeer ingewikkeldde techniek. Al
le gemeenten zien zich een belangrijk deel
harer belastingcapaciteit ontnomen. In
de plaats daarvan krijgen zij, als zij veel
werkloozen hebben, een grooter bedrag
dan tot nu toe uit een werkloozensubsidie-
fonds; als zij er weinig hebben zullen zij,
in de plaats van de belastingopbrengst wel
ke zij moeten missen, natuurlijk nieuwe
belastigen moeten heffen of bestaande moe
ten verhoogen. Het deel dat aan hun belas
tingterrein wordt ontnomen, komt terecht
in dit werkloosheidssubsidiefonds. In het
kort komt het dus hierop neer, dat de be
ter gesitueerde gemeenten worden ver
plicht, via het werkloosheidssubsidiefonds,
de thans noodlijdende of „uitstootende" ge
meenten dat zijn gemeenten, die het
geheele bedrag voor den werkloozensteun
buiten hare gewone begrooting hebben
moeten brengen ter hulp te komen.
In beginsel zal iedereen het daarmede
wel eens zijn; maar, bij de uitwerking doen
zich uiteraard allerlei gevolgen voor, die
in gemeenten, welke thans veel hooger be
lastingen moeten gaan heffen en nu zoo
waar op hare beurt noodlijdend gaan wor
den, op groot verzet stuiten.
Om te kunnen bepalen wat iedere ge
meente voortaan uit het gemeentefonds
niet te verwarren met het werkloosheids
subsidiefonds zal uitgekeerd krijgen,
wordt een zeer ingewikkelde formule toe
gepast. waarin verschillende inkomsten en
uitgaven der gemeenten in letters worden
weergegeven en, na vermenigvuldiging en
deeling met en op elkaar tot uitkomst ge
ven het bedrag, dat de betrokken gemeente
uit het gemeentefonds zal ontvangen. De tot
nu toe geldende formule wordt gewij
zigd; en ook tengevolge van die wijziging
zal de eene gemeente er beter, de andere
er slechter op worden.
Wat de uitkeeringen uit het werkloos
heidssubsidiefonds aangaat, deze zullen bij
algemeenen maatregel van bestuur worden
vastgesteld; maar in een uitvoerige lijst
geeft de regeering reeds thans een over
zicht van de wijze, waarop deze uitkeerin
gen zullen plaats hebben, en daaruit blijkt,
dat 90 pet. van alle werkloosheidsuitgaven
eener gemeente uit dit fonds kunnen wor
den vergoed.
Daar deze drie ontwerpen zoo nauw met
elkander in verband staan, worden de alge
meene beraadslagingen tegelijkertijd ge
houden voor alle drie. Natuurlijk rezen er
van alle zijden verschillende bezwaren te
gen deze ingrijpende voorstellen. Zoo be
gon de heer van den Tempel (S. D. A.
P.) met te betoogen, dat de gemeenten de
lasten op den duur, en gedeeltelijk nu al
niet meer kunnen dragen. In deze moge
lijkheid voorziet dit ontwerp geenszins.
Hetzelfde vond de heer Rutgers van
Rozenburg (C.-H.), maar deze hield
zijn hoop gevestigd op een totale herzie
ning van de lastenverdeeling over de ge
meenten binnen twee jaar. Een andere op
lossing van dit netelige vraagstuk, dat wel-
BINNENUND
ARMENZORG IN 1932,
Gedurende dat jaar bijna 111 millioen
uitgegeven.
Uit de door het Centraal Bureau voor de
Statistiek bewerkte armenzorgstatistiek
over 1932, welke bij de Algemeene Lands
drukkerij is verschenen, blijkt, dat door de
Overheid en 7680 instellingen van welda
digheid te zamen in genoemd jaar bijna
ƒ110,8 millioen voor maatschappelijk hulp
betoon werd uitgegeven na aftrek van de
terugontvangsten.
Uitkeeringen, welke ingevolge de Rijks
regeling aan valide werkloozen werden ver
strekt en uitgaven voor werkverschaffing,
welke verbetering van de arbeidsmarkt be
oogen ed., zijn niet in bovengenoemd be
drag begrepen; in 1932 in totaal ongeveer
121,3 millioen.
Het totaal bedrag der uitgaven voor
maatschappelijk hulpbetoon is in 1932 met
ruim 9,9 millioen of 9,86 pet. toegenomen,
terwijl de vermeerdering van de bevol
king 1,51 pet. bedroeg.
Goedkoope trein.
Wij verwijzen naar een advertentie in
dit nummer betreffende een goedkoope
trein naar Antwerpen en Brussel op Woens
dag 26 December 1934 (Tweeden Kerstdag).
iswaar nog in de toekomst ligt, maar dan
toch in de zeer nabije, deed de heer Kooi
man (V. D.) aan de hand. Deze diende een
amendement in, dat de strekking had 10 op
centen minder te heffen op de Inkomsten
en Vermogensbelasting en 10 opcenten
meer op de Gemeentefondsbelasting. Het
gevolg zou dan zijn dat de noodlijdende
gemeenten beter gesteund zouden kunnen
worden. Bovendien zou de reden tot wijzi
ging van de beroemde formule wegval
len. Bij dit amendement sloot zich de heer
Wendelaar (V. B.) aan.
Een ander punt werd door den heer
F les kens (R.-K. St. P.) aangeroerd.
Deze wees nJ. op het hoogst eigenaardige
feit, dat door de voorgestelde veranderin
gen n.l. omzetting van de opcenten op
de fondsbelasting in opcenten op de Inkom
stenbelasting de middelmoot van de in
komens 30 pet. zwaarder zullen worden be
last w.o. de Inkomstenbelasting. Dit is on
redelijk en onbillijk (de middelmoot zijn
de inkomens van 120070.000 gulden). De
heer IJ z e r m a n sloot zich bij dit pro
test aan.
Ook hield de heer Fleskens een plei
dooi voor de opvatting, dat de werkloos-
heidszorg vooreerst en vooral staatstaak is,
terwijl deze regeering het zwaartepunt
van deze zorg nog steeds op de gemeenten
laat neerkomen. Zoo wilde ook de heer
G osei in g (R.-K. S. P.) de zaak be
schouwd zien: de werkloosheid, die we nu
meemaken is een nationale ramp, dient dus
door het geheel, de staat, verzorgd te wor
den. Hetzelfde verweet ook de heer
Drees (S. D. A. P.) aan de Regeering,
maar deze voegde er bovendien aan toe,
dat in feite de staat die taak toch op zich
genomen heeft, maar alleen de verantwoor
delijkheid op de gemeenten schuift. De
heer Goseling betoogde tevens de
wenschelijkheid, dat nog eens duidelijk
gezegd zou worden, dat deze wetten zoo
zeer samenhangen, dat, als de eene over
twee jaar verloopt, dan de andere ook op
nieuw onder handen zou worden genomen.
Misschien is zelfs de termijn van twee ja
ren te lang. Laat men ook de bijdrage van
de gemeenten nu reeds vaststellen, anders
kunnen zij nog voor verrassingen komen
te staan, waarop zij niet hadden kunnen re
kenen b.v. als de werkloosheid blijft
stijgen. Ook ontdekte deze spreker een te
genspraak in de Regeeringspolitiek, waar
zij e enerzijds de vaste lasten wil vermin
deren en verminderd zien, maar dit ander
zijds welhaast onmogelijk maakt door wet
ten als deze, die sommige gemeenten tot
belastingverhooging dwingen. Op dit laat
ste punt vestigde ook de heer Wende-
laar (V. B.) met nadruk de aandacht.
Eenige sensatie verwekte deze spreker op
deze taaie, technische middag, toen hij met
de mededeeling kwam, dat vele gemeenten
dankbaar misbruik zouden maken van deze
wet. Wat toch is het geval? Als een ge
meente voor een klein bedrag aan werk
loozen zorg betaalt, zal die gemeente een
groot bedrag van het Rijk als steun krij
gen. Wat ligt nu meer voor de hand, dan
dat allerlei gemeenten kleine bedragen
gaan betalen voor de werkloosheidszorg,
alleen maar om die groote uitkeering van
het Rijk te krijgen. Als spr. nog burge
meester was, zou hij het ongetwijfeld doen.
Het directe gevolg zal zijn, dat de werk
loosheid op ongekende schaal zal gaan toe
nemen en het Rijkssubsidiefonds gewel
dige tekorten zal krijgen.
Aan de bewegingen van den Minister te
zien was deze mededeeling gelukkig
blijkbaar niet zoo ontstellend, als zij op het
eerste gezicht lijkt
De algemeene beraadslaging over deze
ontwerpen worden de volgende maal voort
gezet.
WERKLOOZENKASSEN OVER 1935.
Percentage voor de meesten 20 pet. lager.
De Minister van Sociale Zaken heeft aan
de besturen van de werkloozenkassen,
waarvoor het subsidiepercentage meer dan
100 pet. bedraagt, meegedeeld, dat hij het
noodig acht reeds thans het voor 1935 toe
te kennen percentage vast te stellen, be- i
richt de „Volkskrant". Dat percentage zal
voor de meeste kassen gemiddeld 20 pet.
lager zijn dan toegekend voor 1934. De be
sturen der werkloozenkassen worden uit-
genoodigd op grondslag van die verlaagde
percentages de begrootingen van inkom
sten en uitgaven vast te stellen. Verminde
ring van het maximum aantal uitkeerings-
dagen zal niet door den Minister worden
goedgekeurd.
CRISISINVOERBUREAU.
Inkrimping van personeel mogelijk
gebleken.
In een nota naar aanleiding van het ver
slag over het wetsontwerp tot wijziging van
het 10e hoofdstuk der Rijksbegrooting voor
1933, deelt de Minister van Economische
Zaken mede, dat onder deskundige leiding
een nauwgezet onderzoek is ingesteld, ten
einde na te gaan in hoeverre de administra
tie van 't Crisisinvoerbureau aan den eisch
van efficiency voldoet. Inkrimping der per-
soneele bezetting is daarbij mogelijk ge
bleken. De Minister hoopt ook op andere
Crisis-bureaux een dergelijk onderzoek te
doen instellen.
LIM0NDE BRIEK TE LEIDEN
5597
DE COÖPERATIEVE HAARLEMSCHE
GROENTEN- EN BLOEMBOLLEN
VEILING.
De afwikkeling van het faillissement.
Te Haarlem is een vergadering gehou
den waarin de afwikkeling van de faillis
sementskwestie van de coöperatieve Haar-
lemsche groenten- en bloembollenveiling
w.a. is besproken.
Hiervoor was uitgenoodigd de heer W.
van Dok uit Beverwijw, die in een uitvoe
rige rede de zaak uiteenzette en daarbij
eerst in herinnering bracht op welke
wijze het bestuur gewerkt heeft. In een
statuut was vermeld, dat het bestuur al
leen leeningen mocht aangaan, na machti
ging van de ledenvergadering. Gebleken
is dat een bedrag van in totaal 382.000
geleend is.
Voorts besprak de heer van Dok de hou
ding van de credietgevers en speciaal van
de Spaarnebank. Volgens hem behooren
de credietgevers ook verantwoordelijk te
worden gesteld voor de speculatie. De le
den hebben te veel vertrouwen gehad in
het bestuur en zijn daar de dupe van ge
worden. Behooren de aandeelhouders ook
niet de dupe te worden van het wanbeheer
vroeg spreker.
Toch meende hij, dat er nog wat te berei
ken valt. Op het oogenblik worden de min-
derkapitaalkrachtigen met rust gelaten,
doch, doch de kapitaalkrachtigen hebben
het zwaar te verantwoorden. Dat lijkt spr.
niet juist. Er moet een minnelijke schik
king komen, waartoe alle groepen moeten
medewerken. Spr. gaf in overweging een
herzieningscommissie te benoemen, die
zou samenwerken met curatoren en de
N.V. Spaarnebank.
Ook de regeering kan hier helpen. Reeds
is door de vroegere liquidatiecommissie
een verzoek tot den minister van Economi
sche Zaken gezonden.
Ten slotte werd een motie aangenomen
waarin in overweging wordt gegeven, dat
het faillissement, met alle middelen bij de
wet veroorloofd, moet worden afgewik
keld, daar het een sociale en financieele
ramp zou beteekenen voor tal van bloeien
de bedrijven. In de motie wordt een drin
gend verzoek aan de regeering en de rech
terlijke macht gedaan om medewerking te
willen verleenen opdat het schuldbedrag
van de «joöperatie worde teruggevoerd tot
proporties verband houdend met de be
grenzing van de statutaire bepalingen.
Verder wordt een beroep gedaan op de
regeering om desnoods door beperking van
het executie-recht de mogelijkheid te be
vorderen een regeling tot stand te bren
gen welke in overeenstemming zal zijn
met de draagskracht van de betrokken le
den. „N. R. Crt."
RIJWIELBELASTINGWET WORDT
GEWIJZIGD.
Verbod van verkoop door onbevoegden.
Ingediend is een wetsontwerp tot wij
ziging van de Rijwielbelastingwet, dat on
der meer ter bestrijding van de in de laat
ste jaren sterk toegenomen diefstal van
rijwielbelastingplaatjes, de mogelijkheid
opent, het belastingmerk naar verkiezing te
bevestigen aan het rijwiel of aan de boven-
kleeding van den berijder.
Voorts is een bepaling opgenomen, waar
bij aan onbevoegden het verkoopen van
belastingmerken wordt verboden. Voor
iedere overteding van dit verbod wordt een
boete van 25 verbeurd, die door of van
wege den minister kan worden verminderd
of kwijtgescholden.
Een ander bezwaar van het huidige stel
sel' is de eisch, dat de gebruiker van een
rijwiel zich onverwijld bij het aanbreken
van een nieuw belastingjaar moet voorzien
van een nieuw belastingplaatje.
Dat bezwaar wordt ondervangen, door
het bepalen van een telkenjare nader vast
te steil entermijn van ten hoogste tien da
gen, gedurende welke het niet-opvolgen van
de verplichting tot het voorzien zijn van
een belastingmerk niet strafbaar zal zijn.
Voorts wordt een vereenvoudiging aan
gebracht in de afdoening van de overtre
ding bestaande in het fietsen zonder belas
tingplaatje. Daarom zal, in het voetspoor
van verschillende andere belastingwetten,
de strafrechterlijke behandeling van dit
delict vervangen worden door een admini
stratieve boete.
Het bedrag daarvan meent de minister
aanmerkelijk lager te kunnen stellen dan
het tegenwoordige maximum van 25, na
melijk op 5.
Wordt daarbij aan de administratie de
bevoegdheid gegeven, boeten te verminde
ren of kwijt te schelden, dan zal de toe
stand meer bevredigend zijn dan deze
tegenwoordig is.
Een en ander is thans in deze wijziging
voorzien.
In de toelichting deelt minister Oud nog
mede, dat in de jaren 1932 en 1933 te Am
sterdam en Rotterdam resp. 8402, 11809 en
9651, 13207 bekeuringen werden uitgebracht
wegens overtreden van de rijwielbelasting
wet en dat van deze bekeuringen resp. 300,
1050 en 1915, 2551 in rechte werden aan
gebracht.
Afgezien van de omvangrijke arbeid
brengt de behandeling van deze zaken niet
onbelangrijke kosten mee, die thans ten
deele kunnen worden voorkomen.
NED. BEHANGSELPAPIER-INDUSTRIE.
Maandagmiddag heeft de firma Goud
smitHoff (Ned. Behangselpapier-Indu
strie) aan de overzijde van het IJ te Am
sterdam haar nieuwe fabriek geopend. Aan
belangstelling had de directie daarbij niet
te klagen: niet minder dan drie booten
met belangstellenden staken te 2 uur het
IJ over naar het pand een oude planten-
boterfabriek waarin thans de begansel-
'industrie is gevestigd. Onder de aanwezi
gen was ook Jac. Rustige, wethouder van
Amsterdam.
Toen allen in de groote fabriekshal ver
gaderd waren, heette de heer K. Ph. Gom-
perts, oudste firmant, hen allen welkom.
In zijn rede besprak hij de beteekenis van
het behang in de moderne binnenhuiskunst,
welke, ofschoon zij niet-opvallend moet
zijn, toch een zeer belangrijke is. Hij
herinnerde aan de prijsvraag, welke de fa
briek in 1925 had uitgeschreven voor Ne-
derlandsche ontwerpen van behangselpa
pier. Deze prijsvraag was voor de Neder-
landsche kunstenaars iets geheel nieuws en
is een groot succes geworden: niet minder
dan 600 inzendingen kwamen er op bin
nen. Niettemin heeft van hetgeen toen be
kroond werd, welhaast alles zijn waarde
verloren: het publiek van thans vindt de
dessins van tien jaar geleden niet rustig
genoeg meer. Het moderne interieur im
mers wil zich kenmerken door rust, een
voud en soberheid.
Spreker haalde vervolgens eenige herin
neringen uit het verleden op en bracht hul
de aan den oprichting der firma, den heer
L. Goudsmit, die bij de plechtigheid aan
wezig was. De firma had hem geëerd door
in de directiekamer zijn beeltenis aan te
brengen in den vorm van een reliefbeeld,
door den beeldhouder Jo van Hel.
De heer Gomperts drukte er zijn vreugde
over uit, dat het bedrijf, vroeger over
drie panden in de stad versnipperd, thans
geheel was samengevat in een groote en
doelmatige fabriek en dankte het personeel
der fabriek voor zijn medewerking gedu
rende een halve eeuw. Immers het is thans
juist vijftig jaar geleden, dat de Ned. Be
hangselpapier-Industrie werd opgericht.
Nadat verschillende sprekers hun geluk-
wenschen hadden aangeboden het per
soneel had Zaterdag reeds de directie ge
huldigd maakte het talrijk gezelschap in
kleine groepjes de ronde door het gebouw
om het interessante bedrijf te bezichtigen.
Met waardeering willen wij nog vermel
den, dat de directie der fabriek aan de ge-
noodigden verzocht had, gelden die men
eventueel had willen besteden aan het zen
den van bloemen, te deponeeren in bussen
voor het Nationaal Crisis Comité, die iot
dat doel in de fabriekshal geplaatst waren.
DE NIEUWE „ROBINSON" FABRIEK
GEOPEND.
Onder buitengewoon groote belangstel
ling heeft hedenmiddag de officieele ope-
ningning plaats gehad van de nieuwe „Ro
binson" schoenfabriek te Nijmegen. Naast
talrijke relaties uit binnen- en buitenland,
die de openingsplechtigheden bijwoonden,
merkten wij op deputaties van de Neder-
landsche Federatie van Schoenfabrikanten,
van de drie landelijke organisaties van
schoenwinkeliers, den waarnemend voor
zitter van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor „Het Land van Maas en
Waal", den heer J. van Campen, den heer
J. Thijssen, secretaris dier kamer en den
heer P. L. M. van Wayenburg, secretaris
der V.V.V. „Nijmegen Vooruit". De minister
van Economische Zaken Z.E. Mr. Steen-
berghe had bericht gezonden verhinderd te
zijn wegens ambtsbezigheden. Om dezelf
de reden was ook de Burgemeester van Nij
megen, de heer J. A. H. Steinweg, afwezig.
Een stroom van telegrammen kwam in den
loop van den dag binnen, evenals tallooze
bloemstukken, die aan de kantoorlokalen
een bij uitstek feestelijk aanzien gaven.
Geschenken in velerlei vorm vulden een
van deze lokalen geheel.
De heer P. F. Scheeren, directeur der
„Robinson" fabrieken, sprak het welkom
tot de honderden belangstellenden, mede
uit naam van zijn mede-directeur, den heer
F. Verschuur. Spr. waardeerde zeer de
overweldigende belangstelling, die alle
verwachtingen overtrof, en sprak vervol
gens zijn erkentelijkheid uit, jegens allen,
die aan den snellen opbouw der nieuwe
fabriek hadden medegewerkt in het bijzon
der jegens de heeren Beltman en Wolf van
het architectenbureau Beltman te En
schede en jegens den aannemer, den heer
P. J. van der Wagt te Nijmegen. Spr. wees
er vervolgens op, dat de nieuwe fabriek
tweemaal zoo groot is als de oude en thans
voldoende ruimte biedt voor de fabricage
van 17000 paar per week. Voorloopig is de
productie ingesteld op 11000 paar per week,
zoodat er nog alle gelegenheid tot uitbrei
ding aanwezig is. Spr. eindigde met de hoop
uit te spreken dat ,3obinson" nog jaren
lang de taak zou mogen vervullen, die de
fabriek zich heeft gesteld: Het brengen van
een goeden schoen, tegen lagen prijs. Warm
applaus volgde op deze toespraak, waarna
vervolgens pittig en frisch de Robinson-
marsch door de fabrieksruimte klonk.
De aanwezigen maakte hierna een rond
gang door de in volle werking zijnde fa
briek waarna ververschingen werden aan
geboden. Daarna behoorde deze voor „Ro
binson" zoo belangrijke gebeurtenis weer
tot het verleden.
PRIJS VAN DE CONSUMPTIEMELK.
De Crisis-Zuivel-Centrale maakt bekend,
dat voor de periode van 23 December tot
en met 29 December 1934 de prijs voor het
taxegedeelte van consumptiemelk, gekocht
op regeeringscontract, is bepaald op 61/4
cent per liter, met dien verstande, dat voor
melk van de eerste klasse deze prijs wordt j
verhoogd met de kwaliteitspremie en voor j
die van de derde klasse wordt verminderd
met de kwaliteitsafdracht van 1/4 cent per
liter 1
GOUDEN STANDAARD OF
DEVALUATIE?
Pro en contra
Over de vraag, waar ons land voor zyn
economisch welzijn het meest bij gebaat
is: Het behoud van den gouden standaard
of invoering van devaluatie, hebben in een
gisteravond in de Industrieele Club gehou
den vergadering, drs. W. Willems te Am
sterdam en prof, dr. N. J. Polak te Rot
terdam, het licht van hun inzicht doen
schijnen.
Als voorstander van den gouden stan
daard voerde het eerst het woord de heer
Willems, doctorandus in de handelsweten
schappen. Hij begon met erop te wijzen,
dat de voorstanders van devaluatie in de
zen tijd in het debat een voorsprong heeft
op zijn tegenstander, omdat hij komt met
„nieuwe maatregelen", die aangeprezen
worden met de beloften: „dat het daar
door beter zal worden". De voorstander
van het „behoud" van het goud heeft dan
ook een „psychologische" drawback.
Als echter zoo iets in dezen tijd noodig
is, dan is het critisch de aard van de voor
gestelde maatregelen te overdenken en
nauwkeurig zijn verwachtingen te koeste
ren.
Het is de hooge taak van de economische
wetenschap, die niet de voordeelen heeft
van het experiment in het laboratorium,
om alvorens maatregelen aan te bevelen,
critisch het voorgestelde te onderzoeken en
minutieus na te gaan of de aan de maat
regelen ten grondslag liggende redenee
ringen, wel opgaan.
Een verkeerd en ondoordacht gebruik
van statistische gegeven, heeft op het ter
rein van geldpolitiek groote verwarring
gesticht en men kan speciaal met de over
gelegde cijferreeksen en graphieken niet
voorzichtig genoeg zijn.
Te veel is verzuimd aldus spr. om
aan te toonen, dat de verschijnselen, die
na elkaar plaats vonden, met elkaar in
causaal verband staan.
Na zeer in den breede zijn standpunt te
hebben verdedigd, dat devaluatie ondeug
delijk is, waarbij spr. ook de therapie, die
de devaluisten voorstellen, niet juist noem
de, en daaraan een nadere beschouwing
wijdde, stelde spr. de vraag: indien deva
luatie ondeugdelijk is om uit moeras te
komen, wat dan? Er is geen ontkomen aan,
dat we op den weg der gezonde aanpas
sing verder moeten. Men is te veel de-
faitist; het kan niet zegt men, maar daarbij
wordt uit het oog verloren, dat reeds aan
zienlijke vorderingen zijn gemaakt Het
loonniveau is sedert de val van het pond
wel met 15 a 20 pet. gedaald in ons land;
komt daarnaast nu een stijgende bewe
ging in Engeland en andere devaluatie-
landen, dan zou 't wel eens kunnen blij
ken, dat de nu nog noodige verlaging lang
zoo ernstig niet is, als velen, die zich daar
met hand en tand tegen verzetten en die
niet aarzelen als alternatief het verwerpe
lijke middel der devaluatie aan te prij
zen, vreezen.
De aanpassingsbeweging wordt, zooals
het nu is, belemmerd door maar steeds te
wijzen op de wenschelijkheid van devalua
tie, immers in zooverre men vreest, dat
devaluatie toch nog eens komen zal, wordt
de weerstand tegen maatregelen van toe
passing bevorderd. Het staatscrediet trekt
dan ook thans onze schulden en van de
naar verhouding veel sterkere positie van
financiën, dan die in het buitenland. De
propaganda voor devaluatie moet aldus
positieve schade en in tegenstelling tot de
uiting van The Economist, geldt voor ons,
dat wij voor die propaganda „the worst of
both worlds" hebben. De nadeelen van de
vrees voor devaluatie remmen het herstel.
Als het Nederlandsche volk de regeering
in haar krachtige politiek van aanpassing
op waardige wijze blijft steunen, ook op
het laatste deel van den moeilijken weg,
welke door de crisis heenvoert, dan kun
nen wij hopen, dat als de aanpassing een
maal een feit geworden is, de soepelheid
van onze economische structuur, verhoogd
is, waarmee wij een blijvende voorsprong
op onze buitenlandsche concurrenten, die
de monetaire weg van den minsten weer
stand hebben gevolgd, zullen hebben be
haald.
Prof. dr. N. J. Polak behandelde 't on
derwerp: „De toekomst van handel en in
dustrie in verband met het behoud van den.
gouden standaard", als voorstander van
devaluatie. Hij volgde hierbij heT, betoog
van drs. Willems.
Dat devaluatie-maatregelen welvaart
zullen brengen, wil spr. niet beweren;
hoogstens kan er sprake zijn van eenige
verlichting in den economischen strijd.
Evenals vrees voor devaluatie noodlottige
gevolgen heeft, evenzeer heeft vrees voor
aanpassing deze nadeelige gevolgen. Aan
passing is een langzaam proces en vindt
trapsgewijze plaats. Door de ongelijkmatig
heid van de aanpassing schrompelt het
bedrijfsleven ineen. Spr. wees op de din
gen, die bij aanpassing volkomen star blij
ven, b.v. schulden in geld. Aan de hand
van het \erJoop van inkomsten gaf spr.
een schets van hetgeen aan lastenverzwa
ring wellicht is te verwachten. De econo
mie kan niet experimenteeren zegt men,
maar dit behoeft niet te beteekenen dat er
niets gedaan behoeft te worden. Het vast
houden aan den gouden standaard kan
evenzeer een experiment zijn als het los
laten daarvan. Spr. herinnerde hierbij aan
den tijd van 1873 toen Nederland den zil
veren standaard moest verlaten. Spr. ge
looft, dat de verlichting voor den debiteur
bij devaluatie niet groot zal zijn. Op an
dere landen wil prof. Polak zich niet be
roepen, omdat de omstandigheden en de
oorzaken ten tijde van de devaluatie tij
dens de oorlogs- en na-oorlogsperiode daar
anders waren. Het bedrijfsleven heeft soe
pelheid noodig. Wanneer men zoo vlug
mogelijk aanpast, dan zal de soepelheid
terugkeeren.
Na eenige vragen en debat werd de ver
gadering gesloten.